öe toestand zeer onaangenaam was ge
worden; de Engelselien waren niel van
meening dat Duitschhind zijn schulden
niet beier had kunnen betalen, maar dit
rechtvaardigde allerminst een dergelijk
optreden der Franschen, waarmee zij in
geenendeele konden instemmen,no.; daar
gelaten de gnoote vraag of het Frankrijk
gelukken zou op deze wijze iets te be
reiken. Met de Duitsche overheid en
Ook met de bevolking was nooit eenige
moeilijkheid geweest, steeds een goede
verhouding, zelfs was, vooral in hel be
gin van de bezettingsjaren, door de En-
geischen veel gedaan om de uitgehon
gerde menschen lc helpen, zoodat van
•vijandschap geen sprake zijn km. Nu
door het optreden van de Franschen
komen de Engelschen, zoolang zij de
onzijdigheid willen bewaren, in een
schceve verhouding, die zal blijven be
staan zoolang als Londen nog geen an
dere beslissingen zal hebben genomen.
jMön zegsman waagde het niet eenige
uitspraak (e geven over den stand van
zaken, of om een mogelijke gunstige af
kop voor een van beide partijen te voor
spellen.
De Franschman, die me te woord
tstond daarentegen, had over den toe
stand wel een besliste meening. Volgens
hem ging hel den Franschen goed en
zouden zij bereiken wat zij bereiken wil
den. Het Duitsche verzet zou vooral in
het Rijnland, dat grootendeels een land-
bouw-streek is, het eerst gebroken wor
den. Van do Duitsche tolbeambten, die
allen ontslagen waren, hadden velen zich
ook weer bij de Fransche overheid aan
gemeld, ook andere Duilschers boden
reeds hun diensten aan.
Of dit waar is weef ik niet, van Duit
sche zijde wordt het volkomen tegen
gesproken.
In de wouden in het Rijnland is de
Fransche overheid mei houtvellingen. be
gonnen en heeft de eerste liontverkööpen
voorgenomen. Fransche en Belgische
houthandelaren zouden reeds aankoopen
gedaan hebben, misschien kwamen er
pok nog Italianen om houtinkoopen te
doen.
Of dit laatste juist is, betwijfel ik,
na hetgeen ik van Duitsche zijde ver
nam, zeer. Zonder behoorlijke spoorweg
verbinding is hel onmogelijk het bont uit
de bosschen naar andere plaatsen te
vervoeren. Spoorwegverbindingen bestaan
er in het Rijnland zoo goed als niet, er
rijdt zoo nu cn dan een trein op een
enkel baanvak, van een behoorlijk ver
keer is geen sprake. Bovendien missen
de Franschen geschoolde werkkrachten
om het hout te hakken ,en naar de
spoorwegen te vervoeren. Een Duitsch
blad meldde lonlangs, dat in een van
de bosschen van het Rijnland door de
Franschen driehonderd partijen hout ten
verkoop ivaren geboden, koopers u-aren
er echter niet geweest, omdat het hout
niel weggevoerd kon worden, zoodat het
er nu nog ligt.
Hoe het ecliter ook de Franschen ga,
of ze de Duitsche bevolking aan zich
kunnen onderwerpen en Duitschland tot
giyolero betalingen kunnen dwingen of
niet, hel Fransche volk zal zich met
deze daad, die legen alle beschaving
indruischl, slechts meer kunnen scha
den dan nullen, of het zou de eersle
keer moeten zijn, dat gewéld en onrecht
iels goeds voortbrachten.
Een land waar een cultuur heerscht,
hoeft meer te vertellen dan een land,
dat boven zijn buurstaten tracht uit te
blinken in het bezit van soldaten en
kanonnen Duitschland heeft dat onder
vonden. Het is immer zoo geweest en
za' immer zoo blijven ook.
B
tJBEH KG 5353 533593
Als men U iets anders geven ivll, zeg dan
■een, ik neem om mijn Kleeren, Blouses, Gor
dijnen enz. te verven, alleen het van ouds
beproefde merk „Vossekop In ster".
