bekeniflmaiontfien. gfmeentehaad van neuzen. 2. Indien hij ongesteld of afwezig is, rust de verplichting tot het doen van aangifte: a. indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd, mits de vader, moedei- of v.oogd binnen oaeiadEMcg^' gaf van die overbrenging een uitvoerige men uitgebracht en 2 briefjes waren beschrijving., hij- deelde mede hoe deblanco. mug Mj den een de malaria uit het bloed MVigl en 'bij den apder in het lichaam •puil. De malaria-inuggen zijn gjoed te on derscheiden van de andere soorten, wat spr. "nader ontvouwt, evenals het onder scheid lusschen mahnfetjes en vrotouwtjeS, «mdai alleen de laatste gevaarlijk zijn. Ook zeide spr. dat de malariamug, iD afwijking van andere soorten, niet kijkt waar hij de eieren legt. Ook aan de larven is het verschil tusschen gevaarlijke en ongevaarlijke muggen reeds goed waar te nemen. Ook voior het doorbrengen van den wintertijd is de gevaarlijke mug minder kieskeurig dan de andere. Spr. gaat nu orer tot bespreking der bestrijdingsmaatregelen. Het is niet mo gelijk ieder tegen malaria te be schermen, of bij ieder, die malaria heeft, de kiemen dooden, .gaat ook niet, en men zal in deze beide methodes mbeten toepassen. De verzorging is gewoonlijk aan den behandelenden geneesheer toevertrouwd, «föar men moet dan -opk naar hem Luisteren. |Spr. toonde nog aan het nut van afschutten van een plaats' met gaas, wat als proef is toegepast, zulks met suc ces, De beste bestrijding is te trachten de muggen te verdelgen door demping van wateren d!o,or goed schoonhouden van sloten enz. Hgt dioden der larven gaat ook. 'goed dojor het werpen van petro leum op het water. In dén winter léven alleen de dan al le bevruchte vrouwelijke muggen, en de ze kunnen dan gestoord worden door be- spuiting der schuilplaatsen met een isol- oplossing, daarmede voorkomt men, dat zij in het voorjaar tot 200 eiers toe leg gen. De isoloplossing is onschadelijk als men eetwaren en veevoeder op zolders en in schuren miaar goed afdekt. De regeering heeft een crediet beschikbaar gesteld voor de bestrijding der malaria in Zeeland en speciaal op Walcheren, daarnaast zullen ook de gemeenten moe ten helpen waarvoor een bedrag' van 5 cent per inwoner voldoende is. Hel best zal een vereeniging met rechts, persoonlijkheid het werk ter hand kun. nen nemen. Men zat vier of vijf jaar het op deze wijze doioden der muggen mloeten voortzetten. Vervolgens toonde dr. Hehewerth de aanwezigen een aantal belangrijke licht beelden, slaande op het door hem ge sprokene, en zagen wij de verschillende soorten muggen en larven, vergroot op het doek; evenals de resultaten van den strijd tegen deze gevaarlijke diertjes' in 'andere .streken, speciaal in Noord-Hol'- iand. Nog noemen wij de voorbeelden var» bestrijding door gaiasafsluiting. Aan het einde bracht dr. Hehewerth dank aan de aanwezigen voior Tiunne be langstelling en riep. hun steun in. De Com'rnissaris der Koningin 'bracht dank aan dte béide beeren! viofor 'hunne dui delijke uiteenzetting van het belangrijke Tot lid dier eomtaiissie voor Sluiskil- Driewegen werd herbenoemd de heer Th. L. A. van de Bilt, tot lid van liet burger lijk armbestuur de heer F. Dekker. Ken adres van een aantal winkeliers, verzoekende het leuren van vreemde koop lieden te verbieden, althans te beperken tol 1 d'a'g per week, werd overeenkomstig het voorstel van burg. en'weth. voor ken nisgeving aangenomen. De heer Colsan verdedigde de strekking van het adre^. Burg. en Weth. meenen dat de handel vrij behoort