niging zeker ook de belangen bevordert die de Kamer moet voorstaan. De scho len der Ver. worden bezocht door jonge lui uit alle deelen der provincie. Afgescheiden van de vraag' of de fi nancien dit zouden toelaten, meent het bureau, dat het niet op den weg' Ider Ka mer ligt aan de ver. finantieelen steun te verleenen. Dit is z. i. Imee(r de (taak van rijk, provincie en gemeenten. Waar zooals gezegd de vereeniging ,het bureau zeer sympathiek is, acht het liet wel juist ook financieel een blijk van be langstelling te geven. Om de kamer echter niet te veel te binden zou het bureau dii voorloopig voior één jaar willen cloen. In verband met bovenstaande stelt het bureau voor aan de Ver. voor Handels onderwijs te Middelburg ten behoeve van de van haar uitgaande Middelbare Han- delsctagischool met daaraan verbonden Hoogere Handelsschool voior 1923 een bij drage te verleenen van' f 100 en op dit besluit de (goedkeuring van den Minister te vragen. Invoer van buil en 1. sigaren. Door de Kamer te 's-Gravenhage is ad- haesie gevraagd voor een adres aan den Minister van Financiën, waarin verzocht wordt de uit het buitenland, met name uit Duitschland, ingevoerde sigaren, bij het bepalen der invoerrechten te schat ten naar de waarde van gelijksoortige binnenlandsche sigaren en commissies van advies samengesteld uit deskundigen te benoemen. liet bureau der kamer wijst er op, dat in de vorige vergadering beslo ten werd geen adhaesie te betuigen aan een verzoek van de kamer te Eindho ven om een invoerverbod van sigaren en nu vraagt de Haag'sche kamer indirect ook een beperking van den invoer. Afge zien van de vraag' of dit gewenscht zou zijn, meent het bureau dat de wet geen gelegenheid biedt zoo te handelen. Z. i. geeft toch de waardewet) de administra tie niet de bevoegdheid bij de waarde bepaling rekening te houden met den prijs hiei' te lande van het binnen landsche product, doch z. i. zeggen de woorden van het betrokken artikel duidelijk, dat in aanmerking! moet komen de prijs hiel' te lande van het b ui! te n- I a n d s c h e product. In verband met een en ander stelt het bureau voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. Invoer van schoen werk en leder. In verband met een verzoek van de ka mer te Waalwijk om adhaesie aan een adres aan de Tweede Kamer om den in voer van schoenwerk en leder te beper ken, merkt het bureau der kalmer op, dat op 24 Juni besloten werd een verzoek om verbod van invoer van sigaren niet te steunen, en dat in diezelfde verga dering de heer Jeronimus er reeds op wees, dat wanneer meer dergelijke ver zoeken inkwamen het wellicht gewenscht ware een adres te richten tot de regee ring om in het algemeen aan verzoeken tot het instellen van uitvoerverboden'geenj gevolg te geven. Met deze gedachte is het bureau het geheel eens en oorspron kelijk was het dan ook voornemens aan de kamer voor te stellen in dien geest een adres lot de regiering te richten. In middels verscheen een bericht m de bla den, dat de Minister een antwoord heeft gegeven op een adres ter dezer zake van eenige vereenigingen, naiai" welk adres ook in het verzoek van Waalwijk wordt verwezen. De Minister zegt in dit ant woord, dat de regeering niet over mid delen beschikt om de industrie dooi' liet nemen van de bedoelde tijdelijke maat regelen te beschermen tegen de concur rentie, tengevoLge van den invoer van producten, welke in verband met 1 age ren kostprijs tegen