(Ingez. Med.) steenen opgang aan elk zijde, 't Stads wapen pronkt in den gevel, 't Bestaat, voornaamlijk, uit een groot vertrek, daar de arbeiders hun vertrek houden, waar boven de „Korenmeesters-Gildekamer" is. Onder hetzelve, is een ruime over welfde kelder, die ten verblijf der ar beidsters geschikt is. Tegen 't gebouw, ten Oosten staat een pomp, die ten ge- meenen gebruik der buurte verstrekt. Het wordt, sedert het jaar 1681, evenals de andere Gildenhuizen, door de Gilden, die aldaar vergaderen onderhouden". Ziedaar, de korte geschiedenis om trent het gebouw, waaraan het eerzame gilde der Koornmeters, in den tijd toen er van een krantenbedrijf, zooals wij dat kennen ,nog niet het flauwste idee be stond, nooit vermoed kan hebben, dat het een paar eeuwen later zoo n belang rijke plaats innemen voor het „Gilde der Courantiers". Want belangrijk is die plaats ontegen zeggelijk Gij zult in deze dagen gelezen hebben, dat de merkwaardige verzame ling in het huisje kon worden onderge bracht, dank zij de medewerking van het gemeentebestuur, hetwelk het gebouw, sedert het verdwijnen van het gildewezen stedelijk bezit tegen een bescheiden jaarlijkschcn huurprijs afstond aan het bestuur van het „Nederlandsche Pers museum". Tot stand gebracht door den heer D. A. Waalwijk, die de collecties Beyers en Haverkamp onder het bekwame conser vatorschap van laatstgenoemde in het „Concordia", waar toen zijn „Nieuws blad voor Nederland" thans bureaux van „De Telegraaf" gevestigd was; la ter door den heer Holdert, toen deze het „Nieuwsblad" gekocht had, aan de de vereeniging „Het Nederlandsche Pers museum" geschonken, was de verzame ling achtereenvolgens gevestigd in de voormalige Agnietenschool, daarna in een zaal der lettergieterij Tetterode, vóór zij thans laat ons hopen blijvend in het Koornmelershuisje is ondergebracht. Over de opening hebt ge alles reeds in de bladen kunnen lezen; van den in houd van het museum kan ik onmogelijk binnen dit kort bestek gewagen, omdat die te groot te veelzijdig, te belangrijk is; elk stukje, dat men er vindt, is een stukje pershistorie. Hier wil ik slechts nadrukkelijk wijzen op het feit, dat Am sterdam door dit Persmuseum met een klein, doch hóógst belangrijk museum is verrijkt, hetwelk verdient door allen, die hun dagblad op prijs stellen, te wor den bezocht en nauwlettend bekeken. En bovendien wil ik tot een ieder, journalist of niet-journaiisl ,dit zeggen, ga eens zorgvuldig na of zich onder uw papieren of waar dan ook, een en ander bevindt, dat met de geschiedenis der journalistiek in eenig verband staat en bijaldien dat stuk op zich zelf dan voor u geen bij zondere waarde heefl, sta het dan geheel of althans in bruikleen, aan het nieuwe museum af; gij bewijst daarmede een grooten dienst aan de journalistiek in Nederland in het algemeen en indirect aan het dagblad ,van welke richting ook dat gij bij voorliefde leest. Er liggen bij velen vaak nog in een kast of lade als onbeduidend op zij gelegde zaken, die voor de historie van beteekenis zijn, wan- taeer zij in een openbare verzameling zijn gebracht, doch die voor den enkeling, hebben geraadpleegd". Het meisje sprak met zoon overtui ging, dat er niet de minste bedoeling van vleierij in haar opmerking lag, maar Desmond bloosde tot onder zijn haar. Barbara merkte het en voegde er haastig bij „Hel is niet mijn bedoeling u een compliment te maken; ik