Mo. 231. Zaterdag 30 September 1033. Jaargang Bin n e aland. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. EERSTE BLAD. Abonnementsprijs per kwar taal: op de buitenwegen om Middelburg, en voor de andere gemeenten p. post f 2.50; voor Middelburg en agentschap Vlis- singen f 2.30; weekabonnementen in Middelburg 18 cent per week. Aévertentiën: 30 cent p. regel. Ingezonden Mededeelingen: 50 cent p. regel. Bij abonnement veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen: van 17 regels f2.10, elke regel meer 30 cent. Kleine advertentiën niet groeter dan vijf regels druks en waarbij is aangegeven dat zij in deze rubriek moeten geplaatst worden, 85 cent bij vooruitbetaling. Advertentiën onder brieven of bevragen bureau dezer cou rant 10 cent extra. Bewijsnummer 5 cent plus 2 cent voor port per stuk. Advertentiën moeten, willen ze nog in ons blad van dienzelfden dag worden opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan ons Bureau bezorgd zijn. Aangesloten bij den Post-, Cheque- en Girodienst onder no. 43255. «3M9HBHSSSföiaRV3Hfl^^ DE MEISJESSCHOOL EN DE ONDERWIJSWET. De gemeenteraad van Middelburg be sloot, zoo als men weel, Woensdag om de voorstellen betreffende de reorganisa tie Van school G, de meisjesschool op de Harin|g!plaats, aan te houden tot de vol gende vergadering. Als motief voor dat voorstel werd aan gevoerd, dat de tijd van voorbereiding voor de raadsleden te kort was geweest. Miaar bij de bespreking werd er ook op gewezen, dat er bïj! de Tweede Kamer een voorstel tot wijziging v,an de onder wijswet aanhangig is, waarvan de aanne ming van ver-strekkende gevolgen zal zijh voor de inrichting dier school. Door ande ren, o.:a. door den heer de Veer, is het voorstel tot uitstel losgemaakt van een motiveering op grond vjan dat aanhangige Wijlzigingsontwerp, blijkbaar dus met de overweging, dat over de reorganisatie in de volgende vergadering zal moeten •wOrden beslist, ook zonder dat het lot van dat wïj'zigïngsontwerp bekend is. Er is door de Tweede Kamer besloten om dat wïj'zigingsontwerp te doen onder zoeken in de 2 October te beginnen iaf- deelingsvergiaderingen. En nu betwijfelen we sterk, of de Raad in zijn volgende vergadering zal Willen doorgaan met de behandeling'' van de reorganisatieplannen van deze school wlanneer hij in den tusschentijd zal heb ben kennis genomen v!an juist dat onder- .deel van het Wijzigingsvoorstel, dat voor school G van ingrijpende bteteekgnis zou kunnen worden; en van de daartegen groeiende actie, welke hoogstwaarschijn lijk een terugslag zal vinden bijt dat af- deelinjg'sonderzoek, zoodat het onzeker wordt, welke regeling ten slotte voor scholen van meer uitgebreid lager onder- wïj's zal jgtelden. Die kwestie van de plannen voor de toekomstige regeling dier scholen is niet aangeroerd in de stukken van den Raad. Dutt kon ten deele niet anders. Toen de Inspecteur L. O. zijn door B. en 5WL overgelegd rapport 4 Juli dateerde, zal hij geen kennis hebben gehad van 't den vorigen avond door den Minister naar de Kamer gezonden ontwerp. En ook in het rapport van de Commissie van Toe zicht van 24 Juli was dat ontwerp blijk baar nog niel voldoende in al zijn on derdeden bekend geworden. Maar hij de indiening Zaterdag j.l. van het voorstel Vaf Cn was zeker fvèl fiet ifgje- val. Het voorstel kwam echter bij den raad zonder een enkele toelichting, be halve dan een verwijzing' naar het zoo even genoemde rapport van den inspect teur. Dat rapport beschouwde de zaak, zoo als gezegd, geheel naar de beginselen der wet, zooals die nu is, en (dan ppeciapl wat betreft de financieele zijde der kwes tie voor de gemeente. En in dat finan cieel