FEUILLET B IJ V O E G S E L Zuster Brettan's Liefde. BfHTENLAO. van d b Woensdag 5 Juli 1922, No. 156. 12.) mm .VAN EEN BEZOEK VAN HOLLANDSCHE JOURNALISTEN AAN DENEMARKEN. Kopenhagen, 1 J.uli. t II. Het is hij 11 a middernacht, nu ik in (pen ruime beha-gelijke kamer van het voor treffelijke hotel Phoenix dezen tweeden brief schrijf naar Holland. Bijna mid dernacht, m!aar de luicht is nog licht, zooals bij ons om! tien uur. We maken hier namelijk het ongewone voorrecht mtee van de „witte nachten", die wel niet heelemaal blank zijn, zooals de dag nachten in Petrograd, maar die toch de aanwezigheid doen voelen van liet be roemde Noorderlicht. Ornl twaalf uur is' het eerst volop donker, maar om twee uur daagt alweer de ochtend mét zijn nieuwe Oosterlicht. Het is, alsof deze absentie van de duisternis een symbool wil zijh van ons bezoek aan Denemarken. Rust namelijk kennen we niet, ieder uur, elke minuut van den lang;en dag is gevuld met nieuwe sensaties, we worden vertroeteld, gevierd en gekoesterd, maar ik moet af en toe denken aan het vers1 van v. d.. Woestijne, waarin hij' de pijn en de zwaarte van het al-maar-door-ontvangen bezingt! We zijn nu amper twee dagen hier, en reeds „dreht's wie ein Mühlrad im' Kopf herum", en m'oet ik moeite doen om me te herinneren, wat ik gasteren be leefde. Ik zal intusschen mijn best doen in m'n verhaal zoo ordelijk m'ogeljijfe 'te zijn. t. Gisteren nam ik afscheid van u aan den lunch, die zooals ik schreef, uit niets dan schotels met hors d'oeuvre be stond, de Deen spreekt meen ik van istmbrrebröd. Welnu thans: ontmbet ik u opnieuw aan een maaltijd, een schitte rend diner in hotel Veivel, vlak naast het 'beroemde Tivoli, waar ruimte trap pen met dikke roode loopers', en crème kleurige deuren, ons' toegang gaven tot keurige zaaltjes', en waar de hors' d'oeu vre tot een toppunt van epicuristische genieting werd opigtevoerd. Imtaiters' voljg- de men de Deensiche methode bij' groo- te diners, dat de hors' d'oeuvre gebruikt werd in een aparte zaal, waar de tafel, glanzend verlicht, tot stikkens toe vol stond mtet de fijhste voorgerechten, op de meest delicate en fantastische wijze .uitgestald. In het midden van de tafel stond een molen van suikerwerk, de ka viaar prijkte op een toren van ij's', reu zenkreeften domtmtelden op de schotels met kreeften-imayonaise, etc. etc'. En alle gasten kregen een bord in de handen en wandelden de tafel rond, om! van de-> ze culinaire heerlijkheden stuk voor stuk te genieten. En de sardines, ansjovis, Russische eieren, garnalen enz. werden weggespoeld met akavid, den nationalen Deens'chen bitter, die bij1 geen enkel di ner, ook tus-^chen de gangen door, ont breekt. Het diner zelf was' naar rato, en ik heb getaterkt, dat evenals in Molnar's „De Zwaan" ook in Denemarken een first class diner niet plaats heeft zonder dat de kelïners' militair-gedisciplineerd de schotels ronddeelen. Staatsraad Hansen, Geautoriseerde vertaling naar bet Engelsch van LEONARD MERRTCK. door E. H. (NadTuk verboden). „Wat was uwWilt u niet gaan zitten? Wat was uw vorige betrek king?" Mary moest de lippen vochtig maken. „Op het oogenblik", zei ze, „bevind ik mij in een onaangename positie Ik ben alvast begonnen, met u te vertellen, dat ik hier vreemd ben en ik ondervind, dat dit een grooe belemmering is, om iets te doen te krijgen. Daar niemand mij kent, heb ik natuurlijk ook geen vrienden, waar ik de menschen naar verwijzen kan, en dat is nu eenmaal zoo: de menschen schijnen te denken, dat een vreemde een onbetrouwbare persoonlijkheid is," Ze keek op naar eenig teeken van in stemming op het ongevoelig gelaat vóór haar; maar dit bleef even uitdrukkings loos