Mn «5 over het aandeel dat België in de kosten daarvan bad te dragen geschorst. M&ar heel kort daarna heeft de wtensch naar een verbindingsweg tusschen Oostelijk en Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen den st|oot helpen geven tot deze inpoldering waar bij ook de kosten van het kanaal voar de Belgische afwatering geheel dêor Neder land werden gedragen. En tevens werd daarbij een nieuwe haven gegeven jaan dc Bouschanter visschers, die zooveel be ter is dan de loude, dat Nederland rustig het oordeel der ooniferentie te Parijs kon afwachten, toen België die zaak aan haar voobiegde. Aan de hand van kaarten, teekeningen van doorsneden, en lichtbeelden naar mlooie foto's gaf de heer Verhoeven aan eïjh toehoorders een denkbeeld van de .werken van deze zeer omvangrijke in poldering verbonden. Uiteengezet e(n op 't djoek vertoopid werd den aanleg' van dien dijk, waarbij ten deele de gmndlstoJïen werden gegraven uit de schorren vóór den dijk, maar op sommige plaatsen wer den Opgespoten door zandzuigers omdat daar geen schorren lagen. B ijzonder werd stilgestaan bij de werken tot afsluiting van de het langst in den dijk gelalen ope ningen hel Hondegat en de Geensens Kil. Vioorts bij den aanleg van den Wes telijken Kanaaldijk en bij het maken van den voet van de puinglooiïng op de bin- nenkanaalbeLoopen.bij1 't maken van de havenmuren van gewapend beton, en v.in de Uitwateringssluis. Merkwaardig waren zeker de beide laatste foto's, genomen van 't zelfde punt de eene ver boonend de ongerept® schor ren en de andere het voltooide werk met dijken, kanaal en haven op 18 Juli 1920. Naar de spreker opmerkte heeft de geldelijke opoffering van Nederland ten behoeve van Belgische afwateringsbelan- gen een bevredigend resultaat. De water afvloeiing is even goed als te voren. Verder gaf hij nog eenige mededeelingen over het in cultuur geven dezer gronden, en noemde hij als personen, die bij' deze aanzienlijke inploldering in 't bijzonder dienen te wiorden vermeld de heer mr. H. E. M. Lagerwey, administrateur der Domeinen, en de heer J. J. van Steen bergen, directeur der Registratie. Het applaus der aanwezigen werd nog eens versterkt door een woord van dank ran den voorzitter, den heer D. Schoutë die daarbij^ tevens de meedeeling van Va- der Cats over zijln niet goed' afgeloopen intpblderingen 'i '*-* ring bracht. b. s. 1 w. ts.; overtr, art. 4276 Swb: J O., Vlissingen, bot f 3 b. s1. 3 d. h<; overtr Motor- en Rijwielreglement: P. A. D., Middelburg, tot f 3 b. s, 3d. h.; over- tr. Motor, en Rij wiel wet: F. V., Middel burg!. tptt f 3 (bi. isf, 3 d. h.; overtr. Trek honden wet: A. C. Vlissingen tot 2 maal 2 b s. 2 knaal 2 d, h.; straatschenderij1: A. R. J. I., beiden Vlissingen ieder tot f 2 b. s, 2 d. h, voor no. 1 en één w. ts voor no. 2; op straat niet kaarten spe len: H. O., Middelburg, tot teruggave aan ouders; dronkenschap: P. van der M., Vlissingen, tot f 3 b. sl 3 d. h,; G. V., h.uisvr. van C. J. C., Vlissingen tot f 5 b. s. 5 d. h.; J. Pi A, Middelburg, tot 5 d. h.; naar den bevoegden rechter 'is verwezen de zaak c.a.C. H., Vlis singen, overtr. art. 314 Swb. APOTHEKEN. Zondag en den volgenden nacht zulle^ de volgende apotheken geopend zijd: Middelburg: M. J. van Pianbroek. VlissingenA. J. van Ockenburg, Kleine Markt. Goes: G. v. d. Hoek. 031 DE ZILVEREN SCHATTEN DER ZEE. (Nadruk