FEUILLETON,
BIJ VOEGSE
Voof mij alles»,
SN.
WosMdag 30 Soy. 1921, no. 282.
Binnenlan d.
Van commissarissen van de ambachts
heerlijkheid van Oud- en Nieuw-Vos.se-
meer en Vrijberghe is een verzoek inge
komen om machtiging tot het voortdu
rend heffen van veergelden naar een
hooger tarief dan het thans geldende
in het veer van Oud- op Nieuw-Vosse-,
meer.
TAN DB
8.-
TAN
- UIT IIET BEZUIjVIGINGSRAPPOHT.
Ter aanvulling van het reeds gister
kort gemelde ontleenen we aan het
rapport der commissie-Rink, dat het
onderzoek dloior de öoimmissie ingesteld
naar de bezetting van en dè werkwijze
bij verschillende takken van dienst,
haar spoedig de overtuiging heeft ver
schaft, dat op een belangrijk punt bij'
de departementen van algemeen bes turn
en daarmede op een lijn te plaatsen
instellingen, een reorganisatie van verre
strekking noiodig is. Het was haar n.L
opgevallen, dat bijna zonder uitzonde
ring een stelsel van registreeren en bewa
ren van brieven wordt toegepast, dat
in geenen deele beantwoordt aan die
eisehen van eenvoud en zakelijkheid,
welke daaraan uit een oogpunt van zui
nigheid zou mogen wforden gesteld.
Hetzelfde geldt voor de gebruikelijke
methode van copieeren en verzenden
van brieven. De commissie is bovendien
van oordeel, dat daarop, voor elk der
betrokken dienstvskken, een zelfde ge-
dfrarilifn dient te worden gevolgd.
Het aantal ambtenaren, belast met het
registreeren, het bewaren, overschrijven
en verzenden van brieven is thans bij-
zjofnder groot. Van de 2700 ambtenaren
zijn er bijüa 600 met arbeid van dien' aard
beiast. Een vrij belangrijk gedeelte vian j pjr REGELING VAN DEN DIENST-
hen bekleedt den rang van commies en"
hoioger.
De commissie heeft zich met voor-,
stellen gewend tot den Minister van Bin-Ufnoemd wetsontwerp wordt ten einde
nenl. Zaken betreffende agenda, index iff misverstand af te snijden, opgemerkt,
en archief van ingekomen en uitgegane het indienen van de voorstellen
stukken, waarbij zij'aan teekent, dat de 5 worden afgeleid, dat et gie ïee e -
verwezenlijking van haar denkbeelden, iwact *?et Rekking daar van heeft
tot een zoo belangrijke arbeidsbesparingrereenigd. De indiening van ie on werp
zou (kunnnen leiden, die voorshands ver- -s^tingt reeds dat ook de regeeung 00 -
móedelijk geen uitbreiding van personeel s ^"'"ngen is' van enoo 'e ij ïei van
behoeft plaats te hebben en opk in va- bewnninffbg op militaire uitgaven
tatures niet door aanstelling van nieuw j Pf ^geering zou zich met verantwoord
personeel behoeft te wlorden voorzien, jachten, indien zg g, e ©P rna/
De commissie merkt verder op-, dat bij -'bom Je verhoudingen t an-> nm e vei-
x 1 tT/vvHon mnm i/io r» «rrv.T'ri r vnnr.
tenaren, belast met het verrichten van
eenvoudig registratiewerk en't copieeren
van stukken, opvallend groot is. Te
genover twintig ambtenaren, die zich
geheel of gedeeltelijk bezig hielden met
het registreeren van brieven en hel
beoiordeelen van regelingen, stonden er
dertig, die niet of weinig anders verrich
ten dan werk van eenvoudigen aard-
Bij de vier afdeelingen waren negen
ambtenaren met het agendeeren van
stukken enz. belast, terwijl in een een
voudig en practisch systeem daarvoor
drie personen voldoende zouden zijn.
Het personeel van het bureau secreta
rie bestond uit 19 ambtenaren, ia. w.
tien of elf typisten. De commissie meent
dat vier ambtenaren gevoegelijk het werk
der overige acht ambtenaren zouden
kunnen verrichten.
