de mode ia.
Na hei boek er ie, willen we er voor
de gegadigden wel bijvoegen, dat Turgenief
ook hierin zijn type zielkundig bijzonder
fijn analyseert, en de aandacht weet vast
te houden, hoewel er heel weinig in het
verhaal gebeurt. De vertaling ia van J.
0. van Wapeningen, en laat zich vlot lezen.
De Zuivere bron, door
Fenna de Meyicr, uitg. Em.
Querido, Amsterdam.
De bijzondere fijnheid van gevoel, het
heldere doorzicht, de menschenkennis,
dit sties kenmerkt steeds het werk dezer
schrijfster, en zeker in deze nieuw*
roman, een der besten, die den laatsten
lijd zijn verschenen.
Do zuivere bron. De oudere man, z.a-
keumensch in het maatschappelijk leven,
maar in zijn eigen leven een droomer,
een dichter bijna, dat veel, veel jongere
nichtje, de eenige die hem begrijpt,
die dieper in hem ziet. Hoe anders, tlai
dat deze ou'detre teleurgesteld in zijn!
huwelijksleven en in zijn zaken, waar hij
verstand van noch hart voor li<eeft, en
dit argelooze, natuurkind naar elkaar
toe groeien.
De wereld is er vlug bij een dergelijke
„Terhouding "te beoordeel en, en dun te
veroordeelen. En in de wereld van dit
boek geschiedt het dan ook, doch) onze
sympathie is zóó met de beide hoofd
figuren mede, dat wij haast verbaasd zijn
en toeroepen willen „ziet ge dan niets".
Er is in dit werk mets, wat uit den
toon valt, geen karaktertrek er naast
Tot in alle onderdeelen is alles door-
voe'd, en steeds juist doorvoeld. Waart
lijk dit is een mooi goed hoek. Dit mag
een aanwinst heeten voor onze roman
litteratuur!
Zoeklicht, Ned Ency
clopaedic, o 1. van dr. T. P.
Sevensma. Uitg van L-o-
'ghum, Slaterius en Visser.
Verschenen is het derde deel van deze,
in beknopten vorm! gehouden en tegen
billijken prijs verkrijgbare encyclopaedic
Dit deel beval de woorden van christef
lijk onderwijs tot electrische zekeringen
Een encyclopaedic is geen roman
waarvan e»en „recensie" te schrijven is.
Wen kan er voor de beoordeeling slechts
het een en ander in naslaan. Dat hébben
we met dit deel ook gedaan, dn daarbij
bevonden dat alle woorden die we maar
konden bedenken er in vermeld werden
en een beknopte, maar zeer zakelijke
en wetenschappelijke juiste verklaring
kregen. De naamlijst van de medetwer-
kers geeft daar ook een waarborg voor.
Bij de namen van bekende personen
trof ons, zooals ook in de beide vorige
deelen, het bij-blijven miet de gebeur
tenissen van de laatste jaren.
Balmoedertje
door E. OverduijnHdyligers
Uitg. L. J. Veen, Amsterdam
Van deze goede novelle, inet liet ver
haal „Kruisweg" in een bundel, ver
scheen een tweede druk De Avaardteerip'
i» hier dan ook wel verdiend!
Kinderlectuur.
Het Tweede B oeü
van Dik Trom door C Joh,
Kievit. Geill. door Joh. Braa-
kensiek. Uitg. Gebrs. Kluitman.
In onze jonge jaren vlogen wij op elk
nieuw werk van Kievit af Dat wj~
sltijn van die „fijne" boeken. Wie kent
ze niet?
Dik Trom, Wilde Bob, Ah en zijn
vrienden, ze werden letterlijk vferslon
denFn wie kreeg er niet meer plezier
in zijn geschiedenisles na het lezen \an
„Het slot op de hoef", „Fulco den Minis-
IreeJ". en zoo-
Trouwens is in het feil, dat jongens en
ook meisjes in de lagere schooljaren er
zoo dol ojp zijn, niet hel beste bewijs
daarvoor?
Zij. die genoten hebben van Dik Trom,
zullen dat zeker niet minder doen van
zijn tweede boek
Zij, die genoten heben van Dik Trom,
Panorama.
