FEUiLLEïSÜ, öe onzichtbare haai. 6 IJ VOEGSEL VAN DE Woensdag 9 April 1924, No. 85. EEN DENKBEELD VOOR DE RIJKSFINANCIËN Onder de boeken die door overvloed van andere copy reeds eenigen lijd op bespreking wachten, behoort ook Her stel van het evenwicht in 's Rijksfinan ciën zonder salarisverlaging van hel Rijkspersoneel", door J. V. Geulen, re ferendaris bij het Departement van Bin- nenl. Zaken en Landbouw. (Uitg. B. Men- sing, den Iiaag.) Wal de schrijver in dit boekje tracht aan te toonen, kenschetst hij zelf als een betoog dat verlaging van de salaris sen der Rijksambtenaren en beambten onredelijk en onchristelijk, alsmede on economisch zou wezen, en dat zonder die verlaging herstel van het evenwicht in 's Rijks financiën mogelijk is. De schrijver, zelf een der oprichters van de R. K AmbtenaarSvereeniging, vertrouwt dat het R. IC. standpunt waar op zijn beschouwingen, waar noodig, ge grond zijn, andersdenkenden niet zullen afschrikken In dat opzicht heeft hij zeker gelijk. Zijn beschouwingen over den rijksdienst zijn zoo zakelijk, dat ze de aandacht ook van anderen ver dienen, speciaal w Jh" hij het, als deskun dig ambtenaar, heeft over de mogelijke bezuinigingen, en de reorganisatie van den staatsdienst, waarmee het eerste deel van zijn werkje gevuld is. Minder overtuigend was voor ons het tweede deel van zijn betoog de aanbe velingen voor verbetering der rijksin komsten, omdat wij anders dan hij staan tegenover de vraag, of het gerechtvaar- dgid en mogelijk is uit de belastingen zooveel meer te halen als hij aanbeveelt Dat hij de dividend- en tantième-be lasting wil omzetten in een winstbe lasting is van minder belang dan dat hij daarvan dan 35 millioen méér ver wacht- voor de rijksmiddelen en 11.5 millioen méér voor 't leeningfonds 1911. Want dan staan wij dadelijk voor den twijfel, of men zonder schade aan de be staansmogelijkheid der bedrijven, zoo maar 46 millioen uit de winsten kan halen, en die dus ontneemt aan de ka pitaalvorming, waarvan ook de Minister van Fin. de noodzakelijkheid erkent. En raakt men niet dezelfde kweslie aan. wanneer de schrijver raamt uit de be strijding van de ontduiking der R. Ink.- Bel. 33 millioen te méér te halen? En komt men niet bij zeer verschillend beoordeelde vraagstukken wanneer men zooals de heer Geulen berekent, door 70 ft 100 opcenten op de invoerrechten een 30 millioen méér wil ontvangen? De voor ambtenaren aantrekkelijke ti tel blijkt dus wel deze reserve noodig te maken, dat men zich ook moet kunnen vereenigen met de voorstellen van den schrijver voor belastingverhooging,wat wellicht ook voor ambtenaren met an dere meeningen daarover, bezwaarlijk kan gaau. Terwijl de niet-ambtenaars zich afvragen of dat ambtenaars-vraag stuk dan zoo onaantasbaar moet worden beschouwd dat er eerst alle mogelijke andere oplossingen moeten worden be proefd vóór men aan de salariskwestie tornt, hoewel niemand zal kunnen ont kennen, dat de jongste regeling is ont staan in abnormale omstandigheden. BINNENLAND. DE INVOERING VAN I»E ARBE1DSGE- SC1IILLENAVET. :ij Kon. besluit van 7 April 1921 is bepaald dal de Arbeidsgeschillcnwet '23 in werking zal trpden met ingang van 18 April 1924. Voor de uitvoering van die wet is. het rijk verdeeld in vier districten waarvan omvatten het le district de provinciën Friesland, Groningen en Drenthe; het 2ë district |de provincie Noord-IIol- land; hel 3e district de provinciën Zuid-Hol land, Utrecht en Overijsel, benevens het gedeelte der provincie Gelderland, dat gelegen is benoorden De Waal; liel 4e, district de provinciën Limburg, Noord-Brabant en Zeeland, benevens hel gedeelte der provincie Gelderland, dat gelegen is bezuiden de Waal De Koningin heeft benoemd tot Rijks bemiddelaar in het Isle district mr. E. van Kelwich Ver schuur, burgemeester van Groningen; 2de district, mr. S. de Vries Czn., oud- minister van financiën, te 's-Gravenhage. 