verboden). V. VISCH. Als je zoo naar die op dek gewor pen witte en zilvergrijze bewegelijke mas sa ziet, als je al die wijde bekken naar adem ziet snakken, die lenige lichamen zich ziet krommen, die vinnen zich waai ervormig ziet uitzetten en invouwen, die staarten in machtelooze woede heen en weer ziet slaan, als je uit die glibberige vischmassa hier en daar een scholletje als een acrobaat in de lucht ziet springen' dan zie je, dat er ook onder water een verschil in vorm1, in kracht en grootte bestaat en je beseft dat daar, wellicht feller dan ergens anders, altijd dioor een strijd op leven en dood wordt uitgevoch ten De zee brengt slechts visch yoort en al in Zeeland in herinne-j die yisch leeft van visch. De gr,ooten eten de kleineren op. En de mensch, sterker, girooter en machtiger dan alle visschen, grijpt op zijn beurt wat in zijn bereik komt. Hij smijt zijn buit op het dek van een ijzeren trawler en alles wat kieuwen heeft Aan bet begin der bijeenkomst werd de aandacht gevestigd op een ter tafel liggend kostbaar geschenk, nl. de doop- deken van de familie Reigersberg Ver- sluys, een prachtig stuk, omzoomd do,or groot en klein, ligt daar naast en op el- een breeden rand oude kant; en in 't. kaar en hapt en snakt en spreidt de zil- middenstuk (ook rijk versierd door ver-grijze vinnen. Zeeuwlsch stikwerk. RECHTZAKEN. -v-je»» tr r Daar lag: aan dek Van de IJ'M. 201 de I opbreugist van één enkelen trek: kabel-1 jauw, tarbot, wolf, eekvisch poon. schel-j visch, schol, kreeft, makreel; vleet en j Ji.oosebek" en daartusschen prijkten kleu-i frige van den zeebioidem' 'gerukte zand- Kantongerècht ie Middelburg!. [ballen" en bosjes wier, zacht als jon-jj Door het Kantongerecht te Middelbui'g ge blaadjes of stekelig als kleine h(arde j zijn veroordeeld wegensovertr. derhei-hoenders. Jachtwet: J. G.. Vrouwepolder, tot f 10 j Daar lagen de kabeljauwen met hun b. s. 10 d. h.; mCt bevel tot vernieling j zeegroene ruggen, frisch en gevuld, ais Agm 't geweer en de patronen; een hond j rijpe jongte meisjes en de eeken„ ruw die gevaarlijk is op straat laten losloo- j van velv mager met hjoekige koppen en penJ. A.. Middelburg, tot f 10 b. s. J ontevreden blikken als oude vrouwen die 10 d. h.; overtr. Arbeidswet: C. S., Mid-kijven gaan. delburg, tót f 1 én f 10 b. s. 1 en 10 d. t Daar waren de tarbotten, de breede h.overtr. verord. op de tapperijen: A.i platte visschen, als grpote witte schotels C.' St. Laurens, tot f 5 b. s. 5 d. h.zon- met vin-gekartelde randen, de makreeleu f der vergunning rijdecf over Kanaalgron- den; P. A. M. H.. Vlissingen, tot f 1 b. s', ld. h.; een paard ter geleiding toever trouwen aan een nog niet 16jarig per- met hun dwarse staarten en blauw-gno.ene ruggen, de poonen met,hun vierkant open gesperde bekjes1 en een verdwaalde kreeft het wangedrocht der zee, dat met soonC. F. Serooskerke, tot f 3 b. s'. zijn groote zwarte scharen als een een 3 d. h.; fietsen zonder licht: J. M. Big- gekerke. L. L., Koudekerke ieder tot f 3 b. s. 3 d. h.; rijden met een wagen zou te s. 2d. h,; wateren buiten de bakken: der licht: A. den II.s St. LauTens, tot f2 H. M., Middelburg, tot f 3 boete of 3 dagen h.; met een rijwiel over trottoir rijden: J. M., Souburg, tot f0.50 b. s. 1 ts.zich op de bolwerken buiten de zame wandelaar over al dat glibberige goedje Leenscharrett. Maar