SÉ Eüiiiii
BUF0E6SE'.
Wseislag 25 Jas. 1922, m 21
B In» en la a d.
"VAN DE
VAN
rein verlaten en overkwam hem een on
geval pip weg naai' huis lof omgekeerd, idan
kreeg hij geen uitkeering. Een onbillijk
heid van de oude wet blijkt uit het vol
gende voorbeeld
len waarvoor in de laatste maanden van
1921 door de R. V. B. machtiging tot
opneming gegeven is, er gemiddeld 7
(zegge zeven) aan "tuberculose lijden ©u
3 (zegge drie) aan andere aancïoenia-
Indieu bijv. een machinefabrikant een j gen, dan ziet men .onder andere, dat de
bij hem in dienst zijnden werkman ge-Raden van Arbeid zieh bij de uilvoering
lastte, eenige pannen pp het dak van zijn van artl. 99 en 100 der Invaliditeitswet
eigen woning te plaatsen en de werkman; in hoofdzaak (voor meer dhn twee
kreeg daarbij een ongeval, dan had deze 1 derde) bezig hiö.uden met iets, dat feite-
vplgens de bepalingen der Ongevallenwet lijk heelemaal niet op hun weg ligt: de
1901 geen recht op schadeloosstelling, h/et j t u,b er cnlto sebe strij d ing. En als
ongeval was hem dan niet overkomen in men dan nfog bedenkt, dat behalve de eér
INE BETEEKENIS DER NIEUWE
ONGEVALLENWET.
Nu de nieuwe Ongevallenwet in wer
king is getreden, maar velen nog geen
duidelijk inzicht hebben van de betee-
kenis daarvan, geven we gaarne plaats
aah de onderstaande beschouwingen,
waarin het verschil met de oude wet in
het Mcht wprdt gesteld.
Bij de Ongevallenwet 1901 waren de
werklieden in verschillende met name
genoemde bedrijven verzekerd legen gel
delijke gevolgen van ongevallen, hun in
verband met de uitoefening van tipt be
drijf overkomen. Waar de bedrijven met
naïne waren genoemd, viel een groot aan
tal werklieden, werkzaam in 'de niet ge-
npemde bedrijven, niet onder de bepa
lingen dei" Ongevallenwet, niettegenstaan
de de kans mor hen om een ongeval
te krijgen bij hun werk toch even groot
was, bijv. de werklieden in handelson
dernemingen: deze waren niet-verzeke-
ringsplichtig, als geen krach twerktuig in
het bedrijf werd gebruikt.
Een sleenkol enhandelaar, welke voor
«ijn bedrijf een krachtwerktuig gebruik
te, moest zijn werklieden wettelijk ver
zekeren. Kreeg een van zijn werklieden
bij het tossen van een schip kolen een on
geval, dan ontving deze werkman van de
Rijksverzekeringsbank uitkeering enz.
Een gelijksoortig werkman, 'werkzaam
in dienst van den kolenhandelaar, welke
geen krackiwerktuig gebruikte, ontving bij
een ongeval van de Rijksverzekeringsbank
niets. Aan deze grove onbillijkheid is
door de Ongevallenwet 1921 een einde
gemaakt:, thans zijn ingevolge de O. Wj.
1921 de werklieden in bedrijven, en wat
als zoodanig wordt beschouwd, volgens
de bepalingen dier wet verzekerd tegen
geldelijke gevolgen van ongeval en, hun
in verband met hunne dienstbetrekking
overkomen.
'Alle bedrijven zijn thans volgens de
Oöfe. Wet 1921 verzekeringsplicktig', be
halve de bedrijven van landbouw, veehou
derij. tuinbouw en boschbouw en fin 't
kpri uitgedrukt) de zeevaart, alsmede het
visichersbedrijf. uitgeoefend buiten rivie
ren en binnenwateren, als regel buiten,
het gezicht der Nederiandsche kust. Voor
de bedrijven van landbouw, veehouderij,
tuinbouw en boschbouw is het ontwerp
van wet gereed: de personen der zee
vaart zijn reeds wettelijk verzekerd, zioo-
dat binnen niet al te langen lijd alle
werklieden onder een Ongevallenwet zul
len vallen.
