JJ'
hxiojeÜer laten zien; wat zou vader
dn&rvjan zeggen
Het werd bijna een obsessie, die ge
dachte aan zijn huis. Zij schreven zoo
mbeielijk die oudjes, ze drukten zich
met zulke stadhuiswoorden uit. Als er
eindelijk zöo'n bijna gèteekende brief
kwflin, deed het hem bijna physieke
pijn, hem te ontcijferenHoe zou
den ze er nu wel uitzien? Portretten
hadden ze nooit gestuurd. Hij probeer
de, de gezichten, 'die hij nog in den
geest zoo levenskrachtig en jong voor
zich zag, zich io.ud en vermagerd te
denken, maar altijd waren het weer de
welbekende trekken, die Moor hem op>-
rezten, het zjonjiige gezicht van zijn
moeder, met de stralenden oogen, die
den tochtend van zijn vertrek zoo vol
tranen stonden. Dan zhg hij weer haar
slanke figuurtje vlug door den tuin
loopen, dien laatsten ochtend toen ze
dog wat bloemen voior hem ging pluk-
ke»- f" f i .'11
Bert© voelde even met de hand naar
zijn borstzakhij had er al die jaren
een paar van in zijn portefeuille bij
zicli. ze hadden zoo'n eigenaardige
geur: Hbe dikwijls had hij - in die eer
ste. eenzame jaren die blaadjes ge
streeld en gekust, ze schenen hem een
stoort talisman. Werktuigelijk haalde hij
de portefeuille te voorschijn en vouwde
voorzichtige de bladen open, waarlus-
schen bij de slouvenirs gelegd had.
Twintig jaar, twintig jaar was dat ge
ledenHij sloot de oogen en zag weer
het Witte tuinpad en den bloemenrand
aan weerszijde, die hem altijd herin
nerde aan die versiering van een oud ge
bedenboek teere bloempjes waren het,
louderwetsche bloempjes, akkeleien, juf-
fertjes-in-het-groen. kruid-je( roer-me-
niet. en daartusschen snorden kopejr-
gröefte bromvliegen e|n kleine witte vlin
ders. Hij geloofde, dat er geien mooier
tuintje in heel de wereld was! Wat had
bij niet in Amerika gezien! Grandiose
natuurtafereelen. wtoefste bossehen, schui
mende watervallen e|n koninklijke parken
maar niets haalde in zijn herinnering
bij de schoonheid van dit kleine paradijs
uit zijn kinderjaren, een heele wereld
scheen hem die tuin, als hij er met zijn
karretjes in intocht spelen maar toen
hij later in de nieuwe wereld rondzwierf
scheen da't heele werelddeel hem nog ie
klein toni zijn reislust te bevredigen en
zijh vooruitstrevende plannen uit te we
ren. .,Een wïoniderlijk ding is die onrust,
die (ons door 't leven jaagt" dacht Berto,
terwijl Mj de portefeuille weel' bij zich
stak. „zooveel goeds heb ik daar ginds
gevdhden en toch zei ik altijd tegen me
zelf. dat het toch de gelukkigste dag
Yam mijn leven zou zijln als ik 's ochtends
mijd oogen weer open deed ih mijn eigen
kleine kamertje, waar als kind de zon me
wakker kuste
Verschrikt vloog hij uit zijn over
peinzingen overeind; de trein had stil ge
houden. hij was in Rome en hij moest
hier tot den mididag tvachten lot een
lokaal-treintje hem naar zijn geboorte
plaats brengen zou. Die uren kon hij
heerlijk besteden,- de geliefde Tiberstad
doorkruisend zou hij er de oude wel
bekende plekjes Opzoeken, die lijj er
zjofa Hef had. Buiten het station geko
men. keek hij verbijsterd om 2ich heen
iWas het mogelijk, dat hel gen onge
lijke, lieve Rome, eeen wereldstad was
gewórden I
Het geraas en gesnor van auto's en
trams maakte dus ook hier het verkeer
onveilig en het denken onmogelijk. Hier
en daar kjostte het hem moeite den weg
te Vinden, de mooiste paleizen, de in
nigste hoekjes waren verdwenen, over
al Banken en trfog eens BankenDe
stad der heiligen scheen hem eene van
bankiers en geldmakers geworden
Inplaats van 'de schilderachtige karar
biniers. die altijd met hun tweeën, de
Napoleon-steek op het hoofd en de lan
ge zwarte mantels ®m "de schouders met
^atogza raten toed in de straten surveilleert
den, stonden nu hier en daar grauw1-
grtjze politie-agenten, die een banale pet
menstehen. tover huizen, over dielreOj,
ik deed mijn best te glimlachen, en hoe
wel hij er de schouders over ophaalde,
kwam todh een of tweemaal een glim
lach top zijn gezicht.
