FENILLETOI.
3e onzichtbare tad.
MEUMATIËI
TOG AL
No. M
Zaterdag IB Ma«pt 1824
167° J aar gas
IIDDELBURGSCHE COURANT
Dit aunxmer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar-
t atii
op de buitenwegen om Middelburg, en
rocjr de andere gemeenten p. post f 2.50;
iraor Middelburg en agentschap Vlis-
-5tngeu f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
ceal per week.
Advertentiën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
Mwonding.
Gewone advertentiën: 30
cexit per regel.
lagezonden Mededeelin-
g a 50 cent per regel.
Bij abonnement voor beide veel lager.
Famaieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels f2.10, elke regel meer
20 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
b aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vstofuitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
au# blad van dienzelfden dag worden
ogenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
■aas Bureau bezorgd zijn.
BINNENLAND.
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
LXIX.
Üeheepvaarl ra .Scheepsbouw DSensl-
boden-nood.
Slet is nu een panr weken geleden, dat
ik ai ij bevond in het gezelschap van
«enige vrienden, onder wie een commis
sionair in effecten door wiens tegen
woordigheid het gesprek kwam op de
„Beurs". Er werd de noodige wijsheid
en laat ik maar eerlijk zeggen ook
de noodige waan-wijsheid ten beste ge
geven over den huidigen toestand van de
mark, van de Belgische en Fransche
franken; er werd gepraat over Indische
en andere cultures, en al die ontboe
zemingen kon ik kal in aanhooren en er
het mijne van denken, zonder dat ik, als
■iet-bezitter van franken of cultuur-aan-
deelen, direct belanghebbende was.
■Maar mijn belangstelling nam toe, toen
men ook meeningen ging verkondigen
over de groote Nederlandsche scheeps
bouwmaatschappijen en scheepvaart
maatschappijen. Niet omdat ik d&arin
direct belanghebbende was, maar we'l
omdat de huidige toestand en de toe
komst dier ondernemingen in beduidende
mate de welvaart van Amsterdam raken
en dus elk reclitgaard Amsterdammer,
ook al ts hy geen aandeelhouder of obli-
gatiohouder in een enkele dier onder
nemingen, er indirect belang bij heeft of
deze al dan niet in bloeienden toestand
verkeeren
Eén uit het gezelschap, die de bezitter
was van enkele aandeelen Kon. Ilolland-
sche Lloyd op dit oogenblik een
«enigszins twijfelachtig geluk! stelde
•ozea effectenhandel-specialit. de vraag
of hij „die aandeelen moest bewaren mot
de kans dat zij wel weer eens in de
hoogte zouden gaan, dan wel of hij maar
Door DOUGLAS VALENTINE.
(Schrijver van De man met den
Klompvoet).
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
hoofd- oa zoauwplinc n en nosrtgelljke kwalen, werden bestreden »ot zekerheid van genezing door h«t gebru*
vin TOGAL-T \BLETTEN. Bij alle Apotheker» en Drogisten verkrijgb. i f 0.S9 on f a Vraagt r at i s boezenduig
van biochurc No. 60 aanjjjdc „Pharmace utischc en Chemische Groothandel A J. AMEYE, Amsterdam.
(Inge*. MedJ
BBUacawfg tm
niet beter zou doen ze „op te ruimen",
aangezien hij had hooren verluidon, dat
de Lloyd het wel niet lang pieer zou
maken?"
Op die vraag was het antwoord, van
den effectenmakelaar, dat naar zijn over
tuiging dergelijke aandeelen bewaard
moesten worden, omdat hij geen oogen
blik geloofde aan het verdwijnen van een
lichaam als de Kon. Lloyd „Denk je
nu werkelijk," zeide hij, „dat Amsterdam,
dal zelfs de Regeering, niet alles zullen
doen om die maatschappij op de been
te helpen houden?^s'onsens, bij zulk een
maatschappij zijn zóóveel belangeu be
trokken, dat men het uiterste zal doen
om haar in standt e houden".
