FEUILLETON.
VERVANGT NATUURBOTER
Zaterdac 28 October 1922,
VAM A.
M. -2S&,
«masMBB?-}.
-sDit «imuner bestaat ait T>W£E. bladen.
CBBSTEIBLAOc
A b>o a B;t; m e atbsiftrijs pftes kwar
taal:
op is baasnweipsm ota Middelburg, es
voor de, andere gemeenten p. post i 230;
voor -Middelburg en -agentschap Vlis-
stagen 112.30?
weekabonnemeo4en in Middelburg 18
-icent per sveek.
Adv,«erteciti«®: ccn*- P- regeL
.Ingezonden Mededeslingen: 5G cent p.
regel. Bij abonnement veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
■van 17 regeir f 2.FG, elke regel meer
30 tent.
Kleifcc ,a d v er tem t i fen met
groot er dan vijf,, regels druks en waarbij
is aangegeven ijdat zij in deze f rubriek
moeten geplaats? worden, 85 esnt bij
voonatbet^ïng. Advert en tien onder
brieven of «bevragen bureau dezer cou-
rant 10 een 5 exL"a.
Bewijsnummer'. 5 cent plus 2 cent voor
port per stük.
Advertentiea, motten, willen ze &og in
ons -blad van dienselfden dag worden
opgenomen, uiterliji: 12 UUR en des
ZATERDAGS .uiterlijk HALF ELF aan
ens Bureau bezorgd zijn.
Aangesloten «bfj den Post-, €3ssque-,-en
Girodienst onde< no- 43255.
EEN ZKEUWSOBBE KtKtPVAARDER
VAN EEN EEUW GELEDEN.
In het weekblad ,(Ons; Element" (-waar
in is opgenomen Het Ned. Zeewezen)
-van 14 October wordt door Timeêis on
der het opschrift. „Drie handelsreizen
omstreeks het jaar 1820" -een uitvoerig
uittreksel gegeven uit de, door deu heer
C. sH. J. van vBenthem Jutting te Bussum!
aan het Ned. Hist. Scheepvaart Museum
te Amsterdam geschonken toeken en
losse papieren, afkomstig van den Zeeuw*-
schen kapitein Leendert Woutersen, die
van 1816 tot .1821 op het schip „De
Zeeuw" voer vopr de reeders H. van den
Broecjke, M. Luieijn en Joh. Schouten.
Het vaartuig «was een volgetujgde drie
master, metende 250 lasten, bemand met
S koppen. Het bezat kanonnen sen yer-
r veel geweren, mét het oog «p de
«eeroovers. Het 'was in Amsterdam uit de
hand gekocht voor «15.000 Gld. Ned. Ct.
en in 1818 naar Vtissingen overgebracht,
waar het door de reeders werd uitge
rust voor een reis naar Canton.
En nu laten we een deel van het over
zicht in genoemd weekblad volgen:
Een zonderlinge en moeilijke tijd moet
het geweest zijn; de scheepvaart her
leefde van den door het Continentaal
Stelsel uitgeoefenden druk, de vaart op
de Koloniën kon hervat worden en toch
toen De ZeeuW, den llden Decem
ber 1816, uit het dok Werd gehaald, kan
mten hier te lande ternauwernood geweten
hebben dat de Nederlandsche vlag, den
19den Augustus daaraan voorafgaande,
te Batavia weder geheschen was. Wat
rrüoet het den reeders een hoofdbreken
gekost hebben een schip te bevrachten
naar een kolonie, waarmede men de voe
ling sedert jaren was kwijt geraakt, wat
zullen zij hebben moeten peinzen over
het bijeenbrengen van een lading die ge
deeltelijk verkocht moest worden te Can
ton, Waar men er geurige thee voor zou
ontvangen, maar die toch in hoofdzaak
bestemd was .voor Java. Welke waren
de behoeften aSdaar, hoe moest men die
hier te lande Jeeren kennen of beoor
deel en? v
Het schip werd dan ook bevracht met
een zeer gemengde lading, als ware het
onder de leuze, „eldk wat wils". De
détails vindt men in het Handelsteek ge
factureerd voor zich met de zeer interes
sante prijken daarnaast. Een 18-tal kisten
met Leidsche poletnieten (effen stof) voor
33283 Guldens, voorts opnieuw Leidsche
lakenen en casimieren, fluweelen floer
sen .en kamerdoek vertegenwoordigden
reeds een aanzienlijk gedeelte van de in
gescheepte goederen. Daarbij kv^am ook
goud- en zilverdraad, waaronder 100 Lbs
„8 Mark gouddraad van het merk Pieler
van den Broecke veroverd Batavia A°
1619"; zou er iemand zijn die d3t merk
nog kent? Qok goud- en zilvergalon moesl-
ten in het verre Oosten aftrek vinden.
