RHFÜMATIEK
TOGAL
(Ingez. Med.)'
boek, is de onbevredigende vraag: „Heb
ik hiernaar zóó terugverlangdVIs dit het
leven, dat ik niet ontberen kan?
Mevrouw v. Ammers heeft een voor-
treffelijken roman hierweer gegeven. Wij
hopen met bovenstaande weergave in
groote lijnen er de belangstelling voor
te hebben gewekt die dit boek verdient.
Hoe juist en raak zijn de situaties, de
personen, hoe geestig onopzettelijk heeft
mevrouw v. Ammers ook voor de bij
personen een ander karakter-type ge
nomen.
Zoo werd dit een roman, die zeker
evenveel gelezen zal worden als „Het
Huis der Vreugden".
De weg tot schoon
heid en gezondheid,
door Reinhold Gerling.
Uitgave J. T. Swartsenburg,
Zeist.
„Op het gebied van harmonische ont
wikkeling, huidverpleging, lucht- en licht
baden enz. zijn wij in ons land nog ver
bij het buitenland ten achter," zoo
schrijft de vertaler van dit Duitsche
werk, dr. B. J. C. te Hennepe Jzn. in
een voorrede. „Onze sport beweegt zich
nog steeds in de verkeerde ^richting van
éénzijdigheid en wedstrijdzucht."
Deze aanhaling geeft reeds aan wat in
dit boek te vinden is. De tallooze afbeel
dingen (waaronder zeer fraaie) van
Grieksche beelden, maar ook van foto's
van harmonisch gebouwde personen ge
ven een andere aanwijzing van de be
doeling van den schrijver. Het is niet een
betoog voor een bepaalde oefening, maar
een boek dat wil leeren de geheele per
soonlijkheid evenredig te ontwikkelen.
En daarbij zijn de natuurlijke bewegingen
als uitgangspunt van alle oefeningen ge
nomen.
De schrijver geeft daarover uitvoerige
beschouwingen, toegelicht door die fraaie
afbeeldingen, maar tegelijkertijd leert hij
den weg, hoe tot die ontwikkeling te
komen.
Suriname, door dr. M.
van Blankensteijn. Uitgave
Nijgh Van Ditmar's U. M,
De ster-correspondent van de N. R. Ct.
(dr. Blankensteijn) heeft in het begin van
dit jaar in een serie zeer interessante ar
tikelen of brieven een inzicht gegeven in
den toestand te Suriname en van de
kwesties, die in deze kolonie aan de
orde zijn. Hij had die reis als vertegen
woordiger van genoemd blad gemaakt op
uitnoodiging van den gouverneur, mr.
brn. van Heemstra, en door diens steSin
is het hem mogelijk geweest in korten
tijd zeer veel van land en volk te zien
en te leeren kennen.
Die artikelen zijn nu in boekvorm uit
gekomen. En het herlezen ervan heeft
nog weer eens onze bewondering gewekt
over de snelheid, waarmee deze schrijver
zich in een voor hem geheel nieuwe ma
terie heeft ingewerkt. Die kolonie is een
beetje een stiefkind geworden, sedert ze
in verval geraakte, en het beste middel
om de belangstelling weer te verleven
digen, is zeker de publicatie van een
boek als dit, dat op boeiende wijze uit
een zet, wat de moeilijkheden zijn van
de daar gerezen vraagstukken.
Een aantal foto's geven een denk
beeld van uiterlijk en bewoners van dit
al te onbekende Nederlandsche gebied.
Onze Musici.
Voor de derde maal gaf Nijgh en v.
Ditmar's Uiig. Mij. onder bovenstaanden
titel een verzameling van portretten met
biografieën van ouze voornaamste mu
sici uit. Het zijn er meer dan honderd,
en de jongeren zijn niet vergeten, zoodat
deze nieuwe uitgave een welkome aan
vulling geeft voor hen die belang stellen
in de vooraanstaande personen uit de
muziekwereld.
APOTHEKEN.
Zondag en de nachten der volgende
week zijn de navolgende apotheken ge
opend.
Middelburg: M. J. van Pienbroek.
Vlissingen: S. J. Engering, Hendrikstr.
Goes: L. la Porte.
AFLOOP VERKOOPINGEN.
Door notaris H. C. Ittmann is Don
derdag in „Mercurius" alhier in het
openbaar verkocht
1. Een heerenhuis met erf en tuin
te Middelburg, aan den Krommeweele,
wijk L 32, groot 3 aren 96 centiaren.
