miseigenarenj öe onzichtbare hand No. 52 Zaterdag 1 Maart 1924 167' Jaargang T. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. A AIM ONZE ABONNEÊ's TE OOST- EN WEST SOUBURG. Met ingang van heden, 1 Maart, is tot agent van ons blad voor Oost- en West Souburg en omgeving aan gesteld de heer W. DE WIJZE, MARNIX- PLEIN 10 TE OOST-SOUBURG, die zich belast met de dagelijksche bezorging direct na uitgifte van ons blad aan onze abonné's te Oost- en West-Souburg (kom der gemeente), de Groote Abeele, den Nieuwen Vlissingschen Weg tot Nieuwe Abeele. Nieuwe abonné's kunnen zich bij onzen agent of bij onze administratie als kwar taal- of weekabonné opgeven. De prijs van een kwartaal-abonnement is f 2.50 en van een week-abonnement 18 cent. De heer De Wijze is tevens belast met het innen der abonnementsgelden en het 1 van advertenties voor ons blad. DE DIRECTIE. BINNENLAND, IN EN OM DE HOOFDSTAD. Een 500-jarige. Een bibliotheek* quaeatie. Een goede vijf-en-twintig jaar geleden waren er Amsterdammers, die, veront waardigd over de steeds stijgende ge meentelijke inkomstenbelasting, hun stad als woonplaats den rug toekeerden en zich, om aan dien, naar hun meening, „schandelijken druk" le ontkomen, bui ten „haar poorten" vestigden en liefst in het Gooi, hetwelk toen nog véél meer van zijn ongerepte schoonheid had be houden dan thans het ^geval is. Zij wek ten door hun „on-Amsterdamsche daad" de verontwaardiging op dier Amsterdam mers, die „niel waren gelijk deze zon daren", maar vermoedelijk in vele ge vallen gaarne hetzelfde zouden hebben gedaan, indien de aard van hun betrek king er hen slechts loe in staat zou hebben gesteld. In elk geval, de „braven, die binnen Amsterdam gebleven waren", vonden het maar wkt goed toen de fo rensenbelasting was uilgevonden, om die „snoodo dcserleurs" ook te doen mede betalen in de lasten van Amsterdam, waarvan zij alléén de lusten genoten. Sedert dien is de wereld danig ver anderd. Thans kan bezwaarlijk meer worden beweerd, dat die Amsterdnnische forensen op de hoofdstad „parasileeren". aangezien zij, gezien hun forensen-be lasting plus hun andere gemeentelijke lasten ter plaalse waar zij wonen, heusch niel goedkooper uit zijn dan de burgers van Amsterdam. Edoch, uil dien „ouden" forensenlijd dateert dan toch de geleidelijke merk waardige opkomst van de plaatsen in het Gooi, van Bussum en Hilversum in de eerste plaats, doch ook van Baarn en in de laatste jarep ook van Laren, zelfs van Blaricum en Huizen. Ook de „belastingbordjes" zijn zelfs een beetje verhangen; de dagen zijn nu gekomen, dat die Gooische plaatsen, Hil- liéél wat krachtiger zouden zijn, dan nu dikwerf het geval is. En dit brengt mij tot de bibliotheek- openbare leeszaalkwestie, die op het genblik in deze slad aandacht heeft ge- versuni en Bussum allereerst, voorzich-1 trokken, tig moeten zijn met het opdrijven hunner Amsterdam heeft zijn universiteit en plaatselijke lasten, willen o,p den duur de verband daarmede zijn universiteits- Amslerdamsche forensen hel niet voor- bibliotheek op den Singel bij het Ko- deeliger gaan vinden naar de hoofdstad njngSpiejn. Dat dit gebouw voldoet aan terug te keeren. Denkt men zich de alle eisChen, die voor een wetenschap- forensen uit die plaatsen weg, ilc geloof peijjj;o instelling als die, welke er in ge- de welvaart aldaar zou een bedenke- Vesligd is, mogen worden gesteld, kan lijken duw achterwaarts krijgen. nict WOrden