als de strakke, stijve meubelen, „Zooals ik reeds zei, heb ik langdurige ervaring van verpleging, als u dit dus verlangt van de juffrouw van gezelschap, dan zou ik het klinkt misschien ver waand zeer goed van dienst kunnen zijn. Daar ben ik juist in geoefend," die een krachtig! aandeel in de voorbe reiding van de „Udstilling? nam', presi deerde, links van hem zat onze gezant Ridder van Rappard, een diplomaat uit de beminnelijke school, rechts baron Krayenhoff, vervolgens consul Rietber gen; er werden aan tafel vijf talen ge sproken, en in vier werd getoast (het Duitsch kWam' ditmaal in verdrukking). Een aardig moment: toen bij'de pudding ook de molen-van-zooeven weer werd binnengedragen, ging het electrisCh licht uit en brandde in den molen een rood lampje. Na aflloop zijn de HollandsChe jour nalisten nog mteegetroond naar het cl!ubL huis van de Kopenhaagjsche collegia's, waar het buitengewoon gezellig en on gekend vriendschappelijk' toegaat. De conxervatie.f zit hier broederlijk bijl den .sociaal-democraat (is een dergelijk' clubj- huis in Holland wel mbgelijk) en de geest van broederschap stak ons alle maal zoo hevig aan, dat wij' jaa het Wil helmlus uit volle borst deInterna tionale meezongen, tot kinderlijke vreug de van onzen rooden DeensChen 'collegia, een typische Dickensfiguur, die, naar hij vertelde, binnen een jaar met een staatsstipendium' naar Holland reist voor journalistisChe studie. Wij, Hollanders, hadden gelegenheid ons' over deze Deen- sChe reg;eeringswij'sheid en -ruimheid te verbazen, terwijl omgekeerd de 'DeneD zich verbaasden en amiuseerden, toen ze hoorden van onze 49 candidatenlij'sten. Het Deensbhe volk schijnt politiek on eindig veel gesChoolder dan wij', en de godsdienstige antithese is op politijek ter rein onbekend. Overigens geldt voor ons verblijf in dit allercharmantste journalistenheim': „the rest iswhiskey and silence!" Hedenmorgen, den mbrgten van de feestelijke opening, was: Kopenhagen al vroeg vol bedrijvigheid. Taxi's: met offï- cieele en officieuze inzittenden reden af en aan, en het kranige muziekkorps van Goulmy en Baar, zoo ornamentaal moge lijk uitgedost, met blinkende schelleboo- men en vliegende vaandels', maakte een wandeling door de straten, en bracht den Hollandschen gezant, die met zijn familie op het bal'cön vers'cheen, een aubade. Dit voortreffelijk muziekkorps Is n u al populair in de stad. Toen de Koning om ongeveer elf uur op het tentoonstellingsterrein verscheen, speelden de „Goulmysten" het grillige Deensche volkslied, de Deensche vlag, rood met een wit kruis, werd gteheschen, daarna weerklonk het plechtigte^Wilhel mus, en het rood-wit-blauw klom! statig langs een blanke mast naar boven. In het koloniaal gebouw werden de gasten verzameld, de Koning en de Koningin namen plaats onder een rijk-uitgedoste zonnescherm, en de mijmerende Boed dha-beelden van Midden-Java zagen on- stoord en roerloos op al het gedoe neer. Ridder van Rappard opende. Hij' sprak in het DeensCh, en daar hij' het lang zaam deed, kon ik hem) vrij' aardig vol gen. Hij vergat niet, wat zeer sympa thiek aandeed, den ij'ver van de Deen- s'che arbeiders te prijzen, die hard moes ten werken om de tentoonstelling klaar te krijgen. Vervolgens sprak de Deensche minis ter van 'buitenlandsche zaken, de heer Scavenius ,en daarna prof. Treub', voor zitter van het Nederlandsche tentoonstel lingscomité, die zijh Deensch van het blad las, en merkwaardige dingen 'be toogde over de noodzaak van economi sche samenwerking tuss'chen de kleine staten in deze ontwrichte tijdenvoor een goed verstaander richtte hij' 'n pijl tje af op het Deensiche protectie-systeemi, dat den handel op het land