SÉ Eüiiiii BUF0E6SE'. Wseislag 25 Jas. 1922, m 21 B In» en la a d. "VAN DE VAN rein verlaten en overkwam hem een on geval pip weg naai' huis lof omgekeerd, idan kreeg hij geen uitkeering. Een onbillijk heid van de oude wet blijkt uit het vol gende voorbeeld len waarvoor in de laatste maanden van 1921 door de R. V. B. machtiging tot opneming gegeven is, er gemiddeld 7 (zegge zeven) aan "tuberculose lijden ©u 3 (zegge drie) aan andere aancïoenia- Indieu bijv. een machinefabrikant een j gen, dan ziet men .onder andere, dat de bij hem in dienst zijnden werkman ge-Raden van Arbeid zieh bij de uilvoering lastte, eenige pannen pp het dak van zijn van artl. 99 en 100 der Invaliditeitswet eigen woning te plaatsen en de werkman; in hoofdzaak (voor meer dhn twee kreeg daarbij een ongeval, dan had deze 1 derde) bezig hiö.uden met iets, dat feite- vplgens de bepalingen der Ongevallenwet lijk heelemaal niet op hun weg ligt: de 1901 geen recht op schadeloosstelling, h/et j t u,b er cnlto sebe strij d ing. En als ongeval was hem dan niet overkomen in men dan nfog bedenkt, dat behalve de eér INE BETEEKENIS DER NIEUWE ONGEVALLENWET. Nu de nieuwe Ongevallenwet in wer king is getreden, maar velen nog geen duidelijk inzicht hebben van de betee- kenis daarvan, geven we gaarne plaats aah de onderstaande beschouwingen, waarin het verschil met de oude wet in het Mcht wprdt gesteld. Bij de Ongevallenwet 1901 waren de werklieden in verschillende met name genoemde bedrijven verzekerd legen gel delijke gevolgen van ongevallen, hun in verband met de uitoefening van tipt be drijf overkomen. Waar de bedrijven met naïne waren genoemd, viel een groot aan tal werklieden, werkzaam in 'de niet ge- npemde bedrijven, niet onder de bepa lingen dei" Ongevallenwet, niettegenstaan de de kans mor hen om een ongeval te krijgen bij hun werk toch even groot was, bijv. de werklieden in handelson dernemingen: deze waren niet-verzeke- ringsplichtig, als geen krach twerktuig in het bedrijf werd gebruikt. Een sleenkol enhandelaar, welke voor «ijn bedrijf een krachtwerktuig gebruik te, moest zijn werklieden wettelijk ver zekeren. Kreeg een van zijn werklieden bij het tossen van een schip kolen een on geval, dan ontving deze werkman van de Rijksverzekeringsbank uitkeering enz. Een gelijksoortig werkman, 'werkzaam in dienst van den kolenhandelaar, welke geen krackiwerktuig gebruikte, ontving bij een ongeval van de Rijksverzekeringsbank niets. Aan deze grove onbillijkheid is door de Ongevallenwet 1921 een einde gemaakt:, thans zijn ingevolge de O. Wj. 1921 de werklieden in bedrijven, en wat als zoodanig wordt beschouwd, volgens de bepalingen dier wet verzekerd tegen geldelijke gevolgen van ongeval en, hun in verband met hunne dienstbetrekking overkomen. 'Alle bedrijven zijn thans volgens de Oöfe. Wet 1921 verzekeringsplicktig', be halve de bedrijven van landbouw, veehou derij. tuinbouw en boschbouw en fin 't kpri uitgedrukt) de zeevaart, alsmede het visichersbedrijf. uitgeoefend buiten rivie ren en binnenwateren, als regel buiten, het gezicht der Nederiandsche kust. Voor de bedrijven van landbouw, veehouderij, tuinbouw en boschbouw is het ontwerp van wet gereed: de personen der zee vaart zijn reeds wettelijk verzekerd, zioo- dat binnen niet al te langen lijd alle werklieden onder een Ongevallenwet zul len vallen. Voorbeen, dus volgens de O. W. 1901, was een werkman verzekerd in de ge noemde bedrijven, indien