IN VERKEERDE SCHOEM
Club-House
Zaterdag lO November 1928
No. 266,
166' .ïiiarettnp
Dit nummer beslaat uit TWEE Bladen.
eerste blad.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
<gnt per week,
Advertentie n: 30 cent p. regel.
Ingezonden Mededeelingen: 50 cent p.
regel. Bij abonnement veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen;
van 17 regels f 2.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
U aangegeven dat zij in deze rubriek
aioeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling. Advertentiën onder
brieven of bevragen bureau dezer cou
rant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent plus 2 cent voor
port per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en de3
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELT aan
ons Bureau bezorgd zijn.
BINNENLAND.
GELDBELEGGING IN LAND.
Ged. Slaton van Friesland hebben be
zwaar gemaakt hjinne medewerking te
verleenen tot liet omzetten van een ten
nahje van een leen op bet groothoek
der pet. N. W. S. belegd kapitaal
in een zatfye en landen, waarvan de
(machtiging lol aankoop werd aange
vraagd.
Hel bezwaar berustte op de overwe
ging, dat ^eldnele^gxngi door aankoop
van lana met lipt oog op de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden voor een leen
te speculatief moest worden geacat, waar
de Jandprijzen, vermoedelijk ook onder
jinvloed van vrees vioor mogelijke waarde
daling van den gulden, een zoodanige!
hoogte hebben 'bereikt, dal zij als
abnormaal hpog mogen beschouwd wor
den, zotodal, indien dc tegenwoordige
landprijzen, wat allerminst onmogelijk
'is, eerlang door een daling zullen wor
den gevolgd, de voorges lel de transactie
finalalieel nadeelig voor het leen zou
blijken te zij'n geweest.
BENADEELDE NEBEBL. BELAN
GEN IN IIET BUITENLAND.
Hoewel dc afdeelingen der Tweede
Kamer de fcegrooling van Buitenland
schip Zaken onderzochten vóór dc cri
sis, zoodal de toen gestelde vragen nie-
(maind meer vinden, die ze kan beant
woorden, willen we uit heL voorloo-
pig verslag over die begroeiing toch
'enkele deelen aanhalen, die doen blijken
welke belangen van Nederlanders liijaus
in hel buitenland ïn het gedrang ko
men;
Sommige leden wezen op hei ver
schijn iel, dat in de vele valuta-zwvkke
landen thans herhaaldelijk de gelegen
heid wordt benut om buitenlandsdhe
crediteuren door betaling van rente of
hjoofdsom hunner vorderingen in de ge-
Naar het Engelsdh, door Berta Ruck.
depreoieerde binnenlandsche valuta met
weinig of niels af te schppen. Ook in
ons land zijn duizenden groote, zoowel
als kleine bezitters van builonUndschje
|fondsen dupe van dit verschijnsel gewor
den. De leden, die deze kwestie ter spra
ke brachten, stelden de vraag, of de Re
geering bereid is het bedoelde ver
schijnsel ernstig onder de oogen te zien
en de noodige moalxegelen te treffen, op
dat in Nederland uit dezen hoofde zoo
weinig mogelijk schade worde geleden.
Sommige leden, die wezen op de vraag
in de vergadering der Tweede Kamer
van den ten Juni 1923 door het lid
dier Kamer den heer Dres>elhuys tot
den Minister gericht betreffende Neder-
Jandsche goéderen in het Roergebied,
verklaarden gaarne van den Minister te
kullen vernemen, welk het resultaat is
van de overweging, die de Minister ïn
antwoord op die vraag heeft toegezegd
,en in hpeverre de door den heer Drcs-
selhuys tor sprake gebrachte kwestie
thans lol oplossing is gekomen.
In verband met de totstandkoming van
de wet, hpudende de goedkeuring van
de Wijzigingen in de herzien© Rijnvaart-
akfc werd door sommige leden gewezen
op de aanzienlijke schjade welke san hel
havenbedrijf le Rotterdam en .Amsterdam
wordt toegebracht door de heffing te
Straatsburg van de zoogenaamde sur
taxes d'enlrepot van goederen, wélke
over Nederland worden verscheept. Dit
recht wordt niet geheven van over Ant
werpen le vervoeren goederen.
