FEUILLETON, BIJ VOEGSE Voof mij alles», SN. WosMdag 30 Soy. 1921, no. 282. Binnenlan d. Van commissarissen van de ambachts heerlijkheid van Oud- en Nieuw-Vos.se- meer en Vrijberghe is een verzoek inge komen om machtiging tot het voortdu rend heffen van veergelden naar een hooger tarief dan het thans geldende in het veer van Oud- op Nieuw-Vosse-, meer. TAN DB 8.- TAN - UIT IIET BEZUIjVIGINGSRAPPOHT. Ter aanvulling van het reeds gister kort gemelde ontleenen we aan het rapport der commissie-Rink, dat het onderzoek dloior de öoimmissie ingesteld naar de bezetting van en dè werkwijze bij verschillende takken van dienst, haar spoedig de overtuiging heeft ver schaft, dat op een belangrijk punt bij' de departementen van algemeen bes turn en daarmede op een lijn te plaatsen instellingen, een reorganisatie van verre strekking noiodig is. Het was haar n.L opgevallen, dat bijna zonder uitzonde ring een stelsel van registreeren en bewa ren van brieven wordt toegepast, dat in geenen deele beantwoordt aan die eisehen van eenvoud en zakelijkheid, welke daaraan uit een oogpunt van zui nigheid zou mogen wforden gesteld. Hetzelfde geldt voor de gebruikelijke methode van copieeren en verzenden van brieven. De commissie is bovendien van oordeel, dat daarop, voor elk der betrokken dienstvskken, een zelfde ge- dfrarilifn dient te worden gevolgd. Het aantal ambtenaren, belast met het registreeren, het bewaren, overschrijven en verzenden van brieven is thans bij- zjofnder groot. Van de 2700 ambtenaren zijn er bijüa 600 met arbeid van dien' aard beiast. Een vrij belangrijk gedeelte vian j pjr REGELING VAN DEN DIENST- hen bekleedt den rang van commies en" hoioger. De commissie heeft zich met voor-, stellen gewend tot den Minister van Bin-Ufnoemd wetsontwerp wordt ten einde nenl. Zaken betreffende agenda, index iff misverstand af te snijden, opgemerkt, en archief van ingekomen en uitgegane het indienen van de voorstellen stukken, waarbij zij'aan teekent, dat de 5 worden afgeleid, dat et gie ïee e - verwezenlijking van haar denkbeelden, iwact *?et Rekking daar van heeft tot een zoo belangrijke arbeidsbesparingrereenigd. De indiening van ie on werp zou (kunnnen leiden, die voorshands ver- -s^tingt reeds dat ook de regeeung 00 - móedelijk geen uitbreiding van personeel s ^"'"ngen is' van enoo 'e ij ïei van behoeft plaats te hebben en opk in va- bewnninffbg op militaire uitgaven tatures niet door aanstelling van nieuw j Pf ^geering zou zich met verantwoord personeel behoeft te wlorden voorzien, jachten, indien zg g, e ©P rna/ De commissie merkt verder op-, dat bij -'bom Je verhoudingen t an-> nm e vei- x 1 tT/vvHon mnm i/io r» «rrv.T'ri r vnnr. tenaren, belast met het verrichten van eenvoudig registratiewerk en't copieeren van stukken, opvallend groot is. Te genover twintig ambtenaren, die zich geheel of gedeeltelijk bezig hielden met het registreeren van brieven en hel beoiordeelen van regelingen, stonden er dertig, die niet of weinig anders verrich ten dan werk van eenvoudigen aard- Bij de vier afdeelingen waren negen ambtenaren met het agendeeren van stukken enz. belast, terwijl in een een voudig en practisch systeem daarvoor drie personen voldoende zouden zijn. Het personeel van het bureau secreta rie bestond uit 19 ambtenaren, ia. w. tien of elf typisten. De commissie meent dat vier ambtenaren gevoegelijk het werk der overige acht ambtenaren zouden kunnen verrichten. Omtrent de twee bureaux van Eco nomische voorlichting (een van Handel en een van Buitenlandsche Zaken) zegt de commissie o.a.De tegenwoordige toestand is onpractisckh en kostbaar en werd betiteld als een papieren muur, welke onnoodig werk en puttelpioze uit gaven veroorzaakt. Een aanmerkelijke besparing van uit gaven is mogelijk d|0|or samensmelting van de instellingen tot één