thans zoo moeilijk .maakt. De koning en de koningin, resp. ver gezeld door prof. Treub' en ridder Van Rappard, maakten na de opening taet de overigte prinsen en prinsessen uit het De getrouwde dochter vroeg: „Dus u bedoelt, dat u verpleegster is geweest? Maar niet hier?" „Neen, niet hier", herhaalde Mary. „Maar dat hoeft daarom geen beletsel te zijn „O, zeker niet. We hebben vandaag al vele jonge vrouwen gehad. Maar moet ik het dan nu zóó begrijpen, dat u niemand heeft, die referentiën van u kan geven?" „Ja, ongelukkigerwijze is dat het ge val, Maar ik hoop, dat u dit niet als een onoverkomelijk bezwaar beschouwt. Dienstboden neemt men toch ook soms zonder getuigen, als „Ik neem nooit een dienstbode zonder getuigen. Neen; zoo iets heb ik waarlijk nooit gedaan!" „Ik bedoel niet u persoonlijk", zei Mary, ijlings weer op haar woorden te rugkomend; maar mèn, in het alge meen „Ik ben juist zér voorzichtig op dit punt; en mijn moeder eveneens." „Nu, ik bedoel dan ook, dat men in het algemeen zich wel eens verplicht ziet, dienstboden zonder getuigen te nemen, als men erg in nood zit," „Onze dienstboden blijven veel te graag bij ons. Moeder heeft onze tegen woordige keukenmeid acht jaar gehad en de vorige kwam er eindelijk toe, om weg te gaan, omdat een zeer achtens waardige jonge man en een jonge man, die beslist een zeer goede positie had, haar een huwelijksaanzoek deed. Zij was hier zelfs nog over de acht jaar koninklijk huis een rondwandeling' oVer hel terrein, dat er in de schaterende zon allervroolijkst uitzag. De lange ge stalte van den koning, in een gtekleede jas, verdween telkens in een of ander gebouw, en met een soepele belangstel? ling stelde hij allerlei vragen. Toen hij in het zaaltje van toegepiaste kunst de fraaie opvallende meuhbls' z'ag van on zen genialen architect M. de Klerk, zej hij tot den heer Tjeenk, die voor deze afdeeling zorgde„vous êtes plus mo derne que nous1, je vous félicite". In het kleurige MenangbKabausche huis met zijn' golvend rietdak, 'waar de Ver- eeniging van Theecultuur door Javaan- sche bedienden thee laat serveeren, werden den koning eenige theebussen aangeboden. "Wynand Fockinjg liet hem de Hollandsche likeur proeven, en had eveneens in een kruikje van blauw aar dewerk voor een souvernir gezorgd. De koning toonde zich bijster ingenomen met het glundere oud-Holland, waar Pisuisse zijh DeensCh luchtte, en waar speciaal eenige „Volendamsche" harmo nica-muzikanten (afkomstig uit de Jor- daan, maar door den koning aangespro ken als vislsfchers!) en een plechtig vendel, dat het Deensche valkslied en „Wilt he den nu treden" zong, 's koniuigs bijzon dere lachende attentie trokken. Toen de koning en de koningin, vertrokken, verze- zekerden ze incognito nog eens terug te komen, o'm' de tentoonstelling wat intensiever te bezien dezte belofte te te kent. de gestemdheid die onze Holland sche expositie bijl de vorstelijke personen heeft opgewekt. Natuurlijk behoef ik niet te zeggen, dat de mannen van Goulmy en Baar, die gedeeltelijk' in, ten deele in een phalanx vóór de muziektent hadden plaats genomen, zich nog! herhaalde ma len lieten hooren. Toen de koning in een auto verdW'een, deed de onaandoen lijkheid van het Deensche publiek, dat wel in dikken drom langs de straat stond, voor den Hollander vreemd aan. Maar de Kopenhagers zien hun vorst zóó vaak in de stad WSandelen, dat zij niet gewoon meer zijh hemi toe te juichen. Zonder dat is hij toch populair genoeg In den middag bezochten wij het oude slot Rosenburg, oorspronkelijk geslicht door den bbuWlustigen en enerigieken Christiaan IV, die de Hollandsche re naissance 'höven alles stelde. w!at ook in de architectuur