Gaarne zouden deze led©n vernemen,
of door den minister reeds stappen zijn
gedaan om tot afschaffing van deze hef
fing te geraken.
IN EN OH DEN HOOFDSTAD.
LI.
On zo eigen taal1. Een verbete
ring op Btraat. De „nieuwe
armen."
Is het niet Bismarck in hoogst eigen
persoon geweest, die beweerd heeft, „dat
Holland zichzelf wel annexeeren zou?",
waarmede hij natuurlijk bedoelde „bij
Duitschland". En soms zou men zeggen: de
'oorspelling van den IJzeren Kanselier is
reeds in vervulling gegaan, althans te
oordeolön naar de hoeveelheden menschen,
die men tegenwoordig de taal van onze
Germaansche buren hoort spreken, zeker
niet het minst in de hoofdstad.
Als forens in den trein, als wandelaar
door de straten der hoofdstad; alB bezoeker
van café, lunoh-room of openbare gebou
wen, hoor ik hier om mij heen bijna even
veel onvervalscht Nederlandsch als zuiver
Duitsch dergenen, die meenen dat zonder
ling ver-duitsch Hollandsoh óók Duitsch is
en van hot plat-Amalerdamseh, dat „ver-
hoofdstadsch" Nederlandsch is. En wanneer
ik tien verschillende vrienden bezoek, dan
jjclooi ik niet te overdrijven als mij al
liums achtmaal do straatdeur geopend woijdt
door een meisje, dat 6f Duitsch óf sterk ge
accentueerd Hollandsch spreekt. En deze
week, toon ik een aardig Hollandsch-gebo-
meisje van een jaar of acht ontmoette,
dat mij met trots vertelde, dat zij de
vorige week op een familie-feest „voor pap
pie en moesje een mooi versje had op-
gd" en ik haar vroeg of ze het ook
eens voor mij wilde zeggen, begon ze
dadelijk invloeiend Duitsch. Wadrom
in hot Duitsch? Wel, „fraulein" had het
haar geleerd. O zoo en pappie en moesje
hartelijk voor zich aan te kon
digen als do barbier", de „banketbak
ker", de kleermaker" of do „dans-leeraar'
Gedurende den oorlog, vermoedelijk voor
al door hot 6Ucoes der rondreizende „Tim-
bertown follies" en de Engelsclie offi
cieren 'te Den Haag, heeft de „Bngel-
sche ziekte" de bovenhand verkregen. De
glad-geschoren gezichten en „gepomadeer-
de platte scheidingen" van het hoofdhaar
zijn ondor de Amsterdomsoho en Hoag-
sche jeugd bovenal, doorgedrongen en al
wat Britech klinkt is prachtig geworden.
Als ik zoo in Amsterdam rondkijk is het
aantal „tailors" blijkbaar' danig toegenomen
28.
Zij ging voort: „Maar deze jonge Fran-
scJae officier is nu volkomen ner-lold
Eindelijk isi hij' in staat geweest zijn fa
milie zelf inlichting te geven. Denk eens
aan Wat een vreugde voor hen!"
„Het moet heerlijk voor ben zijln," zei
ik met een kneep in mijn. hart voor die
andere menschen 'die hun zoon verloren
hadden.
„Ja Rose, denk eens! Zijn familie! Zij In
moeder. Je weet hoe die Fransche moe
ders zijn. B|ïj haar vergeleken lijken de
Imeest toegewijde Engelsche ouders koud
en niet zoo trouw. Natuurlijk alleen uiter
lijk. Wtij voelen precies hetzelfde. Dat
inoefen alle moeders wel" zei George's
moeder haastig. Ken je dat vreeselijke
versje van Newbolt Rose over de dooden-
lijsten? Ik ben vergeten hoe het heette.
Het beschrijft hoe de vader van een
jongen soldaat, die in den strijd gevallen
is, de Ujding kon aannjooren met een ge
voel van trots omdat zijn zoon als een
dappere gestorven is. Maar zijn moeder,
lieve Zij lacht.