Kraas SSS5S3 sssaw
'Jngez. Med.
tendeels te danken aan zijn eigen vlijt en
bexwnamhcid.
Eén ding miste hij nog: een aardige,
bekoorlijke gezellin in dit aangename le
ven. Hei zou hem met eenigen goeden
wil geen moeite gekost hebben dit gemis
uit den weg te ruimen, maar hij was nu
eenmaal verliefd op Virgine Zevenge
sternte en had het vaste besluit geno
men mei haar te trouwen of in 't geheel
niet. Mijnheer Sclvwammele wierp de
courant weg en stormde den tuin in.
„Mevrouw Zevengesternte! Lieve me
vrouw! zie ik het wel goed? Is u niet
wel? Och kom als 't u belieft even bin
nen en rust u wat uit.Virgine nam
den arm van mijnheer Schwammele en
liet zich in huis leiden. Zijn deelneming
deed haar goed. Ze had een gevoel als
iemand die na een langen tocht door
koude en sneeuw plotseling in een at
mosfeer komt van een behageJijk ver
warmde kamer. Binnengekomen vertelde
zij aan haar vereerder wat er het laat
ste uur was gebeurd, dat uur zoo vol
verrassingen en teleurstellingen. Het roo-
de gezicht van mijnheer Schwammele
straalde, „0 lieve mevro, y! stellig is
u en de familie Zevengesternte groot
onrecht geschied. Maar, lieve hemel, aan
de feiten kan men niets veranderen.
Uw zwager had zeven kinderen kunnen
nalaten, dan was er van de erfenis niets
BRIEVEN UIT BERI.VN.
„Uuhrhulp", „Ruhrkindei en" en
„RuhnnisiciSchiller's Wil
helm Teil" als nationaal symbool.
Een opwindende schouwburg-
voorstelling. De geschrokken
speculanten. In hel wisselkan
toor. Maar de prijzen blijven
luoe-
Men beweert dikwijls, dat de mensch
aan alles went. DU is zeker waar. In
Duitschland kou men zelf gedurende den
oorlog de waarheid van dit woord onder
vinden De menschen wenden et- aan, dal
dagelijks aan het front mi.boenen met
verbeten woede op eikaar scholen, dat
nu eens deze, dan die jonge man uit
families, met wien men bevriend was,
den vroeglijdigen dood ten offer viel,
dal de ellende voor Europa niet wilde
eindigen.
Op het rogenblik is dit woord echter
voor Berlijn niet van toephssing. Men
wenl niet aan het nieuvye ongeluk, waar
in Duitschland geraakt is. Men went
niel aan de dagelijksche jobstijdingen
uit hel Ruhrgebied, aan de berichten
over het lijden van de bevolking, die on
der de bevelen van een vreemde mili
taire macht gekomen is, aan den oor
logstoestand in vredestijd. De Bcrlij-
ners zitten veilig builen schot, maar
loch zijn ze niet afgestompt voor de
opwindende berichten, die de couran-
ten mei een tusschenruimlc van en
kele uren uit Westphalen en Rijnland
verbreiden. Hun stemming wordt veeleer
van dag tol dag verbitterder, somber
der, wanhopiger. Gold vroeger de Rijn
alleen als de heilige stroom, als; een
symbool van het DuilscJie wezen, nu
heeft de kleine Ruhr deze ml op zich
genomen.
In gnoote drommen zijn duizenden
„Ruhrkindercn" aangekomen, die bij Ber-
lijnsche families ingekwartierd worden,
opdat ze niet bloot zullen slaan aan de
gevaren van het dreigend gebrek aan
levensmiddelen in hel industriegebied.
Binnen enkele dagen was er, nietle-
genslaande den woningnood in Ber
lijn, plaats gemaakt voor 50 000 van deze
„Ruhilcinderen'". De volgende week ko
men do „Ruhrmusici" naar Berlijn, de
vereenigde stedelijke orkesten van Es
sen, Boehum en Dortmund. Ze zullen hier
in de reuzenzaal van den groolen
schouwburg een concert geven. Tot hun
ontvangst zijn geweldige voorbereidselen
gelnoffen. Ook deze honderden musici
zullen de gasten van Berlijnsche fami
lies zijn. Men zal hun in hel Rijksdag-
gebouw luisterrijk ontvangen. De biljet
ten worden tegen kolossale prijzen ver
kocht, daar de gezamenlijke opbrengst
natuurlijk de „Ruhrhulp" ten goede komt,
maar men betwist elkaar de kaarten.