En eindelijk, om hem niet meer (naar
die herberg' van de Porte de l'Oulle te
gaan, maakte ik er gewtoonte van bijna
eiken middag mei hem uit te gaan. We
Wandelden ver naar- buiten, omdat de
drukte van de pleinen en het zien van
die vele vborbij gangers hem dadelijk
prikkelbaar maakten.
Teruggaande ïnaakten wij een omweg
door eenzame straatjes om de drukke
bloulevard te vermijden. Hij kon niet
hebben dat iemand liem aankeek. Hij
scheen een soort ziekelijk wantrouwen
te hebben tegenover iedereen. Ik was
dus heel verwonderd, toen hij mij op
®en morgen kwam aankondigen, dat hij
zin vriend Fabré jol ontmoet had en de uit-
nfoodiging, die deze ons deed, om den
Volgenden Zondag bij hem thuis in
Pampérigouste te komen déjeuneerea,^
had aangenomen.
Van die Fabréjols want het waren ei-
twee, vader en ztoon had Fabien
vroeger altijd met ophef gesproken.
Veertig jaar geleden was mijn sclioon;-
mloeder op haar huwelijksreis in Avig
non ontvangen door mevrouw Fabréjol,
die ook pas getrouwd was. Ik geloof,
dat de beide dames elkaar op de kloos
terschool gekend hadden. En de betrek-
drpegen,wat was Rome banaal en
leelijk geworden
En waai' waren de „piffei'ari" uit de
Abruzzen, die hier in den Kersttijd over
al vtoor de Madonna-beelden op de Roe
ken der straten speelden? Hij hoorde
al evenmin de doedelzak als de herders
fluit waarom Waren zij dit jaar niet
naar de Eeuwige stad gekomen? „Dit is
een geheel andere wereld dan die ik
verlaten heb", zei Berto treurig tegten
zichzelf én om zijn blijde stemming
niet te verliezen, haastte hij zich naar
het station terug.
De zton had reeds zachtrooden gloed
over de Campagne geworpen, toen hel
treintje bij Palestrina stilhield :'t huis
van zijn ouders lag tusschen de ölij-
vergaarden buiten den, stadsmuur en
gemakkelijk Pond Berto den weg.
In de verte zag hij al het puntige
dak tussheen het groen; even stond hij
met de hancl aan de klink van het hek,
vóór hij ze durfde toplichten en toen;
sloop hij op zijn teenen naar binnen,
zijn hart bionsde zoo hevig, dat hij zijn
valiezen moest neerzetten, hij mam
zijn hoed Of en wisclite zich het zweet
van het gezicht. Nu begon de klok van.
de oude kerk voor de vesper te luiden
en bij het htooren van die bekende
stem, die hém zioo vaak haar het bede
huis geroepen had, overmeesterde hem
een groot gevoel van aian£t°|eninghij
zionk neer op de knieën en kuste den
grond van zijn ouderlijk erf.
Even later zat Berto naast zijn vader
(op dp bank voor het huis.
„Ja jongen, die was er vroeger niet,
want kijk, die heele voorgevel hebben
we opgetrokken van dat mooie som
metje, dat je ons overmaakte; je bent
een beste kerel voor ons geweest hoor.'
we zijn er ook niet op! achteruit ge
bóerd, ziet het erf er niet netjes uit?
Bertiö knikte en glimlachte maar
een beetje treurig, want alles zag er
zoo anjjers uit djan het in zijn jeugd
geweest wasdie veranda vond hij
al heel slecht' in deze omgéving' passend
Het gesprek vlotte niet erg, dacht
Berto, hij vond z'n vader een zeurig
oud mannetje geworden, die vroeger
zou lief en bij de pinken, nu telkens'
hetzelfde herhaaldie, niet veel naar
Berto's leven vroeg maar op- een
dreunerigen toon. het wel en weê van
de heele 'familie en van alle gezinnen
uit de buurt opsomde;- het was de
jonge man, lalsof hij het knarsen hoor
de van den steen die deiolijven fijn-
maalt, terwijl het paard onverdroten
rondloopt, almaar in hetzelfde kringe
tje ro,nd.