„Panorama", het bekende geïllus
treerde -weekblad van A. W. Sijthoff's
Uitgevers Mij heeft een fraai verzorgd
jubileum-nummer uitgegeven, naar aan
leiding van het 50-jarig bestaan. Behalve
een extra-verzameling illustraties heeft
dit nummer een omslag in kleuren, aan
de voorzijde met een mooien jongenskop,
aan de achterzijde met een landschap,
heiden reproducties1 van schilderijlen
De wijziging in het
erfrecht.
„Moet ik een testament maken, of veran
deren p"' zoo luidt de titel van een bij W. J.
Thiemo Oie. verschenen boekje, bevattend
een populaire uiteenzetting van de wijzigin
gen door de jongste wetgeving in ons erf
recht aangebracht. Het is geschreven door
J. W. Ant. Schepers, cand. not. en ontv.
der reg., en is bestemd voor het publiek.
Tevens worden er in behandeld de voor
naamste bepalingen uit de 8 ucoeasie-
w e t, w. o. de vrijstellingen van recht Aan
het slot is een tabel van het successie-recht
opgenomen.
Voorhistorische vondst.
Men meldt aan het Hbl.
In de nabijheid van de plaats aan dei
voel van den Bisschop sberg te Havelter
berg, waar men voor eenige 'dagen eet
paar urnen en een bronzen wapen vond
zijn thans, slechts een paar decimetei
beneden den beganen grond ,een groot*
urn gevuld met kleine beentjes, over
blijfselen van verbrande beenderen, be
nevens stukken bewerkt doch in erg*
mate verroest ijzer, waarschijnlijk rester
van wapens, opgegraven. Een der sluldcer
is een. paar decimeter lang en noj
duidelijk le herkennen als de spits vai
van een werpspebr.
Vermoedelijk hebben wij hier te doer
met een familiegraf van een der grioot
heden uit den voorhistorisehen tijd, Loei
vrouwen, paarden en wapens gelijk me
het overleden hoofd der familie verbran<
en in urnen begraven werden.
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
brood uil den mond nemen?"
Crosby draalde met een antwoord en
trok aan zijn knevel.
„Ik inoet bekennen, dat ik liever zou
zien, dat de vrouwen thuis1 hieven", ze
hij eindelijk en de beide meisjes lachten
hartelijk
„Er kunnen natuurlijk uitzonderingen
zijp Doet u iets?" vroeg hij beleefd
aan Janet
„Ik ben studente in de medicijnen.
Ik hoop, dat u dat goedkeurt."
„Vrouwen hebben goed werk in die.
medicijnen verricht," stemde hij toe.
„Dank u Maar rk geloof niet, dat
u liet goedkeurt
„Ik heb er niet tegen, maar ik kou niet
graag willen, dat ik met een vrouwe
lijke dokter moest trouwen," ant\voonÖ-|
de hij botweg.
„Nu het zou u zeker ook moeite kos
ten om' een vrouwelijke dokter over te
halen met u le huwen Wij zijn nu
beiden heel persoonlijk en grof geweest,
dus zijn we quitte Ileb je nog eon
kopje thee, Betty?"
HOOFDSTUK X
Toen Betty de villa had verlaten, keek
iwrs. Lendridge Mark aan cn glimlachte
flauwtjes
„Goede jongen, ik hen blij, dat je aan
mijn verlangen hebt voldaan," zei zij
ppiendelijk.
„Tegen mijn beter weten in. Ik zie
een massa ergernis in 't verschiet", ant
woordde hij droogweg.
„Zij is nog zoo jong, Mark en zij
Toen de gemeenteveldwachter van
Riel een dezer nachten le Alphen (N.
Br.) op surveillance was, ontdekte hij
een onbeheerd rijwiel, beladen iruet een
zak leder, meldt de „Maasb." Hij be
merkte even daarna drie verdachte per
sonen, waarvan er twee een rijwiel hij
zich hadden, eveneens zwaar heiaden.
De drie onbekende personen werden
door den veldwachter en te hulp ge
roepen burgers overvallen en gearres
teerd. Een winst zich los te rukken en
op de vlucht te gaan. Hij werd vervolgd
door een der burgers en diens hond.