het interessantste zijn de wolven de groote donkergrijze visschen met hun bulhondenkoppen. Die vragen geen medelijden in mach teloosheid. Er ligt een dreiging in hun dwingende oogten èn de machtige tandenkal^en klap paden bevindenA. H. Middelburg, lot f 1 pen open, gtereed om alles te verinlorze - jeaa, en jonge meisjes met linten in hlet ibjaar. In den nevel vervaagden die gestal ten aan den wand met h|ini harde kleu ren in eenzelfde waas met de levende gezichten in de zaal. En ik herinner mij ook'de zorg, waarmee Fabien een tafeltje voor ons uitzocht, good in 't zicht, mid den in de zaal. Hij riep den kellner en gaf hein zijn or ders met luide stern, voldaan, dat die meeste der gasten zich omwendden; en de blik dien hij over allen liet gaan, toen hij zich neergezet had, was triomfante lijk. Op dat oogtenblik was 'h|ij nog geluk kiger dan hjj had kunnen zijn bij biet ont vangen van Fardier's brief, gelukkigjer ook dan toten hij mijl hijgend en opge wonden zijn verhaal had gedagn. Hij «cheen een ander mensch te zijn ge worden. Van minuut tot minuut scheen hij zich verder te ontplooien. Hij' haalde de weken in, gedurende welke hij ge leefd had in ellende, opgestoten, afge zonderd, half dood van schaamte en angst, voortdurend met de gedachte aan den spot en de verachting der mensehen; en hjj deed het op een luidruchtige, pdri- «halante, bijna onbeschaamde manier. Ik had mijn plaats zóó gekozen, dat ik met den rug naar de zaal gekeerd zat. Temidden van al die gezichten, die ons ■omringdenzag Ik alleen Fabien's gelajat •vjDpr mij; zonder al dia drukk» gebaren i zag ik slechts de zijne. Elk daarvan ge- tuigde van tnots, van innige voldaanheid j van volmaakte zelfingenomenheid. De m:a- nier waarop hij zijn brood ,sneed, het zoutvaatje naar zich toe trok of zijn i glas stevig op tafel zette, openbaarde, zoo scheen het mij toe, beter dan woor den, van welk grof gehalte zijn vTcugde was,... En ik begreep dat van datzelfde gehalte ook zijn wanhoop geweest moest zijn, die wanhjoop waarover ik mjj ont fermd hgd, die het beste, het nobelste j in mij naar voren had 'gebracht, in al die uren, die mij zoo schoon hadden toege schenen. Ik begon me die uren weer te binnen te brengen. Maar het bleef slechts bij Ii,et begin.... In die luidruchtige, warme zaal, waar de lucht vol onaangename geu ren was, vond ik ze het een na het and er weer terug, die aren van angst en kwel ling, die ik eerst zoo gevreesd hgd en die mij langzamerhand zoo dierbaar wa ren geworden,... Ik had slechts het ge laat van Fabien voor mij, maar wanneer hij het b(pofd voorover boog of ómwendH de en dat deed hjj in zijn opgewon-' 1 denheid ieder oogtenblik dan zag ik in den smiallen Spiegel, die in den achi- hoekigen pilaar achter hem was aange bracht, een bleek gezicht, pief starende oogen. Die oogen, de mijne, schenen mij da oneen v«n mijn mjoedeT, toe. Ze ref- len wat zich daar tusschen zal wagen. De schipper hief er een naar een staal draad en het zware beest bleef er mei zijn ijzersterke tanden aan hgngen. Zoo'n wolf kan een bezemsteel door bijten en wee den visscher die hem1 peT ongeluk in den bek grijpt. Maar het malste, het dwaaste zeediep de pias onder de visschen, is de vleet. Die heeft een balve-mans h|ppgte, is zoo dik als een gpoote tarbot en heeft een breedte van ongeveer 80 c.M. Dat is een grappenmaker, die