wMm
FEUILLETON.
18 VERKEERDESCHORREN.
No. 302
Zaterdag 22 December t923
160° Jaargang
IDDELBURGSCHE COURANT,
Dit aumnier bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
«ingen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertent iën worden berekend
per regel plaatsruimte, met inbegrip van
omranding.
Gewone advertentiën: 30
cent per regel.
Ingezonden Mededeelin-
g e n 50 cent per regel.
Bi; abonnement voor beide veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17> regels f 2.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
▼ooruitbetaling.
Advertentiën onder brieven of bevra
gen bureau dezer courant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
DJB OPVGLGWG FAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS.
Telkens wanneer een belcwaarrf per
soon tusschentijds uit de Tweede Kamer j
of uit een van de andere vertegenwoor
digende colleges verdwijnt, komt weer
de ergernis naar voren, dat de kiezers
bij 't stelsel van Evenr. Verlegenw. geen
gelegenheid meer hebben om een ge
lijkwaardig persoon in diens plaats te
stellen Dat iemand ais mr. Treub, bij
zijn aftreden als Kamerlid vervangen
móest worden, door iemand als H. Al-
beda, heeft dien misstand wel heel dui
delijk gemaakt. En toen H. Colijn dezen
zomer als Kamerlid aftrad omdat hij
de portefeuille van Financiën aanvaard
de, was het zeker geen gelijkwaardige
kracht die hem verving, toen automa
tisch de heer Leenstra als zijn opvol
ger werd aangewezen. We weten niets
ten nadeele van dezen persoon, van wien
het jaarboekje „Parlement en Kiezer"
ons slechts vertelt, dat hij de christelijke
school bezocht heeft en werkzaam is in
de veehouderij. Maar niemand zal zeg
gen dat de leemte, door den heer Co-
lijn gelaten, door den heer Leenstra ge
heel gevuld wordt.
En nu doet zich weer een dergelijke
kwestie voor bij het aftreden om ge
zondheidsredenen van den heer Visser
v. IJzendoorn, ook een eerste rangs-
kracht. Als diens opvolger voor den Vrij
heidsbond staat in de wachtkamer ge
reed dc heer L. de Groot, ook weer
iemand, wiens Kamerlidmaatschap als
Economische Bondsman weinig aanlei
ding geeft om te verwachten dat hij ten
volle de plaats zal innemen, die zijn
voorganger open liet.
Begrijpelijk is het daarom wel, dat
in „Do Vrijheid" door den heer W. M.
V/esterman een pleidooi geleverd wordt
om nu eens verder te kijken onder de
plaatsvervangers, daar na den heer De
Groot volgt de heer Drion, wiens be
kwaamheid in vorige zittingsperioden
toch zeker wel genoegzaam erkenning
bij velen heeft gevonden om hem waardig
te doen zijn de plaats van den heer
Visser v. IJzendoorn in te nemen. Maar
al is die wcnsch begrijpelijk, zoo iets
gaat zoo maar niett
De betrokken partij-organen hebben de
volgorde der candidatenlijst nu eenmaal
zóó vastgesteld, dat de heer De Groot
no. drie werd en de heer Drion vier.
De eenige mogelijkheid is, dat de heer
De Groot bedankt. En of daar eenig uit
zicht op bestaat, weten we niet. Het
was immers een gevolg van de overeen
komst met den Econ. Bond, dat ook zijn
Kamerleden een goede plaats zouden
krijgen op de lijsten van den Vrijheids
bond.
Maar een feit blijft het dat tenge
volge van de saménstelling van de can-
didaatlijsten de tusschentijdsche vervul
ling van vacatures herhaaldelijk aanlei
ding geeft tot aanvulling van de Kamer
met een kracht die niét dezelfde be-
leckenis heeft als de vorige.
Men zegge niet, dat dit de schuld
is van de kiezers en lciesvereenigingen,
die de lijsten dan verkeerd vaststelden.