Bij zijn vlucht trok de dief een revol
ver en schoot verscheidene malen op
zijn achtervolgers, echter zonder iemand
[te treffen. Al heel spoedig werd de ban
diet door den hond tot staan gebracht.
Ruim1 150 K.G leder, ,dat in een
looierij ontvreemd was, werd in beslag
genomen De inbrekers zijn uit Breda
en Tilburg afkomlstig en alle date be
ruchte lieden. Ze worden van meer in
braken en diefstallen gedurende den laat
sten tijd in de omgeving geplee'gd,
verdacht.
twee uit Munchen, een uit Berlijn en een!
uit Karlsruhe neergestort en omgekomen,
Drie lijken zijn geborgen, het vierde
ligt in een rotskloof, die men nog ïiie
heeft kunnen bereiken.
Een msn le Milaan, die terecht!
stond wegens diefstal, greep, juist loeiï
zijn advocaat zijn pleidooi had beëindig*
de inktpot van den griffier, dronk de "inktl
op en (.likte een gedeelte van het gla
in Hij werd stervende naar het hospilaa'
gebracht.
BRUTALE VERVALSOHINGEN VAN GE
NEESMIDDELEN.
In het „Motmdbl. tegen de Yervalschiugen"
Schrijft dr. van Hamel Roos het volgende:
„Wij ontvingen uit Rumenië en uitDujtech-
land berichten betref lende brutale vexvahohin-
gen van geneesmiddelen, die inderdaad als
misdadige „record-knoeierijen" beschouwd
moeten worden.
In de eereto plaats werd ons gemeld, dat
te Bucharest de drogist Leonida Siara en zijn
assistent Bela Meduna gearresteerd werden
wegens bedrog, gepleegd ten opzichte van
theobromine. Deze vervalschers hadden zich
niet ontzien om dit, door de bekende firma
Fr. Bayer en Or. te Leverkusen gefabriceer
de geneesmiddel, eenvoudig te vervangen door
geheel waardelooze kalk!
De tweede knoeierij betrof een partij van
2000 Kilogr. als „Aspirine Bayer" dooi' de
fa. Altenburg Schmedemann te Hamburg
verkochte waar, welke niet van deze fabriek
afkomstig was, doch met behulp van bedrie-
gelijke etiketten als zoodanig aangebodon
weid.
Het toppunt van bedrog werd ons evenwel
uit Stuttgart medegedeeld. Het betrof een
uit suiker en naphtaline samengesteld pro-
dukt, hetwelk als „cocaine" tegen 700.000
mark per kilogr. verkocht werd. Een tweede
nog brutaler knoeierij werd geconstateerd
met hot bekende kostbare middel „salvarsan"
waarbij men niets anders dan fijn tarwemeel
tegen 500,000 mark per kilogr. ontving!
Het behoeft geen betoog, dat dergelijk*
schandelijke praktijken niet ongestraft zullen
blijven, en wij achten een waarschuwing in
ruimen kring ten zeerste op hare plaats, daar
vooral natuurlijk bij vervaiechte geneesi
delen de schromelijks to gevolgen voor de zie
ken verwacht kunnen worden, en bij het
steeds voortdurende gebrek aan toezicht
de grenzen allerlei knoeiprodukten die in het
buitenland niet verkocht mogen worden,
der valsche benamingen binnen onze land
palen gebracht kunnen worden".
BUITENLAND.
Toen Wocnsdagmiddaginiddag d*
8-jarige C. R te Schiedam plotseling dei
rijweg overstak', werd hij aangeredei
door een moterrijder met het gevolg, da
een handle op het .stuur van het motor
rijwiel het jongentje in het hoofd drong
"Naar hel ziekenhuis vervoerd, is Iri
daar zonder tot bewustzijn gekomen U
zijn overleden.
Bij een bestijging van de Zugspitzt
in de Beicrsche Alpen zijn vier loeristei
bevond zich in een uiterst onaangenamb
positie. Het scheen bijna alsof je partij
trok van de ziekte van haar vader ik
was erg met dat jonge meisje begaan. Ik
vind baar aantrekkelijk."
„Goede hemel 1 Ik kan niets aantrek
kelijks in miss Churston vinden. In mijn
oog is zij eer zeer verwaande en onaan
gename vrouw."
