WAARSCHUWING. Oe onzichtbare hand. Zaterdag 2 Februari 1924 FEUILLETON. No. 28 167' Jaargang WDDELBURGSCHE COURANT. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p, post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Viis- •ingen f2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week, Advertentiën worden berekend per regel plaatsruimte, met inbegrip van omranding. Gewone advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden Mededeelin- g e n 50 cent per regel. Bij abonnement voor beide veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen; van 1-7 regels f 2,10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevra gen bureau dezer courant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag 'worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. DE STRIJD OM OEN 8-URENOAC. Het is ons vorig nummer onder Bui tenland vermelde bericht van het wets ontwerp der Belgische regeering tot wij ziging der regeling van den 8-urigen «werkdag, brengt koren op den molen van hen die ook in ons land tot wijziging aansporen. Vooral de opmerking van den Belgi schen Minister van Nijverheid: dat in de 'omringende concurreerende landen de achturige arbeidsdag niet is ingevoerd, (bevestigt geheel wat in ons land door de industrie herhaaldelijk wordt be weerd, als de moeilijkheid van concur rentie ter sprake wordt gebracht. Toen onlangs de St. Mij. „Nederland" een nieuw schip besteld, niet op een Ne- derlandsche werf, maar op de Fransche werf te St. Nazaire, is door het Handels blad een verhaal gepubliceerd over de aanzienlijke overschrijding van den acht- nrendag, die. op de Fransche werven her haaldelijk plaats had. Daarop is door pozen directeur-generaal van den Arbeid verklaard: dat al het overwerk dat van de Fransche werven werd verteld, ook bij ons mogelijk was; en werd in Het .Volk gezegd, dat 't Hand.-verhaal onwaar was. Ter bevestiging van die bewering publiceerde Het Volk Donderdag een brief yan den Franschen Metaalbewer- kersbond te St. Nazaire, waarin deze op verzoek van het I. V. V. inlichtingen gaf over de arbeidsvoorwaarden aldaar. We melden dit natuurlijk zonder zelf te kunnen uitmaken of nu dit rapport onpartijdig de ware verhoudingen weer geeft. Wie wel eens in België of in Frankrijk gereisd heeft, kan daar her haaldelijk zijn getroffen door arbeid op uren en in omstandigheden, die bij ons geen arbeid toelaten. En als nu de Minister van Nijverheid in België, waar men reeds zooveel soe peler met de arbeidsbeperking is dan liicr. toch klaagt over de concurrentie van „omringende" landen, waar menden achlurendag niét in toepassing brengt, en waarmee hij zeker niet Nederland op het oog kan hebben, dan geeft dit veel te denken. Toevallig tegelijkertijd heeft het Nod, Verbond van Fabrikantenvereenigingen zich opnieuw tot onze regeering gewend met een adres, waarin verzocht wordt als wettelijken norm vast te stellen een arbeidstijd van 10 uur per dag eu uur per week. En in de motiveering van dit verzoek leest men o. a. het volgende „Nog steeds zijn de knellende be palingen der Arbeidswet van kracht. Nog steeds is het den bedrijfsleider niet mo gelijk zijn prijzen op een 56-urige werk week te calculeeren. Indien offerte ge maakt wordt, moet men zich nog immer aan de 4S-urige werkweek houden. Ze ker, het is aan de Nederlandsche indu strie niet onbekend ,dal in de Arbeids wet de mogelijkheid is opengelaten een overwerkvergunning te verkrijgen, doch men kan bij het opmaken van een of ferte toch niet telkens van tevoren aan den betrokken hoofdinspecteur van den arbeid of in hooger beroep aan den mi nister van arbeid ,een overwerkvergun ning vragen zonder dat de zekerheid bestaat, dat van deze vergunning inder daad gebruik zal worden gemaakt. Een dergelijke aanvrage zou immers in de meeste gevallen worden afgewezen. Feni overwerkvergunning mag immers in hetr systeem der wet slechts „in bijzondere omstandighedenof