zelfs in een zoo ernstig oogenblik. dat alles op het dek van een trawler naar water hiaplt zijn mede-slachtoffers nog 'schijnt te wil len opvroolijken. Hij heeft een steek op. een groote wit te steek, als ee'n kind dat soldaatje speelt, en daaronder 'krult hij zijln randvinnen en zet ze steil pmhpog, waar de lange, kromtnte puntstaart hangt te bengelen. En hij trekt malle gtezichten Hij heeft als een mensch naast el kaar staande oogen en een breeden neus eh daaronder heeft hij twee dikke lip pen, die hij telkens met een smakkend igeluid tot een grijnslach vaneen trekt. Hij grijnslacht tegen alles. Hij zal dadelijk grijnslachend den pijn- do.od sterven. De matrozen zijn al aan het sorteeren. Zij werpen de wolven op zij' en de ghoo- te visschen in de tweede lastruimjte. En ineens grijpen hun zoekende han den een zwarten duivel^ met scherp uitge sneden staartvinnen, en een bleeke borst een visch die er uitziet of hij' warm' bloed moet hebben. Het is een kleine haai, een bijthaai, zooals de matrozen zeggen. Te eten is hij niet en hiji moet over- boiord, maar geen visscher zal den „moor denaar" den onbewusten concurrent weer onverlet in zijn jachtgebied wer- pen. Hij krijgt een kolmpvoet op den kop en een matroos haalt met een enkelen mes trek den bleeken buik open. Eerst dan ghat de van bloed druipende „moordie naar'' overboord en in het heldere water zakt zijn opengereten lichaam: langzaam naar de diepte. Dan begint de groote slachting. En alles gaat rustig, regelmatig en stil, alsof de visschen een pijnloozen dood sterven. Wie ze zopi liggen ziet, uitgeput cn machteloos na de eerste wilde pogingen tot ontsnapping, wie uit de groote, glib berige massa nog slechts hier en daar' een vinnetje ziet opkrullen, een bekje voor het laatst ziet opensperren, een stuiptrekking door een zilverig 'visschen- lichaam ziet verloopen. krijigt onwillekeu rig den indruk, dat de d'o|od|sstrij(d reedjs uitgestreden is. Het is alsof de visch, in volle berus ting' neerligt en als de ruwe matrozen-' hand ze grijpt en het mes inlet een enke len krachtigen gewoonte-haal den zachten buik openrijt, de ingewanden met den- zelfden rule uit het lichaam trekt, blij ven de visschen passief als patiënten die Onder narcose zijn. Het afval wordt in een groote mand gesmeten. De visschen gaan naar soort en grootte in verschillende manden en oe matrozen en de stuurman werken zich wonderlijk vlug door de massa heen. De groote tarbot is reeds' dadelijk bij' het op dek halen verminkt geworden. De schipper heeft ze met zijd mes een steek in de staartvin gegeven, zoodat het bloed in een dun straaltje uit de wond lekt. Tarbot moe tlevend uitbloeden, wil ze hlaar mloioae kleur houden en op de markt een igioeden prijs maken. Vroeger werd de lever van alle groo- tere visschen bewaard. De bemanning verzamelde ze bij het schoonmaken in vaten, die aan de traanfiabrieken verkocht werden -en waarvan de opbrengst een extra douceurtje vormde. Maar de oorlogsjaren hebben daarin verandering gebracht. De traanfabrieken betalen zoo weinig meer, dat slechts de lever van de eek-visch, die in Engeland goeden aftrek vindt, nog bewaard wordt. Als een der ggoote manden met afval KtisBwsaa gevuld: is. wordt zij ove» de verschan sing leeggestort. De kleine vischjes die 't sChOonmar ken niet waard rijn, wprdeti met een breede 'platte schop