En loer or stond een geanimeerde dis
cussie, zulks te meer omdat een der
leden van ons gezelschap, die nog al
anti-kapitalistisch was aangelegd, ging
beweren, „dat het toch een schande zou
zijn als m'ën uit de openbare kassen een
maatschappij de aandeelhouders er
van zou gaan steunen die eenige jaren
geleden schandelijk met geld had ge
smeten; die de malste dingen had ge
daan, getuige het thans ledig staande
kantoor-paleis in de wandeling het
„Praalgraf" genoemd aan den Voor
burgwal, en den aankoop der reusachtige
stoomschepen, die men weder vau de
hand had moeten doen."
Tegenover al die beweringen bracht
de effectenman in, dat In de dagen, toen
iedereen dacht „dat het niet op kon",
niet alleen dwazen dingen zijn gedaau
door stoomvaartmaatschappijen en an
dere ondernemingen maar ook door
Iandsregeeringen en stedelijke besturen,,
die eveneens, 'op sociaal gebied vooral,
Allerdolst met geld hadden gesmeten,
iets waarvan wij allen nu de aangename
gevolgen ondervinden in den vorm van
niet-malsche belastingen. Maar hij hield
vast aan zijn overtuiging, „dat men den
Kon. I.loyd niet zou laten „doodgaan"
en dal hij daarom zijn vriend-aandeel
houder aanraadde; „zijn aandeelen vast
te houden".
Of die belanghebbende zich al dan niet
aan dien raad heeft gehouden, weet ik
niet, en doet hier ook weinig ter zake,
maar al het bovenstaande kwam mij na
tuurlijk in de gedachte, nu wij weten dal
Rijk en hoofdstad des rijks vermoede
lijk voor den Llojd zullen optreden en
mijn vriend, de commissionair, "dus blijk
baar juist heeft gezien.
Het is u thans uit het door de Re
geering ingediende wetsontwerp en 'hel
daarop gevolgde voorstel van B. en \V.
van Amsterdam aan den gemeenteraad
dezer stad bekend, dat liet in hoofdzaak
in de bedoeling ligt den Kon. HolL Lloyd
van het noodige kasgeld te voorzien
uit 's Rijks schatkist zal ten hoogale een
bedrag van f5.250.000 worden besleed,
indien de genx Amsterdam f 1.750 000
zal willen geven. De Maatschappij zal
voor dat geld een rente moeten betalen
vdn 6 pet. en volgens de te sluiten over
eenkomsten aan een groot 'aantal voor
waarden moeten voldoen, die haar, zoo
lang de schuld niet is terugbetaald, zoo-
al niet in haar exploitatie, dan toch wel
degelijk onder Rijksloezicht stelt, getuige
o.a hel feit, dat een Regeeriugscomixits-
saris over haar zal worden aangesteld.
Bovendien, de aandeelhouders zullen zich
belangrijke opofferingen moeien ge
troosten, omdat de aandeelen zéér be
langrijk „afgestempeld" zullen worden,
in die mate zelfs, dat de aandeelen iler
Maatschappij in verhand met die rijks
overdracht deze week belangxnjk terug
liepen.
Hoewel het een onnatuurlijke toestand
is, dat op een dergelijke wijze een par-
tiyculiere onderneming in het leven moet
worden gehouden, is het toch zeker te
hopen, dat door samenwerking van rijk
gemeente en aandeelhouders bovenge
noemde regeling een feit zal worden, om
dat de Amsterdamsche haven, vooral in
deze lijden, een onderneming van belee-
kenis als de Lloyd moeilijk missen kan.
Niet alleen dat de Maatschappij ook aan
de Handelskade over groote .gebouwen
beschikt in een er van is thans de ge-
heele administratie gevestigd - doch
zij heeft van de gemeente aanmerkelijke
kaderuimte in huur en Amsterdam geniet
alle voordeden, die door de uitrusting,
proviandeeriug, enz. van groote Oceaan-
stoomschepen door vele neringdoenden
verkregen worden en het feit, dat
zooals B. en W. in hun voorstel opmer-.
ken niet minder dan 2700 personen
bij de Maatschappij hun hoofdbestaan
vinden, weegt zeker zwaar bij de beslis
sing over het voorstel tot geldelijke hulp
De werkloosheid zou nog grooter om
vang aannemen, bijaldien de Kon. Holl.
