FEUiLLEïSÜ,
öe onzichtbare haai.
6 IJ VOEGSEL
VAN DE
Woensdag 9 April 1924, No. 85.
EEN DENKBEELD
VOOR DE RIJKSFINANCIËN
Onder de boeken die door overvloed
van andere copy reeds eenigen lijd op
bespreking wachten, behoort ook Her
stel van het evenwicht in 's Rijksfinan
ciën zonder salarisverlaging van hel
Rijkspersoneel", door J. V. Geulen, re
ferendaris bij het Departement van Bin-
nenl. Zaken en Landbouw. (Uitg. B. Men-
sing, den Iiaag.)
Wal de schrijver in dit boekje tracht
aan te toonen, kenschetst hij zelf als
een betoog dat verlaging van de salaris
sen der Rijksambtenaren en beambten
onredelijk en onchristelijk, alsmede on
economisch zou wezen, en dat zonder
die verlaging herstel van het evenwicht
in 's Rijks financiën mogelijk is.
De schrijver, zelf een der oprichters
van de R. K AmbtenaarSvereeniging,
vertrouwt dat het R. IC. standpunt waar
op zijn beschouwingen, waar noodig, ge
grond zijn, andersdenkenden niet zullen
afschrikken In dat opzicht heeft hij
zeker gelijk. Zijn beschouwingen over
den rijksdienst zijn zoo zakelijk, dat
ze de aandacht ook van anderen ver
dienen, speciaal w Jh" hij het, als deskun
dig ambtenaar, heeft over de mogelijke
bezuinigingen, en de reorganisatie van
den staatsdienst, waarmee het eerste
deel van zijn werkje gevuld is.
Minder overtuigend was voor ons het
tweede deel van zijn betoog de aanbe
velingen voor verbetering der rijksin
komsten, omdat wij anders dan hij staan
tegenover de vraag, of het gerechtvaar-
dgid en mogelijk is uit de belastingen
zooveel meer te halen als hij aanbeveelt
Dat hij de dividend- en tantième-be
lasting wil omzetten in een winstbe
lasting is van minder belang dan dat hij
daarvan dan 35 millioen méér ver
wacht- voor de rijksmiddelen en 11.5
millioen méér voor 't leeningfonds 1911.
Want dan staan wij dadelijk voor den
twijfel, of men zonder schade aan de be
staansmogelijkheid der bedrijven, zoo
maar 46 millioen uit de winsten kan
halen, en die dus ontneemt aan de ka
pitaalvorming, waarvan ook de Minister
van Fin. de noodzakelijkheid erkent. En
raakt men niet dezelfde kweslie aan.
wanneer de schrijver raamt uit de be
strijding van de ontduiking der R. Ink.-
Bel. 33 millioen te méér te halen? En
komt men niet bij zeer verschillend
beoordeelde vraagstukken wanneer men
zooals de heer Geulen berekent, door
70 ft 100 opcenten op de invoerrechten
een 30 millioen méér wil ontvangen?
De voor ambtenaren aantrekkelijke ti
tel blijkt dus wel deze reserve noodig te
maken, dat men zich ook moet kunnen
vereenigen met de voorstellen van den
schrijver voor belastingverhooging,wat
wellicht ook voor ambtenaren met an
dere meeningen daarover, bezwaarlijk
kan gaau. Terwijl de niet-ambtenaars
zich afvragen of dat ambtenaars-vraag
stuk dan zoo onaantasbaar moet worden
beschouwd dat er eerst alle mogelijke
andere oplossingen moeten worden be
proefd vóór men aan de salariskwestie
tornt, hoewel niemand zal kunnen ont
kennen, dat de jongste regeling is ont
staan in abnormale omstandigheden.
BINNENLAND.
DE INVOERING VAN I»E ARBE1DSGE-
SC1IILLENAVET.
:ij Kon. besluit van 7 April 1921 is
bepaald dal de Arbeidsgeschillcnwet '23
in werking zal trpden met ingang van 18
April 1924.
