FEUILLET
B IJ V O E G S E L
Zuster Brettan's Liefde.
BfHTENLAO.
van d b
Woensdag 5 Juli 1922, No. 156.
12.)
mm
.VAN
EEN BEZOEK VAN HOLLANDSCHE
JOURNALISTEN AAN DENEMARKEN.
Kopenhagen, 1 J.uli.
t II.
Het is hij 11 a middernacht, nu ik in (pen
ruime beha-gelijke kamer van het voor
treffelijke hotel Phoenix dezen tweeden
brief schrijf naar Holland. Bijna mid
dernacht, m!aar de luicht is nog licht,
zooals bij ons om! tien uur. We maken
hier namelijk het ongewone voorrecht
mtee van de „witte nachten", die wel
niet heelemaal blank zijn, zooals de dag
nachten in Petrograd, maar die toch de
aanwezigheid doen voelen van liet be
roemde Noorderlicht. Ornl twaalf uur is'
het eerst volop donker, maar om twee
uur daagt alweer de ochtend mét zijn
nieuwe Oosterlicht.
Het is, alsof deze absentie van de
duisternis een symbool wil zijh van ons
bezoek aan Denemarken. Rust namelijk
kennen we niet, ieder uur, elke minuut
van den lang;en dag is gevuld met nieuwe
sensaties, we worden vertroeteld, gevierd
en gekoesterd, maar ik moet af en toe
denken aan het vers1 van v. d.. Woestijne,
waarin hij' de pijn en de zwaarte van
het al-maar-door-ontvangen bezingt! We
zijn nu amper twee dagen hier, en
reeds „dreht's wie ein Mühlrad im' Kopf
herum", en m'oet ik moeite doen om
me te herinneren, wat ik gasteren be
leefde. Ik zal intusschen mijn best doen
in m'n verhaal zoo ordelijk m'ogeljijfe 'te
zijn. t.
Gisteren nam ik afscheid van u aan
den lunch, die zooals ik schreef, uit
niets dan schotels met hors d'oeuvre be
stond, de Deen spreekt meen ik van
istmbrrebröd. Welnu thans: ontmbet ik u
opnieuw aan een maaltijd, een schitte
rend diner in hotel Veivel, vlak naast
het 'beroemde Tivoli, waar ruimte trap
pen met dikke roode loopers', en crème
kleurige deuren, ons' toegang gaven tot
keurige zaaltjes', en waar de hors' d'oeu
vre tot een toppunt van epicuristische
genieting werd opigtevoerd. Imtaiters' voljg-
de men de Deensiche methode bij' groo-
te diners, dat de hors' d'oeuvre gebruikt
werd in een aparte zaal, waar de tafel,
glanzend verlicht, tot stikkens toe vol
stond mtet de fijhste voorgerechten, op
de meest delicate en fantastische wijze
.uitgestald. In het midden van de tafel
stond een molen van suikerwerk, de ka
viaar prijkte op een toren van ij's', reu
zenkreeften domtmtelden op de schotels
met kreeften-imayonaise, etc. etc'. En alle
gasten kregen een bord in de handen
en wandelden de tafel rond, om! van de->
ze culinaire heerlijkheden stuk voor stuk
te genieten. En de sardines, ansjovis,
Russische eieren, garnalen enz. werden
weggespoeld met akavid, den nationalen
Deens'chen bitter, die bij1 geen enkel di
ner, ook tus-^chen de gangen door, ont
breekt.
Het diner zelf was' naar rato, en ik
heb getaterkt, dat evenals in Molnar's „De
Zwaan" ook in Denemarken een first
class diner niet plaats heeft zonder dat
de kelïners' militair-gedisciplineerd de
schotels ronddeelen. Staatsraad Hansen,
Geautoriseerde vertaling naar bet
Engelsch van
LEONARD MERRTCK.
door E. H. (NadTuk verboden).