Lloyd door gemis aan de noodig kasmid
delen gedwongen zou zijn, zijn dienst op
Zuid-Amerika te staken en het zou on
vergeeflijk zijn als het Amsterdamsch
gemeentebestuur liet gaan een stoom
vaart-verbinding op landen, die in de
toekomst zeker van steeds grooter be-
teekenis zullen worden voor den Euro-
peeschen handel.
Het is een gelukkig verschynscl, dat
op de scheepsbouwwerf van Kattenburg
en op die aan den overkant van het IJ
geregeld werk kan gedaan worden
een nieuw tankschip is besteld, zoo ook
belangrijk schip voor de Java -Clii-
na—Japan-lijn xóodat althans voor
honderden, wonende in dat liaven-cen-
trum van Amsterdam geregeld werk te
•inden is. Bedrijvigheid op Kattenburg,
Wittenburg, Oosterburg is altijd een dui
delijke afspiegeling voor de welvaart van
Amsterdam, maar de bedrijvigheid dóór
houdt natuurlijk nauw verband met den
bloei der scheepvaartmaatschappijen aan
de handelskaden gaat het dié goed.
dan beduidt zulks telkens weder aan
bouw van nieuwe schepen ol' herstel
van oudere vaartuigen en daai'om al
weer heter een Maatschappij als de
Lloyd in moeilijke omstandigheden ge
holpen, dan toe te laten dat zij den strijd
om het bestaan zou moeten opgeven en
het aantal werkzoekenden zou vermeer
deren.
Het aantal van werkzoekenden in tal
van bedrijven overtreft nog maar al te
veel de voor hen beschikbare plaatsen,
doch er is één uitzondering, 1 w waar
het geldt hel verrichten van huishoude-
lijkeu arbeid.
Een paar jaar geleden scheen het.
dat aan den „dienstboden-nood" een ein
de zou komen door den stroom van Duil-
schc „juffers" die iii ons land gekomen,
gaarne de plaatsen wilden innemen, die
door Hollandsche meisjes werden ver
smaad, en zulks vaak tegen aanmerkelijk
lager loonen dan die. welke door de
u wie ik bedoel?" vervolgde
30.)
Desmond sprong vroolijk van zijn stoel
op. Eindelijk zijn orders om aan deng.mg
te gaanl dacht hij, terwijl hij door de
hall naar de bibliotheek snelde
„Hallo 1" riep hij bijna nog eer hij
de telefoon van den haak had opgeno
men.
„Spreek ik mei mr. Bellward?" vroeg
een inasale stom.
„Ja, met Bellward I" zei Desmond, zich
niet verwondering afvragend wie het
was, die hem opbelde. liet was een
mannenstem, maar niet de korte afge
meten slem van den chef of het voor
zichtig geluid van Matthews
Madame le Bon? dacht Desmond, dat
w«s de naam die Nure-l-Din hem had
opgegeven. „Ik ben Madame le Bon, een
Belglsohe uitgewekene", had zij gezegd.
„Weet
de stem.
„Ja zeker", antwoox-dde Desmond.
„U moet alleen komen. Anders wil
Madame u niet ontvangen Begrijpt u?
Wanneer u niet alleen komt, verspilt u
tijd!"
„Waar vandaan telefoneert u?" vroeg
Desmond.
„Wanneer u uit hel hek van uw huis
komend, links afslaat", hernam de slem
weer, „en den weg volgt, dan zal een
bude u tegemoet komen en li naar Ma
dame le Bon brengen."
„Maar...." begon Desmond.