3e district ïr. li. A. van IJselsleijn, oud-minister van landbouw, nijverheid en handel, te 's-Gravenhage; 4de district ir. L. A. Fruytier, lid van de Tweede Kamer der Stalen-Generaal te 's-Gravenhage. DE BORINGEN NAAR AARDOLIE. Naar aanleiding van de aanboring van aardolie bij Corle door den rijksopspo ringsdienst van delfstoffen, is nu een aan vulling 'der Delfstoffen ingediend, een vergunning vragend voor boren in het bedoeld terein, opdat de regeering bij het beoordeelen van verzoeken om zulk een vergunning, aanstonds de vraag onder de oogen kan zien, or degene, die naar aardolie wil boren, voldoende waarbor gen biedt van geschiktheid tot exploi- teeren. Is dit het geval, dan is de mi nister voornemens met zulk een ver zoeker een exploratie-e<xploitatie-over- eenkomsl aan le gaan, onder voorbe houd van goedkeuring bij de wet. Op deze wijze zal het mogelijk zijn de rechten en belangen van den staat in elk opzicht in liet exploitatie-contract tot uiting te brengen. Voor eene exploitatie van olie door den staat is naar de overtuiging van den minister geen aanleiding niet alleen, doch hij acht eene dergelijke onderne- die altijd een speculatief karakter draagt voor den Staat .die voor een zoodanig bedrijf in het geheel niet geoutilleerd is, stellig af te raden. WETTELIJKE REGELING VAN DE COÖPERATIEVE VEREENIGINGEN. Een ontwerp is ingediend tot wette lijke regeling opnieuw van de coöpera tieve vereenigingen. Behoudens enkele ondergeschikte ver anderingen is dit ontwerp geheel ont leend aan de Staatscommissie voor de herziening van de wet op de coöpera tieve vereenigingen. wier verslag met bij lagen in Juni 1923 is openbaargemaakt. De zaak der Brusselsche Bank voor de Rechtbank te Middel burg. Getuigenverhoor. Als eerste getuige werd gehoord J. S i- monse landbouwer te Biggekerke, die. verklaarde dat de beklaagden bij hem zijn geweest. Beide praten met hem over de zaken, Wilteveen gaf zich als deskundige uit, Van Pagé niet. Zij zouden in alles voor hun klanten zorgen. Zij ga ven den indruk, dat getuige 2 pet. bo ven de couponwaarde zou krijgen; dat er mogelijkheid zou zijn, dat dit niet kon, werd niet gezegd. Zij zeiden dat effecten, die getuige zou afstaan, naar de Neder- Door DOUGLAS VALENTINE. {Schrijver van De man met den Klompvoet). Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 46. „Het bloed op de toque van haai' kan ook wel van Rass zijn. Er ligt ook veel bloed op den grond. Kijk eens, ik denk, dat de veiligheid van Miss Mack way to afhangt van het al of niet terugkrijgen van dat juweel door hetzij Nur-el-Din hetzij Strangwise. Strangwise, dat weten we, heelt het verloren en er is hier geen spoor van te vinden; bovendien weten we, dat Nur-el-Din het tot gisterenmid dag toe niet in bezit had. Dus kan zij het ook niet weggestuurd hebben! Ik ben geneigd te gelooveu, dat Strangwise, voordat hij gisterenavond naar Mill House ging, Miss Mackwayte ergens Iheeft heengevoerd, met behulp van Rass en Marie, die blijkbaar zijn medeplichtigen waren, om van haar te weten te ko men, waar het juweel geborgen is RECHTZAKEN. landsche Bank zonden gaan. De door hem gedeponeerde stukken, ter nominale waarde f 6500, (Staatsleening, Staats spoorwegen en Zeeuwsche Hypotheek bank) heelt hij afgegeven aan Van Pagé die toen alleen bij hem kwam. Later gaf hij nog meer af, wat weet hij niet precies. Een maal is getuige op het kantoor geweest; toen was er kwestie met ze keren Van Noppen.; er werd getuige be wogen een contract te leekenen, o a. was dit ook reeds hel geval geweest