„Wat was uwWilt u niet gaan
zitten? Wat was uw vorige betrek
king?"
Mary moest de lippen vochtig maken.
„Op het oogenblik", zei ze, „bevind ik
mij in een onaangename positie Ik
ben alvast begonnen, met u te vertellen,
dat ik hier vreemd ben en ik ondervind,
dat dit een grooe belemmering is, om
iets te doen te krijgen. Daar niemand
mij kent, heb ik natuurlijk ook geen
vrienden, waar ik de menschen naar
verwijzen kan, en dat is nu eenmaal
zoo: de menschen schijnen te denken,
dat een vreemde een onbetrouwbare
persoonlijkheid is,"
Ze keek op naar eenig teeken van in
stemming op het ongevoelig gelaat vóór
haar; maar dit bleef even uitdrukkings
loos als de strakke, stijve meubelen,
„Zooals ik reeds zei, heb ik langdurige
ervaring van verpleging, als u dit dus
verlangt van de juffrouw van gezelschap,
dan zou ik het klinkt misschien ver
waand zeer goed van dienst kunnen
zijn. Daar ben ik juist in geoefend,"
die een krachtig! aandeel in de voorbe
reiding van de „Udstilling? nam', presi
deerde, links van hem zat onze gezant
Ridder van Rappard, een diplomaat uit
de beminnelijke school, rechts baron
Krayenhoff, vervolgens consul Rietber
gen; er werden aan tafel vijf talen ge
sproken, en in vier werd getoast (het
Duitsch kWam' ditmaal in verdrukking).
Een aardig moment: toen bij'de pudding
ook de molen-van-zooeven weer werd
binnengedragen, ging het electrisCh licht
uit en brandde in den molen een rood
lampje.
Na aflloop zijn de HollandsChe jour
nalisten nog mteegetroond naar het cl!ubL
huis van de Kopenhaagjsche collegia's,
waar het buitengewoon gezellig en on
gekend vriendschappelijk' toegaat. De
conxervatie.f zit hier broederlijk bijl den
.sociaal-democraat (is een dergelijk' clubj-
huis in Holland wel mbgelijk) en de
geest van broederschap stak ons alle
maal zoo hevig aan, dat wij' jaa het Wil
helmlus uit volle borst deInterna
tionale meezongen, tot kinderlijke vreug
de van onzen rooden DeensChen 'collegia,
een typische Dickensfiguur, die, naar
hij vertelde, binnen een jaar met een
staatsstipendium' naar Holland reist voor
journalistisChe studie. Wij, Hollanders,
hadden gelegenheid ons' over deze Deen-
sChe reg;eeringswij'sheid en -ruimheid te
verbazen, terwijl omgekeerd de 'DeneD
zich verbaasden en amiuseerden, toen ze
hoorden van onze 49 candidatenlij'sten.
Het Deensbhe volk schijnt politiek on
eindig veel gesChoolder dan wij', en de
godsdienstige antithese is op politijek ter
rein onbekend.
Overigens geldt voor ons verblijf in dit
allercharmantste journalistenheim': „the
rest iswhiskey and silence!"
Hedenmorgen, den mbrgten van de
feestelijke opening, was: Kopenhagen al
vroeg vol bedrijvigheid. Taxi's: met offï-
cieele en officieuze inzittenden reden af
en aan, en het kranige muziekkorps van
Goulmy en Baar, zoo ornamentaal moge
lijk uitgedost, met blinkende schelleboo-
men en vliegende vaandels', maakte een
wandeling door de straten, en bracht
den Hollandschen gezant, die met zijn
familie op het bal'cön vers'cheen, een
aubade. Dit voortreffelijk muziekkorps Is
n u al populair in de stad.