aanzienlijk lagere prij zen worden aangeboden, dan waarvoor deze in ons land kunnen worden vervaar digd en verkocht. De Minister wijst er verder op, dat door het Kamerlid Fles- kens een'wets voorstel is ingediend, aait ten doel heeft, aan de regeering de noodigje „Je hebt volkomen gelijk", gaf ze toe. „Enkel zag je over je hoofd, dat ïk het uit majzelve toch wel zou opmerken." Ze wendde den blik van hem' af en keek op zettelijk een anderen kant uit. „Nu" ging ze toen voort", „ze gaat weg. Misschien wist je het al; maar..,'." „Neen," antwoordde hij, „ik wist, het niet. Ik hield het wel voor waarschijnlijk Nu begrijp ik, waarom u mij een bood schap zondt". i Hij stond op, ging naar haar toe en kuste haar op het voorhoofd. „Ik begrijp nu, waarom u mij liet roe pen", herhaalde hij''. Wat een teeder moedertje! En nu ha,ar gezelschapsdame ook nog te moeten verliezen!" Terwijl hij zoo over haar stoei gebogen ,^lond. kon zij niet zien. hoe bleek hij was geworden. „En laten we haar gaan, Phil'?" Hij (sjtreelde haar de hand. i „Ik vrees, dat wij haaf wel moeten la ten (gaan nu zij niet blijven wil". „Dus dan hen je niet van plan in te "'grijpen? Je doet niets, om het te verhin deren?" „Ik 'ben niet bij! machte om'Tiet te verhinderen," antwoordde hij koel „ïk heb er niets over Te zeggen." „Jt., waarlijk?" prevelde Mrs. Kincaid „Dan had ik de moeite wel kunnen sparen." „Neen", antwoordde haar zoon, „het wa.s heel goed, dat u die moeite deedt. Jk béu blij dat u eens met mij1 gesproken heeft; of liever ik Weil blij1, dat ik a* i u gesproken heb. - want u weet nu. macht te geven om' maatregelen ter dezer zake te treffen. Z. i. zal derhalve gnoe- ten worden afgewacht, welk resultaat de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer zal hebben. In dit Mi- nistrieele antwoord vond het bureau aan leiding het oorspronkelijke denkbeeld te laten varen, doch het wetsontwerp Fles- kens aan een nader onderzoek te onder werpen. De desbetreffende stukken stelde hel bereids in handen der commissie voor de wettelijke bepalingen met verzoek haar gevoelen kenbaar te willen maken. Na dere voorstellen kunnen derhalve wor den tegemoet jgfszien. Het adres der ka mer Le Waalwijk zou het bureau voor keunisg'eving willen aannemen. Bezuiniging bij prov. en ge m e'e n ten. Door den heer Jeronimus wordt voor gesteld een adres te zenden aan de gemeen tebesturen in het ressort der kamer en aan het Provinciaal bestuur, waarin wordt aangedrongen bij het vaststel len der begrooting: de geprojecteer de uitgaven eerder op hunne dwin gende noodzakelijkheid dan op hunne wens'chelijkheid te toetsen, zulks omdat d:e de vermeerdering van welvaart zal kunnen bevorderen De heer Jeronimus wijst erop,, dat de Kamér zich reeds op dit punt heeft be geven door baar besluit inzake instelling1 door de regeering eener comlmissie genre Geddes in Engeland. De bedoeling is niejt aan te wijzen hoe bezuinigd mioel wor den, maar wel waarom. Tot he dep meenden tal van gemeenetbesturen, dé belangen der gemeensichap niet beter te kunnen behartigen dan door het instellen van fraaisch van allerlei aard. Het geld moest er dan maar komen, maar ver,ge!