öe toestand zeer onaangenaam was ge worden; de Engelselien waren niel van meening dat Duitschhind zijn schulden niet beier had kunnen betalen, maar dit rechtvaardigde allerminst een dergelijk optreden der Franschen, waarmee zij in geenendeele konden instemmen,no.; daar gelaten de gnoote vraag of het Frankrijk gelukken zou op deze wijze iets te be reiken. Met de Duitsche overheid en Ook met de bevolking was nooit eenige moeilijkheid geweest, steeds een goede verhouding, zelfs was, vooral in hel be gin van de bezettingsjaren, door de En- geischen veel gedaan om de uitgehon gerde menschen lc helpen, zoodat van •vijandschap geen sprake zijn km. Nu door het optreden van de Franschen komen de Engelschen, zoolang zij de onzijdigheid willen bewaren, in een schceve verhouding, die zal blijven be staan zoolang als Londen nog geen an dere beslissingen zal hebben genomen. jMön zegsman waagde het niet eenige uitspraak (e geven over den stand van zaken, of om een mogelijke gunstige af kop voor een van beide partijen te voor spellen. De Franschman, die me te woord tstond daarentegen, had over den toe stand wel een besliste meening. Volgens hem ging hel den Franschen goed en zouden zij bereiken wat zij bereiken wil den. Het Duitsche verzet zou vooral in het Rijnland, dat grootendeels een land- bouw-streek is, het eerst gebroken wor den. Van do Duitsche tolbeambten, die allen ontslagen waren, hadden velen zich ook weer bij de Fransche overheid aan gemeld, ook andere Duilschers boden reeds hun diensten aan. Of dit waar is weef ik niet, van Duit sche zijde wordt het volkomen tegen gesproken. In de wouden in het Rijnland is de Fransche overheid mei houtvellingen. be gonnen en heeft de eerste liontverkööpen voorgenomen. Fransche en Belgische houthandelaren zouden reeds aankoopen gedaan hebben, misschien kwamen er pok nog Italianen om houtinkoopen te doen. Of dit laatste juist is, betwijfel ik, na hetgeen ik van Duitsche zijde ver nam, zeer. Zonder behoorlijke spoorweg verbinding is hel onmogelijk het bont uit de bosschen naar andere plaatsen te vervoeren. Spoorwegverbindingen bestaan er in het Rijnland zoo goed als niet, er rijdt zoo nu cn dan een trein op een enkel baanvak, van een behoorlijk ver keer is geen sprake. Bovendien missen de Franschen geschoolde werkkrachten om het hout te hakken ,en naar de spoorwegen te vervoeren. Een Duitsch blad meldde lonlangs, dat in een van de bosschen van het Rijnland door de Franschen driehonderd partijen hout ten verkoop ivaren geboden, koopers u-aren er echter niet geweest, omdat het hout niel weggevoerd kon worden, zoodat het er nu nog ligt. Hoe het ecliter ook de Franschen ga, of ze de Duitsche bevolking aan zich kunnen onderwerpen en Duitschland tot giyolero betalingen kunnen dwingen of niet, hel Fransche volk zal zich met deze daad, die legen alle beschaving indruischl, slechts meer kunnen scha den dan nullen, of het zou de eersle keer moeten zijn, dat gewéld en onrecht iels goeds voortbrachten. Een land waar een cultuur heerscht, hoeft meer te vertellen dan een land, dat boven zijn buurstaten tracht uit te blinken in het bezit van soldaten en kanonnen Duitschland heeft dat onder vonden. Het is immer zoo geweest en za' immer zoo blijven ook. B tJBEH KG 5353 533593 Als men U iets anders geven ivll, zeg dan ■een, ik neem om mijn Kleeren, Blouses, Gor dijnen enz. te verven, alleen het van ouds beproefde merk „Vossekop In ster". Kraas SSS5S3 sssaw 'Jngez. Med. tendeels te danken aan zijn eigen vlijt en bexwnamhcid. Eén ding miste hij nog: een aardige, bekoorlijke gezellin in dit aangename le ven. Hei zou hem met eenigen goeden wil geen moeite gekost hebben dit gemis uit den weg te ruimen, maar hij was nu eenmaal verliefd op Virgine Zevenge sternte en had het vaste besluit geno men mei haar te trouwen of in 't geheel niet. Mijnheer Sclvwammele wierp de courant weg en stormde den tuin in. „Mevrouw Zevengesternte! Lieve me vrouw! zie ik het