Ten eerste heeft men, zoodra een
partij met meer dan één lijst uitkomt,
waarover dan de goede krachten ver
deeld worden de kans, dat voor da
feene lijst een eerste rangskracht als
plaatsvervanger is aangewezen, terwijl op
een andere lijst een tusschentijdsche va
cature ontstaat, waarvoor een veel min
dere kracht automatisch wordt benoemd.
En behalve dat weet nu wel iedere
partijman, hoe moeilijk het is een can
didatenlijst vast te stellen, en hoe sterk
daarbij plaatselijke en persoonlijke in
vloeden meetellen die een veel tegroo-
te beteekenis krijgen juist bij vacatures.
Er zijn nu andere methodes van can-
didaatstelling en van verkiezing in den
maak. Maar we vreezen dat het nog
heel lang zal duren voor een van die
stelsels in de plaats zal zijn gekomen
van het stelsel, dat we nu hebben. En
zoo lang zullen we er op moeten re
kenen, dat, als regel, met wellicht een
enkele uitzondering, iedere tusschentijd
sche vacature het gehalte van onze
volksvertegenwoordiging niet verhoogt,
terwijl dc beschikbare goede krachten
buiten de Kamer meestal niet in aan
merking kiinnen komen, wat ook al weer
niet ten goede komt aan het prestige
van de Kamer, die heusch wel een
beetje versterking daarvan kan gebrui
ken!
BINNENLAND.
Naar het EngelsCh, door Berta Ruck.
IN EN OM DE HOOFDSTAD.
LVIL
Gemeentetrams
en gemeentelijke levensmiddelen.
De „Poort".
't Is dan toch heusch afgeloopen de
vorige week ik bedoel met de be
handeling der gemeen tebegrooting. Na
vijf weken vond men het genoeg en het
heeft ongeveer een kwart ton aan pre
sentiegelden gekost.
De burgemeester bad zich de veront
waardiging van eenige Raadsleden op
den hals gehaald, toen hij bij het begin
der vijfde week op dit enorme bedrag
aan presentie-gelden gewezen had, want
die booze heeren hadden uit deze op
merking „gelezen", dat de voorzitter
eigenlijk jn bedekte termen zou hebben
te kennen gegeven, dat er onder de vroe-
den waren, die de beraadslagingen een
voudig rekten met bet oog op de te vor
deren zittings-gelden. Men zou bijkans
zeggen, dat hier „de schoen was aange
trokken door hen, wien ze paste", maai
burgemeester de Vlugt heeft later gerust
stellend verklaard, dat de gedachte, die
hem was aangewreven, nooit bij hem was
-«opgekomen, doch dat hij met het oog
op de stedelijke financiën toch had ge
meend de opmerking te mogen maken,
jets wat men den burgemeester eener
gemeente, die er niet zoo schitterend
voor staat, zeker niet euvel mag nemen.
In de laatste dagen dezer weken-lange
beraadslagingen heeft men het nog ge
had over enkele onderwerpen, die voor
ieder burger van belang genoeg waren,
t. w. het tramverkeer en de levensmid
delen.
De tram het éénige vervoermiddel
waarop de Amsterdammers feitelijk zijn
aangewezen, aangezien de taxi's er nog
altijd niet zijn kwam vooral in be
spreking met het oog op de sedert eeni
ge maanden ingevoerde éénmanswagens.
Die nieuwerwetsche wagens, zonder
conducteur, rijden thans op het Kring-
lijntie om het Centraal Station en op
lijn 15, d. i. van het einde der Laraisse-
straat naar de Plantage en B. en W.
stelden voor er nog een tachtig van die
wagens bij te nemen, die dan op andere
lijnen dienst kunnen doen. Daar kwam
verzet tegen: omdat de proef nog te kort
had geduurd; omdat dikke menschen zich
met moeite langs den bestuurder-kassier
naar binnen moeten wringen; omdat
heusch, een der leden merkte het op
men niet op of van een één-mans-wagen
kan springen aangezien die geen tree
planken heeft zoolang de bestuurder
cle tree niet bij een halte automatisch
beeft neergeklapt men zou zoo zeg
gen, als er één deugd aan een één-mans
wagen is, dan is het juist die, dat over
haastige menschen door roekeloos op-
of afspringen geen ongeluk kunnen
krijgen.
