FEUILLETON. ifflte 8 IJ VOEGSEL ifiën* iste BioneoiancL IEII' .ujm 3TAM 0.- 0.- 0.- :it en fri|ire |r ons. bakkeci )SKIW. reree: I en tgenootJigG Vrijdag n de Mjelk- de Malrkt PlaateeMjk llburg Id, Oatd, -5 regtós, ïoogei dzaal. >nd 8 au»-, tker: Zen- Guinea. >or kinde |er gelelde. I men ttfema dag ver- IDUSCMA, >17. lercuUi elendg FEU. Ir. BOUW- |g bij Kou- hunr e@n bnberjJ, K 207. )PPE, Lauiteap, ii oi ie~ sir, 180. lain, in de bureau t Monster, (udekesfe IGEN ele K 206. den Boer, VAN Woensdag 8 N°v- ^22, No. 264. I>B BEGROOTING VAN HlfjOHELBüRG. We-hebben vroeger al eenigp der voornaamste cijfersi gienoemd, en daaruit weet men reeds de gunstige factoren in de gemeeutebeg^ooting! v(oor '23: een batig slot over 1921 van meer dan f 68.000, terwijl in de beide voorafgaande jaren telkens een nadeelig) saldo wjas te boeken; een daling van den sluitpost der ib^rotor tinlg, n.l. het bedrag dat opgebracht mjoetj worden dotor den Hopfd. Omslag, van f 540.000 in het loopende jaar tjoit f 430.00 voor '23, een vermindering dus niet f 110.000. Toch moet men niet uit die twee pos ten de conclusie trekken, dat het ver schil tusschen die f 110.000 minder H. O, en dat batig saldo van f 68.000 ^nu ver klaard zou worden dloor een vèrlagjing van de gewone uitgaven. Integendeel. Als mten blij de beoordee- lingj van het eindcijfer der hoofdstukken buiten beschouwing laat het verschil in opgenomen kasleeningen, die in 1922 hóo- ger waren dan in 1921, dan is er op de gewone uitgaven niet veel van verminde ring te bespeuren, althans geen in ver- inüudering tot groote bedragen, Waarte genover verscheidene posten van gewone uitgaven staan die verhoogd werden. Wel wijst het hoofdstuk XII der uit gaven (.eldbelegging .en andere buiten gewone uitgaven) vo|or 1922 een bedrag' aan van f 146.108.82 en voor 1923 v,an slechts f 3000 (deelname in het kapi taal der Bank voor Ned. gemeenten,) taaar we vreezen dat op de rekening voor 1923 voor dat hoofdstuk een veel hooger bedrag zal blijken te zijn be steed. Immers daarop komt vpor 1922 vpor een post van f 16.608.02 volar kosten van werkverschaffing ter bestrijding yan werk loosheid, en van f 11.500 vloor steunver- leening' aan uitgetrokken werknemlers Van de „Vitrite Works". Voor 1923 staat niets' geen cent uitgetrokken volar uitgaven van dien aard. Is er iemand zoo optimistisch om te verwachten, dat de malaise zoj-o spoedig zal zijn verdwenen, dat de ge meente zal kunnen volstaan met de vpr- hoosing van de subsidié aan het Bung. Armbestuur van f 76.000 op f 87.500'? Op datzelfde hoofdstuk staat vfaor 1922 uitgetrokken een bedrag van f 96.300 vodr delging van kasten van verschillende uitgaven waarvoor tijdelij ke geldleeningen waren aangegaan, en op 't voorafgaande hoofdstuk' der aflossin gen staat'nog een 'bedrag vian f 38.341 voor gedeeltelijke afljogsinigj van de tijde lijke leening van 1' 73.500 voor den dienst van 1920. Dat is santen f 134.641, en de dienst '22 kim die exlra-aflossing dragen olndat het oen faveurtje had van f 183.941 als uitkeerin™ door hel Rijk van een gedeelte van de opbrengst der oprloigjswinsthtelas- ting. Dat faveurtje heeft 1923 niet. En toch heeft die begrootinig de eerst®! betalin gen te dragen van 1' 20.585 aim rente, en f 14,320 aan aflossing der in het 1 oppen de jaar opgenomen leening i\ 5s/t pCt. van f 358.000. En eindelijk heeft dat hoofdstuk nog een piest v.an f 22.000 voor veTbeteri tig