de mode ia. Na hei boek er ie, willen we er voor de gegadigden wel bijvoegen, dat Turgenief ook hierin zijn type zielkundig bijzonder fijn analyseert, en de aandacht weet vast te houden, hoewel er heel weinig in het verhaal gebeurt. De vertaling ia van J. 0. van Wapeningen, en laat zich vlot lezen. De Zuivere bron, door Fenna de Meyicr, uitg. Em. Querido, Amsterdam. De bijzondere fijnheid van gevoel, het heldere doorzicht, de menschenkennis, dit sties kenmerkt steeds het werk dezer schrijfster, en zeker in deze nieuw* roman, een der besten, die den laatsten lijd zijn verschenen. Do zuivere bron. De oudere man, z.a- keumensch in het maatschappelijk leven, maar in zijn eigen leven een droomer, een dichter bijna, dat veel, veel jongere nichtje, de eenige die hem begrijpt, die dieper in hem ziet. Hoe anders, tlai dat deze ou'detre teleurgesteld in zijn! huwelijksleven en in zijn zaken, waar hij verstand van noch hart voor li<eeft, en dit argelooze, natuurkind naar elkaar toe groeien. De wereld is er vlug bij een dergelijke „Terhouding "te beoordeel en, en dun te veroordeelen. En in de wereld van dit boek geschiedt het dan ook, doch) onze sympathie is zóó met de beide hoofd figuren mede, dat wij haast verbaasd zijn en toeroepen willen „ziet ge dan niets". Er is in dit werk mets, wat uit den toon valt, geen karaktertrek er naast Tot in alle onderdeelen is alles door- voe'd, en steeds juist doorvoeld. Waart lijk dit is een mooi goed hoek. Dit mag een aanwinst heeten voor onze roman litteratuur! Zoeklicht, Ned Ency clopaedic, o 1. van dr. T. P. Sevensma. Uitg van L-o- 'ghum, Slaterius en Visser. Verschenen is het derde deel van deze, in beknopten vorm! gehouden en tegen billijken prijs verkrijgbare encyclopaedic Dit deel beval de woorden van christef lijk onderwijs tot electrische zekeringen Een encyclopaedic is geen roman waarvan e»en „recensie" te schrijven is. Wen kan er voor de beoordeeling slechts het een en ander in naslaan. Dat hébben we met dit deel ook gedaan, dn daarbij bevonden dat alle woorden die we maar konden bedenken er in vermeld werden en een beknopte, maar zeer zakelijke en wetenschappelijke juiste verklaring kregen. De naamlijst van de medetwer- kers geeft daar ook een waarborg voor. Bij de namen van bekende personen trof ons, zooals ook in de beide vorige deelen, het bij-blijven miet de gebeur tenissen van de laatste jaren. Balmoedertje door E. OverduijnHdyligers Uitg. L. J. Veen, Amsterdam Van deze goede novelle, inet liet ver haal „Kruisweg" in een bundel, ver scheen een tweede druk De Avaardteerip' i» hier dan ook wel verdiend! Kinderlectuur. Het Tweede B oeü van Dik Trom door C Joh, Kievit. Geill. door Joh. Braa- kensiek. Uitg. Gebrs. Kluitman. In onze jonge jaren vlogen wij op elk nieuw werk van Kievit af Dat wj~ sltijn van die „fijne" boeken. Wie kent ze niet? Dik Trom, Wilde Bob, Ah en zijn vrienden, ze werden letterlijk vferslon denFn wie kreeg er niet meer plezier in zijn geschiedenisles na het lezen \an „Het slot op de hoef", „Fulco den Minis- IreeJ". en zoo- Trouwens is in het feil, dat jongens en ook meisjes in de lagere schooljaren er zoo dol ojp zijn, niet hel beste bewijs daarvoor? Zij. die genoten hebben van Dik Trom, zullen dat zeker niet minder doen van zijn tweede boek Zij, die genoten heben van Dik Trom, Panorama. „Panorama", het bekende geïllus treerde -weekblad van A. W. Sijthoff's Uitgevers Mij heeft een fraai verzorgd