opzicht is de wet inderdaad voor een tè ,L)ioed ingerichte school zoo be zwarend, als de inspecteur uiteenzette. Voor ons is het nu aan de orde ge stelde geval van school G een beves- tiglng van wat we vroeger al betoogden over den, voor het gehalte van' het on derwijs, n ad e e 1 i g e n invloed van de vorm, waarin de wet de financieele ge lijkheid van openbaar en bijzonder onder wijs heeft doorgevoerd, speciaal door de regeling van het befaamde art. 100. Men is daarbij uitgegaan van deze, op zich zelf lojgische voortvloeiïng van het gelijkheidsprincipe: dat een gemeente die een zeker bedrag beschikbaar stelt voor een zeker soort openbaar onderwijs, het zelfde bedrag moec Beschikbaar stellen voor het overeenkomstig sojort bijzonder onderwij's. En dat artikel 100 bepaalt nu dit: dat wanneer in een gemeente aan een openbare school meer onder wijzers werkzaam' zijh dan die welke vér- goed worden door het Rijk, het bestuur van een overeenkomstige bijzondere School aanspraak heeft qp een vergoeding uit de gemeentekas voor evenveel on derwijzers boven dat aantal. Dat is na tuurlijk zoo bepaald om te voorklolmten, dat een gemeente ten koste van ge meentegeld het peil van het openbaar onderwijs zou qpdrij'ven boven dat van het bijzonder onderwijs. Maar het gteval Van School G bewijst O. i. overtuigtend', dat men bij' die regeling- te weinig1 rekening heeft gehouden met hetgeen nu eenmaal op onderwijsgebied bestond, en plaatselijk 't beste bleek te zijn, doch bij! de aangenomen regeling tot zeer groote uitgaven moet leiden, met het gevolg dat de regeling'mldfe (prak tijk werkt als een factor tot het naar/be neden dripgen van het peil van het be staande openbaar onderwijs. Het aantal door het Rijk vergoede on derwijzers wordt berekend naar het aan tal leerlingen, (wat al reeds döjielijk1 moei lijkheid meebrengt1 in die gfevallen waar het aantal onderwijzers oorspron kelijk was berekend op het aan tal klassen). Nu heeft school G volgens die 'berekening naar het aantal leerlingen, één leerkracht boven 't aan tal dat door bet Rijk aan tie gemeente wordt vengbed. En het automatisch gevolg daarvan is, dat de overeenkomstige bij zondere scholen in de gemeente automa tisch recht h ebben op vergoeding' uit de gemeentekas van ook een onderwijskracht meer. Er zij'n in deze gemeente twee bïj'zondere scholen voor uitgebreid lager onderwijs, en bijgevolg kost die eene on derwijskracht-te-veel aan school G aan de gemeente piet éénmaal het salaris daarvan, maar driemaal. Daar komt dan nog bij dat voor het vakonderwijs (tee kenen, gymnastiek, natuurlijke historie en scheikunde) een dergelijke regeling gteldt zoodat ook de kosten daarvan tot een eVen hoog 'bedrag worden toegekend aan de twee overeenkomstige bijzondere scholen En wat zien we nu gebeuren? Dal er ter wille van de zuinigheid wordt 'voorgesteld om' die eene onder wijskracht af te schaffen en dat vak onderwijs aanzienlijk in ïe krimpen, niet omdat de kosten daarvan aan die eene school zooveel geld vragen, maar otadat het behoud daarvan meebrengt dat er driemaal dat 'bedrag mbet worden uit gegeven uit de gemeentekas. Zoo wil de wet het. Dat die speciale toestand reeds aan school G 'bestond vóór de Onderwijswet tot stand kWam', en dat', juist door die gespecialiseerde onderwijlskrachten en het voor meisjes ingerichte vakonderwijs, zich hier een inrichting ontwikkeld had met een eigen karakter, dat zeer ge waardeerd werd en wordt door tal van onders, wat trekt de wet zich daarvan aanVoor de wet is nu eenmaal gn alle onderwijszaken de „gelijkstelling" troef. Daar wijkt alles voor. Maar het gevolg van die werking' der wel in de praktijk is