feuilleton, II No. 2S8. Woensdag 1 November 1921. Binnenland. 165" Jaargang op de buitenweger om Middelburg, en vöor de andere gemev >ten p. post f 2.50; voor Middelburg et- agentschap Vlis- singen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Advertentiën: 30 cent p. regel. Ingezonden Mededeelingen: 50 cent p. regel. Bij abonnement veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet grooter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevragen bureau dezer cou rant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent plus 2 cent voor port per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Aangesloten bij den Post-, Cheque- en Girodienst onder no. 43255. KERKNIEUWS. Dit aumnier bestaat uit TWEE bladen. EERSTE BEAD. Abonnementsprijs per kwar taal: PE WERKLOOZE EUROPEANEN IN INDIC. De heer N. Vijlbrief ,lid van het dage- lijksch (bestuur van den Suikerbond, schrijft aan het Haagscjhe Aneta kantoor een beschouwing over „De positie der Europeesche geëmployeerden in Nederl. Oost-Indië". Enkele opmerkingen daaruit laten we hier volgen: Het is nog niet zoo lang' geleden, dat enkele Indische dagbladen wisten te be richten, dat er te Soerabaja alleen al een 600 werklooze Europeanen rond scharrelden ,die hun nachtverblijf zoch ten op de politiebureaux, bij het leger dei Heils en zelfs onder den biooten heimei. Een predikant verhaalde in het orgaan van den Protestantenbond van een oppas send 30 jarig echtgenoot en vader, die, niet (mieer wetend hoe voor zich en de zijnen den kost te winnen ,een einde aan zajn leven toaakte. „Si Diaïm" schetste in de Ind. Crt. het leven van de werkelooze Europeanen in Batavia en deed een soimf>er verbaal van een Snan..., die zijne schoenen be leende in de bank van leening en töen blootsvoets: zijhs weegs ging.... De „Preanger Bode" deelde imede, d!at een werkloos cultuurgeëmployeerde, zich schamend ,dat hij de hotelrekening niet kon voldoen^ (spoorloos verdween, als schadevergoeding zijn kleeren achterliet, zijn heil zocht in het Bandoengsche stads-t park ten einde raad een fiets stal en die te gelde maakte. De gevallen ,dat Europeanen met kra- mterijen langs de deuren venten voor heen het onbetwistbaar reciht van Chi- neezen, inlanders en andere Oosterlingen heelt ieder, die de laatste jaren in In- diè is geweest met eigen oogen kunnen convuteeren. Volgens officieele gegevens van het door de regeering! ingestelde kantoor van Arbeid vertoeven er op Java een 1000-tal Europeanen zonder (middel van bestaan. Het is echter niet gewaagd de verzeke ring te geven ,dat er veel mjeer Eu(ro- peesche werknemers rondloopen die uit vaïsch schaamtegevoel zidh niet hebben laten registeeren. Werkloosheid is in Indië voor den Europeaan veel sjchrijnender, dan wan neer dit lot hefcn' treft in eigen Land, in de eerste plaats oindat armoede veel beter te torsen is in eigen omgeving dan in den vreemde en in de tweede plaats wijl de werklooze Europeaan zijn toe vlucht Imjoet zoeken in den kampong, waar hij door geboorte en opvoeding zich niet anders dan vernederd voelen moei); de koloniale verhoudingen eisiehen nu eenpniaal een zekere standing v(an den Europeaan, tegenover de kamlpon'gbevol- king Verschillende regeeringsmaatregelen en ae door de stoomvaartmaatschappijen verleende faciliteiten om' den terugkeer naar het moederland mogelijk te maliën, zijn niet de eenige middelen, die toege past werden om de bestaande werkloos heid te verzachten. Hel particulier 'hulpbetoon heeft zich niet onbetuigd gelaten Medan nam het initiatief tot het vormen van een steun fonds en Bandoeng en Soerabaja volgden weldra. Maar al deze middelen zijn, naar gebleken is, niet afdoende om1 aan de gevolgen der werkloosheid behoorlijk te gemoet te komen. De Federatie de vakcentrale der Europeesche werkne mersorganisaties beval bevordering van den kleinen landbouw! kan, "het in pacht verleenen van göuvernementsgrond aan Europeanen om daarop1 wat