niging zeker ook de belangen bevordert
die de Kamer moet voorstaan. De scho
len der Ver. worden bezocht door jonge
lui uit alle deelen der provincie.
Afgescheiden van de vraag' of de fi
nancien dit zouden toelaten, meent het
bureau, dat het niet op den weg' Ider Ka
mer ligt aan de ver. finantieelen steun
te verleenen. Dit is z. i. Imee(r de (taak
van rijk, provincie en gemeenten. Waar
zooals gezegd de vereeniging ,het bureau
zeer sympathiek is, acht het liet wel
juist ook financieel een blijk van be
langstelling te geven. Om de kamer echter
niet te veel te binden zou het bureau
dii voorloopig voior één jaar willen cloen.
In verband met bovenstaande stelt het
bureau voor aan de Ver. voor Handels
onderwijs te Middelburg ten behoeve van
de van haar uitgaande Middelbare Han-
delsctagischool met daaraan verbonden
Hoogere Handelsschool voior 1923 een bij
drage te verleenen van' f 100 en op dit
besluit de (goedkeuring van den Minister
te vragen.
Invoer van buil en 1.
sigaren.
Door de Kamer te 's-Gravenhage is ad-
haesie gevraagd voor een adres aan den
Minister van Financiën, waarin verzocht
wordt de uit het buitenland, met name
uit Duitschland, ingevoerde sigaren, bij
het bepalen der invoerrechten te schat
ten naar de waarde van gelijksoortige
binnenlandsche sigaren en commissies
van advies samengesteld uit deskundigen
te benoemen. liet bureau der kamer wijst
er op, dat in de vorige vergadering beslo
ten werd geen adhaesie te betuigen aan
een verzoek van de kamer te Eindho
ven om een invoerverbod van sigaren
en nu vraagt de Haag'sche kamer indirect
ook een beperking van den invoer. Afge
zien van de vraag' of dit gewenscht zou
zijn, meent het bureau dat de wet geen
gelegenheid biedt zoo te handelen. Z. i.
geeft toch de waardewet) de administra
tie niet de bevoegdheid bij de waarde
bepaling rekening te houden met den
prijs hiei' te lande van het binnen
landsche product, doch z. i. zeggen
de woorden van het betrokken artikel
duidelijk, dat in aanmerking! moet komen
de prijs hiel' te lande van het b ui! te n-
I a n d s c h e product. In verband met een
en ander stelt het bureau voor het adres
voor kennisgeving aan te nemen.
Invoer van schoen
werk en leder.
In verband met een verzoek van de ka
mer te Waalwijk om adhaesie aan een
adres aan de Tweede Kamer om den in
voer van schoenwerk en leder te beper
ken, merkt het bureau der kalmer op, dat
op 24 Juni besloten werd een verzoek
om verbod van invoer van sigaren niet
te steunen, en dat in diezelfde verga
dering de heer Jeronimus er reeds op
wees, dat wanneer meer dergelijke ver
zoeken inkwamen het wellicht gewenscht
ware een adres te richten tot de regee
ring om in het algemeen aan verzoeken
tot het instellen van uitvoerverboden'geenj
gevolg te geven. Met deze gedachte is
het bureau het geheel eens en oorspron
kelijk was het dan ook voornemens aan
de kamer voor te stellen in dien geest
een adres lot de regiering te richten. In
middels verscheen een bericht m de bla
den, dat de Minister een antwoord heeft
gegeven op een adres ter dezer zake van
eenige vereenigingen, naiai" welk adres
ook in het verzoek van Waalwijk wordt
verwezen. De Minister zegt in dit ant
woord, dat de regeering niet over mid
delen beschikt om de industrie dooi' liet
nemen van de bedoelde tijdelijke maat
regelen te beschermen tegen de concur
rentie, tengevoLge van den invoer van
producten, welke in verband met 1 age
ren kostprijs tegen aanzienlijk lagere prij
zen worden aangeboden, dan waarvoor
deze in ons land kunnen worden vervaar
digd en verkocht. De Minister wijst er
verder op, dat door het Kamerlid Fles-
kens een'wets voorstel is ingediend, aait ten
doel heeft, aan de regeering de noodigje
„Je hebt volkomen gelijk", gaf ze toe.