der singels. Is er in 1923 geen enkel werk van depgplijken aard te verwachten? Die dingen tesamen geven aanleiding tot de vraag, of de uitkomst van 1923 wel zoo gunstig zal zijn alsl mien uit de ze begrooting zou opmaken. En er zijn bij de inkomsten eenige pos ten die dat nog sterker doen betwijfelen, nl'. de raming der opcenten op sómmige Rijks directe 'belastingen. Dat de veertig opcenten op gebouwd bij' grondbelasting gelijk geraamld werden als in de voorgaande jaren, is zeker gerecht vaardigd. En ook dat de nieuwe schat ting voor Personeel de raming der 50 opcenten deed stijgen van f 31.682 in 1922 tot f 35.000 over het vólgende jaar. Maar we hebben mtet verbazing gele zen dat B. en Ws. de 48 opcenten op de dividend- en tantième-btelasting die voor 1922 staan geraamld op f 9597, voor 't yplgend jaar hebben geraamld op nog méér, n.l. op f 11.011. Als eenige toelichting leest men er bij „Geraamd naar hetgeen over het dienstjaar 1921 vermoedelijk zal worden ontvangen", precies dezelfde term1 die ook 'bij1 vtPr rige begrootinigen bij dien poist stond, miet een Ander jaartal. Die opbrengst over 1921 staat nu genoteerd als' f 11.859. Maar.... hebben B. en Wj dan nog nooit iets gehoord van ingezetenen die aan di vidend en tantième thans véél minder ontvangen hebben dan in vorige jaren? En hebben ze niet gelezen in de bekep- kónde maandstaten der Rijksmiddelen dat de opbrengst dier belasting in negen maanden reeds met 9 millioen daal de, nl. van 20.7 millioen in het vorig jaar tot 11.5 in de eerste drie kwartalen van dit jaar'? Dat is bijna de helft. Toch ramen B. en Wi. de opbrengst nog f 1600 hóógter dan in de vorige 'begropr ting. En hebben ze ook npg niets gehoord van de verklaringen van den Minister van Financiën over daling van het cij>- fer der vermtogens? Toch staat votor honderd opcenten op de vermbgensbelas'ting, als „geraamd, naai de vermoedelijke opbrengst", uitgetrok ken f 29.000, hoewel de opbrengst over 1921 was f 23.532. Er zijn nog geen gegevens van de rijks belastingen beschikbaar die een antwoord kunnen geven op de vraag hóe het met (dó opbrengst dier 'belastingen en dus mtet de gemteentelijke opcenten in h®t volgend jaar zal slaan. Maar de werkelijkheid die we omi ons heen zien, en de verklaringen van den Minister van Financiën, doen toch sterk betwijfelen of de werkelijke opbrtengst gedekt zal worden door deze optimis tische ramingen, die trouwens lijnrecht in tegenstelling zijn mtet wat in andere gemeenten, Amsterdam voortop, gedaan is. Men heeft daar die ramingen aanmerke lijk lager gesteld. Misschien vinden sonimigien, dat de bedragen dier daling gering zijn verge leken 'bij 't eindcijfer. Het belang zit hier echter in den geest van de opstellers, die de slechte kansen niet mteetelden. En als die slechte verwachting ook voor Middelburg mjocht uitkomen, dan krijgt deze mooi-kloppende [begroeting een gat, dat pog vergrojot zal jworden, Wanneer dezelfde malaise hier uitgaven voor 'Werk verschaffing en steun verleening vordert, waarvoor niets is ui (getrokken Behalve dan nog dat moet worden af gewacht of het reeds vastgestelde hef- fingspercentage over 1922—1923 werke lijk opbrengt wat ervan verwacht weid. VAN RENÉ BAZIN, Lid van de Fransche Academie. UIT DE PERS. Lichia|miell5jke oefe ningen. Onder het opschrift: „Is er noodzaak'?" schreef de Standaard in een driester.: Enkele dagen geleden verscheen in de bladen een publicatie