Voorbeen, dus volgens de O. W. 1901,
was een werkman verzekerd in de ge
noemde bedrijven, indien hel ongeval
hem in verband met de uitoefening van
het bedrijf overkwam. Thans, ingevolge
de O. W. 1921. is een werkman verze
kerd. indien het ongeval hem in ver
band met zijn dienstbetrekking over
komt Dit laatste geeft den werklieden
belangrijk voordeel: wanneer een werk
man rechtstreeks van huis naar zijn werk
gaat of van zijn werk rechtstreeks naajr
huis, en hem overkomt een ongeval, zal
geacht worden dit ongeval hem te zijn
overkomen in verband met zijn dienst
betrekking en ontvangt hij uitkeering'. Had
voorheen de werkman werkplaats of ter-
verband met de uitoefening van het vei-
zekeringsplichlige bedrijf. Thans zal een
werkman ingevolge de bepalingen der O.
W, 1921 wel uitkeering ontvangen; aan
genomen wordt, dat dit werk, het leggen
van pannen pp het dak van de woning
van den fabrikant, hem in verband met
zijn dienstbetrekking ïs pverkomen.
ste zeven van elke tien ook de overige
drie slechts bij gebrek aan een goede
z i e k e n v e r z o r g i n g s W e t hulp en
troost zoeken bij de Raden van Arbeid,
dan blijft er jop papier voor de papie
ren toekomst, waarin we niet alleen op
papier, maar in levende werkelijkheid
een ,,heusche" ziekenverzorgingswet en
w—O. 3~OO k
Een werkman, die voorheen een ander een niet minder reëele t.b.ci-bestrijding
werkman hulp verleende., ook indien dit j zullen hebben van art. 99 der Invalidi.-
hem do;or zijn werkgever was gelast, doch j teitswet niet veel (lees diets) over. Hoev©r
daarbij niet werkzaam bleef in het ver-j deze papieren toekomst nóg verwijderd
zeke.ringsplich.tig bedrijf van den werk-1 is ziedaar een vTa,ag, die tol troost der
gever, had bij een eventueel ongeval j Raden van Arbeid door niemand, zelfs
geen recht pp .uitkeering, j door geen op Öit ..hedendaagsche onder-
Een voorbeeld zal dit duidelijk ma- inaansehe" levenden socialen geneeskun-
keu. dige kan worden beantwoord.
Indien een smid ruiten in zijn smederij1
deed inzetten dppr een schildersknecht,
in dienst van een schilder spatrpon, en de
smidsknecht zou hierbij h,ulp veiieenen.
dan kreeg de smidsknecht, indien hem bij
dit werk een ongeval overkwam, geen
uitkeering.
De meeste werkgevers waren met de gende
UIT DE VRllZ.-DiEM. KAMER
FRACTIE.
Tiet Hoofdbestuur van den Vrijzinnig-
Demfocratischen Bond publiceert hel vol-
bepalingen der Wet niet voldoende be
kend, zoodat, wanneet" een werkgever een
werkman eenig werk gelastte, de werk
gever te gjbeder trouw meende, dat zijn
knecht steeds verzekerd was. Èn vpor
werkgevers, èn voor werklieden was het
bij dergelijke ongevallen een bittere ont
goocheling, dat de Rijksverzekeringsbank,
gebonden aan de bepalingen der O, W(.
In een brief van 18 Januari heeft de
heer W. O. A. Koster aan het hoofdbe
stuur van den Vrijzinnig-Democratischen
Bond bericht, dat hij voor een candida-
luur bedankt op grond van „de geheele
wijze, waarop de kandidatenlijst is tot
stsénd gekomen, gevoegd bij de gebeur
tenissen Voor en tijdens het referendum".