te blijven, want dat, indien dergelijke maatregelen in alle om liggende gemeenten werden ingevoerd, ook Neuzensche kooplieden daarvan de dupe ZiOuoen worden. De heer Hamelink! ve tLde er de aandacht op, djat gesproken wordjt van op te komen voor de belangen van der. middenstand], doch dat er vele middenstanders zijn, die glaarne van die kooplieden koopen en dat hier bescher ming wordt gevraagd voor „handeld(rij;- venden" middenstand. Hij was verwon derd over de inzenders van het adres, daar hij verschillende hunner .of hun bedienden dagelijks op dp baan ontmoet om té trachten ook buiten hunne win kels hun waar aan dén mlan te brengen. En als men het publiek wil beletten om goedkoop te kfoppen van die Belgische leurders mioet men de winkeliers zelf .ook' verbieden in België inkoopen te gaan dloeh. De beer De Ridder oordpelt dat de winkeliers hunne zaken zoodanig be- hooren in te richten djat zij) concurrentie het hoofd kunnen bieden. Gunstig werd beschikt op een verzoek van het R. K. kerkbestuur, .optredende als bestuur der R. K. school, om' een subsidie van f 37000 v.oor uitbreiding van het schoolgebouw, vojor het inrich ten van M. U. L. O. onderwijs,1. Door den heer Hamelink werd er op [gewezen, dat men v,an die zijde niet meer moet aankomen met het motief djat bezuiniging noodig is, aangezien hij dézen bouw overbodig acht. Er zijn hier M. U. L. O. inrichtingen en als men kinderen van verschillende gezindten op de H. B. S. kan samenbrengen, is er ook geen bezwaar dit op een M. U. L. O. school te doen. De heer Golsen bepleitte liet ipjoetï reéhl der Katholieken op een R. K. mu- lio,school en wees er op,* djat de stichting van een R. K. middelbare school in deze streek woT*dt voorbereid.' De heeren Scheele en de Jager steun den den heer Golsen en wezen er op dat toch ook kort geleden een crodiet van f 100.000 is toegestaan voor het bou wen der kopschool votoir het openbaar onderwijs, die indien dfe meefting via den heer Hamelink ingang vond, ook niet noodig zofu; geweest zijn, aangezien er aan de Chr. school bloeiende M. U. L. O. klassen zijn. De heer did Meijer klaagde dat vreemde kooplieden, die 's Woensdags op de Marat him waren te lcoop aanbieden, dit dikwerf doen in ongepaste en af gezegd, dat zijn woning aan de centrale zou worden aangesloten, than» verschil lende andere woningen aangesloten wor den en hij neig steeds zonder stroom1 zit. Hij heeft daarvan niet zoo'n hinder, om djat er geen gebrek is aan petroleum1, maar acht het feit op zichzelf ongehoord. Hij vraagt als raadslid niet meer recht djan een ander, maar meent toch 'bij an dere burgers niet achter gesteld te mioe- ten worden. De heer Nolson drong er bij burg. en weth. ,op aan ,dat zij hun in vloed zullen aanwenden, dat ook de heer Hamelink stroom krijgt. Zoo'n handeling gaat van wege de centrale niet op. De voorzitter zeide tnsschenkom-st toe. POSTERIJEN. Lijst van onbesieiliare brieven en brief- kaarten, van welke de afzenders onbe kend zijn, en die terug ontvangen zijn in in de tweede helft der maand Nov. i 921.: Brieven Binnenland. Fillius, Goes. Brieven. Buitenland. Harmaty M,attany, Dececrk, Hongarije. B r ié f kaar ten. Binnenland. j Bottius, Nijmegen; C. H. Bemener, mej. Hj Geilmian, Rotterdam1; Mej. M. Ki- ters, Rotterdam; A. van Looek, Mej. M. de Munck, Hilversum; schipper Smit, Hansweert; A. B. Wessels', Rottemdjajn mevr. Wielandt, Amsterdam. Briefkaartefi. Buitenland. Althjausen, Coin; C. v Baiarle, Anvers; Goeman Borgesius', Paris, 