FEUILLETON.
No. 225
Zaterdag 23 September 1922,
165* Jaargang
BINNENLAND.
Zuster Brettan's Liefde.
,,'t Was uW plan, dat weet ik. Maar 't
is heel wat anders, zooals u nu uit Wesp
port zoudt weggaan en zooals u er zoudt
weggegaan zijto, toen moeder nog leefde."
«BnBaroMHMM/Jiiaaa iinmuj——w
Bit mummer bestaat uit TWBE bladen.
EERSTE BLAD*
Abonnementsprijs per kwar-
ïaal:
op de buitenwegen om Middelburg, en
voor de andere gemeenten p. post f2.50;
voor Middelburg en agentschap Vlis-
«iagen f 2.30;
weekabonnementen in Middelburg 18
cent per week.
Advertentiën: 30 cent p. regel.
Ingezonden Mededeelingen: 50 cent p.
regel. Bij abonnement veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen:
van 17 regels f2.10, elke regel meer
30 cent.
Kleine advertentiën niet
grooter dan vijf regels druks en waarbij
is aangegeven dat zij in deze rubriek
moeien geplaatst worden, 85 cent bij
vooruitbetaling. Advertentiën onder
brieven of bevragen bureau dezer cou
rant 16 cent extra.
Bewijsnummer 5 cent plus 2 cent voor
port per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelfden dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 UUR en des
ZATERDAGS uiterlijk HALF ELF aan
ons Bureau bezorgd zijn.
Aangesloten bij den Post-, Cheque- en
Girodienst onder no. 43255.
ONGELOOFLIJK EN TOCH WAAK.
Als een bewijs hoe slecht onze maat-
schappftj in elkaar zit, ziet men tegen
woordig vaak wijzen op het feit, dat, ter
wijl in Pusland honger geleden wordt
in Zuid-Amerika het graan, wordt gebe
zigd ©ta locomotieven te stoken, ja, er-
gier want in het genoemde geval is
er nog belangrijk plaatsverschil dat de
zaak verklaarbaar maajkt dat in Neder
land de een een deel der groente in de
sloot gooit omdat er geen Voldoende prijs
voor te veflo-ijigten is en teneinde den
prijs van de i'est hoogj le houden1), ter
wijl «Je ander het zonder de zoo nuttige
groente moet doen wegens de hoojgle prij
zen. Zelfs wie allerminst revolutionaire
neigingen gevoelen, zien hier toch wel
een bewijs dat de kleeding onzer mlaat
schappij slecht zit, hier en daar leelijke
vouwen vertoont. Inderdaad ideaal is het
kleed waarin onze samenleving) zich ver
toont niet. Wat nog geen reden is om
het door een ander te vervangen dat
hoogstwaarschijnlijk vele zoowel gepaste
als ongepaste bewegingen zou belemme
ren. Maar daarover willen wij' het thans
niet hebben.
Begrijpelijkerwijze beklagen zich ouden
van dagen, die van hun spaarpenningen
moeilijk rondkomen, gepen sionneerden,
invalieden enz., die niet meer werken kun
nen, over het feit dat wat zij' in hoogte
mate behoeven om! te leven door an
deren wordt vernietigd, omdat hun voor
deel zulks medebrengt. Maar nog sterker
zouden zij zich beklag(en als zijf wisten,
of bedachten 'dat de Regeering de lieden
die iocs hun p rijs hoog te houden hun
product onbenut laten vergaan, mis
schien wei voor een deel met hun be
lastinggeld in die taktiek van productie-
vernietiging; steunt. En toch hoe onge
hoord het klinken moge dat geschiedt,
het geschiedt en nog wel op sterken aan
drang' van de voormannen van hen, die
zich het luidst beklagen over de wegge
worpen groente en het verstookte graan.
„Ongelooflijk" zal menigeen zeggen.
Om die bewering' waar te maken zij.
een kleine uitweiding' geoorloofd. Wan
neer een werkman een dagi 'heeft gewijd
aan het bouiwen van iets en des avonds
werpt een rukwind of een golf zijir
'bouwwerk omver, z'oodat de materialen
weer dooreenliggjen, wlat is er dan ver
nield, Verloren gegaaneen bbuWwerkje
ja, maar mten kan bok zegig|en: een dag
arbeid; het is net zoo goed alsof de
werkman den ganschen dag) pijpjes ge
rookt had of zich had loopen vervelen.