oordeel alleen maar naar uw type. Ik geloof dat ik wel van te voren kan zeggen, welke man iedere taak, hoe gevaarlijk die ook mag zijn, aandurft, en die tot een goed einde brengt." Bij deze woorden bloosde Desmond nog heviger Hij deed haastig een poging om hel gesprek op een veiliger terrein te brengen. „Wel", zei hij langzaam, nu „nu ik zie dal u en ik bestemd waren om samen te werken, schijnt het mij een uiterst merkwaardig toeval dat wij elkaar gis terenavond ontmoetten en nog wel op die manier ..Het was meer dan een toeval", zei Barhara. het donkere kopje schuddend, „Acht en veertig uur te voren had ik nooit van u gehoord ,toen gaf de chef mij 'n telegram voor uw afdeelingscom- mandant, waarbij u naar hier geroepen werd, daarna vertelde hij mij dat wij moesten samenwerken en een paar uur later kora ik u tegen in Nur-el-Din's kleedkamer...." die ze heeft, geen waarde hebben. In1 gere Regenten-stelsel in zit. Tegenover tijd, waarin iedereen een of meer hun meening staat allereerst die der h» kerkelijken ,die de reorganisatie-plannen van B. en W. goed achten en de armen zorg niet heelemaal ver-ambtenaard wil- kranten leest dient de geschiedenis van de krant ook iedereen belang in te boe zemen. Ik sprak in verband met dit Persmu seum even over de Gilden, die in om land, en niet het minst te Amsterdam, zulk een belangrijke rol hebben gespeeld Gildewezen en daarnaast het Regen tenwezen hebben de historie van de groole koopstad aan het IJ danig beïn vloed. Wie daarvan met name van dat Regentenstelsel in Amsterdam meer wil weten, raad ik ten sterkste aan te trachten ter lezing te krijgen een onlangs van de hand van Dr. Johan E. Elias verschenen werk, getiteld „Gesclue- denis van het Amsterdamsche Regenten patriciaat", een allerbelangrijkste studie van dien regenten-tijd, waaruit men leeren kan wat Amsterdam voor zijn op komst en bloei aan de patricische bur gemeester-geslachten te danken heeft ge had en tevens hoe dat patriciaat, dal meermalen in een olearchie ontaardde, zich ook maar al te vaak van zijn leelijken, met name zijn egoïstischen, zijn naar eigen verrijking strevenden kant heeft doen kennen en daardoor ook zijn eigen ondergang en den teruggang van Amsterdam, nk de jaren van onze gouden eeuw bevorderd heeft. Het werk is in zooverre actueel, om dat op dit oogenblik ook een „regenten"- kwestie den gemeenteraad dezer stad bezig houdt, althans een overblijfsel uit den regenten-tijd. In vorige eeuwen was, zooals men weet, het verzorgen der „al- gemeene" armen in de steden toever trouwd aan colleges van mannen en vrouwen uit de burgerij. Naast de schil derstukken door vele van onze groole meesters van het palet gemaakt van ste delijke regenten en schutters-corporaties, kennen wij de doeken, waarop regenten len zien. De zaak is nog niet uitgevochten in den Raad en wellicht heb ik later nog aanleiding op den afloop dezer beginsel kwestie terug le komen, maar het boven staande is, dunkt me, genoeg om te zien boe de gilden- en regenten-colleges dezer stad uit vroeger eeuwen, thans nog op verschillende wijze zich doen gelden. SINI SANA. KUNST EN WLTENSCHAPPEN. Maandagavond geeft het Variété- en Operettegezelschap Busch en Heine- man van Amsterdam een „groote lach- avond" in den Schouwburg alhier. Op het programma staat: vroolyke kunst door een cabaretkwarleteen blijspel met zang en dans „Huwelijksverrassin gen"; liedjes aan de