Verfstoffen, pek, teer, harpuis, ijzer, lood;
spijkers, duigen, vaten, oliën, zeildoek,
zeilgaren, 'borstelwerk en bottdlkurken
moesten in hoofdzaak op Java en groo-
tendeels aan het Gouvernement J) van de
hand genet woorden. Conserven, boter,
kaas, Zeeuwsche chocolade, koek, bon
ket, tatiak, speelkaarten moesten voorzien
in de behoeften aan wat aisance, zooals
het Europeesch element die opvatte.
Maar dat element had altijd een zeer
dorstige keel gehad, zou het die nog heb
ben? Men was van oordeel dat zulks
het geval wel zou wezen en etoiarkeerde
ten einde die kelen te laven, een grooté
hoeveelheid van diverse Bordeaux-wijnen,
Hoehheimers, portwijnen, brandewijnen,
fijne liqueuren, princessebïeren 'en Selt-
zerwateren, waarnaast 150 kelders Schie
dammer Jenever (zijnde 2550 stoopsfles-
schen ter waarde alleen van 3092 Gld.)
een goed figuur maakten. Op nog een "an
der punt Was men met het vefledene te
rade gegaanmen wist of kon weten, dat J
in de koloniën, de armoede welke daar)
inderdaad geleden werd, gemaskeerd
placht te worden door zeker vertoon
van Oostersche pracht. Daarmede in ver
band staan de drie kisten met zilverwerk
ter waarde van 6307 Guldens, die men
uit Amsterdam aan boord kreeg. Het
transport van al die weelde kostte sleChljs
15 Gld. van Amsterdam1 naar Middelburg,
een wagenvracht van Middelburg naar
Missingen ad 1 Gld. 16 st. kwam daar-l
boven op.
Ook dacht men aan de intellectueele j
behoeften van sommige wijze oudgasten
Aan verschillende soorten van papier em-
barkeerde men voor een waarde van
171 Gld., pennen, potlooden, lak, ouwels
waren bijkomstige behoeften, waarin de
-reeders naar avenant voorzagen, maar zij
vergaten niet dat de intellectueelen daar-1
ginds soms kinderen hadden op te voe-l
den. Van die overweging getuigden zes
pakjes griften en een groote hoeveelheid
school- en kinderboeken, die mede wer
den uitgezonden. Geeft men er zich re-
kenschap van dat kinderlectuur destijds
een gleednieuw verschijnsel in de letter
kunde was, dan moet men erkennen dat
de Heeren hun tijd toch goed begrepen.
Wie weten wil welke die 'boekjes waren
of Welke destijds hunne winkelwaarde
was, kan in de 'boeken van De Zeeuw
het antwoord vinden, zoo goed als een
ander, die zich interesseert voor de 121
„vaten" met smeekolen die ingekocht en
ingescheept werden. Eenigszins vreemd
ziet men op van -een verzameling groote
en kleine „pourtraiten" waarmede de ree
ders toch ook goede zaken dachten te
doen. Er waren pourtraiten van den Ko
ning en van den Prins van Oranje, van
den Keizer van Oostenrijk, en van den
Koning van Pruisen, van den Hertog
van Wellington en van Vorst Blücher,
maar pourlraiten van den grooten man
waren er niet. Vraag daarnaar scheen
men niet meer te verwachten; had hij
zelf misschien al "genoeg voor de ver
spreiding van zijn pourtrait gedaan
Met een lading die te boek liep voor
168527 Gld. (inbegrepen een waarde van
9717 Spaansche matten ad 24949 Gld.)
koos De Zeeuw voor 20 maanden gevictu
alieerd, na de stad Missingen met zeven
schoten te hebben gegroet, den 20sten
December 1816 zee. Het zou een lange
:reis worden, doch over het varen thans
geen wöord!