van dit kasteel dui delijk te zien is', 't Is thans ingericht tot 'n miuseu'm' en bevat, in chronologische volgorde, een stehat van rijkdommen, o.a. aan Perzische tapijten, Venetiaansch glas en Deensch porcelein, die achtereenvol gens door de 'verschillende prachtlielvende vorsten en vorstinnen na Christiaan IV zijn bijeengebracht. De meeste vertrekken zijn helaas te klein en misschien ook te donker, om den overvloed, hier hij'een goed te laten uitkomten. Het is int,usr schen niet onbegrijpelijk, dat Gladstone de beroemde Engelsche staatsman, hier een heelen middag doorbracht. Interes sant was vervolgens een boottocht door de Kopenhaagsche havens, die zich ook in den oorlogstijd nog steeds, hebben uit gebreid, doch Waar minder vertier is dan in Rotterdam (ook gevolg van het pro- tectiestelsel?) en op den Sont langs dfc vestingen die hier tegten ZWeden zijn aan gelegd en als groote gebombeerde deksels boven het heldere water uitsteken. We bezichtigden nog een fenomenale ijzer gieterij met een nieuw koepelgehouw dat de grootste koepelronding heeft van de heele wereld. Men voelt er zich als in een imtaens. circus. De middellijh bedraagt ruim 90 Meter Vervolgens bezochten wte de Tuborgi- brouw'erij, die vanwege den Zaterdagf- tmiddag slechts 'gedeeltelijk in bedrijf was, en waar we opnieuw een <glan- zenden indruk kregen van de Deen sche reinheid. Deze brouwerij! levert ex port-bier voorde heele wereld. Heb Deen sche bier Zelf is voor de Hollandsche tong te licht; gevolg van 't westelijk voorschrift dat het maar 3 pielt, alcohol mag bevatten. De energieke directie is bezig op haar terrein een nieuwe mine raalwater fabriek te bouwen, die de grootste zal Worden van heel Europa. De dag werd besloten mtet een auto" tocht langs de „Deensche riviera", maar bijaldien voor den Zondag' een nieuwe auto-reis in die richting op het pro gram staat, kian ik onze bevindingen be waren voor mi'n Volgenden brief. G. A. SCHILP. KERKNIEUWS. Geref. Kerk. Op het tweetal te Charlois (Rotter dam, 2de pred. plaats!) koiht voor ds. C. J. Wielenga, te Zierikzee. Op het tweetal te Smilde komt voor ds. A. Seheele te Kapelle-Biezteling'e. (Stand.) ONDERWIJS. geweest; twaalf geloof ik, dertien. Wat het eerst dit jonge mensch over haar deed denken, was het groot aantal jaren, dat mijn moeder haar bij zich gehouden had. Ik ben overtuigd, dat, onder gééner- lei conditie, mijn moeder haar toestem ming zou geven, om hier in huis te nemen iemand, die geen bewijs kon geven van haar 'betrouwbaarheid en haar goed gedrag." „Bedoelt u, mevrouw, dat u mij niet kunt aannemen? 't Is' een gjeval van er op of er onder voor mij", riep Mary. „Och, laat ik de dame toch zelf eens' mogen spreken!" „Uw' manier van optreden," viel de ge trouwde dochter in, „is vreemd. Veel te aanmatigend voor ,uw' positie". Ze istond op. ,,'t Zal ;u beter passen, als U minder hooghartig' in uw spreken is; wat minder op Uw istuk blijft staan; uw manier van doen neemt niet voor u m. O, als 't u blieft, gleen overdrevenheid,miss!" „Overdrevenheid?" hijgde Mary. „Ik 'ben met overdreven. Maar 't was mijn laatste hoop, ziet u, en die is nu ver vlogen. Ik wensch u goeden dag, mé- vrouw." Zoo véél was er gebeurd, binnen en ook buiten dat de Wteg'en al met een laagje sneeuiw' overdekt waren, toen ze „Frebarthia" verliet, en dat het dwarrelen van de witte vlokken nu tot een .g!e- regtelden val' Was' geworden. In 't eerst was zij er haast ongevoelig voor: de wan hoop in het harte hield de koude buiten en dreei baar een tijdlang voort, in ijlen de haast. Ademlods prevelde zij eenigje Geslaagd te Amsterdam voor het prop. examen theologie de heer I. War- menhoven te M i d d e 