geheel, ondergebracht in hetzelfde gebouw. De onderlinge briefwisseling blijkt thans veel tijd te vorderen. Hierbij komt nog, dat voor huisvesting van 35 ambtenaren bij de directie Van Economische Zaken 2 gebouwen worden gebruikt, waarvan de huurprijs f 12..000 per jaar bedraagt, De bediening in die gebouwen, welke overigens Voor vestiging van bureaux minder geschikt zijn, vordert thans 7 ambtenaren en 2 telefonisten. Dat bij het vacant worden onlangs van de twee hoofdambtenaren, deze vla- catures onmiddellijk werden vervuld, heelt de comfaissie onaangenaam ge troffen. dan voor 1922 geraamd op ruim 1.000.000 {guldann. PLICHT. In de verschenen M. v. A. inzake hoven- Boer,, de departementen van ongeveer alle uitgaande stukken, minute wordt gehou den, zopdat elke brief tweemaal ge schreven moet worden. Zelfs komt het -mor, dat. onbelangrijke brieven in ldad worden ontworpen, daarna in mi'nu te- vorm op de schrijfmachine worden ge typt en vervolgens op de secretarie wor den overgeschreven. Omtrent de secretarie en expeditie is de commissie van olordeel, dat dioior beperking van den arbeid' en' vereenvoudi ging van de werkwijze, het personeel ianmerkelijk zou kunnen wOrden inge krompen. De typisten -op de afdeelingen zouden desgevorderd ofbk' Voor andere af deelingen dan waarvoor zij gewoonlijk werken, arbeid moeten verrichten, maar dat stelsel van hulpverleening schijn,t bij de departementen van algemeen be stuur en andere slechts in zeer be perkte mate te worden toegepast. De commissie heeft eveneens alge- meene voorstellen tot bezuiniging op de uitgaven voor den beambtendieiï'st aangeboden. Een niet onbelangrijk ge deelte van de taak vwelke op de beamb ten rust, kunnen zonder bezwaren de ambtenaren zelf verrichten. Over het bureau van den Raad van Toezicht op de Spoorwegen merkt de commissie o.a. bp, dat het aantal amb door ANDRÉ GORTHIS. Geautoriseerde vertaling Van W. E. P. 8). „Ja, ja; ik weet het" zei Gourdbn. Zijn 'bruine wangen kleurden zich even, maar hij voègde er dadelijk bijna nederig Mj „Mijn uitstekende collega heelt groote, zeer groote verdiensten." De ironie was niet alleen in Frans' o(ogen gebleven, zij deed nu ook de hoeken van zijn mond even optrekken. Gourdon haalde diep' adem, keek eens om zich heen en zei toen met over dreven beleefdheid in ieder van zijn Wojplrüen „Ik hoop, dat mevrouw Landargues het ook goed maakt. Ik heb den vlorigen Zondag enkele vondsten gedaan, waar Tk denk, dat zij plezier in zal hebben." „Wel dokter, dan moet u haar (lie gaan brengen." En, zich tot mij' wen dend, verwaardigde mijn neef zich uit te leggen: „Dokter Gourdbn is een bekend ar cheoloog. Hij doet eiken Zondag opgra vingen in de bosschen achter de steen mimlering verder ging dan wordt voor gesteld. Naar het inzicht der regeering behoeft bet aanhangen van de ontwapeninsrsidee niet id'j .onvermijdelijk gevolg mede te brengen het afwijzen van elk militair be- grootingi- of ander ontwerp. De regeering schaart zich. aan de zijde van die leden, die meenen ,dat geheel uitgewerkte opgave der kosten thans voor harig is. Dit is niet mogelijk, zoolang niet n détails over de organisatie, de vredes- d'-lcciatie, de voorwaarden van dienstver- Latiny is beslist. Daarom' is het, meent zij, zuiverder, alleen te noemen de belang rijke posten van verschil, welk als wpvolg van de invoering van de nieuwe wet en de nieuwe organisatie zullen ontstaan. Bij vergelijking van het nieuwe stelsel met dal van de bestaande wet bedraagt de vermindering1 van 't getal mandagen ruim 41/2 millioen wat neerkomt op een gel- dc-lrfle bezuiniging van ruim 10 millioen gulden tegenover de bezuinigingen staan voornamelijk de kosten voor aanschaf fing van artilleriematerieel (het bewape- ningpfends). het inrichten van kampemen ten en de voor-oefeningen. Een overzicht v,an het