BIJ ÏOEfiSEl Wogïïitag 1 Maart 1822, no. 51 Binnenland, BET TRAG1SCS LOT. VAN DE VAN wijl het er. heuisleh niet naar lijkt nu immers de rechtbank in de Handels- en Landbiouwbank geen oplichting heeft kun nen ontdekken dat ook den tweeden uitgezette de terugkeer tot de politieke vrienden tot een gang naai' Canossa zal) worden gemaakt. DE TUBANTIA De belangstelling in de Tubantia bier tijk densw'aardige. Immers, in de practijk j afweten, zullen behalve dat ze zich amu heeft een aandeelhouder geen rechten. Komt het toch niet herhaaldelijk in N.V. van assurantie voor, dat, op het tijdstip,: waarop de jaarlijksche vergadering! van aandeelhouders tot het aanhooren van het jaarverslag en het bepalen van het dividend bijeengeroepen plaats vindt, de air eet ie reeds alle cijfers, als definitief; vaststaande aan de pers heeft meege deeld! seerüen, jook een gevoel van groot res pect hebben gekregen. Want oin muziek te schrijven, die zioo mooi en zoo vol klinkt, die zóóv volkomen1 verschillende stijlen nabootst, die zóó geestig isi in de ^.expressie, daarvoor zijd een enorme kennis en kunde boodig. Wagenaar was 25 jaar toen hij1 ia 1887 als (opvolger van Richard Hol, leeraar in de mUziek-theoirie werd aan de muziek- j schlool te Utrecht. Toch' volgde een) poosje Een ander staaltje: gold het niet bij,__0r4_ te lande is sterk gedaald!, vergeleken bij sio|nimige directiën als van zelfsprekend jj later nog weer een vol jaar van studie de aaif-atie onunidlrfel liik na bet te aron-s Hoi' n a„n 'i'jrïtriasd-ivonrttQUoi-inisi coinpositie in Duitscbland En de man de agitatie onmiddellijk na het te gron- s dat m zu]jc een jaarlijksche vergadering de gaan van het groote passagiersschip van aandeelhouders het jaarverslag met WAT DE VRIJHEIDSBOND WIL. 15. Bevordering van volksgezondheid! en volkshygiëne. Uitbreiding de® bestaan de moederschapszorg, vooral ten plat- telande. Verzekering van voldoende op leiding Klier ziekenverpleegsters en be scherming van haar beroep, met ge bruikmaking der. bestaande particuliere organisaties'. DE KAMERVERKIEZINGEN Het dagelijksch bestuiur der Christel. Historische Unie deelt mede, dat, als re sultaat der stemmingen in de zes Groeps vergaderingen, de candidatenlij'st is vast gesteld als volgt: Eerste lijst. No. 1. Mr. J. Schokking', aftredend lid; 2. jhr. mr. D. J. de Geer, Minister van Financiën; 3. dr. J. Th. dó Visser, Minister van Onderwijs; 4. J. R. Snoeck Henkemans, aftredend! lid; 5. J. Weitkamp, aftredend lid; B. J. Gerj-etson, aftredend lid; 7. J. A. Bakker, aftredend lid; 8. mej. mr. C. F. Katz, Amsterdam; 9. J. M. Krijger Jr., 's-Gravenhage; 10. H. W, Tilanus, 's-Gravenhage. Tweede lijst. No. 11. Dr C. W', Th baron van Boetzelaar van Dubbeldam', De Bilt; 12. jhr. dr J. W. H. Rutgers van Rozenburg, Baarii; 13. dr. H. J. Lovink, 's-Gravenhage; 14. J. ter, Haai" Jr., Am sterdam; 15. jhr. mr. D. E. van Lennep, Heemstede; 16. H. van Boeijen, Voor burg; 17. Kr. Timmers, Klundert; 18. jhr. W. Röell, 's-Gravenhage; 19. J. Knop pers, Meppel20. P. J. Nabuysen, Utrecht. Onder de 10 plaatsvervangers staat als no. 26 dr. J. van Bruggen, Goes. Bij de ranchd'aatstelling in 1918 werd de eerste canldidlaat op de lijst gebracht met 8837 stemmen. De 20ste candidaat verkreeg 1749 stemtoen. Thans, vier jaar later, bij dezelfde wijze van stemmen, «bedragen deze cijfers 