Maar de meest eigenaardige bedenking
tegen die èén-manswagens kwam wel van
den kant der communisten, wier woord
voerders meenden, dat de bezuiniging
door die nieuwe voertuigen verkregen,
ten koste ging van de bestuurders, om
dat de dienst van die menschen, die bo
vendien nog hebben toe te zien, dat de
passagiers langs hen binnenkomende hun
dubbeltje voor den rit betalen, zóóveel
inspannender is geworden en hun gezond
heid er door wordt gesloopt, omdat hun
zenuwen er onder lijden, en die redenee-
ring gebruikte zij als argument om voor
die bestuurders een werkdag van zes
uren in te voeren.
Daar is niemendal van gekomen. De
wethouder voor de bedrijven, d. i. de so
ciaal-democratische wethouder Wibaut,
heeft kort en bondig gezegd, dat B. en
W. er niet over dachten om voor het
trampersoneel den werktijd van 48 uren
te gaan verminderen tot 36 uren, want
de geneeskundige dienst had van dat ge-
zondheid-sloopende, zenuwachtige werk
op één-manswagens nog niets gerappor
teerd. Het precedent om door middel van
hei trambedrijf allengs tot den zes-uur
werkdag te komen, is dus niet geschapen
en de heeren-commimisten hebben alleen
een argument meer gekregen om straks
in hun vergaderingen weer eens flink te
keer te gaan tegen hun „oudere broe
ders", de sociaal-democraten, die voor
de arbeiders in hun oogen natuurlijk
de „ware broeders" niet zijn en het
feitelijk tóch met de gehate „bourgeois"
houden.
En óók over de levensmiddelen heb
ben de communisten het een en ander
te berde gebracht, dat merkwaardig ge
noeg is om hier even naar voren te wor
den gebracht. De discussies daaromtrent
begonnen in verband met den gemeente
lijken vischverkoop, die de heer Janssen
geheel wilde zien opgeheven. Daar is
de Raad niet op in gegaan en het voor
stel er toe was dan ook uit den ver
keerden hoek gekomen, omdat de voor
steller der opheffing wel ietwat pleitte
voor eigen parochie.
Men herinnert zich wellicht, dat de
heer Janssen één dergenen is, die in den
nieuwen Raad zijn gekozen als vertegen
woordigers van een bepaalden midden-
standsgroep, in casu, die der vischhande-
laren en is het dus niet onbegrijpelijk, dat
hij die gemeentelijke concurrentie tegen
particuliere vischwinkels niet aangenaam
vindt, doch juist daarom had een voor
stel tot opheffen van gemeentelijke
vischvoorziening, als het gedaan moest
worden, beter niet van die zijde dienen
te komen.
Dat de Raad er niet op inging was
echter zéér begrijpelijk; juist in dezen
lijd, nu de gemeente op de voedingsten
toonstelling zulk een groote propaganda
voor visch als volksvoedsel maakte, zou
het wel zonderling geweest zijn, als men
thans besloten had dien vischhandel aan
kant te doen.
Welnu, naar aanleiding van dat visch-
debat had een der communisten de op
merking gemaakt, „dat eigenlijk de ge-
heele levensmiddelen-voorziening door
de gemeente gemonopoliseerd moest
worden" waarom ook niet? Waarom
niet even goed gemeente-broodbakkers,
gemeente-kruideniers, enz., enz., als ge-
meente-vischverkoop, maar dan zonder
éénige particuliere concurrentie! En die
edelachtbare meende, dat de gemeente
althans de geheele vleeschvoorziening in
banden diende te hebben en zich niet al
leen moest bemoeien met het buitenland-
sche bevroren vleesch. Want „het
vleesch kan voor de arbeiders niet goed
genoeg zijn; het inlandsche vleesch heelt
men gelaten in de handen van kapita
listen!"