Opgehouden.
2. Het café-biljarL „Torenzicht" aan
het Koorkerkhof alhier, wijk A 118, groot
1 are 16 centiaren. Opgehouden.
3. Een huis en erf te Middelburg, aan
den Veerschen Weg, wijk T 234, groot
72 centiaren. Kooper G. Hollebrandse
te Axel voor f 2000.
Donderdag had te Wemeldinge
ten overstaan van notaris J. C. Kram
voor de erven van wijlen S. Verbrugge
publiek de vcfkooping plaats van een
woonhuis groot 3.08 H.A. Kooper van
het woonhuis werd de heer C. van Gorp
voor f 2145 en van het perceel tuin
grond, groot 16.20 A., de heer Joh. Ka-
rel se voor f 1400.
(Inge*. Med.)
BUITENLAND.
loc
„U weet u moet denken aan uwzaak-
wnirncmers", herinnerde ik hpm,,U
moot immers dadelijk naar Londen. Om»
imormceren naar uw vrouw. Om haar op
le ipcren
Hij knikte en wendde Wet donkere
lloola af
„Maar ik kan niet met u meegaan naar
Limoen
„Neen. O hemel neen' Dat z>ou ik u ook
nooit vragen."
„Dan laat u mij hier, terwijl...."
„Wat? Stellig niet", zei hij beslist ePn
hij keerde zich, oms „U hier laten? Al
leen? Zelfs zonder de kamenier van
mijn moeder is ook vertrokken nietwaar?
Noen, u kunt onmogelijk hier blijven,
heel alleen, in deze stad
Ik aarzelde. Kan dat niet?
„Neen", herhpalde hij, de lippen sa
menpersende. Een jong meisje zooals u.
Daar is niet aan te denken."
Ik zuchtte. „Maar waar is dan wel
asn le denken?" vroeg ik. „Wat wat
den'tt u nu eigenlijk dat wij doen moe
ten?"
Ik wachtte een oogenblik zonder ant
woord le ontvangen. Toen scheen ka
pitein Meredith zich op te heffen uit
een saorl verdooving. Heel bedaard deed
hij het eenige voordel dat hem in het
heefd scheen te komen. Hij zei; „Wij
moesten uitgaan en eerst ergens gaan'
.-lunchen."
DE WARE TOESTAND.
Het R ijn- en R oermoeras.
Begin October schreef ik in een Duit
sche courant:
„HeL eenige wat de regeering Werkelijk
gedaan heeft, de hulp aan liet Roergef1
bied was meer dan verkeerd; in plaats
dat daardoor het lijdelijk verzet werd ge
steund, heeft deze financieele waanzin
bet lijdelijk verzet gewurgd. Als later
eens de geschiedenis van de hulp aan
Rijn- en Roergebied uitvoerig en waar-
heidsgelrouw geschreven werd, dan zal
de wereld en het Duitsche volk verbaasd
slaan, dat zoo iets mogelijk wasl"
Maar ik vrees ,dat ze nooit geschreven.!
zal worden. De millioenen documenten;
bevinden zich in duizenden handen; ze
worden vernietigd, opdat de menschheid
niet zal worden ingelicht over een cor-
ruplie, van een omvang, die nog nooit in
eenig beschaafd land is voorgekomen.
Wel verlam en allen, die rechtvaardig en
moreel inlalct zijn gebleven, afrekeningen
van de „RCihrgewinnler", overlegging der
stukken, teruggave van het misbruikte-
geld, desnoods confiscatie van het ge
sloten fortuin en beschuldigingstelling
van de regeering Cuno-Hermes.Becker,
en van de medeplichtige kamers van
koophandel, maar och<l©'e waarheidzoe
kers zullen roependen in de woestijn blij
ven.
i Zeg nu niet, dat de regeering onmoge
lijk vooruit kon weten dat het lijdelijk
verzet dergelijke toestanden zou dóen
ontstaan, want reeds in Februari werd
aan Berlijn bericht gezonden over de
misbruiken die zich bij de Rijn- en Roer
hulp voordeden en ook het gemeentebe
stuur en de kamers van koophandel wer
den gewaarschuwd liet hielp alles
niets, alle waarschuwingen werden in den
wind geslagen.