te gaan boeren, doch dit middel kan slechts; voor enkele voor den landbouw1 en de veeteelt geschikte elementen baat brengen, die dan bovendien nog over eenig bedrijfs kapitaal de beschikking moeten hebben. Ook de Minister van Koloniën ver wacht van dit middel, en o. i. terecht, niet veel! De Indische zelve gaf den mi nister in overweging aan 3e groote con cerns in Nederland het verzoek te rich ten zoo weinig mogelijk nieuw personeel uit te zenden en in de eerste plaats te trachten 'een keuze te doen ui<j de in' Tndië ruimschoots aanwezige arbeidsreserve en waarschuwingen te plaatsen in de groote Nederlandsche dagbladen tegen dienstne ming in Indië zonder Zch vooraf te heb ben vergewist wat daar te wachten staat. De Minister wil dit advies niet op volgen, in de meening1, dat daardoor de geëmployeerden exclusivistisch zouden worden behandeld. Ten opzichte der plannen van den Suikerbond en anderen om een werkloos- heidshas te vormen, verklaard de Minister het nut van werkloosjheidskassen te er- kennen¥ doch hij voegde er aan toe, dat 's lands financiën niet toelaten dat er een beroep wordt gedaan op de schat kist om financieelen steun. Het Bat. Nbl. van 27 September meldt dat blijkens, een bekendmaking, het tijde lijk personeel, met name het niet tot de organieke sterkte fcehoorende personeel, hoofdzakelijk gepensioneerde (ambtenaren en officieren ,zich op een termijn van zes weken ontslagen moet re kenen. Het initiatief in dezen is uitgegaan Van de regeering ,die niet langer willende wachten, tot de opzegging last gaf. De openvallende plaatsen zullen bezet moeten worden door op wachtgeld zijnde of van verlof terugkeerende ambtenaren; vAN RENÉ BAZIN, I.id van de Fransche Academie. 8). -O— De vrouwen en de jonge meisjes, die er op een afstand naar stonden te kijken dachten: „Zij is wel gelukkig1! Het is wel aardig een man te hebben, die zijn >eld voor je uitgeeft inplaats van te gaan drin ken en die bovendien een knappe man ook is, en van alle markten thuis!!" Het kind werd in het begin van Maart geboren. Het was een (meisje teer en j1(ui. lerig. 't Duurde lang' eer de mtoeder her steld was. Zij probeerde zelf te voeden en Streed drie maanden lang' tegen de weer- atrevendheid van het kleine wezen, dat zich na eenige slokjes te hebben gedron ken van de borst afkeerde en die te slap pe melk weigerde. j Marie rruoes^ eindelijk toegeven en zich spenen. Men zag haar weer oveFhuis, .dik wijls zittend klagend en zenuwachtig'. Zij had de lang gevraagde meid gekre deze zullen zooals reeds eerder is be paald -net langer de keuze hebben of zij een hun aangewezen betrekking al dan niet wensclien te aanvaarden. In ambtelijke kringen verwacht men als volgende stap op dezen weg van pen sioneering "in aanmerkng komende amb tenaren. VERGROOTING VAN HET NEDER LANDSCHE CREDIET AAN DUITSCH- LANDu In de „Voss. Zfcg." schreef Dinsdagj- ochtend Komimerzienriat Rechberg, die in dertijd leider der Duitsche legatie was bij de onderhandelingen over de Nedter- landsch Duitsche oredielovereenkomst, over een eventueel^ vergrooting! van het Nederlandsche crediet. Breede kringen van het Duitsche eco- notaa sche leven waren indertijd van mee- ning', zegt Rechberg, dat van het Neder landsche crediet niet in grooten omvang gebruik zou behoeven te worden ge maakt, daar de Duitsche bankwereld in staat zou zijn de financiering van indus trie en handel zelf op zich te ne'mlen. Thans echter is het Nederiandschp cre diet een (middel geworden, dat een deel der Duitsche industrie tot doorwerken in de naaste toékötaJst in staat stelt. De Waarborgen," die voor het gebruik mja- ken van het crediet door de verschil lende credietnemers zijn gesteld, zijn tot na tce voldoende bevonden. Geldverlie zen zijn niet geleden. Nfcc echter sjaat het Duitsche econotaiscjh leven in het vol gend jaar voor zware beproevingen. Het economisch leven in Duitschland moet binnen korten of langen tijd ineenstorten, indien