22.818 en 3187. GEEN BROEKHUYS' PARTIJ. Naar aanleiding van het bericht over een Broekhuyspartij, dat in versChillón- bladen de ronde deed, meldt mens De journalist die Donderdagavond da advertentie in het „Rotjt. Nwsbl." l'an waarin aangespoord werd tot het oprich ten eener partij om' Broekhuys in de Ka mer te brengen ,en die na die lezing den betoomden journalistieken duim in den mond stak heeft zich vooral door de toevoeging1, die zijn verhaal geloofwaardig moest maken, in de ka,art laten kijken. Ten eerste is ons de wijze waarop die ad vertentie in het Rotterdamsche blad te recht kwam bekend. Ze wijkt niet veel af van een bittertafelmop. Maar ten tweede is er geen sprake van dat de twee sociaal democraten, die bij de Rott. Landbouw* en Handelsbank betrokken geweest zijn, afgezien dan nog van de vraag of dó han dige practizijn Broekhuys zelf, zoo met zich zoju laten sollen ,zich tot plaatsing op een Broekhuys-lij'st zouden leenen». Immers die eene is sedert geruimen tijd weer lid der S. D. .A P., heeft zich met terwoon elders gevestigd, waar hij binnen niet te langen tijd wet weer tot een ver trouwenspositie zal worden geroepen, ter van de Holl. Lloyd'. Maar toch zal bij' velen de vraag rijzen, hpe het nn gaan moet met de schadever goeding. Want ook al is door het ver nietigen van het scheepsjournaal der be trokken duikboot niet kunnen bewezen worden dat deze zich toen inderdaad in d»ie buurt bevond', het staat vast dat het een Duitsche torpedo is ge- balans en winst- en verliesrekening reeds, gedrukt gereed liigt, met het compleet die zioo veel gestudeerd had, bleek djaar- b'ij' een scherp speurder te zijn vóór alles j wat 'onwaarachtig was'. In een kring van - 'O .1 ui»,* verslag der vergadering, de benoeming' zeer muzikale geestverwanten t© Utrecht van commissarissen incluis!! Deze beschouwing, door het bestuur, van de aandeelhouders als nonvaleurs, kon wel niet duidelijker gemanifesteerd worden. Deze feitelijke minachting en miskenning zijn de schuld van den toe weest die het schip vernielde, en de stand. Het wantrouwen van het beleggend commissie heeft de Duitsche verklaring j publiek geldt niet het bedrijf, mlaar het van een ontploffing der drijvende geble ven torpedo wel mogelijk maar niet be wezen geacht'. i Voor de betrokken maatschappij', d.i. de Kon. Holl. Lloyd en speciaal voor de assurantiemaatschappyij', die het schip vergoedde, is dat van belang. Uit inlichtingen, welke het Handelsb. te dier zake heeft ingewonnen, is geble ken, dat de Duitsche regeering, toen zij, zich indertijd vereenigd heeft met het voorstel tot instelling van een commis sie van onderzoek, hieraan uitdrukkelijk' de voorwaarde heeft toegevegd', dat dit onderzoek alleen de kwestie zou betref fen, of het torpedeeren van de „Tu bantia" inderdaad is geschied door een Duitsche duikboot, zon'dór dat echter, uit een eventueele bevestigende béantwoior- diug van deze vraag directe financieel© consequenties' zouden voortvloeien. M. a. w. de Duitsche regeering is op grond van de thans gevallen quitspraak qniet officieel verplicht, om' nu ook de toegebrachte schade te vergoeden .Het spreekt echter vanzelf, schrijft het Handl.. dat zij' moreel hiertoe wel degelijk verplicht is. De directie van de Kon. Holl. Lloyd zal zich thans hebben te beraden, of zij y rechtstreeks dan wel door bemiddeling