„Wilt u dadelijk komen'' En alleen?'
viel de nasale slem hem op scherpen
loon in de rede
Desmond dacht een oogenb'ik na. Ging
hij, dan handelde hij tegen zijn bevelen
in: ging hij niet, dan kon het zyn, dat
hij een tweede kans om Nur-el-Din te
onlmocien verspeelde Als hij Stannng
700 opbelde om hulp, zou hij in allerlei
onaangenaamheden komen, maar hij zou
de danseres alleen d)n te zien krijgen,
wanneer hij alleen ging Hij kon geen lijd
verliezen mei le overleggen, wat hij zou
doen De chef moest hem vrijheid van
handelen lalen in geval van onverwachte
gebeurtenissen zooals nu. Hij zou gaan,
„Ik zal komen", zei Desmond.
„Goed" zei de stem en de telefonische
Hollandsche gedienstigen gevraagd wer
den. Thans schijnt de toestand heel an
ders geworden. Hoe het met hel dienst
boden-vraagstuk in onze provincie-steden
is gesteld, zou ik niet durven zeggen,
doch.wèl weet ik, dat men in Amster
dam en de forenscn-„steden" in de om
geving ernstig klaagt over gebrek aan
goed huishoud-personeel. Wanneer men
eens een blik slaat in die bladen, waar
in de huismoeders gewoonlijk beur
dienstpersoneel vragen, dan merkt men,
dat er groot gebrek is en weinig aan
bod. Dat gebrek is belangrijk toegeno
men, omdat ouder de huidige toestanden
in Duitschland blijkbaar honderden Gret-
cheus en Katchens naar hcur „Ileimat"
zijn teruggekeerd en geen Hollandsche
meisjes gereed staan de ledige plaatsen
aan te vullen. Waarom niet? Het is een
vraag, die. men in menig gezin hooren
kan. Zoovéle meisjes zijn werkloos ge
worden door inkrimpen van personeel op
kantoren, in winkels waar z.ijn die
gebleven; waarom willen zij zich niet
beschikbaar stellen voor huishoudelijke
diensten? Waarom het antwoord op
de vraag is moeilijk te geven en daarom
zal met belangstelling worden afgewacht
of inderdaad het antwoord zal kunnen
gegeven worden door een commissie, sa
mengesteld uit afgevaardigden van tal
van vrouwenverenigingen, op initiatief
van de Amsterdamsche Arbeidsbeurs
aangezocht om het dienstbodenvraagstuk
te bestudeeren. Dat kan een merkwaar
dig rapport worden, ook al lijkt het
wel wat vèr-gezochl, dat men uit vrees
ook maar één vi-ouwen-vereeniging te
hebben buitengesloten niet minder
dan achttien verenigingen, zoowel van
werkgeefsters als werkneemsters, bij het
onderzoek betrokken heeft. Dal in zulk
een commissie de „Ned. Ver. van Huis
vrouwen", de „Alg. Ned. Bond van Huis
personeel", de „Bond van Leeraressen
bij het Huishoudonderwijs" e. d. een
plaats hebben, is duidelijk genoeg, maar
waarom b.v. een „Communistische Vrou-
wencentrale", een „Ter. van Staatsbur
geressen", een „Soc.-Dem. Vrouwenclub"
ook mede zullen pralen over het dienst
bodenvraagstuk, schijnt minder begrijpe
lijk of is men tegenwoordig zoo ..ver
politiekt", dat men de politiek ook on
afscheidelijk acht van het bewijzen van
huishoudelijke diensten? 't Heeft er iets
van. Niettemin, men wachtte het rapport
over het dienstbodenvraagstuk af, wie
weet hoe het den dienstbodennood zal
weten te verminderen of niét.
SINT SANA.
VA.RI
Het uurwerk in den Stadhuis
toren te Veere, 1595—1600
Waai- de belangstellende lezer reeds
kennis zal genomen hebben van den
stadhuisloren alhier, wil ik ook trachten
uit de alhier berustende gegevens aan
te toonen op welke wijze te dier lijd
daarvoor een uurwerk geleverd en sa
mengesteld is geworden
Daarvoor had men zich van stadswege
per schrijven gericht aan mr. Jan In-
gelssen, horlogiemalcer lot Mechclcn, het
geen de volgende overgenomen brief vol
doende weergeeft.