Reeds in Mei wees ik in de „Vcts-
sische Zeitung" er op, dat hel lijdelijk
verzet fiasco moest maken, indien men
niet aan de schaamtelooze corruptie een
einde maakle alles tevergeefs, het on
heil bleef voortduren en zij' die verf*
maanden werden voor vaderlandsloozen
gescholden, die het „Einheidsfronl" pro
beerden te verbreken!
Nu dragen we de gevolgenhonger,
koude en'ellende. Maar gedurende het
verzet wat was me dat "éen leven, wa,
was me dat een leven! Velen wensehten
toen dat het eeuwig zoo zou blijven,
want zoo goed hadden ze het nog nooit
gehad. Daar waien b.v. de talrijke nieu
we firma's die van 1919 tot 1922 uit
den grond scholen, die gedurende de
hoogconjunctuur millioenen verdiend
hadden; zij' lieten nu hun onkosten en
salarissen aan personeel door de Rijn
en Roerliulp betalen. In hoogdravende
woorden preekten de vertegenwoordigers
daarvan natuurlijk het „Dürchkallen",
kochten zich auto's en gingen weken lang
naar de duhrste badplaatsen. Duizenden
bloedzuigers misbruikten den vreeselijken
volksnood om zich te verrijken, kochten
devben en effecten, schonken hun vrou
wen of wat daarvoor doorging pelswerk
en brillanten en zijden kleeren, terwijl
zij zelf voor een paar jaar geen heefl.
hemd bezaten. Ze zaten in de bar's en in
cabarets, dronken dure wijnen, wierpen
hel geld in bundels ojp tafel en waren nog
schaamteloos genoeg openlijk le verkon
digen, dat „Berlijn" alles betaalde, dat
alles uit den groolen p$t kwam. Voor den
eerlijken medeburger die droevig naar
deze door de regèering zelf geschapen
toestanden keken, hadden ze slechts een
medelijdend lachje. In hun oogen waren
dat ezels, die niet in staaf waren de ge
legenheid te benutten.
En verder, en verder verbreidde zich
de razernij. Als de nog fatsoenlijk ge
bleven induslrieelen, kooplui, winkeliers
en arbeiders zagen, dat aan die anderen
liet geld letterlijk werd opgedrongetn,
wilden ze langzamerhand ook meedoen.
De banknolenpers drukte dagelijks billi-
oenen, die naar Rijn en Roer werden
gezonden, lot deze laatkte wel een 90
procent van alle inwoners van Roer- en
Rijngebied, van Berlijn uit, gevoed wer-
den. Er waren eigenaars van villa's bij',
menschen die tot (ie eersle kringen lioor-
den en ik neb in Hilden bij Düssieldorf
waar dagelijks ongeveer 400 „noodlijden-
den" verzorgd werden, met eigen oogen
gezien dat zoo'n kerel per auto voor
kwam, zijn wekeüjksche millioenen-check'
I haalde, terwijl zijn maitresse in zijde ge
kleed, in de aulo op meneer wachtte
"Waarschuwingen aan regteering en
steden bleven vruchteloos. Men scheen
zich te hebben voorgenomen, hel geld
voor de commissie van herstel onder de
menschen te biengen en dat gebeurde
dan ook voor Rijn en Roer. De winkels,
de wijn- en bierrestaurants waren van
vroeg tot laat overvol. De „dappere"
versleten kleeren, vol zorg, treurig, zon
der brood, zonder kolen, een werklooze
zonder ondersteuning. Hij iggat droevig
in de schaduw en de ambtenaren lachend
in de zon van. het leven. Hoe gelukkig
zou zoo'n geleerde zijn, als hij"1 maai* een
vierde deel kreeg van hun inkomen-
Winslmakers en andere rijken wierp
broeders van Rijn en Roer, zooals mende regeerin^; milliaxden goud in den
ze in Berlijn noemde, dronken en vier- j schoot, zooveel, dat daarmee bijna d©
den feest en dachten; geen oog'enbliic her^eh orde i-m een beia-ald haddei kun-
aan het nader komende onheil. Heerlijk nen worden, terwijl men de pioniers de»
hadden hel ook de ambtenaren. Geld,,
nogmaals igeld voor een Jui leven. Ze
kregen fietsen, nieuwe kleeren en aller
lei voordeelen, opdat ze toch maar trouw
zouden blijven aan het lijdelijk verzet.
beschaving in koujde en honger laat om
komen.