Tn hel vervfolg van dezen brief en in
1901, geen schadeloosstelling gaf en niet een interview verbindt de heer Kpster
nuari 1920 is vastgesteld eene verorde
ning' regelende de bezpldiging van amb
tenaren, 'beambten en werklieden bij de
verschillende takken van dienst der ge
meente Middelburg, met uitzondering van
het onderwijzend personeel, waarbij1 met
ingang van 1 Januari 1920 salnrisverhpo-
gingen zijn toegestaan; dat de toestand
sedert dat tijdstip niet zoodjanig is ver
anderd, dat thans een nieuwe salarisver-
hooging zou gewettigd zijn, veel minder
dat daaraan terugwerkende kracht zou
moeten worden gegeven, dat de tegen
woordige tijdsomstandigheden alleszins
de verwachting wettigen, dat de opbrengst
der belastingen zich in dalende lijn be
wegen; dat daarvan hel gevplg, zal zijn
dai de gemeente, en de reeds toegestane
uitgaven te kunnen bestrijden, verplich
tend zal zijn het reeds hooge percentage
vande inkomstenbelasting og meer te
doen stijgen, waardoor de druk inder
daad te bezwarend zou kunnen worden,
dat onder deze omstandigheden op het
gemeentebestuur de plicht rust de uiter
ste zuinigheid te betrachten, ook waar
het de jaarwedden van ambtenaren en
werklieden betreft;
dat van het besluit van Ged. Staten
de raad bij de Kroon in beroep is geko
men, aanvoerende dat bij eene beoordee
ling van de salarissen van het gemeente-
personeel men zich de vraag moei stellen
of deze salarissen aan behoorlijke eiscben
Voldoen v.an de tijdsomstandigheden, met
hetgeen in soortgelijke betrekkingen
wprdt betaald en met persoonlijke capa
citeiten; dat Ged. Staten de verhooging
der j aarwedden niel noodig achten, dat
de raad deze eenstemmig wel noodig
achtte, dat het verschil van gevpelenj
dat zich in den raad zei ven, bij de be-1
handeling van deze zaak heeft geopen
baard, uitsluitend liep over iets meer
of minder voor een enkele categorie of
een enkel perspon, maar niet over het
algemeen beginsel, dat over de geheele
mocht geven.
Enkele groote werkgevers, door schade
wijs geworden, sloten een aanvullende
verzekering bij een particuliere maat
schappij; :t gaf hun veel last en adniini-
■stratieven omslag. Immers de loonen, uit
betaald bij werkzaamheden, door hunne
werklieden verricht, welke werkzaamhe
den niet onder de uitoefening van h u n
bedrijf waren te brengen, en soms vajij wijzen,
geringen omvang waren, behoorde niet
op de door de Rijksverzekeringsbank ver
strekte loonlijsten te worden vermeld;
voor deze loonbedragen werd premie
betaald bij de particuliere verzekerings
maatschappij.
De O. Wi. 1921 maakt aan dit alles een
aan deze grieven den naam van den
Bondssecretaris mr. P. J. Oud.
Naar aanleiding hiervan heeft het
hoofdbestuur op verzoek van den heer
Oud, den heer Koster uitgenoodigjd zijne
beschuldigingen te dfoen onderzoeken
door een commissie, waarin beide par
tijen elk één lid zuilen benoemen, die
gezamenlijk een voorzitter zullen aanr
eiude: voor kleine loonbedragten wordt zocht de feiten, welke hij op het
Daar aan het hoofdbestuur geen enkel
feit bekend is, dat den heer Koster liet
recht zou geven tot zijn beschuldigingen
met name tegen mr. Oud, in wiens on-
krenkbaarheid het hoofdbestuur het vol
ste „vertrouwen1 stelt, heeft het hoofdbe
stuur gelijktijdig dien neer Koster ver-
eeanet een en au der in verband met den
woningbouw aan den Stijfsel weg; e. f 2600
voor aanleg van gas-hoofdhuizen eu daar
op 'te maken aansluitingen en van f 1600
voor aanleg van waterlei dinglioo fdbuisea
en daarop te maken aansluitingen, alle*
in den Stij fselweg en Chocolade weg en
in verband met den woningbouw aldaar;
d f 2800 voor verbouwing van de woning
nan het Mtoi en water vroege1" in gebruik big
