Mo. 231. Zaterdag 30 September 1033. Jaargang
Bin n e aland.
Dit nummer bestaat uit TWEE bladen.
EERSTE BLAD.
Abonnementsprijs per kwar
taal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p. post f 2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
singen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Aévertentiën: 30 cent p. regel.
Ingezonden Mededeelingen: 50 cent p.
regel. Bij abonnement veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels f2.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
groeter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeten geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling. Advertentiën onder
brieven of bevragen bureau dezer cou
rant 10 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent plus 2 cent voor
port per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Aangesloten bij den Post-, Cheque- en
Girodienst onder no. 43255.
«3M9HBHSSSföiaRV3Hfl^^
DE MEISJESSCHOOL
EN DE ONDERWIJSWET.
De gemeenteraad van Middelburg be
sloot, zoo als men weel, Woensdag om
de voorstellen betreffende de reorganisa
tie Van school G, de meisjesschool op de
Harin|g!plaats, aan te houden tot de vol
gende vergadering.
Als motief voor dat voorstel werd aan
gevoerd, dat de tijd van voorbereiding
voor de raadsleden te kort was geweest.
Miaar bij de bespreking werd er ook op
gewezen, dat er bïj! de Tweede Kamer
een voorstel tot wijziging v,an de onder
wijswet aanhangig is, waarvan de aanne
ming van ver-strekkende gevolgen zal zijh
voor de inrichting dier school. Door ande
ren, o.:a. door den heer de Veer, is het
voorstel tot uitstel losgemaakt van een
motiveering op grond vjan dat aanhangige
Wijlzigingsontwerp, blijkbaar dus met de
overweging, dat over de reorganisatie
in de volgende vergadering zal moeten
•wOrden beslist, ook zonder dat het lot
van dat wïj'zigïngsontwerp bekend is.
Er is door de Tweede Kamer besloten
om dat wïj'zigingsontwerp te doen onder
zoeken in de 2 October te beginnen iaf-
deelingsvergiaderingen.
En nu betwijfelen we sterk, of de
Raad in zijn volgende vergadering zal
Willen doorgaan met de behandeling'' van
de reorganisatieplannen van deze school
wlanneer hij in den tusschentijd zal heb
ben kennis genomen v!an juist dat onder-
.deel van het Wijzigingsvoorstel, dat voor
school G van ingrijpende bteteekgnis zou
kunnen worden; en van de daartegen
groeiende actie, welke hoogstwaarschijn
lijk een terugslag zal vinden bijt dat af-
deelinjg'sonderzoek, zoodat het onzeker
wordt, welke regeling ten slotte voor
scholen van meer uitgebreid lager onder-
wïj's zal jgtelden.
Die kwestie van de plannen voor de
toekomstige regeling dier scholen is niet
aangeroerd in de stukken van den Raad.
Dutt kon ten deele niet anders. Toen
de Inspecteur L. O. zijn door B. en 5WL
overgelegd rapport 4 Juli dateerde, zal
hij geen kennis hebben gehad van 't den
vorigen avond door den Minister naar
de Kamer gezonden ontwerp. En ook
in het rapport van de Commissie van Toe
zicht van 24 Juli was dat ontwerp blijk
baar nog niel voldoende in al zijn on
derdeden bekend geworden. Maar hij de
indiening Zaterdag j.l. van het voorstel
Vaf Cn was zeker fvèl fiet ifgje-
val. Het voorstel kwam echter bij den
raad zonder een enkele toelichting, be
halve dan een verwijzing' naar het zoo
even genoemde rapport van den inspect
teur.
Dat rapport beschouwde de zaak, zoo
als gezegd, geheel naar de beginselen
der wet, zooals die nu is, en (dan ppeciapl
wat betreft de financieele zijde der kwes
tie voor de gemeente. En in dat finan
cieel opzicht is de wet inderdaad voor
een tè ,L)ioed ingerichte school zoo be
zwarend, als de inspecteur uiteenzette.
Voor ons is het nu aan de orde ge
stelde geval van school G een beves-
tiglng van wat we vroeger al betoogden
over den, voor het gehalte van' het on
derwijs, n ad e e 1 i g e n invloed van de
vorm, waarin de wet de financieele ge
lijkheid van openbaar en bijzonder onder
wijs heeft doorgevoerd, speciaal door
de regeling van het befaamde art. 100.