Zoo is het 'bij al Wat er vernield wordt
of wat men verrotten laat. Wij' zegigen
dat het goed, het artikel verloren is
gegaan, mlaar "feitelijk is de daaraan
bestede arbeid verloren gegaan. Een ze
kere hoeveelheid. 'Groente is het re
sultaat van adbeid, van arbeid van wie
in den tuin (werkte en wie de meststoffen
verzamelde en vervoerde, alsmede voor
een klein deel ook van den arbeid van
Wie de gereedschappen maakte die bij
het gdoentetelen Worden gebruikt of lier
ver verbruikt. Wie groente laat verrotten
doet arbeidskradht verloren gaan. Als er
(wlat minder Was gewerkt zoude er minder
stoffelijk product zijn gekomen en men
had niets (behoeven te laten verrotten.
.Wij wilden hiermede mlaar aantoonen,
dat arbeid het oerproduct is. Ar
beid is stofverplaatsing opdat de na
tuurkrachten zoo zullen werken, dat er
Izlaken voor fden dag! komen, dieionze men-
schelijke bèhoeften bevredigen. Is het
overproduct, de arbeid, göedkooper, dan
Worden Took de eindproducten göed
kooper. - 1
Welnu, de leveranciers van dit oer-
produot arbeid doen precies zboals. de
Argjenfijnsche graan verbouwers, en de
Hollandsche groenteboerenzijl laten lie-
ver hun product arbeid verloren gaan
dan het voor een 1 ageren prijs te leveren.
Zij! maken kongsies, trusts, vereenigingcn
of hoe men Tiet noemen wil, die zegigen:
„Het is beter dat "er door tienduizend
arbeiders 80.000 arbeidsuren per dag
Worden geleverd tegen f 1 per uur dan
dat er door twaalfduizend vijfhonderd
100.000 uren werden geleverd, wanneer
er naar 100.000 arbeidsuren alleen vraag
is tegen 90 Cents per uur. Beter is het
een kwart van de arbeiders hun product,
arbeid niet te Laten leveren en wijl
een voorbijgegaan uur nooit terugkeert,
dus te laten verloren gaan clan dat
allen den prijs voor hun arbeidspraestatie
zien dalen. Beter f80.000 per dag' ver
diend door tienduizend arbeiders dan
f90.000 door twaalfduizend Vijfhonderd.
Liever werkloosheid V|an 2500 man dan
dat alle 12.500 zouden werken, maar
dan ook niet per uur zooveel zöuden
verdienen als het geval is, als er maar
10.000 werken.2)
Nu heeft zeker niemand er ooit van
gehoord, dat als groenteboeren hun pro
duct laten verrotten, de Staat hun voor
elke mland verrotte groente nog een
Geou tori seerde vertaling naar het
Engelsch van
LEONARD MERRICK
Jj(0ior E. H. (Nadruk verboden).
47)- t
Hij sloeg zijn oogen neer en verstrooid
dwaalde zijn blik naar den haard. Toen
bijl weer op keek, ziag hg, dat zij de
ocgen gesloten hield. Hij wachtte Lot
ze ze- weer opgeslagen had, en sprak
toen mei onvaste stem:
„Nu zij heen is, is', uw positie heel
moeilijk 'geworden. Heeft u eenig uitzicht
wJaar \i geen melding van maakte?"
Ze schudde het hoofd.
„Wtaet u etr ook iets1 op? Heeft u er iets
op kunnen verzinnen? Geloof mij..."
„Neen", antwoordde zij', „tot nog toe
weet ik er niets op."
„Zoudt u zich hier bij de verpleging
billen aansluiten? Voor den nacht hebben
wij te weinig hulp. In ieder geval was dit
leen. begin en het kon leiden tot een vas-
derde of de helft van "de waarde ver
goedt, ten einde het hun gemakkelijker
te m|£ken den prijs van de overige hoog
te houden. Als een kongsie van groen-
tenkweekers meent, dat het bleste is dat
één kweeker ial zijn g|roenten laat ver
rotten en .anderen alles verkoopen, dan
stellen zij' uit hun hoogéren totaalprijs,
dengene, die niets verkoopen mocht,
schadeloos. Bij hel product arbeid treedt
de overheid echter wel op en geeft uit
de schatkist gedeeltelijke schadeloosstel
ling aan hen, die hun product verloren
laten gaan, liever dan het tegen een prijs
te leveren die den prijs vjan'bet product
van allen zoude drukken.