benoodigde aan artillerie- en eenig ander materieel is in bewerking; eveneens een wetsontwerp tot vaststelling van het bewapeningsfonds. De kosten van de vooroefeningen wor- S,TUKKEN PROV STATEN VOOR ZEELAND Polders en wateEs'eh. in Z e elgnd. Ged. Staten stellen Prov. Staten voor in het reglement van politie voor de polders of waterschappen dezer provincie de wijzigingen aan te brengen, die aan verschillende werken van den Minister van Waterstaat tegemoet komen, waarbij o. a. op het verbod van op dijken gebou wen te stichten, of getimmerten te stel len, een uitzondering wordt gemaakt voor die 'gebouwen, enz. ,die daar slechts tij delijk worden geplaatst ten behoeve van het onderhoud, enz. van dijken en wegen. Spoorweg 01 p Tho 1 en en overbrugging Eendi*. De Spoorwegmaatschappij Thplen en West-Brabant verzocht verlenging van den termijn van 1 Januari 1922, welke gesteld is in d e voorwaarde van het besluit van Prov. Staten van 15 December 1920, tot deeljneming in de vennootschap, welke een spoorweg van Tholen naar Stave- 11 boe zal aanleggen met overbrugging van de Eendracht en tot het verleenen van een renteloos voorschot voor die brug. s Nu door Ged. Staten een oommis sie is [benoemd tot .onderzoek van de vraag., of afdamming van de Eendracht uitvoerbaar en gewenscht kan zijü, en al- zoo het alternatief van een dam of een brug voor de verbinding van Tholen met den Brabontschen wial een definitieve op lossing mag igeacht worden te zullen verkrijgen, zijn ook de spoorwegplannen in een nieuwe phase getreden. Het rapport der commissie zal vermoe delijk reeds spoedig verwacht kunnen worden. 1 Het komt Ged. Staten daarom geraden voor pp dit punt een afwachtende h|Ou ding aa11 le nemen, tal blijVen zijl, met Prov. Staten .ongetwijfeld in beginsel' bereid om id en spoorwegbouw op Tholen te steunen. Zij! stellen daarom voor het verzjoek van de Spoorwegmaatschappij af te wij zen, en tevens bovengenoemde bereid verklaring in beginsel' in dat besluit vjast te leggen. Drinkwater- voor zi bn i n g Wial dh efen. In een uitvoerig overzicht zetten Ged. Staten de voorgeschiedenis dezer kwestie uiteen. Zij wij'zen daarin op het rapport van den directeur van het Rijksbureau voor drinkwatervoorziening te 's-Gravem- hage, waarin twee plannen waren uitge werkt, op de genoemde besprekingen met het dagelijksch bestuur van Middelburg, dat zich (in beginsel tot medewerking bereid verklaarde, op een drietal Voor- sw,aarden, die door den directeur van het Rijksbureau onaannemelijk werden genoemd. Het gemeentebestuur van Middelburg aan hetwelk de meening van dén direcr teur van het Rijksbureau daarop, werd kenbaar gemaakt, toonde zich echter d[oor diens redeneering niet overtuigd, waarna Ged. Staten genoemden directeur le ken nen gèvc.n, dat er groote kans 'bestond, dat de aansluiting van bedoelde gemeente bij de centrale drinkwater voorziening van het eiland Walcheren illusoir zou wiorden en hem vroegen welke gedragslijn dan moet worden gevfolgd. De directeur gaf djaarpp1 een drietal 'op lossingen. Ten vervolge van een en ander schrij ven Ged. Staten thans aan Prov. Staten- „Bij de behandeling der wijziging van de Prov. begrooting voor 1921 in uw verga dering van 21 Juli 1921 gaf de heer mta. De Veer, in het bijzonder ter verklaring van de d oor het dagelijksch bestuur der gemeente Middelburg bij de onderhande. tingen gevolgde gedragslijn, een uiteenzet ting van betgeen tot dusver met betrek king tot deze aangelegenheid was ge schied; hij' kwam daiarhijl tot de conclu sie, dat men zich vian deze onderneming niet te veel moest voorstellen, daair liet wel zou blijken „heel moeilijk te zijn, om de bevolking van Walcheren te bewegen aa© te sluiten aan de waterleiding' 1 Op 20 October 1921 had eene bespre king plaats tusschen de commissie uit ons college (de