Men is daarbij uitgegaan van deze, op
zich zelf lojgische voortvloeiïng van het
gelijkheidsprincipe: dat een gemeente die
een zeker bedrag beschikbaar stelt voor
een zeker soort openbaar onderwijs, het
zelfde bedrag moec Beschikbaar stellen
voor het overeenkomstig sojort bijzonder
onderwij's. En dat artikel 100 bepaalt
nu dit: dat wanneer in een gemeente
aan een openbare school meer onder
wijzers werkzaam' zijh dan die welke vér-
goed worden door het Rijk, het bestuur
van een overeenkomstige bijzondere
School aanspraak heeft qp een vergoeding
uit de gemeentekas voor evenveel on
derwijzers boven dat aantal. Dat is na
tuurlijk zoo bepaald om te voorklolmten,
dat een gemeente ten koste van ge
meentegeld het peil van het openbaar
onderwijs zou qpdrij'ven boven dat van
het bijzonder onderwijs.
Maar het gteval Van School G bewijst
O. i. overtuigtend', dat men bij' die regeling-
te weinig1 rekening heeft gehouden met
hetgeen nu eenmaal op onderwijsgebied
bestond, en plaatselijk 't beste bleek te
zijn, doch bij! de aangenomen regeling
tot zeer groote uitgaven moet leiden,
met het gevolg dat de regeling'mldfe (prak
tijk werkt als een factor tot het naar/be
neden dripgen van het peil van het be
staande openbaar onderwijs.
Het aantal door het Rijk vergoede on
derwijzers wordt berekend naar het aan
tal leerlingen, (wat al reeds döjielijk1 moei
lijkheid meebrengt1 in die gfevallen waar
het aantal onderwijzers oorspron
kelijk was berekend op het aan
tal klassen). Nu heeft school G
volgens die 'berekening naar het aantal
leerlingen, één leerkracht boven 't aan
tal dat door bet Rijk aan tie gemeente
wordt vengbed. En het automatisch gevolg
daarvan is, dat de overeenkomstige bij
zondere scholen in de gemeente automa
tisch recht h ebben op vergoeding' uit de
gemeentekas van ook een onderwijskracht
meer. Er zij'n in deze gemeente twee
bïj'zondere scholen voor uitgebreid lager
onderwijs, en bijgevolg kost die eene on
derwijskracht-te-veel aan school G aan
de gemeente piet éénmaal het salaris
daarvan, maar driemaal. Daar komt dan
nog bij dat voor het vakonderwijs (tee
kenen, gymnastiek, natuurlijke historie en
scheikunde) een dergelijke regeling gteldt
zoodat ook de kosten daarvan tot een eVen
hoog 'bedrag worden toegekend aan de
twee overeenkomstige bijzondere scholen
En wat zien we nu gebeuren?
Dal er ter wille van de zuinigheid
wordt 'voorgesteld om' die eene onder
wijskracht af te schaffen en dat vak
onderwijs aanzienlijk in ïe krimpen, niet
omdat de kosten daarvan aan die eene
school zooveel geld vragen, maar otadat
het behoud daarvan meebrengt dat er
driemaal dat 'bedrag mbet worden uit
gegeven uit de gemeentekas.
Zoo wil de wet het.
Dat die speciale toestand reeds aan
school G 'bestond vóór de Onderwijswet
tot stand kWam', en dat', juist door die
gespecialiseerde onderwijlskrachten en
het voor meisjes ingerichte vakonderwijs,
zich hier een inrichting ontwikkeld had
met een eigen karakter, dat zeer ge
waardeerd werd en wordt door tal van
onders, wat trekt de wet zich daarvan
aanVoor de wet is nu eenmaal gn alle
onderwijszaken de „gelijkstelling" troef.
Daar wijkt alles voor.
Maar het gevolg van die werking' der
wel in de praktijk is dan toch deze dat
hei peil van het onderwijs daalt'. AVant
school G wordt minder (het kan niet an
ders en ook de Inspecteur zegt dat het
fe_t der inkrimping' te bejamlmferen is),
en de andere bijzondere mulo-scholen ko
men natuurlijk geen stap vooruit, wan
neer door Inkrimping van school G hun
de gelegenheid wordt ontnomen om aan
spraak le maken op een gelijke uitbrei
ding!.