Dat alles is het gevolg! van de angst
voor het straatpubliek. De bevoorrech
ting van het proletariaat is oorzaak, dal
De tegenwoordige bittere nood, zou de beschaving langzaam sterft en zij is
Rijnland en Westfalen bespaard zijn ook de oorzaak der corruptie, fn onbe-
gebleven indien de ï-egccring niet direct I grijpelijke sufheid gaat de Berlijnsche
tol staken van den arbeid had aan ge- regeering haar weg en geen lid er van
spoord.
Het 1 meren werd om zoo 1© zc-ggen
epidemisch. Werken was haast schande,
Waarom ook werken, als men voor het
nietsdoen betaald wordt.
Gedurende bijna twee jaar bedienden
ongeveer 20 telegrafisten de lijn üüssel-
dorf—Parijs. Toen zij zagen dat ambte
naren bij spoorwegen en inkomende
rechten voor hun niets doen rijk betaald
Werden, legden ze ook den arneid
neer. Onder „Fransche bajonetten"
wilden ze niet werken. Dat was ook
voor de vrouwelijke telefonisten liet
signaal om te staken en zij weigerden
voor de Franschen de telefoon te bedie
nen. Ten slotte werkte behalve de com
miezen bij de post en de postboden,
geen enkel ambtenaar meer. Waarom
ook? 't Was veel gemakkelijker, iedere
8 dagen zijn goed traclement in ont
vangst te nemen, dan dienst te doen.
Ook het moeten verlaten vaA het 'be
zette gebied, was voor velen minder ei£,
dan men zou denken. De ongehuwden
en de jong-getrouwdeu lachten er om.
Ze kwamen in hotels en zomerverblijven
in het onbezelle Duitvchlamd en wat daï
meer ko tte, dan wal hun traclemeut be
droeg, kregen ze als „toeslag" uitbc-
tealdT
De dankbaarheid van het vaderland
schijnt te begrijpen, dat de Duitsche
culluur werd neergedrukt door de Rijn
en Roer-ondersteuning, die een ontaarde
profilcerders en een wormstekig ajnbte-
naarseorpo tot een Rijn- en Roer-moeras
maakten 1
We mecnen bij deze door een Duit-
scher geschreven beschouwing te moeten
waarschuwen dat ze eenzijdig getint zijn.
Maar we hebben zo toch geplaatst, om
dat van geen enkelen Duitscher die nu
midden in den chaos zit, een zuiver ob
jectieven kijk op de zaken le verwachten
is; en voorts ook omdat er waarlijk wel
reden is, de droeve gevolgen van het
steun-maar-raak-systeem in het licht te
stellen.
Red.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
No. 103.
Ook in den heksenketel leeft
men voort. Een philanthrope.
Ilct Berlijnsche slot en de„slot-
keuken". Het verarmde intel
lect. „Waardevast" papiergeld.
Berlijn, eind Novemer.
Wiens leven kalm en onbewogen heen-
vliet, kan zich niet voorstellen, hoe
iemand, die onophoudelijk door noodlota-
j slagen gestriemd wordt, zijn levenslast
voor de vr,«beroepen die o>k moesten -Zoo kan ik me heel goed
„durehhalten zag er andc» m oor d>, me„ in Hc,„a„d wa.,r men
slechts koe het, volgens een bericht in zMr ook ^et zonder zorgen is>
maar toch in een lucht ademt die over-
ide „Deutsche Allg. Zeitung", bij heti
,Wohlfahrtsamt" in Frankfiu-t toeging:
eenkomst vertoont met die van voor 1914
,De gelijkstelling van ide verschillende al)soluu, niot mecr begrijpt, dat men tl
standen schijnt hier volkomen ingevoerd
te zijn. Naast den aristocraat staat de
arbeider, naast de communist de vroe
gere stafofficier. Mannen die honderden
arbeiders onder hun beslier hadden, an
dere, wier bevel een machtige militaire
groep (gehoorzaamden, lengeie vrouwen
uil de eerste kringen, eenvoudige lieaen
van buiten, voor wie de vrije natuur
levensbehoefte is, staan vier, \vIjf ochten
den in de week uren lang in een half
donkere ruimte en wachten, wachten
op het kostgeld voor een of twee dagje-n,
want meer geld is er nooit voorhanden!"
Zooals ik reeds zeide, leefden in het
bezette gebied negen tiende der bevol
king van de Rijn- en Roerhulp.
En het overige tiende deel?