piano, solo's, duo's enz. En afgaande op de verschillende persbeoordeelingen, schijnt dit ensemble ook te bereiken, wat het beoogt dat er hartelijk en gul gelachen wordt. justitie had tegen hen ieder 2 jaar en 6 maanden gevangenisstraf geêischt, maar de rechtbank gelastte tegen deze twee beklaagden een nader onderzoek. IDil had gisteren plaats. Ter terechtzit ting was thans aanwezig de opengebro ken brandkast. De scheikundige, C. J. van Ledden Hulsebosch constateerde, dat de gaten in de brandkast geboord kun nen zijn met een spiraaiboor, die met andere inbrekerswerktuigen, ten huize van bekl. v. E. gevonden is. Een bios coop-juffrouw, als getuige décharge ge hoord, verklaarde, dat ze 's avonds ge durende de voorstelling een tweetal man nen in het gebouw gezien had op plaat sen, die voor het publiek verboden wa ren. Die mannen konden niet opgeven, wat ze daar deden. De officier van jus titie persisteerde bij zijn vorig requisi toir. De verdediger pleitte vrijspraak. district Borrendamme: hoogste inschrijf ver I. Douw, Zierikzee, voor f7990, laag ste O. v. d. Kreeke, Wolfaartsdijk, voor f6440 (gegund). ""1hÏÏYe¥ L A'FD~~~ APOTHEKEN. Zondag en de nachten der volgende Iweek zijn de navolgende apotheken ge opend MiddelburgJ. W. v, d. Garde. VlissingenWed. A. J. van Ocken- burg, Badhuisstraat. RECHTZAKEN. Politierechter te Middelburg. In de zitting van 8 Februari waren de volgende beklaagden gedagvaard P. B. v. d. V., 20 j., landbouwersknecht Biervliet wegens diefstal van 2 bankbil jetten van f 40 en een bankbiljet van f 25 toebelioorende aan Adriaan Liebers op 24 December 1923 te Biervliet. Eisch 3 maanden gevang. Uitspraak 3 maanden gevang, voorw. proeftijd 3 jaar. I A. D., 35 j, landbouwer te Groede of regentessen van armbesturen armen-i wegens beleediging van een rijksveld- huizen, hofjes, enz. zijn mtgebeeld. wachter door hem toe te voegen dat hij Te Amsterdam is het Burgerlijk Arm- a] eens een valschen eed voor hem had bestuur feitelijk een overblijfsel van dat afgelegd. Eisch f 20 of 20 d. h. Uitspraak regenten-stelsel; natuurlijk gemoderai- idem. seerd naar onze hedendaagsche begrip-1 e. de W., 19 j. visscher te Philippine pen; danig „gedemocratiseerd", om ook (wegens mishandeling van P. A. van hier dat zooveel gebruikte en misbruikte j Wijnsberghe te Philippine op 25 Dec. woord te bezigen. 1 1923. Eisch vrijspraak. Uitspraak idem. Thans hebben B. en W. voorgesteld j J. N. de W., 24 visscher, Philippine om in de inrichting van het Burgerlijk] wegens mishandeling van P. A. v. Wijns- Armbestuur ingrijpende wijziging te berghe voornoemd op 25 Dec. j.l. te HANDEL, NIJVERHEID EN VISSCHEPÏJ. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handels informatiebureau van Van der Graaf en Co's Bureaux voor den Handel zijn over de afgeloopen week, eindigende 8 Fobr. t in Nederland uitgesproken 88 faillisse- j menten tegen 75 faillissementen in de- j zelfde week van het vorige jaar. Van 1 Jan. tot en met 8 Febr. 1924 J 507 faillissementen tegenover 45G over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. VERKEERSWEZEN, POST EN TELEGRAFIE. brengen. Zij willen als voornaamste wij ziging den dienst van het Armbestuur rechtstreeks brengen onder het Dage- ïijksch Bestuur der gemeenle en districts- en wijkcommissie instellen, die zullen worden samengesteld uit vrijwil lige verzorgers, niet alleen kerkelijke, h. Uitspraak idem