„Zijn moeder zit alleen... En het versje
eindigt: „Binnen in haar hart wiegt zij
een dierbaar kinicl en ze roept Mijn zoon!
mijn zoontje!"
Zoo voelde de moeder van dien Fr
schen officier Rose". Je bent te jong oin
dat te begrijpen. Maar ik ik!"
„Belle-mère, lieveling Ach maai "u
zelf niet zoo droevig 1" stamelde ik, zelv
ontzettend aangedaan. Ik stond op en liep
snel naar het bed. Ik ging naast haar
zitten en vatte haar hand. Om haar een'
beetje te troosten zou ik alles willen
geven. Maar wat kon ik doen? Welke
troost kan iemand brengen aan Rachel?
treurende over haar kinderen en omdat
zij niet
Een ©ogenblik stilte. Toen zag ik dal
George's moeder wat bij kwam. Haar
hand beantwoordde den druk van de
mijne. ZIJ draaide haar lief gezicht naar
mij toe.
tiaar oogen stonden helder, wijd open.
met tranen, die zij niet wilde storten. Zjj
had op haar lippen gebeten van inspan
ning; ik zag een klein straalje bloed over
liaar kin loopen. Zij haalde hafar zakdoek
uit haar grijs satijnen taschje met zil
veren beugel dat zij alffijfd hij zich heeft.
Een oogenblik daana sprak zij:
„Nu zijn alle tranen van die Fran-
stehe vrouw in vreugde veranderd. En
niet alleen de hare. Die jonge officier",
zij tikte op de courant in haar hand
hadden het op hun HollandBch herinne
ringsfeest „erg lief en mooi gevonden". Dp
6chim van Bismarok
Nu weet ik wel, dat de toestanden in
ons burenrijk 6edert het einde van 1919
en de stroom van Duitechers en vooral
Duitsche „frauleins", die over de gren
zen in ons land kwamen, schuld zijn aan
die verspreiding der Duitsche taal en dat
het met die annexatie, zooals Bismarck
zo zag, nog wel zoo'n vaart niet zal loo-
.jen, doch wanneer wij nog iets voelea
bedoel; diens vreemdelings-taal thans zoo
gaarne in opschriften aan zijn zaak of in
advertentiën gebruikt en misbruikt.
De vreemdeling zal ook, zoo hij hier
reeds voorheen geweest is, als hij thans
Amsterdam bezoekt, althans één c-rgornis
minder aantreffen.
Er is al jarenlang geklaagd over de heb
belijkheid van Amsterdammers om 's morgens
tot tien uur toe nog wel, aan don openbaron
weg klecden en matten stofvrij te maken
'ooral vreemdelingen verbaasden er
o 7 O
voor onze eigen taal, dan dient men tegc-n I zich n*iefc ten onrechte over, dat die
dat doordringen van het Duilsch toch wat weinig smaakvolle en on-hygiënische vertoo-
ernstiger le gaan slaan, vooral bij onze
jeugd, die onder ,,fraulein"-hoedo komt en
dan moesten die „pappie en moesje van
die koperen bruiloft" dat Duitsche ge-
Inkvreneohje van hun kind niet alleen ..erg
lief en mooi" vinden, omdat het door
hun lieveling werd opgezegd, maai- zich
tevens voornemen wat meer aandacht te
geven aan Nédorlandsche poëzie.
Zulks is vooral aardig iu een land als
hot onze, waar velen tóch al zoo geneigd
zijn om alles van buiten mooi te vinden,
en waar men Amsterdam en Den Haag,
vermoedelijk helaas! vooraan zich blijk
baar nog te vaak voor een Hollandsch
woord schaamt. Vroeger stond Fransch bo
ning werd toegelaten. De politie kon or
niets togen doen, de Politie-verordening1
stond het toe. Gelukkig, sedert het begin
van deze maandt is dat uit, wat' voor do
Amsterdammers en niet-Amsterdammers langs
den weg een gelukwensch waard is. De Poli
tie-verordening is met ingang van I Novem
ber j.L in dien geest gewijzigd, dat hel
stofvrij slaan aan do straat slechte mag
plaats hebben tussehen zee en aohl uur
in den ochtend, zoodat de grooto meer
derheid der burgerij en vooral do naar
sehool-gaando jeugd van die bacteriën-ver
spreiding verlost Is. Ge ziet, wij gaan
vooruit kalmpjes aan en misschien worden
wij op den duur wel bevrijd van nog eenige
venaan en bedankten de „coiffeur", de „pa- I onhebbelijkheden aan den openbaren weg,
tissior", de „tailleur", de ,j>rofesseur' de 313 nogmaals een herziening der Politie-
cksarettss
verordening plaats heeft.