Den 4den April belegde kapitein Wou
tersen scheepsraad om te advisee ren om
trent het al of niet aanloopen van Kaap
stad. Er fwterd besloten dat men derwaarts
zon koersen ons het schip van water en
verversching te voorzien;.- men kwam
den 22sten April in de Tafelbaai ten
anker.
Wij Wfeten niet of zekere begeerte om
een deel van de lading, die er door het
lang verblijf in de ruimen niet op voor
uit wias gegaan, aan de Kaap le ver-
koöpen. tot dit besluit heeft bij'gedragen,
doch wfj mogen het er wel voor houden
dat Kapitein Woutersen, die als hij de
luiken liet open leggen vreemde geuren
moet hebben opgesnoven, aan Kaapsche
sche afnemers heeft gedacht. Men kon
daar ter plaatse toch heel wat van de
hand zetten en zoo men goede prijjzen
vermocht te bedingen ook goede waren
inkoopen. Men ontscheepte aan de Kaap
een goede hoeveelheid conserven en dran
ken; hoeveel daarvan inderdaad goed
was is een andere vraag, maar het min
der goede kon, in de openbare veilingen,
met het goede doorgaan. Wanneer men in
het Handelsboek leest dat er 60 pijpen
bier „waaronder 2 gesprongen" werden
ontscheept, voorts 100 ko mijne kazen"
„Waaronder veele fceschaadigd", 100 zoe-
temelksche kazen „«waaronder veele fce
schaadigd", 90 potten anchovis „waarpn-
der veele bedorven", 1 kist met floers en
zijden linten „oudt en verlept" dan krijgt
men zeker gevoel van medelijden met
dén vendumeester onder wiens hamer
dat alles passeeren moet, maar begrijpt
men ook beter waar de werkelijke goede
„presentkaasjes" voor npodjg waren, die^
blijkens hetzelfde handelsboek, aan „di
verse geemproyeerdens" werden uitge
reikt. In openbare veiling trouwens ging
het beste goed niet. Dat werd jn handen
van een agent achtergelaten „omme de
zelve ten meeste voordeele der géïn-
teresseerdens te vercoopen." Van de op
brengst der ondergoederen kocht Kapitein
Woutersen Kaapsche producten, te tweten
Madera en Constantia-wijnen die te Ba
tavia grif van de hand gingen. Wie kent
die wijnen op Java nog? Ook sloeg de
Kapitein een voorraad Spaansche malten
in, die in het verre Oosten goed te pas
zouden komen. En, wie zpu het gelooven?
aan de Kaap kocht men niet minder
dan 15 kisten inhoudende 2711 Lts
lngex Med.)
■tWSWMtivefttii
kruidnagelen aan, die later te Whampoa
zijn ontscheept.
Het schip vertrok den 12den Mei van
de Kaap en arriveerden den 7den Juli
ter reede van Batavia, doch over de na|rt-
gatie ook thans «geen woord!
■Te Batavia trok de Kapitein, zooals
een behoorlijk zaken doen wel vereischt
zal hebben, ïnjet zijnen Secretaris in
hel hotel van A. de Jon,ah te Jacatraj.
Blijkbaar bestonden destijds diezelfde In
dische hotelprijzen reeds welke zich nog
ongeveer 70 jaar lang hebben kunnen
handhaven. Voor logement en vertering
wordt over 33 dagen een bedrag van
387 Ropijen berekend, dus circa 5 ro-
pijen per hoofd en per dag. Rekent mfeni
daarbij 111 ropijen aan extra-uitgaven
etc. daa was het blijkbaar mogelijk om
(met 8 Ropijen daags, een fatsoenlijk fi
guur te injaken, maar daar een vast rij
tuig geen weelde wast en Ï44 ropijen
per 33 dagen kootte, Moet men rekenen
dat een kapiteinsjrepTesentaie op circa
12 ropijen per dag kwam,! te staan. Het
grootste gedeelte der lading en de Kaap
sche provisiën vonden te Batavia ge-
reede afnemers bij het Gouvernement en
bij particulieren, zoo uit de hand als bij
publieken verkoop, hijaar op sommige
artikelen werd belangrijk vertoren. Men
aanvaardde aldus de reis naar Canton
toet een veel verlicht schip welks lading
nog slechts een waarde van 60.000 Gld.