getuigd. Maar, men heeft er Die Gooische gemeenten hebben in jn de luiere jaren van gemaakt, wat er den loop der jaren zulk een beteekenis van le makeii is en ontegenzeggelijk heeft voor de hoofdstad gekregen, dal zij nu in de bibliotheek onder de leiding van den vele opzichten gezamenlijke belangen onlangs wegens het bereiken van den hebben en die plaatsen daar buiten voor pensioen aangewezen tleeftijd afge« ook al worden zij uit begrijpelijken ge- treden directeur Dr. C. P. Burger Jr., meentetrots niet gaarne zoo gcheelen een z^èr goeden naam gekregen in de feitelijk „voorsteden" der hoofdstad zijn wetenschappelijke wereld, geworden. i En nu heeft men dezer dagen zien Fen hunner, Hilversum, zal de vol- gebeuren ,dat die afgetreden directeur gende week, op den len Maart, zijn vijf- Gver de bibliotheek een verslag heeft ver honderjarig bestaan als onafhankelijke spreid, waarin hij ernstige grieven uit „gemeente" herdenken. Vermoedelijk zul- over de. wijze, waarop in de laatste ja- len er van <le rechte afstammelingen der- ren, vooral onder den drang van be- genen, die op i (Maart 1121 vrije burgers zuiniging en het werk van den gq- werden verklaard, niet veel te vinden mcentclijken bezuinigings-inspecteur, de zijn, en een zeer groot deel der feesle- bibliotheek behandeld is. Ungea der volgende week zijn zeker van r)ie feïon bomen hoo|daak hier. liuis uil Amsterdammers. Qp nep«_ d|j( mpn builon den direcleur Uit een nog bestaande oorkonde blijkt, om aan bezuinigen is gegaan en zon- dat Hilversum aanvankelijk een dorp dat der hem te raadplegen reorganisaties zich vormde om een landelijke ontgin- plaats hadden, die de bibliotheek als we ning van zekeren Hilvert en daarom Uil- leaschappcJijke instelling kwaad deden, verlsheem genoemd, in den loop der lij- terwijl mcn aan den anderen kant wel den tot Hilversum verkort, vroeger be- betrekkelijk veel geld over had voor de hoorde onder het veel oudere Laren sedert enkele jaren bestaande Openbare toen nog Laren-Karspel Na de oorlogen, Leeszaal aan de Keizersgracht, door het die in hel begin der 15e eeuw het Gooi particulier initiatief tot stand gekomen, teisterden, besloot graaf Jan van Beieren, door de gemeente danig gesubsidieerd, dankbaar voor den steun hem door de Bovendien stelt Dr. Burger in het licht, Gooiers bewezen, aan Hilversum eigen dat hef blijkbaar de bedoeling is, om bestuursrechten te geven en het dus on- onder den drang van den bezuinigingsin- afhankelijk le maken van Laren, en zulks spccteur Universiteitsbibliotheek en Open deed hij bij genoemde oorkonde -da- bare Leeszaal saam te brengen en onder teerende van -I Maart 1424, nu dus vijf bet beheer te stellen van den huidigen eeuwen geleden directeur dier Leeszaal. Een der dagbla- Ilet kleine dorp om den Trompenberg den vermeldde dan ook eenige dagen ge- breidde zich geleidelijk uit; kwam tol leden dal de directeur jdier Leeszaal door meerderen bloei toen de spoorweg van B. en W. aan den Raad ter benoeming Amsterdam naar Amersfoort en verder tot directeur der Universiteitsbibliotheek oostwaarts was aangelegd; groeide het zou worden voorgedragen, cn al werd dat moederdorp Laren loen danig boven het bericht ook door een ander blad "hls hoofd cn ontwikkelde zich door den fo- „voorbarig" tegengesproken, gezien in rensen-intocht lot de. thans bloeiende ge- het licht van hetgeen Dr. Burger heeft meente van ongeveer 35.000 inwoners, gepubliceerd, heeft