het niet van buiten met verdere credieten geholpen wordt. Indien het mo gelijk zou zijn, 't Nederlandsche crediet acht of tienmaal zoo groot te maken door de deelneming van nieuwe crediet- gevers, dan "zou de Duitsche industrie kunnen doorwerken en zich van de noo- dige grondstoffen voorzien. Alle landen, die in groote hoeveelheden grondstoffen aan Duitschl. leveren, moeten in hun eigen belang er toe overgaan, den door de Nederlandsche overeenkomst begaanbaar gebleken weg te betreden, teneinde de afzetmogelijkheden te behouden ,die ze zelf onvoorwaardelijk noodig hebben. Het Handelsblad teekent hierbij aan: (De bovenstaande uitlatingten van Kornl- im/terzienrat Rechberg aan het adres van Nederland zijn beslist „Iiebenswürdig", inaar om in dezen tijd van groote werke loosheid in Nederland de Duitsche indus trie verder te steunen door een acht- pf ienhuaal grootere credietverleening is toch zeker een "beetje te veel gevergd. Het hemld is nader dan de rob. Als dte Nederlandsche regeering had bunnen vejr- hajoeden ,dat de werkloosheid hier te lan de zulk een omVang zou aannemen, had zij zich over het indertijd aan Duitsejhland verleende crediet misschien wel twee maal bedacht.) s: gen een meisje uit Pleuven, eenigszins, verwant aan de Quévernes„ zwaar van li- c-h.samgbouw, traag van begrip. Marie scheen niet te bem|erken, dat ze geholpen werd en dat iedereen op de hoeve haar van dienst was zooveel hfij bon. f r „Kindlief, zei de oude Quéverne, het zijn '-moeilijke jaren maar ib ben toch blij', dat ik je een plezier heb kunnen doen... Als antwoord kreeg hij slechts een vluchtige jglimljach van haar lippen, de droevige oogen hgdden niet eens geglim lacht en zelfs hem niet aangezien die ze zocht. Het was in dien öjd dat zij tegen Pierre zeide toen hij op een avond van de vigtóh vangst thuiskwam „Ik wil geen kind imeer hebben. Begrijp je mij goed? Ik wil er niet mteer!" De zin wend heel zacht ge rcr-ri in de slaapkamer, die verscheiden kinderen had zien geboren worden en verscheiden ouden van dagen bijna zon der klacht had zien sterven. De mjart voelde een sicherpe steek in het diepst van zijn hart alsof het mes van den dhi- rurg hem door het vleesdh had gestoken want hij had tijd gehad Pm de kracht van den wil van Marie te leeren kennen. Hij deed alspf hij geloofde dat zij niet wist wat zij zeide: "De vermoeidheid doet je zoo spreken, mijn lieve Marie. Ga rustig slapen, de dag is vermoeiend geweest door het rekken van de wasch, je handen (Ingez. Med.) H. Borel over liet Boed'dhismite, ln de kleine zaal van de Concert- en Gehoorzaal sprak gisterenavond vopr de the phisdhe loge „Ardjoeno" de heer Henri Borel uit Den Haag over Boed- dhï me. Hel Boeddhi me, aldus ving spr. zijn rede aan ii de leer der vergankelijkheid ■i>as»«B5Mif8agi der dmgten. Het is geen godsdienst in Wes terschen zin, geen imjör,aalfilosofie, het is eea |geestdstoestand, de hoogste toe- Stand van goddelijken 'geest, waarin de feiemch kan geraken. Boeddha is dus een geestesstaat. Er zijn veel Boeddha's, doch wanneer men spreekt over Boeddha, dan verstapt (men daar .gewoonlijk onder de Boeddha wiaar[ce gekozen is de in 623 jaar voor Chri ^us geboren Prins, bij wiens' geboor te eenige wijzen voorspelden, dat hij zon wordt n of een groot geestelijk leider, pf een keizer, een -heersicher, een mian van veel aanzien. Zijn vader besloot tot het tweede, en van toen af werd alie igevaar, alle mib sère en alle lijden, alles wat leelijk was van den Prins gehouden. Spr. gaat in het kort diens leven na, en verhaalt van 'S Prmsens ontmoeting, toen hij eindelijk het Paleis uitmocht, van een oud man, een riek man, en een lijk, hoewel de he«i- le weg van alles, wat een leelijken indruk kon ges en was vrij gehouden. f Daardoor kWiattn hij tot denken, dat al les onderhorig is aan verandering en ge- djoemd is tot vergankelijkheid. In den nacht verscheen hem1 een Hindoesch, as ceet, dien hij