jubileum-nummer uitgegeven, naar aan leiding van het 50-jarig bestaan. Behalve een extra-verzameling illustraties heeft dit nummer een omslag in kleuren, aan de voorzijde met een mooien jongenskop, aan de achterzijde met een landschap, heiden reproducties1 van schilderijlen De wijziging in het erfrecht. „Moet ik een testament maken, of veran deren p"' zoo luidt de titel van een bij W. J. Thiemo Oie. verschenen boekje, bevattend een populaire uiteenzetting van de wijzigin gen door de jongste wetgeving in ons erf recht aangebracht. Het is geschreven door J. W. Ant. Schepers, cand. not. en ontv. der reg., en is bestemd voor het publiek. Tevens worden er in behandeld de voor naamste bepalingen uit de 8 ucoeasie- w e t, w. o. de vrijstellingen van recht Aan het slot is een tabel van het successie-recht opgenomen. Voorhistorische vondst. Men meldt aan het Hbl. In de nabijheid van de plaats aan dei voel van den Bisschop sberg te Havelter berg, waar men voor eenige 'dagen eet paar urnen en een bronzen wapen vond zijn thans, slechts een paar decimetei beneden den beganen grond ,een groot* urn gevuld met kleine beentjes, over blijfselen van verbrande beenderen, be nevens stukken bewerkt doch in erg* mate verroest ijzer, waarschijnlijk rester van wapens, opgegraven. Een der sluldcer is een. paar decimeter lang en noj duidelijk le herkennen als de spits vai van een werpspebr. Vermoedelijk hebben wij hier te doer met een familiegraf van een der grioot heden uit den voorhistorisehen tijd, Loei vrouwen, paarden en wapens gelijk me het overleden hoofd der familie verbran< en in urnen begraven werden. VERSCHILLENDE BERICHTEN. brood uil den mond nemen?" Crosby draalde met een antwoord en trok aan zijn knevel. „Ik inoet bekennen, dat ik liever zou zien, dat de vrouwen thuis1 hieven", ze hij eindelijk en de beide meisjes lachten hartelijk „Er kunnen natuurlijk uitzonderingen zijp Doet u iets?" vroeg hij beleefd aan Janet „Ik ben studente in de medicijnen. Ik hoop, dat u dat goedkeurt." „Vrouwen hebben goed werk in die. medicijnen verricht," stemde hij toe. „Dank u Maar rk geloof niet, dat u liet goedkeurt „Ik heb er niet tegen, maar ik kou niet graag willen, dat ik met een vrouwe lijke dokter moest trouwen," ant\voonÖ-| de hij botweg. „Nu het zou u zeker ook moeite kos ten om' een vrouwelijke dokter over te halen met u le huwen Wij zijn nu beiden heel persoonlijk en grof geweest, dus zijn we quitte Ileb je nog eon kopje thee, Betty?" HOOFDSTUK X Toen Betty de villa had verlaten, keek iwrs. Lendridge Mark aan cn glimlachte flauwtjes „Goede jongen, ik hen blij, dat je aan mijn verlangen hebt voldaan," zei zij ppiendelijk. „Tegen mijn beter weten in. Ik zie een massa ergernis in 't verschiet", ant woordde hij droogweg. „Zij is nog zoo jong, Mark en zij Toen de gemeenteveldwachter van Riel een dezer nachten le Alphen (N. Br.) op surveillance was, ontdekte hij een onbeheerd rijwiel, beladen iruet een zak leder, meldt de „Maasb." Hij be merkte even daarna drie verdachte per sonen, waarvan er twee een rijwiel hij zich hadden, eveneens zwaar heiaden. De drie onbekende personen werden door den veldwachter en te hulp ge roepen burgers overvallen en gearres teerd. Een winst zich los te rukken en op de vlucht te gaan. Hij werd vervolgd door een der burgers en diens hond. Bij zijn vlucht trok de dief een revol ver en schoot verscheidene malen op zijn achtervolgers, echter zonder iemand [te