1 b u r g. N ij v e r h e i d s o n d e r w ij s In verband met de advertentie in ons num'mcr van Zaterdag, herinneren 'wij' er aan dat mórgen, 6 Juli en Donderdag 13 Juli, des avonds' van 8—9i/2 uur in het Mitilair Tehuis alhier en in dat te V1 i s s' i n g e n, gelegenheid is zi'ch aan te m'elden voor de cursussen, aanvarf gende 1 September a.s'. en uitgaande van de vereeniginig' voor voortgezet Nijver heidsonderwijs (V. N. O.) (Ingez. Med.) Üi^ Zetel Was een katafalk opgericht van zwart doek, waarboven zich een zwart baldakijn verhief, hoog en smal tot laan het plafond als een sombtere toren. Hier, was, omhuld door de zwart-rood-gouden rijksvlag Rathenan's lijkkist geplaatst. De banken der afgevaardigden waren stamp'- vol vertegenwoordigers van politiek, gees telijk en kunstzinnig Berlijn. Boven in de loges w'aren aanwezig ialle geZanten en zaakgelastigden van vreemde Staten in 't volle ornaat van hun rijke diplo maten-uniformen, waartusschen opviel 't zwarte rok-costuum van den Amerikaan- schen zaakgelastigde Houghton, hij' wien Rathenau nog den avond vóór den moord geweest was. In een andere loge de girij'ze moeder van den staatsman, aan wie de doode met teedere liefde gehecht w'as. Eiken dag gebruikte hij', de ongehuwde, het middag'maal bij' z'ijh moeder, om diaar- na dagelijks een half uur met haar piano te spelen a quatre mains. Ontroerd blik ten de aanwezigen van de oude, in die pen smart verzonken gestalte der grijze vrouw naar den krans met donkeriroode rozen welke naast de kist lag en waarvan het zwarte lint slechts één ontroerend woord vermeldde„Mama". Een zware last scheen op de duizend koppige menigte te rusten. Ieder voelde, hoe treurig dit oojgenblik w'as, waarin men afscheid moest nemen van een van Duitschlands beste mannen. Ieder voelde, dat het niet slechts ging, o'm! dezen doode, BERLIJNSCHE BRIEF. (No. 54).. Rathenau's uitvaart, een nationale treur dag. Een nieuw óngteluk. Op jacht naar de moordenaars. De bescherming der Repu- i bliek. Zorg en hoop'. Berlijn 28 Juni. Men m'ag zonder overdrijving zeggen dat nog nooit de stad Berlijn een harer zonen in zulk een uitvaart heeft gehul digd als den vermoorden Rijksminister Rathenau. Nog nooit w'as de ontzetting der geheele bevolking: en haar deelname zoo algemeen, zbo innig en zoo oprecht En in een openb'are plechtigheid zoo grootsch en indrukwekkend als wij! nog nooit beleefd hebben, is gisteren de uit zijn loopbaan weggerukte staatsman naar zijn laatste rustplaats geblracht. In somberen sier w'as. de groote zit tingszaal van den Rijksdag! in een mach tige doodsz'aal herschapen. Z'wiarte guir landes slingerden zich om' de tribunes om' de iw'anden in de r/ondte. Zwarte rauw'sluiers, die het licht temperden, hin gen om de lampen. Bij den presidentsf- Woorden. Ze voelde, dat zte van 'n groote hoogte gevallen was; dat de onafhanke lijkheid van haar leven met Carew een periode van kracht en waardigheid was geweest; dat ze, zooals het tot nog toe was, wel méér eerbied had weten in te boezemen aan dat domlme, arrogante schepsel, dat haar nu zoozeer vernederen kon. Wat een hatelijk, onuitstaanbaar wezen; om hij zóó iemand nog o'm' een plaatsje te moeten dingen; dat voelde ze duidelijk, nu de verontwaardiging! van het oogenblik wegtrok; ze zou 'Sterven van den honger als menschen uit een ver haal of waar men in de kranten van las'. Daar heette het dan, wegens „uitputilüngi" maar dat kwam op hetzelfde neer, enkel' deed het den lezers wat minder on- aangenaairi aan. De kracht van de op voeding gaat zóó ver ,dat, hoezeer ze ook uitzag op een dergelijk einde en hoe nabij ze het a1 was, ze zich niet kon voorstellen dat haar zoo iets overkomen