hel ongeval hem in verband met de uitoefening van het bedrijf overkwam. Thans, ingevolge de O. W. 1921. is een werkman verze kerd. indien het ongeval hem in ver band met zijn dienstbetrekking over komt Dit laatste geeft den werklieden belangrijk voordeel: wanneer een werk man rechtstreeks van huis naar zijn werk gaat of van zijn werk rechtstreeks naajr huis, en hem overkomt een ongeval, zal geacht worden dit ongeval hem te zijn overkomen in verband met zijn dienst betrekking en ontvangt hij uitkeering'. Had voorheen de werkman werkplaats of ter- verband met de uitoefening van het vei- zekeringsplichlige bedrijf. Thans zal een werkman ingevolge de bepalingen der O. W, 1921 wel uitkeering ontvangen; aan genomen wordt, dat dit werk, het leggen van pannen pp het dak van de woning van den fabrikant, hem in verband met zijn dienstbetrekking ïs pverkomen. ste zeven van elke tien ook de overige drie slechts bij gebrek aan een goede z i e k e n v e r z o r g i n g s W e t hulp en troost zoeken bij de Raden van Arbeid, dan blijft er jop papier voor de papie ren toekomst, waarin we niet alleen op papier, maar in levende werkelijkheid een ,,heusche" ziekenverzorgingswet en w—O. 3~OO k Een werkman, die voorheen een ander een niet minder reëele t.b.ci-bestrijding werkman hulp verleende., ook indien dit j zullen hebben van art. 99 der Invalidi.- hem do;or zijn werkgever was gelast, doch j teitswet niet veel (lees diets) over. Hoev©r daarbij niet werkzaam bleef in het ver-j deze papieren toekomst nóg verwijderd zeke.ringsplich.tig bedrijf van den werk-1 is ziedaar een vTa,ag, die tol troost der gever, had bij een eventueel ongeval j Raden van Arbeid door niemand, zelfs geen recht pp .uitkeering, j door geen op Öit ..hedendaagsche onder- Een voorbeeld zal dit duidelijk ma- inaansehe" levenden socialen geneeskun- keu. dige kan worden beantwoord. Indien een smid ruiten in zijn smederij1 deed inzetten dppr een schildersknecht, in dienst van een schilder spatrpon, en de smidsknecht zou hierbij h,ulp veiieenen. dan kreeg de smidsknecht, indien hem bij dit werk een ongeval overkwam, geen uitkeering. De meeste werkgevers waren met de gende UIT DE VRllZ.-DiEM. KAMER FRACTIE. Tiet Hoofdbestuur van den Vrijzinnig- Demfocratischen Bond publiceert hel vol- bepalingen der Wet niet voldoende be kend, zoodat, wanneet" een werkgever een werkman eenig werk gelastte, de werk gever te gjbeder trouw meende, dat zijn knecht steeds verzekerd was. Èn vpor werkgevers, èn voor werklieden was het bij dergelijke ongevallen een bittere ont goocheling, dat de Rijksverzekeringsbank, gebonden aan de bepalingen der O, W(. In een brief van 18 Januari heeft de heer W. O. A. Koster aan het hoofdbe stuur van den Vrijzinnig-Democratischen Bond bericht, dat hij voor een candida- luur bedankt op grond van „de geheele wijze, waarop de kandidatenlijst is tot stsénd gekomen, gevoegd bij de gebeur tenissen Voor en tijdens het referendum". Tn hel vervfolg van dezen brief en in 1901, geen schadeloosstelling gaf en niet een interview verbindt de heer Kpster nuari 1920 is vastgesteld eene verorde ning' regelende de bezpldiging van amb tenaren, 'beambten en werklieden bij de verschillende takken van dienst der ge meente Middelburg, met uitzondering van het onderwijzend personeel, waarbij1 met ingang van 1 Januari 1920 salnrisverhpo- gingen zijn toegestaan; dat de toestand sedert dat tijdstip niet zoodjanig