treffen. Al heel spoedig werd de ban diet door den hond tot staan gebracht. Ruim1 150 K.G leder, ,dat in een looierij ontvreemd was, werd in beslag genomen De inbrekers zijn uit Breda en Tilburg afkomlstig en alle date be ruchte lieden. Ze worden van meer in braken en diefstallen gedurende den laat sten tijd in de omgeving geplee'gd, verdacht. twee uit Munchen, een uit Berlijn en een! uit Karlsruhe neergestort en omgekomen, Drie lijken zijn geborgen, het vierde ligt in een rotskloof, die men nog ïiie heeft kunnen bereiken. Een msn le Milaan, die terecht! stond wegens diefstal, greep, juist loeiï zijn advocaat zijn pleidooi had beëindig* de inktpot van den griffier, dronk de "inktl op en (.likte een gedeelte van het gla in Hij werd stervende naar het hospilaa' gebracht. BRUTALE VERVALSOHINGEN VAN GE NEESMIDDELEN. In het „Motmdbl. tegen de Yervalschiugen" Schrijft dr. van Hamel Roos het volgende: „Wij ontvingen uit Rumenië en uitDujtech- land berichten betref lende brutale vexvahohin- gen van geneesmiddelen, die inderdaad als misdadige „record-knoeierijen" beschouwd moeten worden. In de eereto plaats werd ons gemeld, dat te Bucharest de drogist Leonida Siara en zijn assistent Bela Meduna gearresteerd werden wegens bedrog, gepleegd ten opzichte van theobromine. Deze vervalschers hadden zich niet ontzien om dit, door de bekende firma Fr. Bayer en Or. te Leverkusen gefabriceer de geneesmiddel, eenvoudig te vervangen door geheel waardelooze kalk! De tweede knoeierij betrof een partij van 2000 Kilogr. als „Aspirine Bayer" dooi' de fa. Altenburg Schmedemann te Hamburg verkochte waar, welke niet van deze fabriek afkomstig was, doch met behulp van bedrie- gelijke etiketten als zoodanig aangebodon weid. Het toppunt van bedrog werd ons evenwel uit Stuttgart medegedeeld. Het betrof een uit suiker en naphtaline samengesteld pro- dukt, hetwelk als „cocaine" tegen 700.000 mark per kilogr. verkocht werd. Een tweede nog brutaler knoeierij werd geconstateerd met hot bekende kostbare middel „salvarsan" waarbij men niets anders dan fijn tarwemeel tegen 500,000 mark per kilogr. ontving! Het behoeft geen betoog, dat dergelijk* schandelijke praktijken niet ongestraft zullen blijven, en wij achten een waarschuwing in ruimen kring ten zeerste op hare plaats, daar vooral natuurlijk bij vervaiechte geneesi delen de schromelijks to gevolgen voor de zie ken verwacht kunnen worden, en bij het steeds voortdurende gebrek aan toezicht de grenzen allerlei knoeiprodukten die in het buitenland niet verkocht mogen worden, der valsche benamingen binnen onze land palen gebracht kunnen worden". BUITENLAND. Toen Wocnsdagmiddaginiddag d* 8-jarige C. R te Schiedam plotseling dei rijweg overstak', werd hij aangeredei door een moterrijder met het gevolg, da een handle op het .stuur van het motor rijwiel het jongentje in het hoofd drong "Naar hel ziekenhuis vervoerd, is Iri daar zonder tot bewustzijn gekomen U zijn overleden. Bij een bestijging van de Zugspitzt in de Beicrsche Alpen zijn vier loeristei bevond zich in een uiterst onaangenamb positie. Het scheen bijna alsof je partij trok van de ziekte van haar vader ik was erg met dat jonge meisje begaan. Ik vind baar aantrekkelijk." „Goede hemel 1 Ik kan niets aantrek kelijks in miss Churston vinden. In mijn oog is zij eer zeer verwaande en onaan gename vrouw." „Ik kan haar niet verwaand noe men en zij is zeker heel mooi „De schoonheid van een vrouw heeft