„Ik kan haar niet verwaand noe
men en zij is zeker heel mooi
„De schoonheid van een vrouw heeft
in zaken geen waarde. Als zij maar wou
wegblijven en aan mij het beheer over
de fabriek wilde laten", zei hij zuchtend.
„Vele mannen zouden het heerlijk vin
den om1 met zoo'n vrouw samen te
Werken"
„Ik niet. Maar ik zal volhouden, zoo
lang ik kan."
,Je bent precies je vader Mark Hij
mocht de vrouwen ook niet totdat hij
mij ontmoette."
„U heeft me nooit veel van mijn va
der verteld, moederlief en ik heb u
niet naar hem willen vragen."
„En je mOet mij nu ook niets vra- i
gen", antwoordde zij bedaard.
Mark deed verder geen mioeite om
haar aan het spreken te krijgen, want
hij was zeker de minst nieuwsgierige van
alle mannen. Hij trad op haar toe en
kuste haar, voordat hij naar de kleine
werkplaats ging, waar hij proeven deed.
Daar liet hij zich op een stoel naarvallen
en stak een pijp op Hij was nog niet
van de verbazing bekomOn over bet feit, 1
TIFN DAGEN IN BRETAGNE.
n. (siot).
(Fan onzen Parijschcn Correspondent).
(Nadruk verboden).
Parijs,'' 26 Juui.
De tweede dag onzer rondreis door le
Finistero voerde ons het binnenland in,
naar Huelgoat, dat een van de lieflijkste
plaatsjes is, welke ik ken. Het ligt ver
scholen in een verrukkelijkheuvelachtig
bosch, en het hotel waar wij waren inge
kwartierd, lijkt mij in alle opzichten het
ideaal voor wie een gezonde, aangename
rustkuur wil doen.
Rust was echter het eenige wat ons deze
dagen niet gegund werd. De oogon nog
zwaar van den slaap, moesten wij den vol
genden morgen, Zaterdags, om 6 uur, al
weer het bed uit, en anderhalf uur later
snorden onze wagens, door een frisch mot-
regentje, nog verder naar liet Zuiden toe,
naar Oarhaix, de geboorteplaats van La Tour
d'Auvergne. liet is een typisch oud stadje,
met vele schilderachtige Bcefconsche huizen,
mooie vergezichten, en een kerk, gewijd aan
een heilige ,(St. Tremeur), wiens leven oen
lieve, dichterlijke legende was.
Dien dag gebi uikten wij het middag
maal te Chateaulin, en daarna voerden de
stoere motorwagens ons omhoog, langs een
weg dio bekend staat als de schoonste van
dat hij er in toegestemd had naar de
„Churskons" terug te keeren en hel werk
daar weer op te vatten. Toen hij Betty
had ontmoet, was dit het laatste wat
zijn brein had kunnen opkomen.
Zelfs nu Icon hij nog niet begrijpen waar
om1 hij veranderd was. Het zou zeker on
aangenaam1 wezen met hel meisje le
(werken, want hij was niel van plan
zich door haar te laten overheerSchen.
Eindelijk zette hij dit onderwerp uit
zijn gedachten en ging aan het werk.
Het was zijn gewoonte eiken mooien
Zondagnamiddag een buitenwandeling
met zijn moeder te maken en zij gingen
den volgenden dag dan ook op stap.
Mrs. Lendridge gaf de richting aan, die
zij moesten nemen en heel merkwaardig
kwamen zij in de buurt van "The
Coufc-L."
„Mark je moosl eens naai* mr. Chur
ston gaan informeeren- Ik geloof, dat
ik met je meega En het is misschiein
ook wel goed, dat je vanmiddag een
woord met miss Churston wisselt, dan
zal mbrgen alles gemakkelijker vallen."
,De lust is niet groot," zei hij aar
zelend.
„Kom1 mee" antwoordde zij mei een
glimlach en haar hand door zijn arm
•stekend, Irok zij hem' door hel bek.
Betty was de eerste, die ze in de op
rijlaan zag aankomen.
„Daar is mrs. Lendridge" zei ze tegejn
Janet.