- jten werd, dat dit geld indirect moest wor den opgebracht door degenen, die wan neer zij zeiven den prijs van dit fraaisch en Sjchoonsch zouden hebben moeten be talen, de aansichaffinig nog wel eens zou den hebben uitgesteld of zich beraden, wat echter voor de productieve krachten wier belangen aan deze Kamer zijn op gedragen te behartigen het ergsje is, moet worden geacht, 'dat haar eigen productie vermogen is. aangetast. Daarom mioeit men geen poging onbeproefd laten om de organen te overtuigen, dat zoo er geleend wordt voor niet productieve uitgaven dit geld, «lat uit besparing moet verkregen zijn (leengeld verkregen door "inflatie en de biljettenpers stelt de misère slechts uit) wordt Onttrokken ,aan de productie omdat het niet zijn weg zal welen naar handel en nijverheid. Bovendien geld dat niet voor belastingen moet worden opge bracht, kan bespaard worden en is het hier bovengezegde ook van toepassing. Geen betere bestrijding van werkeloos heid dan het beschikbaar zijn van [gelden voer productieve doeleinden. Iedere be sparing op uitgaven helpt derhalve veel zijdig: le. wordt de belastingdruk verlaagld; 2e. kan de winstmarge verlaagd worden 3e. kunnen loonen worden verlaagd, omdat er door lagere 'belastingen en door lagere behoeften het netto, overschot grooter wordt; 4e komt geld vrij om "de productiviteit te vergrooten. Op alle deze gronden, zegt de heer heer J. niet mag, maar uvoet de Kamer zich bij openbar organen doen booren. Het bureau der Kamer onderschrijft geheel en al de in dit voorstel uitgedruk te meening dat het hoogst gewenscht is, dal doof de autoriteiten' de meest moge lijke zuinigheid wordt betracht. Iets an ders is het echter of het op den weg der Kanier ligt om zich in deze aangelegen heid te mengen. Het bureau acht dit niet gewenscht, aangezien het meent, dat de Kamer zich daardoor zou begeven op het terrein der gemeentelijke politiek politiek. Het meent, dat eerst wanneer in de een of andere gemeente een bepaald onderwerp aan de ohde zou worden ge steld waardoor de belangen van den han del in het bijzonder zouden worden ge- nu. dat ik geen kwaad bedoelde met mijn stilzwijgen." „Maar.... maar.... Philip!" „Maar miss Brettan moet gaan, moer der. omdat zij het verlangt!" „Ik begrijp je niet!" riep mrs, Kincaid verlbjijisterd. „In dacht, dat je in het geheel nooit om eenige vrouw1 zoudt ge ven; daar heb ik je nooit den man naar gevonden. Maar nu dit wel zoo is, kan je toch heusch niet meenen. dat je lijet goed vindt voor die vroüw', om' te ver laten, de eenige. plaats, waar zij enkele vrienden heeft en heel alleen de wéréld in te gaan. Je hebt imlmiers gezegd, dat je liefde voelde voor haar?" „Ik heb Mii^s BTettan ten 'hu welijk ge vraagd". antwoordde hij'. „En nu u dit foo zegt; ja. ik vind hét goed voor haar, om hier weg 'te gaan. ïk denk, dat iedere vrouw onder deze onnstandig- heden zén Willen .gaan. Ik beschouw het zelfs pis onkiesch, om haar te weer houden." „Je gevoelen van kieschheid is dan wel 'bijzonder spitsvondig," sprak de oude dame„Veel te scherp omi aange naam te kunnen zijn En wil ik je dian eens vertellen, wat nog grooter is? Je ti'ots. Denk niet, diat je miij1 misleidt dooi" je voorgewende kalmte; Mjk maar eens in dien spiegel, daar achter je, en vraag jezelven, of dat niet mogelijk is." Hij w|as van haar stoel weggegaan en stond nu 'blij den haardhij' volgde echter haar raad niet op, Zoomin als hiji de toespeling ontkende. schaad, aanleiding zal bestaan voor de Kamer handelend op te treden. Op grond van bovenstaande meent het bureau, dat het voorstel van den heer Jeronimus geen aanbeveling verdient en stelt het voor dit voor kennisgeving' aan te nemen. KUNST EN WETENSCHAPPEN." In