Ibleeren Blum en Spren- ger Red. Middelb. Ct.) met den grif fier der staten en het dagelijksch bestuur der gemeente Middelburg met zijnen se cretaris. Bij deze bespreking waren mede tegenwoordig de iheeren A. P. Enklaar, ingenieur der le klasse bij' het Rijksbu reau voor drinkwatervoorziening te' s-Gr.a- venhage en de heer J. Boelen, hoofddi recteur der gemeentebedrijven te Middel burg. Door de commissie werd daarbij gewe zen op de zware eisehen, door Middel- burg (gesteld: restitutie van de boek waarde der wlaterleiding (geschat op f 400.000) en eene vergoeding ten bate der inwoners, welkte door den di recteur van het Rijksbureau was geschat op eene jaarlijksche uitkeering van f 60.000 en dus gekapitaliseerd zou Ion- pen over een bedrag van ongeveer een en een derde millioen gulden. Bij1 ver. vulling dier laatste voorwaarde zonden de bewoners van het platte land wellicht een viermaal zoo hopgen prijs mioeten betalen als die van Middelburg. De in. idr.uk werd dan ook gewekt, dat voior het tot stand komen der beoogde on. derneming met kans op rentabiliteit geene mogelijkheid meer bestond. Deze indruk werd versterkt door 'hetgeen de hjeer Enklaar in het midden bracht. Door dezen vertegenwoordiger van het Rijksbureau wérd er de aandacht op ge vestigd, dat de cijfers, destijds d|oor het bureau gegeven, gebaseerd zijta op het stelsel1 van versterking vain Rijks'voor. schotten tegen 4i/2 pCt. In verband met de zuinigheid, die de Minister van Fi nanciën thains nastreeft, mag worden ver wacht, dat met de tot dusver gevolgde gedragslijn eerlang zial worden gebroken en dat de rente zal worden 'opgevoerd tot 6 a 61/2 pCt. Zulks zou de geheel'e rentabiliteits-rekening in de war bren gen en waarschijhlijk tengevolge hebben dat de tarieven aanzienlijk hooger zouden worden. Er zou in verband daarmede voor eene betrekkelijk uitgebreide on derneming' als deze weinig 'perspectief meer zijn. Daartegenover staat, dat het voor de gemeente Middelburg •fan "groot belang' is, "dat de omgeving goed drink water bezit, vooral "uit een hygiënisch oogpunt. Beter zou het daarom naar zijne meening zijta, dat Middelburg op het platteland geleidelijk aansluitingen zocht. In Friesland wordt dit stelsel thans ook gevolgd. Zoowel onze commissie als het gemeen tebestuur kon zich met dit standpunt ver eenigen h et gemeentebestuur toonde zich bereid, te trachten, op eigen kosten het deel van plan I (n.l. die van het nieuw prise a'eau nabij de Oranjezon, Red'. Middelb. Crt.) uit te voeren, wat be treft de watervoorziening' van Domburg en Oostkapelle. De commissie kwam' dalarna tot de con clusie, dat het onder de bestaande om standigheden wel het best zou zijn, als oip de2e wijze een begin werd gemaakt." Ged. Staten meenen zich in verband met een en ander, tot het doen van een nader voorstel, als gevraagd in de Zo mer- zitting van 1919, te moeten onthouden. Overzetveer van Oud- o,p Nieuw- Viossem'eier. Daar dienaangaande nog een onder zoek mioet wlorden ingesteld en over leg met GedL Staten van Noord-Brabant moet plaats hebben, stellen Ged. Staten Prov. Staten voor het stuk .in hunne groeven en de resultaten daarvan zijn, op mijn wOlord, belangrijk. Hij1 vindt er aardewerk en munten. Vooral Voor die munten heeft mijn grootmoeder veel 'be langstelling. Zij zegt altijd tegen Gour don, dat hij een verslag er over moest schrijven aam de academie van Privas." „Ja, die eer dioet zij mij aan," zei de dokter. „Dat is dus afgesproken", zei Frlansi terwijl hij hem de hand tea afschud toestak, „u brengt u potjes en panne tjes naar ,(La Cloche een dezer dhgen.. Ik zal uw bezoek aankondigen en° als ik bij toeval thuis mocht zijta, zal' ik u mijn nieuwen wijn eens laten proeven. Tol ziens, dokter." De ander groette mij weer eerbiedig en wilde heengaan, maai" Frans hield hem