Welk een zonderlinge redeneeringen
houden die heeren er toch op na om,
naar zij meenen, de belangen van den
arbeidersstand te dienen. In stede mede
te werken de aller-dwaaste vooroordee-
len, die, juist nog het méést onder de
werklieden-vrouwen en den kleinen bur
gerstand, bestaan, als zou visch een min
derwaardiger voedsel zijn dan vleesch;
als zouden Argentijnsch bevroren vleesch
en de goede soorten margarine ondeug
delijker zijn dan in Holland geslacht
vleesch en natuurboter, tegen te wer
ken en het gebruik van voedingsmidde
len, die door hygiënisten van beteekenis
en keurmeesters als zéér deugdelijk zijn
aanbevolen, aan te moedigen, verkondi
gen zij dergelijke enorme dwaasheden
als de vorige week in den Raad verkon
digd werden.
Die „kapitalisten", die zich het in-
landsóh vleesch loeëigenen! Alsof niet
de Amsterdamsche huismoeders, de Ne-
derlandsche kan men wel zeggen, die tot
die „kapitalisten" en gesmade „bour
geois" behooren, het meest gebukt gaan
onder hooge inlandsch-vleesch- en na-
tuurboter-prijzen en zij het juist zijn, die
de artikelen koopen, welke volgens de
communisten in den Amsterdamschen
Raad „voor de arbeiders blijkbaar niet
UO-tliO!
eiSARiTïSS
(Ingez. Med.),
goed genoeg zijn". Zoolang vele parti
culiere neringdoenden een aantal arti
kelen van dagelijksch gebruik noodeloos
op hoogen prijs houden, hebben zij bet
aan zich zeiven te wijten, ais gemeente
besturen door billijker prijzen tegen hen
concurrcerea.
Dat het goedkooper kan is hier nog
dezer dagen bewezen. In vele lunch
rooms laat men de bezoekers nog met
stalen gezicht 20 of 25 cent voor een
kop y.elf lang niet altijd aantrekke
lijke thee of koffie betalen en in ver
houding daarmede dure prijzen voor be
legde broodjes c. d. Welnu, onlangs werd
hier in een der hoofdstraten een derge
lijke inrichting geopend waar men tot
den normalen prijs van tien cent voor
een kop thee of koffie en veel lagere
jrijzen voor broodjes e. d. is terugge
keerd. De zaak heeft drukken aanloop;
wat men er voor zijn geld krijgt, heb ik
zéér goed bevonden waarom kan dié
ondernemer uitkomen met lagere prij
zen dan die, door zijn concurrenten ge
vraagd, en zouden de dure neringdoen
den het niet aan zichzelf tc wijten heb
ben, als men bij de aldeeding levensmid
delen-voorziening ten Stadhuize het op
een goeden dag in den zin mocht krij
gen, een groote gemeente-lunchroom op
te richten tegen lage prijzen?
Iets wat elders reeds „vertoond" werd-
Gedurende de oorlogsjaren exploiteerde
het Ministerie voor de Voeding te Lon
den met groot succes een paar lunch
rooms en nu weet ik wel, dat zulks
jeschiedde in abnormale tijden, maar
jewezen werd toen toch, dat de over
heid zoo iets doen kén, als de particulie
ren dure tarieven blijven handhaven.
En in verband hiermede herinner ik
tot slot van deze, nog even aan het over
lijden van een der beide heeren Hul-
schcr, die jaren geleden het bekende
restaurant „De Poort van Clcve" had
den opgericht. De overledene had zijn
laatste jaren rustig in.de residentie ge
leefd. Het „eethuis", dat zij hadden doen
verrijzen op de plaats waar eens een
bierbrouwerij stond, is jaren en jaren
een beroemde inrichting van dien aard
in ons land geweest.