Voor de uitvoering van die wet is. het
rijk verdeeld in vier districten waarvan
omvatten
het le district de provinciën Friesland,
Groningen en Drenthe;
het 2ë district |de provincie Noord-IIol-
land;
hel 3e district de provinciën Zuid-Hol
land, Utrecht en Overijsel, benevens het
gedeelte der provincie Gelderland, dat
gelegen is benoorden De Waal;
liel 4e, district de provinciën Limburg,
Noord-Brabant en Zeeland, benevens
hel gedeelte der provincie Gelderland,
dat gelegen is bezuiden de Waal
De Koningin heeft benoemd tot Rijks
bemiddelaar in het
Isle district mr. E. van Kelwich Ver
schuur, burgemeester van Groningen;
2de district, mr. S. de Vries Czn., oud-
minister van financiën, te 's-Gravenhage.
3e district ïr. li. A. van IJselsleijn,
oud-minister van landbouw, nijverheid
en handel, te 's-Gravenhage;
4de district ir. L. A. Fruytier, lid van
de Tweede Kamer der Stalen-Generaal
te 's-Gravenhage.
DE BORINGEN NAAR AARDOLIE.
Naar aanleiding van de aanboring van
aardolie bij Corle door den rijksopspo
ringsdienst van delfstoffen, is nu een aan
vulling 'der Delfstoffen ingediend, een
vergunning vragend voor boren in het
bedoeld terein, opdat de regeering bij het
beoordeelen van verzoeken om zulk een
vergunning, aanstonds de vraag onder
de oogen kan zien, or degene, die naar
aardolie wil boren, voldoende waarbor
gen biedt van geschiktheid tot exploi-
teeren. Is dit het geval, dan is de mi
nister voornemens met zulk een ver
zoeker een exploratie-e<xploitatie-over-
eenkomsl aan le gaan, onder voorbe
houd van goedkeuring bij de wet.
Op deze wijze zal het mogelijk zijn de
rechten en belangen van den staat in elk
opzicht in liet exploitatie-contract tot
uiting te brengen.
Voor eene exploitatie van olie door
den staat is naar de overtuiging van
den minister geen aanleiding niet alleen,
doch hij acht eene dergelijke onderne-
die altijd een speculatief karakter draagt
voor den Staat .die voor een zoodanig
bedrijf in het geheel niet geoutilleerd
is, stellig af te raden.
WETTELIJKE REGELING VAN DE
COÖPERATIEVE VEREENIGINGEN.
Een ontwerp is ingediend tot wette
lijke regeling opnieuw van de coöpera
tieve vereenigingen.
Behoudens enkele ondergeschikte ver
anderingen is dit ontwerp geheel ont
leend aan de Staatscommissie voor de
herziening van de wet op de coöpera
tieve vereenigingen. wier verslag met bij
lagen in Juni 1923 is openbaargemaakt.
De zaak der Brusselsche Bank
voor de Rechtbank te Middel
burg.
Getuigenverhoor.
Als eerste getuige werd gehoord J. S i-
monse landbouwer te Biggekerke, die.
verklaarde dat de beklaagden bij hem
zijn geweest. Beide praten met hem
over de zaken, Wilteveen gaf zich als
deskundige uit, Van Pagé niet. Zij zouden
in alles voor hun klanten zorgen. Zij ga
ven den indruk, dat getuige 2 pet. bo
ven de couponwaarde zou krijgen; dat
er mogelijkheid zou zijn, dat dit niet kon,
werd niet gezegd. Zij zeiden dat effecten,
die getuige zou afstaan, naar de Neder-
Door DOUGLAS VALENTINE.
{Schrijver van De man met den
Klompvoet).
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
46.