van het Ko ninklijk besluit omtrent de lichamelijke oefeningen. Wie dit besluit las, kreeg den indr.uk alsof men aan het ministeriel van Onderwijs denkt, dat het Rijk en de Gemeenten nog zwemmen in het geld. Terreinen moeten worden ingericht cursussen gehouden, subsidie^ worden in grooten getale toegezegd. Het is een regeling', zooals men die enkele jaren geleden mteer zag, maar waarvoor de tijd thans toch 'wél voortij mag worden ge acht. Wij vragen, of er noodzaak is, omi den opzet voor de lichamelijke oefening als nog door te zetten. Het nutige möet voor het noodige wijken. Het zou ons niet verwonderen als de publicatie van deze regeling met al haar verplichte uitgaven en subsidies ïn breer den kring pijnlijke verbazing wekte. En o.i. zou het verstandig zijn, als men al dat moois ging opbergen tot later. KUNST EN WETENSCHAPPEN. NatuurkiUF Mjg Gezelschap te M. Jdelbu'rg. Maandagavond hield' vopr het Natuur kundig gezelschap de heer J. K. Budde uit Utrecht een lezing] over zijh reis naar Brazilië. De lezer iieeft zijh gehoor ver gast op een jg]enoegelijfc verhaal van zijn reis naar Brazilië met het Schoone zeer kasteel de Brabantia van den Koninklij'- ken Hollandschen Lloyd, welk' schip thans in Du^tsidhe handen is overgegaan. In Plymouth trof hem1 het groote aan tal (700) postzakken van Duitschland votor Zuid-Amierika. In Vigo, Lissablon en Las Palmas werden uitstapjes g|ediaan. Behal ve merkwaardigheden op plantkundig ge bied werden door spreker jook aardigje bizonderheden over land en vpflc mee gedeeld. De (beschrijving van de boot met ide luxe waarvan de reizigers konden ge nieten, maar vooral die vhn den weel- derigen tropischen plantengroei in Bra zilië, speciaal in Rïo de Janeiro, dat dpior spreker met het Paradijs werd vergeld-, ken, zal bij vele aanwezigen den lust hebben doen ontstaan deze reis eens te ntaken, maar de prijs vpn f 3000 voor een enkele reis zal voor de móesten wél een 'beletsel zijh om' aan djt verlangen te voldöen. De plantengroei in Brazilië ïs zoo weel derig, dat met een minimum' van mbeite groote (oogsten worden geleverd. De be volking is er achterlijk; misbruik van kof fie en sigaretten ondermijnt de gezond heid. Behalve rijke plantengroei is de vlin der- en vogelschat schitterend'. Een exemplaar van een kolibri en een vlinder- verzameling kon de aanwezigen een flauw' denkbeeld geven van de in dat land he8rp schende kleurenpracht Aardige bijzonderheden van enkele plam ten en dieren, als van het diamgntplantje, het schietende kanonniertje, de mieren die de cecropda verdedigen tegpn een andere mierensoort, die de blaren van deze plant gebruikt voor het aanleggen van sehimmeltuinen, die voedsel 'bieden voor de jjongten, konden dienen iOm de belangstelling van het gehoor vjoor de kennis van de wondere planten- en die renwereld te wekken, waartoe ook niet weinig het enthousiasme van dezen 'be kwamten plantkundige meewerkte. Wie eenmaal de tropische plantengroei gezien heeft, wil ze weer ziteu, maar toch doet daarna het natuurschoi»n van ons' eigen land ook weer aangenaam aiap. Dit was het slot van sprekers bbèiendte voor dracht, die werd opgeluisterd dotor vele lantaarnplaatjes, w.aiarvan een der laat ste was een 'kijkje in het spoedig vojor weiland plaats makend suiisterveen met bloeiend wolgras. Een langdurig hartelijk applaus was de dank vóór de leerzame (onderhoudende voordracht. 