Wie vroeger nooit in het restaurant
in gebroeders Hulschcr had genoten
van die beroemde biefstukken met ge
bakken aardappelen, met of zonder
„spiegelei derop!", of 's winters genut
tigd had die merkwaardige snert met
worst en 'n kluif, waarvan de Poort het
geheim scheen te hebben; of van die
talrijke andere echt-HolIandsche scho
tels, alles in geweldige porties opgediend
wie nooit die typische, luidruchtige ma
nier van kellners-besiellingen tot het
buffet en niet minder hoorbaar van buf
fet tot keuken, had bijgewoond wel,
HOOFDSTUK XXX.
Verlies en winst.
Maar dat laatste blaadje kreeg ik niet.
Haastig mompelde kapitein Meredith iets
over „daar staat niets bijzonders in". J
Hij nam de rest van den brief op en
stak hem weg in zijn binnenzak. En
loen toen kwam er iets, dal mij ver
baasde; want hij wondde zich tot mr. j
Arthur Harrison en op zijn gezicht en
in zijn slem toen hij sprak was eindelijk
weer eenige. uitdrukking.
„En nu, mijnheer 1" zoo viel hij letter
lijk uit, „nu. hoop ik, dat u inziet in wel
ke verduivelde moeilijkheden u en uw
vrouw ons gebracht hebben. Ik hoop,
dat u de zeer onaangename positie be
grijpt, waarin deze jonge dame (met een
blik op mij) zich bovendien kon hebben."
„Kon", dat was goed. .„Kon", dat was
zeer goed. De ingewikkelde onhandig-
heden in aanmerking genomen, die ik bc
gaan moest, en het aandeel, dat hij daar
genomen had! Toch zei hij heel heftige
dingen tegen den echtgenoot van Miss
Vera Vayne over den „onmogelijken last"
en „dingen, die als feiten werden be
schouwd", waaronder Miss Whilelands
geleden had. Ik zat mij daar te verbazen,
hoe hij dien on&leld uitzienden acteur
de les las, alles ter wille van mij. Ik ver
wonderde mij ook over den toon van
kapitein Meredith. Hij was zoo erg boos.
Veel te boos! Zoo boos, inderdaad, dat
het niet heelèmaal echt klonkI
Hij wond zich zelf op - „om nog niet
eens te spreken van mijn eigen familie 1
Veronderstel eens dat uw vrouw een me-
de-pasagiersler had aangelrofrcn, die met
dat onwijze plan van haar was meege
gaan t Hetgeen Miss Whilelands natuur
lijk niet deed, nooit 1"
Nu betrok het gezicht van den anderen
man. „Niet deed, nooit?" Hij keek mij
aan alsof hij zeggen wou „Hoe komt het
dan, dat zij hier in de Riiz zit met uw
heele familie?"
„Toen Miss Whilelands naar mijn
moeder's huis ging", vervolgde kapitein
Meredith, „ging zij met het vaste plan
de heele idiote geschiedenis, zooals alles
gebeurd was te vertellen."
„,D deed zij dat stamelde mr.
Arthur Harrison, nog steeds met de
oogen op mij gevestigd. „Heeft zij het
hun verteld?"
„Ja'zekér deed ik dat", begon ik vol
„.Zeker", zei kapiteiu Meredith opge
wonden.
Ik was nieuwsgierig of de echtgenoot
van dat andere meisje zou zeggen „En
geloofden zij haar?" Maar hij had er
geen tijd voor. Vlug en zeer flink ver
klaarde kapitein Meredith, dat zijn vader
en moeder Miss Whilelands daarop ver
zocht hadden bij hen tc blijven als hun
aangenomen dochter. „Zooals u ziet,
dat heeft zij gedaan", besloot hij. Er bij
voegende „Haar naam is niet veranderd,
in het register van het hotel is ze inge
schreven onder den naam Whilelands.