2stuks; C. v. Kwawegen, Ternate; M. v. Meel, Hof- nungshütte; H. de Raat? Semaraing. AANGIFTE TER INSCHRIJVING VOOR DE MILITIE. De Burgemeester van Middelburg brengt ter kennis van wie het aangaat, - inzonderheid van de in het jaar 1903|het beglnsel vafl ^ederkeengheid is aan Iandsche wet; voor meerderjarig hij, die meerderjarig is in den zin der Neder- landsche wet. Wie niet inschrijvingsplichtig zijn. Artikel 13. Voor de militie wordt niet in geschreven lo. de ingezetene niet-Nederlander,/ die blijkt te behporen tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan den ver plichten krijgsdienst zijp onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht geboren mannelijke personen, dat bijl de ëei>(>mea! Militiewet (Staatsblad 1912, no. 21), het h,1J> die bbjkt in de ^oüoniëii of volgende is bepaald: bezittingen des Rijks1 in andere wereld- Wie moeten worden ingeschreven. deelen 'woonplaats te hebben, mits dit Artikel 12. 1. Behpudens het bepaalde innlc| l-er zake van krijgsdienst, art. 13 wordt voor de militie ingeschre-j 'el hischrij ving. Artikel 15 ven: lo. ieder minderjarig mannelijk Ne-i I> tbe v°lSeus art- U moet wiorden onderwerp en vertrouwde dat de ge- keurenswaar dige woorden. Hij wensehte meeiite wel het kleine offer zullen1 verbieden. De heer Nolson had willen 'brengen om' zooveel grootere of-1 ?etis gepreciceerd gezien, welke fers te sparen. Spr. spoorde de aanwezi- uitdrukkingen het waren, want dan zou «en aan eventueel te stemmen voor steunz- l\ een mgezetene die evenmin mogen en anderen djaartoe hunlnerzijds op te wekken. Hierop, slotot Jhr. Mr. Quarles vjan Uf- ford de bijeenkpmSt. In de Donderdag te Neuzen ge houden vergadering van den gem een te- raad is benoemd tot hoofd van dp kjop- schuol de heer A. F. K. Mets, onderwijzer tan de M. .U L. O. school te Gorinchem Tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs in de kom' in de vjacataie ontstaande door periodieke af tretiling van den heer A. C. de Pauw werd met 5 «temmen gekozen de heer C. F. Xöhlerop den aftredende waren 4 stem- gerde dier stond rechtop tegen de haag aan, die nog dno/op van den regen en schudde verwoed aan de takken. „Dat kind is Piet wijs", merkte Guicbjar- de op. „Zij kon toch wel wachten met hjaar geit te laten grazen, totdat de bla deren en het gras wat droger zijn. Dat beest (zal zóó nog doodgaan. Als ik op den weg was, zo,u ik! het haar wel eens zeggen." Ik was verwonderd, hoe zulke kleine bezorgdheden haar gemakkelijk kouden afleiden van haar verdriet. Zelfs wan. neer zij zich een enkele maal' aam bui tensporige dnoioanen overgaf, liet hppr ge zond verstand li|aar toch nooit in den steek en kwam haar dadelijk te hulp. In navolging van hjaar voorbeeld, pro beerde ik ook in onze omgeving iets te vinden waaraan ik mijn aandracht kon wijden. Maar ik zag alleen maar, achter de kleine geitenhoedster, drie mannen op den weg Loopen. Het waren werklui uit de steengroeven ik zaj het apn him schoenen en kleeren,. die geheel' wit wa ren van het steengruis', en ik kon slechts denken „Hij zal zeker in dezen hevigen regen niet daarheen zijn geglaan vandaag. Hij is th(uisgebleven, in dat huisje, hjij beeft op mij zitten wachten... hij' wacht nog". Helaas! alles bracht mijn gedachten' weer hij hem terug, ik kon er niets te- gen doen. Mama, die mét Adelaide in de eetkamer bezig wps de tjajel te dekken, j risp ons toe: bezigen. Hij wees er voorts op, dat nu de nieuwe politieverordening' in werking is) igélreden. Daarin is het vloeken en het bezigen van ruwe taal verboden. Dat