0 11). o Drie dagen gingen voorbij en Quéverne kon veronderstellen dat Marie die lee hjKe woorden die zij had gezegd zou ver- gieten zijn nfcar den vierden dag no* vroeg in den morgen zeide zijt - Gij hebt tijd gehad om la Buissoa- ue haver te voeren, span dus na den raid- •teg in, dan kan ik met mijn dochter en taSjn goed langs, den weg van Mousterliu •aai mtoeder 'terugkeeren Ik heb het overwogen, zeide de va- der mi gij kimt uw eigen wil doen zoo- gewoon zijl te doen. h.j ging hoen en droeg den knecht *p tegen twee uur den char a banc's, san te spannen en er (maar een bank in te IcgScn oindat er bagage mee te nemen i V3!' Le uur "i den wagen op- Eden alles wat aan Maric behoorde in derdaad zeer weinig: w.at linnengoed, tauten m een doos wat vaatwerk, een rhat Meederen de wieg en Jeanne Marie «portretten cn schelpen. Zij had ook -d" paneelen van hun ledikant willen inteenemen, maar Quéverne verzette zich daar tegen; Dat behoud ik. Ik wenseh dat mijn kind al'> Wij terugkomt, tenminste iets van U in tniijn huis weer vindt! Zij gaf toe. Was zij misschien heime lijk bewogen door dezen wil 'die mpl den hare in tweestrijd was m|aar om een reden van teederen aard? Quéverne mocht dit gelooven, want zij zeide, met de hand op het blinkende hout: Ach ik wie zal hier in dit huïs nog aan linij denken tenzij om het te be- toe-uren dut ik er ooit ben binnengetre den? Zij ging het eersvl in het rijtuig'. Zij' wist niet wie haar naar Kerjan zou bren gen. Tot haar groote verbazing wasj liet de Vader. Hij had zijn werkkleeren aan- gehouden, hij die zoo tiwtsclh was als hij naar anderen ging. Vóórdat hij op de bok kloön, keek hij om. Hij wilde zien, of Marie ook gehechtheid toionde aan al die dingen die zij achterliet en of zij het geluk van de eerste tijden vaarwel zeide. Zoo even scheen hel of zij in tranen zou uitbarsten. Hij zao nu niets meer dan een jonge moeder gebogen over het kind dat zij op haar knieën hield en in Waar ar men sloot. Maria Verwonde!d richtte zij liet hoofd op Zie daftr staat in de staldeur de knecht, dis u zoo dikwijls heeft gediend. Het vitte mutsje boog iels voorover Lij wijze van groet. -- Zie nog eens olm naar de meid die verdrieL heeft olm het kind.,. Kijk nog een's nsar het huis dat gij niet weer zult zien. J Zij was vernederd en zij groette niet uiteer. De Loer greep met één hand den rand van de kast van den char a bancs vast en voordat hij nog was gaan zitten, keerde is. Buivsonne, die wist dat hij het was olm en reed in draf weg. Hij hield haar wjat in tooim] vanwege de diepe sporen reed onder de takken déir kastaajebooim|en door, langs de nïeulwe hofstede van Kerjouah, volgde den onef fen inet gras btegiroeiden kronkelenden weg, die tusjschen de akkers loopt en naar den weg vgn Mons;tei'lin afdaalt. De :zfs|a'nd naar de boerderij van Ker jan is niet ver. De konijnenvangers al leen kunnen den weg in rechte lijn over- Ktimmen. Men moet tot Fpuësnan stijgen, dan een anderen groenen wtejgl helmen en op de hofstede .aankomen aan de zijde waar hét huis, geen enkel r&atan had waai de boomgaard en de stookoven stonden en de !met riet btedekte paardenstal. Ma rio kon tusschen de bootmten door nu het hakhout niet al te hoog stond, de verschillende dingen van haar ouderlijk huis zien, Imlaar geen een ervan m!et vreug de. Zij zag er tegen op daar weer 1e ko men ,te midden van het personeel dat er niet verwittigd wgs. en onder elkaar fluis teren zoude Achter de