„En heeft zij den geduclilen zoon bij
zich? Je mioet ze hierheen brengen, dan
het departement: de route lange Loperec,
Itosnoën, Le Faou en Hopital Camhout naar
Daoulas. Hier zijn wij in het gebergte,, met
de prachtige fjorden der reede van Brest
aan de linkerhand. Helaas zaten we op
het hoogste punt geheel in de wolken. Bij
Rosnoën, zoo schilderachtig boven den mond
van de Aulne gelegen, konden we geen 20
Meter voor ons uit zien. Doch toen wij
daarna weer dwaalden in de vallei, lieten
wij den mist achter ons, en konden wij ons
ten volle rekenschap geven van de inder
daad sprookjesachtige schoonheid dezer
streek, die mij herinnerde tegelijkertijd aan
de groene oevers van het Vierwoudsteden-
meer en aan de corniche tusschen Nice en
Menton.
Wij brachten een bezoek aan de prachtig
geconserveerde abdij van Doulas, dag teeke
nend uit de middeleeuwen, dineerden daar
op in het merkwaardige oude stadje dat
Landerneau heet, en waren nog dienzelfden
avond te Brest.
Voor den Zondagochtend stond een rond
vaart op höfc programma over de reede van
deze zeer belangrijke maritieme en com-
mercieele havenplaats. Ook ditmaal werkte
het weer echter niet mee. Het regende en
wij konden niet veel zien. Maar toen wij
tegen het middaguur voet aan wal zetten
aaan den overkant van het water, waar wij do
motorwagens terugvonden, die ons naar Plou-
gastel brachten, was de hemel geheel op
geklaard en verwelkomd door een heerlijk
glanzend zonnetje deden wij onzen intocht.
Die enkele uren in Plougastel zullen mij
lang bijblijven, omdat het daar was dat ik
voor het eerst een Bretonscho processie heb
gezien. Dat was als een schilderij. Rustig
lag het oude kerkje, zoo vol karakter, stijl
en stemming, en in de straat, waar de
huizen bespannen waren met beddelakenB
en bloemen gestrooid lagen op de helder
gepoetste keien, klaterde en stoofde de zon.
Toen gingen de kerkdeuren wijd open, vrome
zaDg en wierookgeur golfden naar buiten, en
terwijl in den toren de klokken hartstoch
telijk begonnen te luiden, trad de lange
stoet naar voren, in een voortdurende cli
max van devotie en waardigheid. Eerst vis-
schers en vrouwen in kleurige nationale
feestkleedij, koorknapen en zangers, non
netjes en begijntjes, een weelde van goud-
geborduurde vaandels, en dan vele rijen
van priesters, in steeds rijker misgewaad,
omstuwend den bisschop, die hoog de re-
monstrans hield, langzaam en plechtig voort
schrijdend onder een prachtig baldakijn. Alle
menschen langs den weg wierpen zich
de kieén, en zelfs de nieuwsgierige, onge-
Ioovige journalisten op t trottoir bogen het
Aoofd, onwillekeurig onder den indruk
zooveel vroomheid, van een zoo ontroerend,
wïjdingvol schoon.
Tegenover zulk een processie, waar alles
samenwerkt om tot de hoogste uitdrukking
van stijl-eenheid te komen, geeft men zich
rekenschap ervan hoezeer de mooie, karak
teristieke kleederdracht dezer menschen har
monieert met de zeden en met heel de om
geving, hoe zij een erfdeel is, die dracht, dat
belangrijk bijdraagt tot d© typische, schil
derachtige aantrekkelijkheid van het land.
Ook den Maandag bleven wij nog te Brest,
en maakten een excursie langs de kust, ten
Westen en ten Noorden van de stad. Doch
Dinsdag in de vroegte pakten wij weer onze
valiesjes. Dezelfde boot, die ons twee dagen
tevoren zoo triest en weinig gastvrij liad toe
geschenen in den regen, voerde ons nu in het
juichende licht van een schitterenden zomer
morgen de reede over, naar het schiereiland
aan den Zuidkant. Doch om althans iets te la
ten zien, deden onze gastheeren ons niet da
delijk de haven verlaten. Wij stoomden langs
de dokken en konden in het voorbijgaan oen
blik werpen op het arsenaal, de zeevaartschool,
het station der onderzeeërs, het centrum van
maritieme aviatiek, enz. Dan wierp de schip
per het roer om; wij zagen, aan stuurboord,
de pointe des Espagnols, daarachter de prach
tige, intens blauwe haai van Roscanvelen wij
landden te Bec ar Geun, waar wij een andere
equipe motorcars vonden, die met ons de reis
zouden maken rond de baai van Douarnenez
naar de Pointe du Raz; het uiterste punt van
Le Finistere, dat als een wig zich boort tus-
schon het Kanaal en den Oceaan.
