JURGENS' PLANTA AAN DE VERBRUIKERS VAN DE FIJNSTE PLANTENBOTER m landers, die er allen mede van doen hob- ben, maar toch niet van dién aard, dat bo de aandacht van gansch do wereld vragen. Van die woreld-vraagstukkon is 't Du?tsch- Pransche zeker het meest belangrijke, omdat een goede oplossing haar heil-brengendea terugslag zou brengen voor schier alle landen van Europa wóór schuilt de woldoener, die mot magische macht dit grooto vraag stuk tot aller bevrediging zal weten op te lossen 't probleem schijnt wanhopig en toch wij hópen, höpen nog steeds. En daar is daarnevens het steeds en telkens wéér zich in schier alle lauden op den voorgrond dringende vraagstuk van het verkeerswezenhet probleem, waarover do knapste koppen dagelijks hun aandacht moeten laten gaan en waaraan men steeds of men wil of niet overal aandacht moed) wijden. Het is merkwaardiger, omdat het nagenoeg overal op eenzelfde oogonblik naar voren is gekomenomdat het mechanisch vervoer zich plotseling overal verbazend ont wikkeld heeft en de zucht yan het uiensch- dom om zich in alle richtingen, en vlug mogelijk, te kunnen verplaatsen, i en meer toeneemt. Overal hoeft dat kecrsprobleem degenen, die geroepen een snel, degelijk, veilig verkeer te v borgen, feitelijk verrast en de bestuurders van de grootste stad evenals die van het kleinste dorp, hebben er belang bij gebruik nemen van die nieuwe perrons nog j spoorwegen. Niet omdat dit nu zoo iota bijzonders kan genoemd worden, want de eloctrische treinen tusschen Den Haag en Rotterdam en tusschen AmsterdamHaarlem Zandvoort die men, waarom, nog steeds als electrische trams betitelt, kennen wij reeds sedert jaren, maar omdat die exploi tatie zéker bet begin zal wezen van verdere' electrificatie, die vooral op de drukke foren sen-lijnen tusschon do hoofdstad en Haarlem eonerzijds en Bus sumHilversumBaarn an derzijds hoe langer hoe noodzakelijker wordt door het steeds toenemend aantal dergenen, die op verderen afstand dezer stad hun woonplaats kiezen. In de hoofdstad zelf houdt men met het zich steeds uitbreidend nieuwere verkeers wezen hoe langer hoe meer rekening. De asphalt-bestrating heeft zich in deze voor het aankomen van treinen, vooral van die uit Oostelijke richting, van Amersfoort enz., schijnt niet to bestaan, zoodat een Amsterdammer, die iemand van den trein haalt, aan allerlei verrassingen bloot kan staan. Het beste doet hij wanneer hij op straat wacht bij den uitgang aan de Oost zijde von hot station, als hij iemand uit do richting Amersfoort verwacht. Thans moet gelezen worden: deed hij, want de spoor- weg-autoritoiten hebben voor iets nieuws gezorgd: het komt thans voor, dat oen trein uit Hilversum aankomt aan perron vijf en stopt bij den Westelijken uitgang, zoodal vrienden, dio hun verwanten afwachten op straat bij den Oostelij kon uitgang, deze loopon, aangezien zij waren uitgelaten" bij Die van de grooto steden vooral, omda,t zij uiteraard voor de geweldige moeilijk heid staan om hot verkeer langs goede banen te leiden en zij zioh gesteld zien voor belemmeringen, die vorige geslachten -•»«n het verkeer iu den weg hebben gelegd niet met opzet, doch eenvoudig omdat van de uitvindingen dergenen, die in de twintigste eeuw na hen zouden komen, niet konden droomon. Maar niettemin, do hin dernissen toén gebracht, zijn er en ae nu weg te krijgen? Er is reeds zóó dikwijls op gewezen, een der grootste fouten van een vorig ge slacht is geweest het Centraal Spoorwegsta tion van Amsterdam te zetten op de plek, waar hot zich nu bevindt, dat het onnoodij is daarop nogmaals terug te komen heit feit is nu eenmaal zoo, en onherstelbaar de toen gemaakte fout, weshalve men thans, met opoffering van millioenen, heeft moeten zien hoe ter wille van het steeds toe nemende treinverkeer te verbeteren wat men kan. Sinds eenige jaren zijn daartoe ge weldige werken in wording aan dit station. Reusachtige nieuwe viaducten zijn gebouwd tusschen de Westelijke gasfabrieken en het Westelijk stations-eiland en in verband daar mede drie nieuwe perrons aan den kant der