„Het bloed op de toque van haai' kan
ook wel van Rass zijn. Er ligt ook veel
bloed op den grond. Kijk eens, ik denk,
dat de veiligheid van Miss Mack way to
afhangt van het al of niet terugkrijgen
van dat juweel door hetzij Nur-el-Din
hetzij Strangwise. Strangwise, dat weten
we, heelt het verloren en er is hier geen
spoor van te vinden; bovendien weten
we, dat Nur-el-Din het tot gisterenmid
dag toe niet in bezit had. Dus kan zij
het ook niet weggestuurd hebben! Ik
ben geneigd te gelooveu, dat Strangwise,
voordat hij gisterenavond naar Mill
House ging, Miss Mackwayte ergens Iheeft
heengevoerd, met behulp van Rass en
Marie, die blijkbaar zijn medeplichtigen
waren, om van haar te weten te ko
men, waar het juweel geborgen is
RECHTZAKEN.
landsche Bank zonden gaan. De door
hem gedeponeerde stukken, ter nominale
waarde f 6500, (Staatsleening, Staats
spoorwegen en Zeeuwsche Hypotheek
bank) heelt hij afgegeven aan Van Pagé
die toen alleen bij hem kwam.
Later gaf hij nog meer af, wat weet
hij niet precies.
Een maal is getuige op het kantoor
geweest; toen was er kwestie met ze
keren Van Noppen.; er werd getuige be
wogen een contract te leekenen, o a. was
dit ook reeds hel geval geweest na mooi
opgestelde brieven De voor hem ge
kochte Brusselsche bankaandeelen heeft
getuige nimmer gezien. Hij teekende
koopbriefjes, algemeene volmacht, con
tracten alleen in volkomen vertrouwen
Later meende hijik heb nu eenmaal
geteekend en zal maar alles teeke-
nert wal ze mij sturen.
Als v. Pagé alleen kwam, sprak ook
deze over koerswaarde van 170 pet. en
winst»» van 35 pet. voor getuige, waren
de belcl, samen ,dan bevestigde Witle-
veen de verhalen Nimmer heeft hij ver
lof gegeven de stukken te verkoopen, hij
gaf zc alleen in onderpand.
Getuige is tot het zaken doen met
bekl. overgegaan door de mooie voor
spiegelingen van 2 pel. meer renle, en
het maken van 35 pet. van zijn kapitaal.
Ten slotte was getuige al zijn geld
kwijt. Hij slond met de Bank in re
kening-courant, maar heeft nimmer ae
voorwaarden daarvan gelezen.
Bekl. Wilteveen zegt, dat getuige
hem o. a. eens gezegd heeft, dat de Da
nube Oil geen dividend zou geven.
Gelui ge zegt, dat hij dit van zijn
zoon had gehoord.
Nogmaals met klem op den eed géwe-
zen, verklaarde getuige opnieuw nim
mer absolute volmacht te hebben ge
geven
Op verschillende vragen ook van de
advocaten zegt getuige o. a. dat uit
sluitend over dc Nederlandsche Bank
is gesproken als plaals waar de effecten
zouden worden ondergebracht.
Hoe men aan de berekening der 2 pet.
meer kwam, heeft getuige niet juist be
grepen
Bij hel eerste gesprek met Witteveen
was getuige's Vrouw tegenwoordig later
soms wel en soms niet. De bezoeken
waren soms langer en soms korter.
Hij wist alleen „op z'n boers" iels
van effecten af, hij kon niet alles be
grijpen, alleen wel, dat hem meer ver
diensten werden voorgespiegeld.
Getuige had een effect van 500 pond
of 500 dollar Dominion üanners Li
mited, alleen gegeven om de waarde te
onderzoeken; nimmer had hij toestem
ming gegeven dit te verkoopen. en steeds
als hij er naar vroeg, kreeg hij ten ant
woord, dal die stukken nog niet terug
waren.
Op een vraag van Mr. Adriaanse, zegt
spr., dat dit stuk aan "Witteveen ter on
derzoek werd toevertrouwd. Direct ge
waarschuwd, heeft v. Pagé hem nooit.
Nimmer heeft hij gezegd, dat hij nu
eenmaal met Wilteveen in zee was en er
nu maar mede door moest gaan.