Monsienr.s Borgmrs, Schepenen ende
raedl der stede vander Veren. Ick on-
dergeschrcvcne laet u 1 weten hoe dal
ich nog wel te passé beu. Godl sij ge
looft, verhopende insgelijcxs u. 1 gc-
sontheijt. Vocrts es dit schrijven alleeue
dienende om u 1. le adverteren als dat
ick ontfanghen hebbe het schrijven van
mijnder huijsvrouwc ende daer uut ver-
staen als dat u. 1. sonde aen iiaer ge
schreven hebben van dale XX Marty
leslleden. Ondcrtcekent de Vos, alsdat lek
my soudo spoijen (spoeden) op de reijsse
van Italië dat gijlieden sout vertocneix
mijnder comsten gelijck ick oock hebbe
ter liefde van u. 1. gedaen, want ick
soude aldaer seker werek acnveerdt heb
ben maer hebt gclaeten om alsoo mijn
reijse te vorderen deur liet diligent over-
schrijsen van mijnder lxuijsvrouwo waer
nacr ick mij hebbe gereguleert en hem
met Godls hclpe met gesontheijl thuijs
gecomen ende hebbe u. 1. tselvc lei-stout
met schrijven laten weten, maer presu-
mere het schrijven u 1 niet is hehen-
dieht, soo ben ick geaffeclioneert tselve
u. 1. noch eens te laten weten off u. 1.
mijns van oeue hadde Ende weet dat
ick eene orlogie bij mij hebbe, bijnaest
algereet die u. 1. wel gclijcken soude
daer ick u. 1. selver bi-eeder aff spre
ken soude dat ick bij u. 1 ware met
meer ter descr tijd geschreven, metier
haesleu uut Mechelcn desen sesten Oc-
tobris 1593, ende soo u. 1 mijns van
doene heeft willet mij ten eersten ino-
gelijcke wesende laten welen soo sal
ick mij daer naer reguleeren.
His vale hij mij u dienaer Jan Iugels,
orlogemaker der stadt van Mechelcn.
Met dezen inr. Jan Jngelssen, horolo-
giemaecker tot Mechclen was men over
eengekomen dat deze een uurwerk fa
den sladhuistorcn zoude maken, zooals
uil een post van stadsrekening van 15i6
blijkt.