het eerste bericht en kan nu zelfs wijzen op een aantal fa- alle schijn van waarheid. Om den per- briekeu van niet geringe beteekenis - soon van den direcleur der Openbare maar allereerst is het toch een Amster- Leeszaal gaal het niet degenen, die damsche forensenplaats. hem beoordeelen, twijfelen in geen enkel Zij is in alles met haar lijd mede ge- opzicht aan- zijn bekwaamheden als bi- gaan; heeft de moderne verlichtingen; bliothecaris en organisator, maar dat schouwburg-, concert- en kunstzaleu; 'n doet niets af tot het feit, dat deze ge- molor-omnibusdienst, die zich ook uit- schiedenis voor de Amslerdamsche hoo- strekt naar omliggende plaatsen; een geschool en de wetenschappelijke wereld „up-to-date"-gemeenleraad, aangezien de van groole beteekenis is. parlijen er elkander vaak luslig in het Immers, ieder zal beseffen dat aan haar zillen, en als het ooit zal verlosl een instelling, die een belangrijk onder- worden van het absoluut onvoldoende deel is van <ie inrichting van hooger spoorwegstation plus den spoorwegovcr- onderwijs, geheel andere eisclien moeien gang, die heelemaal niet meer bij een worden gesteld dan aan een bibliotheek dergelijke gemeente passen, wel dan aan een Openbare Leeszaal verbonden, wordt Hilversum werkelijk de hoofd- omdal met dc laatste inrichting heel plaats van het Gooi en de eerste onder wat anders is bedoeld. In de dagen loen dc Amslerdamsche voorsleden. er van Openbare Leeszalen nog geen Hel heeft ook zijn openbare leeszaal, sprake was, hoorde men door legenstan- mogelijk wel daarnevens, gelijk naburige ders beweren ,dat dergelijke inrichtingen gemeenlen, nog leeszalen voor aanban- zeker nut konden hebben, doch dat zij gers van een bepaalde geloofsleer, niels niet behoorden lot die instellingen, wel verwonderlijks in een land als het onze ke vanwege de gemeente moesten wor- mel zijn talrijke partijen, die ipdcr dik- den opgericht, en zelfs door degenen, \yijls slichtingen hebben een zelfde doel die de Openbare Leeszalen even noodig beoogend, welke, tot een geheel gevormd vonden onder de gemeentelijke instellin gen als b.v. de gemeentelijke badhuizen, werd nooit verkondigd, dat een dergelijke leeszaal een onderdeel zou moeien zijn van de Universiteitsbibliotheek I Thans lezende hetgeen Dr. Burger heeft gepubliceerd, krijgt hel den schijn, dat men uit bezuinigingsoogpunt blijk baar, Universiteitsbibliotheek en Open bare Leeszaal wèl in nauwe gemeen schap wil brengen en beide instellingen stellen onder het beheer van één man Hel laatste woord over deze belang rijke zaak is zeker nog niet gesproken; zoowel in als builen den Raad zal er nog heel waf over te zeggen zijn. Het ideaal zou vermoedelijk wezen als men Universiteitsbibliotheek en de biblio theek der Openbare Leeszaal zou kunnen onderbrengen in één aan alle eisclien op dat gebied voldoend gebouw en daar in dan ook de vereischte lees- en studie zalen zou kunnen hebben. Maar wie kan ook maar voor één oogenblik verwach ten, dal zulk een stichting in deze stad zou kunnen tot stand komen onder den financieelen druk, waaronder men Ihans leeft? Waar is de Maecenas ,die de hoord stad een dergelijke stichting schenken zal? „Onmogelijk te vinden", zegt men misschien. Maar dan mag men wijzen op het Koninklijk Koloniaal Instituut, dat toch ook eigenlijk de schepping is van slechts enkele personen. Waarom dan ge- wanhoopt aan de grootste ideaal-inrich- ting voor