den directeur der gasfabriek en water
leiding;
djat Ged. Staten aan het raadsbedÈuit
hunne goédkeuring hebben on!houden uit
overweging, dat uit een oogpunt va11 r«a-
tebéispjaring de bedragen, vermeld onder
b, c en d. in bet schrijven van burg. ea
weth. van 28 Juni niet behoeven te wor
den geleend doch uit de gewone middelen
mloeten worden bestreden, dat het hier
betreft uitgaven welke zich voortdurend
herhalen; hetgeen wordt bevestigd door
een 'mededeeling van burg. en weth. dat
zij in ae allernaaste toekomst zeker mét
verschillende apdere uitgaven van soort
gelijken aard zullen wprden vermeerderd
dat van het besluit van Ged. St. dé
raaa in booger beroep is' gekomen, aan
roerende dat de gemeente de geldjpn, te
gen hei leenen waarvan Ged. St. be
zwaar gemaakt hebben noodig heeft om
deze op haar beurt weer te leenen laan
Ide gasfabriek en de waterleiding, beide
gemeentebenrijven, die dit geld behoeven
voor uitbreidingswerken, en daarvan aan
de gemeente betalen rente en aflossing,
dat bet niet duidelijk is of Ged. St. be
doelen dat deze be ragen moeten worde»
bestreden uit de gewone middelen dfar
gemeente, dan wel uit die der bedrqven,
dat wanneer de gemeente dit bedrag uit
hare gewone middelen zou bestrijden
daarvan het gevolg zou zijn, dat dit iu
één jaar door de belastingplichtigen zon
moeten worden opgebracht, terwijl in
volgende jaren rente en aflossing v&a dit
'bedrag door de bedrijven worden betaald
geacht, dat de werkman 'dit toon heeft
verdiend in verband met zijn dienstbe
trekking, bij groote uitgaven wordt geacht,
dat de werkgever naast zijn .gewone be
drijf neg een bedrijf uitoefent; de werk
man is d,an in ieder geval verzekerd. Vol
ledig zullen, wat 't 'laatste betreft, deze
bepalingen eerst met 1 April 1922 inwer
king [reden.
%'f
i "S?
door ANDRÉ GORTHIS.
Geautoriseerde vertaling va® "W. E. P.
34).
Het was oen heldere dag, nog. warm;
de daken en de torens van de stad waren
in goudglans gehuld. Zoodra Fabien wak
ker was vroeg hij mij:
!s de post gekomen?"
Hij h.aci niet geslapen en was eerst te
gen den morgen ingesluimerd. Maar toch
Mond hij vroeg op en toen hij eenmaal
aangekleed was, begon hij koortsachtig
door de kamers heen en weer te loonen,
zonder iets te. willen eten. Dikwijls bleef
hij nesluileloos staan ,keek mij star aan
zoude: mij te zien of staarde naar den
muur.
tk sciu-ikle. toen ik zijn gezicht weer
zo nlee.v, zoo vertrokken, zoó diep-
eJienchg z ig als in de eerste dagen na
onze aankomst in Avignon En,
langzamerhand, ler-wijl ik naar hem keek
en rijn stap op den vloer hoorde, dreu
nend. regelmatig en onüilstasuthaar, kreeg
ik mek een gevoel van anglst en zeniiwach'
ticheld. Die brief.' zou die eindelijk
komen1/ Ik had er de laatste dagen
niet meer aan gedachtIk -dacht wel,
da! ik er niet meer aan gedacht had'
maar de zekerheid, die ik daarginds.
VOORKOMEN VAN INVALIDITEIT
DOOR DE RADEN
VAN ARBEID.
De h eer Van Gelderen, controleerencl
geneeskundige der Rijksverzekeringsbank
te Middelburg,maakt in een beschouwing
in het Tijdschr. voor Geneesk. over de
door de Rijksverzekeringsbank vastgestel
de regelen voor het "voorkomen, van in
validiteit bij verschillende ziekten, o. a.
ook de volgende opmerking:
Zo.oals uit -het bovenstaande reeds kaD
blijken, Wordt gevaar voor do-odelijken af
loop niet gelijkgesteld met gevaar voor
blijvende invaliditeit 'in den zin van
art. 72 Invaliditeitswet). En als men dan
weet, dat zfooals uit de overigens blijk
baar niet geheel betrouwbare cijfers in
den Sociale Verzekeritrigsgids voldoende
duidelijk blijkt 'dat van de tien geval-
heeft, ten spfoedigste te willen presicee
ren, teneinde die gegevens ,aan voonnelde
Commissie te. kunnen voorleggen.
