IngezoHflgBStaRRftB.
Bza&Ba&TttmKessaaei -£9Rvéfc
gen van Ged. Staten werd besloten de
verordening te wijzigen en daarna ter
goedkeuring op te zenden.
Als verordeningen tegen wier over
treding straf is bedreigd, werden inge
volge art. 178 der gemeentewet nog
geldig verklaard: de algemeene politie
verordening, de bouwverordening, de
brantlweerverordening, de verordening op
het keuren van waren en de verordening
regelende het verkeer in de gemeente;, i
Omtrent een verzoek van. de N. V.
Prov. Zeeuwsche Electriciteits Maat
schappij te Middelburg inzake kabelleg
ging in de gemeente werd besloten de
gevraagde vergunning te verleenen on
der viöbrwaardele. dat de kabel wordt
gelegd op de Van gemeentewege aan te
wijzen gedeelten van de straat; 2e.. dat
van gemeentewege toezicht wordt gehou
den Mj dempen en aanstampen der
gleuven, ook bij het leggen der herbe
strating, terwijl de Mij. bij eerste aan
schrijving verplicht wérdt, wanneer zich
verzakkingen of onjuistheden mochten
voordoen, die onmiddellijk worden her
steld; 3e. alle beschadigingen, welke aan
gasleidingen en i-Joleeringen en ook aan
goederen van dèrden tengevolge van het
leggen der kabels worden aangebracht,
bij voortduring Worden hersteld ten
koste van 'genoemde Maatschappij; en
4e. dat de gemeente ten allen tijde het
recht voorbehoudt, hetzij' onder of bor
ven kabels ontgravimigen te doen voor
gasleidingen en 'ook om rïoleeringèn
te dben leggen.
M. a. s. werd besloten adhaesie te
verleenen aan het verzbek van den ge
meenteraad van Djcwnburg, aan den Minis
ter Van Arbeid iom (huis)slacbtingen vrij
vam keuring te laten.
Met 7 tegen '3 stemmen werd het
gymnastieklokaal 'der openbare school
afgestaan vioor oefeningen voor den
landstorm.
Een verzoek van A. Schelleman, om
herziening van zijn [belooning als "lan-
tajarnopsteker, o,p de Sassing vlond een
gunstige ontvangst; hij' kreeg 'f 50 ver.
h poging.
Als leden der commissie tot weringl van
schoolverzuim werden herbenoemd: A. v.
't Hoff, P. Ie Feber, J. Verijzer, R. A.
C. Kruijsse en A. Esselbrugge; in plaats
van den heer Ph. J. Van Dixhjoorm, die
geen herbenoeming wensohte, werd de
heer P. de Kort benoemd.
Als lid van het armbestuur werd her
kozen de heer C. Thi. van de Bilt.
Als lid van de commissie van toezicht
op het lager onderwijs werd herbenoemd1
de heer A. Coumjou.
Als laatste punt van de agenda had een
bespreking plaats over het plaatsen van
ijzeren potten in dein grond, .op de markt,
waarin dan hij veemarkten of als de
markt diende afgezet te worden, palen
worden geplaatst; dit om van het graven
af te zijn, waardoor de straten steed's1 ion.
gelijker worden.
Bij de rondvraag werd gewezen op het
feit, dat ondanks de belofte van 'den
Minister, om de ingezetenen der gemeen
te hij reclames, enz. tegen de belastingen,
in de gelegenheid te stellen zich plaat
selijk te doen hooren, die reclamanten!
.Opgeroepen door den inspecteur
der heiasüngC.'},- om te Hulst te verschij.J
nen. Als men weet, dat al's1 men onj'
10 nnr te Hulst moet zijn, 101111 l11^
v.m. uit Axel moet en dan eerst weel* öitf
4 uur nam. (in het gunstigste geval) thiuis
kan (zijn met den treiln| eln door gebrekkige
rngehines deze trein somJs 2 tot 3 uur
te laiat aankomt, dan behoeft men giet
te vragen of de klachten over zod'n toe
stand gerechtvaardigd zijn.