Als men de utelij ks tellingkw e s tie eens
er buiten kon laten en de zaak al
leen kon beschouwen van onderwijs--
standpunt, zou men dan werkelijk mée-
nen, dat er reden is, om naast een !m|eis'-
jesschool zooals school G, de beide an
dere mulo-scholen in ^taat te stellen het
zelfde karakter te krijgen door uitbrei
ding niet overeenkoinistige krachten?
En is een gemengde school ooit 't
zelfde als een meisjesschool?
Maar het helpt op 't oog'enblik heel
weinig of we ons al druk inaken over (die
gevolgen van een aangenomen wet. De
verantwoordelijke Gemeenteraadd staat
voor de werkelijkheid, die vian hem' een
beslissing' eischt op de vraag
Wilt gé School G laten zooals ze in dén
loopende jaren is gewordden, n.l. een
niet krap ingerichte en aan haar doel
beantwoordende meisjesschoolmaar dan
mei de consequentie dat een bedrag,
gelijk aan dat meerdere zal worden
uitbetaald, ook aan de twee bijzondere
U. L. O. scholen?
Of wilt ge die andere U. L. \p. '^scholen
laten zooals ze zij'n, en dan die school
G inkrimpen door een leerkracht of te
schaffen, en de vak-uren te bepericen?
Er is in den Raad om1 cijfers (gjevraagjd1.
Hoeveel kost dat alles de gemeente meer?
Als deze zaak zuiver financieel is, moet
er toch zeker eerst verteld worden Welk
bedrag er mee gemtoeid is. En B. en' ,Wl,
gjaven gjeen enkel cijfer tot toelichting.
Er is ook giezegjd dat men eerst des
kundigen wi.lde raadplegen ter beoor-
deeling: van de gevolgen voor 't ondter-
wijls. Heel begrijpelijk na de Verklaring!
van den inspecteur, en na de verzekering'
in het adres van de onderwij'zeréssén
der school: dat het onverbiddelijk' ge
volg zal zijh dat het peil van 't onderwijs
aan s'chool G daalt.
Maar als de raadsleden zich dan ver
diepen in de vraa/g' hoe de toestand onder
de nieuwte regeling zial Wolrden; en als
ze dan (nog iets Verder kijken, en eens na
gaan hoe Ide toestand tal worden wanneer
het bij de Kamfer aanhangigle ontwerp
tot w'ijzijging der 'Onderwijswet mocht
worden aang'enomfen, (fafe'l^ai opnieuw
menig raadslid 'de vraag stellen is 't
dan wel wenschelijk omnu een beslis
sing' te ne'men oye'r We organisatie van
school G, terwijl welliclfl 'binnen enkele
m'aanden de afkondiging' dier wetswijzi
ging een nieuwe en misschien véél ingrij
pender organisatie noodzakelijk maakt?
We behoeven vjan dit ontwerp slechts
dit te zteiglgen
School G heeft 70 leerlingen, en bij-
gtevolg krijigt de gemfeente thans vergoe
ding d. w. z'. volledige betaling van het
Rijk voor: 1 hoofd en 4 leerkrachten.
Zij telt thans: 1 hoofd en 5 onder
wijzeressen (afgezien van 't vakonder
wijs) dus één boven 't aantal.
Volgens het nu aanhangige wijzigings
voorstel zou een school voor uitgebreid
lager onderwij's met 70 leerlingen (nl-
V.an 41 tot en met 70) vergoeding krijigen
voor l hoofd en 2 (zegge twee) leer
krachten. En als men dan kans ziet 't
aantal leerlingten op te voeren tot de vol
gende rubriek Van 71 tot met 120 leerlin
gen, dan komt er nog één leerkracht hij',
totaal dus.- 1 hoofd en drie leerkrachten.
Dat is nog éen minder dan nu 't
aantal zou zijn na de schrapping Van de
leerares Nederlandsidh.
En er zal dan g'één mogelijkheid zijn
om op eigenkosten, ter wille van het on
derwijs, er tóch nog' een leerkracht bij te
doen, Want in datztelfde wijZigïngsont-
werp wordtvrw e stel d om! dat abso
luut te verbieden; om' in de wet alleen
te spreken vlan zooveel onderwijzers per
zooveel leerlingen, en niet meer zooals
nu van „ten minste" zóóveel onderwïjp
z'ers. Met natuurlijk de Consequentie
dat het artikel 100 wordt geschrapt als
onnoodijg.