onzer regeering een eisch tot schadeloosstelling wil indienenl Verschillende overwegingen zullen bij' een 'beslissing dienaangaande een rol spe len, Ola. de vraag of bij' vergoeding ge vraagd kan worden: vergoeding van winstderving wegens gemis van 't schip in tijd van dure vrachten. De directie van den Kon. Holl. Lloyd meent in verband hiermede, dat om* trent de eventueele gevolgen van de uit spraak voor de financiën dezer maat schappij' nog] niets met zekerheid valt te zegjgen, en dat in elk geval met even tueele verdere onderhandelingen weder om een aanmerkelijke tijd gemloeid' zal kunnen zijn. UIT DE PERS. De positie van aan deelhouder s. Naar aanleiding van het verschijnsel der zeer lage prijzen ver beneden de waar den, die thans worden gegeven voor aan - deelen in oommercieele verzekering-,on-> dernemingen, schrijft W. Elink Schuur man in het Vad. een beschouwing, waar uit we de volgende opmerkingen van al1- gemeenen aard aanhalen: De resultaten van het verzekerings bedrijf zijn ook thans niet slecht; een vak kundig beheerde assurantie-onderneminig is even stabiel in zijn uitkomsten .ais de meeste andere bedrijven. De reden, waarom, blijkens' liet lage koersniveaii. het publiek zich van deze ondernemingen afwendt, is dan' ook een andere. Het is niet bet risico van het be drijf, dat zooveel gevaarlijker wordt ge acht; maar het risico van de aandeel-, houdersfunctie is in veler oogen onhoud baar. Deze is inderdaad een weinig benij- geldt de practijk der bestuurders; enj voor te koop komende aandeelen zijn geen gegadigden. Een hoofdartikel ge schreven door een persoon uit bestnurs- kringen zelf, om' aan te sporen om toch tegenover aandeelhouders eeniigó móerl dere consideratie te gaan gebruiken, dat verleden zomer in de Manchester Guardian Commercial opgenomen was, levert het bewas, dat ook elders een ze kere minachting voor aandeelhouders aan wezig is. Hoeveel te klemmender is die op zich zelf zoo billijke eisch dan niet, daar waar aandeelhouders' voor aanzien lijke bedragen nog kunnen worden aange sproken zooals hier te tonde met bijna ahe assuran Gebedrijven het geVal is. Wie zich hier in Nederland op een vergadering' van aandeelhouders' waagt, ervaart meestal, dat kritiek ontstemmmgi verwekt, in plaats van dankbaar te wor den aanvaard. Er is hier een wondeplek in het bedrijfsleven. De beteekenis is; voor de aandeelhouders' zeer ernstig; want een aandeelhouder is thans vrijwel! in dezelfde positie als een borg; ook een borg is nooit zeker, wanneer hij geroe pen z:al worden; en door de tegenwoor dige feitelijke onverkoopbaarheid van zijn stukken kan de aandeelhouder zich te genwoordig van die drukkende verplich-i ting niet bevrijden; ook in dit opzicht gelijkt hij op den ong'elukkigen borg. Ook de soliditeit zelve der instellingen komt in het gedrang' evenals het peil' der gezamenlijke gegoedheid der aandeelhou ders. s Het landsbelang is in vele opzichten met den gesignaleerden toestand gemoeid! Niettegenstaande hunne zware verplieh tingen zullen aandeelhouders: in een toe stand blijven verkeeren ,\vaar geen uitweg is; een toestand die aan het rechtsgevoel niet beantwioordt. Een langzame opdroging van de zaken kan niet uitblijven wanneer de aandee len der ondernemingen voortdurend waar) •delooiS blijven; en dit zou zeker een be treurenswaardig einde zijn