Toen de Koning om ongeveer elf uur
op het tentoonstellingsterrein verscheen,
speelden de „Goulmysten" het grillige
Deensche volkslied, de Deensche vlag,
rood met een wit kruis, werd gteheschen,
daarna weerklonk het plechtigte^Wilhel
mus, en het rood-wit-blauw klom! statig
langs een blanke mast naar boven. In
het koloniaal gebouw werden de gasten
verzameld, de Koning en de Koningin
namen plaats onder een rijk-uitgedoste
zonnescherm, en de mijmerende Boed
dha-beelden van Midden-Java zagen on-
stoord en roerloos op al het gedoe neer.
Ridder van Rappard opende. Hij' sprak
in het DeensCh, en daar hij' het lang
zaam deed, kon ik hem) vrij' aardig vol
gen. Hij vergat niet, wat zeer sympa
thiek aandeed, den ij'ver van de Deen-
s'che arbeiders te prijzen, die hard moes
ten werken om de tentoonstelling klaar
te krijgen.
Vervolgens sprak de Deensche minis
ter van 'buitenlandsche zaken, de heer
Scavenius ,en daarna prof. Treub', voor
zitter van het Nederlandsche tentoonstel
lingscomité, die zijh Deensch van het
blad las, en merkwaardige dingen 'be
toogde over de noodzaak van economi
sche samenwerking tuss'chen de kleine
staten in deze ontwrichte tijdenvoor
een goed verstaander richtte hij' 'n pijl
tje af op het Deensiche protectie-systeemi,
dat den handel op het land thans zoo
moeilijk .maakt.
De koning en de koningin, resp. ver
gezeld door prof. Treub' en ridder Van
Rappard, maakten na de opening taet
de overigte prinsen en prinsessen uit het
De getrouwde dochter vroeg:
„Dus u bedoelt, dat u verpleegster is
geweest? Maar niet hier?"
„Neen, niet hier", herhaalde Mary.
„Maar dat hoeft daarom geen beletsel te
zijn
„O, zeker niet. We hebben vandaag
al vele jonge vrouwen gehad. Maar
moet ik het dan nu zóó begrijpen, dat
u niemand heeft, die referentiën van u
kan geven?"
„Ja, ongelukkigerwijze is dat het ge
val, Maar ik hoop, dat u dit niet als een
onoverkomelijk bezwaar beschouwt.
Dienstboden neemt men toch ook soms
zonder getuigen, als
„Ik neem nooit een dienstbode zonder
getuigen. Neen; zoo iets heb ik waarlijk
nooit gedaan!"
„Ik bedoel niet u persoonlijk", zei
Mary, ijlings weer op haar woorden te
rugkomend; maar mèn, in het alge
meen
„Ik ben juist zér voorzichtig op dit
punt; en mijn moeder eveneens."
„Nu, ik bedoel dan ook, dat men in het
algemeen zich wel eens verplicht ziet,
dienstboden zonder getuigen te nemen,
als men erg in nood zit,"
„Onze dienstboden blijven veel te
graag bij ons. Moeder heeft onze tegen
woordige keukenmeid acht jaar gehad
en de vorige kwam er eindelijk toe, om
weg te gaan, omdat een zeer achtens
waardige jonge man en een jonge
man, die beslist een zeer goede positie
had, haar een huwelijksaanzoek deed.
Zij was hier zelfs nog over de acht jaar
koninklijk huis een rondwandeling' oVer
hel terrein, dat er in de schaterende
zon allervroolijkst uitzag. De lange ge
stalte van den koning, in een gtekleede
jas, verdween telkens in een of ander
gebouw, en met een soepele belangstel?
ling stelde hij allerlei vragen. Toen hij
in het zaaltje van toegepiaste kunst de
fraaie opvallende meuhbls' z'ag van on
zen genialen architect M. de Klerk, zej
hij tot den heer Tjeenk, die voor deze
afdeeling zorgde„vous êtes plus mo
derne que nous1, je vous félicite".
