Mn
«5
over het aandeel dat België in de kosten
daarvan bad te dragen geschorst. M&ar
heel kort daarna heeft de wtensch naar
een verbindingsweg tusschen Oostelijk en
Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen den st|oot
helpen geven tot deze inpoldering waar
bij ook de kosten van het kanaal voar de
Belgische afwatering geheel dêor Neder
land werden gedragen. En tevens werd
daarbij een nieuwe haven gegeven jaan
dc Bouschanter visschers, die zooveel be
ter is dan de loude, dat Nederland rustig
het oordeel der ooniferentie te Parijs
kon afwachten, toen België die zaak aan
haar voobiegde.
Aan de hand van kaarten, teekeningen
van doorsneden, en lichtbeelden naar
mlooie foto's gaf de heer Verhoeven aan
eïjh toehoorders een denkbeeld van de
.werken van deze zeer omvangrijke in
poldering verbonden. Uiteengezet e(n op
't djoek vertoopid werd den aanleg' van dien
dijk, waarbij ten deele de gmndlstoJïen
werden gegraven uit de schorren vóór
den dijk, maar op sommige plaatsen wer
den Opgespoten door zandzuigers omdat
daar geen schorren lagen. B ijzonder werd
stilgestaan bij de werken tot afsluiting
van de het langst in den dijk gelalen ope
ningen hel Hondegat en de Geensens
Kil. Vioorts bij den aanleg van den Wes
telijken Kanaaldijk en bij het maken van
den voet van de puinglooiïng op de bin-
nenkanaalbeLoopen.bij1 't maken van de
havenmuren van gewapend beton, en v.in
de Uitwateringssluis.
Merkwaardig waren zeker de beide
laatste foto's, genomen van 't zelfde punt
de eene ver boonend de ongerept® schor
ren en de andere het voltooide werk met
dijken, kanaal en haven op 18 Juli 1920.
Naar de spreker opmerkte heeft de
geldelijke opoffering van Nederland ten
behoeve van Belgische afwateringsbelan-
gen een bevredigend resultaat. De water
afvloeiing is even goed als te voren.
Verder gaf hij nog eenige mededeelingen
over het in cultuur geven dezer gronden,
en noemde hij als personen, die bij' deze
aanzienlijke inploldering in 't bijzonder
dienen te wiorden vermeld de heer mr.
H. E. M. Lagerwey, administrateur der
Domeinen, en de heer J. J. van Steen
bergen, directeur der Registratie.
Het applaus der aanwezigen werd nog
eens versterkt door een woord van dank
ran den voorzitter, den heer D. Schoutë
die daarbij^ tevens de meedeeling van Va-
der Cats over zijln niet goed' afgeloopen
intpblderingen 'i '*-*
ring bracht.
b. s. 1 w. ts.; overtr, art. 4276 Swb: J
O., Vlissingen, bot f 3 b. s1. 3 d. h<;
overtr Motor- en Rijwielreglement: P. A.
D., Middelburg, tot f 3 b. s, 3d. h.; over-
tr. Motor, en Rij wiel wet: F. V., Middel
burg!. tptt f 3 (bi. isf, 3 d. h.; overtr. Trek
honden wet: A. C. Vlissingen tot 2 maal
2 b s. 2 knaal 2 d, h.; straatschenderij1:
A. R. J. I., beiden Vlissingen ieder tot
f 2 b. s, 2 d. h, voor no. 1 en één w. ts
voor no. 2; op straat niet kaarten spe
len: H. O., Middelburg, tot teruggave
aan ouders; dronkenschap: P. van der
M., Vlissingen, tot f 3 b. sl 3 d. h,; G.
V., h.uisvr. van C. J. C., Vlissingen tot
f 5 b. s. 5 d. h.; J. Pi A, Middelburg,
tot 5 d. h.; naar den bevoegden rechter
'is verwezen de zaak c.a.C. H., Vlis
singen, overtr. art. 314 Swb.
APOTHEKEN.
Zondag en den volgenden nacht zulle^
de volgende apotheken geopend zijd:
Middelburg: M. J. van Pianbroek.