Hij verlangde naar de thuiskomst
van zijn moeder en toch vreemde bij
nu dat waarzien, dien eersten indruk.
Telkens, als hij schuin naar zïjfa. vader
keek en zijn langdradig stemgeluid
hporde, scheen deze hem een volsla
gen vreemde hij kion zioh niet meer
Voorstellen dat hij met zoó'n gnoiot g'e-
Yjoel van bewondering eh eerbied, al die
jaren door. aan hem' gedacht liigd.
Toen de klink van het tuinhek ging,
sprong Berto op en vluchtte het huis
in „zeg haai' miajar voorzichtig', dat
ik er ben" had hij den oude toege
fluisterd....
„M'n jongen, m'n jongen.' ben je
dan eindelijk teruggeklomen...." zei de
oude vrouw Schreiendi zij streek de
haren uit zijn gezicht en trtok hem
naar het raam. M'n Oogen zijln niet
al te best meer" vérvfolgjde zé half
venomtschtildig'end, „alles zie ik in een.
sluier, maar ik kan je nu toch nog
wel goed zien hoor..,, maai' je zult
moe zijn, je zult honger hebben" en1
het leek Berto, dat ze de oude be
drijvigheid' niet verloren had, toen ze
trippelend van de keuken naar de ka
mer, voor het maal begon te zorgen,
en spbedig heelemaal verdiept wias ïn
haar werk, innig verlangend, dat het
hem dien eersten aviond thuis, extra
goed zou smaken.
De zoon liep overal achter haar
aan; hij daalde mee in den; kelder.,h
aan; hij daalde mee af in den kelder..,..
(O,! ze zich herinnerde, (fat zij er hem
in Opgesloten had, omdat hij met zïjh
vaders geweer geschoten had? vroeg
hij.... en toen samen naai' de moes
tuin lom wat knoflook te halen.
,.,Wat is het hier veranderd", zei
Berto teleurgesteld hij zocht het
grintpad met aan weerszijden de rato
den van akkeleien, mtonnikskappen pn
sleutelbloemen, met de geurende ani-
jers en broze papavers heel dat
wereldje van schoonheid, waarvam hij
liet beeld zoo onverzwakt in zïjn lxe#-
rinnering bewaard had. „"Waar zijn -je
bloemen, moeder?" riep hij treurig..'..
„Och kind, je vader is al meer pp
geld gesteld1 geworden.... telkens als
je wat stuurde, scheen het wel, dat
hij meer men den tuin en die vruchten
verdienen wouinplaats vaïx bloe
men ging hij hier sla planten.... dat
deed me eerst wel wat verdriet
maar och als ik ze nou pluk, heb ik
er ook weer schik in..,.
Berto had altijd geschreven, dat
ze aan het huis mochten vertimmeren!
wat ze wilden, als ze miaiar niet aam
zijn kamertje raakten en de -mtoedfei:
had els eeii kloekhen er de bescher
mende vleugels over uitgespreid,. Nu
lag hij in het smalle bed, wiaarin hij'
als jongen sliep; hij luisterde ma'ar dé
geluiden die in den stillen nacht tot
hem kwamen, en hei'kenöe ze alle
maal: het gekras van de uilen, die
zich overdag in den kerktoren schuil
hielden, het kraaien van een haan,
die met den tijd in de war was en een
antwoord kreeg van heel ver weg....
maar het meest vertrouwd, wias hem
het suizelen 'in de hooge populieren^
in het geflap van de slappe blaren
meende hij nu het ruisschen van de
zee te htooren die joem terug riep,
naar zijn nieuw vaderland.
Met wijd open oogen lag hij te
wachten, top de eerste zonnjeslralenl,
die hem zoo menigen ochtend door
ditzelfde vensier hadden wakker ge
roepen.
Iloe had hij de jaren dpor naar
dien morgengroet verlangd; hoe ver
anderd, hoe leeg scheen hem alles!
waarom, wiajaróm was hij teruggeko
men?.... .Was de. illusie, die hij zóó
lang In Zijn part bewaarde, niet veel
mooier? Hoe vreemd voelde hij zich
hier;' tusschen deze, in hun dagelijk-
sehe sleur verstijfde en enger gewor
den menschen die met liun leeftijd
alle elasticiteit van denken dn voeten
verloren schenen te hebben, vond pij
het paradijs vpn zijn jeugd niet meer
terug....