Omtrent de twee bureaux van Eco
nomische voorlichting (een van Handel
en een van Buitenlandsche Zaken) zegt
de commissie o.a.De tegenwoordige
toestand is onpractisckh en kostbaar
en werd betiteld als een papieren muur,
welke onnoodig werk en puttelpioze uit
gaven veroorzaakt.
Een aanmerkelijke besparing van uit
gaven is mogelijk d|0|or samensmelting
van de instellingen tot één geheel,
ondergebracht in hetzelfde gebouw. De
onderlinge briefwisseling blijkt thans
veel tijd te vorderen.
Hierbij komt nog, dat voor huisvesting
van 35 ambtenaren bij de directie Van
Economische Zaken 2 gebouwen worden
gebruikt, waarvan de huurprijs f 12..000
per jaar bedraagt, De bediening in
die gebouwen, welke overigens Voor
vestiging van bureaux minder geschikt
zijn, vordert thans 7 ambtenaren en 2
telefonisten.
Dat bij het vacant worden onlangs
van de twee hoofdambtenaren, deze vla-
catures onmiddellijk werden vervuld,
heelt de comfaissie onaangenaam ge
troffen.
dan voor 1922 geraamd op ruim 1.000.000
{guldann.
PLICHT.
In de verschenen M. v. A. inzake hoven-
Boer,,
de departementen van ongeveer alle
uitgaande stukken, minute wordt gehou
den, zopdat elke brief tweemaal ge
schreven moet worden. Zelfs komt het
-mor, dat. onbelangrijke brieven in ldad
worden ontworpen, daarna in mi'nu te-
vorm op de schrijfmachine worden ge
typt en vervolgens op de secretarie wor
den overgeschreven.
Omtrent de secretarie en expeditie
is de commissie van olordeel, dat dioior
beperking van den arbeid' en' vereenvoudi
ging van de werkwijze, het personeel
ianmerkelijk zou kunnen wOrden inge
krompen. De typisten -op de afdeelingen
zouden desgevorderd ofbk' Voor andere af
deelingen dan waarvoor zij gewoonlijk
werken, arbeid moeten verrichten, maar
dat stelsel van hulpverleening schijn,t
bij de departementen van algemeen be
stuur en andere slechts in zeer be
perkte mate te worden toegepast.
De commissie heeft eveneens alge-
meene voorstellen tot bezuiniging op
de uitgaven voor den beambtendieiï'st
aangeboden. Een niet onbelangrijk ge
deelte van de taak vwelke op de beamb
ten rust, kunnen zonder bezwaren de
ambtenaren zelf verrichten.
Over het bureau van den Raad van
Toezicht op de Spoorwegen merkt de
commissie o.a. bp, dat het aantal amb
door ANDRÉ GORTHIS.
Geautoriseerde vertaling Van W. E. P.
8).
„Ja, ja; ik weet het" zei Gourdbn.
Zijn 'bruine wangen kleurden zich
even, maar hij voègde er dadelijk bijna
nederig Mj
„Mijn uitstekende collega heelt groote,
zeer groote verdiensten."
De ironie was niet alleen in Frans'
o(ogen gebleven, zij deed nu ook de
hoeken van zijn mond even optrekken.
Gourdon haalde diep' adem, keek eens
om zich heen en zei toen met over
dreven beleefdheid in ieder van zijn
Wojplrüen
„Ik hoop, dat mevrouw Landargues
het ook goed maakt. Ik heb den vlorigen
Zondag enkele vondsten gedaan, waar Tk
denk, dat zij plezier in zal hebben."
„Wel dokter, dan moet u haar (lie
gaan brengen." En, zich tot mij' wen
dend, verwaardigde mijn neef zich uit
te leggen:
„Dokter Gourdbn is een bekend ar
cheoloog. Hij doet eiken Zondag opgra
vingen in de bosschen achter de steen
mimlering verder ging dan wordt voor
gesteld.
Naar het inzicht der regeering behoeft
bet aanhangen van de ontwapeninsrsidee
niet id'j .onvermijdelijk gevolg mede te
brengen het afwijzen van elk militair be-
grootingi- of ander ontwerp.