is ver anderd, dat thans een nieuwe salarisver- hooging zou gewettigd zijn, veel minder dat daaraan terugwerkende kracht zou moeten worden gegeven, dat de tegen woordige tijdsomstandigheden alleszins de verwachting wettigen, dat de opbrengst der belastingen zich in dalende lijn be wegen; dat daarvan hel gevplg, zal zijn dai de gemeente, en de reeds toegestane uitgaven te kunnen bestrijden, verplich tend zal zijn het reeds hooge percentage vande inkomstenbelasting og meer te doen stijgen, waardoor de druk inder daad te bezwarend zou kunnen worden, dat onder deze omstandigheden op het gemeentebestuur de plicht rust de uiter ste zuinigheid te betrachten, ook waar het de jaarwedden van ambtenaren en werklieden betreft; dat van het besluit van Ged. Staten de raad bij de Kroon in beroep is geko men, aanvoerende dat bij eene beoordee ling van de salarissen van het gemeente- personeel men zich de vraag moei stellen of deze salarissen aan behoorlijke eiscben Voldoen v.an de tijdsomstandigheden, met hetgeen in soortgelijke betrekkingen wprdt betaald en met persoonlijke capa citeiten; dat Ged. Staten de verhooging der j aarwedden niel noodig achten, dat de raad deze eenstemmig wel noodig achtte, dat het verschil van gevpelenj dat zich in den raad zei ven, bij de be-1 handeling van deze zaak heeft geopen baard, uitsluitend liep over iets meer of minder voor een enkele categorie of een enkel perspon, maar niet over het algemeen beginsel, dat over de geheele mocht geven. Enkele groote werkgevers, door schade wijs geworden, sloten een aanvullende verzekering bij een particuliere maat schappij; :t gaf hun veel last en adniini- ■stratieven omslag. Immers de loonen, uit betaald bij werkzaamheden, door hunne werklieden verricht, welke werkzaamhe den niet onder de uitoefening van h u n bedrijf waren te brengen, en soms vajij wijzen, geringen omvang waren, behoorde niet op de door de Rijksverzekeringsbank ver strekte loonlijsten te worden vermeld; voor deze loonbedragen werd premie betaald bij de particuliere verzekerings maatschappij. De O. Wi. 1921 maakt aan dit alles een aan deze grieven den naam van den Bondssecretaris mr. P. J. Oud. Naar aanleiding hiervan heeft het hoofdbestuur op verzoek van den heer Oud, den heer Koster uitgenoodigjd zijne beschuldigingen te dfoen onderzoeken door een commissie, waarin beide par tijen elk één lid zuilen benoemen, die gezamenlijk een voorzitter zullen aanr eiude: voor kleine loonbedragten wordt zocht de feiten, welke hij op het Daar aan het hoofdbestuur geen enkel feit bekend is, dat den heer Koster liet recht zou geven tot zijn beschuldigingen met name tegen mr. Oud, in wiens on- krenkbaarheid het hoofdbestuur het vol ste „vertrouwen1 stelt, heeft het hoofdbe stuur gelijktijdig dien neer Koster ver- eeanet een en au der in verband met den woningbouw aan den Stijfsel weg; e. f 2600 voor aanleg van gas-hoofdhuizen eu daar op 'te maken aansluitingen en van f 1600 voor aanleg van waterlei dinglioo fdbuisea en daarop te maken aansluitingen, alle* in den Stij fselweg en Chocolade weg en in verband met den woningbouw aldaar; d f 2800 voor verbouwing van de woning nan het Mtoi en water vroege1" in gebruik big den directeur der gasfabriek en water leiding; djat Ged. Staten aan het raadsbedÈuit hunne goédkeuring hebben on!houden uit overweging, dat uit een oogpunt va11 r«a- tebéispjaring de bedragen, vermeld onder b, c en d. in bet