voor zoo me nige aanzienlijke en eenmaal' bloeiende] onderneming; een blaam1 voor den wet gever; het verspelen v,an een bron vian aanzienlijke inkom'sten uit het internatio nale zakenverkeer. KUNST EN WETENSCHAPPEN. Een avond van vtoolijh k'e muziek. Tot Oef. en Uit spanning. We zijh er zeker van dat gister en eergisteravond in dó concertzaal alhier verreweg de meesten zich geamuseerd' hebben, te sterker al naar mate men meer van muziek afwist. Want in Wagenaar's muziek zitten alle nuancen: van 't ko mische door het humoristische naar 't fijn ironische. Misschien zijn er nog enkelen geweest, die de geestdrift van de anderen niet be grepen hebben. Want er zijh evengoed menschen zonder zenuwen voor humór, ials dat er kleurenblinden zijn. En degenen die het meest van muziek VAN NICOLAAS II EN ZIJN GEZIN. (Dertien jaren aan het Russische bof) naar het Fransch van Pierre Gilliard door Marguerite de Rouville. (Geautoriseerde vertaling.) Nadruk verboden. cv— 8). HOOFDSTUK V. Raspioetin. ,leb gemeend in het voorafgaand npoldstuk mij ie moeten bepalen bij' ge beurtenissen, die ten deele plaats gre pen, \oordat ik mijn betrekking aan het h(Of aanvaardde, omdat zij alleen de tusschenkomst van Raspoetin konden verklaren en hem veroorloofden zoo groote macht uit te oefenen over de Keizerin. Ik zou hier gaarne alleen die feiten vermelden, waarbij ik zelf onmiddellijk betrokken wvs en olcohtf nrjn persoon lijke getuigenis te berde te brengen. De duidelijkheid' van mijn verhaal eischit echter, dat ik hiervan afwijk. Ik zal dan ook in de navolgende bladzijden nog ik mijzelf heb gósteld. Het is namelijk eenmaal móeten afwijken van de wet, die «noodzakelijk voor het juist begrip van de wijze waarop gisteren dtoor Jan Dekker de baspartij werd gezongen. Het tweed® is ook een parodie, mlaar dlan van lichte», opera-genre, en klinkt allerbekoorlijk'st Oiok de twee Dadeipirachtduetteu zul len nogl lang een waarsch,uwing zijn te gen on-natuur. Maar de Schipbreuk heeft daarnaast nog de meeste momenten van eigen komische kracht, van vindingrijke illustratie van de dwaasheden van den schjoolmeester. Over de tallooze komische details zul len we maar niet te ver uitweiden. Vooral de Schipbreuk is er zóó rijk aan, dat telkens weer de stemming vervroolijkt wordt tót een gullen lach. En het waren niet het minst die mfomónten welke doms de 'drie slolisten op aller-vermakelijkste wijze werden gereleveerd', dloor hun zang maar ook door hun actie. Dat is lang niet iederen solist gegeven. Degenen, die de eerste opvoeringen van de Schipbreuk hebben meegemaakt, zul* len zich herinneren, dat toen C,ath. van Ren)nes, haar broer en Schmier dez© 'merkwaardige sfolo-piartijen vervulden', De jlongeren die hun taak overnamen, doen werkelijk niet voor hen onder in Volle overgave aan de uitbeelding van. het komische. Ze hadden er zelf merk baar schik in. Alleen heeds het naar voren komen! van Jan Dekker, den bas, werkte telkens Jop de lachspieren En de welhaast be roemd geworden aria „Daar zit een luchtje aan", was een prachtstuk van tot dwaasheid opgezwollen, ernst in de voordracht. Zijn magnifiek basgeluid was! boven dien al even mooi als zijn muzikale ex pressie. Hij hpd dat eerste voor op zijh collega van Schaik, wiens geluid een niet prettig aandoende hardheid heeft. Miaar Oiok hij' is een geboren acteur. Zeer