De regeering schaart zich. aan de zijde
van die leden, die meenen ,dat geheel
uitgewerkte opgave der kosten thans voor
harig is. Dit is niet mogelijk, zoolang niet
n détails over de organisatie, de vredes-
d'-lcciatie, de voorwaarden van dienstver-
Latiny is beslist. Daarom' is het, meent
zij, zuiverder, alleen te noemen de belang
rijke posten van verschil, welk als wpvolg
van de invoering van de nieuwe wet en
de nieuwe organisatie zullen ontstaan. Bij
vergelijking van het nieuwe stelsel met
dal van de bestaande wet bedraagt de
vermindering1 van 't getal mandagen ruim
41/2 millioen wat neerkomt op een gel-
dc-lrfle bezuiniging van ruim 10 millioen
gulden tegenover de bezuinigingen staan
voornamelijk de kosten voor aanschaf
fing van artilleriematerieel (het bewape-
ningpfends). het inrichten van kampemen
ten en de voor-oefeningen.
Een overzicht v,an het benoodigde aan
artillerie- en eenig ander materieel is in
bewerking; eveneens een wetsontwerp
tot vaststelling van het bewapeningsfonds.
De kosten van de vooroefeningen wor-
S,TUKKEN PROV STATEN VOOR
ZEELAND
Polders en wateEs'eh. in
Z e elgnd.
Ged. Staten stellen Prov. Staten voor
in het reglement van politie voor de
polders of waterschappen dezer provincie
de wijzigingen aan te brengen, die aan
verschillende werken van den Minister
van Waterstaat tegemoet komen, waarbij
o. a. op het verbod van op dijken gebou
wen te stichten, of getimmerten te stel
len, een uitzondering wordt gemaakt voor
die 'gebouwen, enz. ,die daar slechts tij
delijk worden geplaatst ten behoeve van
het onderhoud, enz. van dijken en wegen.
Spoorweg 01 p Tho 1 en en
overbrugging Eendi*.
De Spoorwegmaatschappij Thplen en
West-Brabant verzocht verlenging van den
termijn van 1 Januari 1922, welke gesteld
is in d e voorwaarde van het besluit van
Prov. Staten van 15 December 1920, tot
deeljneming in de vennootschap, welke
een spoorweg van Tholen naar Stave-
11 boe zal aanleggen met overbrugging van
de Eendracht en tot het verleenen van
een renteloos voorschot voor die brug.
s Nu door Ged. Staten een oommis
sie is [benoemd tot .onderzoek van de
vraag., of afdamming van de Eendracht
uitvoerbaar en gewenscht kan zijü, en al-
zoo het alternatief van een dam of een
brug voor de verbinding van Tholen met
den Brabontschen wial een definitieve op
lossing mag igeacht worden te zullen
verkrijgen, zijn ook de spoorwegplannen
in een nieuwe phase getreden.
Het rapport der commissie zal vermoe
delijk reeds spoedig verwacht kunnen
worden. 1
Het komt Ged. Staten daarom geraden
voor pp dit punt een afwachtende h|Ou
ding aa11 le nemen, tal blijVen zijl, met
Prov. Staten .ongetwijfeld in beginsel'
bereid om id en spoorwegbouw op Tholen
te steunen.
Zij! stellen daarom voor het verzjoek
van de Spoorwegmaatschappij af te wij
zen, en tevens bovengenoemde bereid
verklaring in beginsel' in dat besluit vjast
te leggen.
Drinkwater-
voor zi bn i n g
Wial dh efen.
In een uitvoerig overzicht zetten Ged.
Staten de voorgeschiedenis dezer kwestie
uiteen. Zij wij'zen daarin op het rapport
van den directeur van het Rijksbureau
voor drinkwatervoorziening te 's-Gravem-
hage, waarin twee plannen waren uitge
werkt, op de genoemde besprekingen met
het dagelijksch bestuur van Middelburg,
dat zich (in beginsel tot medewerking
bereid verklaarde, op een drietal Voor-
sw,aarden, die door den directeur van
het Rijksbureau onaannemelijk werden
genoemd.