wetenschap: stedelijke biblio theek en openbare leeszaal, in één grootsch gebouw vereenigd? Als diïér het nog altijd braak liggende Damterrein eens voor dienen mocht, in plaats voor confectiewinkels of hotel. Maar., altijd dat ellendige woord bezuiniging! SINI SANA UIT DE PERS. Duitse hers op N Guinea Dezer dagen deelde hel Hand de vol gende bijzonderheden mee in verband met de pogingen van Duitsclicrs om concessies te krijgen op Nieuw Guinea Wal ons thans ter oore komt over de voorgeschiedenis dezer concessie-aanvra ge, zoo zegt 't blad, is wel in staat tot nog meer voorzichtigheid bij de erfpacht- yiigifle van terreinen op Nieuw-Guinea aan Duilschers aan le sporen. Toen na de onderteekening van het verdrag van Versailles Duitsch Nieuw- Guinea aan Auslralië kwam, werden de Duilsche planters uit deze kolonie, die gedurende den oorlog geïnterneerd wa ren geweest, het land uilgezel De Duilsche regeering zeide»hun als scha deloosstelling voor hun verloren bezit een uitkeering toe van GO pet. van de waarde daarvan, mits zij bewezen dat zij elders een dergelijk koloniaal land bouwbedrijf begonnen. Zij dachlen - hel was natuurlijk - aan hel Neder- landsche deel van hel eiland, waar zij gewerkt hadden en kwamen naar Pui- lenzorg. Zij vroegen op Nieuw-Guinea groole concessies en vrijwel allen in één streek Daarbij was een belangrijke fac tor, dat zij gewoon waren met ge dwongen arbeid te werken; deze was op Duitsch Nieuw-Guinea en op de Ca- rolinen wettig geregeld, en blijkbaar hoopleu zij dezen vorm van werkgeving ook onder ons bestuur le kunnen voort- zeilen. Dat was eenigszins le begrijpen, wanneer men weet, dat zij in hoofd zaak de klappercultuur uitoefenden, die niet anders dan met de aller-goedkoop- slc werkkrachten rendeeren kan; in N- Laat jaarlijks Uw schil derwerk nazien. Over een reeks van jaren zal het „dan minder kosten. (ïngez. Med Indië meent men zells, dat zij voor het Europeesch kapitaal in het geheel niet loonend iswel kan de Europeesche handel de nolen van de bevolking koopen cn de cultuur daartoe aanmoedigen. Bij hun aanvrage werd den Duilschen plan ters hierop gewezen j hun werd dui delijk gemaakt, dat van gedwongen ar beid en van minder strenge cischen van verpleging van ingevoerde arbeidskrach ten, dan elders in Ned.-lndiê gesteld worden, geen sprake zou kunnen zijn. Was deze ontvangst niet aanmoedigend dat verhinderde niel dal pogingen wer den gedaan, in een brief van den Duilschen consul-generaal te Weltevre den om van dc N.-Indische regeering voorschot te krijgen op de door de Duil sche toegezegde schadevergoeding va» 60 pCt. van de waarde der plantages, die de aanvragers op Nieuw-Guinea ver loren hadden Ook dit verzoek werd ge weigerd de directie van Landbouw, Nij verheid cn Handel had. bij dc gesprekken met de Duitsche concessie-aanvragers te zeer den indruk gekregen, dal de be doeling was een landbouwkolonie le slichten, die langzamerhand naar poli tieke rechten zou trachten, om ten slotte wellicht staatkundig een Duilsche kolo nie te worden; zij gaf een afwijzend advies. Ken der voorwaarden van-.