zou. Toch moest het zoo gaan, h-eld ze zich voor. De wereld was op eenmiaal' zoo eindeloos ruim en leeg, maar dat Mary Brettan nu wezenlijk sterven zou, leek toch ondenkbaar overdreven. Al vooritobbend, overpeinsde ze het feit ,dat intusschen naderkwam; die ge waarwording' of de wereld maar steeds ruimer werd om' haar heen, naml ook toen. Ze voelde zich alléén, te midden van een onmeetbare uitgestrektheid. Er, scheen niets dan licht om h'aar heen; n'ets' tastbaars, niets' om! houvals1! iaan te hebben. O, God, wat wiaisi zij toch moe en zwak! Ze kon n:et veel verder gaan. maar om het voortbestaan van den Staat, die bedreigd wordt door het gevaarlijke drijven van een in 't geheim' werkende samenzwering. De Rijkspresident hield de ti-eurrede voor den overledene. Muziek opende en sloot de huldiging. De „Corio- lan-ouverture van Beethoven werd Len gehoore gebracht, de inleiding tot Sha kespeare's Treurspel, waarin een onbe grepen volksvriend ten gronde wordt ge richt. En de treurmarsch van Richard Wagner werd gehoord, die den door Ha gen verslagen Siegfried naar 't giraf leidt. Onder doffe trommelslagen werd de kist Weggedragen naar de Königsplatz voor den Rijksdag, w'aar een menigte Vian hon derdduizenden 'wachtte. Daarna ging de stoet door de stad naar 't familiegraf der Rathenau's', dat buiten in de nabijheid van een der indastrieele ondernemingen der Allgemeine Elektriiicitatsigesellschaft gelegen is. Den geheelen dag! echter duurde de treurplechtigheid min of meer voort. In massa's bewogen zich de arbeiders: door de straten, dm teglen den 'misdaad en vóór de republiek te demönstreeren. Op een groot aantal pleinen Werden bijeenkom sten gehouden, waarbij' hartstochtelijke protesten tegen de readtie de toehoor ders in actie brachten. Nooit heb' ik de geheele stad zoo in verslagenheid ge zien, doch ook nooit zóó bezield van ernstige vastberadenheid, om met ijzeren vuist de middelen aan te grijpen, waar door Duitschland uit de huidige duis tere moord-atimbspheer gevoerd zal wor den naar 't licht van de wlare vrijheid. Van alle openb'are gebouwen en vele particuliere huizen wapperden de vlag gen halfstok. En een algtemeene arbeids- rust, van den middag tot 's avonds laat, D !e s-neeuw warrelde tegten haar aan :n rukken, bleef ;n het haar hangen en istoof haar ;n oog'en en neusgaten. Haar uit- putting was overweldigend en hoeveel! mijlen ver moest ze nu nog! Ieder van de 'banken, die ze voorbij'ging, was! op nieuw een verleiding en ten slotte liet ze zich op een neervallen, te moe om' op te staan, met een huivering over al haar leden en het gelaat beschuttend tegen den storm. Ze zat daar, net als de eerste de beste landl'ooper of zwerver. Dear ze bet tot 't allerlaatst^ had uitgev houden, wist ze niet, of ze nu ooit weer zou opstaan, of niet; ze dacht er ook niet aan en gaf er niet om'. Haar leden hadden ontspanning' noodig en die zocht ze nu maar op den openbaren weg, omdat dit de eenige plaats was, waar ze rust kon vinden. En terwijl ze daar ineengedoken zat, verscheen er een tweede gestalte in helt halfduister; de gestalde van een langen, ouden man met een zwarte Lasch. Hij kWam vlugi het pad achter h|aar afgel'oo- pen, naar links' en rechts kijkend of er iels. op hem te wachten stond. Toen hij d't niet zag, floot hij, en, daar dit fluiten meteen zijn nadering! aankondigde, keek Mary op en zlaig tegelijkertijd een karretje, dat iaan den hoek van den weg| stond. De m'an 'met de tasch staarde haar aan en na een korte aarzeling btegpn hij'; ,,'t Is geen tafooi weer voor u, miss', otn liier te zitten. U i'si zeker niet wel?" (Wondt verroigd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 5