Een soortgelijke uitnoodiging is gericht
tot den heer M. Teenstra.
i wordt
GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG.
In de heden, gehouden vergadering van
den gemeenteraad vian Middelburg waren
nog ingekomen de navolgende stukken:
Ten eerste de Kon. beslissing over de
Salarissen van het
g e m.-p e r s o n e e 1.
Bij de beslissing betreffende het be
roep van den raad tegen het besluit
van Ged. Staten van Zeeland tot niet
goedkeuring van het raadsbesluit tot wij
ziging van 'de geme entebégro-o ting voor
1921, is dool' de Kroon overwogen:
dat hel; besluit strekt tot uitvoering o.
a. van een bij raadsbesluit van 11 Mei
tot stand gekomen salarisherziening;
dat Ged. Staten aan het raadsbesluit
de goedkeuring hebben onthouden uit
overweging, dat in het raadsbesluit sala-
risverhoogingen ten behoeve van amb
tenaren en ander personeel in gemeente
lijken dienst zijn gebracht met terug
werkende kracht tot 1 Januari 1921; dat
laatstelijk onder dagteekening' van 28 Ja-
linie een verhtpoging billijk was, dat uit j en dit aan de gew. ink. der gem1, bou-
een bij het beroepschrift gfevoegden ver- j den ten goede lcomeu; derhalve kapitaal-
gelijkeuden staat blijkt, dat de salarisre- vorming* uit de gewone middelen in één
geling allerminst abnormaal hoog is, doch j jaarom dit kapitaal in latere jaren
deze integendeel nog onder de regelin- 5 langzamerhand te verteren; dat de e-
gen blijft, welke gelden bij1 het rijk cn bij j meente-bedrijven deze bedragfen noodig
de gemeente'hebben voor den aanleg- van gas- en wa_
dat de jaarwedden van de ambtenaren, j terleiding U-aar de door den womingbbuw
beambten en werklieden, in dienst bij de; nieuw gestichte woningwijkeU; dat het
gemeente Middelburg bij raadsbesluit vanbetreft buitengewone uilgaven, wafirdoor
28 Januari 1920, met ingang van 1 Ja-de mkouisten der bedrijven jaarlijks
nuari 1920 zijn verhoo,gd, aan welk raads-] wm-den vermeerderd; meer gas-ver-
besluit Ged. Staten goedkeuring hebbenbruik, meer waterverbruik, en juk-ri
ver leeftijd j huurdat de bedrijven dus jaarlijks gc-
dat niet gebleken is, dat sedert 1 Ja- j makkelijk rente en afl. zullen kunnen
miart 1920 de omstandigheden, denmate betalen, dat uit den gewonen dienst ;ler
zijin veranderd, dat termen bestaan voorbedrijven de bedoelde werken uit ae*
teen nieuwe salarisverhpoging; mud dér zagk niet kunnen woPden be
reden, waarom het beroep- -ongegrond streden; gesteld al dat dit inovereenstem-
min ff ware te brengen met een op gezon
de blasés berustende «ommercieele boek
houd-'ng dat, om deze in een jaar te
houding": dat, om deze in een jaar te ken
nen betalen, de prijs van het glas met
ongeveer cent per MB die vian het water
mét ongeveer 8i/2 pfocéat ge
durende een geheel jaar zouden moeten
verhoogd en derhalve de gas- en de wa
terverbruikers in dil jaar moeten worde»
belast ten voordeele .van die vian volgends
jaren; dat indien Ged. St. bedoelen, djat
deze bedrijven -uit de gewone midtfjeten
der bedrijven zouden moeten wBriden be
streden, zij ten eenenmale het co-mmér-
cieele beheer der bedrijven miskennen;
dat ten slotte niet begrijpelijk is, waarom
wel geleend mag worden voor de f 35000
ben-ocaigd vtoor de uitbreiing; van het
electrisch kabelnet en niet f 13000 vtoor
het gias- en waterleidingbedrijf; weshalve
de raad verzocht, dat aan zijn besluit
ialsnog goedkeuring' tóag' worden gehecht
ten vfoordeele van die waterverbruikers
dat dé viool-genomen- leening in hoofd
zaak dient tot dekking van uitgaven we
gens uitbreiding en verbetering van wei-
verklaard.