-de maatschappij was o a dal alleen Duit sche planters in dienst zouden worden genomen. Dat dit een Duitsche vestiging zou worden, is dus wel zeker. De indruk, dien dc toenmalige directie van L N. en II. van de bedoeling der concessie-aanvragers ljeefl gekregen, mo ge een indruk zijn geweest en niel méér een aanleiding om bij de con cessie die thans aanhangig is goed uit de oogen le kijken is hij wel Wat gevraagd wordt zijn verder reikende concessies dan ooit zijn gegeven De gewapende ni;iclil op liet geconcessioncerde terrein zal door het Ned Indische bestuur wor den aangesteld, maar zal zy in die uitge strekte streken zich genoeg kunnen doen gelden? Zal het burgerlijk gezag, wan neer zoo groote terreinen tegelijk in ex ploitatie worden genomendaar voldoen de toezicht kunnen houden op de na koming van alle voorwaarden in zake behandeling van den iuboorling en van ingevoerde arbeidskrachten, het gchruik van. den grond, de vogelbescherming enz., ook, al is dat niet de hoofdzaak, de betaling van alle in- en uitvoerrechten en andere belastingen, die zouden wor den vastgesteld? Minister De Graaff heeft, zooals men weel, na lang aarzelen, bij de behande ling der IndiNche Legrooling in de Twee de Kamer omtrent de/e concessie-aan vrage het volgende verklaard ,Niel al leen, dat een overdracht (van gezag) als hier 'besproken wettelijk bezwaar zou ontmoelen in meerdere opzichten, maar ook in feilelijken zin zou ik haar niet h Door DOUGLAS VALENTINE. (Schrijver van De man met den Klompvoet). Geautoriseerde vertaling van W. E. P (Nadruk verboden). 23.) Maar al trok het jonge meisje hem sterk aan, Desmond bleef toch zijn doel in het oog houden. Hij liet haar vroolijk voortvertellen, maar bracht langzaam, ongemerkt het gesprek op haar laatste engagement bij het Palaceum. nij wilde zien of zij de een of andere toespeling zou maken op den moord in Seven Kings. Wanneer hij slechts den naam van den ouden Mackwayle in het sprek kon brengen, wist hij, dat de dan seres wel moest spreken over die trage die. Toen gebeurde er iets heel onver wachts. Het jonge meisje bracht zelf den naam ter sprake. „De eenige prettige herinnering, die krulhoofdje schuddend, „ik lees inv En- ik aan hel Palaceum zal houden", zeide gelsche kranten nooit Er staat alleen zij in het Fransch, „is, dal ik er een maar over den oorlog in. En die oor ouden vriend uit mijn jeugd ontmoet heb. log....!" Denkt u eens, ik had hem in bijna twin- Zij rilde even en zweeg toen. tig jaar niet gezien. Hij heet Mackwayte, wij noemden hem vroeger altijd Monsieur Arthur, loen ik nog bij de acrobalen- Iroep van dc Duponts was. Zoo'n aardige man, en hij was niets veranderdHij moest als invaller spelen in het Palace um, den laatslen avond, dat ik daar speelde! En hij stelde mij zijn dochter voor. Une belle Anglaise! Ik hoop mijn ouden vriend weer te zien, wanneer ik naar Londen terugga!" Desmond staarde haar aan. Als dit comediespel was, dan zou de meest doortrapte misdadiger het haar niet heb- ben kunnen verbeteren. Hij keek het meisje onderzoekend aan Haar gelaat was open en onschuldig. /ij sprak voort over Mackwayle en over den ouden tijd, over zijn vriendelijkheid voor iedereen, zijn aardige vrouw, alles zonder een zweem van iels, dal zou kun nen doen vermoeden, dat het onder werp haar onaangenaam zou zijn. Des- mond begon te gclooven, dat hel jonge meisje niet alleen niets met dc heete tra gedie had uit te slaan, maar dal zij cr op dil oogenblik zelfs nog niets van wist. „IJeefI u dc krant gelezen gisteren?" t vroeg hij plotseling. „Beste vriend", zei Nur-el-Din, haar Op dit oogenblik kwam de oudeMar- Iha, die hun koffie en sigaretlen had ge bracht, weer de kamer binnen „Daar is een heer om u te sprekeu, mijnheerI" zei ze tot Desmond. Desmond