bij „opeenhooping' van werk" worden verleend. De toestanden in andere landen steken ten deze gunstig bij Nederland af. Zoo b.v. in Duilsclüand. Daar houdt men reeds lang niet meer vast aan de fictie van „bijzondere omstandigheden" of op-: eenhooping van werk". Men werkt een voudig langer omdat het moet. Niet bijt wijze van uitzondering maar als regel. De dagbladen brengen ons daarom trent dagelijks nieuwe berichten. Zelfs van overheidswege wordt in het sociaal democratische Dnitscliland op verlenging der werktijden aangestuurd. Ook iu Frankrijk worden zij het wellicht oog luikend, langere werktijden toegelaten. Nederland kan deze feiten niet straffe loos negeeren. De concurrentie stelt haar eischen. Toen onlangs in de Nieuwe Rotter- damsche Courant hierop de aandacht werd gevestigd heeft de directeur-gene raal van den arbeid er in dit dagblad op gewezen, dat de Nederlandsche Ar beidswet toch eveneens in verschillende gevallen en onder zekere voorwaarden de mogelijkheid opent om langer te wer ken. Inderdaad, die mogelijkheid bestaat, maar de directeur-generaal van den ar beid heeft daarbij over het hoofd gezien, dat de Nederlandsche industrie, wan neer zij genoodzaakt is langer dan 4S uur per week te werken, op enkele uit zonderingen na van de beslissing van de arbeidsinspectie afhankelijk is. Aan de Nederlandsche Arbeidswet met het daar in scherp omschreven vergunningssys teem wordt immers streng de hand ge houden, en de Nederlandsche arbeidsin spectie mag slechts na uitvoerige argu mentatie en documentatie aan een be paalde onderneming de „gunst" ver- leenen gedurende eènig-j weken en soms eenige maanden langer Ie wer ken. Nu erkenuen wij gaarne, dat de ar beidsinspectie van haar zijde tracht bin nen liet raam der wet zooveel mogelijk tegemoet te komen mm de bezwaren, die uit deze wel voortvloeien .Mei hei oog op de strenge wettelijke bepalingen kan dit lofwaardig streven intus.chen niet anders dan een slechts zeer tijde lijke en gebrekkige oplossing der moei lijkheden brengen Al ziet de arbeidsin-. speclie zich door den drang der econo mische omstandigheden ook genoopt meerdere vergunningen te geven, en al zou daardoor wellicht ook de vergunning regel en het voorschrift der Arbeidswet uilzondering worden .toch blijft het on juiste systeem der wet onveranderd ge handhaafd. Hel is legen dit systeem, dat onze bezwaren zich richten." Verder wordt in het adres nog uitvoej- rig gewezen op de moeilijkheid om voor uit te berekenen wat men voor een order moet vragen, omdat men van te voren niet zeker is van den arebidstijd, daar immers de verlenging geheel afhankelijk is van een goedgunstige beschikking der arbeidsinspectie Dc kracht van dit betoog wordt in niet geringe mate versterkt, doordat nu in België wordt voorgesteld 10 uur per dag als maximum; en in het geheel 120, uur per jaar meer dan nu. We zullen maar niet diep ingaan op de eigenaardige motieven dat die 120 uur dienen om 't verlies in te halen dat nu in den arbeidstijd geleden wordt door -. feestdagen, venöf, tijdelijk gebrek aan grondstoffen, weersomstandigheden, sto ring in de ëlectriciteitslevering enz. Alsof zulke factoren niet ook in andere landen fe vinden zijnt Maar hoofdzaak voor ónze industrie is, dat een land dat ten opzichte van de con currentie met ons land nog altijd een valuta-voorsprong heeft, thans overweegt per man 120 uur per jaar méér te laten Verken, wat neer komt op 15 werkdagen van 8 uur. Wél gelijk krijgen zij, die indertijd voorspelden dat de regeling van den 8- urendag de grootste moeilijkheid zou on dervinden door de internationale rege ling, die nooit gelijk zou kunnen werken. BINNENLAND. IN EN OM DE HOOFDSTAD. LXII. Paard, tram, omnibus. In den loop van dit jaar, op 15 Augus tus c.k., zal het een halve eeuw geleden zijn, dat in deze stad de beroepsbrand weer werd opgericht. Over de beteeke- nis, die dit feit voor de hoofdstad heeft gehad, zal