vertegenwoordigde waarvan circa 50.000
Gld. vcor rekening van de Leidsche po-
lenuelen en lakenen, goud- en zilver
draad kwamen; het overige bestond nog
uit verfstoffen en wat dranken. Den
llden Augustus van Batavia vertrokken,
arriveerde de Zeeuw den 5den Septem^
ber voor Macao, den 9den voor de Boca
Tigris alwaar mien 20, later 30, sampans
aannam om het s,chip te boegseeren
en den lOden voor Whampoa, waar de la
ding ontscheept en afgedragen werd aan
de geconsigneerden, de H.H. Bletterinan
de Zeem(&n. Men bleef er liggen tot 23
November en besteedde dien tijd natuur
lijk nuttig door het grondig nazien van
schip en tui? en met het overnemen van
de thee, waarmede men eerst den 21 Oct.
een aanvang kon talaken. Eenmaal een
sampan thee langszij gekregen hebbende
kon men geregeld met laden en stuwen
voortgaan, zoodat De Zeeuw op 22
November weer zeilklaar lag; met eene
lading ter waarde van 128762 Spaansche
matten. De ongelden te Whampoa te (be
talen zullen wel niet zijn meegevallen
alleen aan ineefloon met een daarbij be
boerend „present" werden 4080 matten
uitgegeven, een tolk kostte 223 maften,
de loodsgelden bedroegen 165 van die
eenheden.
VAN RENÉ BAZIN,
Lid van de Fransche Academie.
o
6).
Kerkudol?
De groote knecht van Kerjan trad on
middellijk uit de rijen en kwam voor het
venster staan met de hand aan zijn hoed.
Hij was niet dronken meer en weende
ook niet. Hij had een ernstig gezicht en
men kon voorzien dat hij morgen van
top tot teen een krijgsman zou zijn.
Wat verlangt gij van mij?
Zij boog zich_jets naar voren. De meis
jes trokken zich op haar beurt wat terug.
Heel zacht zei Marie Quéverne nu:
Kerkudol, als je hem in den otorlog
ontmoet, schrijf je mij dan?
Hij knikte met het hoofd. Hij drukte
haar de hand en zeide:
Er is niet veel kans op, mlaar als het
gebeurt, zal ik het zeker doen.
1 hep nu vlug de troep achterna, die
al een eind vooruit was gekomen. Toen
Weven uit alle vensters eri deuren de ach
tergeblevenen hen die wegtrokken, nasta
ren. Het geluid van de trom verminderde,
hel rumoer van de menigte stierf weg
tusschen de laatste huizen en weldra
tusschen de bbomen van den weg.
Bijna de geheele jongelingschap vanj
Fouësnant was vertrokken en het leven
moest weer vot-o-rtgangl hebben.
II.
Het geheele verleden.
Zij was getrouwd toen zij twintig jaar
was, op den 23en Maart 1910, tegen den
zin van haar vader, dien grooten, som
beren Yves Lanio, planter van de twee
appelboomgaarden van Kerjan, wien al
les gelukt was: de handel in haver, de
paardenfokkerij, de ciderfabrikage, boven
al de gewoonte (oM te brommen in zaken
als de anderen hem te listig af waren en
die niet wilde dat zijn dochter trouw
de mtet den zoon van een pachtboer, een
arme ziel, waarvan men niet eens kon
zeggen, dat hij op en top een boer was.
Zijn dochter was een stuk van zijn göed.
Hij' rekende er vast op steeds grooter te
worden en zich doior haar te verrijken.