in zaken geen waarde. Als zij maar wou wegblijven en aan mij het beheer over de fabriek wilde laten", zei hij zuchtend. „Vele mannen zouden het heerlijk vin den om1 met zoo'n vrouw samen te Werken" „Ik niet. Maar ik zal volhouden, zoo lang ik kan." ,Je bent precies je vader Mark Hij mocht de vrouwen ook niet totdat hij mij ontmoette." „U heeft me nooit veel van mijn va der verteld, moederlief en ik heb u niet naar hem willen vragen." „En je mOet mij nu ook niets vra- i gen", antwoordde zij bedaard. Mark deed verder geen mioeite om haar aan het spreken te krijgen, want hij was zeker de minst nieuwsgierige van alle mannen. Hij trad op haar toe en kuste haar, voordat hij naar de kleine werkplaats ging, waar hij proeven deed. Daar liet hij zich op een stoel naarvallen en stak een pijp op Hij was nog niet van de verbazing bekomOn over bet feit, 1 TIFN DAGEN IN BRETAGNE. n. (siot). (Fan onzen Parijschcn Correspondent). (Nadruk verboden). Parijs,'' 26 Juui. De tweede dag onzer rondreis door le Finistero voerde ons het binnenland in, naar Huelgoat, dat een van de lieflijkste plaatsjes is, welke ik ken. Het ligt ver scholen in een verrukkelijkheuvelachtig bosch, en het hotel waar wij waren inge kwartierd, lijkt mij in alle opzichten het ideaal voor wie een gezonde, aangename rustkuur wil doen. Rust was echter het eenige wat ons deze dagen niet gegund werd. De oogon nog zwaar van den slaap, moesten wij den vol genden morgen, Zaterdags, om 6 uur, al weer het bed uit, en anderhalf uur later snorden onze wagens, door een frisch mot- regentje, nog verder naar liet Zuiden toe, naar Oarhaix, de geboorteplaats van La Tour d'Auvergne. liet is een typisch oud stadje, met vele schilderachtige Bcefconsche huizen, mooie vergezichten, en een kerk, gewijd aan een heilige ,(St. Tremeur), wiens leven oen lieve, dichterlijke legende was. Dien dag gebi uikten wij het middag maal te Chateaulin, en daarna voerden de stoere motorwagens ons omhoog, langs een weg dio bekend staat als de schoonste van dat hij er in toegestemd had naar de „Churskons" terug te keeren en hel werk daar weer op te vatten. Toen hij Betty had ontmoet, was dit het laatste wat zijn brein had kunnen opkomen. Zelfs nu Icon hij nog niet begrijpen waar om1 hij veranderd was. Het zou zeker on aangenaam1 wezen met hel meisje le (werken, want hij was niel van plan zich door haar te laten overheerSchen. Eindelijk zette hij dit onderwerp uit zijn gedachten en ging aan het werk. Het was zijn gewoonte eiken mooien Zondagnamiddag een buitenwandeling met zijn moeder te maken en zij gingen den volgenden dag dan ook op stap. Mrs. Lendridge gaf de richting aan, die zij moesten nemen en heel merkwaardig kwamen zij in de buurt van "The Coufc-L." „Mark je moosl eens naai* mr. Chur ston gaan informeeren- Ik geloof, dat ik met je meega En het is misschiein ook wel goed, dat je vanmiddag een woord met miss Churston wisselt, dan zal mbrgen alles gemakkelijker vallen." ,De lust is niet groot," zei hij aar zelend. „Kom1 mee" antwoordde zij mei een glimlach en haar hand door zijn arm •stekend, Irok zij hem' door hel bek. Betty was de eerste, die ze in de op rijlaan zag aankomen. „Daar is mrs. Lendridge" zei ze tegejn Janet. „En heeft zij den geduclilen zoon bij zich? Je mioet ze hierheen brengen, dan het departement: de route lange Loperec, Itosnoën, Le Faou en Hopital Camhout naar Daoulas. Hier zijn wij in het gebergte,, met de prachtige