Goedkeuring g e I ri
le e n i n g.
Vervolgens werd overgelegd het besluit
f van de Kroon inzake het beroep te-
tegen het besluit van Ged. Staten DM
'niet goed te keuren het aangaan eener
lijdelijke geldleening van f 48.000 ten be
hoeve der bedrijven.
Het besluit waarbij die leening alsnog
werd goedgekeurd door dje Króón, be
rust ion de volgende overwegingen
dal de raad van Middelburg in zijn
vergadering van 22 Juni 1921 heeft be
sloten ten behoeve van de bedrijven een
tijdelijke leening aan te gjaan ten bedrage
van f 48000 voer den dienst 1921, tegen
een rente van ten. hoogste 1/2 pet. haven
het promesse-disconto van de Nederiand
sche Bank en 'af te lossen voor het einde
vian hel: dienstjaar 1921 (1 Juli 1922)
niét' aanwijzing v,an alle middelen der ge
meente voor rente en aflossing; dat burg.
en weth. dat besluit ter goedkeuring
aan Ged. Staten hebben aongebo-den, in
een begeleidend schrijven gedagteekend
28 Juli 1921 mèedeelendé dat uit de gé-
noemde leeninig de volgende uitgaven zul- j ken van met name genoemde gemeen te
len gekweten worden: jfcëdrijven: dat de aard dezer uitgaven
a. f 35000 Voor uitbreiding en ver- j het sluiten eener leening rechtvaardigt
sterking van het electrisch kabelnet; h. en hiertegen niet afdoet, dat vopr enkele
f 3200 voor uitbreiding van het gashui-j bedrijven eenerztijds de uitgaven gering
in -itic koude duisternis toen wij alleen
op oen weg waren ,had gekregen dat
hij mij na ontvangst van dien brief,
alles zou zeggen, dat het onmogelijk
was mij niet alles te zeggendie ze
kerheid vond ik nu terug en wel zóó he
vig, zóó diep, dat zij die laatste dagen niet
weggeweest kon zijn, integendeel gegroeid
was in mij", al was ik er mij niet van
bewust.
ik hield mij niel bezig met de vraag
wat er in dien brief zou staan en ik vroeg
mijzelf ,ook niet af: „Wat zal hiij- mij
zeggèh wanneer hij hem gelezen heeft?"
maar alleen„Hoe lang ZjOl dat wachten
nog duren? E11 de spanning werd
met ieder uur greater. Driemaal gingi
hij dien morgen, naar beneden om te
zien ,of de brievenbesteller niets had ge
bracht en driemaal iging ook ik naaf benei-
den. Wanneer een van ons beiden weer
boven kwam, vroeg do ander met één
onkel woord:
„Niels?"
„Niels!"
Wij noemden den brief niet eens. Geen
van beiden zou hebben willen zeggen,
wal hij verwachtte, dat die brief lijem
brengen zou, Al onze bewegingen getuig
den van -ongeduld en wij deden Ons best
kinderachtig te zijn, bijna oni de reden
van dat ongeduld te verbergen -
Tegen den middag verklaarde Fabien:
„Ik ga vandaag niel uit. Ik ben v/jut
moe
Er waren npg drie bestellingen vóór
den avond. Met één van die kwamen
meestal de brieven van Guichprde en ik
begreep best, waarom hij niet van bin's
wilde aan Intusschen begonnen
mijn pogen te dwalen naar de kleine;
pendule, die op den hreeden, grijs mar
meren schoorsteenmantel stond, en ze
keken bovenal naar één uur tusschen
al die andere, het uur. zioo nabij reeds,
waarop ik vandaag Philippe Fabrójol zou
-ontmoeten in het ïrtuseuin Calvet.
„En jij", vervolgde Fabien, en nog eens
merkte ik duidelijk Ivoezeer mijn tegen
woordigheid en mijn steun hem een be
hoefte waren geworden, „ga jij uit? Ik
wouIk zou het prettig vinden, als
je bij mij thuis bleef."