stroomlij ten over hel uiterlijk van de erfgename van Ker jan Marie Lanio de vrouw van een ver oordeelde na drie jaren en vier maanden! Gedenkschriften van Keizer Wilhelm. Feiten en personen 1878—1918, met portret en handteekening van den schrij ver. Geautoriseerde vertaling van Dr. Ch. F. Hage. -Amsterdam v. Holkema en Wa- rendorf. „Men mag tegenover den keizer staan zooals men wil, de persoonlijke weder gave en zelffcteleefde geschiedenis miag niemand voorbijgaanOp veel wat ge béurd is, wordt een nieuw licht ge worpen, en dit zal een volk duidelijk maken, met welke ontzaggelijke moei lijkheden de werkzaamheden van een regeeringspersoon gepaard gaan. Tege lijkertijd zal echter dit door den keizer persoonlijk geschreven werk, waardoor hij! vrij en open, zonder eenigten tus&chen- persoon tot zijn lezers spreekt, ervan getuigen wat de keizer voor zijn volk gedaan en gewild heeft. Het welzijn van zijh volk en zijh rijk was het doel zijner handelingen." Ziehier de woorden waarop: dit in elk! geval interessante boek op de voor pagina wordt ingeleid. En hiermee wordt tevens de aard van den ihhoud aangegeven, een greep van het vele uit dit bewogen leven,- een „ik heb gedaan wat ik kon, wat ik juist achtte, hier en daar ook een „es ist nicht wahr", veel een „ik heb 't niet geweten". Maar daartegenover ook ner gens een „Pecteavi", nergens een erken ning van begane fouten, ook niet van het putliceeren van het bewuste interview in de „Daily Telegraph" in 1908, juist 10 jaar op den dag af voor de groote catastrophe. Maar wel wordt daarbij op de fout van den kanselier von B ulow gewezen. Ook het Krügertelegram, na de Jameson-raid heeft de keizer niet zelf gewild, tn'aar is hem' opgedragen. Dit wat twee groote feiten, waarbij de naam van keizer (Wilhelm in het ge drang kfwlam, betreft, Vóór den oorlog. De hoofdopzet tot dit hoek is natuurlijk geweest een „Oratio pro domo", een zelf verdediging tegen de vele aantijgingen van den man, die toch zeker de onpo pulairste van de wereld in de vier oor logsjaren genoemd kan worden. Niet alleen van keizer van Duitschland, als symbool van Pruisisch militaïrïsme, maar ook als mensch. Geen, van wie zoo talrijke, en zoo laag ,en dikwijls ook lai'-beleedigende carricaturen zijh verscher nen. De algemeen© woede in de Entente- landen en in een groot deel van het neutrale buitenland Was tot hem ge keerd, en niemand misschien die besefte dat daardoor de Duitsche keizer in elk geval als een persoon, een figuur werd gequalificeerd. Juist omdat hij iemand was (wijl ge bruiken den verleden tijd over Wilhelm van Hohenzollern als keizer), móest het lusstehen hem en zijn eersten kanselier V, Bismarck misloopen. „Ikzag1 meer en meer in, dat ik eigenlijk geen staatsmi nisterie ter mijner beschikking had, maar dat de heeren uit langdurige oude ge woonte zich beschouwden als de ambte naren van Prins Bisün'arcfc", dat wtas voor iemand die zich zelf eëh richting hed ge schapen, die regeeren Wildé, en niet geregeerd 'Wilde worden, ondoenlijk- En daarnaast moest hij toch pok, zooals al dadelijk op pagina 6 te lezen staat: „(be wandelen den weg der schikking en ver effening^ die in het algemleen mijn weg geweest is, zoo in de binnen!andsehe als' in de buitenlandsche politiek." De volgende hoofdstukken behandelen 's keizers samenwerking mtet de opvol gers van Prins Bismarck: Caprivi, Hohen- loke, Bülow, Vpu Bethmann Hollweg', waarvan de 'beide