vroeg, of er dan ook' ner gens vrede Was te vinden, waarbij hij ten antwoord kreeg, dat hij gedoemd was een verlosser te wordenToen verliet hij zijn bezittingen om ver van alles, in de woes tenij in zich tot waarheid te kojmfen. Want volgens de Boeddhistische leer Snoet men de waarheid alleen in zich zelf vinden. Dit is de (mjeditatie, het ln zich zelf keeren. Door mfeditatie nu en vasten trachtte de Prins de waarheid te vinden. Doch hij bereikte het niet. Toen kwamj hij bij een booirri ,w{aar hij' den sterken wil kreeg, dien niet meer te verlaten, voor hij de waarheid had gevonden. Bij dien btoom bezocht hem den geest des kwaads, de imarah, die hij voor, de vrijmaking' door worstelen moet. Het Boeddhiispne leert, niet, als het Chrisiendoftn een bestaan van zonden, (mpar leert de onwetendheid. Dat is de oorzaak van al het tnenscbelijk lijden. Maar daardoor is ook' niemjand verlpren. Bij den boom (de heilige boom in het Boeddhitsttne) komt hij tot de toestand van het Nirwana. Het is( mjbeilijk om! te zeggen, volgens spr. wat dit is, men moet het taeer aanvoelen, het i^ het ontstegen zijn aan al het vergankelijke. 1 Hiji gaat echter niet in Nirwana op, maar keert tot de menschen terug om de leer te verspreiden, die neerkomt op de leer van het alles vergankelijke, het niet-blijVende. De mensch isi dan ook eigenlijk geen-ikheid, geen persoonlijk on sterflijke ziel, maar een samenstel uit vijf skandha's': d!. w. z. uit stoffelijke kwa liteiten, sensaties en gievoelens, karakter, ge e s tesne iginge n en verstandelijke kracht. Deze zijp op verschillende wijze gecoöif- bineerd en daardoor heeft men verschil lende mtenschen. In het bestaan van de menschen uit zich de dorst, het grijpen naar, het willen hebben, samengevat dooi den wil om te leven. Ook bij' den d|ood vergaat slechts het stoffelijk tichaateJ, maar de 'begeerte en de neigjing zijn er nog. De skandha's kunnen weer gevormd worden; zoolang de wil om' te leven er is, blijft het leven, door die aï- lesbeheerschende wet van oorzaak' en ge volg (Karmla), en eigenlijk veranderen de skandha's i ederen dag, iedere minuut. De mtensch in den volgenden dagj weer een andere dan den vorige. Zoo moet 't vjoorti-' gaan tot de wil van het leven wordt uit gedoofd, pmf op te gaan in Nirwana. Spr. leest uit een werk over het latere Boeddhisme, het zgn. Mahajamah Boed dhisme voor de vraag wat is wat sterft^ wat weer geboren wordt, wat tpt Nir wana komt. Tegenover het tropstelooze in de leer der vergankelijkheid, staat de optimfsihr sche kant, dat eenmaal iedereen alle ver gankelijkheid en dood ontkomen moet, en ontkomen zal. Ook leert het Boed dhisme de deernis met alles wat leeft, omdat niet alleen de menschen, ook de dieren deze vergankelijkheid doormakpr, Na de pauze liet spr. eenige Boeddha beelden op het projectiedpetk zien. EKf wees er vooraf pp, dat een^ Boeddhabeeld geen afgodsbeeld is, geen* afbeelding ts van een persoon, maar een symbpol, ©eis suggestie van de leer. Zij' lijken daarom1 niet (volkomen anatomisch opl de znenr schen. Want een Boeddha is geen measefe van een bepaald geslacht; is louter getest, en elk Boeddhabeeld! is dus' symbool, hoeft dus geen nabootsing van het me»- schelijk lichaam. Van die Boeddha's kan groote, verhe ven rust en kracht uitgaan. Men is daar gevoelig voor of men is het niet. Spr. die bij elk beeldt een langen tijd' tot rustig aanschouwen liet, en slecht?' weinige kunstzinnige toelichtingen hoopte dat enkelen onder het gehoor zich door de beschouwing tot rust konden la ten beïnvloeden. Dan doorvoelt mee eigenlijk pas de leer van hel Boeddhisme^ en is het doel der lezing bereikt. Nog werden enkele vragen gesteld eo. de drukbezochte vergadering onder dank zegging aan den spreker door mr. Van: Deinse, de voorzitter der Loge, gesloten zijn gloeiend koortsachtig. Maar morgen zal het getij (mij niet voor twee uur van gen, ik zal je eerst helpen". En hij streelde haar gelaat en