Daiar de N. V. Pi*ov. Z. Ëlectr. Mij te
Middelburg bezig is gegevens te verza
melen omtrent het aantal' aansluitingen
en lichtpunten, werd in beginsel' beslo
ten om in de buitenwijken m)et de g'e-
meentetantaiarns aan te sluiten, waar
zulks mogelijk en wenschelijk is.
Besproken werd -verder welke middelen
zonden kunnen worden appgewend om
te komen tot werkloosheidsvoorziening,
waaromtrent B. en W. een nader onder,
zoek toezegden.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Donderdag besprak dr. Gunning
in zijn Dante-serielezingen de eerste ver
zen van „de Louteringsberg", het twee
de groote deel djer Divina Comoedia. 1
De Louteringsberg, waar de mensch
wórdt gelouterd, dja,ar is de plaats, waar
de mensoh, die in boetebesef gestorven is
komt, om nia lijden tot God te komen. Al-
zoo in tegenstelling met het lijden in de
hel, waar het, laat alle hoop varen, jpldt,
is hier de loiuterin,g|sberg a. li. w. de berg
der hoop.
Door den engelenval sloeg Lucifer een
trechtervormig; g]at in de aarde, die om
hoog sloeg. En aan den top van den berg,
is het verloren gegjane aardlsche paradijs.
De louteringsberg is als de inferno on
der te verdeelen in .ommegangen. In de
vier eerste zweven zij', die in afvalling
leven tot de boetedoening begint. Hun
lichaam en g,eest zijn nog een, eerst hij
de bestijging maakt het lichaam zich los
vgn de ziel. i
Dante en Vergjlius hebben hier vele
ontmoetingen o. a. met Manfred von Ho-
henstaufen, een der schimmen van hen,
die in minachting1 van de kerk hebben
geleefd. Aan de schad'uw, die Dante
werpt, herkennen zij de levenden en tal
rijk zijn de opdrachten, diie de dichter
meekrijgt.
Al die leven in het anti-p ur-gja tori om,
het zijn de nog -oribekéerden, d(och even1
voor hun sterven soms hebben zij hun
berouw getoond, en dit heeft hen van
de Inferno -gered.
Spr. wijst, met het voorlezen van tal
rijke schoone gedeelten, o-p-de heerlijke al
legorie van dien Louteringsberg. Hier
wordt alle lij'den gedragen door de vaste
verzekerdheid Van dfen hemel, hier is
nergens wanhoop. Dante getuigt hier vian
zijn vast geloof aan de overwinning der
liefde, hij, die in zijn leven zoo weinig
Eefd.é heeft Igehad. J
Zoolang er nog hoop is, d|an is nog
niéts verloren.
Het a.s. Concert der
Instrumentale.
De volgen-de week Woensdag zal' de
Vereeniging voor Instrumentale Muziek
alhier onder leiding- van den heer Caro.
hajar eerste uitvoering van dit seizoen
geven, met een alg. repetitie op den vo-
rigen avond.
Dat eerste concert zal tevensi doen
hooren, wat dit orkest met eigen krach
ten onder zijn nieuwen leider heeft we
ten te bereiken. Zoo als' gewoonlijk bij1
deze vereeniging komt er nog een tweede
concert met orkest-iajanvulling.
Maar ditmaal zijn de strijkers! aan 't
woord, en het was vjoorzeker een goede
gedachte dat ihet pro-grammla wordt inge
zet met de volledige .uitvoering der Suite
van J. Cleuver, waarvan we onlangs op
den Herdenkingsavond een gedeelte hoor.
den, en dat in zijin' geheel vian zulk een
beteekenis is1 juist voor dit strijkorkest,
omdat het speciaal te zijnen behoeve
werd gecomponeerd.
Vervolgens zijn vopr dezen avond in
studie genoiSpii twee Melodieën van Grieg
„Herzwunden" en /rüMingf'; een ,,Air de
Danse" van Salvaire (e&U serie variaties),
benevens aan 't -slot twee Ti.«i,mnieri vai1
luchtiger gehalteeeu serenade yan
Wüerst, en „Alt Wiener Reigem" vajn u§~
car Strauss'.