ik thans niet in bijzonderheden treden; daartoe zal ik nog voldoende aanleiding kunnen vinden tegen den tijd dat wij den vijftigsten verjaardag van dit corps, hetwelk zich niet alleen in deze stad, doch in héél het land en zelfs bui ten onze grenzen zulk een eervollen naam heeft weten te verwerven, gena derd zullen zijn. Maar in verband daar mede wil ik er even op wijzen, dat nog maar zéér korten tijd geleden de laatste paarden, waarover de Amsterdamsche brandweer beschikte, verdwenen zijn. Toen de te vroeg ontslapen journalist Zoethout en de toenmalige commandant der brandweer, de heer Meier, helaas! ook niet meer onder de levenden hoo iende, in 1899 het gedenkboek bij het Teneinde volkomen zekerheid te hebben tegen bederf der FOSTER'S RUGPIJN NIEREN PILLEN door klimaatsinvloeden als gevolg van de verpakking in honten doozen, besloten wij ons geneesmiddel in glas te verpakken. Weigert derhalve voortaan alle in houten kokers verpakte FOSTER'S RUGPIJN NIEREN PILLEN, doch eischt steeds dit geneesmiddel in gijnen flacons met geel etiket. Wacht U voor namaak! LONDEN, 19 Januari 1924. FOSTER Mc CLELLAN Co. (Ingez. Med.) zilveren feest van het brandweercorps schreven, waren de paarden nog de uit sluitende trekkracht van het brandweer- materieel. Hoe trotsch waren wij, Am-[ sterdammers, op dié paarden! Met hoe veel bewondering keken wij ze na, als' zij door krachtige hand bestuurd, met de! zware stoomspuiten achter zich aan, door de straten renden, op weg naar de plaats j waar het vuur zijn vernieling begonnen' was! Verdwenen zijn zij, even goed als reeds lang te voren de fraaie, zwaar-ge-j bouwde Ardenners zijn heengegaan, die] de tramwagens der A. O. M. trokken en die in dien tijd, toen de Dam nog het middenpunt van het Amsterdamsche tramverkeer was en punt van uitgang voor verschillende tramlijnen, het oude plein, in die dagen nog niet hopeloos ver- j knoeid, werkelijk een aardige „aanklee ding" gaven. Nu is alles geworden nieuwe beweeg-j kracht; de trams gaan electrisch voort bewogen langs de gespannen draden: de brandweer-middelen worden allen door I automobiel-kracht vervoerd het paard heeft afgedaan, is een zeldzaamheid ge-! worden bij de meeste gemeente-diensten óók in het gewone maatschappelijk ver- keer. Alléén bij de politie is het nog in éére en zal het nog wel in eere zijn, als in het einde van dit jaar, de bereden' politie haar vijf-en-twintig jarig bestaan zal herdenken. Want automobielen en motor-rijwielen met zijspan-wagens laatstgenoemde worden door de politie ook al sedert geruimen tijd gebruikt mogen nóg zoo nuttig zijn, zij kunnen j toch niet de diensten bewijzen, die het politie-paard bij optochten en bij het af- J zeiten van den weg om groote menschen massa's in bedwang te houden, geven kan. De auto en de motor zullen zeker nooit zoo eenvoudigweg een volksmassa' achterwaarts duwen als het noodzakelijk blijkt, als het politie-paard, dat een be zadigd en goed bereden politie-dienaar draagt. Het politie-paard is in het Am sterdamsche gemeentelijk beheer, nevens de paarden van de stadsreinigingsdienst, werkelijk een unicum geworden en de bereden politie-man, die dagelijks ver- keer-regelend zich stationeert op den Dam voor het Rokin, verdient deswege werkelijk méér aandacht dan hem door den Amsterdamschen voetganger ge schonken wordt, éénige specimen als hij feitelijk is geworden uit de dagen toen het paard nog alles was. Bovendien, dat politie-paard is tegenwoordig de eenige Dam-,.aankleeding", want de tramwagens die over het plein gaan, hebben er geen eindpunt of begin-punt, als ge dat lie ver hebt meer, niets dan even een „vaste" stopplaats. Zal de Dam weder middenpunt van het tramverkeer worden? Onmogelijk is het niét. Binnen korten tijd, zoo heet het, zal de Dam eindelijk! eens goed onderhanden worden genomen; worden geasphalteerd en voor het verkeer her vormd en wie weet, weder hoofdpunt worden van