na mooi opgestelde brieven De voor hem ge kochte Brusselsche bankaandeelen heeft getuige nimmer gezien. Hij teekende koopbriefjes, algemeene volmacht, con tracten alleen in volkomen vertrouwen Later meende hijik heb nu eenmaal geteekend en zal maar alles teeke- nert wal ze mij sturen. Als v. Pagé alleen kwam, sprak ook deze over koerswaarde van 170 pet. en winst»» van 35 pet. voor getuige, waren de belcl, samen ,dan bevestigde Witle- veen de verhalen Nimmer heeft hij ver lof gegeven de stukken te verkoopen, hij gaf zc alleen in onderpand. Getuige is tot het zaken doen met bekl. overgegaan door de mooie voor spiegelingen van 2 pel. meer renle, en het maken van 35 pet. van zijn kapitaal. Ten slotte was getuige al zijn geld kwijt. Hij slond met de Bank in re kening-courant, maar heeft nimmer ae voorwaarden daarvan gelezen. Bekl. Wilteveen zegt, dat getuige hem o. a. eens gezegd heeft, dat de Da nube Oil geen dividend zou geven. Gelui ge zegt, dat hij dit van zijn zoon had gehoord. Nogmaals met klem op den eed géwe- zen, verklaarde getuige opnieuw nim mer absolute volmacht te hebben ge geven Op verschillende vragen ook van de advocaten zegt getuige o. a. dat uit sluitend over dc Nederlandsche Bank is gesproken als plaals waar de effecten zouden worden ondergebracht. Hoe men aan de berekening der 2 pet. meer kwam, heeft getuige niet juist be grepen Bij hel eerste gesprek met Witteveen was getuige's Vrouw tegenwoordig later soms wel en soms niet. De bezoeken waren soms langer en soms korter. Hij wist alleen „op z'n boers" iels van effecten af, hij kon niet alles be grijpen, alleen wel, dat hem meer ver diensten werden voorgespiegeld. Getuige had een effect van 500 pond of 500 dollar Dominion üanners Li mited, alleen gegeven om de waarde te onderzoeken; nimmer had hij toestem ming gegeven dit te verkoopen. en steeds als hij er naar vroeg, kreeg hij ten ant woord, dal die stukken nog niet terug waren. Op een vraag van Mr. Adriaanse, zegt spr., dat dit stuk aan "Witteveen ter on derzoek werd toevertrouwd. Direct ge waarschuwd, heeft v. Pagé hem nooit. Nimmer heeft hij gezegd, dat hij nu eenmaal met Wilteveen in zee was en er nu maar mede door moest gaan. Als tweede getuige Werd gehoord S. Koene, echlgenoote van J. Simonse, die bij het eerste gesprek tegenwoordig was. Later heeft zij gezien dat v, Pagé effecten kreeg en mede nam, welke effectén weet zij niet, daar bemoeit de vrouw zich1 niet mede. Er zou dividend met de in be- waringgeving worden gemaakt. Later heeft haar man Engelsche stukken mede gegeven ter onderzoek. Bekl. kwamen meermalen; ze dronken dan _een kop koffie of thee en rookten een sigaartjezij bleven wel een „stuitje' precies hoelang wist spr. niet. Volgens getuige heeft v. Pagé ge zegd, dat al stierf haar man, hij nog voor haar zorgen zou. Hij heeft niet ge zegd dat hij alleen kwam uit naam van Bridee en Witteveen, zooals bekl op merkte. Bij hel afgeven der Engelsche stukken ken was alleen v. Pagé tegenwoordig. Vervolgens kwam de tweede ten laste legging aan de orde, betreffende Z. K o e- ne uit Grijpskerke. Deze werd nu als getuige gehoord, hij sprak bekl v. Pagé het eerst op de hof- slede van zijn zoon en toen jpaadde deze getuige aan zaken met de Bank te gaan doen. Getuige begreep het niet goed. En kele dagen later kwamen beide beklaag den per auto; en later nog meermalen; videnden en mooie winsten. Dit en de be kendheid mei de familie van Nieuwen- huijze bracht getuige er toe zaken te gaan doen met de Bank en groote be dragen aan effecten af te geven en voor gelegde contracten te teekenen. Dat hij algemeene volmacht gegeven zou hebben tol e indelijk getuige blijk gaf wel zaken herinnert hij zich niet meer ,Maar Miss Mackwayte