het Archief 1922 van het Zeeuw_ch Genootschap der Wetenschap pen 2ijn, behalve het in April door ons vermelde jaarverslag van den secretaris, mi'. A. Meerkamp v. Embden ,ook op genomen twee lezingen door leden van het Genootschap in de winterbijeenkom- sten gehouden, n.l. die van mr. P. J. van Bortel overi Zeeuwsch Vlaanderen wes telijk deel, vóór en tijdens de Fi'ansche overheerschinjg; en die van J. H. v. T .Hjoflf over de vroegere Poi'tugeesch-Joodsclie gemeente en de kerkeTaad der Her vormde^ gemeente te Middelburg'. Voorts vindt men er nog twee kortere bijdragen in van dr. A. A. v. Schelven over Hermannus Faulcelius, en over een verblijf van Francispus Gomarus' te Mid delburg in 1585. o Z i e r i k z e e voor honderd jaar, door P. D. de Vos. Uitg. P. J. Ochtman R. W|. Jzn. De heer De Vos, gemeente-archivaris van Zierikzee heeft deze studie oorspron kelijk doen verschijnen als een anikelse- ric in de Zier. Nieuwsjb'. De belangstelling die er voor bleek te bestaan heeft den uitgever ertoe genoopt er een boekje ran te maken, waaraan hij tegelijkertijd de aantrekkelijkheid voegde van een vier tal plaatjes, naar afbeeldingen zooai niet precies uit het jaar 1822, dan toch ten naastebij. 1 1 Zoo ziet men er de St. Lieven Mon- sterkerk in den vorm dien zij had tvoor den brand van 1832; twee gezichten op de Steenbrug, van het Westen en van liet Oosten, uit het midden der achttiende eeuw; en een afbeelding van de Nieuwe Haven met gezicht op de stad uit 1805. i W,al den tekst betreft, deze ueeft een op onderhoudenden toon geschreven ver handeling van het stadsleven in (leze kleine stad, honderd jaar geleden dus vóór de veranderingten in het verkeerswe zen ook het leven daar wijzigfden. Men maakt met den schrijver een rondwande ling door de stad, en overal weet1 hij.' mte-, ressante bijzonderheden te vertellen, die vooral het leven 'dier dagen duidelijk mteken. o Organisatie v'an Han dels- en F a b' r i e k s' n d e r- nemingën, door WKnap W.Gzn., Uitg. J. van Boek hoven. Als een typografisch zeer verzorgd werk, met tal van afbeeldingen ter ver duidelijking van het besprokene, ver scheen het hierboven genoemde studie werk, in twee deelen, Waarvan het eerste het jaartal 1919, het tweede het jaartal 1922 draagt. De volledige titel is „Orga nisatie v. Handels- en Fabrieksondemey mingen op preventieven grondslag", en de verklaring van dien titel vindt men in de volgende opmerkingen in de voorrede „Gedurende mijn praktijk als comimer- cieele en 'bedrijfsorganisator is mij steeds gebleken, dat slechts in preventieven zin Werkende arbeidsmethoden het maken van fouten en het hierdoor ontstaan van teleurstellingen kunnen voorkomen wor den. In dit werk heb ik getracht een dui delijke systematische voorstelling te ge ven op welke wijze, in Comlmercieelen zin, op fabriek en kantoor, de opzet eener organisatie in. i. moet plaats grij1- pen." Het eerste hoofdstuk is gewijd aan afge- meene beschouwingen over boekhouding, het tweede hoofdstuk aan registratuur, waarbij tallooze gekleurde platen het ge bruik van de besproken kaartsystemen „Ik zie er vrij slecht uit." gaf hij toe, „df.,t weet ik wel. Maar toch vergist uzich deaf ten zeerste in: mijn trots blijft er ge heel buiten" „Je maakt je ziek in het vooruitzicht, de,t je 'haar verliezen zult. En toch wil je,'. Ze möet dan. ook wel gek zijn, dat ze jo,u bedankt dat is zoo.! Ik neem het dan ook niet voor Kaar