staande en vroeg met de punt van zijn stok de gloednieuwe kaplaarzen aanra kend „Zeg eens, als ik niet onbescheiden ben, waar hebt u die gekocht? Ze zijn prachtig." „Bij Lucas'sé, in Avignon," antwoord de de dokter achteloos. „Ah juist, dat dfecht ik wel, ik meende het model te herkennen. En lang keek hij hem met zijn spot- tenden blik na. Toen hij hem in de Rue des Q.uetre Vents had zien verdwijnen, begon hij le lachen, éen onaangenamen kWaadaardigen lach. „Wat een platte kerel", zei hij' schou derophalend. „Wel een eerlijke vent en longetwijfeld heel fatsoenlijk, maar plat... Iplat op laagheid en zotheid af.. Ik kan dat niet uitstaan en ik kan die bewondering niet velen,- die hij1 veinst of misschien werkelijk heeft voor mij, voor mijn familie, onze vrienden, ons fortuin. Hij begrijpt en_ waardeert alles waar ik iets voor vTiel. Hij is niet rijk en is nogal een duitendief, maar toch gaat hij nu naar mijn schoenmaker, en natuurlijk over een poos opk naar mijn kleermaker, op gevaar af van een maand langs niets anders voor souper te kunnen betalen dan tomaten én grau we erwten. De vent is geen dwaas, heelemaal niet, maar zijn kleinzieligheid en zijn vervelende eerzucht kan ik niet uitstaan. Weet je, wal de droom Van flat wat hem [den heel en djag door 't hoofd spookt? 1 Weet je wat voor hem de hoogste glorie is? Dokter te worden van mij, van mijn grootmoeder en van die paar invloed rijke personen hier uit de streek, die tot onze vrienden behooren. U glim lacht er omdat komt omdjat u nog niet goed de provincie kent en die oude families uit de kleine burgerij, die eeuw in eeuw uit aan dezelfde tradities vast houden. V De naam Gourdon ldotat in de be volkingsregisters al drie honderd jaar binden te stellen, ten einde daarover in de eanstajancte Zomerzitting een Voor stel te do«n.. KUNST £N WETENSCHAPPEN. Das Paradij und die Peri. Zftngver. T. O. en U. Schumann's heeft ook gisteravond in de Concertzaal alhier bewezen zijta oude kracht nog te bezitten. Volgens de legende heeft Schumann verklaard bij het componeeren van dit werk een hem te hebben gehoord!, die hem zei, dat het niet vergeefs was wat hij dhar schiep. Nog een twintig jaar en hel is een eeuw oud. En nog altijd be hoort het onder de populaire werken, met een krachtig innerlijk leven. Prachtige dingen heeft Schumiann er in geschapen; vooral in de eerste ge deelten. Zijn werk' heeft het nadeel er van onderbonden, dat het oorspronkelijke gedicht niet. als telöst voor een dergelijk toondicht is opgebouwd. En het gevolg is1 geweest, dat tegenover het eerste deel uit zijn sterk-dramatische handeling uit den Indischen oorlog!, en het tweede beef met zijn aandoenlijke liefdesdaad in 't pestland E|gypte, een derde deel staat, waarin eigenlijk niets gebeurt. D or oat gemis aan actie, is dat deel ge rekt, en dat wordt niet weggenomen, doordat Schumiann het lange recitatief over verschillende solopartijen verdeeld heeft. Eerst aan het slot, als de Peri haar laatrie gave door den hemel ziet aan vaard, en met een zang van uitbundige vreugd© het Paradijs ingaat, ja, daar ie ineens weer die levendigheid terugge keerd. Maar in die eerste deelen zijn de mooie momenten opgestapeld. Reeds dadelijk de orkestinleiding1 (de harmonische klonken die uit het Paradijs naar buiten klin ken) treft dtoor de fijnheid1 van substantie; en even daarna de stem' van den Enge# met een merkwaardige begeleiding va* solo en klarinet. Geweldig van klankkracht is het zeer levendigi uitgebeeld tafereel van Gazon' r intocht, met zijn schitterende krijgsmu ziek dwars door het volksgejoel heen. Dat is sterk van karakteristieke uitbeet ding. In 't groote slotkoor van dit eerste de#i voelt men echter weer, dat Schumann, de liederzanger, niet volop de man was voor het ineenzetten van een groot»ch koor. Het heeft wel een