De Ruijterkade gelegd. En bet ge weldigste werk is daar nu begonnen, het opstellen der bogen, die eens de overkapping van die nieuwe perrons zullen moeten dra- Gelukkig is destijds geweest, dat bij de aanbesteding van dit werk buitenlandsche aanbiedingen konden worden voorbijgegaan en do „Werkspoor"-fabrieken te Zuilen die overkapping kunnen leveren en stellen. De eerste der 32 spanten is een paar geleden aan den Oostelijken kant van hot station overeind gezet, een gevaarte 31.000 kilogram, een wonder zeker van genieurs-wetenschap, en waaraan ieder, die het Centraal Station thans bezoekt, een blik moot gunnen, al ware bet uit eerbied voor betgeen on en nijverheid vermogen te doen, want in onzen tijd is men vaak él te veel gewoon geraakt alles „zóó eenvoudig en zóó vanzelf sprekend te vinden." Die nieuwe perrons van het Centraal Station zijn, hoewel nog niet overkapt, toch reeds gedeeltelijk in gebruik genomen, wat nu juist niet tot genot kan strekken aldaar aankomende passagiers. Ik geloof gaarne, dat de spoorweg-autoriteiten het héél goed met het publiek meen beseffen nog niet altijd hoé zij het) den rei zigers geriefelijk moeten maken, 't Is al treurig genoeg, dat hot station van dien aard is, dat men, om de perrons te bereiken of te verlaten, zijn weg heeft te nemen langs reeksen trappen en door onderaard- acbe gangen, maar aan die onpractische bouworde is niets te veranderen •m men echter die tunnels zoo poover verlicht en de uitgangen zoo nauw laat, is onbegrijpelijk. En nu is er bij het in nieuwing behoefde, op den langen duur veel kostbaarder is dan een degelijke naphalt- bevloering, of een van beton op hout. Merkwaardig is hetgeen thans lang de Stadhouderskade en de Nossaukado is don Westelijken uitgang. Natuurlijk een erg in de latere jaren geweldig uitgebreid; niet .aangename" verrassing voor menschen, die te Amsterdam vreemd zijn, de „genoegens" van het Centraal Station daar niel kennen en die zich na dergelijke ondervinding ver moedelijk afvragen: „of zulk gesol met het reizend publiek bevorderlijk moet genoemd worden voor oen vlug verkeer!" Met belangstelling zal men zeker overal tegemoet zien het gereed komen van het electrische baanvak tusschen Den Haag alleen dat do voornaamste straten zich reeds in dit plaveisel mogen verheugen, doch men heeft het ook reeds gelegd in een aantal smallere verbindingsstraten, die vroegei vaak ergerlijk smerig waren, doch nu gemak- kelijk door de stralen uit de VechfcwaterBei- ding kunnen worden gereinigd. En sedert het verkeer van auto's en vooral van me chanische vrachtwagens is toegenomen, heeft men begrepen, dat allengs overal de klinker- Leiden, het begin der electrificatie onzer bestrating, die telkens en telkens weer tot stand gebracht, nu geplaveid met op een sterk fundament rustende blokken, de laatste met oen uit Engeland op initiatief dor Bataafsche Petro leum Mij. overgebrachte vorbinding van as phalt met zand en steenslag. Deskundigen, die de vorige week dit nieuwe bevloeringsstelsel onder leiding van den ingenieur der openba re bestrating hebben bezocht, hebben hui- do gebracht aan de gemeente, die trots de slechte finanoicole toestanden, begrijpt, dat hot verkeerswezen steeds als eiseh des tijds verbeterd moet worden; dat da wegen zoo sterk mogelijk, ook zoo geruischloos mo gelijk moeten gemaakt worden. In dó ont- werp-gemeentebegrooting wordt te kennen gegeven, dat bet gemeentebestuur van plan is binnen de middelen, waarover men thans beschikken kan, met de verbetering der we gen op zoo ruim mogelijke schaal voort te gaan. Tal van ingenieurs van don Rijkswater staat en van een aantal provinciën hebben de excursie van gemeentewege gehouden om deze nieuwe bestrating to zien, mede maakt, en het is to hopen, dat er voor zal bestaan het stelsel ook op vele buitenwegen óm de hoofdstad, die thans nog in droeven staat verkeeren, toe te passen. Wiie van al die verbetering der Amster- damsche bestrating ook zeer profitearen zijn de wielrijders en wielrijdsterehun „karre tje" begint bier hoe langer hoe meer