op, dat hoef je niet te den ken. Ik beweer vols|trebt niet, dat ik er zoozeer op gesjeld ben, d|at jij zoo mét haar op hebt; ik had je liever iemand! zien trouwen, die je van dienst had kun nen zijn. je had kunnen helpen in die misjsière. D,aar zou je vrij wat beter aan heb ben gedaan En ik 'begrijp zeer goed, dat je er au ook wel degelijk je trots, .op na hóudt, en diat je er voor bedankt, om' haar te vragen of ze blijven wil. Maar, als je nu toch Zooveel voelt voor die vrouw, dat je ellendig bent zonder haar, welnu, dan Ma ik imknërs wel wat zeggen om' haar tot blijven te bewegen f' „Tot de vrouw, waarmee u mij liever niet getrouwd zag?" vroeg hij mat. „Maar dat moet u niet doen, moeder" „Ik zou graag' heblben, dat je trouwde. Philip, ik zou je imlm'ers graag gelukkig zien. Je volgt mij in 't geheel niet. Nu de verschrikking van haar te moeten ver liezen, je zoo ellendig mjaakt, moet je haar ook niet verliezen, dat is mijn be doeling" (Wordt vervolgd) verduidelijken. Telkens worden daarbij als voorbeelden fabrieks- en handelson dernemingen genomen, van door den schrijver georganiseerde 'bedrijven, even- ;als inhei tweede deel dat'in het bijzonder behandelt: inkoop- en materiaalverant woording, en loonwezen en kostprijsbe rekening. Ook bier weer wordt de tekst verduidelijkt door talrijke schematische voorstellingen. tcekeningen, modellen van registers en kaarten, enz. o Hand b' o e k v o o r d e b o ek- houding, door \V. Knap W.G.z'. Uitg. J. van Boekhoven. Tweede Druk. Dil werk behandelt de boekhouding speciaal naar de methode der Interna tionale Treuhand Veieinigung, in tegen stelling met de tol nu toe in gebft'uik z'ljnde methoden der dubbele boekhou ding en verscheen het eerst in 1914. Deze tweede druk draagt het jaartal 1919. O- T h i e in e s Kookhoek, door E. M. BakkerEnk. Uitg. W. J. Thieme Cie. „Als er een smakelijk, voedzaam' maal met eenige afwisseling voor de verschil lende dagen, op tafel komt, moet idatvol doende zijn. Vele gerechten voor één maaltijd zijn niet noodig, op den duur zelfs vervelend. De bedoeling van de 'berekende menu's is: met een bepaal de som 'n doelmatig menu saimen te stel len en te laten uitkomen, dat een hoo gere prijs niet altijd een voedzamer \maal verzekert." Aldus eenige zinnen uit het voorwoord Van dit nieuwe kookboek, ter kenschet sing van de grondgedachte die blij' de sa menstelling heeft voorgezeten. Aan de eigenlijke serie van recepten gaat vooraf een algemeen gedeelte over de keuken, provisiekamer en kelder, hel bewaren van levensmiddelen, werkzaam heden in de keuken, enz.,wenken over het inkoopen, kooptijd v.opi- verschillende levensmiddelen, en dan komen de recep ten. Wanneer we zeggen dal het hoek meel' dan 380 dicht bedrukte bladzijden telt, dan zal de lezeres ons wel blij deze aankondiging ontslaan van de taak om een oordeel daarover uit le spreken. Wij kunnen hier slechts opmerken, dat de inrichting van het boek ons zeer praclisch lijkt, en dat de veelvuldigheid een streven naar volledigheid openbaart. MKiwiimiiiBMiMii» in iirfi»wnmi^gWbTaims«a««!M'-. LANDBOUW: Arbe i cljs veir h o(U;iding|en in d;en Fan dbó ujw. De oud-minister Postliuma heeft in een rede waarmee hij de jaarvergadering van den Nederl. Zuivelbond opende, o. gesproken over den internationalen in vloed op de regeling der arbeidsverhou dingen Hij herinnerde eraan dat in het jaar 1919 de regeeringen vain bijna alle lan den meenden dat er