doch ook neutrale personen, terwijl de ambtenaren van dat nieuwe bureau, dat den naam zal krijgen van „Bureau voor Maatschappelijken Steun", meer speciaal zullen belast zijn voor het eerste onder zoek en eerste hulpverleening der huis zittende armen terwijl die verdere zorg Philippine. Eisch vrijspraak. Uitspraak idem. G. S., 71 j., zonder beroep te Mid delburg wegens opzettelijke beleediging van A. J. v. d. Velde te Middelburg op 11 Dec. 1923- Eisch f 10 of 10 d. De inbraak in de Cinema Royal te Amsterdam. De Vierde Kamer der Rechtbank te Amsterdam veroordeelde bij vonnis van 24 Januari j.l. dén 37-jarigen controleur bij de „Cinema Royal" tot een gevan- dan blijven zal onder die vrijwillige genisstraf van 1 jaar en zes maanden, krachten. wegens medeplichtigheid aan diefstal in De meest radicale elementen in den vereeniging met braak, gepleegd in den Raad willen verder gaan; zouden allesnachl van 30 September op 1 October wat armenzorg betreft willen gebracht!in de „Cinema Royal" aan den Nieu- zien onder het direct bestuur van Ben j wendijk. W. en voor die armenzorg een Raads- Beklaagde had bekend in tegenstelling commissie van Bijstand in het leven met zijn twee mede-beklaagden, den 25- roepen .dus voor goed breken met een jarigen betonwerker J. G. v. E. en den Burgerlijk Armbestuur, hetwelk zij als 23-jarigen controleur A. de R„ die hals- niet meer van dezen tijd beschouwen,'starrig bleven volhouden het misdrijf aangezien er nog te veel van dat vroe-jniet gepleegd te hebben. De officier van Men meldt ons uit Bruinisse: Kon men vroeger, wanneer men uil België kwam met een visschersvaartuig 's nachts altijd inklaren te Hansweert, thans kan men dit niet meer, daar het sinds 1 Februari verboden is. "Wat de reden daarvan is, weet men niet; men spreekt van smokkelen. Doch alle vis- schers zijn gelukkig nog geen smok kelaars. Werd er af en loe eens een bekeurd, met een kleinigheid werd hij beboet en mocht in geen drie maanden inklaren 's nachts. Nu moeten allen dit lot deelen; is het geen treurige toestand, dat de goeden met de kwaden dit moeten bekoopen. AFLOOP AANBESTEDINGEN. Bij de gehouden aanbesteding van het waterschap Schouwen van het maken van dijksverhoogingen In gewa pend beton aan het district Zuidhoek- Borrendammein 2 perceelen, was le perceel: hoogste inschrijver J. F. Fond- se, Kerkwerve, voor f 14550, laagste v. d. Klippe, Oosterland, f11130 (gegund). 2e perceel: hoogste inschrijver J. F. Fondse, Kerkwerve voor f 12880 laagste 0. v. d. Klippe f9369 (gegund). Voor het maken van basaltglooiing in DE WARE TOESTAND. Separations- en arlseniimlddelbedriegers. Het toeval wilde dat ik op mijn levens pad ook de aanvoerders der Rijnische separatistenbeweging leerde kennen. Be halve Smeets, een nog betrekkelijk jonge man uil Aken, van beroep arbeider, en vroeger lid der socialistische partij, ken ik ze allen persoonlijk. In de eerste plaats noem ik Dorten, meester in de rechten, zoon van een meesterknecht uit Wesseling bij Eonn. Tot 1914 was hij de jongste rechterlijke ambtenaar in Düsseldorf en reserve luitenant der artillerie in Rijnland. Hij was hel type van den Pruisischen amb tenaar uit den keizertijd, altijd in de puntjes gekleed en steeds de onvermij delijke monocole in 't oog. Na zijn huwe lijk, met een oudere, rijke Dnitsch- Amerikaansche weduwe, verwisselde Dorten op verzoek zijner vrouw, zijn iet wat klein