Met ingang van denzelfden genoemden
datum is, ook door een wijziging in de
Politie-verordening, de zgn. „verkoop over
het hekje" strafbaar gesleld. Tot dus
verre 'werd n.l. de verordening betreffende
het sluitingsuur van winkels door som
mige winkeliers overtreden, doordat zij na
dat uur over het hokje aan de straatdeur
nog buiten den winkel staande klanten be
dienden, waartegen blijkbaar naar de letter
der verordening niets te doen viel. Dat
behoort nu voortaan tot bet verleden
hls er een vastgesteld sluitingsuur voor win
kels bestaan moot, dient gezorgd te worden
begint het woord „cake" zich in te bur- j dat die niet door een „ovor-hot-hekjo-ver-
geren tegen het „vulgaire!" „koele" of koop" tot een doode letter khn worden ge-
„toartje" in, en een bekend Amsterdamsck maakt.
dans-leeraar, die er een dans-,,instituut" Deze nieuwe bepaling met betrekking lot
geen „school" als 't u belieft op na de neringdoenden,- geeft mij aanleiding nog
houdt, adverteer! „Iea-dance3" wat datiets te zeggen van de Amslerdamsche straat-
zijn is niet erg duidelijk, maar de „inge- nering.
wijden" begrijpen het vermoedelijk wel Ik kwam Zaterdagavond naar het Muider-
op Zondagmiddagen en houdt inschrijvin- j poortkwartier, waar op don laalsten avond
gen voor „society evenings", waarmede de - der week steeds een uitgebreide en zeer
man waarschijnlijk „gezelsohaps-avonden" be- j druk bezochte straatmarkt wordt gehouden,
doelt. En vele ouders, in stede te weigeren 'Daar op en om het Dapporplein ziet men
hun kinderen tegen goed Hollandsch geld dan lange rijen kraampjos en veuterswagens
to zenden naar een man, die zich zijn; faal vol van allerlei levensmiddelen en huishoude-
schaamt, sturen hun kinderen naar zijn lijke artikelen en do kooplui maken er
lessen. Ook tot do provincie, tot het. Gooi,;blijkbaar in dit uitgebreide stadskwartier,
dringt de ziekte door een hotel te waaraan zich aan gene zijde van do spoor-
Hilversum adverteert ook reeds „Dancing 1 baan de zgn. Archipel-wijk uitstrekt, gosde
tea" en een andere Gooiech© familie vraagt j zaken. Het is verbazend, zooals ook dit
plaats voor een Duitscho jonge dame als laatstgenoemde stadsgedeelte zich weder uit-
Paying guest! 't Is alleen erg aardig breidt. Op do uitgestrekte, door zand-op-
indien men het niet belachelijk en treil- spuiting tot bouwgrond gereed gemaakte
rig durft noemen. Holland is reeds bezig gronden, welke zich tot aan Zeeburg uit-
zichzelf te annexeeren op taalgebied en strekken, zijn gedurende de zomermaandon
men behoeft waarlijk niet te bekooren tot weder geweldige bouwblokken verrezen en
de overdraven taai-zuiveraars, die locomo- reeds is een groot deel van een daar pas
tief, telefoon e. d. uil onze taal zouden sedert een paar maanden gereed gekomen
willen verbannen, om to wenschou, dat aan straatgedeelle bewoond, bewijs genoeg, dat
die „annexatie" paal en perk zal worden do hnizennood nog niet gehéél tot heb ver-
ïld en dat do hoofdsteden van ons leden behoort. Maar een groot ongerief voor
land, met name Amsterdam en Den Haag, 1 die Archipel-buurt is nog steeds, dut de
die zulke vooraanstaande plaatsen beklee- afsluitboomen daar bij het Huiderpoorl-sta-
den in onze goede HoJlandsche ge.-chiedenis, fcion schier al tijd voor het geweldige trein-