Zoo-als altijd bijl deze vereeniging wordt
ook nu hdar eigen werk afgewisseld1 djopr
een solist.
Daarvoor heeft men zidhl.de médewer
king verzekerd van een zangeresJulie
Klimmerboom, wier reputatie al vroeger
uit Zierikzee hierheen was overgewaaid,
en die later vooral' in D.uitschland zich
ëen zeer goeden ndani heeft verworven1,
maar die hier te Middelburg nog -onbe
kend is.
We hebben voor ons liggen een reeks
persbeoordeelingen walarin me'; gTooten
lof over deze alt-zangeres wordt geschre
ven. Maar méér nog zeggen ons een se
rie schriftelijke getuigenissen van beken,
de dirigenten: van Kes, Fritz Busch ,Ni-
kisch en Pierné, -om er maai' enkele te
noemen, :die allen met waardeering van
haar gewagen.
Ze zal hier zingen eerst twee welbe
kende aria's v-oor alt; van Handel: Lasz
mich mit Thrflner mein Loos beklagen;
en dan uit Glück's Orpheus: Ach, ich
habe sie verloren. Na de pauze komt zij
met liederen van Brahms, Beger, Wein-
gartner, Schumann en Wiolff.
Te hopen is het dat ook deze veree
niging in de nieuwe periode 'diie zij is
ingegaan den krachtigen steun v.an het
publiek ontvangt. Het is ons altijd een
raadsel geweest waayom zij ooik in vroe
ger jaren het was steeds de kladht
van den heer Cleuver -s- zich met min
der belangstelling moest tevreden stel
len dan hiaar zus ter vere-enigingenHa ar
concerten verdienen werkelijk een even
grooten toel-o-op.
Voor de generale repetitie worden, blij',
kens een publicatie in dit nummer kaar
ten van het Bomrne v. d. Broekefomds be
schikbaar gesteld.
VERKEERSWEZEN, POST EN
TELEGRAFIE
en djbellooze -werkeloosheid door de
stad. Guicharde kwam hem bijna eiken
dag zbo 'tegen en bet was doodnatuur
lijk, dat ik hem' dus Ook eens tegen 't
lijf liep
Toen hij mij in 't oog kreeg, liet hij
m'ij niet den tijd (hem' te -ontwijken,
maar kwam snel op mij af en nam mij
bij den arm terwijl hijl m'ij' begroette).
Ik wilde hem van m'ij' afst'ooten, raa-ar hij
hield m'ij stevig vast. Op- dat oogenblik
ging een tuindeurtje ppen e'n juffrouw
Tarridé kwam naar buiten; haar mond
staat altijd open, hoog opgetrokken zijn
haar wenkbrauwen, rirbpelig het lage
voorhoofd, ze is een d(otm', dw'aas schepr
sel, dat geen greintje ;ig|oed,beid bézit. Ze
keek ons aan, sloeg toen dadelijk de
oogen neer en liep haastig den langen
muur langs.
Frans zei: „Nu gaat ze overal het
nieuwtje vertellen, (lat wij elkaar ren-
dez-vjouz geven in -afgelegen straatjes,
Waar we niet van iachter de ramen be
keken kunnen Worden. Goede hemel!
Zou ik je m opspraak gébracht heb
ben?.... Wat zal je man wel zeggen!?..
Is hij jalloersch?... Alvère, zeg eens...
(wat zjbu dat grappi-g zijn! Gourd'on
jaloersch?....
„Jaloerseh op mijl... Ik zou Wel eens
willen weten...."
Hij Lachte. Plotseling zweeg hij. Een
gemeene nieuwsgierigheid, een gevaar- -
lijke invallende gedachte weerspiegelde I
zich in zijn Siombere, 'koortsachtig
gloeiende oo-gen.
Ik zei droog: „Wat je daar -zegt
is misselijk, Ik vind het min van je."