Als tweede getuige Werd gehoord S.
Koene, echlgenoote van J. Simonse, die
bij het eerste gesprek tegenwoordig was.
Later heeft zij gezien dat v, Pagé effecten
kreeg en mede nam, welke effectén
weet zij niet, daar bemoeit de vrouw zich1
niet mede. Er zou dividend met de in be-
waringgeving worden gemaakt. Later
heeft haar man Engelsche stukken mede
gegeven ter onderzoek.
Bekl. kwamen meermalen; ze dronken
dan _een kop koffie of thee en rookten
een sigaartjezij bleven wel een „stuitje'
precies hoelang wist spr. niet.
Volgens getuige heeft v. Pagé ge
zegd, dat al stierf haar man, hij nog
voor haar zorgen zou. Hij heeft niet ge
zegd dat hij alleen kwam uit naam van
Bridee en Witteveen, zooals bekl op
merkte.
Bij hel afgeven der Engelsche stukken
ken was alleen v. Pagé tegenwoordig.
Vervolgens kwam de tweede ten laste
legging aan de orde, betreffende Z. K o e-
ne uit Grijpskerke.
Deze werd nu als getuige gehoord, hij
sprak bekl v. Pagé het eerst op de hof-
slede van zijn zoon en toen jpaadde deze
getuige aan zaken met de Bank te gaan
doen. Getuige begreep het niet goed. En
kele dagen later kwamen beide beklaag
den per auto; en later nog meermalen;
videnden en mooie winsten. Dit en de be
kendheid mei de familie van Nieuwen-
huijze bracht getuige er toe zaken te
gaan doen met de Bank en groote be
dragen aan effecten af te geven en voor
gelegde contracten te teekenen. Dat hij
algemeene volmacht gegeven zou hebben
tol e indelijk getuige blijk gaf wel zaken herinnert hij zich niet meer
,Maar Miss Mackwayte kan niet we
ten, wal er mee gebeurd is", wierp Des-
mond tegen.
„Misschien niet", antwoordde zijn
broer, „maar beiden, zoowel Strangwise
als Nur-el-Din, weten, dat het juweel
oorspronkelijk aan haar was toever
trouwd Nur-el-Din Reeft weliswaar niet
aan het meisje verteld, wat het zilveren
doosje bevatte, maar Miss Mackwayte
zou dat hebben kunnen ontdekken, ten
minste, dat kan de danseres veronder
stellen en Strangwise kan hetzelfde den
ken. Daarom hadden dus Strangwise en
Nur-el-Din beiden er belang bij Miss
Mackwayte vast te houden en ik denk
dat Strangwise de danseres is vóór ge
weest. Toen Nur-el-Din het ontdekte, kre
gen Rass zoowel als Marie de straf voor
hun verraad.
Zij wandelden den tuin eenmaal op en
neer, voordat Desmond antwoordde.
„Francis", zei hij, „herinner je je Nur-
el-Din's levensgeschiedenis? Ik heb je |die
verteld net zooals ik die van haar had
gehoord."
„.Ta zeker", antwoordde zijn broer.
„Wel", zei Desmond op vastberaden
toon, „ik denk, dat die geschiedenis ons
den waren maatstaf voor Nur-el-Din's
karakter geeft. Zij is geen moordenares
Als zo iets is, is zij een slachtoffer!"
Francis lachte, kort.
met de bank te willen doen; en op 16
Maar! 1922 kreeg getuige bericht, dat
aandeelen Brusselsche Bank voor hem
gekocht waren en werd hem verzekerd
dat deze een groot dividend zouden ge
ven.