wat meer 't voorbeeld zouden willen geven verkeer tor plaatse gesloten zijn er is
in het zuiver houden onzer taal. De vreem- wel een voetbrug over de honen, maar velen
deling, die onze stad bezoekt, zal er ons geven er toch en vooral bij vuil weer,
heusch niet zninder arm aan zien, integen- j zooals we nu al weken long achtereen
deel, zou ik zeggen, terwijl hij thans vei'- genieten den brui van dieu UlimtockL te
moedelijk wel eens medelijdend zal glim- .ondernemen, gezien het feit. dal er steeds
lachen over den Hollander, die zijn ik aan weerszijden een grooto menigte het
oogenbliir van het opgaan der afsluitboo
men verbeidt. Als ergeus een vorkeers-
tunnel onder de spoorbaan noodig is in
doze stad, dan is het wel op deze plek,
doch ik vrees dat de bewoners der genoemde
stadskwartieren er door den „schitterenden"
financioelen toestand onzer spoorwegen nog
lang op zullen hebben to wachten. En mis
schien dat daardoor bij het zioh steeds
uitbreiden van de Archipel-buurt een deel
der Zatordagavondmarkt van hol Muider-
poort-kwartier zich naar den overkant van
den spoorweg zal gaan verplaatsen.
Wanneer men ziet hoe groot het aantal
winkels is, dat zich in de omgeving van
het Dapperplein bevindt, dan slaat de be
zoeker van de Zatordagavondmarkt nog ver
baasd dat negotie in do winkels èn op
straat elkaar blijkbaar geen afbreuk doen.
Het trok mijn aandacht, dat in een dier
straten een slagerswinkel, waar blijkens het
opschrift op het raam, alléén paardenvloesoh
werd verkocht, hel geweldig druk had.
Mijn metgezel, iemand, die in do buurt
woont eu dikwerf op die Zaterdagavond-
marlet „indrukken" opdoet, zeide tot mij in
antwoord op mijn opmerking:
„Wieefc ge, wie by dien paardenfilochtor
de lies te klanten zijn? Ik zal hel u zeggen;
die drukke klandizie daar was mij ook; me
nigmaal opgevallen en ik heb eons onder
zocht. Die meeste klanten daar zijn onze
„nieuwe armen"degenen, dio de slacht
offers zijn geworden der „Russen"; van
lage salarissen, niet in verhouding tot het
duro leven; die vroeger hun rundvleesch.
op tafel hadden en zich thans de weelde
van dat nog altijd le duro voedingsmiddel
niet kunnen veroorloven en nu niotl eens
èlkon dag het zooveel goedkoopero paar-
denvleescli koopen. Ja, de wereld is
wèl anders geworden."
En verder wandelende wees hij mij op
o groep menschen, meest jonge lnaunon
vrouwen, die zich verdrongen om een
auto.
„Dat is de nieuwste nieuwigheid van
deze markt", zeide hij, .sedert eenigo weken
komt die auto-vrachtwagen hier eiken Za
terdag vol met koek geladen en daar wor
den zaken gedaan, dat verzeker ik je."
Wij bleven even kijken. Er werd als 't
wffic om do kook gevochten en veel er van
tor plaatse met graagte verorberd, on op
inige meters van di© plek kochten do „nieu-
e armen" hun paar onsjes paardenbief-
stuk
SINT SANA.
„had een jonge vrouw ach tergelaten,
wf. armee hij pas was getrouwd. Denk
eens aan als hij haar weer ziet! Wal
zullen zij elkaar te zeggen hebben !Ik
weet hel lieve... ik was zelf ook een ge
lukkig bruidje..."
Ik knikte. Het was vreeselijlc te zien,
hoe zij zich verplaatste in den toestand
van die andere gelukkiger vrouwen die
hiun geliefde terug gekregen hadden of
zouden terug krijgen.