wel goed? Is u niet wel? Och kom als 't u belieft even bin nen en rust u wat uit.Virgine nam den arm van mijnheer Schwammele en liet zich in huis leiden. Zijn deelneming deed haar goed. Ze had een gevoel als iemand die na een langen tocht door koude en sneeuw plotseling in een at mosfeer komt van een behageJijk ver warmde kamer. Binnengekomen vertelde zij aan haar vereerder wat er het laat ste uur was gebeurd, dat uur zoo vol verrassingen en teleurstellingen. Het roo- de gezicht van mijnheer Schwammele straalde, „0 lieve mevro, y! stellig is u en de familie Zevengesternte groot onrecht geschied. Maar, lieve hemel, aan de feiten kan men niets veranderen. Uw zwager had zeven kinderen kunnen nalaten, dan was er van de erfenis niets BRIEVEN UIT BERI.VN. „Uuhrhulp", „Ruhrkindei en" en „RuhnnisiciSchiller's Wil helm Teil" als nationaal symbool. Een opwindende schouwburg- voorstelling. De geschrokken speculanten. In hel wisselkan toor. Maar de prijzen blijven luoe- Men beweert dikwijls, dat de mensch aan alles went. DU is zeker waar. In Duitschland kou men zelf gedurende den oorlog de waarheid van dit woord onder vinden De menschen wenden et- aan, dal dagelijks aan het front mi.boenen met verbeten woede op eikaar scholen, dat nu eens deze, dan die jonge man uit families, met wien men bevriend was, den vroeglijdigen dood ten offer viel, dal de ellende voor Europa niet wilde eindigen. Op het rogenblik is dit woord echter voor Berlijn niet van toephssing. Men wenl niet aan het nieuvye ongeluk, waar in Duitschland geraakt is. Men went niel aan de dagelijksche jobstijdingen uit hel Ruhrgebied, aan de berichten over het lijden van de bevolking, die on der de bevelen van een vreemde mili taire macht gekomen is, aan den oor logstoestand in vredestijd. De Bcrlij- ners zitten veilig builen schot, maar loch zijn ze niet afgestompt voor de opwindende berichten, die de couran- ten mei een tusschenruimlc van en kele uren uit Westphalen en Rijnland verbreiden. Hun stemming wordt veeleer van dag tol dag verbitterder, somber der, wanhopiger. Gold vroeger de Rijn alleen als de heilige stroom, als; een symbool van het DuilscJie wezen, nu heeft de kleine Ruhr deze ml op zich genomen. In gnoote drommen zijn duizenden „Ruhrkindercn" aangekomen, die bij Ber- lijnsche families ingekwartierd worden, opdat ze niet bloot zullen slaan aan de gevaren van het dreigend gebrek aan levensmiddelen in hel industriegebied. Binnen enkele dagen was er, nietle- genslaande den woningnood in Ber lijn, plaats gemaakt voor 50 000 van deze „Ruhilcinderen'". De volgende week ko men do „Ruhrmusici" naar Berlijn, de vereenigde stedelijke orkesten van Es sen, Boehum en Dortmund. Ze zullen hier in de reuzenzaal van den groolen schouwburg een concert geven. Tot hun ontvangst zijn geweldige voorbereidselen gelnoffen. Ook deze honderden musici zullen de gasten van Berlijnsche fami lies zijn. Men zal hun in hel Rijksdag- gebouw luisterrijk ontvangen. De biljet ten worden tegen kolossale prijzen ver kocht, daar de gezamenlijke opbrengst natuurlijk de „Ruhrhulp" ten goede komt, maar men betwist elkaar de kaarten. Tot eeu machfige onvergetelijke de monstratie kwam het dez,er dagen bij een opvoering van Schiller's „Wilhelm Teil" in liet „Staatliches Schauspielhaus". Schiller is trouwens plotseling weer die persoonlijkheid geworden, die hij1 voor honderd jaar voor de Duitschers ge weest is, de gnoote vrijheids- en volks dichter. Zijn historische drama's krijgen v,oor ons sedert we weer een stuk we reldgeschiedenis beleefd hebben en be leven, een veel diepere beleeknis dan ze hadden in den rustigen vredestijd. Zijn „Wilhelm Teil" echter, dit door het vuur van den geestdrift gedragen drama. van den opstand van een onderdrukt volk tegen vreemde indringers, schijnt een nauwkeurig dichterlijk spiegelbeeld van onzen legen woord igen toestand te geven. In Essen hebben de Franschen den Schouwburg gesloten, toen deze liet waagde, de „Teil" op te voeren. In Bochum hebben ze zich met (anks voor den schouwburg opgesteld en heb ben op die wijze een opvoering van hel stuk met geweld verhinderd. In Be rlijn echter zijn we tenminste vworloopig nog meester over onze besluiten, wat we in den Schouwburg zien willen. De avond droeg den slempel van een groot© nationale betooging. In de. voorste loge 'naast liet (oonee 1. waar eens de plaats van den keizer was, zal de rijkspi'esj- dënl met den rijkskanselier In tie Loge terecht gekomen. Als ik in uw plaats was zou ik ook van die j'aariijksche toe lage afstand doen. Heeft u die dan noo- dig? Ja ik weet wel dat uw overleden man u geen rijkdommen heeft nagelaten maar u hoeft uw hand maar uit te ste ken en u heeft een geachte positie. U weet al lang hoe dierbaar u mij is, u weet dat ik geen hooger wensch ken dan u tot heerscheres te maken in mijn huis." „Och mijnheer Schwammele1 Vir gine bloosde. Ze trok echter haar hand niet terug. Voor 't eerst was ze in mijn heer Schwammele's villa en ze keek nieuwsgierig om zich heen. De open deu ren veroorloofden een vrij gezicht in een rij goed ingerichte kamers. „Een miilionair ben ik niet," zei mijn heer Schwammele, „maar van twaalf I duizend mark inkomen kan men leven. Wat u hier ziet is alles echt en degelijk. De meubels zijn expres voor mij ge maakt, door en door massief, niets op gemaakt. De schilderijen echte olieverf- stukken, met de hand geschilderd, ik ben van jongs af voor al wat mooi en degelijk is geweest en wat ik koop is altijd *goede waar. Ik zou u op de han den dragen lieve mevrouw. Het beste zou mij voor u niet goed genoeg zijn. Als u uw toestemming geeft kunnen wij reeds over vier weken een gelukkig paar daartegenover de president van den rijksdag naast den Duitsclien gezant in Brussel. Dtoor de geheele zaal verspreid, de rijksministers, en de Pruisische mi nisters, de leiders van de politieke par tijen, andere bekende parlementsleden, de vertegenwoordigers van alle kringen van hel publieke leven. Onder hen ook de gezant van Duitsch-Oostenrijk. De stemming in de zaal was tot hel uiterste gespannen Ofschoon men zeggen kan, dal de beschaafde Duilscher de „Teil" bijna van builen kent, ontdekte men loch met nieuwe bewondering, boeveeJ ver zen en uitspraken één beangstigend ac- lueele beleekenis v,oor onzen legen woor- digen toestand in zich bergen. Men voelde hoe een geheimzinnige warme stroom door de harten van alle j toehoorders ging. De oude Attinghausen, een der figuren uit het drama, zegt lot zijn neef den jongen ridder, die zich het liefst hij de >overwinnendï: tegenpar tij wil aansluiten, de beroemde woorden: Ans Valcrland, ans teure schtiesz dich an, Das halte fest mit deinem ganzen I-lerzen In een latere scène sterft Attinghausen met de vermaning aan zijn landgenooten jjSeid emig, cinig, einigl" Bij den eed op de Rüli aan het Vier- i waldsladter-meer worden de den Duil scher niet minder beleende woorden uit gesproken ..Denn eine Grenze hat Tvrannenmacht, Wenn der Bedrfickle nirgends recht kann finden, Greifl er getrosten Mutes in den Himmel, Und holt hinunter seine ew'gen Rechte, Die droben hangen unverausseriich, Und unverielzlicli wie die Sterne selbst." Bij al deze verzen barstte een orkaan van bijvalsbetuigingen los. Aan het slot van de Rülli-scène verhieven alle aan wezigen zich als één man van hun zetels en spraken de woorden na: „Wïr willen sein ein einzig Yolk von Brüdern, In keiner Not uns trennen und Gefahr." En als op een onzichtbaar teeken hie ven allen het „Deutschland"-lied aan. Maar de uitwerking was rwg veel groo- ter. In iedere acte, in iedere scène voel de men iets, dat onmiddellijk betrekking had op dezen dag en dit uur. Toen de tooneelspeler Korlner in den rol van den landvoogd Gessier ver scheen, ging een mompelen door 'de zaal „Degoutte". Reeds bij vroegere op voeringen van de „Teil", had Korlner de boosaardige willekeur van Gessier sleeds gekarakteriseerd, doordat hij