VlissingenA. J. van Ockenburg,
Kleine Markt.
Goes: G. v. d. Hoek.
031 DE ZILVEREN SCHATTEN DER
ZEE.
(Nadruk verboden).
V.
VISCH.
Als je zoo naar die op dek gewor
pen witte en zilvergrijze bewegelijke mas
sa ziet, als je al die wijde bekken naar
adem ziet snakken, die lenige lichamen
zich ziet krommen, die vinnen zich waai
ervormig ziet uitzetten en invouwen, die
staarten in machtelooze woede heen en
weer ziet slaan, als je uit die glibberige
vischmassa hier en daar een scholletje als
een acrobaat in de lucht ziet springen'
dan zie je, dat er ook onder water een
verschil in vorm1, in kracht en grootte
bestaat en je beseft dat daar, wellicht
feller dan ergens anders, altijd dioor een
strijd op leven en dood wordt uitgevoch
ten
De zee brengt slechts visch yoort en al
in Zeeland in herinne-j die yisch leeft van visch.
De gr,ooten eten de kleineren op.
En de mensch, sterker, girooter en
machtiger dan alle visschen, grijpt op zijn
beurt wat in zijn bereik komt.
Hij smijt zijn buit op het dek van een
ijzeren trawler en alles wat kieuwen heeft
Aan bet begin der bijeenkomst werd
de aandacht gevestigd op een ter tafel
liggend kostbaar geschenk, nl. de doop-
deken van de familie Reigersberg Ver-
sluys, een prachtig stuk, omzoomd do,or groot en klein, ligt daar naast en op el-
een breeden rand oude kant; en in 't. kaar en hapt en snakt en spreidt de zil-
middenstuk (ook rijk versierd door ver-grijze vinnen.
Zeeuwlsch stikwerk.
RECHTZAKEN.
-v-je»» tr r
Daar lag: aan dek Van de IJ'M. 201 de I
opbreugist van één enkelen trek: kabel-1
jauw, tarbot, wolf, eekvisch poon. schel-j
visch, schol, kreeft, makreel; vleet en j
Ji.oosebek" en daartusschen prijkten kleu-i
frige van den zeebioidem' 'gerukte zand-
Kantongerècht ie Middelburg!. [ballen" en bosjes wier, zacht als jon-jj
Door het Kantongerecht te Middelbui'g ge blaadjes of stekelig als kleine h(arde j
zijn veroordeeld wegensovertr. derhei-hoenders.
Jachtwet: J. G.. Vrouwepolder, tot f 10 j Daar lagen de kabeljauwen met hun
b. s. 10 d. h.; mCt bevel tot vernieling j zeegroene ruggen, frisch en gevuld, ais
Agm 't geweer en de patronen; een hond j rijpe jongte meisjes en de eeken„ ruw
die gevaarlijk is op straat laten losloo- j van velv mager met hjoekige koppen en
penJ. A.. Middelburg, tot f 10 b. s. J ontevreden blikken als oude vrouwen die
10 d. h.; overtr. Arbeidswet: C. S., Mid-kijven gaan.
delburg, tót f 1 én f 10 b. s. 1 en 10 d. t Daar waren de tarbotten, de breede
h.overtr. verord. op de tapperijen: A.i platte visschen, als grpote witte schotels
C.' St. Laurens, tot f 5 b. s. 5 d. h.zon- met vin-gekartelde randen, de makreeleu f
der vergunning rijdecf over Kanaalgron-
den; P. A. M. H.. Vlissingen, tot f 1 b. s',
ld. h.; een paard ter geleiding toever
trouwen aan een nog niet 16jarig per-
met hun dwarse staarten en blauw-gno.ene
ruggen, de poonen met,hun vierkant open
gesperde bekjes1 en een verdwaalde
kreeft het wangedrocht der zee, dat met
soonC. F. Serooskerke, tot f 3 b. s'. zijn groote zwarte scharen als een een
3 d. h.; fietsen zonder licht: J. M. Big-
gekerke. L. L., Koudekerke ieder tot f 3
b. s. 3 d. h.; rijden met een wagen zou
te s. 2d. h,; wateren buiten de bakken:
der licht: A. den II.s St. LauTens, tot f2
H. M., Middelburg, tot f 3 boete of 3
dagen h.; met een rijwiel over trottoir
rijden: J. M., Souburg, tot f0.50 b. s. 1
ts.zich op de bolwerken buiten de
zame wandelaar over al dat glibberige
goedje Leenscharrett.