In het kleurige MenangbKabausche huis
met zijn' golvend rietdak, 'waar de Ver-
eeniging van Theecultuur door Javaan-
sche bedienden thee laat serveeren,
werden den koning eenige theebussen
aangeboden. "Wynand Fockinjg liet hem
de Hollandsche likeur proeven, en had
eveneens in een kruikje van blauw aar
dewerk voor een souvernir gezorgd. De
koning toonde zich bijster ingenomen
met het glundere oud-Holland, waar
Pisuisse zijh DeensCh luchtte, en waar
speciaal eenige „Volendamsche" harmo
nica-muzikanten (afkomstig uit de Jor-
daan, maar door den koning aangespro
ken als vislsfchers!) en een plechtig vendel,
dat het Deensche valkslied en „Wilt he
den nu treden" zong, 's koniuigs bijzon
dere lachende attentie trokken. Toen de
koning en de koningin, vertrokken, verze-
zekerden ze incognito nog eens terug
te komen, o'm' de tentoonstelling wat
intensiever te bezien dezte belofte te te
kent. de gestemdheid die onze Holland
sche expositie bijl de vorstelijke personen
heeft opgewekt. Natuurlijk behoef ik niet
te zeggen, dat de mannen van Goulmy
en Baar, die gedeeltelijk' in, ten deele in
een phalanx vóór de muziektent hadden
plaats genomen, zich nog! herhaalde ma
len lieten hooren. Toen de koning in
een auto verdW'een, deed de onaandoen
lijkheid van het Deensche publiek, dat
wel in dikken drom langs de straat
stond, voor den Hollander vreemd aan.
Maar de Kopenhagers zien hun vorst zóó
vaak in de stad WSandelen, dat zij niet
gewoon meer zijh hemi toe te juichen.
Zonder dat is hij toch populair genoeg
In den middag bezochten wij het oude
slot Rosenburg, oorspronkelijk geslicht
door den bbuWlustigen en enerigieken
Christiaan IV, die de Hollandsche re
naissance 'höven alles stelde. w!at ook
in de architectuur van dit kasteel dui
delijk te zien is', 't Is thans ingericht tot
'n miuseu'm' en bevat, in chronologische
volgorde, een stehat van rijkdommen, o.a.
aan Perzische tapijten, Venetiaansch glas
en Deensch porcelein, die achtereenvol
gens door de 'verschillende prachtlielvende
vorsten en vorstinnen na Christiaan IV
zijn bijeengebracht. De meeste vertrekken
zijn helaas te klein en misschien ook te
donker, om den overvloed, hier hij'een
goed te laten uitkomten. Het is int,usr
schen niet onbegrijpelijk, dat Gladstone
de beroemde Engelsche staatsman, hier
een heelen middag doorbracht. Interes
sant was vervolgens een boottocht door
de Kopenhaagsche havens, die zich ook
in den oorlogstijd nog steeds, hebben uit
gebreid, doch Waar minder vertier is dan
in Rotterdam (ook gevolg van het pro-
tectiestelsel?) en op den Sont langs dfc
vestingen die hier tegten ZWeden zijn aan
gelegd en als groote gebombeerde deksels
boven het heldere water uitsteken. We
bezichtigden nog een fenomenale ijzer
gieterij met een nieuw koepelgehouw
dat de grootste koepelronding heeft van
de heele wereld. Men voelt er zich als
in een imtaens. circus. De middellijh
bedraagt ruim 90 Meter
Vervolgens bezochten wte de Tuborgi-
brouw'erij, die vanwege den Zaterdagf-
tmiddag slechts 'gedeeltelijk in bedrijf
was, en waar we opnieuw een <glan-
zenden indruk kregen van de Deen
sche reinheid. Deze brouwerij! levert ex
port-bier voorde heele wereld. Heb Deen
sche bier Zelf is voor de Hollandsche
tong te licht; gevolg van 't westelijk
voorschrift dat het maar 3 pielt, alcohol
mag bevatten. De energieke directie is
bezig op haar terrein een nieuwe mine
raalwater fabriek te bouwen, die de
grootste zal Worden van heel Europa.