Ja, de Overheid gaat nog verder. Zij;
maakt het, gelijk 'bekend is (zoowel wat
Artikelen als (groente aangaat als met
betrekking tol hei product arbeid) aan
leveranciers en koopers gemakkelijk el
kaar te rinden, zij sticht markten en
beurzen. Terecht, wiant zulks kan een
redelijke prijsvorming! bevorderen en kan
tevens er toe 'bijdragen, dat er niet meer
onverkocht blijft dan (bijl eén bepaalden
prijs koopers zou kunnen vinden. Alsi
koopers en verköopters elkaar maar wisten
te vinden.
'I Is mij echter niet bekend, dat op
eenige markt of beurs de Overheid 't ver
koopen onder zekeren prijs verbiedt ten
einde het hooghouden van de prijken
te bevorderen. Hij zegt niet: als gijl uwi
(groente tegen liageren jprijs wilt afsluiten,
doe ziuljks pah niet op toiijniinfarkt of 'beurs
doch in uW' binnenklamler. Maar dat zegt
de Overheid wèl, wanneer het om de ar
beidsbeurs gaat. Daar mogen geen zaken
gedaan Worden dan tegen den prijs, die
nu ecnmlaal eens een tijdje onder gaiisch
landere omstandigheden gegolden heeft,
ook al is een Belangrijk deel van het pro
duct (arbeid) tegen dien pïtjs niet meer
te plaatsen, terwijl er tegen een ietwat
logeren prijs 'blijkbaar meer vraag, is.
De staaltjes daarvan bij de Eindhovenr
sche arbeidsbeurs zijto bekend.
Het ergste is dat de Slaat door zijn
opireden den toestand op de arbeids
markt noodwendig steeds erger maakt.
Want het geld wal hij1 aan belasting heft
om' de arbeiders die hun product niet
onder zekeren prijs willen leveren scha
deloos te stellen 'voor deze daad van
toeroepsjgtemleenschapsgevoel, doet weder
om de koopkracht van allen dalen, d.w'.z'.
doet de hoeveelheid arbeiders die b.v.
niet voor fl per 'uur, wel vbor f0.90
per uur werk kunnen vinden, weer toe
nemen met het gevolg 9;at het totaal der
schadeloosstelling 'weer stijgt, de bélasr
ting weer toeneemt enzoovoort/Er gaat,
indien mén in die lijn blijft, altijd meer
arbeidskracht verloren, de maatschappij'
Wordt steeds armer, het aantal arbeiders
dat met een derde of de helft van wat
zij' zouden kunnen verdienen, moet rond
komen, wordt steeds iglrooter.
In onze maatschappij, die zonder den
prikkel van het eigenbelang niet bestaan
kan, komen dingen voor 'die onredelijk
zijn, al zoude dit meestal op den keper
beschouwd wel meevallen /-(quantitatief
en qualitatief. Men oordeele niet te snel
op enkele 'gegevensVeeL van Wat ónder-
nemersvereenigingen en Werklieden-vér-
eenigingen doen, heeft naast de schaduw
zijde, Waabop sterk de aandacht wordt
gevestigd, ook voordeelen voor de mlaat
Haar han bego-n sneller te kloppen.
Een oogenblik bleef ze het antwoord
schuldig.
„Het is heel vriendelijk van u, heel
edeTmöedidg, mlaar ik geloof, dat het
toch niet goed is."
„(Waarom' niet?"
„Omdat ik in ieder gerat uit Westport
weg wilde gaan uit eigen beweging."
„Toch moet 'ik gaan."
„Neem mij niet kwalijk, maar ik kan
u toch niet zoo laten trekken! Geen
enkele vrouw zou ik zoo de wereld la
ten ingaan, met de wetenschap, dat haar
zéker ellende zou treffen. Uw erva
ring in de verpleging lijkt mij een zeer
natuurlijke oplossing van het vraagstuk
De volgende week kon u al komen. Als
er som's tegenop ziet, mét het oog op
mij, laat rn'ij dan eerst geheel uitspreken,
Als u weigert, omdat hetgeen er tusr
schen ons heeft plaats gehad, ieder on
derhoud met [mij voor u een kwelling]doet
zijn, mlag ik u dan even "in herinnering
brengen dat die gesprekken van den
kortst mogelijken duur zullen wezen. Ik
hoop u nog van wat meer dienst te
kunnen zijn, ik hoop uw vriend te wor
den. In het ziekenhuis zal ik weinig
kans hebben, want daar zullen we
gelijk het zich laat aanzien, evenveel
van elkaar weg zijto, of inderdaad nalar
Londen was gegaan. Maar nu "ik nog
in de gelegenheid hen, Wensch ik die ook
te gébruiken. Ik raad u dus sterk aan:
ivolg nu 'mijn voorstel. Als u dit aanneemt
bedenk dit wel kunt u daarom best
ergens anders een 'betrekking vinden Ja,
natuurlijk, nog des te gemakkelijker.