Voelt ge, dat dan hel voortbestaan van
school G in haar huidig! karakter gehieel
onmogelijk wordt? Er zijn nu iian
die school vier mulo-klassen plus een
vijfde klas als vervolg-ldas voor aj'ge-
meene ontwikkeling. Hoe kan een hoofd
met drie leerkrachten, die vijf klassen
beheerschen? Is dat niet een treffend
voorbeeld van het doodend-starre van 't
stelsel der wet dat het leerkrachten-aan
tal slechts naar 't totaal aantal leerlingen
berekent, en niet naar Jt klasseaantal
of naar dat der vakken, waardoor dan
toch veel mteer de aard van 't onder-
Wijs btepaald wordt?
En moet ge dan nü een school- gaan
veranderen, die binnenkort waarschijn
lijk voor 'n nieuwen dwang! lot algeheele
verandering wordt gesteld?
We zeggen „waarschijnlijk", want zeker
heid "dat 't zal gtean zooals 't wordt voor
gesteld, is er niet.
Die zelfde hestaansjbedreiging' geldt ook
voor tal van andere ulo en m'ulo scholen
die hun eigen klarakter hebben gekre
gen juist door de beschikking over leer
krachten die. anders 'dan bij 't lager
aonderwijs hjun zorgen aan speciale
vakken konden besteden.
Dat is niet meer een kwestie van
schoolstrijd tusschen openbaar en bij
zonder onderwijs; dat is eenvoudig' een
nieuwe phjase in den zwaren sjtrijd oef
het bestaan van het uitgebreid lager
onderwijs, dat als, een buiten de wet op
gegroeid kind zich eerst met heel veel
moeite, en slechts, dank zij 'de onmis
kenbare goede resultaten een wettelijke
erkenning heeft verworven, doch nn ge
vaar loopt opnieuw verstooten le worden,
niet door de ouders tnjaar door de over-
he d.
Daarom 's er g'roote agitatie in die U.
L. O en M. L. O. kringen, openbare zoo-
wei als bijzondere. Er wordt daar ge
ageerd, en men weet daar dat er in de
Kamer heproefde vrienden van dit onder
wijs zitten, bij ialle partijen. i
Em daarom1 is het hés-t 'mjftgelijk 'dat
zich hij de behandeling' van dat voor
stel herhaalt wat we vroeger ook al eens
ztagten :gtebeuren, n.l. dat de Kamfer aan
het Uitgebreid lager onderwij's gaf, want
het Departement haar wilde onthouden.
Maar Wat er ook van die actie terecht
komt, dit is toch onloochenbaarde toe
komst van het uitgebreid lager onder
wijs is onzeker, zéér onzeker! En dan
klemt sterk de vraag of imen hier in Mid
delburg in October moet besluiten lot
reorganisatie, terwijl terzelfder tijd de
Kamer reeds het afdeelingsonderzoek
deed van een wetsontwerp dat volgens
art. XL reeds 1 Jan. '23 in werking zou
moeten treden, en dat dan wellicht weel
een nieuwe reorganisatie zou noodig ma
ken of Wel: een algeheele wijziging zou
brengen in het gteheele onderwijs?
DE „VOORZITTER' VAN DEN
MINISTERRAAD.
Bij Kon. besluit van 26 sept, is ge
wijzigd het Kon. besluit van 13 Sept.
1918, waarbij' de verhouding van den tij'-
delijken voorzitter van den Ministerraad!
tegenover zijn amhtgfenooten werd gere
geld. Thans is gestehrapt het woordje „tij'-
delijke", omdat er metterdaad niet de
minste reden meer bestaat den voorzitter
van den Raad van Ministers anders te
betitelen dan zoovele voorzitters, die voor
een bepaalden tijdsduur gekozen worden
en herkiesbaar zijh.
KUNST EN WETENSCHAPPER
Op Dinsdag 31 October a.s. komt
Henri Borel alhier in de KI. Concert
zaal een voordracht met lichtbeelden hou
den over „Het Boeddhisme".
o
R e i s b oe k' v o or N e~
derliand, door G. A. Pos.
Uitjg. W'. P. v. Stockum!.
Met Warmte zij dit boek aanbevolen
aan allen die er voor in aanmerking
komen, dat zijh: allen die door ons land
reizen.