De dag werd besloten mtet een auto"
tocht langs de „Deensche riviera", maar
bijaldien voor den Zondag' een nieuwe
auto-reis in die richting op het pro
gram staat, kian ik onze bevindingen be
waren voor mi'n Volgenden brief.
G. A. SCHILP.
KERKNIEUWS.
Geref. Kerk.
Op het tweetal te Charlois (Rotter
dam, 2de pred. plaats!) koiht voor ds. C. J.
Wielenga, te Zierikzee.
Op het tweetal te Smilde komt voor
ds. A. Seheele te Kapelle-Biezteling'e.
(Stand.)
ONDERWIJS.
geweest; twaalf geloof ik, dertien. Wat
het eerst dit jonge mensch over haar
deed denken, was het groot aantal jaren,
dat mijn moeder haar bij zich gehouden
had. Ik ben overtuigd, dat, onder gééner-
lei conditie, mijn moeder haar toestem
ming zou geven, om hier in huis te
nemen iemand, die geen bewijs kon
geven van haar 'betrouwbaarheid en haar
goed gedrag."
„Bedoelt u, mevrouw, dat u mij niet
kunt aannemen? 't Is' een gjeval van er op
of er onder voor mij", riep Mary. „Och,
laat ik de dame toch zelf eens' mogen
spreken!"
„Uw' manier van optreden," viel de ge
trouwde dochter in, „is vreemd. Veel te
aanmatigend voor ,uw' positie". Ze
istond op. ,,'t Zal ;u beter passen, als
U minder hooghartig' in uw spreken is;
wat minder op Uw istuk blijft staan; uw
manier van doen neemt niet voor u m. O,
als 't u blieft, gleen overdrevenheid,miss!"
„Overdrevenheid?" hijgde Mary. „Ik
'ben met overdreven. Maar 't was mijn
laatste hoop, ziet u, en die is nu ver
vlogen. Ik wensch u goeden dag, mé-
vrouw."
Zoo véél was er gebeurd, binnen
en ook buiten dat de Wteg'en al met een
laagje sneeuiw' overdekt waren, toen ze
„Frebarthia" verliet, en dat het dwarrelen
van de witte vlokken nu tot een .g!e-
regtelden val' Was' geworden. In 't eerst
was zij er haast ongevoelig voor: de wan
hoop in het harte hield de koude buiten
en dreei baar een tijdlang voort, in ijlen
de haast. Ademlods prevelde zij eenigje
Geslaagd te Amsterdam voor het
prop. examen theologie de heer I. War-
menhoven te M i d d e 1 b u r g.
N ij v e r h e i d s o n d e r w ij s
In verband met de advertentie in ons
num'mcr van Zaterdag, herinneren 'wij'
er aan dat mórgen, 6 Juli en Donderdag
13 Juli, des avonds' van 8—9i/2 uur in
het Mitilair Tehuis alhier en in dat
te V1 i s s' i n g e n, gelegenheid is zi'ch aan
te m'elden voor de cursussen, aanvarf
gende 1 September a.s'. en uitgaande van
de vereeniginig' voor voortgezet Nijver
heidsonderwijs (V. N. O.)
(Ingez. Med.)
Üi^
Zetel Was een katafalk opgericht van
zwart doek, waarboven zich een zwart
baldakijn verhief, hoog en smal tot laan
het plafond als een sombtere toren. Hier,
was, omhuld door de zwart-rood-gouden
rijksvlag Rathenan's lijkkist geplaatst. De
banken der afgevaardigden waren stamp'-
vol vertegenwoordigers van politiek, gees
telijk en kunstzinnig Berlijn. Boven in
de loges w'aren aanwezig ialle geZanten
en zaakgelastigden van vreemde Staten
in 't volle ornaat van hun rijke diplo
maten-uniformen, waartusschen opviel 't
zwarte rok-costuum van den Amerikaan-
schen zaakgelastigde Houghton, hij' wien
Rathenau nog den avond vóór den moord
geweest was. In een andere loge de girij'ze
moeder van den staatsman, aan wie de
doode met teedere liefde gehecht w'as.