sprong op. Hij was nog niet aan zijn nieuwe rol gewond. „Wie is hel, Martha?" zei hij, zijn zenuwachtigheid bedwingend. „Mijnheer Mortimer!" mummelde de I oude vrouw met haar versleten stem, „tenminste zoo zee die, dat-ie heette. Hij had geen kaartje bij zich!" Nur-el-Din sprong zoo heftig van haar stoel op„ dat zij haar koffie omgooide j „Laat hem niet binnen!" riep zij in het Fransch. „I-Iet je gezegd, dat ik thuis was?" vroeg Desmond aan de oude huishoud ster, die verwonderd Nur-el-Din stond aan te staren. „Ja, natuurlijk, mijnheer!" antwoordde het oudje. Desmond maakte een beweging van verveling. „Waar is die mijnheer Mortimer?" vroeg hij. „In de bibliotheek, mijnheer!" „Zeg hem, dal ik dadelijk bij hem kom". Marlha schommelde weg en Desmond keerde naar het meisje terug. „U heeft gehoord, wat mijn huishoud ster gezegd heeft? De man is al hier. Ik zal naar hem toe moeten gaan." Nur-el-Din slond doodsbleek bij de tafel en frommelde zenuwachtig een klein zakdoekje in haar vingers heen cn weer. „Non, non", zei ze haaslig, „u moet niet naar hem toegaan Hij is gekomen om mij op le sporen. O! als hij er achtetr kwam ,wat ik gedaan hebU zult ine toch niet aan dien man overleveren?" „U hoeft hem niet le zien", zei Des- mond op ernsligen toon, „ik zal zeggen, dal u niet hier is! Wie is die Mortimer, dal hij hier zou komen om u kwaad te doen?" „Beste vriend', zei de danseres droe vig,, ,hij is mijn kwade genicus. Als ik had kunnen droomen, dat u hem ken de, zou ik nooit een schuilplaats in uw huis gezocht hebben." „Maar ik heb den kerel nooit in mijn leven gezien!" riep Desmond uit. De danseres schudde treurig het hoofd. „Dat hebben ook maar heel weinigen van u", antwoordde zij, „maar gij slaat allen onder zijn bevelen, is het niet?" Desmond's hart sprong op. Was Mor timer de leidende hand in dil netwerk van samenzwering? ,,Ik heb u vertrouwd, meneer Bcll- ward", vervolgde Nur el-Din met smee- kende stem, „u zult dc wetten vah gast vrijheid eerbiedigen en mij verbergen voor dezen man. U zult mij niet overle veren! Beloof u mij dat ,mijn beste vriend?" Desmond voelde zich vreemd te moe de. Was dil een geslepen moordenares, een gehuurde spion, die mei haar oogen vol tranen zoo eenvoudig, zoo smeekend zijn bescherming inriep „Ik beloof u, dat ik u niet aan hem zal overleveren, madame", zei hij en hij I verfoeide zich zejf tegelijkertijd om de rol, die hij moest spelen. Toen ging hij heen, terwijl zij in gedachten verdiept bij de tafel bleef staan. I Desmond liep door de hall naar de kamer, waar hij bij zijn aankomst Nur- el!-Din in slaap had gevonden Elke ze- nuw was gespannen, nu de ontmoeting met dezen Mortimer, wie en wat die dan ook w-as, hem boven 't hoofd hing. j Zonder de minste aarzeling opende hij de deur en Irad de kamer binnen J Op het haardkleedje slond een man met een zwart cn wit geruit colberl-cos- luum en witte soupieds, hij hield de handen op den rug. Zijn voorkomen was eigenaardig jong-en-oud tegelijk, zooals bij een bepaald soorl professoren en wetenschappelijke mannen wel voor komt. Die indruk werd misschien nog I meer gewekt door den sterken bril, dien bij droeg en waardoor zijn oogen zéé vergroot werden, dat ze deden denken aan groote gekleurde knikkers. Hij had een zwaren, gekruldcn knevel, zoo on geveer als wijlen lord Randolph Chur chill. Zijn laarzen, die vol modder zaten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1