dan toch deze dat hei peil van het onderwijs daalt'. AVant school G wordt minder (het kan niet an ders en ook de Inspecteur zegt dat het fe_t der inkrimping' te bejamlmferen is), en de andere bijzondere mulo-scholen ko men natuurlijk geen stap vooruit, wan neer door Inkrimping van school G hun de gelegenheid wordt ontnomen om aan spraak le maken op een gelijke uitbrei ding!. Als men de utelij ks tellingkw e s tie eens er buiten kon laten en de zaak al leen kon beschouwen van onderwijs-- standpunt, zou men dan werkelijk mée- nen, dat er reden is, om naast een !m|eis'- jesschool zooals school G, de beide an dere mulo-scholen in ^taat te stellen het zelfde karakter te krijgen door uitbrei ding niet overeenkoinistige krachten? En is een gemengde school ooit 't zelfde als een meisjesschool? Maar het helpt op 't oog'enblik heel weinig of we ons al druk inaken over (die gevolgen van een aangenomen wet. De verantwoordelijke Gemeenteraadd staat voor de werkelijkheid, die vian hem' een beslissing' eischt op de vraag Wilt gé School G laten zooals ze in dén loopende jaren is gewordden, n.l. een niet krap ingerichte en aan haar doel beantwoordende meisjesschoolmaar dan mei de consequentie dat een bedrag, gelijk aan dat meerdere zal worden uitbetaald, ook aan de twee bijzondere U. L. O. scholen? Of wilt ge die andere U. L. \p. '^scholen laten zooals ze zij'n, en dan die school G inkrimpen door een leerkracht of te schaffen, en de vak-uren te bepericen? Er is in den Raad om1 cijfers (gjevraagjd1. Hoeveel kost dat alles de gemeente meer? Als deze zaak zuiver financieel is, moet er toch zeker eerst verteld worden Welk bedrag er mee gemtoeid is. En B. en' ,Wl, gjaven gjeen enkel cijfer tot toelichting. Er is ook giezegjd dat men eerst des kundigen wi.lde raadplegen ter beoor- deeling: van de gevolgen voor 't ondter- wijls. Heel begrijpelijk na de Verklaring! van den inspecteur, en na de verzekering' in het adres van de onderwij'zeréssén der school: dat het onverbiddelijk' ge volg zal zijh dat het peil van 't onderwijs aan s'chool G daalt. Maar als de raadsleden zich dan ver diepen in de vraa/g' hoe de toestand onder de nieuwte regeling zial Wolrden; en als ze dan (nog iets Verder kijken, en eens na gaan hoe Ide toestand tal worden wanneer het bij de Kamfer aanhangigle ontwerp tot w'ijzijging der 'Onderwijswet mocht worden aang'enomfen, (fafe'l^ai opnieuw menig raadslid 'de vraag stellen is 't dan wel wenschelijk omnu een beslis sing' te ne'men oye'r We organisatie van school G, terwijl welliclfl 'binnen enkele m'aanden de afkondiging' dier wetswijzi ging een nieuwe en misschien véél ingrij pender organisatie noodzakelijk maakt? We behoeven vjan dit ontwerp slechts dit te zteiglgen School G heeft 70 leerlingen, en bij- gtevolg krijigt de gemfeente thans vergoe ding d. w. z'. volledige betaling van het Rijk voor: 1 hoofd en 4 leerkrachten. Zij telt thans: 1 hoofd en 5 onder wijzeressen (afgezien van 't vakonder wijs) dus één boven 't aantal. Volgens het nu aanhangige wijzigings voorstel zou een school voor uitgebreid lager onderwij's met 70 leerlingen (nl- V.an 41 tot en met 70) vergoeding krijigen voor l hoofd en 2 (zegge twee) leer krachten. En als men dan kans ziet 't aantal leerlingten op te voeren tot de vol gende rubriek Van 71 tot met 120 leerlin gen, dan komt er nog één leerkracht hij', totaal dus.