met een rijzweep om zich heen sloeg. Nu de nerichten uit het RuhUrgebied over be dreiging van Duitsche burgers door de 'rijzweepen van Fransche officieven steeds talrijker werden, kreeg ook dit gebaar vai^ den acteur een infame actualiteit. Toen de voorstelling afgeloopen was. Bonden de toeschouwers niet van elkan der scheiden. Ze bleven, als door loo- vermaclit verbonden en geboeid, nog lang in de zaal slaan, totdat het electri- schc licht uitging. Zeker -- het ontbreekt in Berlijn ook niel aan menschen, die hun eigen per soonlijke belangen even gewichtig vin den als die van het vaderland. Dat be merkte men, toen in de laatste weken Qlolseling de Berlijnsche beurs begon te wankelen, alsof een aardbeving haar fundame.nlen had geschud. Plotseling deed zich een verbluffend schouwspel voor: de dollar en de gulden stortten gedurende eenigen lijd van hun sprook jesachtige hooglo naar beneden Mapr men moet nief gerboven, dal deze ver. heugende gebeurlenis overal glim lachend gezichten te voorschijn riep. De speculanten waren doodelïjk ge schrokken. Én, dat moet openlijk bekend worden, eigenlijk speculeer! half Berlijn' Men behoeft maar eens oin het mid daguur op een beursdag een van "de talrijke wissellokaleu en bankfillialen binnen te gaan, die zich in alle straten bevinden De merkwaardigst" looneelen ziet men bier afspelen. Na 12 uur ko men ze aanlooien, de goede klanten van hel wisselkantoor, met verhitte ge zichten, met gloeiende oogen cn ze nuwachtig trillende handen. zijn. Dan doen wij onze huwelijksreis naar Italië. Afgesproken?" Virgine aarzelde. De voordeelen aan dit huwelijk verbonden waren niet weg te redeneeren. Bij haar huwelijk kreeg zij de twintigduizend mark in handen, ze kon haar schulden daarmee afdoen en voortaan een zorgeloos leven leiden. Men hoefde haar tenminste niet met min achting aanzien. Als de kinderen er maar niet waren. Onwillekeurig dacht zij hardop. „O die kinderen zijn niets," zei Schwammele. „De jongen is daarenbo ven zelfstandig, het meisje zullen wij ook niet lang bij ons houden. En boven dien mag ik het meisje graag lijden, ik ben een vriend van kinderen. Zij zal het best met mij hebben." „Geef mij vier weken bedenktijd." „Neen, ik wil niet langer in onzeker heid blijven." „Ik heb u altijd graag mogen lijden mijnheer Schwammele." „Welnu, dan zijn wij het immers eens Virgine. Trouwens dat is een vreeselijke naam. Men breekt zijn tong bij het uit spreken. Ik zal Gina zeggen," „Zeg dan liever Ina. Maar ik stem slechts toe onder voorwaarde dat ons engagement nog drie maanden geheim gehouden wordt.' „Nu, dat zullen we zien. Dat had ik Men whchl op den eersten koers, die van de beurs getelefoneerd worden Er vormen zich groepen. Er wordt gedebat teert, men twist, gest/culeervl. „Moetik verknopen?" Moet ik houden?" Dat zijn de gewetensvragen, waarmede de Ixmkbe- amblen bestormd worden Maar- nog heeft men lijd een besluit te nemen. Tot half twee neemt de bank orders aan. Men is dus genoodzaakt weer te wachten. Verscheicfcnen hebben boter hammen meegebracht, gaan zwijgend op een stoel zitten, pakken hun brpodjes uil en beginnen mechanisch Ie kauwen, terwijl de hersens overleggen en zich af martelen "met valuta-vraagstukken. Nieu we berichten komen van de beurs Men fluistert met elkaar, geeft elkaar raad, betoogl eikaars ongelijk. Men gaal ten slotte naar de tafels en schrijft de orders op. In een hoek staat met de armen over elkaar en met eeu ironisch gezicht een jonge man, onbewogen, niet uit den clooi te brengen. Dat is een der „pro- telen", die alles welen. Men omringt hem, zoekt schuchjter de wijsheid op te vangen, die zyn lippen ^preken en doet daarna toch datgene, wlat men reeds te voren doen wilde. Half tweel De teerling is geworpen. Voor heden laai zich niets meer veranderen. Be drukt, angstig en toch vol hoop sluipt het gel) eel e gezelschap weg. Een zegl berustend: „Hoe men "het ook doet, men stoet hel loch altijd verkeerd." "Wat