schrijven van burg. ea weth. van 28 Juni niet behoeven te wor den geleend doch uit de gewone middelen mloeten worden bestreden, dat het hier betreft uitgaven welke zich voortdurend herhalen; hetgeen wordt bevestigd door een 'mededeeling van burg. en weth. dat zij in ae allernaaste toekomst zeker mét verschillende apdere uitgaven van soort gelijken aard zullen wprden vermeerderd dat van het besluit van Ged. St. dé raaa in booger beroep is' gekomen, aan roerende dat de gemeente de geldjpn, te gen hei leenen waarvan Ged. St. be zwaar gemaakt hebben noodig heeft om deze op haar beurt weer te leenen laan Ide gasfabriek en de waterleiding, beide gemeentebenrijven, die dit geld behoeven voor uitbreidingswerken, en daarvan aan de gemeente betalen rente en aflossing, dat bet niet duidelijk is of Ged. St. be doelen dat deze be ragen moeten worde» bestreden uit de gewone middelen dfar gemeente, dan wel uit die der bedrqven, dat wanneer de gemeente dit bedrag uit hare gewone middelen zou bestrijden daarvan het gevolg zou zijn, dat dit iu één jaar door de belastingplichtigen zon moeten worden opgebracht, terwijl in volgende jaren rente en aflossing v&a dit 'bedrag door de bedrijven worden betaald geacht, dat de werkman 'dit toon heeft verdiend in verband met zijn dienstbe trekking, bij groote uitgaven wordt geacht, dat de werkgever naast zijn .gewone be drijf neg een bedrijf uitoefent; de werk man is d,an in ieder geval verzekerd. Vol ledig zullen, wat 't 'laatste betreft, deze bepalingen eerst met 1 April 1922 inwer king [reden. %'f i "S? door ANDRÉ GORTHIS. Geautoriseerde vertaling va® "W. E. P. 34). Het was oen heldere dag, nog. warm; de daken en de torens van de stad waren in goudglans gehuld. Zoodra Fabien wak ker was vroeg hij mij: !s de post gekomen?" Hij h.aci niet geslapen en was eerst te gen den morgen ingesluimerd. Maar toch Mond hij vroeg op en toen hij eenmaal aangekleed was, begon hij koortsachtig door de kamers heen en weer te loonen, zonder iets te. willen eten. Dikwijls bleef hij nesluileloos staan ,keek mij star aan zoude: mij te zien of staarde naar den muur. tk sciu-ikle. toen ik zijn gezicht weer zo nlee.v, zoo vertrokken, zoó diep- eJienchg z ig als in de eerste dagen na onze aankomst in Avignon En, langzamerhand, ler-wijl ik naar hem keek en rijn stap op den vloer hoorde, dreu nend. regelmatig en onüilstasuthaar, kreeg ik mek een gevoel van anglst en zeniiwach' ticheld. Die brief.' zou die eindelijk komen1/ Ik had er de laatste dagen niet meer aan gedachtIk -dacht wel, da! ik er niet meer aan gedacht had' maar de zekerheid, die ik daarginds. VOORKOMEN VAN INVALIDITEIT DOOR DE RADEN VAN ARBEID. De h eer Van Gelderen, controleerencl geneeskundige der Rijksverzekeringsbank te Middelburg,maakt in een beschouwing in het Tijdschr. voor Geneesk. over de door de Rijksverzekeringsbank vastgestel de regelen voor het "voorkomen, van in validiteit bij verschillende ziekten, o. a. ook de volgende opmerking: Zo.oals uit -het bovenstaande reeds kaD blijken, Wordt gevaar voor do-odelijken af loop niet gelijkgesteld met gevaar voor blijvende invaliditeit 'in den zin van art. 72 Invaliditeitswet). En als men dan weet, dat zfooals uit de overigens blijk baar niet geheel betrouwbare cijfers in den Sociale Verzekeritrigsgids voldoende duidelijk blijkt 'dat van de tien geval- heeft, ten spfoedigste te willen presicee ren, teneinde die gegevens ,aan voonnelde Commissie te. kunnen voorleggen. Een soortgelijke uitnoodiging is gericht tot den heer M. Teenstra. i wordt GEMEENTERAAD VAN MIDDELBURG. In de heden, gehouden vergadering van den gemeenteraad vian Middelburg waren nog ingekomen de navolgende stukken: Ten eerste de Kon. beslissing over de Salarissen van het g e m.