fjorden der reede van Brest aan de linkerhand. Helaas zaten we op het hoogste punt geheel in de wolken. Bij Rosnoën, zoo schilderachtig boven den mond van de Aulne gelegen, konden we geen 20 Meter voor ons uit zien. Doch toen wij daarna weer dwaalden in de vallei, lieten wij den mist achter ons, en konden wij ons ten volle rekenschap geven van de inder daad sprookjesachtige schoonheid dezer streek, die mij herinnerde tegelijkertijd aan de groene oevers van het Vierwoudsteden- meer en aan de corniche tusschen Nice en Menton. Wij brachten een bezoek aan de prachtig geconserveerde abdij van Doulas, dag teeke nend uit de middeleeuwen, dineerden daar op in het merkwaardige oude stadje dat Landerneau heet, en waren nog dienzelfden avond te Brest. Voor den Zondagochtend stond een rond vaart op höfc programma over de reede van deze zeer belangrijke maritieme en com- mercieele havenplaats. Ook ditmaal werkte het weer echter niet mee. Het regende en wij konden niet veel zien. Maar toen wij tegen het middaguur voet aan wal zetten aaan den overkant van het water, waar wij do motorwagens terugvonden, die ons naar Plou- gastel brachten, was de hemel geheel op geklaard en verwelkomd door een heerlijk glanzend zonnetje deden wij onzen intocht. Die enkele uren in Plougastel zullen mij lang bijblijven, omdat het daar was dat ik voor het eerst een Bretonscho processie heb gezien. Dat was als een schilderij. Rustig lag het oude kerkje, zoo vol karakter, stijl en stemming, en in de straat, waar de huizen bespannen waren met beddelakenB en bloemen gestrooid lagen op de helder gepoetste keien, klaterde en stoofde de zon. Toen gingen de kerkdeuren wijd open, vrome zaDg en wierookgeur golfden naar buiten, en terwijl in den toren de klokken hartstoch telijk begonnen te luiden, trad de lange stoet naar voren, in een voortdurende cli max van devotie en waardigheid. Eerst vis- schers en vrouwen in kleurige nationale feestkleedij, koorknapen en zangers, non netjes en begijntjes, een weelde van goud- geborduurde vaandels, en dan vele rijen van priesters, in steeds rijker misgewaad, omstuwend den bisschop, die hoog de re- monstrans hield, langzaam en plechtig voort schrijdend onder een prachtig baldakijn. Alle menschen langs den weg wierpen zich de kieén, en zelfs de nieuwsgierige, onge- Ioovige journalisten op t trottoir bogen het Aoofd, onwillekeurig onder den indruk zooveel vroomheid, van een zoo ontroerend, wïjdingvol schoon. Tegenover zulk een processie, waar alles samenwerkt om tot de hoogste uitdrukking van stijl-eenheid te komen, geeft men zich rekenschap ervan hoezeer de mooie, karak teristieke kleederdracht dezer menschen har monieert met de zeden en met heel de om geving, hoe zij een erfdeel is, die dracht, dat belangrijk bijdraagt tot d© typische, schil derachtige aantrekkelijkheid van het land. Ook den Maandag bleven wij nog te Brest, en maakten een excursie langs de kust, ten Westen en ten Noorden van de stad. Doch Dinsdag in de vroegte pakten wij weer onze valiesjes. Dezelfde boot, die ons twee dagen tevoren zoo triest en weinig gastvrij liad toe geschenen in den regen, voerde ons nu in het juichende licht van een schitterenden zomer morgen de reede over, naar het schiereiland aan den Zuidkant. Doch om althans iets te la ten zien, deden onze gastheeren ons niet da delijk de haven verlaten. Wij stoomden langs de dokken en konden in het voorbijgaan oen blik werpen op het