Zoo liet ik hem staan en gedurende
een paar dagen zefte ik geen voet bui
tenshuis Onder Voorwendsel, dat ik niet
tegen die hitte kon. Maar Guicharde ver
telde m'ij dat Frans Landargues in een
nieuwen gril, zich nu weer in La Cla
ch e geïnstalleerd had', en toen ging ik
een paar keer [met mijn zuster 's avonds
in den tuin van villa Mondragone zit
ten, die op- 'mooie dagen voor de .stads-
bew-'oneTS geopend is. Het was zoo druk
kend warm', -dat de heerlijke geur, die
anders 's avlönds de bladeren Tersprei-
den, niet -opsteeg Van de dorre beukenr
bbomen en de uitgedroogde plantanen.
Een paar -oude vrouwtjes kwamen daar
ook op de banken zitten, "ik had soms
het gevbel, dat ik even oud was als
die men&Chjes, Guicharde draaide ver
droogde, krakende blaadjes 'rond tus-
schen haar vingers. We spraken geen
w'oord.
De weinige vrienden, die we 'konden
hebben, waren allen naar de bergen ge
trokken. De stad was verlaten. Niets
scheen er nog rond te dwalen dan dat
leelijke gerucht over Frans en mij, dat
als zoovele lasterpraatjes, zijn weg ge-
vfonden had.... Waarom adders was Fa-
'bien temidden van die sombere, druk
kende rust, plotseling begonnen' onrus
De L o-o-d s s ch p-e n er Eemsi II.
De Raad voor de Scheepvaart heeft gis
teren een omlderzoek ingesteld najar -de
oorzaak vgn het met mtan en mluis ver-
giapn, tijdens h,et stormweer op of ua 22
October j.l. yan den lbodsschloener „Eems
II".
Als getuige werd gehpord -de heer E. J.
E. Eybergen, inspecteer van het Loods
wezen te Delfzijl'. 4
Nadat deze een uitvoerige mededee-i
ling had gedjaan over den storm en de
omstandigheden, deelde hij over het vaar
tuig het volgende mee: n
De „Eems II" isi in 1888 gebouwd en
sedert -steeds onderlip-uden. Er wordt wel
het tegendeel beweerd, ging hij voort,
majar dat is lader, welke alleen ten doel
heeft stoomlopdsvaartuigen te krijgen. Ge
tuige gaf een opsomming van de repa-
ratiën Welke sedert 1914 zijn verricht
In de mobilisatie hébben de sdhoenerA
geen loodsdiensten verricht en zijn toen
telkens op de beurt in het volle diok te
Delfzijl' geweest. Herhaaldelijk is de Eems
fl gekant. Bij een der rep|aratiees in 1908
bleek het, dat in de thuid de planken af
weken. Dit is toen hersteld met 302 kope
ren bouten, welke in nieuwe giaten zijn
gedreven. In Februari 1921 is het wand
géheel Vernieuwd én in September j.l'.
is het dek gedeeltelijk verbreed', omdat
er deklek was.
Getuige was steed's zelf bij' de repara
ties aanwezig geweest en had gecontro
leerd, dat talles grondig geschiedde. Het
herstellingswerk werd uitgevoerd db-or
den scheepsbouwmeester Roelfs', die een
bekwaam vak'mlan is. Er is1 wel eens ge
zegd, dat 'de reptaraties in Delfzijl' niet
behoorlijk geschieden, maar die bewerin
gen komen alleen vian loodspersoneel, dat
van reparaties in Delfzijl' af wil, omdat
het er zelf aan moet mede werken. Na
1919 is, behalve het genoemde deklek,
geen klacht meer over het schip ge
boord. Het deklek was, yotgens gétulgé,
te wijten aan den drogen zomer, welke
bet Sbo.ut hftd d-oen krimpen.
Er wordt nu allerlei kwaads van de
Fpms gezegd', smlafar een weduwe van
een der verlorenen hjad verklaard, dat
hpiar man altijd had gezegd': ,,'t Is zoo'n
goed SCMp.
Getuige achtte dan ook het schip' volkpi-
mea zeewaardig, De bemanning bestond
uit bekwame zeelieden. De eenige oor
zaak van het ongeluk is, paar de -heer
Ey'bergen meende, het feit, dat de storm'
het schip heeft overvallen.