buitengewone rede nen bestonden om bij de regeling der ar beidsverhoudingen in te grijpen, waarvan de conferenties van Washington en Ge- nève een uitvloeisel waren. Toen in 1919 in Washington Ier zake van de induistrie verschillende beslui ten over de arbeidsverhoudingen waren genomen, kon het niet anders, of de vraag moest naar voren komen: en wat nu ten aanzien van de arbeidsverhoudingen in den landbouw? Het lag immervoor de hand, dat die perspnen, die voor alles zien de 'belangen van den arbeider, zich niet zouden beperken tot wat in liun oogen weldaden zijn te bewijzen aan de arbeiders in de industrie, doch ernaar zouden streven, deze geschenken ook den kuidbouwarbeider ten goede te laten ko men Deze vooruit te voorspellen loop van de dingen heeft inderdaad zoo plaats gehad en te Genève wenscht men dan ook, in het algemeen gesproken, den Lmdbouwarbeider gelukkig te maken met hetgeen waarmede zijn collega in de industrie te Washington was begiftigd. Bat dit niet zoo voetstoots is gelukt omdat de vraag werd opgeworpen, of de internationale Conferentie van den ar beid wel bevoegd was,, en dat nu onlangs het internationaal hof te 's-Gravenhage deze bevoegdheid heeft erkend, doet al weer voor de zaak zelve niet veel af. De Nederlandsche hoer dient goed te besef fen, dat internationaal de gedachte be staat, dat wat voor den industt'ieelen ar beider noodig is, ter ziake van arbeids duur, rusttijden, verzekeringen enz. enz ook ten goede moet komen aan den land arbeider Een en ander geldt zoowel ten aanzien van mannen, vrouwen, als jonge menschen en kinderen. Deze ge dachte 'heeft internationaal posj gevat en wordt nu verder uitgewerkt door het In ternationaal Arbeid's[bureau le Genève. Zooals spreker opmerkte, bemoeide de arbeidsconferentie te Genève zich verle den jaar met den leeftijd, waarop kinde ren tot den landarbeid kunnen worden toegelaten, het recht 'van vereenigen en vergaderen voor landarbeiders' (een vraagstuk, dat voor ons land heelemaal geen vraagstuk is) en de vergoeding' bij' ongevallen (zoo iets als onze wettelijke aansprakelijkheid) en verder met de so ciale verzekeringen en het technisch onderwijs voor landarbeiders. In zoo'n conferentie komen dan verschillende sta ten samen, ieder vertegenwoordigd door twee regeeringsafgevaardigden, een afge vaardigde voor de werkgevers en een voor de werknemters Datgene wat zoo'n vergadering aanneemt in den vorm! van een overeenkomst,' moet door de ver tegenwoordigde staten aan hun daar toe bevoegde organen, in ons laad aan de Kamers der Statcn-Genenial, ter be krachtiging worden voorgelegd. De vraag, of in den landbouw cie acht uren-dag zal gelden, zal ongetwijfeld in de naaste toekomst in een der conferenties een punt van bespreking uitmaken, én af gevaardigden van alle deelen der wereld zullen er dan mede over beslissen, of de Nederlandsche regeering aün de Ne derlandsche Kamér der Stateri-Generaal een wetsontwerp zal voorleggen, waarbij: een eventueel te Genève gënomen ovér- eenkomsf. urn overal in den landbouw den achl-uren-dag in te voeren, zal wor den bekrachtigd. En nu kan mén «elooven, zooals spre ker onlangs in een der landbouwbladen van een scherp opmerker las, dal de resultaten, opgedaan bij den achl-uren- daig in de industrie toch wel genoeg afschrikken, om bij' den landbouw' daar mede niet te 'beginnen, spreker vleit zich mét die hoop niet. De Wereld telt nil een maal drijvers genoeg, en