eerste nog uit de „Bismarck-school", en de eerste vooral veel van diens tegenwerking te leiden had. Daarop volgen zijh verhouding tot zijh biedeWedkens aan het Bewind, wat hij gedaan heeft voor wetenschap en kunst, zijh verhouding tot 'de kerk, tot leger en vloot, olm1 dan te komen tot de oor logshoofdstukken. het uitbreken van den alleen teruggekeerd. t Queverne met rechte houding de oogen gericht op den wetg die voor hem lag, sprak niet. Hij hield .eensklaps het paard in, op de plaats waar een karreweg', die recht op de hofstede uitloopt en een deel van het goed uitmiaakt, zich in den g'rooten weg oplost. Ik zal nu niet verder mJeegaau zeide hij, gij zijt nu toch 'bijna terugbezorgd en als gij uw spullen djaargmds lieb't afgela den hebt gij mftiar te zeggen: „Hu la Buissonne! Terug ngar je baas'" en zij zal nsar mij terugkomen. Zij bedankte. -Toen hij van de bok was geklomtmen reikte zij hem zelfs de hand die hij een oogenblik' vasthield. Diat wisp het afscheid. Marie trok aan het linker leidsel en zij die hlaar de plaats zagen oprijden, dachten dat zij gek was, omdat haar gelaat doodsjbleek zag, haar oogen strak voor zich uitstaarden en omdat zij niet antwoordde. 'Onbewegelijk stond Quéverne verbor gen achter het kreupelhout op den weg te wachten. Een gpruisch van stemimen, waarin slechts Weinig woorden te -on derscheiden waren, ging in de zwoele luchL langs hem heen. Hij hoorde iemand vlcekeu. Voetstappen klonken op de stee- nen van de binnenplaats. Toen volgde een stilte alsof alle levende wezens van de boerderij in het huis, waren gegaan en een kring vormden om Marie en Jeanne Marie. Vervolgens, kwam de merrie miet het leege voertuig achter zich aan, naar den Kruisweg teriig. oorlog. De stelling, die de keizer daarin ver dedigd is natuurlijk: Duitschla-nd heef? geen schuld aan den oorlog. Immers om een der argumenten te noemen: 11a (de keizer) was in de kritieke dagen in de Noorsehe wateren, dat doet toch geen monarch als hij op oorlog bedacht is. „Men zag den opdoemenden oorlog niet," staat er verder woordelijk, „omdat het Dept. van Btuitenlandsehe Zaken met zijn „surtout pas d'histoires dtoor de idéé van den vrede k tout prix dermate gehypt- notiseerd was, dat het uit zijn bereke ningen den oorlóg als Cuogelijk middel van de diplomatieke kunst der Entente vol komen geschrapt had en 't mitsdien de teteekenis der oorlogsverschijnselen nipt op de juiste waarde schatte." Neen: de Duitsche regeering heeft' in 1914 wel mteer niet gezien, bij het begin van den oorllog. Of niet willen zien. De keizer haalt aan als bewijs vian Duitsch land'» onschuld de „Vergleidiende Ge- schichtstabellen' Allemaal feiten en uitlatingen van voor aanstaande personen. Feiten, die waar schijnlijk wel juist zullen zijn, maar die voor een plbjectieve beoordeeling natuur lijk onbruikbaar zijn, wegens; eenzijdig heid. En hèt groote feit, wn Duischland tegen zich heeft en tegen zich zal hou den waarom zorgde de regeering te Ber lijn niet voor een minder hard ultimatum near Belgrado? Daarover geen woord. Ook niet, dat Duitschland wij hebben het met eigen oogen er iets van kunnen aan schouwen volkómten slagklaar was. Ook met, dat de kleinste plaatsjes aan de Belgische grens reusachtige stations heb ben! De oorlpgsoperaties! laat de keizer ter behandeling over aan militaire deskun digen. Over de „oorlogsgruwelen" isf hij! heel kort. Geeft slechts een paar staal tjes