Gevleid, aardig om te zien, bekend zelfs
te Fouësnant om haar sierlijk figuur en
haar fijne trotsche hals, die uit de ruime
kraag van opgepijpte tulle stak, had Marie
Lanio op zekeren dag, toen zij' de hoopen
graan, haver, rogge, boekweit, die altijd
zoo keurig opgetast stonden op den ko
renzolder van Kerjan, met de spade om-
rüsselde, tegen haar vader gezegd, die
het werk kwam nazien: „Of ik het u nu
vandaag of morgen zeg, vader, ik heb
mij* verloofd. Met wien?" Ik ga trou
wen met Pierre Quéverne en geen ander.
De |vader had zijn vastberaden dochter
aangestaard zooals rij daar stond op
de steel van de spade geleund bij de
hoop tarwe en hij was zoo rood gewor
den, hij mét zijn schraal gezicht en gra-
nietkleur, dat men een o ogenblik zou
me enen dat hij een aanval van beroerte
kkreeg, en toch weinige maanden later
gaf hij toe. Hij stierf er aan.
Hij gaf toe, omdat hij onder de be
velen van zijn vrouw stond en die zelf
weer onder de bevelen van haar dochter
was.
Pierre Quéverne, vierde zoon en ze
vende kind van den pachter van Champ-
dolent, die het stuk grond 'bewoonde,
dat wat hooger was gelegen dan Ker
jan, «was wel een arme dronópel en eigen
lijk (maar een halve boer. Er zijn op de
kusten van Bretagne veel mannen die een
dubbel beroep hebben: landbouwers en
zaaiers in den laten herfst, zaaiers ook
in de vroege lente, gedurende de slech
te maanden een zittend leven leidende,
dan weer opeens vagebonden die door
de visscherijpachters voor de lente en
den zomer in dienst worden genomen o-m
de riffen met het sleepnet af te vis-
schen of de scholen sardines, matreden
of tonijnen te vervolgen. Twee, drie, vijf
dagen, nu eens meer, dan eens minder,
blijven zij in het ruime sop, totdat zij des
Zaterdags huiswaarts keeren als de visch
en het weer hettoelaten om' weer met
de vloot van Maandag te vertrekken, twee
De thuisreis aanvaard op 22 Noverabte»
1817, wax tatofelijk voorspoedig; rasea
deed Batavia niet aan, mönr de Kaóp, die
toch imltaer in de route» der thuisvarende
schepen lag, wèl. Men vertoefde er eeni-
ge dagen om! af te rekenen over de- ten
rigen male achtergelaten goederen, om
te ververschen en water over te newfsa.
De reis vervolgende, liep Kapitein Wou
tersen wat al te dicht langs de verboden
zone» van Sint Helena, ik denk oan een
een groet te wisselen met zeker jemand
die daar zijne dagen sleet; een scherp
schot voor den boeg van De Zeeuw over
afgezonden door de Sugar Loaf Battery,
kon voor contrasaluut doorgaan. Rustig
werd daariia de reis voortgezet die den
19den Juni, dat is; na ongeveer 18 □{aas
den, te reede van Vlissingen een einde
nam2). Daar kwamen de respectieve Hee
ren Directeuren met hunne Beminde'Sj ea
eenige goede vrienden aan boord tot var
wellekofaist, waarna het schip ten spoe
digste door paarden naar Middeflmrjg
werd opgesleept, alwaar De Zeeuw „n»{
groot gejuyeh en een ontelbafare toe
vloed werd ingehaald" oJn voor het Oost-
Indische Huis te worden vastgemeerd. Of
Kapitein Woutersen over de volbrachte
reize te vb eden wast, weet ik niet te
zeggen, want veel kon hij niet uiten zoo
lang de thee onverkocht bleef.
De verkoop van die thee is, denk ik,
meegevallen. Het product voor 407.076
Gld. ingehaald, werd den 2d en Septen{<
1 ember 1818 te Middelburg publiek ver
kocht en bracht 572.844 Gld. op; de uit
gaande goederen ter waarde van onge
veer 181.000 Gld. (assurantie inbegrepen)
hadden een provenu «van 289.522 Gld.
opgeleverd in 't geheel viel er een be-
bedraig van 279.056 Gld. over de belang
hebbenden te verdeelen. Naar een grond
slag van 410.000 Gld. kapitaal werd mite-
dien 68 een zestiende pet. uitgekeerd,
fenaar er was slechts 60 pet. op het ka
pitaal gestort. He schijnt dat men over
deze eerote expeditie tevreden was, al-
thanj De Zeeuw lag op 5 December 1818
alweer zoo goed als, klaar oni zee te
kiezen tol het halen van een nieuwe
Chiaee-sche lading.