burgerlijke voornaam „Gott fried" met „Kurl'. Hoeveel moeite hij zich echter ook gaf om in zijn uiterlijk op 'n echten Pruisischen jonker te lijken, het gelukte hem niet, overal kwam de bourgeois te voorschijn. Zijn concurrent in den strijd om den presidentzetel der Rijnsche republiek is de heer Josef Friedrich Malthes uit Würzburg. Eerst was hij letterzetter, later, tot voor korten tijd, redacteur van een in Frankfurt wekelijks verschijnend schandaal-blaadje. Daar hij een gevan genisstraf van 9 maanden moest onder gaan, vluchtte hij naar Düsseldorf, werd separatist en heeft het tot minister-presi dent gebracht. Zijn minister van buiten- landsche zaken is Wilhelm von Metzen, de zoon van een aanzienlijke familie in Düsseldorf. Zijn naam moet de separa tisten-leiding dekken. Zijn vader was een hooggeplaatst ambtenaar in de provincie die zijn zoon in den handel plaatste. De jonge man was voor den oorlog bij Krupp in Essen werkzaam, maar moest die betrekking opgeven om de een of andere louche geschiedenis. In hel „ministerie" zitten dan nog eenige advocaten uit Düsseldorf en in hel „Direktorium" verscheidene totaal onbekende personen, twee expressionis tische kunstschilders, menschen die het eerlijk meenen ,maar dwaze fanatici, met begrippen over politiek, die even ver ward en onduidelijk zijn als hun schilde rijen. Het hoofdkwartier der „Rheinisch- Westfalischen Unabhangigkeits Bunder" I is in de Rosenstrasse in Düsseldorf en wel in de woning van den heer Yon Meizen. Wat voor eerbiedwaardige ele menten daar te samen komen, blijkt «ifc een schrijven van den heer Matthes aan den voorzitter van den bond, waarin het o.a. heet: „Van toonaangevende vrienden der Rijnbeweging heb ik gehoord hoe slecht wij bij de bezetting-commissie staan aan geschreven, omdat wij alle mogelijke mis dadige elementen in onzen bond hebben. Voortdurend verlangen die schooiers geld van mij, onder bedreigingen en afpersin gen. Van een der leden hoor ik, dat ze openlijk zeggen: „we zijn nu zoover dat we door inbraak en stelen aan geld moe- Met bekende pijnstillende middel bij hoofdpijn, neuralgie - en pheumatiek. Van enkende wenking bij verkoudheid en griep. Om zich tegen vervalschingen te be- hoeden, lel men op de oranje band (Ingez. Med.) Plotseling brak zij den zin af en kwam een hevige angst in haar groote grijze oogen. Zij stormde de kamer door naar een klein tafeltje, waarop haar hand- taschje lag. Met verbazing keek Desmond toe, hoe zij gewoon den heelen inhoud op tafel uitspreidde en haastig frommel de t usschen de verschillende dingen, die een mooi meisje gewoonlijk in haar tasch heefl. Toen draaide zij zich om en keek den officier aan. Zij beefde, alsof ze het koud had en toen zij sprak, was haar stem heesch en diep. ,,'t Is weg!" fluisterde ze. „Hebt u iets verlorenvroeg Des- mond bezorgd. „Hoe kon ik het vergeten!" ging zij voort, alsof hij niets gezegd had, „hoe kon ik het vergelen! Bijna twaalf uur verspild, en dit verklaart alles. Wat zal de chef van mij* denken?" Zij zonk langzaam neer op de sofa waar zij eerst gezeten had, liet toen plot seling het hoofd op de handen vallen en barstte in tranen uit Desmond ging naar haar toe. „Schrei alslubliefl niet", zei hij vrien delijk. „17 heeft zich zoo dapper gehou den onder dezen vreeselijken slag; pro beer nu ook verder het hoofd boven wa ter te houden." Al haar zakelijke kalmte was nu ver dwenen; als