verdiend' vierde hij' een grootö triomf in de schitterend ^voorgedragen les van den Schoolmeester in den aan vang; Marie Heijinjahs in de groote fta- liaansche aria', en in dó arioso, al kun nen wij' ons een vertolking denken met voller geluid. Zeer vermakelijk was het zopals zij alle drie in den aanvang van het tweed© deel aan elkaar de melodie overgaven. Naast de stolistenn was het koor, uit muntend, maar mót dit onderscheid wat |op zichzelf ook' al weer een ko misch element was, dat verreweg de meeste koorleden met strak-emstige ge zichten en Volle inspanning hun partij stonden te zingen. En dat moesten ze wel want deze muziek is' allesbehalve mak kelijk. Maar het was dan fook goed'. De ZWeed- sche Marsch, waarin ook Middelburgs Mannenkoor meezong, was een feestelijk 'begin. De Ode, met haar tallooze, gevaar lijke mbmenten, werd vlot gezongen. Bet wiegje 'wekte idnig medelijden; het ltr(tok te letterlijk bij het ineenstorten van de paleizen; de zuigpiomp werkte prachtig en het breedsprakige slot was zoo pom peus als men maar kon wens chen. En uit de Schipbreuk zouden we alle nummers kunnen opnoemen. Maar we 'willen toch in 't bijzonder releveerenhet walskoor, het stormkoor en de dans. Voor den directeur, de® heer Joh. H. Caro, zal het een groote voldoening zijn geweest, dat alles zioo goed tot zijn recht kwam. Er is veel te studeeren geweest, vóór deze partijen er goed in zaten en bovendien nog tot een juiste uitwerking kwamen in-de voordracht, dank zij' .ook zijn stevige leiding. Van het applaus was een groot deel voor hein1 bestemd. En een ander deel ging regelrecht naar den componist, die een bescheiden plaat» had achter den vleugel, m'aar die bewón dering wekte dloor zijl®' prachtig spel. Het was voortdurend ee® genot om1 te luisteren naar zijn prachtigen aanslag en zijh vloeiend spel. En het was niet zijn toe® de lange reeks van humoristi sche c/om'posities ontstaan, waarvan Wè er gisteren eónige genoten hebben. We hebben over de werken zelf niet zoo heel veel meer te schrij'ven: na 't geen we al 'opmerkten i® ons voorwoord'. De Zweedsche marsch voor mannen koor is eigenlijk een voorbeeld' van het frissche van zijh niet-ironische bedoelde composities. Het dwaze er van zit allee® hierin dat hij' eó® onzin-tekst gebruikt n.l. het iops'chrift op het etiket van een doosje Zweedsche lucifers. Maar rond uit gezegd, vergeten we dat al heel gauW tom) alleen te luistere® naar het tintelend' rythmó en de opgewektheid va® dezen vol klinkenden militairen marsch, vèr-uit- stekenid boven het banale, dat daarvoor z(oo vaak dienst dioet. Ook de dirie daarna door den heer van Schaik gezongen liederen voor tenor, z'ijln een staaltje van de eerlijke kunst zonder bombast, die hij igeeft in zijn op- recht bedjoelde composities: eerlijk, en look melodieus en gevoelig. Maar toen kwamen de parodieën: de Dadelprac'h t-duetten,,! de Ode aian dó Vriendschap en de Schipbreuk'. Wie een of 'anderen stijl wil nabootsen d. w z. in de huid Van een ander, wil krui pen lotn te doöH als hij', mloet naast zijh gebreken ook zlijh deugden hebben. En dat fceteekent vroor het nadoen van b.V. van Italiaansche m'uziek, dat hij' even rijk aan melodieën' moet felqta, als „zijn voorbeeld, en even vlot die melodiën' mioet weten te verwerken tot groróte klankcombinaties. En nu trof het ,onö juist bij' deze