Onze plaatsruimte dwingt on het an
dere gedeelte van het overzicht kort
s^Tnen te vatten.
Op die tweede reis; ging ook een leven
de lading van 75 koloniale soldaten mee
naar Indië, aangevoerd door een kapitein
en drie luitenants. Maar eer het schip
weg voer (ditmaal van Veere, 28 Jan.
1919) moest door den komtaiandant van
Veere, een der luitenants «weer aan wal
tijen worden gehaald, omdat hij in dron-
kenrrtanvpartijen de boel aan boord op
ntt -yo* t» «ra n*e w n v». «n
uur voor dat de zee vpl .is.
Pierre Quéverne behoorde daar ook
bij. De zee had zijn hart gestolen, lang
voordat hij de dochtervan de Lanio's
van Kerjan het hof maakte.
De pachter van Champdolent had met
leede oogen aangezien, dat die werkzame
en "krachtige jongen zich aan de visch-
vangst overgjaf, terwijl de grond alle
krachten en allen tijd van de bewoners
van de pachthoeve vroeg. Maar hij kon
zich toen als het moest buiten de hulp
van zijn laatsten zoon redden. Hij had die
van een anderen, ouderen zoon, nu op
de vloot geplaatst en van twee dOchers:
Josèphe, wat zwak in de beenen, maar
met een zacht gezicht, nu te Douarnez
getrouwd en Julie, het meest Bretonsch
van allemaal, wat ernstigj stil, vroom tot
het diepst van haar ziel die met het vol
gende allerheiligen in het noviciaat van
de zusters van den heiligen geest moest
treden. De arme man had dus niet de
nrinste reden om zich tegen den wil van
zijn Pierre te verzetten. Waaromi zou hij
het gedaan hebben? Was het niet een
groot 'geluk, zgoals iedereen ook zeide,
dat een kind uit de pachthoeve trouw
de met de erfgename van de groote hof
stede Kerjan?
Hij bestelde voor zijn dochters een zij
den schort, voor zich zelf en voor Pierre
een met fluweel bezet pak, waardoor het
hem« niet mogelijk was «Jat jaar zijn
grondeigenaar te betalen en de bruiloft
werd gehouden gedeeltelijk in een her
berg te Foriës pn gedeeltelijk in de hoeve.
Zij1 duurde twee dagen. Alle familie-
ledèn van weerskanten werdep uitgenoo-
digd, tot zelfs verre neven, die zich uit
hun jeugd ternauwernood den naam1 La
nio of Quéverne konden herinneren. Maar
op de uitnotodigjngj die op een briefje
door 'een nette vrouwenhand Marie
voor de Liana's, Julie voor de Quéverne"s
was geschreven, kwamen rij' zeer ver
eerd en brachten bij wijze van gelag
een kluit fijne boter mee. Zij kwamen van
uitstekenden grond, die den winterregen
en de zomerzon krijgt tusschen Rospor-
den en het bosch van Coatlach, van Gqpï"
Hrit van de Zuidelijke hellingen van Mon-
tagine Noire en de mannen hadden lang
haar. Zij kwamen uit Douarnenez en de
jonge meisjes droegen juweelen zooals
de vrouwen. Zij kwamen zelfs van d»
heuvelen die het water van de reede van
Brest tegenhouden en van de ooft- en
fijne groentenkweekerijen van RoscOff.
Pater Quéverne bediende de mds. De
klokken luidden als bij1 groote feesten. De
bruidsjonkers losten meer geweerschoten
dan men hoort bij1 het openen van de
jacht. Na de mis en terwijl de jonggehuw
den geknield lagen op de graven van het
j kleine kerkhof rond de kerk pub voor de
voorouders te bidden, zag men drie
hoornblazers in het dprp komen. Bodivit,
de beste hoornblazer van geheel Gor-
nouaille ;wfts er oOfc bij1. Zij fejingpn voor de
deur staan Spelen.
Men danste in de zaal van de herberg