bijeen gegraaid op geschept en over boord geworpen, waar al dat kleine gloed, al die scholletjes en zilveren poontjes met naar boven ge keerde 'buikjes dpod aan de oppervlakte blijven drij'ven. Als de vangst „gestript" is, wordt het luik van het ijsraam open gtemiaakt. De stuurman laat zich vlamuit dat ruim' de volle manden aangeven waarna de visch zooveel mogtelijk naar grootte en sport (ge sorteerd, in de hokken geworpen wordt, waar de schipper ze onmiddellijk met een dikke laag ijlsbnoikjes laat bedekken Dan gjaat het luik weer op de berg plaats en daarbinnen blijft de visteh onbe dorven tot ze de verkoopplaats zal be reiken. Plotseling wordt mijn aandacht getrok ken door het krijschen van zeevogels. Het is onbegrijpelijk waar ze ineens vandaan komen maar een vijftigtal meeu wen vechten om den overboord gewor pen 'buit. Het zijd groote vogels mejt grauwe vleugels, die de schipper; „mal- lemokken" noemt. Als zij met breed gestrekte vleugels in glijvlucht gedaald zijd en als eenden met elk golfje op en neer gaan, boren zich, hun scherpe snavels in de zachte buiken der doode poonen en halen d© levertjes: er uit. Achter het schip daar waar de zon het water met duizenden flonkerende dia mantjes bestrooid heeft vechten en krij schen de groote vogels om! het beste deel van het aan de oppervlakte drijvende af val. Zij volgten het schip tot de laatste mand ingewanden over boord is en ver dwijnen dan even plotseling als zij geko men zijn. Wie waarschuwt deze gevleugelde zee dieren voor hun kans op een maaltijd, waar vliegen zij been en vanwaar zullen zij plotseling weer opduiken als over drie'- en-een-half uur opnieuw het afval over boord geworpen zal worden? Kaar gelang Uw bloed rijk of ar* is, zal Uw g»«0Ddheid gelukkig of ellemdig »iji. Het feit, dat er zoovele waBkele gezondheden zijn, bewijst wel. dat het bloed zeer dikwijls verarmt. De her stelling van het bloed en het onder houden van zijn rijkdom is dos een zaak, waaraan iedereen de meeste zorg moet besteden. De moeilijkheid dier zaak is trouwens geheel en al opgelost door de tussehenkomst der Pink Pillen, die zoo buitengewoon gunstig bekend staan als hersteller van het bloed en die met reeht in den tegenwoordigen tijd voor een der beste herstel mid del en doorgaan in gevallen van bloedarmoede, zenuw zwakte, algemeene. verzwakking en de stoornissen, die er het gevolg van zijn. De Pink Pillen geven bloed, ver ste: ken de zenuwen, helfen de eetlust en de spijsvertering en wat een kostbare hoedanigheid is voor een ver sterkingsmiddel storen de ingewanden niet. Kort gelede* jfe#" \n nog hebben de Pink Pillen j* Eure et Loir (Frankrijk) een moeder en kind genezen. Zulk een genezing is i* staat weer moed P/1 te geven aan de zieken, die de hoop al opgaven. Mevr. Simon Barbé Ziehier don brief en haar zoon van Men-. Simon Barrs te Bazoehes- en-Dunois (Eure-et-Loir) »Ik ben zeer gelukkig door de resul taten, die ik verkreeg met de Pink Pillen' voor mijn jongen van 7 jaar, over wien 'k zeer ongerust ben geweest wegens zijn slecht uitzien en zijn zwakte. Twee De schipper bleek allesbehalve ever doosjes Pink Pillen zijn voldoend© ge«- de vangst tevreden. Het was nog te wei- fweest om hem zijn kleur terug te geven nig, het Loonde de moeite niet. |eu hebben hem geheel veranderd. Ik Als een jachthond die ruikt waar de heb zelf vier doosjes