kan niet we ten, wal er mee gebeurd is", wierp Des- mond tegen. „Misschien niet", antwoordde zijn broer, „maar beiden, zoowel Strangwise als Nur-el-Din, weten, dat het juweel oorspronkelijk aan haar was toever trouwd Nur-el-Din Reeft weliswaar niet aan het meisje verteld, wat het zilveren doosje bevatte, maar Miss Mackwayte zou dat hebben kunnen ontdekken, ten minste, dat kan de danseres veronder stellen en Strangwise kan hetzelfde den ken. Daarom hadden dus Strangwise en Nur-el-Din beiden er belang bij Miss Mackwayte vast te houden en ik denk dat Strangwise de danseres is vóór ge weest. Toen Nur-el-Din het ontdekte, kre gen Rass zoowel als Marie de straf voor hun verraad. Zij wandelden den tuin eenmaal op en neer, voordat Desmond antwoordde. „Francis", zei hij, „herinner je je Nur- el-Din's levensgeschiedenis? Ik heb je |die verteld net zooals ik die van haar had gehoord." „.Ta zeker", antwoordde zijn broer. „Wel", zei Desmond op vastberaden toon, „ik denk, dat die geschiedenis ons den waren maatstaf voor Nur-el-Din's karakter geeft. Zij is geen moordenares Als zo iets is, is zij een slachtoffer!" Francis lachte, kort. met de bank te willen doen; en op 16 Maar! 1922 kreeg getuige bericht, dat aandeelen Brusselsche Bank voor hem gekocht waren en werd hem verzekerd dat deze een groot dividend zouden ge ven. Getuige teekende de briefjes maar al leen voor verkoop of aankoop; al was het niet altijd met zijn zin Betreffende de Danube Oil, had men getuige verteld, dat deze wel lol 35 pet dividend zouden geven De beklaagde overreden hem lol afgifte als onderpand, voor aankoop van Danube Oil, van zijn Banco Populair. Ook werd getuige over gehaald tot afgifte van 1000 dollars Dominion Oanners en een effect van The Argentine Iron Steel Company, zoo genaamd om de waarde te onderzoeken maar nimmer heeft getuige deze stukken terug ontvangen, in weerwil van zijn aandringen; opdracht tot verkoop dezer stukken heeft getuige nooit gegeven. Be kl. Witteveen zegt èn van Si- qjonse èn van Koene opdracht te hebben gekregen de Engelsche stukken le ver koopen. De pres id. wijst er op, dal de ge tuigen dit tocii anders verklaren. Beid. v. Pagé zegt, dat getuige hem zelf vroeg de eerste maal nog een eindje mede te gaan. (Dit ontkent ge tuige). Getuige zegt nog, dat v. Pagé hem een effecten-trommel heeft getoond, of daarbij gezegd werd, dat de effecten van bekl. waren, kan getuige niet meer zeggen. Afgesproken was de Engelsche effecten alleen op te zenden om de waarde te bepalen over verkoop had later gesproken kunnen worden; dit is echter nimmer geschied. (Dit laatste ver klaarde getuige op vragen van mr. Ta bak. Op vragen van mr. Kokosky ver zekert getuige, niet precies meer te we ten wat Wilteveen en wat v. Pagé ge zegd heeft, wel, dat hij meermalen al leen met v. Pagé onderhandelde en hem geteekende briefjes bracht. Op een vraag van mr. Adriaanse geeft getuige toe, dat hij zelf bij enkele familie leden de Brusselsche Bank heeft ge noemd maar steeds heeft hij gezegd zich niet met hun beleggingen te bemoeien, daar hel hun eigen geld was. Getuige is nog bij <le vrouw van bekl. van Pagé geweest, na diens arrestatie en beeft toen gezegd, dat hij wel gevreesd had, dal 't mis zou gaan. maar ook dat hij meende, dat v. Pagé er net zoo is in- geloopen als getuige zelf. Niet weet hij, dat Witteveen tegen hem gezegd zou hebben .dal v. Pagé eigenlijk maar een leerling" was. Na nog enkele vragen der verdedigers werd gehoord M. M a1 j a a r s, echlgenoo te van den vorigen getuige, die meent dat de Engelsche stukken aan v. Pagé werden gegeven. Of ook Witteveen er bij was weet zij niet. Ook deze getuige doet enkele mé- deeelingen over het gesprokene, maar zij heeft