Dit is (hu eens geen „gids" met prentje^
voor vreemdelingen. Het is een werk van
zakelïjken inhoud, hitet die degelijke ge-
igevens w'elke een toerist behoeft, een
beknopte „igids", maar dan voor heel
Nederland, en dan to'cli, in weerwil van
die 'beknoptheid, verrassend door de mas
sa mteedeelingten over reisgelegCnheden,
loigies, bezienswaardigheden, geschiede
nis, bijzonderheden enz'. Het is zeer
bruikbaar voor de spoorWtegtoeristen; en
het is een bron van onmisbare glegtevensf
voor den toerist op de fiets, per auto of
te water. Ze vinden er meedeelingten
in, die zij behoeven, en die zoo samen in
één boek voor het gteheele land, nergens
anders te vinden zij'n.
En dan is er nog' iets in dit boek
dat dadelijk aantrekt, n.l. de stadsplatte
gronden. Menig toerist weet hoe hul
peloos hij in een stad staat waarvan hem
'de inrichting niet duidelijk is bij gebrek
aan een kaart. En hij kan toch niet van
iedere stad die hij passeert, een gids met
pMteglroiud koopen. De A. N. W. B.
heeft toen indertijd dit groote btezWaar
verholpen door de uitgifte van kleine
plattegronden van een aantal steden. Van
die kaartjes zijn eV27 in dit werk opge
nomen.
De peten Van dit Werk zijn de Alg'
Ned. Vereen, v. Vreemdelingenverkeer én
de A. N. W. B., Toeristenbond voor Ne
derland. De sam'ensleller is trouwens on
dervoorzitter v,an de beide vereenigingen.
En zöoals men van die beide lichamen
gewfend is, is er ook een bijzondere ver
zorging ïn de onderdeelen van dit werk,
dat in de voorrede een „Hollandsche Bae
deker" wordt genoemd
In den tekst zijn ook sterretjes ge
plaatst bij het mooiste, merkWaardig'stc
en beste. De bïjlgtevoegde beschrijving v,an
de steden uit architectonisch oogpunt zijn
van de hand van den heer Weissman;
voor de btestehrijVing! der musea verleen
den de directeuren hun medewerking'.
ONDERWIJS.
De ontwikkeling van
het Lager Onderwijs in
Nederland. Uitg- Wl J.
Thieme en Cie.
Dit boek, dat door den schrijver ge
schikt wordt verklaard voor hen die voor
de hoofdakte studeeren, maar dat o. i.
ook Wel de 'belangstelling 'mag hebben van
anderen die zich voor dat onderwerp
interesseeren, geeft de geschiedenis van
de school van zeer vroege tijden af:
beginnend bij de Germanen en Romeinen.
Maar het spreekt van zelf dat de meest
beteekenende meedeelingten éérst konten
bij' de 17de eeuw. Dan komt er 'vormf jn
het schoolwezen, in de leerboeken, m
de schoolverordeningen. En het is dan
weer de achttiende eeuw die nieuwe gé-
dachten brengt, welke verder ontwikkeld
worden in de negentiende eeuw.
De schrijver gteeft vian al die verschil
lende én elkaar opvolgende onderwijs
methoden, en v;an de schoolwetten een
duidelijke samenvatting. Hij bespreekt
daarbij de meest op den voorgrond ko
mende paedagpgen en hun werken. En
weidt dan in het bijzonder uit over ide
schoolwet van 1857 en haar lotgevallen,
waarbij hij! natuurlijk een inzicht geelt
in den schoolstrijd, met de wet van
1920 als slot.
Dit overzichtswerk is opgtesierd met
een aantal a fbeeldingen, voornamelijk van
dingen uit het vroegere onderwij's.
GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN.
(Vervolg).
De heer van N i f t r i k verdedigt hei-
Voorstel van B. en W. zeer uitvoerig
en is het volkomen met den heer Lin-
deijer eens, dat de regeering de schuld
is. Het grondwerk is reeds uitgevoerd,
de toestemming! is gegeven, maar tel
kens werden de voorwaarden voor het
bouwvoorschot veranderd en de raming
te hoog gevonden.
In tweede instantie voerden bijna alle
genoemde heeren nogmlaals het woord,
en wees de heer Huson op frappante
voorbeelden van woningnood.