Getuige teekende de briefjes maar al
leen voor verkoop of aankoop; al was
het niet altijd met zijn zin
Betreffende de Danube Oil, had men
getuige verteld, dat deze wel lol 35 pet
dividend zouden geven De beklaagde
overreden hem lol afgifte als onderpand,
voor aankoop van Danube Oil, van zijn
Banco Populair. Ook werd getuige over
gehaald tot afgifte van 1000 dollars
Dominion Oanners en een effect van
The Argentine Iron Steel Company, zoo
genaamd om de waarde te onderzoeken
maar nimmer heeft getuige deze stukken
terug ontvangen, in weerwil van zijn
aandringen; opdracht tot verkoop dezer
stukken heeft getuige nooit gegeven.
Be kl. Witteveen zegt èn van Si-
qjonse èn van Koene opdracht te hebben
gekregen de Engelsche stukken le ver
koopen.
De pres id. wijst er op, dal de ge
tuigen dit tocii anders verklaren.
Beid. v. Pagé zegt, dat getuige hem
zelf vroeg de eerste maal nog een
eindje mede te gaan. (Dit ontkent ge
tuige).
Getuige zegt nog, dat v. Pagé hem
een effecten-trommel heeft getoond, of
daarbij gezegd werd, dat de effecten
van bekl. waren, kan getuige niet meer
zeggen. Afgesproken was de Engelsche
effecten alleen op te zenden om de
waarde te bepalen over verkoop had
later gesproken kunnen worden; dit is
echter nimmer geschied. (Dit laatste ver
klaarde getuige op vragen van mr. Ta
bak.
Op vragen van mr. Kokosky ver
zekert getuige, niet precies meer te we
ten wat Wilteveen en wat v. Pagé ge
zegd heeft, wel, dat hij meermalen al
leen met v. Pagé onderhandelde en hem
geteekende briefjes bracht.
Op een vraag van mr. Adriaanse geeft
getuige toe, dat hij zelf bij enkele familie
leden de Brusselsche Bank heeft ge
noemd maar steeds heeft hij gezegd zich
niet met hun beleggingen te bemoeien,
daar hel hun eigen geld was.
Getuige is nog bij <le vrouw van bekl.
van Pagé geweest, na diens arrestatie en
beeft toen gezegd, dat hij wel gevreesd
had, dal 't mis zou gaan. maar ook dat
hij meende, dat v. Pagé er net zoo is in-
geloopen als getuige zelf. Niet weet hij,
dat Witteveen tegen hem gezegd zou
hebben .dal v. Pagé eigenlijk maar een
leerling" was.
Na nog enkele vragen der verdedigers
werd gehoord M. M a1 j a a r s, echlgenoo
te van den vorigen getuige, die meent
dat de Engelsche stukken aan v. Pagé
werden gegeven.
Of ook Witteveen er bij was weet zij
niet. Ook deze getuige doet enkele mé-
deeelingen over het gesprokene, maar
zij heeft heel weinig verstaan.
De dochter van den benadeelde, C.
Koene is ook wel eens bij de gesprek
ken van bekl. met haar vader geweest.
De Engelsche stukken zijn op onderzoek
medegenomen. Bekl waren er toen al
lebei Wie ze aanpakte weet getuige niet
wel dat Witteveen aanbood ze mede te
nemen, en dat deze sprak van verdienen
van f 10.000; en daarbij beloofde, dat ge
tuige een mooie kast kreeg, als dit niet
zoo was.
De derde ten lastelegging betrof J.
L i e re uit Kloetinge.
Deze zeide, dat hem verzocht werd
effecten af te staan ,die dan bij de Ne
derlandsche en Twentscbe Bank zouden
worden in depot gegeven, niet alleen
Witteveen, maar ook B. Nieuwenhuijze
en J. Eversdijk vertelden van hooge di-
Meermalen kreeg hij koopbriefjes, o a
betreffende de Danube Oil. zonder or
ders le hebben gegevèn
Bekl. Witteveen bekent in deze zaak
de twee transactie met getuige te heb
ben afgesloten.
Op vragen van mr Kokosky zegt
geinige, dat Witteveen gezegd heeft dat
de interest „vast" was: van gegarandeerd
is niet gesproken.