Mogelijk is, dat de luiken te laat zijd
dicht gegooid, maai" dit is niets' méér dan
een veronderstelling.
Uit het verdere verhoor bleek nog -dat
tig en scherp te worden? Hij kon mij
natuurlijk niets bepaalds verwijten, en
zijh jaloerschheid was ook niet gekwetst,
want hij was heilig overtuigd, dat hij
mij alle hoodige liefde inboezemde;
maar bij zijn thuiskomst ondervroeg
hij mij dagelijks, ^ioe ik mijd dag had
besteed, met een strenge -nauwkeurig-
heid, -die m'ij driftig gemad-kt z-ou heb
ben, als ik 1 me minder moe had' ge
voeld. Aan de maaltijd sprak hij nau
welijks. Dan kon hij- soms de wenkbrau
wen ïronsen, liet hoofd laten 4-inken;
dan sloeg hij, zonder eenige reden,
plotseling met de vuist -o-p de tafel of
stond met een ruk op, voordat wij' nog
klaar Waren, en liep' de kamel" ,o-p ed
neer, zijn v|oet dreunde zoo heftig op
de tegels dat ze losraakten in hun ce
ment en er een klein rookwolkje gruis
opstoof.
„Maar wat heeft hij' dan? Wat kan er
toch wezen?" vroeg ik aan Guicharde,
toen we alleen waren.
Het verwonderde en beangstigde liaar
evenals mij. Fabien was zoo oïltzettend
prikkelbaar, dat wij hem er geen woord
over durfden spreken; iederen dag
werd het erger; hij', die anders zoo
afgemeten was, begpn nu allerlei heftige,
soms krampachtige gebaren te ranken,
Als hij een stoel ,op zij wilde zetten,
smeet hij dien omver. Eens op ceif
«Vond, toen hij zijn glas wilde inschen
de schipper sedert 1919 op -dé Eems II
bad gevaren. Twee loodsen die het schip
kennen, waren achter gebleven. De put
tingijzers waren nooit nagezien. Het vaar
tuig was geheel uit (h|ard eikenhout ge
bouwd. Van rotheid was geen sprake, zei-
de getuige.
Getuige merkte nog op, dat een storm
eerder wordt waargenomen in IJmUiden
d-an in Delfzijl'. Als van daaruit dadel ijlt
werd jgewaarschpwdj zou in de Eems
nooit een ongeluk behoeven 'te gebeuren!.
De heer Mellémia, inspecteur voor de
scheepvaart in Groningen, was van oor
deel dat uit het afwijken van de huid
planken en mt het deklek moet worden!
afgeleid, dat het schip niet volkomen zee
waardig meer was.
De heer Eybergen hield vol. dat dé
Eems II volkoimén zeewajardig' was'.
Uitspnajak volgt later.
VERSCHILLENDE BERICHTEN...
ÉEN HEKSEN-PROCES.
In een dforpje in de nabijheid van
Lauen'burg in Hommeren heeft zich een
heksenaffaire afgespeeld, welke herin
nert aan de donjcerste tijden van de
'middeleeuwen.
Een oude, alleenwonende boerin ver
keerde in hloogst zenuw-achtigenover
prikkelden toestand. Al spoedig staken
de buurvrouwen de hoofden bijeen en
maakten in boo ge wijsheid uit, dat de
'ongelukkige door den duivel bézeten "was.
De heele gemeente zloowel als de be
zetene zelf kion eindeloos leed worden
bespaard, indien :dien duiver werd uit
gedreven.
Men drong dus het huisje binnen van
de boerin, 'bond haar vast op- drie
naast elkaar geplaatste stoelen, zette
daaronder een 'blak met gloeiende kolen,
strooide daarover wonderbaar werkende
kruiden en ging 'bidden.. Toen1 de
rook te sterk werd, verlieten de
„vriendinnen" de wtoning, de gemartelde
aan haar lot overlatende.
De hulpkreten rin 'de gemartelde
vrouw trokken dé aandacht van een
Voorbijganger, die het huis binnendrong
en de half verstikte ,en verbrande
vrouw uit haar benarde positie bevrijd
de. De „rechters" zijn aan de justitie
■'overgeleverd.