Ze had de hand boven de oogen ge
houden terwijl ze luisterde; nu liet zq
die langzaam' in den schoot glijden.
„Ik behoef niet te zeggen ,dat ik u
dankbaar bén," sprak ze op een toon,
schappij, als wij de zadk biet van een te
eng' standpunt bezien. Gezond versland
en eigen hélangi "houden ten slotte van
excessen terug. En zoo niet, dat straft
het k'wlaad binnen kolderen of langeren
tijd zijn meester. Wie het onderste uit
de kan willen, krijgen van zélf het deksel
op den heps en dat stem't anderen tot ma
tiging. Althans indien niet de Staat er
zich mede bemoeit, kunstm]atig( het dek
sel tracht open 'te houden Tnet het gé-
volg dat het ten slotte veel harder neer
moet klappen.
Mijn bedoeling was dan ook slechts
aan te toonen: lo. dat de Staal 'zich
buiten quaesties van prij'svorming 'moet
houden. Hij wias zoo verstandig' zulks
te doen, toen de rubberplanters zijto hulp
inriepen om de rubbérprijlzen hoog te
houden; hij' zij 'het ook, waar h£t kunst1-
mlatig hooghouden van arbéidsprij'zen
betreft; j
2o. dat niemand minder dan de arbei
ders- en prbëidsleiders het recht hebben
onzë maatschappij! te veroordeelen als.
er in de hoop som'mige prijzen voor da
ling] te kunnen behoeden (w|at nooit an
ders dan tijdelijk kan geschieden en dus
slechts zin heeft als een sjpoedige lier-
rijzing te Wachten is) hier of daar eens
productie (gronde gaat dat in zoo noodige
behoeften zöude kunnen voorzien.
Civis.
x) De zaak draait in het kort hierop
neer: Een gr oo te re afzet van een ar-
Ikel is altijd slechts te krijgen bij een
lagéren prijls. Stel nu een groep produ
centen van een artikel, kan daarvan 100
manden afzetten, als de prijs f 1 is, doch
125 als zij den prijs tot f 0.80 Verjaagt en
150 ménden slechts als zij den prijs niet
hopger stelt dan f 0.60. Door nu van
de 150 manden, welke z^j van 't beder
felijke artikel hébben maar voor T00
of 125 manden koopers te zoeken en
dus den prijs, hetz'iji op f 1 hetzij op
f 0.80 te stellen, 'beurt de groep f 100.
Wil zij' echter per se alles verkoopen
en stelt zij! den prijs daartoe op f O.GO,
dan 'beurt zij slechts f 90. Is het nu niet
begrijpelijk, dat z'ij maar liever 25 man
den laat bederven dan dat zij; f 10 min dei-
voor den totalen voorraad krijgt
2) Zonder onwaarschijnlijke cijfers te
gebruiken laat ik de arbëiders nog wat
verder gaan dan de producenten in noot
1. Deze zullen de hoeveelheid manden
die verkocht Worden, ztóó bepalen, dat
ten slotte de groots^ mogelijke totaal
som door de groep wordt verkregen,
de arbeiders doen vaak reeds een deel
van hun product te loor gaan, zoodra
hlijl gelijk aanbod de prijs zöu moeten
dalen, óók al is het totaal aan loon te
verkrijgen, door allen te zamén daardoor
geringer. Bjiji hen kan echter de nader
te verkrijgen schadeloosstelling aan de
2500 Wërkloozen medetellen in het totaal
te verkrijgen bedrag.
dien ze haar bést deed ferm te doen
klinken. „Ieder moest u dankbaar zijn,
maar tot mij is het aanbod al uiterst
al méér dan vriendelijk"! En, 'terwijl
haar zelfbeheerschinig hlaar nu toch ook
bëglaf„Ik weet wat, ik moet schijnen
U heeft niets dan het ergste van mlij 'ge
hoord!" riep zij.