over een gladde baan te gaan en tóch hoort men ze al danig mopperen over „het schan daal", dat eerlang de rijwielbelasting ver moedelijk weder zal worden ingevoerd. Zou dat eyontueele „schandaal" werkelijk zóó groot zijn, gezien hetgeen tegenwoordig wordt gedaan voor verbetering der bestra ting, aanleg van wielerpaden, enz.? Hoe het zij, Amsterdam doet thans in- dordaad veel voor de nieuwe bevloering doch in het hart der stad maken nog steeds het Stationsplein, do Dam en het Rokin als hoofd verkeerswegen een treurig figuur. Wanneer zal er ook daar verbeterd worden? Of geldt hier het: wie gelooven, haasten niet? SINT SANA. APOTHEKEN. Zondag en de nachten der volgende week, zijn de volgende apotheken ge opend Middelburg: J. W. v. d. Garde Vlissingen: S. J. Engering], IIendrikstr. Goes: G. v. d. Hoek PRIJS CENTS PER POND Ten einde het verbruik van Jurgens' Planta, waarvan de prijs thans Is verlaagd op 60 cents per pond, In het huishouden aan te moedigen waartoe overigens da hoog- 'fijne kwaliteit alle aanleiding geeft stellen wij de volgende prijzen disponibel voor hen, die gedurende de maanden OCTOBER en NOVEMBER van dit Jaar blijk geven de grootste verbruikers van Jurgens' PLANTA Plantenboter te zijn geweest. Als bewijs hiervoor kunnen alle verbruikers In het geheele land uiterlijk 1 DECEMBER a.s. hunne ledige Plantacartons inzenden aan ANT. JURGENS' MARGARINEFABRIEKEN TE OSS (Reclame-afdeeling). Aan de verbruikers, die het grootste aantal ledige Planta-cartons inzenden, zullen de volgende prijzenworden uitgereikt: 1 prijs van 2 prijzen van 5 prijzen van ÏO prijzen van ÏO prijzen van 20 prijzen van 500 prijzen van IOOO prijzen van f ÏOOO.- f 500.- 200.- ÏOO.- 50. 25.- ÏO.- 5. Indien eenige prijswinners een even groot aantal ledige Planta cartons hebben Ingezonden, zal hun verzocht worden een eenvoudig gedichtje te maken van niet meer dan vier regels, betrekking hebbende op Jurgens' Planta. Het mooiste gedichtje ter beoordeeling van een onpartijdig persoon bepaalt dan de onderlinge rangorde. Het elgendoms- en publicatierecht dier gedichtjes komt dan aan Ant- Jurgens' Margarinefabrieken. leder verbruiker van Jurgens' Planta verklaart stilzwijgend, door Inzending der ledige cartons, zich te onderwerpen aan en accoord te gaan .met bovenstaande regeling. ANT. JURGENS' MARGARINEFABRIEKEN hier komen? Dicht bij mij, zoodat ik mv gezicht kan zien." De zuster verwijderde zich geluidloos van de waschtafel naar mijn bed, waar zij staan bleef. Ik keek op naar het nette gezicht zonder eenige uitdrukking onder het gladde, bruine haar en de muts glad en wit ais het bloemblad van een gar denia. Ik had een gevoel of ik zelf heel gerimpeld was en opgewonden en wanor* delijk en koortsachtig van ongeduld, toen ik daar lag] in mijn naar lavendel ruikende kussens met festons en een groote M in een hoek; ik zag er zeker uil als een opgewonden klein meisje naast deze kou de jonge vrouw, die een indruk gaf of ze zich over niets ter wereld verbaasde,' Maar nu zou ik haar dan toch eens verbazen „Zuster", zei ik zacht maar met na druk, „ik woUi u iets vertellen. U moet niet zeggen mevrouw Meredith en me vrouw George evenmin. U moet nooiW een van die namen gebruiken als u metj mij spreekt!" Ik keek naar den indruk dien deze geheimzinnige aankondiging op haar maakte. Geen indruk' „O zeker niet, als u het liever niet heeft", zei Zuster Phyllis zeer vriendelijk. „Ik weet dat er veel dames van het vak zijn die liever bij hun tooneeluaam ge- noemd worden. Ik heb veel patiënten ge had uil de tooneclwereld. Laat eens zien- li wilt dus dat ik u Vayne noem juf frouw Vera Vayne, niet waar?" „Neen, dat verlang ik niet. Natuurlijk verlang ik dat niet! Dat is mijn naam evenmin. Geen vau die namen is mijn eigen naam. Ik Zal u zeggen hoe ik heet", zei ik ernstig. „Ik heet Whitelands, Rose Whitelands". „O, zeker, juffrouw Whitelands, ik zal er aan denken." Geen zweem van verbazing evenmin op haar rein gelaat als in haar gedeci deerde jonge stem. Zij ging voort „Denkt u nkj't dat u nu wel lust zou hebben in een