steedis sterker stuwend rythmte; maar de groots'ehe klank-climtox der koren van zoovele voor gangers heeft hij er niet in tot uitinf kunnen brengen. Het was trouwens een lyricus, en het spreekt van zelf, dat die zich het be&t deed kennen in den solozang. Prach tig vön dictie en melodieus van zang en begeleiding is b.v. de tenor-sols; Und einsiom steht ein Jüngliugde or kestpartij voor en na het kwartet in 'I tweede deel, het treffende verhaal vooss den tenor van de pestplaag; versterkt door de snijdende acooorden :n het or kest, en dfan al wat daarop in dat derf volgt, mhar toch vooral de warme zana v-.n het meisje dfat de pestlijder kom» troooten; het djaarop volgende recitatie# van den tenor en de indrukwekkende grafzang van sopraan en koor, een van de mooiste stemmings-momenten uit bethee- le wera. Van de overigje koren zijn er twee die genoemd dienen te worden om hun ty- peering. Dat is het vrouwenkoor de* Houri's: „Schmücket die. Stufen"; en dan op zich zelf beschouwd, ook het koor der Nijlgeesten, dat iets sprookjesachtig» heeft. Maar, zooals we reeds in onze inleiding opmerkten, het pad in dit werk minder goed. Die N ijl gee 5 ten z4jn van een Germlaansdh maaksel, dlat zon derling aandoet te midden van de Ck>6- terscihe motieven van het gedicht. Heel mOoi van klankpracht is het koor „O heilige Tranen". En, otm weer pp de solo-partijen te rug te komen, mag dan toch zeker dit gezegd wiorden, dat alles wat de Peri voor. Ik ken hun geschiedenis een beetje en 't is grappig te constateeren, dat zij' allen op elkaar leken, notarissen, magis- traatjes, doktertjes, middelmatig, voor zicht; menschen, die kropen vopr den; adel van destijds, zooals deze man "krui perig doet tegenover mij, die zich vast klampten aan dien adel zooals hij zich aan ons zou willen vastklampen, en die, als 't zoo uitkwam, met de grootste on derdanigheid lieten trappen, zooals deze man mijn ironie vlak in zijn gezicht laat welgevallen. U hebt hem gezien Hij weet, wanneer ik tot hem spreek, den toon niet te botoren, maar alleen de woorden, die natuurlijk bteleefd geko zen zijn. En hij blijkt of blopit niet, wanneer ik Fardier ophemel, die mij van kind af heeft verzorgd en dien hij niet kan uitstaan. Hij telt zijn jaren, hij' loert op zijn langzaam aftakelen, hij wacht op zijn dood En Frans bleef lachen en de schou-1 ders ophalen, terwijl hij sprak met een bijna koortsachtige radheid, scherp en bijtend; hij was kwaadaardig en zijn eigten kwaadaardigheid verheugde hem. Plotse ling viel hij zichzelf in de rede. „OchLaten we dat maai" laten rus ten; die menschen van Lagarde zijn zoo vervelend Ik verveel me. U weet niet hoe ik me verveel!" Een plotselinge melancholie, die hem Iets aantrekkelijks gaf, maakte zijta ge-; laat kalmer. „U zult mte wat vertellen van Parijl, niet? Ik durf er iliet weer heen te gaaa, omdat ik een dwaze vrees heb m schaam er me voor pm er plotseling te sterven, geheel alleen, zooals mijta vader. Maar u komt er vandaan. U ia er als het ware nog van dofortrokken." Zijn neusvleugels waren wijd open en zijn gelaat,, terwijl hij zich over mljta schouder boog, was vlak bij het mijne. „Zeg eens, gaat u nooit wandelen op den weg naar Saint Eli énne? Die loopt langs de Rhöne. Er is bijna nooit iemand te zien, je zoudt denken, dat je er in het begin van onze jaartelling was." „Ik ben er eens geweest.' „Dan moet u er nog eens heetugjajnn Donderdag bijvoorbeeld, tegen Viji uur niet? Wanneer het wat minder warm fwObdt." „Guicharde zal boos wezen." „Is dat uw zuster? Die bevalt mij niet, ik heb haar tweemaal gezien en ik vind dat zij er kwaad uitziet. U hoeft bmu lo ch niets te zeggen." ,,Ja maar „Wat, aarzel je nu toch?", vièl hij ongeduldig in. „Hoe oud ben je ejgeir lijk?" I „Vier en twintig." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 5