„Enkel zag je over je hoofd, dat ïk het uit
majzelve toch wel zou opmerken." Ze
wendde den blik van hem' af en keek op
zettelijk een anderen kant uit. „Nu" ging
ze toen voort", „ze gaat weg. Misschien
wist je het al; maar..,'."
„Neen," antwoordde hij, „ik wist, het
niet. Ik hield het wel voor waarschijnlijk
Nu begrijp ik, waarom u mij een bood
schap zondt". i
Hij stond op, ging naar haar toe en
kuste haar op het voorhoofd.
„Ik begrijp nu, waarom u mij liet roe
pen", herhaalde hij''. Wat een teeder
moedertje! En nu ha,ar gezelschapsdame
ook nog te moeten verliezen!"
Terwijl hij zoo over haar stoei gebogen
,^lond. kon zij niet zien. hoe bleek hij
was geworden.
„En laten we haar gaan, Phil'?"
Hij (sjtreelde haar de hand. i
„Ik vrees, dat wij haaf wel moeten la
ten (gaan nu zij niet blijven wil".
„Dus dan hen je niet van plan in te
"'grijpen? Je doet niets, om het te verhin
deren?" „Ik 'ben niet bij! machte om'Tiet
te verhinderen," antwoordde hij koel
„ïk heb er niets over Te zeggen."
„Jt., waarlijk?" prevelde Mrs. Kincaid
„Dan had ik de moeite wel kunnen
sparen."
„Neen", antwoordde haar zoon, „het
wa.s heel goed, dat u die moeite deedt. Jk
béu blij dat u eens met mij1 gesproken
heeft; of liever ik Weil blij1, dat ik
a* i u gesproken heb. - want u weet nu.
macht te geven om' maatregelen ter dezer
zake te treffen. Z. i. zal derhalve gnoe-
ten worden afgewacht, welk resultaat de
behandeling van dit wetsvoorstel in de
Tweede Kamer zal hebben. In dit Mi-
nistrieele antwoord vond het bureau aan
leiding het oorspronkelijke denkbeeld te
laten varen, doch het wetsontwerp Fles-
kens aan een nader onderzoek te onder
werpen. De desbetreffende stukken stelde
hel bereids in handen der commissie voor
de wettelijke bepalingen met verzoek haar
gevoelen kenbaar te willen maken. Na
dere voorstellen kunnen derhalve wor
den tegemoet jgfszien. Het adres der ka
mer Le Waalwijk zou het bureau voor
keunisg'eving willen aannemen.
Bezuiniging bij prov. en
ge m e'e n ten.
Door den heer Jeronimus wordt voor
gesteld een adres te zenden aan de gemeen
tebesturen in het ressort der kamer en
aan het Provinciaal bestuur, waarin
wordt aangedrongen bij het vaststel
len der begrooting: de geprojecteer
de uitgaven eerder op hunne dwin
gende noodzakelijkheid dan op hunne
wens'chelijkheid te toetsen, zulks omdat
d:e de vermeerdering van welvaart zal
kunnen bevorderen
De heer Jeronimus wijst erop,, dat de
Kamér zich reeds op dit punt heeft be
geven door baar besluit inzake instelling1
door de regeering eener comlmissie genre
Geddes in Engeland. De bedoeling is niejt
aan te wijzen hoe bezuinigd mioel wor
den, maar wel waarom. Tot he dep
meenden tal van gemeenetbesturen, dé
belangen der gemeensichap niet beter te
kunnen behartigen dan door het instellen
van fraaisch van allerlei aard. Het geld
moest er dan maar komen, maar ver,ge!-
jten werd, dat dit geld indirect moest wor
den opgebracht door degenen, die wan
neer zij zeiven den prijs van dit fraaisch
en Sjchoonsch zouden hebben moeten be
talen, de aansichaffinig nog wel eens zou
den hebben uitgesteld of zich beraden,
wat echter voor de productieve krachten
wier belangen aan deze Kamer zijn op
gedragen te behartigen het ergsje is, moet
worden geacht, 'dat haar eigen productie
vermogen is. aangetast. Daarom mioeit
men geen poging onbeproefd laten om de
organen te overtuigen, dat zoo er geleend
wordt voor niet productieve uitgaven dit
geld, «lat uit besparing moet verkregen
zijn (leengeld verkregen door "inflatie en
de biljettenpers stelt de misère slechts
uit) wordt Onttrokken ,aan de productie
omdat het niet zijn weg zal welen naar
handel en nijverheid. Bovendien geld dat
niet voor belastingen moet worden opge
bracht, kan bespaard worden en is het
hier bovengezegde ook van toepassing.