tal van tramlijnen, wat te genwoordig het plein voor het Centraal station is, hetwelk er hoe langer hoe ongeschikter voor is geworden. De bestaande tramdienst heeft in dit oude deel van Amsterdam veel van ca- roussel-rijden gekregen. Over het Dam rak komen wagens van verschillende lij nen, die voor het Station links omgaande weder in een halve cirkel langs het Prins Hendrik-plantsoen naar het Damrak te rug gaan. Andere wagens, komende van den N.Z. Voorburgwal, buigen voor het Station rechts om en kceren dan langs het Prins Hendrik-plantsoen weder over den N.Z. Voorburgwal in de richting Raadhuisstraat op Koningsplein terug. Het is een aardig soort rondrijden ge worden aan weerskanten van de brug vóór het Centraal-Station, maar een aar digheid, die daar ter plaatse voor het reizigers-verkeer minder aangenaam is. Niet alleen omdat en zulks vooral bij slecht weder het oversteken van eeni ge paren rails, vóór men het Damrak kan bereiken, steeds hoogst gevaarlijk blijft, aangezien de het vcrkeer-regelende agent zich met het lot der voetgangers hoege naamd niet bemoeit, doch ook omdat de trams op het Stationsplein stoppen aan de tramhuisjes, vanwaar de passagiers van of naar het station nog een eind over de daar ter plaatse afschuwelijke bestrating moeten gaan, alvorens zij den ingang van het station of een tram be reiken. Waarom al die tramwagens eigen lijk naar het station moeten rijden, is niet duidelijk en velen hopen dan ook, dat na de hernieuwing van den Dam de tramlijnen daar weder hun eindpunt zul len hebben en men als voorheen, voor een extra-halven stuiver desnoods, zal kunnen rijden naar het Centraal-Station in andere wagens, die dan op het midden van het plein vóór den iugang van het station hun eindpunt zullen hebben. Op zulk een lijn Dara-Centraal-Station zul len dan de éenmanswagens even goed tot hun recht kunnen komen als op het kring lijntje óm het station naar de Ruyterkade, en de populariteit verwerven, die zij thans nog niet algemeen bezitten. Want, er zijn nog héél wat menschen, die het maar niet kunnen verkroppen, dat die éénmans-wagens hun niet de gelegenheid0 kraakte niet lialf zoo weinig, als-tic kraak te, toen ik wegsloop!" De chef wendde zich tot den bewaker. „Je kunt hem nu weer meenemen, vriend", zei hij. Bevend sprong Barney op „Niet weer terug naar die cel", riep hij smeekend. „Ik kan niet alleen zijn. O, heeren! U wilt wel voor mij spreken! Ik heb niks mei de polisie te maken gehad, al dien tijd niet! De neef van mijn vrouw, die is onderwijzer op de school, die zal u kunnen vertellen ,lioe arm ik was...." Maar de chef liep de kamer door naar de deur en de deleclieve duwde den Door DOUGLAS VALENTINE. (Schrijver van De man met den Klompvoet). Geautoriseerde vertaling van W. E. (Nadruk verboden). 10). De gevangene maakte een gebaar van wanhoop. „Het was zoo donker, zeg ik u om-1 gevangene voor zich uit. merst niks heb ik gezien! Ik heb alleen Toen kwam de beambte binnen ,dien zijn stap gehoord!" (zij te voren al hadden gezien „Wat voor een stap? Of hoe? Was „Blij, dat ik u tref", zei hij „Ik dacht hel een zware of een lichte stap? Of dat u misschien graag het procesverbaal hoe? Maakte het den indruk alsof hij ge- van de lijkschouwing zou zien De dokter haast was?" heeft het juist ingeleverd." „Een kleine, lichte voetstap zoo! een De chef maakte een afwerende bewe- twee, een twee..., en zoo vlug, of-tie ze ker dacht, dat-ie naar boven kon slip pen zonder dat iemand 't merkte!" ^Maakte hij veel leven?" „Ach was! bijna geen geluiddie voet slap was zoo licht, of-tie van een vrouw was „Van een vrouw, e..." herhaalde de 'chef, alsof hij in zichzelf sprak „waarom denk je dat?" „Omdat 't zoo zacht was! De trap ging- „Ik geloof niet, dat er eenige twijfel is omtrent de oorzaak van den dood", ant woordde hij, „wij hebben het lijk zelf gezien „Zeker", antwoordde dc ander, „maar er is toch iets in dat rapport, dat