Door het venstertje kwam nu eent
vlinder naar binnen en met de vleu
gels legen elkaar geklemd, balanceer
de zij een oogenblik op "de kruk van
een kast, die in het beschot was ge
maakt.
Berto keek naar het diertje en toen,
aandachtiger, naar den jtouten wand
daarachter; hij herkende die vlekken
van inkt, de letters en figuren, die
er met een penufemes in waren ge
krast. Hier had hij zijn schoolwerk ge
maakt, zeker en daar was ook de kast
waarin zijn speelgtoed stopd.... Berto
was uit Zijn bed gegleden en draaide
de kruk voprZTchtig om. Een kinder
lijke pitdrukking van vreugde, van her
kennen gleed over zijn gezicht, toen
hij daai' op de planken ze netjes zag
staan zïjn soldaten, zijd vesting, de
btouwdoozen en spoortrein heel die
heerlijkheid (uit vervlogen diagim. Zachtjes
sloop hjj na ar de deur en schoof er
de knip voor, toen haalde hij alle
stukken één vtoor 'één te voorschijn,
draaide ze öm en om, betastte eü be
keek ze met affectie.... Dapr.was tie
•Officier van de huzaren, die een arm
in den slag verloren had, de trommel1*
slager én vaandeldrager, hij zette ze
in slagbrde.... zou zïjn groole locomo
tief nog gaan? hij wou pnobeerea, of
ze niel kapot was, wond de mlaclxine
op en zag met voldoening, hoe ze
lover den planken vloer snorde en de
sloldaten tegen den groMd reed. Hij
herinnerde zich weer dien heerlijken
tienden verjaardag, dien ratooien trein
had hij toen gekregen.... en terwijl hij
de liedjes uit zijn jeugd fluitend, de
kast weer opredderde, dodHeefdle lnj
weer dien onvergelelijken feestdag hpe
ratooi toen alles washet mooie rijke
leven scheen als zfoo een zonnige féest-
Idag vlo,or liem te liggen..:..
Hel was nog vroeg' toen hij beneden'
kWam, maar hij boorde zijn moeder
al in de keuken bezig en terwijl hij
haar oude gezicht teer tusschen de
handen nam, kuste hij haar gioedten
morgen en zag haai; aandachtig aan.
Hoe goudbruin Waren de oogen ge
weest, waarvan de pupil zich, nu ver
troebelde, hoe graag streelde hij vroe
ger haar golvende donkere "haren, die
nu strak en grijs .onder een dioek wegL
gestreken waren.
„Wat heb je. m'n speelgoed toch lief
bewaard moedertje", zei hij ik lieb'
bloven alles bekeken weel je...."
Zij lachtte tevreden en majakte zich
Zacht uit zijn arm los wlant ze hoorde,
dgt het water begon te koken. „Blijf
je niet te lang weg?" riep ze Bei-fa
achterna, die gezegd had, nog even'
een stapje om te willen loopen. Langs
liet zandweggetje eerst, dan door de
zto.o welbekende kronkelende straten
naar btoven liep1 de jonge map pen
weg, dien hij als knaap 'hionderde ma
len gegaan was, als ze 's ochtends de
mis gingen htooren. Toen hij weer op1
den drempel stond en het schemer
donker van het schip zich voor liem
uitstrekte doopte hij, dié in zoto 'lange
jaren geen kerk was binnen gegaan,
werktuigelijk de vingers in het wijwater
en maakte het teeken des kruises. Een
geheime angst, maakte zich van hem
meester.... Zouden ze niet de beelden,
voor welke hij als knaap1 gewoon was
te bidden, opigeverfd, of veranderd heb
ben?....
Neen, daar stond zij Nnog, dezelfde
Maria waarvoor hij zoo dikwijls had
neergeknield, zij stak hare hapd nojg:
gioedertieren uit, met denzelfden glim
lach, die hem als jongen zoo vaak ver
rukt had.