Maar het interessantste zijn de wolven
de groote donkergrijze visschen met hun
bulhondenkoppen.
Die vragen geen medelijden in mach
teloosheid.
Er ligt een dreiging in hun dwingende
oogten èn de machtige tandenkal^en klap
paden bevindenA. H. Middelburg, lot f 1 pen open, gtereed om alles te verinlorze
-
jeaa, en jonge meisjes met linten in hlet
ibjaar. In den nevel vervaagden die gestal
ten aan den wand met h|ini harde kleu
ren in eenzelfde waas met de levende
gezichten in de zaal. En ik herinner mij
ook'de zorg, waarmee Fabien een tafeltje
voor ons uitzocht, good in 't zicht, mid
den in de zaal.
Hij riep den kellner en gaf hein zijn or
ders met luide stern, voldaan, dat die
meeste der gasten zich omwendden; en
de blik dien hij over allen liet gaan, toen
hij zich neergezet had, was triomfante
lijk. Op dat oogtenblik was 'h|ij nog geluk
kiger dan hjj had kunnen zijn bij biet ont
vangen van Fardier's brief, gelukkigjer
ook dan toten hij mijl hijgend en opge
wonden zijn verhaal had gedagn. Hij
«cheen een ander mensch te zijn ge
worden. Van minuut tot minuut scheen
hij zich verder te ontplooien. Hij' haalde
de weken in, gedurende welke hij ge
leefd had in ellende, opgestoten, afge
zonderd, half dood van schaamte en
angst, voortdurend met de gedachte aan
den spot en de verachting der mensehen;
en hjj deed het op een luidruchtige, pdri-
«halante, bijna onbeschaamde manier.
Ik had mijn plaats zóó gekozen, dat ik
met den rug naar de zaal gekeerd zat.
Temidden van al die gezichten, die ons
■omringdenzag Ik alleen Fabien's gelajat
•vjDpr mij; zonder al dia drukk» gebaren
i zag ik slechts de zijne. Elk daarvan ge-
tuigde van tnots, van innige voldaanheid
j van volmaakte zelfingenomenheid. De m:a-
nier waarop hij zijn brood ,sneed, het
zoutvaatje naar zich toe trok of zijn
i glas stevig op tafel zette, openbaarde,
zoo scheen het mij toe, beter dan woor
den, van welk grof gehalte zijn vTcugde
was,... En ik begreep dat van datzelfde
gehalte ook zijn wanhoop geweest moest
zijn, die wanhjoop waarover ik mjj ont
fermd hgd, die het beste, het nobelste
j in mij naar voren had 'gebracht, in al die
uren, die mij zoo schoon hadden toege
schenen.
Ik begon me die uren weer te binnen
te brengen. Maar het bleef slechts bij
Ii,et begin.... In die luidruchtige, warme
zaal, waar de lucht vol onaangename geu
ren was, vond ik ze het een na het and er
weer terug, die aren van angst en kwel
ling, die ik eerst zoo gevreesd hgd en
die mij langzamerhand zoo dierbaar wa
ren geworden,... Ik had slechts het ge
laat van Fabien voor mij, maar wanneer
hij het b(pofd voorover boog of ómwendH
de en dat deed hjj in zijn opgewon-'
1 denheid ieder oogtenblik dan zag ik
in den smiallen Spiegel, die in den achi-
hoekigen pilaar achter hem was aange
bracht, een bleek gezicht, pief starende
oogen. Die oogen, de mijne, schenen mij
da oneen v«n mijn mjoedeT, toe. Ze ref-
len wat zich daar tusschen zal wagen.
De schipper hief er een naar een staal
draad en het zware beest bleef er mei
zijn ijzersterke tanden aan hgngen.
Zoo'n wolf kan een bezemsteel door
bijten en wee den visscher die hem1 peT
ongeluk in den bek grijpt.