gebruikt en zij buit zit snoof hij links en rechts en tuur- faebben mjj zeer veel goed gedaan J de over de onafzienbare watervlakte. v> ho„ telden en verklaarden mijn geheele leven. Ze waren tegelijkertijd begeerigf en ge dwee, veeleischend en schuchter. En ik had nooit zooals vandaag geweten, dat h)un onderworpen nederigheid kon samen gaan met een wilde opstandigheid, dat ze den spiegel konden zijn van de meest nauwgezette scrupules en de harts toch- telijkste onrust. Fatven's hoofd, dat rusteloos neen en weer bewoog', verbergde die oogien soms even voor mij of dan weer zag ik ze te voorschijn komen in den spiegel, vaag <Loor den rook en den damp. En wat er nu in leefde,, dat waren nog' slechts de laatste wekten, tie Lfttsite ,uren van imajn bestaan... 'n Korte tijd, maar rijker toch dan al de o verigte dagen van mijn leven. Ik dacht terug,.... ik dacht aan allerlei. Daar was geweest die nacht in Laga^de.... die vreeselijke nacht! Daar was geweest mijn plotseling 'besluit Fabien niet in den steek te laten, mijn wensch hem' te vol gen, de onverklaarbare gevoelens, die al les wat ik deed hadden beheersch.t, 'mij al m'ijn woorden hjadden ingegeven, en, die ik toch zelf niet kende. Daar was geweest..... Maar dat alles eindigde ten slotte met dit ééne..... en hjet was slechte één gedachte, die mij bezig hield, h,et was temidden van al die herinneringen de herinnering aan één kort oogenblik, idiat geweest de opwelling van mijn Toen kreeg' de matroos op de comman dobrug nieuwe hevelen. De U.M. 201 bevond zich op ruim! 56 gr. Noorder breedte, maar we moesten "dieper de zee in, nog hooger naar het Noordjeh. Zoo zou de zee haar schatten niet verbergen of we zouden ze najagen en opsporen in de diepten waar de zandbo dem in steen overgaat, waar de scherpe keien de netten openscheuren maar waar de visch in haar vluchjt vOor dèn mensch zich in de natuurlijke veiligste schuilplaat, sen verzamelt, Dienzelfden nacht was de buit al I grooter. Vier grapte carbid lampen wierpen oen fantastisch licht over het voordek, waar de stuurman anderinlaal den inhpud van den vollen, druipenden net-zak in de „last" deed storten en uit de glinsterende massa haalden de matrozen zware eeken te voorschijn en vleeten, die elk op minstens 25 pond geschat werden. Toen werden den stuurman in het ij's- hpk twintig manden van vijf-en-dertig ki lo visch aangereikt. Het lamplicht bescheen hlet voor-dek, het kaatste in de blanke lichamen der visschen, het trok gouden lijntjes over de tegten het schip brekende golfjes en wierp zwarte slagschaduwen naiast de li chamen der zwoegende mlannen. Het duister van den nacht had een zwarte ondoorzichtbare sluier om' het schip igetrokken. Maar aan den Noord-kant, waar de maan zich als een roode <s ikkel vertoonde, was die sluier open. Daar, aan den rand van den groot en cirkel, waarvan wij nu slechts een seg ment zagen, was lidT geelgouden zachte schijnsel van het Noorderlicht. Zoo sterk, zoo hreed-uit, zoo transpa- hebben mij verlost van d© steken hi den rug, waarvan ik geregeld last bad/' De prijs der Pink Pillen bedraagt f 1.75 de d«es, f 9.de zes doozen. Zij worden verkocht in bet Hoofddepot Nassaukade 314 te Amsterdam. Eisck dit adres en de Eoilandsche gebruiks aanwijzing De Pink Pillen zijn ook ts verkrijgen bij alle goede apothekers en drogisten o.a. bij PAUL SLUIiS en