In die jaren van hard. werken, in de
lange maanden waarin materieele be
slommeringen den achtergrond van zijn
bestaan gingen uitmJaken, had hij tegen
zich zelf gezegd, dat dit alles voior hem'
onherroepelijk voorbij1 was, kinderspel,
kinderillusies, kinderlijk vrjoom gel oo ven.,
voorbij... voorbij;
Maar de man, die nóg met kinderlijk
pleizier zlooeven zijn speelgoed Voor
zich mantoeuvreeren liet, lag nu stil ge-
Wogen in Üe bank wapr hij vroeger naast
zijn mloeder z'n gebedjes opzei; de han
den liad hij voor 't gezicht gedrukt,
langzaam druppelden de tranen dtoor
Zijn vingers terwijl z'n lippen prevel
den „O God! Erbarm U onzer!"
Rtotne, 27 December.
ETHA "FLES.
BEKENDMAKINGEN,
MILITIE.
Inlijving en opkomst voor eerste
Oefening in 1922.
Ingeval de nieuwe dienstplichtwet tij»
dig! tot stand komt, zal de inlijving en de
opkjomlst voor de eerste oefening1 in 1922
plaats hebben als hierna is aangegeven.
Infanterieregimenten niet-vopmgeoe-
fenden, le ploeg 16—20 Mrt, 2e pl. 1—
5 Nov.; vöol'geoefenden1620 Juli;
joefeningisdetachementen Kon. Mil, Ac, 16
—20 Mrt.
Compagnieën Wielrijdersniet-voorgé-
oefenden le pl. 1620 Mrt.,' 2e pl. 1—5
Nov.; voorgeoefenden 1620 Juli.
Compagnieën Hospitaalsoldaten (zie
kenverplegers en ziekendragers) le pl.
15 Mrt., 2e pï. 6—10 Juni, 3e pl. 1—
5 Oct.
Cavalerie le pl. 15 Mrl.. 2e pl. 6—10
Juni, 3e pl. 15 Oct.
Beo.'eden artillerie
Veldartillerie: beredenen, Ie Divisie le
pl. 1 5 Mrt., 2e pl .15 Aug He Divisie
le pl. 1—5 Mrt., 2e pl. 1—5 Sept.; Ille
Divisie le pl. 1—5 Mn., 2e pl. 1—5 Oct.;
IVe Divisie le pl. 1—5 Mi't.v 2e pl. 1—5
Nov.
loinberiedeiien Ie Divisie le pl. 16
20 Mrt., 2e pl. 16—20 Aug.; He Divisie
le pl. 16—20 Mrt., 2e pl .10—20 Sept.;
Ille Divisie le pl. 16—20 Mrt., 2e pl.
1620 Oct.; IVe Divisie le pl. 16—20
Mrt., 2e pl. 16—20 Nov.
Rijdende artillerie (beredenen) le pl.
1—5 Mrt., 2e pl. 1—5 Sept.
Ho.uwilserafdeelingen en le en 2ecomp.
He bat. 3e reg. Vestin'ngjarlillerie J>bre
denen le pl. 1—5 Mrt., 2e pl. 1—5 Sept.;
onberedenen le pl 16— 20 Mrt., 2e pl.
16—20 Sept.
Korps Tprpedisten le pl. 1—5 Mrt., 2e
pl. 6—10 Juni. 3e pï. (1—5 Óct.
Korps Pontonniers: le pl. 1620 Mrt.,
2e pl. 15 Oct.
NieL-bei'eden Artillerie, regimenten
Vestingartillerie (votor zoover niet hier-
Vioren genoemd) Korps Pantserfortartilte-
lerie: le pl. 15 Mrt., 2e pl. 6—10 Juni,
3e pl. 15 Oct.
Scli|oplooinpaginie vau den Motordienst:
le pl. 1—5 Mrt., 2e pl. 6-10 Juni, 3e jpl.
1—5 Oct.
Luchtvaarlafdeeling le pl. 1—5 Mrt.,
2e pl. 610 Juni, 3e pl. 15 Oct.
Regiment Genietroepen:
Pioniers, niet-voorgeoefenden le pl. 16
20 Mrl2e pl. 1—5 Nov. voorgeoefen-
den 1620 Juli.
Telegaaftx'oepen le pl 1620 Mrl., 2e
pl. 1—5 Oct.
Verlichtingstnoepen le pl. 16—20 Mrt.,
2e pl. 1—5 Oct.
Compagnie AdmMstratietiioepenle pl.
1—5 Mrt., 2e pl. 6—10 Juli, 3e pl. 1-
5 October.
Zeemacht: le pl. 16—20 Mrt., 2e pl.