ontmoet ik ze ook", zei Janet haastig.
„Het wordt dunkt me, mijn tijd",
bracht Crosby in het midden en Bettv
noodigde hem1 niet tol langer blijven.
Betty ging haar bezoekers tegefcuoet en
bracht ze op het terras, waar zij ze aan
Janet voorstelde. Er werd nieuwe thee
besteld en Betty richtte hel woord lot
mrs. Lendridge.
Janet was in ondeugende stemming
ep legde dadelijk beslag op Lendridge.
Ik meen begrepen te hebben, mr.
Lendridge. dat ,u niet gunstig denkt over
werkende vrouwen. Ik moet u waarschu
wen, dat ik er ook een hen
„Ik misprijs het niet, dat vrouwen wer
ken. Het hangt v,an het soort werk af, döt
zij verrichten", anlwoorddo hij lnkoniek,
„Ik wil dokter worden."
„De geneeskunde vind ik juist iets
voor een vrouw. Misschien, dat haar de
noodige kraclil ontbreekt om een ope
ratie goed uil te voeren. Maar 'zij1 lifem
zeer zeker een uitstekende geneeslier
'ezen"
„Bestaa't er veel verschil tusschen een
dokter en een ingenieur? Eigenlijk bedoel
ik het niel zooik zal het anders zeggen.
Als u er geen bezwaar in heeft, dat een
vrouw een dokter is, waarom heeft u er
dan legen, dat zij een ingenjeur IS?" hield
Janet vól
.Daar heb ik niets tegen", antwoordde
hij bedaard.
„Maai* ik meen begrepen te hebben
„Ik heb er niets legen zoolang zif niet
met mij samenwerkt."
Camaret, on Pen-Hir, waar de rotsen, 67 M.
hoog, in geweldig© opeenstapeling afdalen tot
in zee, on waar de dichter Saint-Pol Roux
woont, naast den grooten tooneel-kunetonaar
André Antoino. En dan brengt men ons naar
Morgat, dat ik meen de meest luxueus©
badplaats ie van deze prachtige streek, een
waar Eden, te midden van een décor als uit
een sprookje.
Gelijk gezegd, dien avond sliepen wij aan
de Pointe du Raz. Zoo'n sightseeing, in het
verbijsterend tempo, waarin wij het moesten
doen, bombardeert u met indrukken. Na het
schoone Morgat, het grandiose panorama van
Tal-ar-0i'oas, de lommerrijke vallei van Ploë-
het prachtige geconserveerde dorpsplein
van Locronan. splitst de steenige landtong
zich toe. Spoedig ziet men de zee aan beide
kanten links en rechts. Steeds smaller wordt
de punt, waarop onze karavaan voorsnelt. En
ten slotte verlaten wij de wagens, bij een vuur
toren en een monument, waarop Notre Dame
des Naufragés staat naar zee gewend met
liefdevol gebaar.
Daarachter is alleen de indrukwekkende,
starre schoor-sfceen van Europa, een giganti
sche, chaotische hoop rots-brokken, in zee ge
worpen als een priem. En terwijl ik schuchter
dwaal op de rotsen en afdaal, tusschen koken
de afgronden on huilende spleten, voel ik mij
oneindig klein en eenzaam te midden van dit
beangstigend natuux-geweld, en voel ik mij
magisch steeds voider omlaag getrokken in
dit rauwe, mtakte, bonkig ontoegangelijke
landschap van Oceaan-passie en graniet.