wat hij' deed ter bevestiging van monumenten en gebouwen. Maar naast deze twee bladzijden hieraan gewijd, zijn de. boekideelen getuigenissen uit BÓjgië, van gruwelijk vandalisme! Die zijn met een paar keizerlijke beschermingsmaat regelen niet goed te praten! Het „nieuwe", een onthulling in dit boek is de zgn. Gentlemen Agreement, een geheim verbond Van Engeland, Frank rijk en de Ver. Staten tegen Duitschland, en dat 'de vredesstap van den Raus in den zomer van 1917 geschied ist op:in stigatie van den keizer. Tragisch is daar op het gedeelte over het einde van den oorlóg, en den troonsafstand. Ook hier weer: bSj dit laatste en mteést sma delijke échec, het is de kanselier, die de schuld (krijgt, Prins Max v, Baden, die op eigen gezag den troonsafstand had afgekondigd, al wilde de keizer alleen £.1> keizer van Duitschland, niet als koning van Pruisen. De vlucht was liet offer, dat de keizer het volk bracht vóor ean zoo gunstig mógelijke vredesvqór- waarde. Het lezen van deze mleOst som bere en schrijnende uren uit het lCven van dezen m'an laat niet nti veel indruk te maken. Juist misschien door den som beren toon, waarin het gesteld is. Het hoofdstuk: Het vijandelijke en het neutrale gerechtsrol interesseert ons niet mieer, hoewel de keizer in veel ge spatieerde woorden zijn opinie weergeeft. Die ikiwestie is van de baan; niemland, die er aan deiikt, dep ex-keizer voor een gerechtshof te dagen. En dan: de schuldkwestie, die weer in een afzonderlijk hoofdstuk behandeld wordt. In het voorstuk worden de staten be handeld, met wie Duitschland in oor log raakte, d. w. z. de drie grootste Engéland, ter wille van de handelspoli tiek, Frankrijk om' de revanche, Ruslanri om redenen van bdnnenlandsche politiek en om aan de Zuidelijke Zee le geraken. Het wordt alles samengevat in de wei igewaagde hypothese: De oogmerken d%- Entente konden alleen dooi- oorlog, die van Duitschland alleen zonder oorlog worden bereikt. Naief haast wordt gewe- Iets mfinder datu een half uur later was de pachtboer wee!" thuis.. De ïnlteid zag' hem1 als naar gewoonte la Buissonne uit spannen en zij hoorde hem zeggen: Men kan toch nog veel doen al ia men moe! Zij Waren dus gescheiden zij die had den willen isaanenlevende Vader, Pierre en Marie. Op dit oogenblik waren zij in twee huizen en een gevangenis. Dé zo- ;mer 'deed de te Velde s,taande haver rij pen m de schrale akkers van Cham|pdo- lent, mts ar de hand van de huisvrouw be gon mten binnenshuis te mistsen. De moeder van Marie had haar doch ter ter egge vonden ,m|aar verdrietig', Rechts denkende aan hetgeen had kunuten zijn en als begraven in het verleden W-aruit de stem der levenden haar niet altijd kon dóen opstaan. Pierre schrééf niet- hij was verloven en de Vader die zooals hij imjaar minder merkbaar en hiee.r beheersiclit, een hartstochtelijk ge- mföed bezat zeide; „Men zlal hem nooit terugzien, ómidat de jongen te trol'sob is om zich in het dorp te verioonen." 1 Hij kende zijh kind goed Tegen het einde van Augustus had hij' zicili naar Quimper laten 'brengen en vandaar had hij met den trein een lange reis gemaakt tot aan la Roche-surf-Yon om! zijn zoon een half uur te zien In "de spreekcel van de° gevangenis. Vóór alles echter, strenger en recht, vaardiger dan anderen, wilde hij eerst ingelicht Sworden over de twist en de aanleiding: „Wie van u béiden heeft om -

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 5