hjaar lok ken, en hij fluisterde haar heel zach'tj allerlei teedere woordjes' in en vleie rij tj es,, waarvan zij in den tijd toen zij rijn verloofde was;, zooveel hield. Maar Marie bleef zwijgen. Hij ham' het haar innerlijk kwalijk, dat zij op Champdolent niet haar plaats ver- vulde zooals hij wist, dat zij had kunnen doen en hij verweet haar ook dat zij te veel naar Kerian ging'. Omdat hij zelf een onverschrokken natuur had, en een ver anderlijk humeur, niet geschikt om' zijn geest ianig bij dezelfde dingen te laten jsjtilstaan fneer aangelegd voor het Irotsee- ren van gevaren van grooten tegenstand1, dan voor de langzame voortdurende te genwerking van het eentonige leven had hij gehoopt in zijn vrouw te vinden de nauwlettende, zorgvolle, berekende huis vrouw, die weinig spreekt helder ziet en bijna zonder bevelen haar wereld be- isjjtuurt zooals het licht waarniaar alles in stilte opgaat en alles opziet, i De jonae vrouw wou er niets bij md| zoo dikwijls naar Kerjan te gaan. Het le ven van vroeger kreeg weer vat op haar en daar zij op de plaats, waarheen zij gaarne terug Wilde geen plichten te ver vullen had, vergeleek zij met haaf tegen Geref Kerk Beroepen te Oostburg1 cfs:. C. M. Huizen- ga te Hoogersanülde; te Baarland, ds D. Scheele te Geesteren-Gelselaar woordig leven en vooral met de toekomst waarvoor zij bang was!, dit kleine konink rijk van haar jeugd- Toch was; het niet haar jeugd die zij terugvond als, zij onder het een of ander voorwendsel Champdo- len: ontvluchtte om naar Kerjan te gaan, waar de beide knechts' Le Treff en Quinquis en de nieuwe 'meid, de logge j Josie, sedert een j,aar in dienst genomien, haar begroetten als, de mfcesfereS en zij vergisten zich hierin niet waar haar j infccdei haar in tranen ontving nog vóór dat Marie ofto1 troont gevraagd had „Wat hebben ze je nu weer gedaan arttr. kind, wat zie je bleek met krin gen om de oogen? Krijg je wel genoeg te eten? En de sjardinerisscher is hij op zee of op h£t land? Heb je geen geld genoeg ojm je kragen te laten sjrijken? Die je nu aanhebt is geheel gekreukeld. Of laten ze je imflsachien takkebo&aen op den schouder dragen? Kotm', ga eens zitten en vertel mij alles". Marie kwam' en zeide alles: het was Van Weinig be teekenis met een grooten omhaal van woorden. Zij keer de naar Champdolent terug, nog bezorg der dan rij gekomen was, wantrouwiger jegens hen, die in haar geloofden, PPg minder vrouw, moeder^ huishiopdsjer dan tevoren en de hoeve waarin naasf Marie de oude vader, zijn zopn, e$n lgiud,een dienstmeid, een knecht leefden, ontbeer den bij gemis aan een meesteres met erii hart, dat over allen waakte het war© geluk van te leven. Men was nu in het einde van Juli ia het midden van den tweeden zomer oe. de bruiloft. De boeren uit Zuid-Bretag- ne maaiden den haver en de tarwe, die door een drogen wind, nog al zeldzaanü in deze zeestreek, begonnen uit te dro gen. De vischvangst was góed, de viscfa werd flink verkocht. Op de kaai Van ®e kleine havens (bij1 Idem terugkeer van de booten kochten de bad gasten die dit jaar zeer talrijk waren, in vroolijke stemfaring, maar toch wel waf verlegen door den koon van de zeelui/ di© niet van den kleinhandel houden vo(op ongekend hotoge prijzen visch, zelfs tweer de soort schpilen, katvisch, varens, oude visch, fcortomi alles wat in de winter maanden door de armen wordt gekocht om! een maaltje van te maken. I De baas van Champdolent die wel zag dat de oogst niet slecht was en dat dp vissjcherij veel opbracht, zeide ip zich. zelf, terwijl hij Pierre en Marie aankeek: '„Zij,moesten tpch bïij zijni" Maar vrede heerscjhte niet in dit hqjs. tegen de® enkelen keep dat hij' zijn jonggehuwdeo Mij zag, dat zij elkaar terugvonden, la chend omdat zij! jong waren en elkaar; liefhadden, hoeveel malen had hij niè* gehqord, dat Pierre werkelijk te ruw trad en te veeleischepd was van r ofr deroi

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 1