werken, hfoe móói dat telkens' klinkt, iin weerwil van al de dwaasheden die er door heen gemengd Worden. Het slot van de Ode heeft al de«massale kracht van zloó',hl opera-finale; het groo te stormkoor uit de Schipbreuk heeft werkelijk grootsche mloïnente®, al worden deze ioók doorbroken Hoor 'dat helsche ratelen. Telkens hoort món zeer me- loidieuse frasen, zoowel in dó aria's als in de koren. De twee Walsen in het gister gezongene (het tweede Dadelpracht-duet en de koorzang van het lekkertjes'-zfeilen) zijin zfoo, dat men overal de menschen in de zaal Zag wiegelen. En dan niet te vergeten: de quadrille met de ingezetenen van het onbewoonde eiland, sterk van rythme, sloms als 't gestamp van Voeten, soms gracieus, en laltijd welluidend door de aardige melo die. Typisch waren daariny de syncopi sche tonen van de bas. En dloor dat alles heen wordt dan ook weer de aandacht getrokken door de pi anlo-begeleidingi, soms boanlbastisteh over letterlijk alle tonen van de piano rollend, maar vaak ook heel fij'n fantaseerend lop de mlotieven van den zang (o.a. de preek' van den schoolmeester: Weest nu allen op' de les zeer attent). De Ode is misschien het sterkste als parodie. En die is kostelijk. Het zal bij menige oratorium-studie en menige ope ra moeilijk zijh niet een onbehoorlijke herinnering te krijgen van deze bespot ting. Parodisch is ook vooral het eerste Dadelpracht-duet, met z'ijn overdreven ge- jj het minst die begeleiding welke karakter wichtigheid, 'die Van een heel gewoon ver- jj en gloed aan de onderdeden gaf. Zó&v trek van een man naar zijn kantoor, een pianist is een orkest waard! dramatisch lafscheidstooneel miaakt. Zoo] Aan het slot van de Schipbreuk volg- móakte dc Schoolmeester het; en zoo dikte Wagenaar het laan, tot het een dol komische historie werd, vooral oók dóór de een ware ovatie. Eerst aan den ©om- pionist, die te buigen en te buigen had Voor de huldebetooging van publiek en losbandige), welke naam' hem- in zeke ren zin als familienaam; dienst deedl. De bewoners der Siberische dorpen zijü gewoon paarden te verhuren aan de den lezer, 'dat ik hiere enige bijzon derheden laat volgen over het leven en het eerst optreden van Raspoetin, enrs dat ik tracht tusschen de tallooze verha len, die over hem' in omloop zijn, dat- reizigers, die het land1 doortrekken en gene naar voren te brengen, dat mijnshen tevens als koetsier en gids begelei- inziens der waarheid1 getrouw is. I den. Zoo gebeurde het op een dag, dat Op 'een afstand vam ongeveer honderdj Raspoetin een priester naai" het klooster vijftig werst ten Zuiden van Tobolsk 'ligt j Verkhoturië bracht, die een gesprek met j Russische verbeelding de aantrekkings1- te midden van die moerassen langis de j hem aanknoopte en, getroffen door zijn j kracht van het bovennatuurlijke on- neiging ontaardde in bijgeloof en Ren Tobol het kleine dorp Pokrovskaie. Hier I aangeboren giaven, hem er toe bracht,dergaat. werd Grigory Raspoetin geboren. Zijn j zijn ongeregeld leven op te biechten en I Intusschen schijnt het, dat de deugd- dra in hem1, een wezen met bovennatuur lijke giaven en met wonderdoende macht Om' deze plotselinge overdreven voor liefde te begrijpen mioet men ten (torste rekening honden met den vreemden on- weerslaanbaren invloed en de suggestie ve kracht .die van Raspoetin uitgingen, en verder met het