Geen betere bestrijding van werkeloos
heid dan het beschikbaar zijn van [gelden
voer productieve doeleinden. Iedere be
sparing op uitgaven helpt derhalve veel
zijdig:
le. wordt de belastingdruk verlaagld;
2e. kan de winstmarge verlaagd worden
3e. kunnen loonen worden verlaagd,
omdat er door lagere 'belastingen en
door lagere behoeften het netto, overschot
grooter wordt;
4e komt geld vrij om "de productiviteit
te vergrooten.
Op alle deze gronden, zegt de heer
heer J. niet mag, maar uvoet de Kamer
zich bij openbar organen doen booren.
Het bureau der Kamer onderschrijft
geheel en al de in dit voorstel uitgedruk
te meening dat het hoogst gewenscht is,
dal doof de autoriteiten' de meest moge
lijke zuinigheid wordt betracht. Iets an
ders is het echter of het op den weg der
Kanier ligt om zich in deze aangelegen
heid te mengen. Het bureau acht dit
niet gewenscht, aangezien het meent,
dat de Kamer zich daardoor zou begeven
op het terrein der gemeentelijke politiek
politiek. Het meent, dat eerst wanneer in
de een of andere gemeente een bepaald
onderwerp aan de ohde zou worden ge
steld waardoor de belangen van den han
del in het bijzonder zouden worden ge-
nu. dat ik geen kwaad bedoelde met
mijn stilzwijgen."
„Maar.... maar.... Philip!"
„Maar miss Brettan moet gaan, moer
der. omdat zij het verlangt!"
„Ik begrijp je niet!" riep mrs, Kincaid
verlbjijisterd. „In dacht, dat je in het
geheel nooit om eenige vrouw1 zoudt ge
ven; daar heb ik je nooit den man naar
gevonden. Maar nu dit wel zoo is, kan
je toch heusch niet meenen. dat je lijet
goed vindt voor die vroüw', om' te ver
laten, de eenige. plaats, waar zij enkele
vrienden heeft en heel alleen de wéréld
in te gaan. Je hebt imlmiers gezegd, dat
je liefde voelde voor haar?"
„Ik heb Mii^s BTettan ten 'hu welijk ge
vraagd". antwoordde hij'. „En nu u dit
foo zegt; ja. ik vind hét goed voor
haar, om hier weg 'te gaan. ïk denk,
dat iedere vrouw onder deze onnstandig-
heden zén Willen .gaan. Ik beschouw het
zelfs pis onkiesch, om haar te weer
houden."
„Je gevoelen van kieschheid is dan
wel 'bijzonder spitsvondig," sprak de
oude dame„Veel te scherp omi aange
naam te kunnen zijn En wil ik je
dian eens vertellen, wat nog grooter is?
Je ti'ots. Denk niet, diat je miij1 misleidt
dooi" je voorgewende kalmte; Mjk maar
eens in dien spiegel, daar achter je, en
vraag jezelven, of dat niet mogelijk is."
Hij w|as van haar stoel weggegaan en
stond nu 'blij den haardhij' volgde echter
haar raad niet op, Zoomin als hiji de
toespeling ontkende.
schaad, aanleiding zal bestaan voor de
Kamer handelend op te treden. Op grond
van bovenstaande meent het bureau, dat
het voorstel van den heer Jeronimus geen
aanbeveling verdient en stelt het voor dit
voor kennisgeving' aan te nemen.
KUNST EN WETENSCHAPPEN."