Maar het malste, het dwaaste zeediep
de pias onder de visschen, is de vleet.
Die heeft een balve-mans h|ppgte, is
zoo dik als een gpoote tarbot en heeft een
breedte van ongeveer 80 c.M.
Dat is een grappenmaker, die zelfs in
een zoo ernstig oogenblik. dat alles op
het dek van een trawler naar water hiaplt
zijn mede-slachtoffers nog 'schijnt te wil
len opvroolijken.
Hij heeft een steek op. een groote wit
te steek, als ee'n kind dat soldaatje speelt,
en daaronder 'krult hij zijln randvinnen
en zet ze steil pmhpog, waar de lange,
kromtnte puntstaart hangt te bengelen. En
hij trekt malle gtezichten
Hij heeft als een mensch naast el
kaar staande oogen en een breeden neus
eh daaronder heeft hij twee dikke lip
pen, die hij telkens met een smakkend
igeluid tot een grijnslach vaneen trekt.
Hij grijnslacht tegen alles.
Hij zal dadelijk grijnslachend den pijn-
do.od sterven.
De matrozen zijn al aan het sorteeren.
Zij werpen de wolven op zij' en de ghoo-
te visschen in de tweede lastruimjte.
En ineens grijpen hun zoekende han
den een zwarten duivel^ met scherp uitge
sneden staartvinnen, en een bleeke borst
een visch die er uitziet of hij' warm' bloed
moet hebben.
Het is een kleine haai, een bijthaai,
zooals de matrozen zeggen.
Te eten is hij niet en hiji moet over-
boiord, maar geen visscher zal den „moor
denaar" den onbewusten concurrent
weer onverlet in zijn jachtgebied wer-
pen.
Hij krijgt een kolmpvoet op den kop en
een matroos haalt met een enkelen mes
trek den bleeken buik open. Eerst dan
ghat de van bloed druipende „moordie
naar'' overboord en in het heldere water
zakt zijn opengereten lichaam: langzaam
naar de diepte.
Dan begint de groote slachting.
En alles gaat rustig, regelmatig en stil,
alsof de visschen een pijnloozen dood
sterven.
Wie ze zopi liggen ziet, uitgeput cn
machteloos na de eerste wilde pogingen
tot ontsnapping, wie uit de groote, glib
berige massa nog slechts hier en daar'
een vinnetje ziet opkrullen, een bekje
voor het laatst ziet opensperren, een
stuiptrekking door een zilverig 'visschen-
lichaam ziet verloopen. krijigt onwillekeu
rig den indruk, dat de d'o|od|sstrij(d reedjs
uitgestreden is.
Het is alsof de visch, in volle berus
ting' neerligt en als de ruwe matrozen-'
hand ze grijpt en het mes inlet een enke
len krachtigen gewoonte-haal den zachten
buik openrijt, de ingewanden met den-
zelfden rule uit het lichaam trekt, blij
ven de visschen passief als patiënten die
Onder narcose zijn.
Het afval wordt in een groote mand
gesmeten. De visschen gaan naar soort
en grootte in verschillende manden en oe
matrozen en de stuurman werken zich
wonderlijk vlug door de massa heen.
De groote tarbot is reeds' dadelijk bij'
het op dek halen verminkt geworden.
De schipper heeft ze met zijd mes
een steek in de staartvin gegeven, zoodat
het bloed in een dun straaltje uit de
wond lekt.
Tarbot moe tlevend uitbloeden, wil ze
hlaar mloioae kleur houden en op de markt
een igioeden prijs maken.
Vroeger werd de lever van alle groo-
tere visschen bewaard. De bemanning
verzamelde ze bij het schoonmaken in
vaten, die aan de traanfiabrieken verkocht
werden -en waarvan de opbrengst een
extra douceurtje vormde.
Maar de oorlogsjaren hebben daarin
verandering gebracht. De traanfabrieken
betalen zoo weinig meer, dat slechts de
lever van de eek-visch, die in Engeland
goeden aftrek vindt, nog bewaard wordt.