Tot eeu machfige onvergetelijke de
monstratie kwam het dez,er dagen bij een
opvoering van Schiller's „Wilhelm Teil"
in liet „Staatliches Schauspielhaus".
Schiller is trouwens plotseling weer die
persoonlijkheid geworden, die hij1 voor
honderd jaar voor de Duitschers ge
weest is, de gnoote vrijheids- en volks
dichter. Zijn historische drama's krijgen
v,oor ons sedert we weer een stuk we
reldgeschiedenis beleefd hebben en be
leven, een veel diepere beleeknis dan
ze hadden in den rustigen vredestijd.
Zijn „Wilhelm Teil" echter, dit door het
vuur van den geestdrift gedragen drama.
van den opstand van een onderdrukt
volk tegen vreemde indringers, schijnt
een nauwkeurig dichterlijk spiegelbeeld
van onzen legen woord igen toestand te
geven. In Essen hebben de Franschen
den Schouwburg gesloten, toen deze liet
waagde, de „Teil" op te voeren.
In Bochum hebben ze zich met (anks
voor den schouwburg opgesteld en heb
ben op die wijze een opvoering van hel
stuk met geweld verhinderd. In Be rlijn
echter zijn we tenminste vworloopig
nog meester over onze besluiten, wat
we in den Schouwburg zien willen. De
avond droeg den slempel van een groot©
nationale betooging. In de. voorste loge
'naast liet (oonee 1. waar eens de plaats
van den keizer was, zal de rijkspi'esj-
dënl met den rijkskanselier In tie Loge
terecht gekomen. Als ik in uw plaats
was zou ik ook van die j'aariijksche toe
lage afstand doen. Heeft u die dan noo-
dig? Ja ik weet wel dat uw overleden
man u geen rijkdommen heeft nagelaten
maar u hoeft uw hand maar uit te ste
ken en u heeft een geachte positie. U
weet al lang hoe dierbaar u mij is, u
weet dat ik geen hooger wensch ken
dan u tot heerscheres te maken in mijn
huis."
„Och mijnheer Schwammele1 Vir
gine bloosde. Ze trok echter haar hand
niet terug. Voor 't eerst was ze in mijn
heer Schwammele's villa en ze keek
nieuwsgierig om zich heen. De open deu
ren veroorloofden een vrij gezicht in
een rij goed ingerichte kamers.
„Een miilionair ben ik niet," zei mijn
heer Schwammele, „maar van twaalf
I duizend mark inkomen kan men leven.
Wat u hier ziet is alles echt en degelijk.
De meubels zijn expres voor mij ge
maakt, door en door massief, niets op
gemaakt. De schilderijen echte olieverf-
stukken, met de hand geschilderd, ik
ben van jongs af voor al wat mooi en
degelijk is geweest en wat ik koop is
altijd *goede waar. Ik zou u op de han
den dragen lieve mevrouw. Het beste
zou mij voor u niet goed genoeg zijn.
Als u uw toestemming geeft kunnen wij
reeds over vier weken een gelukkig paar
daartegenover de president van den
rijksdag naast den Duitsclien gezant in
Brussel. Dtoor de geheele zaal verspreid,
de rijksministers, en de Pruisische mi
nisters, de leiders van de politieke par
tijen, andere bekende parlementsleden,
de vertegenwoordigers van alle kringen
van hel publieke leven. Onder hen ook
de gezant van Duitsch-Oostenrijk. De
stemming in de zaal was tot hel uiterste
gespannen Ofschoon men zeggen kan,
dal de beschaafde Duilscher de „Teil"
bijna van builen kent, ontdekte men loch
met nieuwe bewondering, boeveeJ ver
zen en uitspraken één beangstigend ac-
lueele beleekenis v,oor onzen legen woor-
digen toestand in zich bergen.