-p e r s o n e e 1. Bij de beslissing betreffende het be roep van den raad tegen het besluit van Ged. Staten van Zeeland tot niet goedkeuring van het raadsbesluit tot wij ziging van 'de geme entebégro-o ting voor 1921, is dool' de Kroon overwogen: dat hel; besluit strekt tot uitvoering o. a. van een bij raadsbesluit van 11 Mei tot stand gekomen salarisherziening; dat Ged. Staten aan het raadsbesluit de goedkeuring hebben onthouden uit overweging, dat in het raadsbesluit sala- risverhoogingen ten behoeve van amb tenaren en ander personeel in gemeente lijken dienst zijn gebracht met terug werkende kracht tot 1 Januari 1921; dat laatstelijk onder dagteekening' van 28 Ja- linie een verhtpoging billijk was, dat uit j en dit aan de gew. ink. der gem1, bou- een bij het beroepschrift gfevoegden ver- j den ten goede lcomeu; derhalve kapitaal- gelijkeuden staat blijkt, dat de salarisre- vorming* uit de gewone middelen in één geling allerminst abnormaal hoog is, doch j jaarom dit kapitaal in latere jaren deze integendeel nog onder de regelin- 5 langzamerhand te verteren; dat de e- gen blijft, welke gelden bij1 het rijk cn bij j meente-bedrijven deze bedragfen noodig de gemeente'hebben voor den aanleg- van gas- en wa_ dat de jaarwedden van de ambtenaren, j terleiding U-aar de door den womingbbuw beambten en werklieden, in dienst bij de; nieuw gestichte woningwijkeU; dat het gemeente Middelburg bij raadsbesluit vanbetreft buitengewone uilgaven, wafirdoor 28 Januari 1920, met ingang van 1 Ja-de mkouisten der bedrijven jaarlijks nuari 1920 zijn verhoo,gd, aan welk raads-] wm-den vermeerderd; meer gas-ver- besluit Ged. Staten goedkeuring hebbenbruik, meer waterverbruik, en juk-ri ver leeftijd j huurdat de bedrijven dus jaarlijks gc- dat niet gebleken is, dat sedert 1 Ja- j makkelijk rente en afl. zullen kunnen miart 1920 de omstandigheden, denmate betalen, dat uit den gewonen dienst ;ler zijin veranderd, dat termen bestaan voorbedrijven de bedoelde werken uit ae* teen nieuwe salarisverhpoging; mud dér zagk niet kunnen woPden be reden, waarom het beroep- -ongegrond streden; gesteld al dat dit inovereenstem- min ff ware te brengen met een op gezon de blasés berustende «ommercieele boek houd-'ng dat, om deze in een jaar te houding": dat, om deze in een jaar te ken nen betalen, de prijs van het glas met ongeveer cent per MB die vian het water mét ongeveer 8i/2 pfocéat ge durende een geheel jaar zouden moeten verhoogd en derhalve de gas- en de wa terverbruikers in dil jaar moeten worde» belast ten voordeele .van die vian volgends jaren; dat indien Ged. St. bedoelen, djat deze bedrijven -uit de gewone midtfjeten der bedrijven zouden moeten wBriden be streden, zij ten eenenmale het co-mmér- cieele beheer der bedrijven miskennen; dat ten slotte niet begrijpelijk is, waarom wel geleend mag worden voor de f 35000 ben-ocaigd vtoor de uitbreiing; van het electrisch kabelnet en niet f 13000 vtoor het gias- en waterleidingbedrijf; weshalve de raad verzocht, dat aan zijn besluit ialsnog goedkeuring' tóag' worden gehecht ten vfoordeele van die waterverbruikers dat dé