zijn dat allemaal voor menschen? Wat voor beroep oefenen ze uit? Wer kelijk, men zou bijna denken, dat hun werk alleeft daarin bestond, dat ze da gelijks in hun notitieboekje bladeren, waarin hun effecten opgeteelcend staan. Hun lot gaat met de noteeringen op en neer Maar er zijn gelukkig ook nog andere verstandige menschen. En deze hebben met een lichte blijheid in h,un hart de berichten over de verstandige en han dige actie van de Duitsche regeering en de Rijksbank gevolgd, die juist in dezen wanhopigen, politieken toestand de daling der mark zoo succesvol lot staan bracht. En nauwelijks zijn de spe culanten van hun sebrik bekomen, of daar wordt een nieuwe, niel minder wel dadige stap gedaan: de aankondiging van een te verwachten binnenland sche goud- leening, dus de uitgave van Duitsch pa pier met een vaste waarde. Dat opent den Duitschen spaarder eindelijk de mo gelijkheid, het geld ,dat Mj overhouden kan, zoo le beleggen ,dat het niet reeds in de volgende week de halve waarde verloren heeft. Daardoor zal ook de stormloop op de buitenlandsche devie- sen tot staan komen, waardoor de Duit sche mark opnieuw steviger komt te staan. Men had deze middelen al lang te baal moeten nemen. Maar tenslotte komt iets goeds toch nooit te laat. Het optreden der regeering Jieteekent, dat men in onze economische duisternis ein delijk een lichtpunt ziet, dat de ar. beiders, de massa's nieuw vertrouwen in het bestuur van het rijk verkrijgen, en dat op die manier daadwerkelijk de eenheid van alle bevolkingskringen groeit. Weliswaar zijn de vervvpchte gevol- gen van deze financieele operaties nog uitgebleven: de prijs der levensmiddelen en gebruiksartikelen zijn nog hiet ge- daald. De nieuwe verordeningen en strafbedreigingen, die de regeering tegen prijsverhooging ïn werking heeft gesteld, zijn tot dusver zonder resultaat geble ven. De kwpplui zijn wantrouwig. Wel licht wordt echter alles wel weer anders! Lang zullen de hooge prijzen toch "nief stand kunnen houden. Reeds wordt het langzamerhand leegcr in de winkels. Het publiek aarzelt te koopen. Het wacht af. De waren moeten toch eens_ goedkooper worden. En zoo zullen de kooplui, als de gunstige ommekeer in het geldni- veau aanhoudt want wij moeten het reeds als gunstig beschouwen, als een gufden 9000 Mark en niet, zooals kort geleden, 18000 Mark kost spoedig moeten beginnen hun prijzen te verlagen, van morgen ook niet kunnen droomen, dat deze dag zoo gelukkig voor mij zou eindigen.' Wilhelmina bleef voorloopig in den Wijnstok, Zij huiverde voor het denk beeld terug te keeren in het eenzame huisi te Berlijn, Hier in de nabijheid van Peter's graf was het haar nog altijd of hij dicht bij haar was. Lena, die zooals zij wist, de eerste en ook wel eenige liefde was geweest van haar man, werd een lieve vriendin van haar. Ook met Lena's beide zoons kon zij het best vin den; zij had nauwelijks kunnen zeggen, wiens gezelschap haar liever was: dat van den beschaafden, ernstigen jongen geestelijke of van den dokter, wiens frissche vroolijkheid baar vaak zoo op wekte, dat zij haar droefheid een oogen- blik vergat en vroolijk met hem mee- lachte. Bij de Braunbergs was de rust intus- schen weergekeerd. Na den eersten schrik over het onverwacht snelle einde van den overste, was het sterven van den zieken altijd mopperenden en boo- zen man eigenlijk een verlossing. De om standigheden waren bijzonder slecht. Het vermogen was weggesmolten tot een heel klein restantje. Zonder de toelage zou de weduwe een kommervol bestaan moeten liiden. Koert was reeds overge- als zij iels verkoopen willen. Dal zou het begin zijn van een langzaam her- stel van onze economische verhoudingen. Wij willen niet optimistisch zijn; wij heb ben ons offgewend veel te hopen. Maar wie weel wellicht bloeit uit den akker van het ongeluk toch nog een klein bloempje der hoop op, welks geur en kleur ons nieuwen levensmoed geeft Dr. MAX OSBORN. BEKENDMAKINGEN. PLAATSING VOOR