arsenaal, de zeevaartschool, het station der onderzeeërs, het centrum van maritieme aviatiek, enz. Dan wierp de schip per het roer om; wij zagen, aan stuurboord, de pointe des Espagnols, daarachter de prach tige, intens blauwe haai van Roscanvelen wij landden te Bec ar Geun, waar wij een andere equipe motorcars vonden, die met ons de reis zouden maken rond de baai van Douarnenez naar de Pointe du Raz; het uiterste punt van Le Finistere, dat als een wig zich boort tus- schon het Kanaal en den Oceaan. ontmoet ik ze ook", zei Janet haastig. „Het wordt dunkt me, mijn tijd", bracht Crosby in het midden en Bettv noodigde hem1 niet tol langer blijven. Betty ging haar bezoekers tegefcuoet en bracht ze op het terras, waar zij ze aan Janet voorstelde. Er werd nieuwe thee besteld en Betty richtte hel woord lot mrs. Lendridge. Janet was in ondeugende stemming ep legde dadelijk beslag op Lendridge. Ik meen begrepen te hebben, mr. Lendridge. dat ,u niet gunstig denkt over werkende vrouwen. Ik moet u waarschu wen, dat ik er ook een hen „Ik misprijs het niet, dat vrouwen wer ken. Het hangt v,an het soort werk af, döt zij verrichten", anlwoorddo hij lnkoniek, „Ik wil dokter worden." „De geneeskunde vind ik juist iets voor een vrouw. Misschien, dat haar de noodige kraclil ontbreekt om een ope ratie goed uil te voeren. Maar 'zij1 lifem zeer zeker een uitstekende geneeslier 'ezen" „Bestaa't er veel verschil tusschen een dokter en een ingenieur? Eigenlijk bedoel ik het niel zooik zal het anders zeggen. Als u er geen bezwaar in heeft, dat een vrouw een dokter is, waarom heeft u er dan legen, dat zij een ingenjeur IS?" hield Janet vól .Daar heb ik niets tegen", antwoordde hij bedaard. „Maai* ik meen begrepen te hebben „Ik heb er niets legen zoolang zif niet met mij samenwerkt." Camaret, on Pen-Hir, waar de rotsen, 67 M. hoog, in geweldig© opeenstapeling afdalen tot in zee, on waar de dichter Saint-Pol Roux woont, naast den grooten tooneel-kunetonaar André Antoino. En dan brengt men ons naar Morgat, dat ik meen de meest luxueus© badplaats ie van deze prachtige streek, een waar Eden, te midden van een décor als uit een sprookje. Gelijk gezegd, dien avond sliepen wij aan de Pointe du Raz. Zoo'n sightseeing, in het verbijsterend tempo, waarin wij het moesten doen, bombardeert u met indrukken. Na het schoone Morgat, het grandiose panorama van Tal-ar-0i'oas, de lommerrijke vallei van Ploë- het prachtige geconserveerde dorpsplein van Locronan. splitst de steenige landtong zich toe. Spoedig ziet men de zee aan beide kanten links en rechts. Steeds smaller wordt de punt, waarop onze karavaan voorsnelt. En ten slotte verlaten wij de wagens, bij een vuur toren en een monument, waarop Notre Dame des Naufragés staat naar zee gewend met liefdevol gebaar. Daarachter is alleen de indrukwekkende, starre schoor-sfceen van Europa, een giganti sche, chaotische hoop rots-brokken, in zee ge worpen als een priem. En terwijl ik schuchter dwaal op de rotsen en afdaal, tusschen koken de afgronden on huilende spleten, voel ik mij oneindig klein en eenzaam te midden van dit beangstigend natuux-geweld, en voel ik mij magisch steeds voider omlaag getrokken in dit rauwe, mtakte, bonkig ontoegangelijke landschap van Oceaan-passie en graniet. Na het eten, dien avond, toen van alle kan ton de bonten otralen-bnndels der vuurtorens wenkten en veegden en zwiepten in den flets- blauwen nacht, was het schouwspel weer gansch