heel weinig verstaan. De dochter van den benadeelde, C. Koene is ook wel eens bij de gesprek ken van bekl. met haar vader geweest. De Engelsche stukken zijn op onderzoek medegenomen. Bekl waren er toen al lebei Wie ze aanpakte weet getuige niet wel dat Witteveen aanbood ze mede te nemen, en dat deze sprak van verdienen van f 10.000; en daarbij beloofde, dat ge tuige een mooie kast kreeg, als dit niet zoo was. De derde ten lastelegging betrof J. L i e re uit Kloetinge. Deze zeide, dat hem verzocht werd effecten af te staan ,die dan bij de Ne derlandsche en Twentscbe Bank zouden worden in depot gegeven, niet alleen Witteveen, maar ook B. Nieuwenhuijze en J. Eversdijk vertelden van hooge di- Meermalen kreeg hij koopbriefjes, o a betreffende de Danube Oil. zonder or ders le hebben gegevèn Bekl. Witteveen bekent in deze zaak de twee transactie met getuige te heb ben afgesloten. Op vragen van mr Kokosky zegt geinige, dat Witteveen gezegd heeft dat de interest „vast" was: van gegarandeerd is niet gesproken. De vrouw van van Li ere is er bij geweest, dal Witteveen vertelde aan haai man dat do Danube Oil 35 pel. gaven en lot 200 k 300 pet konden oploopen, en zij heeft gezien dat haar man effecten gaf aan Witteveen De verdediger, mr Kokosky, wijst er op dat do Danube Oil op konden loopen Getuige J. v. Lie re, nog even weer terug geroepen, zegt dat bekl. beslist gezegd heeft dat de Danube Oil 35 pet. zou geven. Getuige B. Nieuwcnhuize heeft de menschen, ook van Licre. aange spoord zaken lc gaan doen met de Bank, alleen op gezag van Wilteveen, die ook hem sprak van minstens 35 pet dividend, doch niet van een stijging lot 200 300 pet. De volgende len laslelegging betrof de zaak waarin M J. Engel va ar l te Oolijnsplaat het slachtoffer werd. Deze verklaarde als gcluige, dat hij op aanraden van B.. Nieuwcnhuize, die de Bank schilderde als bijzonder des kundig, beklaagden aan huis ontving. De eerste maal heeft hij geen zaken wil len doen. Toen op 1 Maart 1923 Witte veen terugkwam, heeft getuige hem en kele effecten medegegeven, onder vaste belofte van 2 pet. extra rente. Later teekende getuige een contract en mach tigde Witteveen zaken met zijn stukke* te doen op de beurs, eerst was alleen {'esproken over in depot geven bij de Nederlandsche Bank. Bekl. Witteveen, die ook met dezen getuige gesproken had over de 35 pet verklaart nu gezegd te hebben, dat de Danube Oil wel konden oploopen. en als de ofÜcieele noteering kwam tol 30# petzij wel 35 pet. zouden geven. Getuige zegt, dat de stukken hem voor 170 pet. werden aangeboden. e« er werd bijgevoegd, dal de bank ze uit- .f voor 190. Getuige E. A. Öaljouw, vrouw van Engelvaart, zegt dat gesproken is over een waarde van 190, maar een aan bod werd gedaan voor 170, omdat haar man toch reeds verlies had geleden. Bekl. Witteveen meent dat getuige niet steeds was bij het onderhoud. Getuige heeft echter het boven staande goed gehoord en ook, dal alleen gesproken is over deponeeren bij de Ne derlandsche Bank en niet over andere banken. De vijfde ten laste legging betrof bet dupeeren van Th. Maat te Rats, die meent, dat er gesproken is van de Ne derlandsche Bank. Zeker is er gesproken over onvoorwaardelijk 2 pt. meer Teute, dan getuige had. Getuige is er toen toe overgegaan zaken te doen met de Bank, waarbij ,T. Eversdijk als lusschen persoon optrad. Toen hij een contract teekende, zag hij niet, dat daarin eigenlijk stond dal de 2 pel. niet vast waren. Wilteveen kwam slechts éénmaal bij getuige en bijna alles werd behandeld door Eversdijk. Hem werd door Eversdijk een telegram ge toond van Witteveen, waarin bij meld de Verkocht 5000 Jurgens Maat Kals 74 pet mooie winst adviseer meer te doen Kon voorde Vos. Maat en