viool-genomen- leening in hoofd zaak dient tot dekking van uitgaven we gens uitbreiding en verbetering van wei- verklaard. Goedkeuring g e I ri le e n i n g. Vervolgens werd overgelegd het besluit f van de Kroon inzake het beroep te- tegen het besluit van Ged. Staten DM 'niet goed te keuren het aangaan eener lijdelijke geldleening van f 48.000 ten be hoeve der bedrijven. Het besluit waarbij die leening alsnog werd goedgekeurd door dje Króón, be rust ion de volgende overwegingen dal de raad van Middelburg in zijn vergadering van 22 Juni 1921 heeft be sloten ten behoeve van de bedrijven een tijdelijke leening aan te gjaan ten bedrage van f 48000 voer den dienst 1921, tegen een rente van ten. hoogste 1/2 pet. haven het promesse-disconto van de Nederiand sche Bank en 'af te lossen voor het einde vian hel: dienstjaar 1921 (1 Juli 1922) niét' aanwijzing v,an alle middelen der ge meente voor rente en aflossing; dat burg. en weth. dat besluit ter goedkeuring aan Ged. Staten hebben aongebo-den, in een begeleidend schrijven gedagteekend 28 Juli 1921 mèedeelendé dat uit de gé- noemde leeninig de volgende uitgaven zul- j ken van met name genoemde gemeen te len gekweten worden: jfcëdrijven: dat de aard dezer uitgaven a. f 35000 Voor uitbreiding en ver- j het sluiten eener leening rechtvaardigt sterking van het electrisch kabelnet; h. en hiertegen niet afdoet, dat vopr enkele f 3200 voor uitbreiding van het gashui-j bedrijven eenerztijds de uitgaven gering in -itic koude duisternis toen wij alleen op oen weg waren ,had gekregen dat hij mij na ontvangst van dien brief, alles zou zeggen, dat het onmogelijk was mij niet alles te zeggendie ze kerheid vond ik nu terug en wel zóó he vig, zóó diep, dat zij die laatste dagen niet weggeweest kon zijn, integendeel gegroeid was in mij", al was ik er mij niet van bewust. ik hield mij niel bezig met de vraag wat er in dien brief zou staan en ik vroeg mijzelf ,ook niet af: „Wat zal hiij- mij zeggèh wanneer hij hem gelezen heeft?" maar alleen„Hoe lang ZjOl dat wachten nog duren? E11 de spanning werd met ieder uur greater. Driemaal gingi hij dien morgen, naar beneden om te zien ,of de brievenbesteller niets had ge bracht en driemaal iging ook ik naaf benei- den. Wanneer een van ons beiden weer boven kwam, vroeg do ander met één onkel woord: „Niels?" „Niels!" Wij noemden den brief niet eens. Geen van beiden zou hebben willen zeggen, wal hij verwachtte, dat die brief lijem brengen zou, Al onze bewegingen getuig den van -ongeduld en wij deden Ons best kinderachtig te zijn, bijna oni de reden van dat ongeduld te verbergen - Tegen den middag verklaarde Fabien: „Ik ga vandaag niel uit. Ik ben v/jut moe Er waren npg drie bestellingen vóór den avond. Met één van die kwamen meestal de brieven van Guichprde en ik begreep best, waarom hij niet van bin's wilde aan Intusschen begonnen mijn pogen te dwalen naar de kleine; pendule, die op den hreeden, grijs mar meren schoorsteenmantel stond, en ze keken bovenal naar één uur tusschen al die andere, het uur. zioo nabij reeds, waarop ik vandaag Philippe Fabrójol zou -ontmoeten in het ïrtuseuin Calvet. „En jij", vervolgde Fabien, en nog eens merkte ik duidelijk Ivoezeer mijn tegen woordigheid en mijn steun hem een be hoefte waren geworden, „ga jij uit? Ik wouIk zou het prettig vinden, als je bij mij thuis bleef." Ik geloof, dat hjj angst had alleen thiuis te zijn, wanneer die brief kwam. Hij! was