Met een kalmer stem ging George's
moeder voort. „Ja, de oorlog moet veel
van zulke geschiedenissen bevatten,
Rose."
„Denkt u dat?"
„Ja, want men hoort er zoo dikwijs
van" zei ze. „In dezen oortog ook. Denk
aan de verhalen van de vluchtelingen in j
het begin. Denk aan dien jongen vliege
nier, die op zee werd opgepikt door een
vischkotter, nadat hij als vermist ver
meld was na een inval". Zij hield, mijn
hand stijf vast „Denk aan de gezinnen
die nog kort geleden in rouw gedompeld
waren over personen die zij meeraden
verloren te hebben bij de Appam !ZIj
dachten, dat «11e hoop moest worden op
gegeven. Maar zoo vaalt, zoo> vaak
leng nadat men de hoop opgeeft Zij
zweeg alsof ze niet Wist hoe ze zou voort
gaan.
En toen plotseling veranderde haar
stem. Er kwam een klank in vïtnfTachcnde
zegepraal.
„Kind!" riep zij uit „Heb je heL nog
niet gegist?"
„Gegist?"
Het was de tweede miaal sedert zij
binnen kwam dat zij dal woord gebruikte.
„Gegist? Wat mioet ik O!
Want eensklaps had ik ingezien wal zij
misschien bedoelde. Kon zij dat be
doelen? Was het mogelijk? O neen, zekei
niet
Ik boog mij tot haar over en keek haar
in 't gezicht, dat nu weder trilde vau agi
tatie, maar geen ongelukkig© agitatie. De
zoo lang onderdrukte tranen stroomden
over haar gezicht. Tranen van vreugde?
Twijfel veranderde voor mlij iu zeker
heid... Ilc kon 'de woorden niet weer
houden.
„Belle-mère" riep ik, George's móede:
bij den arm grijpende, terwijl ik vlak hij
haar zat. „Belle-mère.. Is George dan
toch niet gesneuveld?"
Zij, George's moeder trilde van 't snik
ken, maar haar gezicht antwoordde mij,
Zij straalde.
„Leeft George?" riep Ik uil. ,Ts hijl
Zeg mij. Is hfj?"
„Ja! ja!" antwoordde zij met bevende
stem. „George leefi!"
„O!" riep ik'. „O hoe heerlijk,"
En een golf van groote blijdschap
scheen mij op dat oogen blik weg te
voeren. Want op dal oogenblik kon i!<
KERKNIEUWS.
Ver. Chr. J o n g e 1 i u s v e r b o H d
Door de Vrijzinnig Chr. Jongeren Bond
afdeeling Oostburg werd Donderdag
avond in het Beursgebouw aldaar een
feestavond gehouden Na het openings-
Been (lit denbeeld bevatteu George's
moeder die zooveel angsten doorstaan
had, zou de vreugde kennen die dc
Fransche vrouw uit het verhaal in La
Palrie had gekend.
„Deze mijn zoon die verloren was."
Deze teergeliefde George, het middel
punt van haar wereld en van die vim "Sir
Richard, toch niet dood! Zij had dat
schoone gelaat niet voor hel laatst gezien,
zij zouden niet steeds dat pijnigend ver
langen voelen naar het geluid van zijn
stem, van zijn voetstap in de gang (Ge
orge leefde'
Ik weet zeker dat mijn gezicht straalde
dat voelde ik alsof ilc van kind af
aan de vriendin geweest was van diejn.
jongen man.
„Hoe heerlijk! het is al te heerlijk!"
boord!e ik mij zei!" weder slameten. Rt
sloeg mijn armen om zijn moeder heen',
ik vergat voor 't oogenblik alles be
halve wal het voor haar beteekende. En
ik vroeg haastig „Is het gjeheel zeker""
Zij lachte sidderend, echt meisjes
achtig tegen mij aan „Het was al weken
lang zeker! Weken lang! Wij kregen het
telegram toen hief zij het hoofd op,
nam. haar zakdoek en droogde haar oogen
af. Plotseling riep zij uit „Begrijp je
uiet Rose? Dit was het waar wij dien
'middag op de Bryne over praatten. Dit
is de „tante".
Ik kon geen woord uitbrengen. „De