anders, doch niet minder tooverachtig, niet minder boeiend. En Dog laat heb ik daar, onder het barmhartig beeld der Lieve Vrouw van de Schipbreukelingen, staan Staren over het vlammend-dooraderde water waarin, bijna aan den horizon, het ile de Sein zich aftee- kende als een lange, dikke streep Oost-Indi sche inkt Weer enkeie uien later waren deze in drukken opnieuw vervangen door geheel an dere. Wij waren te Quimper, de aantrekke lijke hoofdstad van het departement, waar ons een ontvangst was bereid als wij nooit hadden durven droomen. In den tuin er Prefectuur had een unieke stoet der kostumes van Bretagne voor ons gedefileerd. En in het Hotel de l'Epée, in de door Le- mordant zoo subliem beschilderde eetzaal» hadden durven droomen. In den tuin der Bretonschen minister der Republiek den blinden schilder gehuldigd, zoo .aangrijpend, dat er niet één onder ons was die zich niet de oogen had voelen vochtig worden De omstreken van Quimper, zij zijn zeld zaam bekoorlijk en schoon. Welk een char mante tocht: die spelevaart langs de Odet, de lieflijkste rivier van Frankrijk. Maar ik wil over mijn reis in Le Finistere niet nog een derden brief beginnen, en dus moet ik dit alles afraffelen. Penmareh, met zijn be volking in fluweel overdekt met steenrood' zijden borduursel (een enkel dezer oostuums kost 8000 francs)Saint-Guénolé en zijn moorddadige rotsen, waar de zee -eos een gezin van vijf personen wegwischte en nog onlangs weer, op dezelfde plek, een in genieur Beg-Meil met zijn rozen-om rankte hotel-paleizen, wier tuinen door de golven zijn omspoeld; Ooncaxneau, waar ons een ontvangst bereid was als nog ner gens anders tevoren (en dat wil wat zeg gen) Quimporlé Le Pouldu Pont- AvenIk zou u nog véle kolommen lang ervan kunnen vertellen, en nog zou mijn enthousiasme niet uitgepraat rakenj Vooral deze Zuidkant van Le Finisterre is allerbeminnelijkst land, overvloeiend van levenslust en onschuldige vrooli/kheid. In Pont-Aven, na tien volle meer dan volle dagen zwervens door de schoone, gastvrije provincie, werd onze karayaan ont bonden. Sommigen onzer gingen nog naar het curieuso eiland, dat ook al- een bezoek lokte. Ik werd ge roepen naai' Parijs, en ben met den trein- naar huis teruggekeerd. LEO FAUST. „Dus uw bezwaar is geen kwestie van principes, maai' van persoonlijk gevoel." „Dat is1 't.In theorie vind ik, dat een vrouw evengoed èen ingenieur kan zijn als een man Maar in den practijk mist zij het noodige evenwicht om haar theorieën in toepassing te brengen Zij voelt neiging volgens1 de ingeving van hef oogen blik (e werk fe gaan. Zij kan niet denken en handelen volgens de ken- nis. die zij heeft verworven"- „Is dat ook niet het geval met som mige mannen?" „Ja. maar loch met slechts enkelen. Volgens mijn opinie is dat zoo met het meerendee] der vrouwen". Betty luisterde niet meer naar het geen mrs. Lendridge zei Ziyhad een paar woorden van Marks opmerkingen op gevangen. „Mr. Lendridge u lieeft hel heelemaal mis", zei ze verontwatardigd „lk vraag wel excuus", zei hij koel. Janet kwam dadelijk lussehenbeide. „Zet je gesprek met mrs. Lendridge voort en stoor ons niet", zei ze legen Bettv. „Neemt u geen notitie yan haar", voed de zij er tol Mark bij. Janet vond deze rustige, krachtige jonge man sympathiek en kwam tot de conclusie, (lal Bettv niet de overhand op hem zou krijgen. (Wiordt varooigd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1923 | | pagina 2