Als een der ggoote manden met afval
KtisBwsaa
gevuld: is. wordt zij ove» de verschan
sing leeggestort.
De kleine vischjes die 't sChOonmar
ken niet waard rijn, wprdeti met een
breede 'platte schop bijeen gegraaid op
geschept en over boord geworpen, waar
al dat kleine gloed, al die scholletjes en
zilveren poontjes met naar boven ge
keerde 'buikjes dpod aan de oppervlakte
blijven drij'ven.
Als de vangst „gestript" is, wordt het
luik van het ijsraam open gtemiaakt. De
stuurman laat zich vlamuit dat ruim' de
volle manden aangeven waarna de visch
zooveel mogtelijk naar grootte en sport (ge
sorteerd, in de hokken geworpen wordt,
waar de schipper ze onmiddellijk met
een dikke laag ijlsbnoikjes laat bedekken
Dan gjaat het luik weer op de berg
plaats en daarbinnen blijft de visteh onbe
dorven tot ze de verkoopplaats zal be
reiken.
Plotseling wordt mijn aandacht getrok
ken door het krijschen van zeevogels.
Het is onbegrijpelijk waar ze ineens
vandaan komen maar een vijftigtal meeu
wen vechten om den overboord gewor
pen 'buit. Het zijd groote vogels mejt
grauwe vleugels, die de schipper; „mal-
lemokken" noemt.
Als zij met breed gestrekte vleugels in
glijvlucht gedaald zijd en als eenden met
elk golfje op en neer gaan, boren zich,
hun scherpe snavels in de zachte buiken
der doode poonen en halen d© levertjes:
er uit.
Achter het schip daar waar de zon
het water met duizenden flonkerende dia
mantjes bestrooid heeft vechten en krij
schen de groote vogels om! het beste deel
van het aan de oppervlakte drijvende af
val.
Zij volgten het schip tot de laatste
mand ingewanden over boord is en ver
dwijnen dan even plotseling als zij geko
men zijn.
Wie waarschuwt deze gevleugelde zee
dieren voor hun kans op een maaltijd,
waar vliegen zij been en vanwaar zullen
zij plotseling weer opduiken als over drie'-
en-een-half uur opnieuw het afval over
boord geworpen zal worden?
Kaar gelang Uw bloed rijk of ar* is,
zal Uw g»«0Ddheid gelukkig of ellemdig
»iji. Het feit, dat er zoovele waBkele
gezondheden zijn, bewijst wel. dat het
bloed zeer dikwijls verarmt. De her
stelling van het bloed en het onder
houden van zijn rijkdom is dos een
zaak, waaraan iedereen de meeste zorg
moet besteden. De moeilijkheid dier zaak
is trouwens geheel en al opgelost door
de tussehenkomst der Pink Pillen, die
zoo buitengewoon gunstig bekend staan
als hersteller van het bloed en die met
reeht in den tegenwoordigen tijd voor
een der beste herstel mid del en doorgaan
in gevallen van bloedarmoede, zenuw
zwakte, algemeene. verzwakking en
de stoornissen, die er het gevolg van
zijn. De Pink Pillen geven bloed, ver
ste: ken de zenuwen, helfen de eetlust
en de spijsvertering en wat een
kostbare hoedanigheid is voor een ver
sterkingsmiddel storen de ingewanden
niet. Kort gelede*
jfe#" \n nog hebben de
Pink Pillen j*
Eure et Loir
(Frankrijk) een
moeder en kind
genezen. Zulk een
genezing is i*
staat weer moed
P/1 te geven aan de
zieken, die de
hoop al opgaven.
Mevr. Simon Barbé Ziehier don brief
en haar zoon van Men-. Simon
Barrs te Bazoehes-
en-Dunois (Eure-et-Loir)
»Ik ben zeer gelukkig door de resul
taten, die ik verkreeg met de Pink
Pillen' voor mijn jongen van 7 jaar, over
wien 'k zeer ongerust ben geweest wegens
zijn slecht uitzien en zijn zwakte. Twee
De schipper bleek allesbehalve ever doosjes Pink Pillen zijn voldoend© ge«-
de vangst tevreden. Het was nog te wei- fweest om hem zijn kleur terug te geven
nig, het Loonde de moeite niet. |eu hebben hem geheel veranderd. Ik
Als een jachthond die ruikt waar de heb zelf vier doosjes gebruikt en zij
buit zit snoof hij links en rechts en tuur- faebben mjj zeer veel goed gedaan J
de over de onafzienbare watervlakte. v> ho„
telden en verklaarden mijn geheele leven.