- 1 hoofd en drie leerkrachten. Dat is nog éen minder dan nu 't aantal zou zijn na de schrapping Van de leerares Nederlandsidh. En er zal dan g'één mogelijkheid zijn om op eigenkosten, ter wille van het on derwijs, er tóch nog' een leerkracht bij te doen, Want in datztelfde wijZigïngsont- werp wordtvrw e stel d om! dat abso luut te verbieden; om' in de wet alleen te spreken vlan zooveel onderwijzers per zooveel leerlingen, en niet meer zooals nu van „ten minste" zóóveel onderwïjp z'ers. Met natuurlijk de Consequentie dat het artikel 100 wordt geschrapt als onnoodijg. Voelt ge, dat dan hel voortbestaan van school G in haar huidig! karakter gehieel onmogelijk wordt? Er zijn nu iian die school vier mulo-klassen plus een vijfde klas als vervolg-ldas voor aj'ge- meene ontwikkeling. Hoe kan een hoofd met drie leerkrachten, die vijf klassen beheerschen? Is dat niet een treffend voorbeeld van het doodend-starre van 't stelsel der wet dat het leerkrachten-aan tal slechts naar 't totaal aantal leerlingen berekent, en niet naar Jt klasseaantal of naar dat der vakken, waardoor dan toch veel mteer de aard van 't onder- Wijs btepaald wordt? En moet ge dan nü een school- gaan veranderen, die binnenkort waarschijn lijk voor 'n nieuwen dwang! lot algeheele verandering wordt gesteld? We zeggen „waarschijnlijk", want zeker heid "dat 't zal gtean zooals 't wordt voor gesteld, is er niet. Die zelfde hestaansjbedreiging' geldt ook voor tal van andere ulo en m'ulo scholen die hun eigen klarakter hebben gekre gen juist door de beschikking over leer krachten die. anders 'dan bij 't lager aonderwijs hjun zorgen aan speciale vakken konden besteden. Dat is niet meer een kwestie van schoolstrijd tusschen openbaar en bij zonder onderwijs; dat is eenvoudig' een nieuwe phjase in den zwaren sjtrijd oef het bestaan van het uitgebreid lager onderwijs, dat als, een buiten de wet op gegroeid kind zich eerst met heel veel moeite, en slechts, dank zij 'de onmis kenbare goede resultaten een wettelijke erkenning heeft verworven, doch nn ge vaar loopt opnieuw verstooten le worden, niet door de ouders tnjaar door de over- he d. Daarom 's er g'roote agitatie in die U. L. O en M. L. O. kringen, openbare zoo- wei als bijzondere. Er wordt daar ge ageerd, en men weet daar dat er in de Kamer heproefde vrienden van dit onder wijs zitten, bij ialle partijen. i Em daarom1 is het hés-t 'mjftgelijk 'dat zich hij de behandeling' van dat voor stel herhaalt wat we vroeger ook al eens ztagten :gtebeuren, n.l. dat de Kamfer aan het Uitgebreid lager onderwij's gaf, want het Departement haar wilde onthouden. Maar Wat er ook van die actie terecht komt, dit is toch onloochenbaarde toe komst van het uitgebreid lager onder wijs is onzeker, zéér onzeker! En dan klemt sterk de vraag of imen hier in Mid delburg in October moet besluiten lot reorganisatie, terwijl terzelfder tijd de Kamer reeds het afdeelingsonderzoek deed van een wetsontwerp dat volgens art. XL reeds 1 Jan. '23 in werking zou moeten treden, en dat dan wellicht weel een nieuwe reorganisatie zou noodig ma ken of Wel: een algeheele wijziging zou brengen in het gteheele onderwijs? DE „VOORZITTER' VAN DEN MINISTERRAAD. Bij Kon. besluit van 26 sept, is ge wijzigd het Kon. besluit van 13 Sept. 1918, waarbij' de verhouding van den tij'- delijken voorzitter van den Ministerraad! tegenover zijn amhtgfenooten werd gere geld. Thans is gestehrapt het woordje „tij'- delijke", omdat er metterdaad niet de minste reden meer bestaat den voorzitter van den Raad van Ministers anders te betitelen dan zoovele voorzitters, die voor een bepaalden tijdsduur gekozen worden en herkiesbaar zijh. KUNST EN WETENSCHAPPER Op Dinsdag 31 October a.s. komt Henri Borel alhier in de KI. Concert zaal een voordracht met lichtbeelden hou den over „Het Boeddhisme". o R e i s b oe k' v o or N e~ derliand, door G. A. Pos. Uitjg. W'. P. v. Stockum!. Met Warmte zij dit boek aanbevolen aan allen die er voor in