Men voelde hoe een geheimzinnige
warme stroom door de harten van alle
j toehoorders ging. De oude Attinghausen,
een der figuren uit het drama, zegt lot
zijn neef den jongen ridder, die zich
het liefst hij de >overwinnendï: tegenpar
tij wil aansluiten, de beroemde woorden:
Ans Valcrland, ans teure schtiesz dich an,
Das halte fest mit deinem ganzen I-lerzen
In een latere scène sterft Attinghausen
met de vermaning aan zijn landgenooten
jjSeid emig, cinig, einigl"
Bij den eed op de Rüli aan het Vier-
i waldsladter-meer worden de den Duil
scher niet minder beleende woorden uit
gesproken
..Denn eine Grenze hat Tvrannenmacht,
Wenn der Bedrfickle nirgends recht kann
finden,
Greifl er getrosten Mutes in den Himmel,
Und holt hinunter seine ew'gen Rechte,
Die droben hangen unverausseriich,
Und unverielzlicli wie die Sterne selbst."
Bij al deze verzen barstte een orkaan
van bijvalsbetuigingen los. Aan het slot
van de Rülli-scène verhieven alle aan
wezigen zich als één man van hun zetels
en spraken de woorden na:
„Wïr willen sein ein einzig Yolk von
Brüdern,
In keiner Not uns trennen und Gefahr."
En als op een onzichtbaar teeken hie
ven allen het „Deutschland"-lied aan.
Maar de uitwerking was rwg veel groo-
ter. In iedere acte, in iedere scène voel
de men iets, dat onmiddellijk betrekking
had op dezen dag en dit uur.
Toen de tooneelspeler Korlner in den
rol van den landvoogd Gessier ver
scheen, ging een mompelen door 'de
zaal „Degoutte". Reeds bij vroegere op
voeringen van de „Teil", had Korlner
de boosaardige willekeur van Gessier
sleeds gekarakteriseerd, doordat hij met
een rijzweep om zich heen sloeg. Nu
de nerichten uit het RuhUrgebied over be
dreiging van Duitsche burgers door de
'rijzweepen van Fransche officieven steeds
talrijker werden, kreeg ook dit gebaar
vai^ den acteur een infame actualiteit.
Toen de voorstelling afgeloopen was.
Bonden de toeschouwers niet van elkan
der scheiden. Ze bleven, als door loo-
vermaclit verbonden en geboeid, nog
lang in de zaal slaan, totdat het electri-
schc licht uitging.
Zeker -- het ontbreekt in Berlijn ook
niel aan menschen, die hun eigen per
soonlijke belangen even gewichtig vin
den als die van het vaderland. Dat be
merkte men, toen in de laatste weken
Qlolseling de Berlijnsche beurs begon
te wankelen, alsof een aardbeving haar
fundame.nlen had geschud. Plotseling
deed zich een verbluffend schouwspel
voor: de dollar en de gulden stortten
gedurende eenigen lijd van hun sprook
jesachtige hooglo naar beneden Mapr
men moet nief gerboven, dal deze ver.
heugende gebeurlenis overal glim
lachend gezichten te voorschijn riep.
De speculanten waren doodelïjk ge
schrokken. Én, dat moet openlijk bekend
worden, eigenlijk speculeer! half Berlijn'
Men behoeft maar eens oin het mid
daguur op een beursdag een van "de
talrijke wissellokaleu en bankfillialen
binnen te gaan, die zich in alle straten
bevinden De merkwaardigst" looneelen
ziet men bier afspelen. Na 12 uur ko
men ze aanlooien, de goede klanten
van hel wisselkantoor, met verhitte ge
zichten, met gloeiende oogen cn ze
nuwachtig trillende handen.
zijn. Dan doen wij onze huwelijksreis
naar Italië. Afgesproken?"
Virgine aarzelde. De voordeelen aan
dit huwelijk verbonden waren niet weg
te redeneeren. Bij haar huwelijk kreeg
zij de twintigduizend mark in handen,
ze kon haar schulden daarmee afdoen
en voortaan een zorgeloos leven leiden.