610 Aug.
Kennisgevingen nlopens het kprps en
korpsonderdeel, waaraan de dienstplich
tigen «zullen worden toegewezen, zullen
spoedig worden toegezonden.
De datum, waarop moeten opkomen de
diennstplichtigen in het genot van Uil-
stel of verlenging van uitstel van eerste
oefening, beh|0:orende tot een der ca
tegorieën, genoemd in onderstaanden
staat, is als volgt vastgesteld:
Infanterie 3e gedeelte 2 November;
Wielrijders, 3e gedeelte, 2 November
Hospitaalsoldaten (ziekendragers en zie
ken verplegers (2e gedeelte 6 Juni; 3e ge
deelte 3 October.
Cavalerie, le gedeelte 1 Maart; 2e ge
deelte 3 October.
Veldartillerie le gedeelte, beredenen 1
Maart; onberedenen 16 Maart.
Veldartillerie, 2e gedeelte^ beredenen
le regiment 2 November, 2e regiment 3
Augustus, 3e regiment 3 October, 4e re
giment 4 September; onberedenenle
regiment 16 November, 2e regiment 16
Augustus, 3e regiment 16 October, 4e re
giment 18 September.
Rijdende Artillerie: le gedeelte bei'e-
dennen 1 Maart, onberedenen 16 Maart
2e gedeelte beredenen 4 September, on
beredenen 18 September.
Ie en lie Lichte, en Ie Zware Hou-
witserafideeling, benevens Vestingartille
rie, le en 2e Gomp., He bat, 3e mg,, be
redenen 2e gedeelte .j. september; onbe
reden dl, Ss gedeelte, 18 September;
Torpedisten, 2e gedeelte '6 Juni, 3*
gedeelte 3 October,
Pontonniers, 3e gedeelte 3 October!
Vestingartillerie 2e gedeelte (voor zoo
ver nog niet hiervoren genoemd) 6 Juni:
3e gedeelte 3 October.
Pantserfiortartillerie 2e gedeelte 6 Juni;
3e gedeelte 3 October. i
Genietroepen, 3e gedeelte: Verlichtings-
tiioepen 3 October. Pioniers 2 November.
Telegrafisten en Telefonisten 3 October.
Komt de nieuwe dienstplichtwet
niet of n i e t t ij d i g lot stand, dan zul
len ten aanzien van al het vorenstaan
de nadere bevelen worden gegeven.
Middelburg, 10 Januari 1922.
De Burgemeester van Middelburg,
P, PUMON TAK.
i sa
kingen tusschen de beide families, har
telijk van den kant der Fabréjlols, uiterst
beleefd van dien der Gourd ons, waren
altijd blijven bestaan, alf wlas het op een
eenigszins vage manier. Mevrouw Fabré-
jtol leefde nu niet meer. Haar man en j
haar z|oon woonden in Algiers, waar zij
groote landgoederen exploiteerden; maar
zij hadden het ouderlijk huis in de na
bijheid van Avignon in stand gehouden;
elke twee of drie jaar kwamen 'zij er
een paar maanden wonen en liéten er
dan klostbare en overbodige verfraaiin
gen, die, 2'ooals mijn man beweerde,
een goeden dunk gaven van hun for
tuin. Wèl hadden wij enkele dagen vóór
ions plotseling vertrek gehoord, dat de
•beide heeren nog niet uit het land wa
ren vertrokken, maar, zooals gezegd, Fa
bien wilde al zijn vrienden vergeten, en
de naam Fabréjol was evenmin als al
de andere, ooit genoemd in onze be
scheiden wtoning in üe Rue des Trois-
Faudons.
Hij Was natuurlijk zenuwachtig' ge
weest bij de ontmoeting, had onhandig
staan aarzelen, en, vreezlende dat een
weigering vreemd ztou gevonden wor
den, had hij zich niet aan de uitnjodiL
ging durven onttrekken. Hij vond het
vreeselijk ik beklaagde hem al in
gedachtenMaar toen merkte ik, dai
hij het heelemaal niet naar vtond en
integendeel veel levendiger was. Hij
i sprak dien dag meer dan gewoonlijk,
voortdurend over Fabréjol, over zijn
landerijen, zijn rïjkdlommeii, over de
politieke plannen, die bij misschien had
en die bij zeker verwezenlijken ztou.