In het Archief 1922 van het
Zeeuw_ch Genootschap der Wetenschap
pen 2ijn, behalve het in April door ons
vermelde jaarverslag van den secretaris,
mi'. A. Meerkamp v. Embden ,ook op
genomen twee lezingen door leden van
het Genootschap in de winterbijeenkom-
sten gehouden, n.l. die van mr. P. J. van
Bortel overi Zeeuwsch Vlaanderen wes
telijk deel, vóór en tijdens de Fi'ansche
overheerschinjg; en die van J. H. v. T .Hjoflf
over de vroegere Poi'tugeesch-Joodsclie
gemeente en de kerkeTaad der Her
vormde^ gemeente te Middelburg'.
Voorts vindt men er nog twee kortere
bijdragen in van dr. A. A. v. Schelven
over Hermannus Faulcelius, en over een
verblijf van Francispus Gomarus' te Mid
delburg in 1585.
o
Z i e r i k z e e voor honderd
jaar, door P. D. de Vos.
Uitg. P. J. Ochtman R. W|. Jzn.
De heer De Vos, gemeente-archivaris
van Zierikzee heeft deze studie oorspron
kelijk doen verschijnen als een anikelse-
ric in de Zier. Nieuwsjb'. De belangstelling
die er voor bleek te bestaan heeft den
uitgever ertoe genoopt er een boekje
ran te maken, waaraan hij tegelijkertijd
de aantrekkelijkheid voegde van een vier
tal plaatjes, naar afbeeldingen zooai niet
precies uit het jaar 1822, dan toch ten
naastebij. 1 1
Zoo ziet men er de St. Lieven Mon-
sterkerk in den vorm dien zij had tvoor
den brand van 1832; twee gezichten op
de Steenbrug, van het Westen en
van liet Oosten, uit het midden der
achttiende eeuw; en een afbeelding van
de Nieuwe Haven met gezicht op de stad
uit 1805. i
W,al den tekst betreft, deze ueeft een
op onderhoudenden toon geschreven ver
handeling van het stadsleven in (leze
kleine stad, honderd jaar geleden dus
vóór de veranderingten in het verkeerswe
zen ook het leven daar wijzigfden. Men
maakt met den schrijver een rondwande
ling door de stad, en overal weet1 hij.' mte-,
ressante bijzonderheden te vertellen, die
vooral het leven 'dier dagen duidelijk
mteken.
o
Organisatie v'an Han
dels- en F a b' r i e k s' n d e r-
nemingën, door WKnap
W.Gzn., Uitg. J. van Boek
hoven.
Als een typografisch zeer verzorgd
werk, met tal van afbeeldingen ter ver
duidelijking van het besprokene, ver
scheen het hierboven genoemde studie
werk, in twee deelen, Waarvan het eerste
het jaartal 1919, het tweede het jaartal
1922 draagt. De volledige titel is „Orga
nisatie v. Handels- en Fabrieksondemey
mingen op preventieven grondslag", en
de verklaring van dien titel vindt men in
de volgende opmerkingen in de voorrede
„Gedurende mijn praktijk als comimer-
cieele en 'bedrijfsorganisator is mij steeds
gebleken, dat slechts in preventieven zin
Werkende arbeidsmethoden het maken
van fouten en het hierdoor ontstaan van
teleurstellingen kunnen voorkomen wor
den. In dit werk heb ik getracht een dui
delijke systematische voorstelling te ge
ven op welke wijze, in Comlmercieelen
zin, op fabriek en kantoor, de opzet
eener organisatie in. i. moet plaats grij1-
pen."
Het eerste hoofdstuk is gewijd aan afge-
meene beschouwingen over boekhouding,
het tweede hoofdstuk aan registratuur,
waarbij tallooze gekleurde platen het ge
bruik van de besproken kaartsystemen
„Ik zie er vrij slecht uit." gaf hij toe,
„df.,t weet ik wel. Maar toch vergist uzich
deaf ten zeerste in: mijn trots blijft er ge
heel buiten"
„Je maakt je ziek in het vooruitzicht,
de,t je 'haar verliezen zult. En toch wil je,'.