Ze waren tegelijkertijd begeerigf en ge
dwee, veeleischend en schuchter. En ik
had nooit zooals vandaag geweten, dat
h)un onderworpen nederigheid kon samen
gaan met een wilde opstandigheid, dat ze
den spiegel konden zijn van de meest
nauwgezette scrupules en de harts toch-
telijkste onrust.
Fatven's hoofd, dat rusteloos neen en
weer bewoog', verbergde die oogien soms
even voor mij of dan weer zag ik ze te
voorschijn komen in den spiegel, vaag
<Loor den rook en den damp. En wat
er nu in leefde,, dat waren nog' slechts
de laatste wekten, tie Lfttsite ,uren van imajn
bestaan... 'n Korte tijd, maar rijker toch
dan al de o verigte dagen van mijn leven.
Ik dacht terug,.... ik dacht aan allerlei.
Daar was geweest die nacht in Laga^de....
die vreeselijke nacht! Daar was geweest
mijn plotseling 'besluit Fabien niet in den
steek te laten, mijn wensch hem' te vol
gen, de onverklaarbare gevoelens, die al
les wat ik deed hadden beheersch.t, 'mij
al m'ijn woorden hjadden ingegeven, en,
die ik toch zelf niet kende. Daar was
geweest..... Maar dat alles eindigde ten
slotte met dit ééne..... en hjet was slechte
één gedachte, die mij bezig hield, h,et
was temidden van al die herinneringen
de herinnering aan één kort oogenblik,
idiat geweest de opwelling van mijn
Toen kreeg' de matroos op de comman
dobrug nieuwe hevelen. De U.M. 201
bevond zich op ruim! 56 gr. Noorder
breedte, maar we moesten "dieper de zee
in, nog hooger naar het Noordjeh.
Zoo zou de zee haar schatten niet
verbergen of we zouden ze najagen en
opsporen in de diepten waar de zandbo
dem in steen overgaat, waar de scherpe
keien de netten openscheuren maar waar
de visch in haar vluchjt vOor dèn mensch
zich in de natuurlijke veiligste schuilplaat,
sen verzamelt,
Dienzelfden nacht was de buit al I
grooter.
Vier grapte carbid lampen wierpen oen
fantastisch licht over het voordek, waar
de stuurman anderinlaal den inhpud van
den vollen, druipenden net-zak in de
„last" deed storten en uit de glinsterende
massa haalden de matrozen zware eeken
te voorschijn en vleeten, die elk op
minstens 25 pond geschat werden.
Toen werden den stuurman in het ij's-
hpk twintig manden van vijf-en-dertig ki
lo visch aangereikt.
Het lamplicht bescheen hlet voor-dek,
het kaatste in de blanke lichamen der
visschen, het trok gouden lijntjes over
de tegten het schip brekende golfjes en
wierp zwarte slagschaduwen naiast de li
chamen der zwoegende mlannen.
Het duister van den nacht had een
zwarte ondoorzichtbare sluier om' het
schip igetrokken.
Maar aan den Noord-kant, waar de
maan zich als een roode <s ikkel vertoonde,
was die sluier open.
Daar, aan den rand van den groot en
cirkel, waarvan wij nu slechts een seg
ment zagen, was lidT geelgouden zachte
schijnsel van het Noorderlicht.
Zoo sterk, zoo hreed-uit, zoo transpa-
hebben mij verlost van d© steken hi
den rug, waarvan ik geregeld last bad/'
De prijs der Pink Pillen bedraagt
f 1.75 de d«es, f 9.de zes doozen.