gemiak, waarmee de moed meende te herkennen, evenals alle kenmerken van een goddelijke be zieling. Door hem werd Raspoetin in die vToom-godsdienstige kringen der hoofd, slnd binnengevoerd ,waar zijn roep nis profeet hem reeds was voorafgegaan. Het kostte hem geen mloieite van de goedge- loovigheid dezer godvruchtigcn partij te trekken, te meer daar hun geestelijke vatbaar maakte voor de bekoring dezer eenigszins boersche vroomheid. In zijn dorp, waaruit hij echter niet geboortigdat hij zijh losbandig en roofzuchtig be was, hadden hem den biinaiani van Novystaan scheen te willen opgeven. Hij gegeven (den nieuweling). Zijn zoron Gri- i verbleef langen tijd in het klooster van glory leidde in zijn jeugd hetzelfde le-1 Verkhoturië en begon toen talrijke pel- ven als alle kleine boeren uit het ge-grimstoehten te maken naar de heilige hucht in Siberië, die drone den slechten plaatsen, uit den omtrek, bodem menigmaal gedwongen worden op i Toen hij in zijh dorp terugkeerde, zijwegen in hun onderhoud te voorzienj scheen hij geheel veranderd! en zijn, dipn-ps- evenals zij was hij' om beurten dief ,of genooten herkenden ternauwernood in verviel spoedig weer tot de oude los bandigheid. Het is waar, diat hij telkens als een boetvaardig zondaar weer te rugkeerde, het hem echter niet belette steeds opnieuw te beginnen. Reeds in die diagen vertoond hij' dat mengsel van mystiek en enotism'e, dat hem tot zulJf een gevaarlijk individu stempeldie. Trots alles verspreidde zijn naam zich belang inboezemde, men was vol bewon dering voor de „argeloosheid" van dezen arme van góest Raspioetin verkreeg alras een groot .overwicht op zijn nieuwe aanhangers; hjij verkeerde in dó salons van eenigle le den der hpoge Petersburgsche aristm- cratie en werd zelfs ontvangen dtoor le den der keizerlijke familie, die zijn loji strooper. t dezen ernstig en gestreng uitziendón man in steeds wijder kring. Men kwam' tot zongen bij de keizerin. Meer was er niert Hij onderscheidde zich echter weldra den 'voormaligen deugniet, die een soort hem, men ontbood hemJ van heindie en noodig om de laatste schrede te doen van de anderen dpor de stoutmoedigheid beroemdheid had verkregen vanwege zijn verre, niet alleón in Siberië, ook in j Raspoetin werd aan het hof gebrachjt die hij in die praktijken aan dón dag boevenstreken. Men zag hem' van dorp Rusland. door nabestaanden van hare majestejU legde, en zijn wangedrag verschafte hem tot dorp trekkend, het evangelie pre-J Zijn zwerftochten brachten hem ten- en óp persoonlijke voorspraak van den alras een roep van een teugelloozeni i dikenö met lange aanhalingen tot wie1 slotte in Petersburg. Daar maakte hij kloostervoogd Theophanes. Ziehjer een losbol. naar hem wilde luisteren uit idle heilige in 1905 kennis met den kloostervoogd feit, dat men niet uit het oog mloet ver? Men sprak alleen nog maar van hem'boeken, die hij zoowat van buiten kende, Theophanes, rector van de godgeleerde liezen; want Uit beveiligde hem jaren met den bijnaam' Raspoetin, een ver- Het volksbijgeloof, waarvan hij! toen reedis academie, die in hem dó' teekenen van lang tegen (Ufe aartyallen zijner tegón- bastering v.an het woord Raspoetnik, (de handig partij wist te trekken, zag wel-, een diep geloof en raai» een diepen root- stemders. (Wprdl vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 5