Ze möet dan. ook wel gek zijn, dat ze jo,u
bedankt dat is zoo.! Ik neem het dan ook
niet voor Kaar op, dat hoef je niet te den
ken. Ik beweer vols|trebt niet, dat ik er
zoozeer op gesjeld ben, d|at jij zoo mét
haar op hebt; ik had je liever iemand!
zien trouwen, die je van dienst had kun
nen zijn. je had kunnen helpen in die
misjsière.
D,aar zou je vrij wat beter aan heb
ben gedaan En ik 'begrijp zeer goed, dat
je er au ook wel degelijk je trots, .op na
hóudt, en diat je er voor bedankt, om' haar
te vragen of ze blijven wil. Maar, als je
nu toch Zooveel voelt voor die vrouw, dat
je ellendig bent zonder haar, welnu, dan
Ma ik imknërs wel wat zeggen om' haar
tot blijven te bewegen f'
„Tot de vrouw, waarmee u mij liever
niet getrouwd zag?" vroeg hij mat. „Maar
dat moet u niet doen, moeder"
„Ik zou graag' heblben, dat je trouwde.
Philip, ik zou je imlm'ers graag gelukkig
zien. Je volgt mij in 't geheel niet. Nu
de verschrikking van haar te moeten ver
liezen, je zoo ellendig mjaakt, moet je
haar ook niet verliezen, dat is mijn be
doeling"
(Wordt vervolgd)
verduidelijken. Telkens worden daarbij
als voorbeelden fabrieks- en handelson
dernemingen genomen, van door den
schrijver georganiseerde 'bedrijven, even-
;als inhei tweede deel dat'in het bijzonder
behandelt: inkoop- en materiaalverant
woording, en loonwezen en kostprijsbe
rekening. Ook bier weer wordt de tekst
verduidelijkt door talrijke schematische
voorstellingen. tcekeningen, modellen
van registers en kaarten, enz.
o
Hand b' o e k v o o r d e b o ek-
houding, door \V. Knap W.G.z'.
Uitg. J. van Boekhoven.
Tweede Druk.
Dil werk behandelt de boekhouding
speciaal naar de methode der Interna
tionale Treuhand Veieinigung, in tegen
stelling met de tol nu toe in gebft'uik
z'ljnde methoden der dubbele boekhou
ding en verscheen het eerst in 1914. Deze
tweede druk draagt het jaartal 1919.
O-
T h i e in e s Kookhoek,
door E. M. BakkerEnk.
Uitg. W. J. Thieme Cie.
„Als er een smakelijk, voedzaam' maal
met eenige afwisseling voor de verschil
lende dagen, op tafel komt, moet idatvol
doende zijn. Vele gerechten voor één
maaltijd zijn niet noodig, op den duur
zelfs vervelend. De bedoeling van
de 'berekende menu's is: met een bepaal
de som 'n doelmatig menu saimen te stel
len en te laten uitkomen, dat een hoo
gere prijs niet altijd een voedzamer \maal
verzekert."
Aldus eenige zinnen uit het voorwoord
Van dit nieuwe kookboek, ter kenschet
sing van de grondgedachte die blij' de sa
menstelling heeft voorgezeten.
Aan de eigenlijke serie van recepten
gaat vooraf een algemeen gedeelte over
de keuken, provisiekamer en kelder, hel
bewaren van levensmiddelen, werkzaam
heden in de keuken, enz.,wenken over
het inkoopen, kooptijd v.opi- verschillende
levensmiddelen, en dan komen de recep
ten. Wanneer we zeggen dal het hoek
meel' dan 380 dicht bedrukte bladzijden
telt, dan zal de lezeres ons wel blij deze
aankondiging ontslaan van de taak om
een oordeel daarover uit le spreken.
Wij kunnen hier slechts opmerken, dat
de inrichting van het boek ons zeer
praclisch lijkt, en dat de veelvuldigheid
een streven naar volledigheid openbaart.
MKiwiimiiiBMiMii» in iirfi»wnmi^gWbTaims«a««!M'-.
LANDBOUW:
Arbe i cljs veir h o(U;iding|en in d;en
Fan dbó ujw.