Eiken dag gebruikte hij', de ongehuwde,
het middag'maal bij' z'ijh moeder, om diaar-
na dagelijks een half uur met haar piano
te spelen a quatre mains. Ontroerd blik
ten de aanwezigen van de oude, in die
pen smart verzonken gestalte der grijze
vrouw naar den krans met donkeriroode
rozen welke naast de kist lag en waarvan
het zwarte lint slechts één ontroerend
woord vermeldde„Mama".
Een zware last scheen op de duizend
koppige menigte te rusten. Ieder voelde,
hoe treurig dit oojgenblik w'as, waarin
men afscheid moest nemen van een van
Duitschlands beste mannen. Ieder voelde,
dat het niet slechts ging, o'm! dezen doode,
BERLIJNSCHE BRIEF.
(No. 54)..
Rathenau's uitvaart, een nationale treur
dag. Een nieuw óngteluk. Op
jacht naar de moordenaars.
De bescherming der Repu-
i bliek. Zorg en hoop'.
Berlijn 28 Juni.
Men m'ag zonder overdrijving zeggen
dat nog nooit de stad Berlijn een harer
zonen in zulk een uitvaart heeft gehul
digd als den vermoorden Rijksminister
Rathenau. Nog nooit w'as de ontzetting
der geheele bevolking: en haar deelname
zoo algemeen, zbo innig en zoo oprecht
En in een openb'are plechtigheid zoo
grootsch en indrukwekkend als wij! nog
nooit beleefd hebben, is gisteren de uit
zijn loopbaan weggerukte staatsman naar
zijn laatste rustplaats geblracht.
In somberen sier w'as. de groote zit
tingszaal van den Rijksdag! in een mach
tige doodsz'aal herschapen. Z'wiarte guir
landes slingerden zich om' de tribunes
om' de iw'anden in de r/ondte. Zwarte
rauw'sluiers, die het licht temperden, hin
gen om de lampen. Bij den presidentsf-
Woorden. Ze voelde, dat zte van 'n groote
hoogte gevallen was; dat de onafhanke
lijkheid van haar leven met Carew een
periode van kracht en waardigheid was
geweest; dat ze, zooals het tot nog toe
was, wel méér eerbied had weten in
te boezemen aan dat domlme, arrogante
schepsel, dat haar nu zoozeer vernederen
kon. Wat een hatelijk, onuitstaanbaar
wezen; om hij zóó iemand nog o'm' een
plaatsje te moeten dingen; dat voelde ze
duidelijk, nu de verontwaardiging! van het
oogenblik wegtrok; ze zou 'Sterven van
den honger als menschen uit een ver
haal of waar men in de kranten van las'.
Daar heette het dan, wegens „uitputilüngi"
maar dat kwam op hetzelfde neer, enkel'
deed het den lezers wat minder on-
aangenaairi aan. De kracht van de op
voeding gaat zóó ver ,dat, hoezeer ze
ook uitzag op een dergelijk einde en hoe
nabij ze het a1 was, ze zich niet kon
voorstellen dat haar zoo iets overkomen
zou. Toch moest het zoo gaan, h-eld ze
zich voor. De wereld was op eenmiaal' zoo
eindeloos ruim en leeg, maar dat Mary
Brettan nu wezenlijk sterven zou, leek
toch ondenkbaar overdreven.