Ten slotte stelden de heeren Mer-
ekens, van de Putte en Ilensel voor tte
bepalen dat rente en aflossing vian de
f 12000 in den huur zal worden verre
kend. Dit werd verworpen met 13 te
gen 4 stemmen, de voorstellers' en rae-
vrouw Enigerin^i. Het voorstel van B. en
W. werd aangenomen met 14 tegen 3
steminen, die van mevrouw Engermg en
de heeren Merckens en van de Putte. (De
heeren Tournooij was tijdens de beide
stemmingen niet in de vergadering). Nog
werd goedgekeurd de 'betaling van
f 275.80 voor bindwerk over 1921 aan
H. Wegeling uit de post onvoorzien 1922.
Rondvraag.
Aan den heer H i 11 i n g a werd mede
gedeeld, dat de directie der Electrische
Centrale heeft bericht dat het ongere
geld branden der lantaarns veroorzaakt
wordt door minder goede klokken, men
zal nieuwe bestellen en intusschen
trachten de verlichting van uit één punt
in de Centrale te bedienen.
Aan den heer Hensel werd. verze
kerd, dat B. en W. alles doen omf {een
goeden toegangsweg tot den tuinstad te
verkrijgen, aan den heer van Hal dat
de tramdirectie zal worden „geschreven
over den last Voor de treinreizigers doer,
het telkens weer derailleeren van de
tram, en aan den heer van Oorschot
werd geantwoord, dat de gemeente er
niets tegpn kan doen, dat de tram fa|a
12 uur des nachts dubbel tarief rekent,
dit is van hooger hand goedgekeurd.
Afscheid wethouder
Ti ch e I ma n.
Naar aanleiding van een schrijven van
den heer Tichelman., dat hii raëf 1 Oc
tober ophoudt lid van den raad te zijn,
richtte de voorzitter zich thans tot
den heer Tichelman en zeide dat het
B. en W„ leed doet hem' te moeten ïmissen,
maar ispr. begrijpt dat de belangen van
de betrekking' en het huisgezin het ver
trek rechtvaardigen.
Spr. herinnerde ér aan, dat de heer Ti
chelman van 9 April 1908 onafgebroken
lid van den raad is geweesjt, terwijl hij
van 1907 tot 191'9 als lid van de Prov.
Staten voor Tholen, ook de gewestelijke
belangen heeft helpen bevorderen. Van
1913 tot 1917 en nu weer van 1919 was
de heer Tichelmian wethouder. Zijne be
langstelling voor d e gemeente is vastgelegd1
in de notulen. Maar look in andere func
ties heeft hjij de behangen der stad ge
diend. Spr. denkt aan het Militair Tehuis
het Steuncomité, de Huuroommisisie, en
staat vooral stil bij het werk van den
heer Tichelman en zijn echtgenoote in
het belang' der Belgische vluchtelingen
Burg. en weth. zullen den vertrekkende
missen om zijn aangenamen omgang, spr.
zeil niet het minst omdat hij met hem
samenwerkte in de eerste drie jaar van
zijn nieuwe functie. Met de beste wen
schen voor den heer Tichelmian en zijn fa-
staiilie in Arnhe|hr eindigde spr. onder ap
plaus van de leden.
De heer Tichelman dankte zicht
baar bewogen vioor deze woorden en ver
zekerde altijd met genoegen op de jaren
van zijn verblijf te Vlis'singen te zullen
terugzien. Spr. brengt dank aan God'
die hem steeds de krachten schonk voor,
hel werk. Bij all© meeningsverstehil 6e#fi
men elkaar toch steeds als perspon ge
waardeerd, daarvoor brengt spr. allen
dank. Een wensch heeft s|pr. nog, dat anten
'hem' zal noiodigten bij de opening! de,r nieu
we haven, die volgens zijn overtuiging
VÈsïsingen tot grooter bloei zal brengen.
Ook brengt spr. dank aan den secretaris
en de ambtenaren voor de steeds aange
name samenwerking'.
Ook na deze wtoorden gaven de raads
leden blijken van instemfming. v
Hierna werd de vepgtetiering gesloten.
BEKENDMAKINGEN,
ONTTREKKINK GEMEENTE-GROND
AAN OPENBAREN DIENST.
Zij, die bezwaren mocht hebben tegen
de voorgenomen onttrekking aan den
openbaren dienst van 2 strooken ge
meente-grond, groot respectievelijk 55
M2, en 75 M2., kadastraal bekend ge-