De vrouw van van Li ere is er bij
geweest, dal Witteveen vertelde aan haai
man dat do Danube Oil 35 pel. gaven
en lot 200 k 300 pet konden oploopen,
en zij heeft gezien dat haar man effecten
gaf aan Witteveen
De verdediger, mr Kokosky, wijst
er op dat do Danube Oil op konden
loopen
Getuige J. v. Lie re, nog even weer
terug geroepen, zegt dat bekl. beslist
gezegd heeft dat de Danube Oil 35 pet.
zou geven.
Getuige B. Nieuwcnhuize heeft
de menschen, ook van Licre. aange
spoord zaken lc gaan doen met de Bank,
alleen op gezag van Wilteveen, die ook
hem sprak van minstens 35 pet dividend,
doch niet van een stijging lot 200 300
pet.
De volgende len laslelegging betrof de
zaak waarin M J. Engel va ar l te
Oolijnsplaat het slachtoffer werd.
Deze verklaarde als gcluige, dat hij
op aanraden van B.. Nieuwcnhuize, die
de Bank schilderde als bijzonder des
kundig, beklaagden aan huis ontving.
De eerste maal heeft hij geen zaken wil
len doen. Toen op 1 Maart 1923 Witte
veen terugkwam, heeft getuige hem en
kele effecten medegegeven, onder vaste
belofte van 2 pet. extra rente. Later
teekende getuige een contract en mach
tigde Witteveen zaken met zijn stukke*
te doen op de beurs, eerst was alleen
{'esproken over in depot geven bij de
Nederlandsche Bank.
Bekl. Witteveen, die ook met dezen
getuige gesproken had over de 35 pet
verklaart nu gezegd te hebben, dat de
Danube Oil wel konden oploopen. en
als de ofÜcieele noteering kwam tol 30#
petzij wel 35 pet. zouden geven.
Getuige zegt, dat de stukken hem
voor 170 pet. werden aangeboden. e«
er werd bijgevoegd, dal de bank ze uit-
.f voor 190.
Getuige E. A. Öaljouw, vrouw
van Engelvaart, zegt dat gesproken is
over een waarde van 190, maar een aan
bod werd gedaan voor 170, omdat haar
man toch reeds verlies had geleden.
Bekl. Witteveen meent dat getuige
niet steeds was bij het onderhoud.
Getuige heeft echter het boven
staande goed gehoord en ook, dal alleen
gesproken is over deponeeren bij de Ne
derlandsche Bank en niet over andere
banken.
De vijfde ten laste legging betrof bet
dupeeren van Th. Maat te Rats, die
meent, dat er gesproken is van de Ne
derlandsche Bank. Zeker is er gesproken
over onvoorwaardelijk 2 pt. meer Teute,
dan getuige had. Getuige is er toen toe
overgegaan zaken te doen met de Bank,
waarbij ,T. Eversdijk als lusschen persoon
optrad.
Toen hij een contract teekende, zag hij
niet, dat daarin eigenlijk stond dal de
2 pel. niet vast waren. Wilteveen kwam
slechts éénmaal bij getuige en bijna alles
werd behandeld door Eversdijk. Hem
werd door Eversdijk een telegram ge
toond van Witteveen, waarin bij meld
de Verkocht 5000 Jurgens Maat Kals
74 pet mooie winst adviseer meer te
doen Kon voorde Vos. Maat en Maas nog
tot Woensdagavond "beslag leggen op
Danube tegen 170 pet. daarna boers
minstens 20 pet. hooger Witteveen."
De volgende getuige J Eversdijk
hoofd fcler school te Kats is door Nieuwe-
huize in aanraking gekomen met Witte-
■,fn Slachtoffer'-1 't Mocht wal! riep hij
„Goede hemel, man, hoe kun je zulke
nonsens verkondigen tegen alle bewijs
in terwijl de slachtoffers van deze bloed
dorstige vrouw nog niet eens koud zijn?