slaat - dus ook op kojoplieden. Hij acht het beter j dat de politie dan miaar eens zorgt voor toepassing van de verordening. De heer j De Jager meende, dat, als die kooplieden zich alleen bepaalden tot het aanprijzen van hun waar. het géuitte bezwaar niet zou bestaan. Ze trachten echter het pu bliek te lokken djoor óp hun wijze grap pen te debiteeren die meermalen tot het banale .overslaan en in vele gevallen onaangenaam is voor omstanders die ze tot .onderwerp van hun bespreking ne men. Ten slotte beklaagde de heer HameliuK zieli, dat, ofschoon reeds vóór den zo mer dloor Burg. en Weth. hem' was loe- „Wees voorzichtig voor de muggen!" En hoe"*vel ik er niet een gevoeld had', antwoordde ik: „U heeft gelijk. Ik kom binnen. Je kimt hier niet blijven." Ik ging nuar boven paar mjjn kamer; ik trok een schoone blouse aan ep deed) mijn haai" met zorg over. Terwijl ik mé op deze zielige, kinderlijke manier rruqoi maakte, klopte mijn hart zoo luid, dat ik het bijna kon hoibrenl.... Toen ik aan tafel zat, viel' mijn keu rige kleeding moeder ojp en Guicharde zei lachend: „Ben je van plan de Bngeüsche mode te volgen, AlVère, en je eiken avond zop netjes op te doffen?" Toen merkte zij verstandig op: „Die blouse is allerliefst, maar ze kreu kelt gauw. Je hadt beter gedjaan haar schoon te houden voor Zondag." „Dan kan ik haar wel weer opstrij.' ken." „Ja", zei mamiaj 'miaar daar verbrandt het linnen ten slotte mee." En toen spraken we naar aanleiding hiervan over het voordeel van gekook te stijfsel boven rauwe stijfsel en we ver geleken den duur van linnen stoffen met dien van katoen. Gedurende den gehee- len maaltijd spraken we over dergelijke kleinigheden en het deed me weldadig aan. Maar wat was het eten gauw ge- daan! Nooit nog had ik het zóó arm zalig (gevonden, dat er na de soep niet toeer pp tafel kwjepï dan groente en minderjarig miannelijk Ne derlander, die op 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de le vensjaar heeft volbracht, binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, of wiens vader, moeder ,of voogd op genoemd tijdstip in een dier Rijken woonplaats heeft; 2o. ieder meerderjarig mannelijk Ne derlander, die op genoemd tijdstip in een der genoemde Rijken woonplaats heeft; 3o. ieder mannelijk niet-Nederlajnder, die op genoemd tijdstip ingezetene van het rijk is. i 2|. Voor ingezetene in den zin dezer wet wordt gehouden: A. de minderjarige niet-NedeHander,, die binnen het Rijk woonplaats heeft: 10. indien zijn vader, moeder of voogd bin nen het Rijk woonplaats heeft en gedu rende 1de voorafgalande achttien maan den in het Rijk of in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere wereld deel en woonplaats gehad heeft; 2o. indien hij zelf gedurende de voor afgaande achttien maanden in het Rijk of in de koloniën of bezittingen des Rijks' in andere wereJ^tdieelen woonplaats ge ingeschreven, is verplicht zich daarioe aan te geven bij den burgemeester dei- gemeente, waar de inlijving moet geschie den. het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft of indien de voogdij is opgedragen aan een rechtspersoonlijkheid bezittende vereeni ging, aan een stichting of aan een instel ling van weldadigheid op de bestuur ders; b. indien het een meerdlerjarige betreft, die onder curateele slaat, op zijn curator. 3. De minderjarige, die in den zin zin dezer wet geen v<|der, moeder ol voogd heeft, of wiens vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duit sche Rijk of in het Koninkrijk België woonplaats heeft, is, behoudens het be paalde in het volgend lid, steeds zelf to.t het dpen van de aangifte verplicht. 