En ik zou wel graag willen, als hel n niet
schelen kan, dat aan uw vrouw te ver
tellen mr. Harrison". En toen, voordat de
jonge acteur weer spreken kon „Ik ben
heel boos op haar." Inderdaad beefde
zijn stem. „Heet boos".
Nu liet mr. Harrison de theatrale
manieren varen,,, die hij schjjnt te kun
nen af- en aandoen als een mantel, wan
neer het weer niet heel mooi is. Hij stak
de handen in zijn zakken, hij bloosde on
viel uit met die andere stem, de Lou-
densche en meer menschelijke stem
„Kom kapitein, ik geloof niet, dat u cenig
recht hebt datje zijn. Mijn vrouwtje was
eerlijk tegenover u. Zij dacht dat ik
heusch dood was. Wij waren van elkaar
gegaan met wederzijdsch goedvinden en
I wat mij betreft" hij" wendde zich tot
mij voor deze vertrouwelijke mededeeling
„wat mij betreft, er was geen dag
voorbij gegaan, dat ik er geen spijl van
had"
I-Iij sprak opgewonden.
„Ja. zij dacht, dat ik dood was. Had
ik mijn naam niet veranderd in Eitzroy
expres om het meisje een kans te ge
ven, omdat ik dacht", hij bloosde nog
sterker „omdat ik dacht, dat zij genoeg
van mij had en ik maar liever verdwijnen
moest? Het was haar schuld dus niet,
dat ze dacht vrij te zijn om weer le
kunnen trouwen. Galsworthy zou dat on
dcrwerp recht doen wedervarent En wj
die andere quaeslic betreft" weder
tot mij „tegenover de jonge dame
„Heeft zij Miss Vayne zich onver
gefelijk gedragen 1" viel' kapitein Mere
dith uit.
Vol vuur nam de acteur dit op
„IJeelemaal niets van dien aard. als u
mij niet kwalijk neemt".
Ik begon mij wat zenuwachtig
voelen.
„liet is mijn vrouw, waarover
spreekt", voegde mr. Harrison er be
rispend bij. „En dal kan ik niet uitstaan,
ziet u? Als ik over uw vrouw gesproken
had, kapitein, dan zou u dat ook niet ge.
doogen. U had dat niet moeten zeggen.'
O heer! Zou het nog uilloopen op een
twist tusschen de beide jonge mannen?
Ilier, in dit hoog, sierlijk vertrek, zou
den ze elkaar naar de keel vliegen t Maar
ik hoefde daar niet hang voor te zijn
Kapitein Meredith antwoordde op ee»
heel anderen, vricndclijken toon: „Neen,
dal had ik niet moeten zeggen Het spijt
mij".
Dadelijk verlecderd, zeide mr. Arthur
Harrison „O, .dal is heel mooi van uf
Ik verzeker u, mijnheer ik wou, dat
Bernard Shaw u dal had hooren zeggen.
Ik denk soms De manier, waarop hij
zich over het militaire vak uitlaat, kan
er haast niet door, hé? Zeer edelmoedig
van u. Ik vermoed, dal u die andere op
merking alleen maakte omdat u u na
tuurlijk een beetje overstelpt voelde."
„Dat zal wel zoo wezen." Kapitein
Meredith keerde zich een weinig Jer zij
de, "begon wat te trekken aan de franje
van een van de zware gordijnen
„Ik begrijp ik weet niet hoe. ik mij
zou gevoelen, als ik in uw plaats was
zei de jonge acteur met echt gevoel dit
maal. Het is duidelijk tc zien, hoeveel hij
houdt van die opzichtige, met hartjes be
sprenkelde vrouw van hem. „Ik weel het.
Er is niets aan le doen, maar het is zoo."
Dit zei hij heel eenvoudig. „Hc^t is maar
zoo mijn winst is uw verlies, kapiteiu'*
„Zeker", stemde kapitein Meredith
haastig toe. „Zeker"
Een pauze
Ik wist niet wat ik zeggen kon..
Toen