die vau der weth deser stede hebben
mr. Jan Ingeissen tol Mcclxelen besteel
te maeeken een nieuw liorologie, te stel
len op den nieuwen thooren vant stad-
lxuijs deser stede, alzoo het oude zoo
zeer vergaen ende versleten was, dat de
gemeente en de burgerie geeneu dijenst
daer van meer eu hadden; en den zelff-
den mr. Jan dat aangenomen hebbende
le maeeken binnen Mechelen, ende hijer
le connnen oprcchlen en stellen als liij
het vohnaeckt zoude hebben, ende !>e-
dongen hadde zijne penningen daar vau
lol Antwerpen te ontvangen drije paeye-
inenlen, naar hel wcrck duller geniaeckt
en gedaan zoude zijn. midts (lal hij voor
hel volmaeckeu en levei-en dos voors
uurwerekx' borge zoude hebben gcstclt,
en dal hem dat zeer bczwaerlijck viel,
oiok die van den slad zeer ongelegen was
haer geil daer te zenden, op een on
zeker saeckc, soo ter oirsaecke van de
ólrloge zoude mogen voircommen, als
andersints, zijn eijiidelijnge met hem
ivercomen, dat hij mr. Jan Ingelssen hel
voors werek zoude common voluiaerken
binnen der stede van der Vcre, Ende dat
inen hem zoude fourmccrcn ende lellen
geldt zoo veel als hij behouffven zoude,
zoo omme ijscr en cool en te coopen, tot
teil voors wereke, ende weeckelijck be
laden zijnen arbeijd, alsdic vau zijne
knechten, en daar hij 1 September 1595
was aangevangen werd hem tot 16 Maert
1597 een bedrag uitbetaald vau 113 pond
11 Selxell en 10 gr vhns.
Dat het aannemen van het maken van
verbinding was verbroken
Ergens in dc hoogte zit een klein,
oolijk engeltje, dal in hel bijzonder de
taak heeft te letten op koppige men-
schen. Het was zonder twijfel die bode
van de voorzienigheid, die zich uil zijn
hemelschen zetel naar beneden boog en
Desmond in het oor fluisterde, dat het
heerlijk zou zijn op dezen zonnigen nxid-
dwars door het ven te gaan wande
len. Desmond was het nog niet met
zichzelf eens of hij den motor zou ne
men, maai- het engeltje scheen hem zoo
vriendelijk overtuigend toe le lachen, dat
hij besloot te wandelen
In de hall ontmoette hij de huishoud
ster, die hem kwam vragen of zij dien
middag enkele boodschappen in Stun
ning kon gaan doen. Desmond zei haar,
dat hij zelf uitging en niet voor de thee
thuis zou zijn. Toen nam hij een slevigen
stok uit den parapluistaudaard en liep
de oprijlaan af en den weg op.
Ilel was nog heerlijk weer, maar toch
begon de gouden zonneschijn al iets te
verflauwen en langs de velden in de
verle begon dc misl alweer op te komen.
Desmond sloeg links af, zooals hem ge
zegd was en zag den weg voor zich als
een grijs lint in de misligc verte ver
dwijnen.
Zwaaiend met zijn stok, liep hij snel
voort. De weg was slecht onderhouden,
hier en daar met kuilen en erg modde
rig. Nadat hij ongeveer een kwartier een
mijl geloopen had, werd de weg smaller
en liep tusschen twee brcede sloolcn
knolwilgen langs den kant. Hij dacht,
boordevol bruin turfachtig water, mei
dat hij nu wel in het Morslead Ven,
moest wezen, te oordeelen naar wal hij
zich van de kaart herinnerde Een einde-
looze eenzaamheid van slapvochtige, es-
mcrald-groene velden, doorsneden door
slooten, strekte zich aan beide kanten
uit.
Hij had een half uur gewandeld, toen
hij in de verle een eenzame groep boo-
nien onderscheidde, oogenschijnlijk mid
den in de velden. Toen zag hij meer op
den voorgrond een hek. Een gestalte
slond daarnaast.
Toen hij nadex-bij kwam, zag hij, dat
het een jongen was. Op het zien van
den vreemde, opende hel ventje het hek
en ging hem voor, zonder links of rechts
op le zien, in de richting van de groep
boomen. Desmond volgde op zijn gemak.
Toen ze dichter bij de boonxen kwa
men, werd het lage, roode dak van het
huis zichtbaar. De zon ging bloedrood
onder in de zachte tinten van den avond
hemel. Haar laatste stralen weerkaatsten
in een of ander schitterend voorwerp
op zij van het huis.
Eerst dacht Desmond, dat het een
raam was, maar plotseling was het
schijnsel \crdwenen, hel flikkerde nog
eens en hield toen weer op. Het was te
klein voor een raam, maakte Desmond
eu toen hij er nog eens over na
dacht, zooals opmerkzame inenschen ge
woon zijn te doen, ook waar het kleinig
heden betreft, kwam hem plotseling de
gedachte tc binnen, dat het licht, dat
hij gezien had, de weerkaatsing moest
zijn van de zon op een bril of een verre
kijker.
Ze waren nu op een .honderd meter
afstand van het huis. De weg was met
een rechten hoek naar links afgeslagen,
maar de kleine gids had dien verlaten
en was een modderig karrespoor gevolgd.
Met de hand boven de oogen keek Des-
mond naar het huis en kreeg plotseling
een gedaante in hel oog, die voor het
x-aanx den weg stond af te gluren door
een veldkijker Zoodra hij opkeek dook
de geslalle naar beneden eu verscheen
niet weer
„Ze willen er zeker van zijn, dat ik
alleen ben", dacht Desmond en wcnschte
zich zelf geluk, dat hij den moed had
gehad tegen zijn orders in te handelen.
Het kari-espoor voerde naar een smal
le brug over een sloot. Naast de brug
stond een hooge paal, met bovenaan 'n
j blauw en goud geschilderd uxtgangbord,
waarop stond „Dyke Inn"„ J Rass.