Dat .was de „geestelijke elite", de
intellectueelen, die op bevel van de re-
geering nog de banier behoorden te
dragen, die pioniers, die door hun ar
beid een volk eerst tot iets maken in de
wereld, de geleerden, de dichters, schil
ders, schrijvers, scheikundigen, inge
nieurs etc., dat waren de menschen die
Berlijn verhongeren liet!
Billiocnen en nog weer billioenen gpf
de regeering! san handel, industrie
handwerk, aan de ambtenaren en werk-
loozen voor het intellectueele Duitsch-
!?.nd had ze geen cent over. Phrasen,
den heksenketel Duitschland bestaan kan
Het is inderdaad merkwaardig ge
noeg: we leven nog steeds, we verwon
deren ons zelf daarover en iedere vreem
deling, die nog in Duitschland komt, ver
wondert zich eveneens maar het ia
zoo. Van buiten af gezien, maken de
Duitsche toestanden stellig een nog wan
hopiger indruk, als wanneer men ze van
binnen uit beschouwt.
Zeker, we hebben in Berlijn excessen
beleefd, die ongehoord en in alle op
zichten barhaarsch waren. Er hebben in
het centrum van de stad „pogroms"
plaats gehad, zooals die vroeger in Rus
land aan de orde van den dag waren en
die men tot nu toe in de hoofdstad van
een beschaafd land voor onmogelijk ge
houden had. Ook thans, nu de zwaarste
stormen zich gelegd hebben, komen nog
herhaaldelijk overvallen en plunderingen,
voornamelijk van levensmiddelenbedrij-
ven, voor. Maar daarom moet men in het
buitenland nu niet dadelijk denken, dat
hel in de Berlijnsche straten moord en
doodslag is. De reusachtige stad is te uit
gestrekt, dat de meeste bewoners van
onrust in bepaalde stadswijken iets zou
den bemerken.
Zeker, wie geen dringende boodschap
pen te doen heeft, blijft 's avonds het
liefst thuis. De schouwburgen en concer-
mooie woonden, dat was alles. De iniei-l ten zijn wel is waar nog altijd goed be-
lectueel in Duitschland loopt rond in zocht, maar na de voorstelling haast
hoofd- en zenuwpijnèn en soortgelijke kwalen, worden bestreden met zekerheid van genezing door het gebruik
van TOGAL-TABLETTEN. Bij alle Apothekers en Drogisten verkrijgb. i f 0.80 en f a.Vraagt g r a tis toezending
k, van brochure No 60 aan de „Pharmaceutische en Chemische Groothandel. A. J. AMEYE, Amsterdam.
(Ingez. Med.)
„Luncheh? Lunchen?" antwoordde ik.
„O, hoe ecat iets voor een mah!"
Ik iprong overeind van mijn stoel om
niet le hoog naar hem te hoeven opzien,
terwijl ik eenige van mijn gevoelens voor
hem luchtte.
„Lunchen?" herhaalde ik verbitterd.
?„Ue vreeselijksie dingen mogen gebeu
ren alles kan onderste boven gegooid
worden, le ellendig om het onder woor
den le l rengen de menschen kunnen
.illeen achtergelaten worden in Parijs met
de mannen van anderen ze kunnen
'zich volkomen hulpeloos voelen in een
een. een een wel van filmdrsma's
het zal op zijn minst drie dagen duren
om een brief door te zenden naar "Wales.
Maar alles, alles waar een man aan den
ken kan ia aan eten! ik heb' daarenbo
ven pas ontbeten" wierp ik hem uitda
gend loe.
Kapitein Meredith zag op mij neder
hn wedc,r zag ik o.p zijd gezicht iets van
die jongensachtige goedblarligheid, waar
waarmee hij mij behandeld had den eer>-
4en aag vati ons samenzijn. In z,ijh stem
was ook weer die oude toon van loe-
ilemming, dat dit alles mijn schuld niet
•was* Heel vriendelijk pnolieslecrde hij!
nu „U kan een klein broodje en een
kop chocolade (och geen „ontbijt" noe-
men. Die ellendige Fxansche m;nier
maakt dat ik mij veel te zwak en flauw
zou voelen om aan iets le denken voor
dat iic middags wat' te eten gehad .-ueb".
verldaarde deze Brit. „En het zul tSjha
kwa.rl voor twaalven zijn voordat wijt een
geschikt plaatsje gevonden hebben. Ga
gauw raar boven uw hoed halen wilt u?