slaapje?" „Neen, dank u. Ik heb wat op helt' hart. Dat moet er eerst af." De Zuster zei vertrouwend „Daar moet u zich nu niel mee kwellen." „Niet mee kwellen? Waar dient het toe mij zoo iets te zeggen?" protesteerde ik met vuur. „Het is mij niet mogelijk er mij niet mee te kwellen." „Dan zal ik waarlijk genoodzaakt zijn de kamer uitte gaan." ,En ik zal hier blijven liggen en 'er nog veel meer over tobben"' riep ik uit, bijna "int ranen „Ik kan het niel uil- houden er steeds over te liggen tobben. Het zou mij krankzinnig maken, liet het is een verkeerde manier van verple- verlelde ik aan Zuster Phyllis, terwijl zij daar slond. „Luister. U moet luis teren. Als ik dan niet spreken kan met (Ingez. Med). Lady Meredith, moet ik het met u doen." „Niet als u zich zoo opwindt", zei Zusier Phyllis op beslisten toon, terwijl zij 't hoofd met de witte muts schudde- „U weet dat Lady Meredith alleen niet meer bij u komt, omdat u zich zoo op windt als ,u met haar praat." ,.Pan zal ik kalm' praten", beloofde ik bevende. „Om te beginnen v De eene teleurstelling voor en de an dere na! De volgende was een tik op de slaap kamerdeur. De Zuster ging dadelijk kij ken wat het was. „Het was het kamermeisje maar. Met een briefkaart voor u, met de tweede bestelling gekomen." „Voor mij?" zei ik ongeloovig. „Hoe kan die voor mij' wezen, terwijl niemand weet dat ik hier ben, behalve De Zuster overhandigde mij1 de kaart. Met groot opvallend schrift, geadres seerd aan Mevrouw George Meredith. Ik keerde de kaart om. Hel stelde een gekleurde afbeelding voor van een boot der Atlantische lijh op zee. Met dezelfde hand was er met ;root schrift doorheen geschreven. „Hoe gaat het kindje'7 Met mij op perste best. Net afgereisd. Totaal de uwe. Prinses Mela." Ik wist maar al te goed wie die vr0o- lijke, brutale kaart geschreven had! Het postmerk was Liverpool. Dit was Miss Vera Vayne's afscheid, een afscheid van het land waarvan zij de stof van haar hooge laarsjes had afge- I schud. In een plotselingen aanval van woede frommelde ik die kaart van haar in el kander en wierp hem midden in het haardvuur. Hij vlamde op en was weg/. „Achwaarom heb ik dat gedaan?" riep ik een oogenblik daarna. „Ik had hem moeten bewaren om helm1 te laten zien, Zusier. Die kaart was van de echte mevrouw George, zei ik, mij' naar haar wendende. „O ja," zei Zuster zonder eenige aar zeling. „Werkelijk7" Ik greep een punt van haar schort, zoo stijf als een blaadje postpaipier en hield het stevig vast, terwijl ik voortging!: „Die kaart doet er ook niet toe, maar ik moet u de geschiedenis vertellen Ik haalde diep adem. Toen begon ik natuurlijk aan het verkeerde eind van de geschiedenis in plaats van aan het rechte en viel in eens uit: „Ik weet zeker cW het een les moest wezen voor iedereen nooit een geheim huwelijk in een familie te laten sluiten I" „Ach, in iedere familie schijnen somsi allerelei dwaze dingen te moeten ge beuren, kweelde de Zuster vroolijk en wel. „Ik denk dikwijls, als wijl eens even achter dc coulissen konden kijken bij som'mige van de families die wij denken te kennen, hoe verbaasd wij zouden zijtn. Ik heb eens zelf een dame opgepast - die „Ja, dat wil ik wel gelooven", viel ik haar in de rede (ik kende enkele van die oneindig lahge ziekezustersverhalen, wel ke met die woorden -beginnen). „Maar luister nu eerst eens naar znij'. Lady Me redith wil niet. Ik denk dat zij toch vreei- selijk .verlangend was, toen Zij hoorde dat haar zoon was getrouwd en ze wist niet met welk soort meisje!" „O ja, natuurlijk" zei de Zuster, ter wijl zij daar voor fitij stond als een vroot- lijk blauw en wit toonbeeld van den prjto- livchen kant van het leven. „Ik denk al tijd aan de woordenMij'n zoon is mijn zoon, totdat hij een vrouw heeft." Zuster is het type van iemand die zich indenken kan in die soort van gezegden. Dat moet haar heel wat moeite uitspa ren. Ik ging voort: „Ik durf wedden dat Lady Meredith dacht hoe onmogelijk het meisje zou kunnen wezen (Wordt

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1923 | | pagina 2