het meest verbijsterende beeld van een vrouw zat zij daar; een mooi meisje overweldigd door smart. Zij dook ineen op de sofa, haar schou ders schokten zij snikte alsof haar hart zon breken. „Heeft u misschien liever dat ik weg ga?" vroeg Desmond. „Laat mij even uw vrienden bellen. Ik denk dat u liever alleen wilt zijn!" Zij hief het betraande gezichtje naar hem op, tranen glinsterden aan de wim pers. „Nee, nee", zei ze, „ga niet weg! Ga niet weg!! Ik heb uw hulp noodig. Dit is zoo'n duistere, verschrikkelijke ge schiedenis, enger dan ik ooit had ge dacht. O mijn arme vader, mijn arm va dertje En weer verborg zij het gezicht in de handen en schreide, terwijl Desmond rechtop naast haar stond, vol medelijden, maar totaal hulpeloos. Na een poos droogde zij haar oogen af met een klein fijn zakdoekje, ging rechtop zitten en keek Desmond aan. „Ik zal dadelijk naar den chef moeten gaan" zei ze, „er is groote haast bij. Zoudt u willen bellen en de meid zeggen, dat ze om een taxi telefoneert. ,,Ik heb er een buiten slaan", anlt- woordde Desmond. „Maar zoudt u me niet willen ver tellen, wat er is?" „Wel", zei Barbara, „ik heb juist pas een vermoeden gekregen, waarom er in ons huis ingebroken werd gisteravond en mijn arme vader zoo wreed werd ver moord. Wie er ook het huis geplunderd mag hebben, kwam niet om ons po vere beetje zilver of om vaders spaar duitjes, die in de lessenaar in de huis kamer lagen. Hij kwam om iets, dat ik had!" „En wat was dat?" vroeg Desmond. Toen vertelde Barbara hem van hel gesprek met Nur-el-Din in de kleed kamer van de danseres dien avond te voren en van het piakje, dat Nure-l-Din aan haar zorg had toevertrouwd. „Door al die vreeselijke gebeurtenissen is het mij heelemaal door 'l hoofd ge gaan", zei Barbara. „In bijzijn van de po litie vanmorgen, heb ik mijn slaapkamer nagezien en ik heb ook mijn handtasch nagekeken, die de politie mij vanmiddag terugzond, zonder dat ik heb kunnen na gaan, dat de inbrekers iets geslolen had den. Maar pas daarstraks, toen wij spra ken over onze ontmoeting in Nur-el-Din's kamer gisteravond, schoot mij ineens de gedachte aan dat kleine pakje van haar te binnen. Toen zocht ik mijn taschje weer door en zag, dat het er niet meer in was." „Maar is u er zeker van, dat de politie het niet gehouden heeft?" „Heel zeker", was hel antwoord. „Ik herinnner mij precies wat er vanmorgen in was en dezelfde dingen liggen daar nu op tafel." „Wéét u wat er in dat pakje was?" vroeg Desmond. „Niets anders dan een zilveren doosje, langwerpig en zonder versiering, onge veer zoo groot." Zij gaf de afmeting aan met beide handen, „zoowat als een siga rettendoosje. Nur-el-Din zei dat het een familiestuk was en dat zij bang was het te verliezen op haar vele rondreizen. Zij vroeg mij er niets van te vertellen en het te bewaren tot na den oorlog of totdat zij er om vroeg." „Dan spreekt dit voor Nur-el-Din's on schuld", zei Desmond. „Wa! bedoelt u?" vroeg Barbara, op ziend. „Wel, dat ze niet in uw huis zou heb ben ingebroken en uw vader zou hebben gedood alleen om haar eigen pakje terug te krijgen „Maar waarom ter wereld zou Nur-el- Din van zóó iets verdacht worden?" „Heeft de chef u niets van deze jonge dame verteld?" „Niets. Ik had nooit over haar gedacht totdat vader gisteravond een oude be kende in haar ontdekte en mij aan haar voorstelde." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 2