De oud-minister Postliuma heeft in een
rede waarmee hij de jaarvergadering van
den Nederl. Zuivelbond opende, o.
gesproken over den internationalen in
vloed op de regeling der arbeidsverhou
dingen
Hij herinnerde eraan dat in het jaar
1919 de regeeringen vain bijna alle lan
den meenden dat er buitengewone rede
nen bestonden om bij de regeling der ar
beidsverhoudingen in te grijpen, waarvan
de conferenties van Washington en Ge-
nève een uitvloeisel waren.
Toen in 1919 in Washington Ier zake
van de induistrie verschillende beslui
ten over de arbeidsverhoudingen waren
genomen, kon het niet anders, of de vraag
moest naar voren komen: en wat nu ten
aanzien van de arbeidsverhoudingen
in den landbouw? Het lag immervoor
de hand, dat die perspnen, die voor alles
zien de 'belangen van den arbeider,
zich niet zouden beperken tot wat in liun
oogen weldaden zijn te bewijzen aan de
arbeiders in de industrie, doch ernaar
zouden streven, deze geschenken ook den
kuidbouwarbeider ten goede te laten ko
men Deze vooruit te voorspellen loop
van de dingen heeft inderdaad zoo
plaats gehad en te Genève wenscht men
dan ook, in het algemeen gesproken,
den Lmdbouwarbeider gelukkig te maken
met hetgeen waarmede zijn collega in
de industrie te Washington was begiftigd.
Bat dit niet zoo voetstoots is gelukt
omdat de vraag werd opgeworpen, of
de internationale Conferentie van den ar
beid wel bevoegd was,, en dat nu onlangs
het internationaal hof te 's-Gravenhage
deze bevoegdheid heeft erkend, doet al
weer voor de zaak zelve niet veel af. De
Nederlandsche hoer dient goed te besef
fen, dat internationaal de gedachte be
staat, dat wat voor den industt'ieelen ar
beider noodig is, ter ziake van arbeids
duur, rusttijden, verzekeringen enz. enz
ook ten goede moet komen aan den land
arbeider Een en ander geldt zoowel ten
aanzien van mannen, vrouwen, als
jonge menschen en kinderen. Deze ge
dachte 'heeft internationaal posj gevat en
wordt nu verder uitgewerkt door het In
ternationaal Arbeid's[bureau le Genève.
Zooals spreker opmerkte, bemoeide de
arbeidsconferentie te Genève zich verle
den jaar met den leeftijd, waarop kinde
ren tot den landarbeid kunnen worden
toegelaten, het recht 'van vereenigen en
vergaderen voor landarbeiders' (een
vraagstuk, dat voor ons land heelemaal
geen vraagstuk is) en de vergoeding' bij'
ongevallen (zoo iets als onze wettelijke
aansprakelijkheid) en verder met de so
ciale verzekeringen en het technisch
onderwijs voor landarbeiders. In zoo'n
conferentie komen dan verschillende sta
ten samen, ieder vertegenwoordigd door
twee regeeringsafgevaardigden, een afge
vaardigde voor de werkgevers en een
voor de werknemters Datgene wat zoo'n
vergadering aanneemt in den vorm! van
een overeenkomst,' moet door de ver
tegenwoordigde staten aan hun daar
toe bevoegde organen, in ons laad aan
de Kamers der Statcn-Genenial, ter be
krachtiging worden voorgelegd. De vraag,
of in den landbouw cie acht uren-dag zal
gelden, zal ongetwijfeld in de naaste
toekomst in een der conferenties een
punt van bespreking uitmaken, én af
gevaardigden van alle deelen der wereld
zullen er dan mede over beslissen, of
de Nederlandsche regeering aün de Ne
derlandsche Kamér der Stateri-Generaal
een wetsontwerp zal voorleggen, waarbij:
een eventueel te Genève gënomen ovér-
eenkomsf. urn overal in den landbouw
den achl-uren-dag in te voeren, zal wor
den bekrachtigd.