Men hoefde haar tenminste niet met min
achting aanzien. Als de kinderen er
maar niet waren. Onwillekeurig dacht
zij hardop.
„O die kinderen zijn niets," zei
Schwammele. „De jongen is daarenbo
ven zelfstandig, het meisje zullen wij
ook niet lang bij ons houden. En boven
dien mag ik het meisje graag lijden, ik
ben een vriend van kinderen. Zij zal het
best met mij hebben."
„Geef mij vier weken bedenktijd."
„Neen, ik wil niet langer in onzeker
heid blijven."
„Ik heb u altijd graag mogen lijden
mijnheer Schwammele."
„Welnu, dan zijn wij het immers eens
Virgine. Trouwens dat is een vreeselijke
naam. Men breekt zijn tong bij het uit
spreken. Ik zal Gina zeggen,"
„Zeg dan liever Ina. Maar ik stem
slechts toe onder voorwaarde dat ons
engagement nog drie maanden geheim
gehouden wordt.'
„Nu, dat zullen we zien. Dat had ik
Men whchl op den eersten koers, die
van de beurs getelefoneerd worden Er
vormen zich groepen. Er wordt gedebat
teert, men twist, gest/culeervl. „Moetik
verknopen?" Moet ik houden?" Dat zijn de
gewetensvragen, waarmede de Ixmkbe-
amblen bestormd worden Maar- nog
heeft men lijd een besluit te nemen.
Tot half twee neemt de bank orders
aan. Men is dus genoodzaakt weer te
wachten. Verscheicfcnen hebben boter
hammen meegebracht, gaan zwijgend
op een stoel zitten, pakken hun brpodjes
uil en beginnen mechanisch Ie kauwen,
terwijl de hersens overleggen en zich af
martelen "met valuta-vraagstukken. Nieu
we berichten komen van de beurs
Men fluistert met elkaar, geeft elkaar
raad, betoogl eikaars ongelijk. Men gaal
ten slotte naar de tafels en schrijft
de orders op.
In een hoek staat met de armen over
elkaar en met eeu ironisch gezicht een
jonge man, onbewogen, niet uit den
clooi te brengen. Dat is een der „pro-
telen", die alles welen. Men omringt
hem, zoekt schuchjter de wijsheid op
te vangen, die zyn lippen ^preken en
doet daarna toch datgene, wlat men
reeds te voren doen wilde. Half tweel
De teerling is geworpen. Voor heden
laai zich niets meer veranderen. Be
drukt, angstig en toch vol hoop sluipt
het gel) eel e gezelschap weg. Een zegl
berustend: „Hoe men "het ook doet, men
stoet hel loch altijd verkeerd."
"Wat zijn dat allemaal voor menschen?
Wat voor beroep oefenen ze uit? Wer
kelijk, men zou bijna denken, dat hun
werk alleeft daarin bestond, dat ze da
gelijks in hun notitieboekje bladeren,
waarin hun effecten opgeteelcend staan.
Hun lot gaat met de noteeringen op
en neer
Maar er zijn gelukkig ook nog andere
verstandige menschen. En deze hebben
met een lichte blijheid in h,un hart
de berichten over de verstandige en han
dige actie van de Duitsche regeering
en de Rijksbank gevolgd, die juist in
dezen wanhopigen, politieken toestand
de daling der mark zoo succesvol lot
staan bracht. En nauwelijks zijn de spe
culanten van hun sebrik bekomen, of
daar wordt een nieuwe, niel minder wel
dadige stap gedaan: de aankondiging van
een te verwachten binnenland sche goud-
leening, dus de uitgave van Duitsch pa
pier met een vaste waarde. Dat opent
den Duitschen spaarder eindelijk de mo
gelijkheid, het geld ,dat Mj overhouden
kan, zoo le beleggen ,dat het niet reeds
in de volgende week de halve waarde
verloren heeft. Daardoor zal ook de
stormloop op de buitenlandsche devie-
sen tot staan komen, waardoor de Duit
sche mark opnieuw steviger komt te
staan. Men had deze middelen al lang
te baal moeten nemen. Maar tenslotte
komt iets goeds toch nooit te laat. Het
optreden der regeering Jieteekent, dat
men in onze economische duisternis ein
delijk een lichtpunt ziet, dat de ar.
beiders, de massa's nieuw vertrouwen
in het bestuur van het rijk verkrijgen,
en dat op die manier daadwerkelijk de
eenheid van alle bevolkingskringen
groeit.