N.Y. G. A. SCHÜLTE. (lagez. Mech) liefde tegenover die smart, die ik zóó groot zag, zóó diep dat zij de meest on beduidende ziel rijk kon maken. En nu was er nog slechts dat ééne: de openbaring, dat die ziel niets veranderd was; de ze kerheid, dat zij nooit veranderen zou. Dat was er nog, alleen dat. „O, misschien had ik nog' liever gewild dat hij een moord op zijn geweten had.... ja, een motoïTd, en dat hjj niet was, wat hij is...." Op dit oogenblik ging Fabien rechtop zitten en ik zag mijn oogen niet meer in den s'piegtel: het was slechts zijn blik, dien ik tegenover mij had, onrustig van opwinding en plezier. „Kellner I" riep hij, en nog! voordat de man bij hem' was, klonken luid zijd or ders ,.Een goede fleseh Ghateauneuf des Papes...." Hij hoog zich naar mij' toe en zei schertsend vertrouwelijk Dat zal een duur diner worden, maar nu'"zij het betalen, kan het er wel op staan Wie rij vroeg ik. ,*Wel, de patiënten van den oudten Far- diér natuuriijk. Waar zit je met je ge dachten?... Al een half uur praten we over niets anders," Hij zei: praten we5' zonder te bemer ken, dat ik vóór die korte vraag nog 0e*a wppfld geragd had. Hij ommeende ricto rant was het, atelolf de aiop te middernacfa# daar in het Noorden op het punt «tond boven de kim1 te verrijzen. En toch wajs dat licht anders, want het miste de trilling der stralenbundels:, die waaiervormig als zonnekroon omhoog kunnen schieten. Het was1 zacht en rus tig als het transparante geel van een ver licht venster in een donker huizenblok. Het liep langs de geheele Noordelijke kim en waar het links en rechts ver vloeide, dook het weg achter zwarte wolkjes waaraan het vurige randje* ge schroeid had. Dat heldere, rustige schijnsel, dat nachtlicht van het hoogte Noorden, is van een wondere bekoring. Op de brug van de stuurhut, terwijl onder mij de kabels over de katrollen knarsten, stoom' uit het winsknechani- me spoot en onder luid geschreeuwde be velen de grillig belichte visschers' hpn moordend werk verrichtjten, heb ik lang naar het rustige gouden schijnsel geke ken. Plotseling viel er i ets voor mijn voeten en de matroos die het geworpen had-, over de verstrooidheid, waarvan ik plot seling, zooals hij meende, blijk gaf. Hij bediende zich voor de tweede maal van het gevogelte, dat voor ons optediend stond, en hij zette het gesprek, waarnam ik niet luisterde, weer Voort. Hij hielt» niet op met spreken en evenmin met eten, hij hield niet op met naar links en naar rechts te kijken, zich Voorover ts huigen en achterover te gluren, oma t© zien wie naar hem keek. En telkens zag ik achter hem weer die aqgeu, die mij' aanstaarden en ik bleef wanhopig hun blik beantwoorden en hen ondervragen. .Was het niet beter geweest dat hij werkelijk gedood hjadl?... gedood'?.. Wat vernedert een menschelijk wezen meer een hartstochtelijke daad vöm één oogten blik, die hij door boete en berouw kan trachten te verzoenen of een zelfgenoeg zaam leven van middelmatigheid en teug- hij-den-grondschheid?.... Maar even werkelijk als ik zag hoe Fa bien zijn vleesch sneed en zich roodett wijn inschonk, even werkelijk zag ik o0*. dat de misdaad, wanneer dje begaan wa» in deze kleine ziel slechts: een eve*»; klein gevoel van berouw, van wroeging «te van vrees zon hebben achtergelaten. (Wordt T*rvol0d),

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 2