Zij worden verkocht in bet Hoofddepot
Nassaukade 314 te Amsterdam. Eisck
dit adres en de Eoilandsche gebruiks
aanwijzing De Pink Pillen zijn ook ts
verkrijgen bij alle goede apothekers en
drogisten o.a. bij PAUL SLUIiS en
N.Y. G. A. SCHÜLTE.
(lagez. Mech)
liefde tegenover die smart, die ik zóó
groot zag, zóó diep dat zij de meest on
beduidende ziel rijk kon maken. En nu was
er nog slechts dat ééne: de openbaring,
dat die ziel niets veranderd was; de ze
kerheid, dat zij nooit veranderen zou. Dat
was er nog, alleen dat.
„O, misschien had ik nog' liever gewild
dat hij een moord op zijn geweten had....
ja, een motoïTd, en dat hjj niet was, wat
hij is...."
Op dit oogenblik ging Fabien rechtop
zitten en ik zag mijn oogen niet meer in
den s'piegtel: het was slechts zijn blik,
dien ik tegenover mij had, onrustig van
opwinding en plezier.
„Kellner I" riep hij, en nog! voordat de
man bij hem' was, klonken luid zijd or
ders ,.Een goede fleseh Ghateauneuf des
Papes...."
Hij hoog zich naar mij' toe en zei
schertsend vertrouwelijk
Dat zal een duur diner worden, maar
nu'"zij het betalen, kan het er wel op
staan
Wie rij vroeg ik.
,*Wel, de patiënten van den oudten Far-
diér natuuriijk. Waar zit je met je ge
dachten?... Al een half uur praten we
over niets anders,"
Hij zei: praten we5' zonder te bemer
ken, dat ik vóór die korte vraag nog
0e*a wppfld geragd had. Hij ommeende ricto
rant was het, atelolf de aiop te middernacfa#
daar in het Noorden op het punt «tond
boven de kim1 te verrijzen.
En toch wajs dat licht anders, want het
miste de trilling der stralenbundels:, die
waaiervormig als zonnekroon omhoog
kunnen schieten. Het was1 zacht en rus
tig als het transparante geel van een ver
licht venster in een donker huizenblok.
Het liep langs de geheele Noordelijke
kim en waar het links en rechts ver
vloeide, dook het weg achter zwarte
wolkjes waaraan het vurige randje* ge
schroeid had.
Dat heldere, rustige schijnsel, dat
nachtlicht van het hoogte Noorden, is
van een wondere bekoring.
Op de brug van de stuurhut, terwijl
onder mij de kabels over de katrollen
knarsten, stoom' uit het winsknechani-
me spoot en onder luid geschreeuwde be
velen de grillig belichte visschers' hpn
moordend werk verrichtjten, heb ik lang
naar het rustige gouden schijnsel geke
ken.
Plotseling viel er i ets voor mijn voeten
en de matroos die het geworpen had-,
over de verstrooidheid, waarvan ik plot
seling, zooals hij meende, blijk gaf. Hij
bediende zich voor de tweede maal van
het gevogelte, dat voor ons optediend
stond, en hij zette het gesprek, waarnam
ik niet luisterde, weer Voort. Hij hielt»
niet op met spreken en evenmin met
eten, hij hield niet op met naar links en
naar rechts te kijken, zich Voorover ts
huigen en achterover te gluren, oma t©
zien wie naar hem keek. En telkens zag
ik achter hem weer die aqgeu, die mij'
aanstaarden en ik bleef wanhopig hun
blik beantwoorden en hen ondervragen.
.Was het niet beter geweest dat hij
werkelijk gedood hjadl?... gedood'?.. Wat
vernedert een menschelijk wezen meer
een hartstochtelijke daad vöm één oogten
blik, die hij door boete en berouw kan
trachten te verzoenen of een zelfgenoeg
zaam leven van middelmatigheid en teug-
hij-den-grondschheid?....
Maar even werkelijk als ik zag hoe Fa
bien zijn vleesch sneed en zich roodett
wijn inschonk, even werkelijk zag ik o0*.
dat de misdaad, wanneer dje begaan wa»
in deze kleine ziel slechts: een eve*»;
klein gevoel van berouw, van wroeging «te
van vrees zon hebben achtergelaten.
(Wordt T*rvol0d),