we! even de aandacht verdient. Ze hebben den kogel uit de wond kunnen krijgen I" „Aha!" zei de chef, „die kan ons mis schien heel wat vertollen!" „Dat doet hij ookl" antwoordde de be ambte. „We hebben den kogel voorgelegd •aan onzen expert op 't gebied van vuur wapenen, en die zegt. dat het een kogel is van een automatischen revolver van ongewoon groot kaliber". Dc chef keek Desmond aan "Dus u hadt gelijk", zei hij. „En", ging de beambte voort, „hij be weert, dal er voor zoover hij weet, maar één type van revolver is, dat dergelijke groote kogels zooals deze kan afvuren!" „En dat is?" vroeg de chef. „Een verbeterde uitgave van een Duit- schcn Mauserrevolver I" was het verbluf fende antwoord. De chef klopte nadenkend een sigaret tegen den rug van zijn hand „Okcwood", zei hij, „je bent een mo del van bescheidenheid Ik heb je stil zwijgendheid op een aardig zware proef gesteld vanmorgen, en je hebt die prach tig doorstaan. Maar ik begrijp, dat je even vol vragen zit als een stekelvarken met stekels. Het uur van vragen is nu gekomen, steek maar van wal!" Ze zalen in de rookkamer van de Uni ted Service Club. „The Senior", zooals het meestal genoemd wordt is om zoo te zeggen haast het parlement van Enge- land's beroeps land- en zeemacht. Zelfs in deze dagen, nu de oorlog de deuren van deze heide diensten wijd open heeft gezet voor ieder, die zich maar be schikbaar stellen wil, heeft die club nog „doublé crosses", menschen, die heel een deftig cachet. Beroemde generaal en vriendelijk voor beide zijden tegelijk wil- admiraals zien van af de hooge wanden len spionneeren, in zijn lange loopbaan neer ais zwijgende getuigen van vroegere vol afwisseling was hij er zoo niet een ge oorlogen. Over den tegenwoordigen oor- in aanraking gekomen Desmond had log hoort men in iedere groep mannen hem aangehoord en "had de vele vragen, rond dc kleine tafeltjes spreken Eiken die hij op de lippen had, teruggedrongen, dag na lunchtijd worden gevechten weer Vandaar die onverwachte uiting van den overgeleverd, personen becritiseerd. en chef in de rookkamer beslissingen gewikt en gewogen met de „Wel", zei Desmond langzaam, „er zijn grootste vrijmoedigheid en openhartig- werkelijk wel een paar dingen, die ik beid. graag zou willen welen Waarvoor ben En vandaag terwijl hij in een gemak- ik hier? Waarom liet u mij gisterenavond gelijke clubfauteuil het scherpe gelaat volgen? Hoe wist u, nog voordal we naar van den chef gadesloeg van over het klei- Seven Kings gingen .dat niet Barney den ne tafeltje, waarop hun koffie stond te ouden Mackwayle vermoord had? En dampen, voelde Desmond het dwaze van ten slotte de tegenstelling tusschen de werkelijk- j Hij hield op, vreezend te overhaast te heid van de menschen om hen heen en zijnmaar toen waagde hij het het ongewone web van gclieimziiinighe-1 „En ten slotte Nur-el-Din?" den, dat gesponnen scheen om het kleineDc chef leunde achterover in zijn stoel huis in Seven Kings. len lachte hartelijk. j Voordat hij de vraag van den chef be-„Ik ben er zeker van, dat je je nu al antwoordde, bestudeerde hij hem een opgelucht voelt, niet?" zei hij Toen werd oogenblik, terwijl hij een sigaret opstak, i zijn gezicht ernstig en hij voegde er bij jEr was zeker maar weinig, dat aan dien „Je laatste vraag is een antwoord op snellen, zwijgzamen geest ontging. Bij do lunch had de chef zorgvuldig vermeden de minste toespeling te maken op dat gene, dat in Desmond's geest kookte en ziedde. Inplaats daarvan had hij, met de levendigheid van een geboren verteller, een hccle serie buitengewoon kluchtige verhalen opgedischt van zoogenaamde alle andere." „U bedoelt Nur-el-Din?" vroeg Des- mond. De chef knikte en herhaalde „Nur-el-Din, ja. Daarvoor ben je hier, daarvoor liet ik je gisterenavond vol gen, daarom. hij aarzelde even voorliet volgende woord laten we zeggen veron-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1924 | | pagina 1