Op m'ijn woord van eer u zult u daarna
beter voelen
Nu, ik moet bekenden dat ik mij meer
jopgewa >ser| gevoeld© den toestand in hel
aangezicht te zien, nadat ik eer aad be-
J wezen ai?n een versterkende Fransche
soep en een plat eieren raet groene
zachte spiiuzie. y
Toen met een bordje appel-compöte
voor ons zaten wij te praten en te rede-<
neeren ever de mogelijkheden wat wij1 nu
weer doen zouden. Dat is tie zeggen, ik
was hel die het meJesl praatte.
Kapitein Meredith schejen Mj lange
liijschenpioozen vervallen te zijn in een
gepcin, dat tot motto draagt- „hij weet,
er geen rard opt"
Ik zei- „Zouden wij niet aan uw moe
der kunnen telegraf|Ceren ja, maar,
wat?"
En„Als ik eens ging naar het Christe
lijk Tehuis voor jonge vrouwen maar
dan 2elf> zjou Lady Meredith zicli, ver
wenneren!" Eindelijk: „Ach, maar zou
ik u m Londen aan het station niet da
delijk kunnen verlaten, kapitein Mere
dith U zou daar kunnen blijven. En ik
regehecht naar de Bryn gaan, naiar uw
familie. Evenils te voren, d^n eersten
ikf e,r, zou ik hun kunnen verklaxfen
Hier zweeg ik evten met de treurige*
herinnering h(oe moeilijk het was de din-
I gen asn zijn familie le verklapen."
,.Ik zou mijn best doen hun te verkla
ren", zei ik, „dat u van plan was ge-
j wecst met mij meie le komen, maar dat u
iGnvermijdclijK a,sn de stad geboncflen
waart, vcor zaken of' met een blik op
zijn gezicht: „Misschien denkt u, dat dit
K.ói( met kan? U vindt dat misschien
ook te dwaas?"
„Ja heel vreemd, vrees ik'5, zei ajj mei
zijn 'ïoofdknikje over het tafeltje heen.
„Mnsr er schijnt mets op te bedenken te
zijn, aat niet vreemd lijkt!"
„Mooi dan, sis dit niet gekker lijkt
dan een vsn mijn andere plannen, waar
om, zouden wij liet dan niet doen?" zei
ik vol vuur. „Laten wij niet langer in
Parij - Hij"ven. Lsten we ons boeltje pak-
I ken en dadelijk heengaan. "Waar©™ niet?"
„Omdat er in •oorlogstijd maar ócn
boottrein is", zei kapitein Meredith, apt
hoofd heftig schuddende, „en dit is d®-
gene. waxrmee mijn vader en moeder!
vanmorgen vertrokken zijn. Ze zullen
nu in het Kanaal wezen. Neen, vandaag
kunnen wij niet gaan."
Mistroostig neek ik hem aan. „Kunnen
wij dui niet voor morgenochtend vertrek
ken."
.„En din is liet nóg de vraag", ant
woordde kapitein Meredith. „Uw pas
moet geviseerd worden. U moet dalar
vóór drieën naar loe gaan als u het
wens'chl dat het vandaag gedaan wordt".
„Dat wit dus zeggen", zei ik langzaam',
„dal iic nog twee heel® dagen in Parijs
moet blijven precies zooals ik nu ben,
in hel h|Met Rib. en en waar zij den
ken a t ik met u ben?'5
„Ik zie niet, dat er iets anders aan te
lioen is-'-, zei kapitein Mepedilh kortaf.
Er een kleine misnoegde rimpel
lu-schen zijn twee wenkbrauwen, toen
hij" rui mij" afkeek. „Wat zou u anders
doen? U kent niemand in Parijs, wel?
Een. paar dames, waar u logeepen kon
in dien lusschentijd?"
schudde het hoofd. „Ilt ken nie
mand behalve Reg behalve kapitein
Pen more. En ik ik wil hem liever niet
lastig villen. Eu ik denk niet dat hij da
mes ziou kunnen
Hier zweeg ik. Er was mij plotseling
zuii een uilmunlend ide® ingevallen, dat
het xhij verfcas.sde er nipt eerder aan ge
nacht le hebben.
„O wacht, wacht eens!" riep ik opge
wonden uit, terwijl ik boven mijn koffie-
'kotpje in mijn handen klapte en den blik
van kapitein Meredith met een glimlach
van verlichting beantwoordde „Ik heb
mij iemand bedacht
(Wordt vervolgd).