Ik geloof, dat hjj angst had alleen thiuis
te zijn, wanneer die brief kwam. Hij! was
er bang voor. Zijn -oogen zeiden het dui
delijk, En weer voelde ik ai zijn smart
tegen mij aan sidderen. En ik Wist dat
liet o-ogenblik gekomen was om te zeg
gen: „Vertel mij alles wat je leed doel.
Ik zal het met je dragen." Maar dan zag
ik weer die cijfertjes op de pendule
Ik zag dat eene cijfertje. Ën dan bleef
er van al die gedachten slechts deze
over: „Ik moet me gaan klaarmaken
het moet Ik kan hem' niet laten
wachten
Ik stond op. Maar misschien was het
nog te vroeg, en ik ging weer zitten
op een anderen stoel bij het raam en
zei: „Ik kan nog' een kwartier bij je
blijven Dan moet ik uit vast
en zekér ohi een paar botodscbappen
te doen.."
i
s
Hij vroegPhilippe Fah'réjol was er niet. Maar op
„Wat vooi" boodschappen?" |dat -oogenhlik hoonde ik de Mok vab
Maar ik vergat hem te antwoorden en 1 Saint Agricol kwart voor vier slaan, Fa-
hij vroeg niet verder. Hij durfde niet hien had mij gedwongen te vroeg op weg
j aandringen; hij djurfde niet al te duidelijk I te giaan of ik had te vlug geljoopein ea
laten blijken, dat hij bang was om alleen Philippe kon er nog niet geweest zijn. Hel
te zijn op dat oogenhlik. Maar toch zei hijverwonderde mij dus niet Maar ik
j na vijf minutenj dacht er alleen aan, dat in de heeri
„Ga dan liever dadelijk. Dan hen je j lijke voorstellingen, die ik mij1 altijd vaa
(eerder terug. Dat vind ik prettiger." jdit oogenhlik gemaakt had, hij het steedK
Ik gehoorzaamde hem. Ik deed alles j was geweest, die mij tegemoet kwam
werktuigelijk, ik wist zeker al, dat bij al-) Ik. ging dus zitten en wachtte; op die
les wat besloten zou worden, mijn zwak-zelfde bank van oud glanzend hout, waar
jke wil niet veel zou uitrichten. j ik dien dóg'zoo lang ktebteven was. Dezelf-
ide gézichten keken mij aan. En dezelfde
i De rue Joseph Veniet, met degedachten, geloof ik, die ik toen had
i tuinen en de oude huizen, het hek, het gedroomd, kwamen weer in mij op. Ik
museum, de opzichter, die vriendelijk zag ze nog altijd niet goed en ik wist
glimlacht, wanneer hij miij; herkent en niet hoe ze eigenlijk waren. Maar'inplaate
die vraagt of ik niet ziek zal wondeW - van ze lijdelijk te ondergaan, had ik van-
zooals laatst, omdat ik zoo bleek zie,daag1 den indruk, dat ik mij ertegen ver-
Dat alles is vandaag misschien werkelijk- dedigen wilde. Ik zat met de handen om
heid, en misschien ben ik nog in mijn I mijn knie gevouwen en keek nu en dan
tuin. en verbeeld ik mij dat alles. Daar isnaar het blauwe gewaad vjajn een heiligfe
de trap, die ik op moet. Daar is de eer- of de donkere hoornen van een land-
stc zaal, waar niemand is, en daar de schap, of ook wel gewoonweg naar den
tweede eu de derde. Philippe is zeker glimmendem parketvloer en ik geloof wel,
daarheen gegaan, omdat we er ruscigfcr dat ik een toonbeeld scheen van een
kunnen zijn. Ik aarzel even voor ik die vreedzaam, geduldig wachtende. En toch
derde zaal binnen ga. Ik kijk naar een had ik het gevoel, 'dat ik mij verdedigde*
kleinen steenen non uit de veertien- dat ik wo-rsteldé; dat ik eindelijk ver-
de eeuw. volgens het opschrift die ge- plettend werd en dat die onderwerping
knield iig't in de zware plooien vanbjaar een smartelijk, en toch heerlijk geluk
sluier, een raadselachtige glimlach van bracht,
extase ligt op dat gelaat met die geslori
ten oogen. En eindelijk neem ik ralijh. l*e-j (Wordt vervolgd),
sluit, bijna kalm.