Maar hoe vreeselijk deze woorden ook
zijn, het geharrewar van deze bende on
der elkaar, gaat in zekeren zin noch
mij noch jou iets aan in <Jcze zaak. Voor
ons blijft het feit, dat Nur-el-Din, be
halve een monster van gemeenheid, het
hart en de ziel is van dc heele samen
zwering!"
Desmond was moe en zenuwachtig en
prikkelbaar bij den toon van zijn broer.
Waarom zou Francis hom zoo dc les
lezen over Nur-el-Din? Francis wist niets
van het meisje of van haar vroeger
leven af, terwijl hij, Desmond, zich vlei
de, dal hij ten minste had uitgevonden
hoe Nur-el-Din in deze duistere, /.aak
betrokken was En heftig riep hij uit
„Je praat als een dwaas! He zeg je, dat
Nur-el-Din in deze spionnenbende is in
gehaald; maar zij zelf staat absoluut bui
ten de heele troep
„Halt even!" viel Francis hem in de
rede, „vergeet je niet die blauwe enve
loppe, die we op haar hebben gevon
den?"
„Wat zou die?" vroeg Desmond op
scherpen toon.
„Alleen maar dit- het cijferschrift is
in groepen van vier cijfers, geadresseerd
aan een groep van vier cijfers en onder
teekend door een groep van zes cij
fers
„Ja en.
..Dat is nu juist toevallig dc gewone
geheime code van den Duitschen Gene
raion Staf. Wanneer je op 't oogenblik
een Duitsch slafbericht in Frankrijk
moest overseinen, zou hot tien tegen
één in die code zijn. Merkwaardig treft
dat samen hé?"
Wanneer iemand boos is, heeft het
feit, dat hij zijn pleit verliest, meestal
niet een kalmeerenden invloed op hem
Als wij allen wijsgeeren waren, was het
misschien nog mogelijk, maar daar we
slechts menschelijkc wezens zijn, werkt
een nuchter-verstandelijke redeneering
op een vlammend temperament als
lap op een stier,
Desmond was wanhopig onder het ge
voel van gefaald te hebben, en in zijn
angst om Barbara was hij niet in de
stemming om naar rede te luisteren. De
nuchtere logica van zijn broer maakte
hem alleen maar woedend, omdat hjj
voelde, dat Francis gelijk had.
„Ik geef geen snars om dat bewijs",
beweerde Desmond, „het mag er dan
nog zoo zwart uitzien tegen Nur-el-Din,
en dat doet 't ook werkelijk maar ik heb
haar ontmoet en met haar gesproken en
ik zeg je, dat zij niet een hoofdschuldige
is in deze zaak, maar een slachtoffert,,
„Je praat alsof je verliefd op haar
bent!" zei Francis spottend
Desmond werd vrij bleek.
Wanneer medelijden een soort van
verliefdheid is", antwoordde hij zacht,
„ja, dan ben ik het, want God weet,
dat ik nooit zoo'n medelijden heb gehad
met een vrouw als nu met Nur-el-PinJ
Maar jij, veronderstel ik", voegde hij er
bitter bij, „jij bent te veel politieman,
Francis, om zoo iets te kunnen voelen!"
Drift is dikwijls oen familiekwaal en
Francis vloog dadelijk op.
„Ik mag dan een politieman zijn, zoo
als je 't blieft le noemen", viel hij uit,
„maar ik heb genoeg plichtsgevoel, hoop
ik, om mijn orders niet tc verzaken uit
sentimentaliteit!"
Het was een vinnige streek, die Des-
mond dadelijk trof,
„Ik ben misselijk van al dat gerede
neer hier", zei hij driftig, „als je dan zo»
geweldig knap bent, moet je eerst Nur-
el-Din neerschieten en Strangwise na
derhand arresteeren. Dan kan je daar
na uit gaan zoeken, wie van ons beiden
gelijk beeft!"
Hij draaide zich om en liep naar het
bruggetje, waarover men in het moeras-
kind kwam.
(Wordt vervolgd.)