Al vooritobbend, overpeinsde ze het
feit ,dat intusschen naderkwam; die ge
waarwording' of de wereld maar steeds
ruimer werd om' haar heen, naml ook
toen. Ze voelde zich alléén, te midden
van een onmeetbare uitgestrektheid. Er,
scheen niets dan licht om h'aar heen;
n'ets' tastbaars, niets' om! houvals1! iaan
te hebben. O, God, wat wiaisi zij toch moe
en zwak! Ze kon n:et veel verder gaan.
maar om het voortbestaan van den Staat,
die bedreigd wordt door het gevaarlijke
drijven van een in 't geheim' werkende
samenzwering. De Rijkspresident hield de
ti-eurrede voor den overledene. Muziek
opende en sloot de huldiging. De „Corio-
lan-ouverture van Beethoven werd Len
gehoore gebracht, de inleiding tot Sha
kespeare's Treurspel, waarin een onbe
grepen volksvriend ten gronde wordt ge
richt. En de treurmarsch van Richard
Wagner werd gehoord, die den door Ha
gen verslagen Siegfried naar 't giraf leidt.
Onder doffe trommelslagen werd de kist
Weggedragen naar de Königsplatz voor
den Rijksdag, w'aar een menigte Vian hon
derdduizenden 'wachtte. Daarna ging de
stoet door de stad naar 't familiegraf
der Rathenau's', dat buiten in de nabijheid
van een der indastrieele ondernemingen
der Allgemeine Elektriiicitatsigesellschaft
gelegen is.
Den geheelen dag! echter duurde de
treurplechtigheid min of meer voort. In
massa's bewogen zich de arbeiders: door
de straten, dm teglen den 'misdaad en vóór
de republiek te demönstreeren. Op een
groot aantal pleinen Werden bijeenkom
sten gehouden, waarbij' hartstochtelijke
protesten tegen de readtie de toehoor
ders in actie brachten. Nooit heb' ik de
geheele stad zoo in verslagenheid ge
zien, doch ook nooit zóó bezield van
ernstige vastberadenheid, om met ijzeren
vuist de middelen aan te grijpen, waar
door Duitschland uit de huidige duis
tere moord-atimbspheer gevoerd zal wor
den naar 't licht van de wlare vrijheid.
Van alle openb'are gebouwen en vele
particuliere huizen wapperden de vlag
gen halfstok. En een algtemeene arbeids-
rust, van den middag tot 's avonds laat,
D !e s-neeuw warrelde tegten haar aan :n
rukken, bleef ;n het haar hangen en istoof
haar ;n oog'en en neusgaten. Haar uit-
putting was overweldigend en hoeveel!
mijlen ver moest ze nu nog! Ieder van
de 'banken, die ze voorbij'ging, was! op
nieuw een verleiding en ten slotte liet
ze zich op een neervallen, te moe om'
op te staan, met een huivering over al
haar leden en het gelaat beschuttend
tegen den storm. Ze zat daar, net als de
eerste de beste landl'ooper of zwerver.
Dear ze bet tot 't allerlaatst^ had uitgev
houden, wist ze niet, of ze nu ooit weer
zou opstaan, of niet; ze dacht er ook niet
aan en gaf er niet om'. Haar leden hadden
ontspanning' noodig en die zocht ze nu
maar op den openbaren weg, omdat dit
de eenige plaats was, waar ze rust kon
vinden.
En terwijl ze daar ineengedoken zat,
verscheen er een tweede gestalte in helt
halfduister; de gestalde van een langen,
ouden man met een zwarte Lasch. Hij
kWam vlugi het pad achter h|aar afgel'oo-
pen, naar links' en rechts kijkend of er
iels. op hem te wachten stond. Toen hij
d't niet zag, floot hij, en, daar dit fluiten
meteen zijn nadering! aankondigde, keek
Mary op en zlaig tegelijkertijd een karretje,
dat iaan den hoek van den weg| stond. De
m'an 'met de tasch staarde haar aan en
na een korte aarzeling btegpn hij';
,,'t Is geen tafooi weer voor u, miss',
otn liier te zitten. U i'si zeker niet wel?"
(Wondt verroigd).