KOSTELOOZE AAN PLAKKING VAN VFRKJEZINGS- BILJ ETTEN Bui gemeester en Wethouders van Mid delburg brengen ter openbare keanis- 1 dat, met het oog op de aanstaan de verkiezingen voor de Provinciale Sta ten vin Zeeland en voor den Raad der gemeente Middelburg kosteloos verkie- ïingsbiljelten zullen mogen worden ge plakt op de navolgende, gebouwen, ge splitst in die, welke eigendom zijn van de gemeente, en die, welke aan particu lieren loebehooren a. Gemeentegebouwen en -eigendom men de muren van het raadhuis in den Helm Ue muren van de Sladsschuur; de muren van de gebouwen der gas fabriek aan het Molenwater; tic muren van de Koepoort; de muren van de Nieuwepoort; de muren van school K aan het Veer- sche Bolwerk; de muren van het Waaggebouw aan de zijde der Balans; de muren van de Manége aan de zijde van den Zuidsingel; de muren aan school B aan de Nieuwe Haven wat betreH de Noord-Oostelijke zijde de schutting, aanwezig' aan de Bree <b Gebouwen en eigendommen van particulierenI het muurgedeelte, aanwezig naast het gemeentelijk aanplakbord aan het hoek perceel Langeviele IC 226 en Beenhou werssingel; de loods Q 225 van A. de Wilde, voor zoover betreft het gedeelte bij de Langör- viele buitenbrug; de muur van het schaftlokaal (Q 29) der "N V. „Houthandel", voorheen G. Al berts Lzn. en Co. aan de zijde van net Armenia an seh Schuitvlot; 1 de muren van het hoekperceel (pak huis' Korte Noondstraat L 73 en Pen>- ninghooksingel, toebehoorende aan S. van Fenennaam; de muren van het machinegebouwtje iter Koninklijke Maatschappij „de Schel de", staande nabij de aanlegplaats der booten Middelburg—Rotterdam v.v,; t de in de St. Jorisslraat aanwezige tuinmuur van het perceel 'L 124, toe behoorende aan C. Geensen; de muur van 't hoekperceel Hofplein en Korte Noordstraat "E "2, toebehoo rende aan C. A. J. Ilerwijnen, aan de zijde van het "Hofplein; de schutting aan het "Hofplein, behfco- rende bij het voormalige pand D 75 van M. Grauss, thans van J. L A. de Lange. II. dat voorts particulieren vrij zijn in het plakken dan wel toelaten van plakken der verkiezingsbiljetten op de hun in eigendom toebehoorende gebou wen of perceelen III. dat voor het overige de bepalingen der Algemeen© Verordening Van plaatse (ijke politie ter zake van het plakken van verkiez'ingsbiljetten dan wel schrij ven of schilderen van verkiezingsr-aan™ bevelingen builen 3e gemeentelijke aan plakborden en de hiervoren onder I en IT vermelde aanplak-gelegenheden im de aanstaande verkiezingsdagen ongewij zigd zullen worden gehandhaafd en we derrechtelijk aangeplakte biljetten, ge schreven 'of geschilderde aanbevelingen zoo spoedig mogelijk zullen worden rer wijderd. Middelburg, 27 Februari 1923. Burgemeester en Wethouders voorn., P .DUMON TAK, Voorzitter. VAN DER VEUR, Secretaris plaatst naar een klein garnizoen. Maria was van plan naar Berlijn te gaan om een cursus in bacteriologie te volgen; zij zou zich daarbij met ijver op de studie toeleggen en zoo mogelijk in Berlijn haar eindexamen gymnasium doen en tater aan de universiteit colleges volgen. Fien- tje besloot na eenig aarzelen tn Berlijn haar examen te doen als onderwijzeres in handwerken. Wilhelmina bood de jonge meisjes aan bij haar aan huis te komen. Er werd afgesproken dat beide meisjes in 't najaar in Berlijn zouden komen. Hoe gelukkig Maria zich voelde over de vervulling van haar stillen wensch. toch kwam nu en dan de oude angst weer boven. Had zij zich niet veel te veel voorgenomen, zich niet een te hoog doel voor oogen gesteld? Was het niet de onderneming van een waaghals dat zij Maria Braunberg uit Oberboden in het strijdperk trad om voor iedere oogen den strijd met het monster: het leven, aan te binden? Was het niet ver standiger evenals Fientje een bepaald vrouwelijk vak te kiezen, onder bescher ming en in de schaduw van de gebrui kelijke en bescheiden teruggetrokken heid? (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1923 | | pagina 2