Maas nog tot Woensdagavond "beslag leggen op Danube tegen 170 pet. daarna boers minstens 20 pet. hooger Witteveen." De volgende getuige J Eversdijk hoofd fcler school te Kats is door Nieuwe- huize in aanraking gekomen met Witte- ■,fn Slachtoffer'-1 't Mocht wal! riep hij „Goede hemel, man, hoe kun je zulke nonsens verkondigen tegen alle bewijs in terwijl de slachtoffers van deze bloed dorstige vrouw nog niet eens koud zijn? Maar hoe vreeselijk deze woorden ook zijn, het geharrewar van deze bende on der elkaar, gaat in zekeren zin noch mij noch jou iets aan in <Jcze zaak. Voor ons blijft het feit, dat Nur-el-Din, be halve een monster van gemeenheid, het hart en de ziel is van dc heele samen zwering!" Desmond was moe en zenuwachtig en prikkelbaar bij den toon van zijn broer. Waarom zou Francis hom zoo dc les lezen over Nur-el-Din? Francis wist niets van het meisje of van haar vroeger leven af, terwijl hij, Desmond, zich vlei de, dal hij ten minste had uitgevonden hoe Nur-el-Din in deze duistere, /.aak betrokken was En heftig riep hij uit „Je praat als een dwaas! He zeg je, dat Nur-el-Din in deze spionnenbende is in gehaald; maar zij zelf staat absoluut bui ten de heele troep „Halt even!" viel Francis hem in de rede, „vergeet je niet die blauwe enve loppe, die we op haar hebben gevon den?" „Wat zou die?" vroeg Desmond op scherpen toon. „Alleen maar dit- het cijferschrift is in groepen van vier cijfers, geadresseerd aan een groep van vier cijfers en onder teekend door een groep van zes cij fers „Ja en. ..Dat is nu juist toevallig dc gewone geheime code van den Duitschen Gene raion Staf. Wanneer je op 't oogenblik een Duitsch slafbericht in Frankrijk moest overseinen, zou hot tien tegen één in die code zijn. Merkwaardig treft dat samen hé?" Wanneer iemand boos is, heeft het feit, dat hij zijn pleit verliest, meestal niet een kalmeerenden invloed op hem Als wij allen wijsgeeren waren, was het misschien nog mogelijk, maar daar we slechts menschelijkc wezens zijn, werkt een nuchter-verstandelijke redeneering op een vlammend temperament als lap op een stier, Desmond was wanhopig onder het ge voel van gefaald te hebben, en in zijn angst om Barbara was hij niet in de stemming om naar rede te luisteren. De nuchtere logica van zijn broer maakte hem alleen maar woedend, omdat hjj voelde, dat Francis gelijk had. „Ik geef geen snars om dat bewijs", beweerde Desmond, „het mag er dan nog zoo zwart uitzien tegen Nur-el-Din, en dat doet 't ook werkelijk maar ik heb haar ontmoet en met haar gesproken en ik zeg je, dat zij niet een hoofdschuldige is in deze zaak, maar een slachtoffert,, „Je praat alsof je verliefd op haar bent!" zei Francis spottend Desmond werd vrij bleek. Wanneer medelijden een soort van verliefdheid is", antwoordde hij zacht, „ja, dan ben ik het, want God weet, dat ik nooit zoo'n medelijden heb gehad met een vrouw als nu met Nur-el-PinJ Maar jij, veronderstel ik", voegde hij er bitter bij, „jij bent te veel politieman, Francis, om zoo iets te kunnen voelen!" Drift is dikwijls oen familiekwaal en Francis vloog dadelijk op. „Ik mag dan een politieman zijn, zoo als je 't blieft le noemen", viel hij uit, „maar ik heb genoeg plichtsgevoel, hoop ik, om mijn orders niet tc verzaken uit sentimentaliteit!" Het was een vinnige streek, die Des- mond dadelijk trof, „Ik ben misselijk van al dat gerede neer hier", zei hij driftig, „als je dan zo» geweldig knap bent, moet je eerst Nur- el-Din neerschieten en Strangwise na derhand arresteeren. Dan kan je daar na uit gaan zoeken, wie van ons beiden gelijk beeft!" Hij draaide zich om en liep naar het bruggetje, waarover men in het moeras- kind kwam. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 5