aanmerking komen, dat zijh: allen die door ons land reizen. Dit is (hu eens geen „gids" met prentje^ voor vreemdelingen. Het is een werk van zakelïjken inhoud, hitet die degelijke ge- igevens w'elke een toerist behoeft, een beknopte „igids", maar dan voor heel Nederland, en dan to'cli, in weerwil van die 'beknoptheid, verrassend door de mas sa mteedeelingten over reisgelegCnheden, loigies, bezienswaardigheden, geschiede nis, bijzonderheden enz'. Het is zeer bruikbaar voor de spoorWtegtoeristen; en het is een bron van onmisbare glegtevensf voor den toerist op de fiets, per auto of te water. Ze vinden er meedeelingten in, die zij behoeven, en die zoo samen in één boek voor het gteheele land, nergens anders te vinden zij'n. En dan is er nog' iets in dit boek dat dadelijk aantrekt, n.l. de stadsplatte gronden. Menig toerist weet hoe hul peloos hij in een stad staat waarvan hem 'de inrichting niet duidelijk is bij gebrek aan een kaart. En hij kan toch niet van iedere stad die hij passeert, een gids met pMteglroiud koopen. De A. N. W. B. heeft toen indertijd dit groote btezWaar verholpen door de uitgifte van kleine plattegronden van een aantal steden. Van die kaartjes zijn eV27 in dit werk opge nomen. De peten Van dit Werk zijn de Alg' Ned. Vereen, v. Vreemdelingenverkeer én de A. N. W. B., Toeristenbond voor Ne derland. De sam'ensleller is trouwens on dervoorzitter v,an de beide vereenigingen. En zöoals men van die beide lichamen gewfend is, is er ook een bijzondere ver zorging ïn de onderdeelen van dit werk, dat in de voorrede een „Hollandsche Bae deker" wordt genoemd In den tekst zijn ook sterretjes ge plaatst bij het mooiste, merkWaardig'stc en beste. De bïjlgtevoegde beschrijving v,an de steden uit architectonisch oogpunt zijn van de hand van den heer Weissman; voor de btestehrijVing! der musea verleen den de directeuren hun medewerking'. ONDERWIJS. De ontwikkeling van het Lager Onderwijs in Nederland. Uitg- Wl J. Thieme en Cie. Dit boek, dat door den schrijver ge schikt wordt verklaard voor hen die voor de hoofdakte studeeren, maar dat o. i. ook Wel de 'belangstelling 'mag hebben van anderen die zich voor dat onderwerp interesseeren, geeft de geschiedenis van de school van zeer vroege tijden af: beginnend bij de Germanen en Romeinen. Maar het spreekt van zelf dat de meest beteekenende meedeelingten éérst konten bij' de 17de eeuw. Dan komt er 'vormf jn het schoolwezen, in de leerboeken, m de schoolverordeningen. En het is dan weer de achttiende eeuw die nieuwe gé- dachten brengt, welke verder ontwikkeld worden in de negentiende eeuw. De schrijver gteeft vian al die verschil lende én elkaar opvolgende onderwijs methoden, en v;an de schoolwetten een duidelijke samenvatting. Hij bespreekt daarbij de meest op den voorgrond ko mende paedagpgen en hun werken. En weidt dan in het bijzonder uit over ide schoolwet van 1857 en haar lotgevallen, waarbij hij! natuurlijk een inzicht geelt in den schoolstrijd, met de wet van 1920 als slot. Dit overzichtswerk is opgtesierd met een aantal a fbeeldingen, voornamelijk van dingen uit het vroegere onderwij's. GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. (Vervolg). De heer van N i f t r i k verdedigt hei- Voorstel van B. en W. zeer uitvoerig en is het volkomen met den heer Lin- deijer eens, dat de regeering de schuld is. Het grondwerk is reeds uitgevoerd, de toestemming! is gegeven, maar tel kens werden de voorwaarden voor het bouwvoorschot veranderd en de raming te hoog gevonden. In tweede instantie voerden bijna alle genoemde heeren nogmlaals het woord, en wees de heer Huson op frappante voorbeelden van woningnood. Ten slotte stelden