„Ik zou niets Willen liooren, dat u
hinderlijk was om te zeggen," antwoord
de hij, en een minuut lang sprak geen
vato beiden meer iets. Die laatste woor
den hadden zóó vriendelijk van hem ge
klonken, dat het haar bijzonder trof;
en die uitroep Van haar had hem tot
in de zSel geroerd. Geen van béiden spra
ken ze; mlaar de ademhaling Was ver
sneld en haar hoofd zonk al "lager op
"Tiaar borst.
„Och," begön zij ten slotte op een
toon niet zóó fluisterend, of hij verstond
Hhet wel, „het was daar,-: toen ik er
als verpleegster dienst deed. Hij Was pa
tiënt. Eer bij weg "ging, vroeg hij mij
ten huwelijk; over een paar weekn zou
ik naar hem toegaan. Toen ik er kwam
vertelde hij mij, dat hrj at getrouwd
was. Tol op dat oogénWik' was er niet
de minste toespeling, van den anderen
kant niet het flauwste vermoeden ge
weest. Ik ging naar hem toe, om1
zooals ze allen dachten, zijn vrouw
te Worden."
„God zij geloofd!" zëi de ander bin
nensmonds.
„Zij Ma's iemand Van de straat geweest.
Hij had haar in g'een jaren gezien. Hij
'bad ,hij smeekte mij.... O, ik tracht mij-
zélve niet vrij' le praten. Ik tracht nie de
schuld op hem' le schuiven; maar, als
STUKKEN VOOR DEN
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG.
Benoeming.
B. en W. bieden den raad de volgende
voordracht aan tot benoeming van leera
ren voorden nieuwen cursus 1922-23 aan
de Avondschool voor Nijverheidsonder
wijs in de achter de namén vermelde
frakken
A. de Smidt, natuurkunde.
C. de Nood, wiskunde.
W, K. (Kuiler, handvak'teekenen.
J. Meuseveldt. lijnteekenen.
J. A. Baljeu, vakteekenen.
Verlenging benoe
ming leeraren G y mf*
na si um'.
B. en W;. stellen den raad voor de
tijdelijke benoeming tot leerares in "de
gymnastiek van de meisjes-leerlingen van
het gymnasium' van mej. A. S. Beugel
le verlengen van 1 Sept. 1922 tot 11 Nov.
d.a.v.
Eervol o n f s (L al g'.
B. en Wstellen den raad voor, ojo haar
verzoek, eervol ontslag' le verleenen aan
mej. A. S. Beugel als onderwijzeres in de
gymnastiek aan school G, hoofd der ge
meentelijke gymnastiekschool voor meis
jes en tijdelijke leerares in de lichamelijke
oefening' aan het Gymnasium', met ingang
van 1 Nov. a.s. i
Tevens stellen B. en Wi. voor eervol
ontslag te verleenen aan den heer C. J.
Bakker, ars hoofd 'der o. 1. school J,
wegéns benoeming tot onderwijzer aan
de rijkskweekschool voor onderwijzers,
met ingang van 1 Nov., of zooveel eerder
mogelijk zal blijken.
Subsidie bijzonder
vervolg onderwijs.
Naar aanleiding van ingekomen aanvra
gen van het R. K. Kerkbestuur van den
H.H. Petrus en Paulus en den kerkeraad.
der Nederduitsch Hervormde Gem'. om
de gemeentelijke bijdrage, bedoeld' in art.
102 L. O. wet, ten behoeve van hun in
01921 gegeven cursussën voor verVolg-
OonderWijs, deelen B. en Wi. den raad
mede, dat volgens artikel 12, eerste lid,
vorenverineld, de gevraagde bijdragen
door de gemeenten worden verleend, mits!
het vervolglonderwijs voldoet aan de voor
waarden, door de gemeente voor het
openbaar vervolgonderwijs gesteld.
Dat woord „voorwaarden" wordt dloor
B. en Wi. zoo opgevat, dat het ziet op
den cursusduur, het aantal lestijden en
de vakken. Bij raadpleging van de ver
ordening op het openbaar vervolgonder
wijs en ook van de vroeger gegolden
hebbende verordening op 'tlicrkalingsori-
derwijs, bleek dat de overgelegde leer
plannen en roosters van lesuren op zeer
belangrijke punten afwijken van de 'in
de verordening gegeven voorschriften.