Na het eten, dien avond, toen van alle kan
ton de bonten otralen-bnndels der vuurtorens
wenkten en veegden en zwiepten in den flets-
blauwen nacht, was het schouwspel weer
gansch anders, doch niet minder tooverachtig,
niet minder boeiend. En Dog laat heb ik daar,
onder het barmhartig beeld der Lieve Vrouw
van de Schipbreukelingen, staan Staren over
het vlammend-dooraderde water waarin, bijna
aan den horizon, het ile de Sein zich aftee-
kende als een lange, dikke streep Oost-Indi
sche inkt
Weer enkeie uien later waren deze in
drukken opnieuw vervangen door geheel an
dere. Wij waren te Quimper, de aantrekke
lijke hoofdstad van het departement, waar
ons een ontvangst was bereid als wij nooit
hadden durven droomen. In den tuin er
Prefectuur had een unieke stoet der
kostumes van Bretagne voor ons gedefileerd.
En in het Hotel de l'Epée, in de door Le-
mordant zoo subliem beschilderde eetzaal»
hadden durven droomen. In den tuin der
Bretonschen minister der Republiek den
blinden schilder gehuldigd, zoo .aangrijpend,
dat er niet één onder ons was die zich niet de
oogen had voelen vochtig worden
De omstreken van Quimper, zij zijn zeld
zaam bekoorlijk en schoon. Welk een char
mante tocht: die spelevaart langs de Odet, de
lieflijkste rivier van Frankrijk. Maar ik
wil over mijn reis in Le Finistere niet nog
een derden brief beginnen, en dus moet ik
dit alles afraffelen. Penmareh, met zijn be
volking in fluweel overdekt met steenrood'
zijden borduursel (een enkel dezer oostuums
kost 8000 francs)Saint-Guénolé en zijn
moorddadige rotsen, waar de zee -eos een
gezin van vijf personen wegwischte en nog
onlangs weer, op dezelfde plek, een in
genieur Beg-Meil met zijn rozen-om
rankte hotel-paleizen, wier tuinen door de
golven zijn omspoeld; Ooncaxneau, waar
ons een ontvangst bereid was als nog ner
gens anders tevoren (en dat wil wat zeg
gen) Quimporlé Le Pouldu Pont-
AvenIk zou u nog véle kolommen
lang ervan kunnen vertellen, en nog zou
mijn enthousiasme niet uitgepraat rakenj
Vooral deze Zuidkant van Le Finisterre is
allerbeminnelijkst land, overvloeiend van
levenslust en onschuldige vrooli/kheid.
In Pont-Aven, na tien volle meer dan
volle dagen zwervens door de schoone,
gastvrije provincie, werd onze karayaan ont
bonden. Sommigen onzer gingen nog naar
het curieuso eiland, dat ook al-
een bezoek lokte. Ik werd ge
roepen naai' Parijs, en ben met den trein-
naar huis teruggekeerd.
LEO FAUST.
„Dus uw bezwaar is geen kwestie van
principes, maai' van persoonlijk gevoel."
„Dat is1 't.In theorie vind ik, dat
een vrouw evengoed èen ingenieur kan
zijn als een man Maar in den practijk
mist zij het noodige evenwicht om haar
theorieën in toepassing te brengen
Zij voelt neiging volgens1 de ingeving van
hef oogen blik (e werk fe gaan. Zij kan
niet denken en handelen volgens de ken-
nis. die zij heeft verworven"-
„Is dat ook niet het geval met som
mige mannen?"
„Ja. maar loch met slechts enkelen.
Volgens mijn opinie is dat zoo met het
meerendee] der vrouwen".
Betty luisterde niet meer naar het
geen mrs. Lendridge zei Ziyhad een paar
woorden van Marks opmerkingen op
gevangen.
„Mr. Lendridge u lieeft hel heelemaal
mis", zei ze verontwatardigd
„lk vraag wel excuus", zei hij koel.
Janet kwam dadelijk lussehenbeide.
„Zet je gesprek met mrs. Lendridge
voort en stoor ons niet", zei ze legen
Bettv.
„Neemt u geen notitie yan haar", voed
de zij er tol Mark bij.
Janet vond deze rustige, krachtige
jonge man sympathiek en kwam tot de
conclusie, (lal Bettv niet de overhand op
hem zou krijgen.
(Wiordt varooigd).