de heeren Mer- ekens, van de Putte en Ilensel voor tte bepalen dat rente en aflossing vian de f 12000 in den huur zal worden verre kend. Dit werd verworpen met 13 te gen 4 stemmen, de voorstellers' en rae- vrouw Enigerin^i. Het voorstel van B. en W. werd aangenomen met 14 tegen 3 steminen, die van mevrouw Engermg en de heeren Merckens en van de Putte. (De heeren Tournooij was tijdens de beide stemmingen niet in de vergadering). Nog werd goedgekeurd de 'betaling van f 275.80 voor bindwerk over 1921 aan H. Wegeling uit de post onvoorzien 1922. Rondvraag. Aan den heer H i 11 i n g a werd mede gedeeld, dat de directie der Electrische Centrale heeft bericht dat het ongere geld branden der lantaarns veroorzaakt wordt door minder goede klokken, men zal nieuwe bestellen en intusschen trachten de verlichting van uit één punt in de Centrale te bedienen. Aan den heer Hensel werd. verze kerd, dat B. en W. alles doen omf {een goeden toegangsweg tot den tuinstad te verkrijgen, aan den heer van Hal dat de tramdirectie zal worden „geschreven over den last Voor de treinreizigers doer, het telkens weer derailleeren van de tram, en aan den heer van Oorschot werd geantwoord, dat de gemeente er niets tegpn kan doen, dat de tram fa|a 12 uur des nachts dubbel tarief rekent, dit is van hooger hand goedgekeurd. Afscheid wethouder Ti ch e I ma n. Naar aanleiding van een schrijven van den heer Tichelman., dat hii raëf 1 Oc tober ophoudt lid van den raad te zijn, richtte de voorzitter zich thans tot den heer Tichelman en zeide dat het B. en W„ leed doet hem' te moeten ïmissen, maar ispr. begrijpt dat de belangen van de betrekking' en het huisgezin het ver trek rechtvaardigen. Spr. herinnerde ér aan, dat de heer Ti chelman van 9 April 1908 onafgebroken lid van den raad is geweesjt, terwijl hij van 1907 tot 191'9 als lid van de Prov. Staten voor Tholen, ook de gewestelijke belangen heeft helpen bevorderen. Van 1913 tot 1917 en nu weer van 1919 was de heer Tichelmian wethouder. Zijne be langstelling voor d e gemeente is vastgelegd1 in de notulen. Maar look in andere func ties heeft hjij de behangen der stad ge diend. Spr. denkt aan het Militair Tehuis het Steuncomité, de Huuroommisisie, en staat vooral stil bij het werk van den heer Tichelman en zijn echtgenoote in het belang' der Belgische vluchtelingen Burg. en weth. zullen den vertrekkende missen om zijn aangenamen omgang, spr. zeil niet het minst omdat hij met hem samenwerkte in de eerste drie jaar van zijn nieuwe functie. Met de beste wen schen voor den heer Tichelmian en zijn fa- staiilie in Arnhe|hr eindigde spr. onder ap plaus van de leden. De heer Tichelman dankte zicht baar bewogen vioor deze woorden en ver zekerde altijd met genoegen op de jaren van zijn verblijf te Vlis'singen te zullen terugzien. Spr. brengt dank aan God' die hem steeds de krachten schonk voor, hel werk. Bij all© meeningsverstehil 6e#fi men elkaar toch steeds als perspon ge waardeerd, daarvoor brengt spr. allen dank. Een wensch heeft s|pr. nog, dat anten 'hem' zal noiodigten bij de opening! de,r nieu we haven, die volgens zijn overtuiging VÈsïsingen tot grooter bloei zal brengen. Ook brengt spr. dank aan den secretaris en de ambtenaren voor de steeds aange name samenwerking'. Ook na deze wtoorden gaven de raads leden blijken van instemfming. v Hierna werd de vepgtetiering gesloten. BEKENDMAKINGEN, ONTTREKKINK GEMEENTE-GROND AAN OPENBAREN DIENST. Zij, die bezwaren mocht hebben tegen de voorgenomen onttrekking aan den openbaren dienst van 2 strooken ge meente-grond, groot respectievelijk 55 M2, en 75 M2., kadastraal bekend ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 1