4. Hij, die is opgenomen in een der hjad peeft, tenzij' hij in den zin dezerbl arb 1® vermelde gestichten en inricli- wet een vader of moeder "heeft en deze j tuigen of behoort tot de in het tweede elders idan binnen het Rijk woonplaats1 tid van genoemd artikel' bedoelde persot- heeft; B. de meerderjarige niet-Nedferlander^ die binnen het Rijk woonplaats heeft en gedurende de voorafglaande achttien maanden in het Rijk of in de koloniën des Rijks in andere wereldkieelen woon plaats gehtad heeft. 3. Voor de toepassing van het vorig lid wordt gehoudenvoior minderjarig hij', die minderjarig is in den "zin der Neder- vruchten. Twintig minuten! ons avondeten duur de maar twintig minuten,! En gis don de tafel afgeloopen wia-s, nam Guicharde haiar luitgavenboek en marnia haar breiwerk'. Zij spraken niet. Ein ik wps bang voor de stilte, die dan kwam; ik voelde, dat die om mij heen zweefde, vol hevige verlan gens en plotselinge besluiten, die ik nog niet kende. „Guicharde", smeekte ik, „ais we eens een spelletje deden?" „Morgen, lieveling. Vanavond heb ik mijn verstelwerk van deze veertien da gen en ik wou toch graag vroeg maar bed. „Ik heb nu al slaap", .zei mama. Je slaapt izoo lekker in deze eerste koude dagen." Ik moest dus wel een boek nemen en ging tusschen hen inzitten. De tijd ging voorbij. De lange breipennen van mama gingen langzaam op en neer, zij was sla perig. Eindelijk stopte Guicharde tiaar kas boekje in den diepen zak van hpac zwar ten schort; zij stond op om pen en inkt op li,un plaats op den hoek van den schoorsteenmantel te zetten en ging de kamer .uit om de voordeur en de kleine keukendeur te sluiten. Ik fluisterde met een gevoel van hevigen angst. Maar de sloten, die altijd met zorg gesmeerd wa ren, maakten geen geluid. Het feit, dat dit alles meewerkte, verwonderde mij, hoewei ik het toch wel vpprzien had; nen dan wel in dienst is bij de zeemacht, bij' het leger hier te lande of bij' de ko loniale troepen, behoeft niet ter inschrij ving te worden aangegeven. 5. De aangifte geschiedt in de mlaand Januari van het jaar, volgende op dat. waarin de in te schrijven persoon het 18de levensjaar volbracht. 0. Voor hem (of haar, die tot liet (doen van de aangifte verplicht is, kaïn de aan- het lokte uit en besliste ten slotte alleSj. „Hoe makkelijk zal ik ér uit kunnen gaan!" dacht ik, „en hoe eenvoudig zal het zijn lom weer binnen te komen!" En nu, dacht ik, behoefde ik niet meer te aarzelen. „Kom, zoodm zij beiden naar bed zijn..,.." Ik wachtte koortsachtig de komst van Guicharde af. Eindelijk kwam ze; ze ging naar het raam, keek of de Minden goed vast zaten, zooidat de wind, wanneer die 's nachts/ weer mocht opste ken, ze niet zou kunnen losrukken. „Kom", zei ze, toen al deze kleine be zigheden waren afgeloopen, „zullen we naar hoven gaan?" „Ik geloof wel', dat ik nu een en al on geduld was. Ik dacht, djat ik niet gauw genoeg van hen af kon komen en tpch smeekte ik: „Hè, neen, nog niet.'-' „O ja; alsjeblieft!" zei moeder. „Ik kan niet meer, kinderen, mijn oogen val len toe van den slaap. En zij stond al op uit haar armstoel en Guicharde was op den hoek van de tafel bezig onze kaar sen aan te steken. Ik keek hen beiden aan en smeekte zacht: - „Laat mij vanavond niet uitgaan...- laat me niet gaan".... Moeder leunde zwaar op de armleuning, die met oud trijp over trokken was. „Uitgaan?.... Was je dan van jplan nit te gaan?... op dit uur?..