Weliswaar zijn de vervvpchte gevol-
gen van deze financieele operaties nog
uitgebleven: de prijs der levensmiddelen
en gebruiksartikelen zijn nog hiet ge-
daald. De nieuwe verordeningen en
strafbedreigingen, die de regeering tegen
prijsverhooging ïn werking heeft gesteld,
zijn tot dusver zonder resultaat geble
ven. De kwpplui zijn wantrouwig. Wel
licht wordt echter alles wel weer anders!
Lang zullen de hooge prijzen toch "nief
stand kunnen houden. Reeds wordt het
langzamerhand leegcr in de winkels. Het
publiek aarzelt te koopen. Het wacht af.
De waren moeten toch eens_ goedkooper
worden. En zoo zullen de kooplui, als
de gunstige ommekeer in het geldni-
veau aanhoudt want wij moeten het
reeds als gunstig beschouwen, als een
gufden 9000 Mark en niet, zooals kort
geleden, 18000 Mark kost spoedig
moeten beginnen hun prijzen te verlagen,
van morgen ook niet kunnen droomen,
dat deze dag zoo gelukkig voor mij zou
eindigen.'
Wilhelmina bleef voorloopig in den
Wijnstok, Zij huiverde voor het denk
beeld terug te keeren in het eenzame
huisi te Berlijn, Hier in de nabijheid van
Peter's graf was het haar nog altijd of
hij dicht bij haar was. Lena, die zooals
zij wist, de eerste en ook wel eenige
liefde was geweest van haar man, werd
een lieve vriendin van haar. Ook met
Lena's beide zoons kon zij het best vin
den; zij had nauwelijks kunnen zeggen,
wiens gezelschap haar liever was: dat
van den beschaafden, ernstigen jongen
geestelijke of van den dokter, wiens
frissche vroolijkheid baar vaak zoo op
wekte, dat zij haar droefheid een oogen-
blik vergat en vroolijk met hem mee-
lachte.
Bij de Braunbergs was de rust intus-
schen weergekeerd. Na den eersten
schrik over het onverwacht snelle einde
van den overste, was het sterven van
den zieken altijd mopperenden en boo-
zen man eigenlijk een verlossing. De om
standigheden waren bijzonder slecht.
Het vermogen was weggesmolten tot een
heel klein restantje. Zonder de toelage
zou de weduwe een kommervol bestaan
moeten liiden. Koert was reeds overge-
als zij iels verkoopen willen. Dal zou
het begin zijn van een langzaam her-
stel van onze economische verhoudingen.
Wij willen niet optimistisch zijn; wij heb
ben ons offgewend veel te hopen. Maar
wie weel wellicht bloeit uit den
akker van het ongeluk toch nog een
klein bloempje der hoop op, welks geur
en kleur ons nieuwen levensmoed geeft
Dr. MAX OSBORN.
BEKENDMAKINGEN.