B. en 'W. brachten Zulks ter kennis van
de bovengenoemd? besturen onder me-
dedeeling, dat zij' niet bereid waren de
gedane aanvragen in te willigen. Daarop
is eene briefwisstelng gevolgd'.
B. en Wi. staan echter op het stand
punt, zooals uiteengezet in het «boven
aangehaald schrijven, en stellen der
halve voor afwijzend op de gédane aan
vragen te beschikken.
Rekening Godshuizen,
en W, stellen den raad Voor de reke
ning, en verantwoording over 1921 van
het bestuur der Godshuizen, in ontvang)
f 162.8S3.68 bedragende, en in uitgaaf
f 16t.375.06V2, alzoo sluitende met een
bstg saldo van f 1508.6D/3', en de bijge
voegde 2e suppleto.re begrooting, disarop
béirekk'.ng' hebbende, gmoed te keuren.
De C. v. Fin. vereenigf zich met het
voorstel.
de trouwste toewijding kan pleiten voor
een vrouw, dlan weet de Hemel, dat dit
mïjn pleidooi fmiaig' wezen
„En na verloop van de drie jaren?"
kWIam' er bericht van haar dood
en hij trouwde een ander."
Zij stond plotseling op en (rad aan
het venster, waar ze uitkeek door het
enkele reetje van de gezakte jalouzie.
„Ik kan u niet zeggen, hoezeer Ik
voor u voel," sprak hij heesch. „Ik kan
u geen idee geven, hoe diep en innig dat
medegevoel is".
„Dat hoeft ook niet," antwoordde zij
eenvoudig. „U heeft yatoavond al blijk ge
noeg gegeven van uw medegevoel; toen
ik het in uw oog nog veel minder ver
diende!"
„En ik mag u niet verder helpen?"'
De slanke jsjestalte stond roerloos ach
ter haar moest hij zich vastgrijpen aan de
leuning van zijn stoel.
„Als ik mlag," sprak zij, nog zeer
"teruggehouden, ,yals ik daar kan gaan
als u denkt ,dat het verleden geheel !>e-
graven kan worden en er geenerlei her
innering meer heeft te bestaan aan Wat
is geweest
„ïk wil zijto, al wat u verlangt" ai
Wat u zoudt willen doen lijken!"
Hij trad wat dichter op haar toe. Zij
keerde zich tot hem, mtot vochtige oogen,
echter met dankbaarheid, mei een smeek
bede in den Wik. Hij' trok zich weer te
rug en naim andermaal zijn plaats in.
„Nu, wat zei ook weer van Ellen?"
vroeg hij
En misschien Was dit de eenvoudigste
liefdesverklaring', die hij haar ooit had
gedaan.
HOOFDSTUK XII.
Zóó kWiam' het, dat Mary Brettan de
volgende week "Westport nog niet verliet
en dat ze, na een paar maanden, het
meer dan ooit in twijfel trok, of ze de
plaats wel ooit verlaten zou.
De vacature, waar Kincpid van sprak,
had zich al voorgedaan, en nu ze toch
eenmlaal den post voor tijdelijk had aan
genomen. hoefde ze dien ook immers
niet weer op te .igeven.
In het eerst viel 't haar heel vreemd,
en Was het haar uitermate vermoeiend,
om de oude routine weer te volgen. Het
opstaan óm zes uur, 'het druk aan de
bezigheden gaan, als ze zich nog moe
voelde.- dat zich nooit eens kunnen af
zonderen, behalve in de twee uur,
die iedere verpleegster voor zichzelven
had; al die dingen matten haar af.
Het genot van een wandeling in de
frissche lucht wias zelfs niet meer zóó
onvermengd, doordat ze wist, dat die
ontspanning gedurende één van de heide
uren den zusters voorgeschreven was.
Dan moest het verplichte dragen van
het verpleegsterscostuum de aandoenin
gen bij haar opwekken, waarmee ze het
vorige afgelegd had; onvermijdelijk1 zou
ze zich dan ook weer afvragen, wat de
jaren voor haar gedaan hadden, sinds)
ze het laatst in een ziekenhuis, was, én
dit vaarwel zei, vast meeneude. dat ze
er nooït meer een 'betreden zou. Uit die
ontwikkeling' van de omstandigheden,
waardoor zij dus nu toch weer op haar
oude omgeving aangewezen was, bleek'
haar nog meer, hoe weinig die tijd van
overgang haar dus feitelijk geholpen had.
(Wordt vervolgd.)