er bang voor. Zijn -oogen zeiden het dui delijk, En weer voelde ik ai zijn smart tegen mij aan sidderen. En ik Wist dat liet o-ogenblik gekomen was om te zeg gen: „Vertel mij alles wat je leed doel. Ik zal het met je dragen." Maar dan zag ik weer die cijfertjes op de pendule Ik zag dat eene cijfertje. Ën dan bleef er van al die gedachten slechts deze over: „Ik moet me gaan klaarmaken het moet Ik kan hem' niet laten wachten Ik stond op. Maar misschien was het nog te vroeg, en ik ging weer zitten op een anderen stoel bij het raam en zei: „Ik kan nog' een kwartier bij je blijven Dan moet ik uit vast en zekér ohi een paar botodscbappen te doen.." i s Hij vroegPhilippe Fah'réjol was er niet. Maar op „Wat vooi" boodschappen?" |dat -oogenhlik hoonde ik de Mok vab Maar ik vergat hem te antwoorden en 1 Saint Agricol kwart voor vier slaan, Fa- hij vroeg niet verder. Hij durfde niet hien had mij gedwongen te vroeg op weg j aandringen; hij djurfde niet al te duidelijk I te giaan of ik had te vlug geljoopein ea laten blijken, dat hij bang was om alleen Philippe kon er nog niet geweest zijn. Hel te zijn op dat oogenhlik. Maar toch zei hijverwonderde mij dus niet Maar ik j na vijf minutenj dacht er alleen aan, dat in de heeri „Ga dan liever dadelijk. Dan hen je j lijke voorstellingen, die ik mij1 altijd vaa (eerder terug. Dat vind ik prettiger." jdit oogenhlik gemaakt had, hij het steedK Ik gehoorzaamde hem. Ik deed alles j was geweest, die mij tegemoet kwam werktuigelijk, ik wist zeker al, dat bij al-) Ik. ging dus zitten en wachtte; op die les wat besloten zou worden, mijn zwak-zelfde bank van oud glanzend hout, waar jke wil niet veel zou uitrichten. j ik dien dóg'zoo lang ktebteven was. Dezelf- ide gézichten keken mij aan. En dezelfde i De rue Joseph Veniet, met degedachten, geloof ik, die ik toen had i tuinen en de oude huizen, het hek, het gedroomd, kwamen weer in mij op. Ik museum, de opzichter, die vriendelijk zag ze nog altijd niet goed en ik wist glimlacht, wanneer hij miij; herkent en niet hoe ze eigenlijk waren. Maar'inplaate die vraagt of ik niet ziek zal wondeW - van ze lijdelijk te ondergaan, had ik van- zooals laatst, omdat ik zoo bleek zie,daag1 den indruk, dat ik mij ertegen ver- Dat alles is vandaag misschien werkelijk- dedigen wilde. Ik zat met de handen om heid, en misschien ben ik nog in mijn I mijn knie gevouwen en keek nu en dan tuin. en verbeeld ik mij dat alles. Daar isnaar het blauwe gewaad vjajn een heiligfe de trap, die ik op moet. Daar is de eer- of de donkere hoornen van een land- stc zaal, waar niemand is, en daar de schap, of ook wel gewoonweg naar den tweede eu de derde. Philippe is zeker glimmendem parketvloer en ik geloof wel, daarheen gegaan, omdat we er ruscigfcr dat ik een toonbeeld scheen van een kunnen zijn. Ik aarzel even voor ik die vreedzaam, geduldig wachtende. En toch derde zaal binnen ga. Ik kijk naar een had ik het gevoel, 'dat ik mij verdedigde* kleinen steenen non uit de veertien- dat ik wo-rsteldé; dat ik eindelijk ver- de eeuw. volgens het opschrift die ge- plettend werd en dat die onderwerping knield iig't in de zware plooien vanbjaar een smartelijk, en toch heerlijk geluk sluier, een raadselachtige glimlach van bracht, extase ligt op dat gelaat met die geslori ten oogen. En eindelijk neem ik ralijh. l*e-j (Wordt vervolgd), sluit, bijna kalm.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1922 | | pagina 5