> Maar het tobben en droomen van dien dag hjad Guichiarde's Mik, waar het lief de gold, scherpziende gemaakt. Hijgend (Ingez. Med.) gifte geschieden door een ander, daar toe schriftelijk gemachtigd. Artikel 102. 1. Met hechtenis van te« hoogste veertien dagen iof geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden wordt gestraft de in art. 15, eerste of tweede lid, 'bedoelde persoon of die-gene der in laatstgenoemd lid bedoelde bestuurders, die niet voldoet aan een hem Mj djat arti- kel of bij art. 17, vierde lid, opgelegde verplichting. 2. Met gevangenisstraf van ten hoog ste twee maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden wordt gestraft hij, die opzettelijk een der in het eerste lid, bedoelde feiten pleegt. Bij de in art. 15 vermeide .aangifte ter inschrijving bestaat gelegenheid om op te geven de reden van vrijstelling, die de in te schrijven persoon meent te hebbent Ten aanzien van hen, die elders gebo ren zijn, kan bij het doen van de aim. gifte ter inschrijving overlegging worden gevorderd van een uittreksel uit het ge boorte-register, welk uiltreksel' voor zooveel het liier te lande wordt afgege ven voor dit doei op aanvraag koste loos wondt verstrekt. Tijd van aangifte. Voor het doen van de (aangifte ter inschrijving, die moet plaats hébben tusschen 1 en 31 Januari a.s., zal meer bepaald gelegenheid! worden gegeven ter gemeente-secretarie op Donderdag 5 Januari- e.k. v.oor hen wier geslachtsnamen aanvangen met de letters A tot en met D, Zaterdag 7 Ja nuari e.k. voor hen, vuei' geslachtsna men beginnen mét de letters E tot en met H; Maandag 9 Januari e.k. voor heg, wier geslachtsnamen aanvangen met de letters I tot en met L; Woensdag 11 Ja nuari e.k. voor hen, wier geslachtsna men beginnen met de letters M tot en met O, Vrijdag 13 Januari e.k. voor hen. wier geslachtsnamen aanvangen met de letters P tot en met R; Maandag 16 Janu- ri e.k. voor hen, wier geslachtsnamen beginnen met ae letters S lot en met Wl, en Woensdag 18 Januari e.k. voor hen, wier geslachtsnamen aan van/en met de letters V tot en met Z, telkens van de» voorm. 9 uur tot des n.m'. 1 u(u.r. Men wordt dringend verzocht, zich ?0|ai- mogelijk op een der aangegeven uren voor het doen der aangifte ter gemeen tesecretarie te vervoegen. Middelburg, 2 December 1921. De Burgemeester voornoemd, P. DUMON TAK. van onrust zei ze streng: „Om wien te ontmoeten?" „Alvère!" riep moeder uit. En hpewel ik de oogen gesloten hield', wist ik toch hoe hpar gelaat vertrok van schrik en afschuw. Met opgeheven hoofd zonder mijn gezicht te bedekken, met mijn handen, die ik krampachtig om' den rand van de tafel geklemd hield, schrei de ik stil. Het onophoudelijk schokken van mijn schouders deed mijln heele li chaam schudden en gjaf mij een ondraag lijke hoofdpijn. Ik weet niet hoe lang ik daar wel stond en ik weet niet wat zij' op idat ppgenblik begrepen, die twee zwijgende vrouwen, die mijin smart peil den... Ik weet niet hoeveel zij begrepen, de eene met haar herinneringen, de an der met haar verdriet, ieder met haar eigen smart, waarvan liefde de oorzaak was. Mama zei heel zacht: „Mijn arme lieveling... „Lieveling...." zei Guicharde, Beiden streelden zij mij zacht over den arm en gaf elk van beiden één hand. ,Met dichtgeknepen oogen schyei- de ik nog steeds. Maar toch kwam ik lang zamerhand tot bedaren, en nu voelde ik', hoe de vingers van die twee hartstochte lijk beefden in de mijne. (Wordt vervolgd1.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 2