PLAATSING VOOR KOSTELOOZE AAN
PLAKKING VAN VFRKJEZINGS-
BILJ ETTEN
Bui gemeester en Wethouders van Mid
delburg brengen ter openbare keanis-
1 dat, met het oog op de aanstaan
de verkiezingen voor de Provinciale Sta
ten vin Zeeland en voor den Raad der
gemeente Middelburg kosteloos verkie-
ïingsbiljelten zullen mogen worden ge
plakt op de navolgende, gebouwen, ge
splitst in die, welke eigendom zijn van
de gemeente, en die, welke aan particu
lieren loebehooren
a. Gemeentegebouwen en -eigendom
men
de muren van het raadhuis in den Helm
Ue muren van de Sladsschuur;
de muren van de gebouwen der gas
fabriek aan het Molenwater;
tic muren van de Koepoort;
de muren van de Nieuwepoort;
de muren van school K aan het Veer-
sche Bolwerk;
de muren van het Waaggebouw aan de
zijde der Balans;
de muren van de Manége aan de zijde
van den Zuidsingel;
de muren aan school B aan de Nieuwe
Haven wat betreH de Noord-Oostelijke
zijde
de schutting, aanwezig' aan de Bree
<b Gebouwen en eigendommen van
particulierenI
het muurgedeelte, aanwezig naast het
gemeentelijk aanplakbord aan het hoek
perceel Langeviele IC 226 en Beenhou
werssingel;
de loods Q 225 van A. de Wilde, voor
zoover betreft het gedeelte bij de Langör-
viele buitenbrug;
de muur van het schaftlokaal (Q 29)
der "N V. „Houthandel", voorheen G. Al
berts Lzn. en Co. aan de zijde van net
Armenia an seh Schuitvlot; 1
de muren van het hoekperceel (pak
huis' Korte Noondstraat L 73 en Pen>-
ninghooksingel, toebehoorende aan S. van
Fenennaam;
de muren van het machinegebouwtje
iter Koninklijke Maatschappij „de Schel
de", staande nabij de aanlegplaats der
booten Middelburg—Rotterdam v.v,; t
de in de St. Jorisslraat aanwezige
tuinmuur van het perceel 'L 124, toe
behoorende aan C. Geensen;
de muur van 't hoekperceel Hofplein
en Korte Noordstraat "E "2, toebehoo
rende aan C. A. J. Ilerwijnen, aan de
zijde van het "Hofplein;
de schutting aan het "Hofplein, behfco-
rende bij het voormalige pand D 75 van
M. Grauss, thans van J. L A. de Lange.
II. dat voorts particulieren vrij zijn
in het plakken dan wel toelaten van
plakken der verkiezingsbiljetten op de
hun in eigendom toebehoorende gebou
wen of perceelen
III. dat voor het overige de bepalingen
der Algemeen© Verordening Van plaatse
(ijke politie ter zake van het plakken
van verkiez'ingsbiljetten dan wel schrij
ven of schilderen van verkiezingsr-aan™
bevelingen builen 3e gemeentelijke aan
plakborden en de hiervoren onder I
en IT vermelde aanplak-gelegenheden im
de aanstaande verkiezingsdagen ongewij
zigd zullen worden gehandhaafd en we
derrechtelijk aangeplakte biljetten, ge
schreven 'of geschilderde aanbevelingen
zoo spoedig mogelijk zullen worden rer
wijderd.
Middelburg, 27 Februari 1923.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
P .DUMON TAK, Voorzitter.
VAN DER VEUR, Secretaris
plaatst naar een klein garnizoen. Maria
was van plan naar Berlijn te gaan om
een cursus in bacteriologie te volgen; zij
zou zich daarbij met ijver op de studie
toeleggen en zoo mogelijk in Berlijn haar
eindexamen gymnasium doen en tater
aan de universiteit colleges volgen. Fien-
tje besloot na eenig aarzelen tn Berlijn
haar examen te doen als onderwijzeres
in handwerken. Wilhelmina bood de
jonge meisjes aan bij haar aan huis te
komen. Er werd afgesproken dat beide
meisjes in 't najaar in Berlijn zouden
komen.
Hoe gelukkig Maria zich voelde over
de vervulling van haar stillen wensch.
toch kwam nu en dan de oude angst
weer boven. Had zij zich niet veel te
veel voorgenomen, zich niet een te hoog
doel voor oogen gesteld? Was het niet
de onderneming van een waaghals dat
zij Maria Braunberg uit Oberboden
in het strijdperk trad om voor iedere
oogen den strijd met het monster: het
leven, aan te binden? Was het niet ver
standiger evenals Fientje een bepaald
vrouwelijk vak te kiezen, onder bescher
ming en in de schaduw van de gebrui
kelijke en bescheiden teruggetrokken
heid?
(Wordt vervolgd).