wij leven tegen woordig in een tijd, waarin over allerlei grenzen en onmogelijkheden ma ar wordt heengestapt. De Nederlandsche boer moet zich dit goed bèwust wezen en er voor zorg dragen, dat, a1 Is dergelijke vraag stukken wiaar op aarde dan ook aan de orde komen hij zich zeker weet, diat ook zijn belangen in het oog worden gehouden. VERSCHILLENDE BERICHTEN. Op het station le Chambérv zijn twee kisten niet acht schilderijen, ter Waarde van 389.000 francs, bestemd voor Parijs, ontvreemd. In een pand aan den Boerensteiger te Botterdam is, een Duitscli koopman' van z'n portefeuille met f 18000 aan bankpapier beroofd. o EEN ANDERE LEZING. Verleden week Vrijdag namen wj uit het Dagblad van Noord Brabant een be richt over, volgens het welke le Tilburg ongeveer f 150.000 van de Rijkspost spaarbank werd gehaald in verband met de kermis. Dit bericht, zooals het daar stond, gaf naar ons werd medegedeeld, een zéér verseerden indruk. Wiat toch is. het geval Te Tilburg bestaat reeds tal van jaren de gewoonte, dat de geregelde bezoekers der herbergen, in een afdeeling van een aan den wand hangend kastje, bij hun 'be zoeken als spaarpenning voor de kermis iet; afzonderen. Iedere week wordt nage gaan. hoeveel ieder gespaard heeft, dit wordt aangeteekend en hel totaal bedrag; op de rijks^postspaarbank gebracht Te gen de kermis wordt het geld afgehaald aan de rechthebbenden gegeven. Nu zïj tot geruststelling van de anti-kermisgenoi- ten en van de drankbestrijders opge merkt dat ei' geen sprake van is, dat al dal geld op de kermis wordt opgemaakt of voor sterken drank wordt besteed. Een 'bewijs voor het eerste is, dat tegen de kermtis 1900 passen werden afgegeven, waaruit blijkt, dat vele het geld besteden voor een reis. Het tweede blijkt uit het droogleggen van Tilburg gedurende de kermisdagen, zoodat hoogstens vooruit of clandestien sterken drank is te verkrijgen Mijnheer de Redacteur! Naar aanleiding! van het bericht over den voetbalwedstrijd Middelburg lVlis- singen I in uw blad van Maandag j.L, verzoek ik u beleefd het navolgende wel te willen opnemen. Dat na afloop van den wedstrijd de ruzie in handtastelijkheden dreigde over te glaan, is waarschijnlijk alleen ge constateerd door uwen berichtgever, evenals het door de politie van het ter rein verwijderen der spelers en nieuws gierigen. Voorts is het opmerkelijk, dat blijk baar veel spelers en het grootste gedeelte van het publiek weinig of niet op de hoogte is van de spelregels, vooral wiait de buitenspelregels betreft. Gaarne breng ik even onder 'de aan dacht, dat, wanneer eén speler zich in buitenspel-positie bevindt en den bal van een der spelers van de tegenpartij1 ont vangt, de buitenspel-positie opgeheven is. Dit was ook het geval met het vierde doelpunt van Middelburg en was dus de scheidsrechter volkomfen juist in zijn 'be slissing Hoogachtend, F. W. 'BERGMANN. Middelburg, 11 Sept. 1922 (De tegenspraak van den inzender ver- baast ons ietwat Want volgens onze in- inlichtingén heeft wel degelijk de politie het terrein ontruimd, en dat nog wet op verzoek van den secretaris van de Commissie van Toezicht op het gemeen telijk Sportterrein Wil de inzender dit ontkennen? En ook dat dit verzoek zon der eenige aanleiding geschiedde? Wat de inzender verder opmerkt over de onbekendheid van veel spelers en toe schouwers met de spelregels, is maar al te waar Red.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 6