Hij herinnerde zich met vtoldoening aller
lei kleine b'ijztonderheden, vriendelijke-
of beleefde woorden, die Frabéjol hem
toegevoegd had, en bij vertelde mij'
hoeveel eerbied die gefortuneerde man
steeds had gehad vtpor hem, Fabien,
en voor zijn talenten. Hij kon niet ver-
heugd genoeg zijn hem te kennen
hij was blij hem weer ontmoet te "heb
ben. Ik betreurde bijna ops droevig 1
stilzwijgen ,nu ik liem weer voor me
Zag net als in Lagarde in zijn onbe-
duidende persoonlijkheid en ik vroeg
me treurig verwonderd af, of eten die
kleine verdrietelijkheden in staat waren
hem die eene groote simart te doen
vergeten
Ik was zoo alleen met hem bezig, dat
ik'eerst weinig aandacht schonk aan e'en
herinnering, die al deze wloorden in mij
(opriepen en die mij toch niel onaange
naam was. Drie jaar geleden hadden de
Fabréjols ons een bezoek gebracht in
Lagarde. Zij kwamen marmer uitzoeken
in de groeven van Saint Jacques voor
een klein paviljoen, dat ze in hun tuin
wilden zetten, een soortgelijk als dat,
waarin koningin Jeanne haar cour hield
in de stad Baux. Het schijnt, dat men
het nog zien kan van den voet van den
■heuvel op een akker, waar tegenwoordig
klaver en koren groeit. Ik wist niets va»
die koningin en haar paviljoen. Door
Philippe Fabréjol hoorde ik er het eerst
van.
Zijn vader en hij ztouden elkaar, na
afloop van hun zaken, bij ons ïliuis
ontmoeten; maar hij kwam te laat en
hoewel hij mij alleen thuis vond, was
hij heel lang gebleven. Wij1 hadden el
kander nooit eerder gezien, maar ons
gesprek was dadelijk vriendschappelijk
geworden Ik herinnerde mij heel goed
dien slanken jongen man met mooie,
regelmatige trekken, en helderblauwe
ibogen in het verbrande gelaat, Hij sprak
met een prettigen eenvoud, maar zijn
manier van luisteren trof mij nog meer
dan zijn woorden. Naast hem vond ik
mijn wtoorden zonider schroom; allerlei
gedachten dansten mij dioor het hoofd,
vroolijk, opgewekt verlangend om zich
te uiten. En ik geloof, dat ik na zijn
vertrek wel eens een keer aan hem ge
dacht zlou hebben. Maar moeder vond
vond hel heel ongepast, d:at die jonge
man, toen hij mij zonder hrijn man
ontmoette, zijn visite zoo lang gei'ekt
had. Zij zeide het zóó streng als zij'
maar kon. En ik was er zóó door uit
het veld geslagen, djat ik de herinnering
aan Philippe Fabréjol vrijwillig liet
glippen, aooals men een veertje uit de
hand laat wegvliegen in den wind.
Nnamvite de Zondag naderde, hielden,
de herinneringen mij meer en meer be
zig en ik bettferkle dat ik een zeker
pleizier in dat déjeuner had. Ik dacht
er niét meer zoo veel aan, hoe vreemd
ik het vomd, dat Fabien dp uitnoodi-
ging aangenomen had; zijn opgewektheid
sc.heen mij minder onaangenaam toe,
ik geloof zelfs, dat ik die eenigszins
deelde. Maar den dag vóórdat wij naar.
Pampérigouste zouden gaan, was hij weer
geheel in zichzelf gekeerd en zei hij
mij niet meer, wat hij ten opzichte van
de Fabréjols dacht. Terwijl ik sliep,
meende ik hem le hoox'en opstaan, door
de kamers loopen en het i-aam openen.
Eindelijk den volgende morgen, toen
hij al aangekleed klaar stond om weg
te gaan-, stond hij eenigen tijd na te
ken, vouwde zijn courant dicht en weer
ppen, toen weer dicht en verklaarde
plotseling, dal hij niet naar Pampéri
gouste ging. F.n ik voelde spijt, dat ik
die laatste dagen minder ztoTgzaam was
geweest en minder angstvallig1 op zijn
verdriet had' gelet.
(Wordt vervolgd,
Electr. Drukkerij G. W; den Boel?, M'bttr^
I