VERLOREN IN DE WOESTIJN.
De „Times" maakt melding van dé
merkwaardige geschiedenis en avontu
ren van twee vliegers 'uit Amlmtan in
Transjhrdaan.
Twee vliegtuigen vertrokken onlangs
van Ramleh in Palestina naar Amman,
doch slechts een der machines vol
tooide veilig de reis.
De bestuurder van het tweede vlieg
tuig wRs niet bekend met de positie van
het Amman vliegveld en werd daarom
vergezeld door een waarnemer. Zij be
merkten evenwel de daling van de eer
ste mlachine niet en vlogen verder over
de onvruchtbare vlakte. Zij' bezaten nog
véor slechts twee uur brandstof.
Daar de machine niet 'terugkeerde
stelden andere vliegtuigen een onder
zoek in. Er werd! geen spoor v.an de
vermiste menschen of machine gevon
den, dfoch ha vier dagen van onzeker
heid, 'beweerden Arabieren dat zij' een
vliegtuig hadden waargenomen, gaande
fn Noordoostelijke richting.
Twee machines werden uitgezonden
met de Opdracht een omtrek van 150
mijlen af te zoeken; een van deze vlieg
tuigen mipest terugkeeren tengevolge; van
injachine-defect.
In de tweede machine bemerkte dé
vlieger na drie uren ,iets in de woes-
tijh en vljoog in die richting verder.
■Naderbij geklomen zag hij een man,
die bleek te zijh -de waarnemer van
den vehmïsten vlieger. De man deelde
mede niet in staat te rijn verder te
gaan en verKiaarde, dat de vlieger ver
trokken was -om hulp te zoeken. Wel-
Eiseht Hollandsche verpakking H
en gebrciksaanwaring. vï-
VghfeéZi, Med,)
Üra werd deze -ontdekt in een "Be-
douienen-kamp'. Na een moeilijke landing
kwamen zij in het kamp bij de Be-
douienen, die zeer vriendelijk optraden.
Doch de vlieger meL zijn helper waren
gelukkig gevonden en spoedig icon de
terugreis wiorden aangevanjgen.
MARIA-STICHTING TE GOJ S
We ontvingen van het bestuur der M-a-
riaslichting te Goes een ingezonden stuk
voor het nummer van heden, dat wij ech
ter dooi* plaatsgebrek onmogelijk geheel
kunnen opnemen. Dtaarota' laten we hier
de belangrijkste opmerkingén volgen:
Reeds eenige maanden lang' is ons plan
vian (algemoene bekendheid om Ie Goes
een gesticht van -ouden yah dagén en
ziekenhjuis tot stand te brengen. Ieder
weet reeds welk terrein diajarvoor is aan
gekocht
Thpns is de Koninklijke bewilliging o-p
de statuten onzer vereeniging verkregen
en gunnen wij verder gpian.
Tarlijk zijn reeds de aanvragen van ka
tholieke zoowel als niet-Katholieke ouden
vian diagen, (mannen "en Vrouwen, ook echt
paren die ons vragen, sornlmige zelfs
smeeken om een plaatsje, waar zij bevrijid
vian zorgen h,un verdere leven rustig kun
nen.
Voor deze allen is een gesticht v-oior
ouden van dagen een uitkomst, waar alles
zoowel inrichting al's meubileering—juist
er op berekend is om het hun zoo gemak
kelijk en zoo aangenaam mogelijk te ma
ken, waar zij bovenal een liefde en toe
wijding vinden door vrouwen die Gpd
ter eere, gansch 'haar nim'mer verslap
pende verpleging daaraan geven.
Naast en te samen niet het gesticht
voor ouden van diagen zal er een zie
kenhuis komen, nieuw gebouwd en inge
richt zooals de tegenwoordige wetenschap!
ons leert dat liet 't best is.
In heel Noord- en Zuid-Beveland is hog
niets wat een goed ziekenhuis kan wor
den genoemd. Moet er niet hoogn oio-digi
één komen?