En nu kan mén «elooven, zooals spre
ker onlangs in een der landbouwbladen
van een scherp opmerker las, dal de
resultaten, opgedaan bij den achl-uren-
daig in de industrie toch wel genoeg
afschrikken, om bij' den landbouw' daar
mede niet te 'beginnen, spreker vleit zich
mét die hoop niet. De Wereld telt nil een
maal drijvers genoeg, en wij leven tegen
woordig in een tijd, waarin over allerlei
grenzen en onmogelijkheden ma ar wordt
heengestapt. De Nederlandsche boer moet
zich dit goed bèwust wezen en er voor
zorg dragen, dat, a1 Is dergelijke vraag
stukken wiaar op aarde dan ook aan de
orde komen hij zich zeker weet, diat
ook zijn belangen in het oog worden
gehouden.
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
Op het station le Chambérv zijn
twee kisten niet acht schilderijen, ter
Waarde van 389.000 francs, bestemd
voor Parijs, ontvreemd.
In een pand aan den Boerensteiger
te Botterdam is, een Duitscli koopman'
van z'n portefeuille met f 18000 aan
bankpapier beroofd.
o
EEN ANDERE LEZING.
Verleden week Vrijdag namen wj uit
het Dagblad van Noord Brabant een be
richt over, volgens het welke le Tilburg
ongeveer f 150.000 van de Rijkspost
spaarbank werd gehaald in verband met
de kermis.
Dit bericht, zooals het daar stond, gaf
naar ons werd medegedeeld, een zéér
verseerden indruk. Wiat toch is. het geval
Te Tilburg bestaat reeds tal van jaren
de gewoonte, dat de geregelde bezoekers
der herbergen, in een afdeeling van een
aan den wand hangend kastje, bij hun 'be
zoeken als spaarpenning voor de kermis
iet; afzonderen. Iedere week wordt nage
gaan. hoeveel ieder gespaard heeft, dit
wordt aangeteekend en hel totaal bedrag;
op de rijks^postspaarbank gebracht Te
gen de kermis wordt het geld afgehaald
aan de rechthebbenden gegeven. Nu zïj
tot geruststelling van de anti-kermisgenoi-
ten en van de drankbestrijders opge
merkt dat ei' geen sprake van is, dat al
dal geld op de kermis wordt opgemaakt
of voor sterken drank wordt besteed.
Een 'bewijs voor het eerste is, dat tegen
de kermtis 1900 passen werden afgegeven,
waaruit blijkt, dat vele het geld besteden
voor een reis. Het tweede blijkt uit het
droogleggen van Tilburg gedurende de
kermisdagen, zoodat hoogstens vooruit of
clandestien sterken drank is te verkrijgen
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding! van het bericht over
den voetbalwedstrijd Middelburg lVlis-
singen I in uw blad van Maandag j.L,
verzoek ik u beleefd het navolgende
wel te willen opnemen.
Dat na afloop van den wedstrijd de
ruzie in handtastelijkheden dreigde
over te glaan, is waarschijnlijk alleen ge
constateerd door uwen berichtgever,
evenals het door de politie van het ter
rein verwijderen der spelers en nieuws
gierigen.
Voorts is het opmerkelijk, dat blijk
baar veel spelers en het grootste gedeelte
van het publiek weinig of niet op de
hoogte is van de spelregels, vooral wiait
de buitenspelregels betreft.
Gaarne breng ik even onder 'de aan
dacht, dat, wanneer eén speler zich in
buitenspel-positie bevindt en den bal van
een der spelers van de tegenpartij1 ont
vangt, de buitenspel-positie opgeheven is.
Dit was ook het geval met het vierde
doelpunt van Middelburg en was dus de
scheidsrechter volkomfen juist in zijn 'be
slissing
Hoogachtend,
F. W. 'BERGMANN.
Middelburg, 11 Sept. 1922
(De tegenspraak van den inzender ver-
baast ons ietwat Want volgens onze in-
inlichtingén heeft wel degelijk de politie
het terrein ontruimd, en dat nog wet
op verzoek van den secretaris van de
Commissie van Toezicht op het gemeen
telijk Sportterrein Wil de inzender dit
ontkennen? En ook dat dit verzoek zon
der eenige aanleiding geschiedde?
Wat de inzender verder opmerkt over
de onbekendheid van veel spelers en toe
schouwers met de spelregels, is maar al
te waar Red.)