Het zullen Roo-msche liefdezusters zijn
die (d e verpleging op zich nemen in het
gesticht voor ouden van dagen in het zie
kenhuis. Zal het dian evenwel nog een
inrichting zijn ook gesdhikt voor pro
testanten en zelfs voor Israëlieten?
Het is niet mogelijk een beter ant
woord op deze vraag te geven, dan door
te verwijzen na|ar de ervaring alom in!
Nederland en oo-k daar buiten opgedaanl
De laigndrang van niet-Katholieken naar;
de Rootmsche gestichten is overal zoo
groot, dat yaak voior de katholieken bijna
g'een plaats meer is'. De ervaring dat ook
Roomsche liefdezusters -ook niet-katholïe-
ken kunnen verplegen, zal' oók hier, dhar.
van zijn wijl overtuigd', worden verkregen!
Tieda-ar in korte woiorden waï Wij' rbe-
qogen.
Binnenkort zal aan ieder worifen 'ge-
vrafagd om- naar vermogen "bij' te dragen,
Geef veel en van harte!
Het bestuur der Maria-
Stichting".
ken, gooide hij het kapot. In zijm|
iongen glinsterde soms een woede, die
aan haat grensde, maar die hij toch
wist te onderdrukken; zijn gezicht was
dan opgezwollen, met koortsachtig ron
de plekken.
„Hij is bepaald ziek," vond Guichar
de; die schelle wegen bederven je
oogen en hij zei gisteren, 9at hij, ter
wijl hij chauffeerde, zlooiets als een
verdtooving of een duizeling had gevoeld."
Mijn zuster heeft in La-garde een
vriendin gekregen, ëén cfikele, maar
vanwien rij' heel veel houdt, Het is
een juffrouw Jeannist, zij! is bijna vijf-
lig, heel levendig en pienter en stelt
overal belang in. Zij heeft het haar in,
golven schuin langs haar gezicht ge
streken en ziet er uit zlbo vredig als
een wassen heiligenbeeld. In haar ouder-
wetsche huis in de rue Puits-aux-
Boeufs, staat in de groote, vochtige
salon altijd de tafel gedekt voor de
gasten, die zij' steeds verwacht. Er
komen er dagelijks heel wat, en zij brem-
gen ha-ar uit de vier hoeken van, de
stad alle nieuwtjes mee, Waar zij belust
op is, maar die zij later heel voorzich
tig weet verder te verspreiden.
Als Guicharde naar haai" toegaat, blijft
zij er meestal den heelen middag,. Op
zekeren dag, in dienzelfden gloeieuden
zjomer, toen ze met haar werk weer
daarheen was getrokken, k\vani' ze al
tegen drie uur terug, warm eji opge
wonden. Ik was verbaasd' over die ver-
tontWaardiging. Met een ruk zette zij'
haar hoed af eu gooide dien op tafel;
en hevig wiaaiend met haar zwarten,
wa,ariër, verklaarde ze:
„Die Frans Landargues is een ellen
deling."
Ik was niet verwonderd. Ik had het
gevoel, dat ik al dagen lang in mijn
-onrust verwachtte, Ik vroeg alleen
ma-ar.-
„Wat is er dan nu weer?"
Toen trok rij haar stoel naast m'ij
vertelde 'mij wat juffrouw Jeannist al
een week lang Svist en wal die haar
verteld had. Ze wist het van een neef
van haar, die veel bij vrienden van de
Landargues en van Rom'ain de Buires
kwam, en dan nog van iemaud anders
en n-og van een derde persoon. Maar.
al die kleine bijzonderheden weet ik
niet meer. Ik herinner mij' alleen de
woorden en niet den weg dien ze had
den m'oeten afleggen om m'ij te berei
ken. Ik hield mijn naald nog lusschen
mijn Vingers. Machinaal prikte ik er
mee in het linnengoed, dat op< m'ij tl'
6choot gevallen was; mijn oogen staar
den in de verte. En in de halfd'ofnkere
kamer, waar de zonneblinden gesloten
waren, hoorde ik Guicharde's trillende
stem dicht bij mijn. oor.
(Wordt vervolgd1.)