Het gemeentebestuur van Middelburg
aan hetwelk de meening van dén direcr
teur van het Rijksbureau daarop, werd
kenbaar gemaakt, toonde zich echter d[oor
diens redeneering niet overtuigd, waarna
Ged. Staten genoemden directeur le ken
nen gèvc.n, dat er groote kans 'bestond,
dat de aansluiting van bedoelde gemeente
bij de centrale drinkwater voorziening van
het eiland Walcheren illusoir zou wiorden
en hem vroegen welke gedragslijn dan
moet worden gevfolgd.
De directeur gaf djaarpp1 een drietal 'op
lossingen.
Ten vervolge van een en ander schrij
ven Ged. Staten thans aan Prov. Staten-
„Bij de behandeling der wijziging van de
Prov. begrooting voor 1921 in uw verga
dering van 21 Juli 1921 gaf de heer mta.
De Veer, in het bijzonder ter verklaring
van de d oor het dagelijksch bestuur der
gemeente Middelburg bij de onderhande.
tingen gevolgde gedragslijn, een uiteenzet
ting van betgeen tot dusver met betrek
king tot deze aangelegenheid was ge
schied; hij' kwam daiarhijl tot de conclu
sie, dat men zich vian deze onderneming
niet te veel moest voorstellen, daair liet
wel zou blijken „heel moeilijk te zijn, om
de bevolking van Walcheren te bewegen
aa© te sluiten aan de waterleiding' 1
Op 20 October 1921 had eene bespre
king plaats tusschen de commissie uit
ons college (de Ibleeren Blum en Spren-
ger Red. Middelb. Ct.) met den grif
fier der staten en het dagelijksch bestuur
der gemeente Middelburg met zijnen se
cretaris. Bij deze bespreking waren mede
tegenwoordig de iheeren A. P. Enklaar,
ingenieur der le klasse bij' het Rijksbu
reau voor drinkwatervoorziening te' s-Gr.a-
venhage en de heer J. Boelen, hoofddi
recteur der gemeentebedrijven te Middel
burg.
Door de commissie werd daarbij gewe
zen op de zware eisehen, door Middel-
burg (gesteld: restitutie van de boek
waarde der wlaterleiding (geschat op
f 400.000) en eene vergoeding ten bate
der inwoners, welkte door den di
recteur van het Rijksbureau was geschat
op eene jaarlijksche uitkeering van
f 60.000 en dus gekapitaliseerd zou Ion-
pen over een bedrag van ongeveer een
en een derde millioen gulden. Bij1 ver.
vulling dier laatste voorwaarde zonden
de bewoners van het platte land wellicht
een viermaal zoo hopgen prijs mioeten
betalen als die van Middelburg. De in.
idr.uk werd dan ook gewekt, dat voior
het tot stand komen der beoogde on.
derneming met kans op rentabiliteit geene
mogelijkheid meer bestond. Deze indruk
werd versterkt door 'hetgeen de hjeer
Enklaar in het midden bracht.
Door dezen vertegenwoordiger van het
Rijksbureau wérd er de aandacht op ge
vestigd, dat de cijfers, destijds d|oor het
bureau gegeven, gebaseerd zijta op het
stelsel1 van versterking vain Rijks'voor.
schotten tegen 4i/2 pCt. In verband met
de zuinigheid, die de Minister van Fi
nanciën thains nastreeft, mag worden ver
wacht, dat met de tot dusver gevolgde
gedragslijn eerlang zial worden gebroken
en dat de rente zal worden 'opgevoerd
tot 6 a 61/2 pCt. Zulks zou de geheel'e
rentabiliteits-rekening in de war bren
gen en waarschijhlijk tengevolge hebben
dat de tarieven aanzienlijk hooger zouden
worden. Er zou in verband daarmede
voor eene betrekkelijk uitgebreide on
derneming' als deze weinig 'perspectief
meer zijn. Daartegenover staat, dat het
voor de gemeente Middelburg •fan "groot
belang' is, "dat de omgeving goed drink
water bezit, vooral "uit een hygiënisch
oogpunt. Beter zou het daarom naar zijne
meening zijta, dat Middelburg op het
platteland geleidelijk aansluitingen zocht.
In Friesland wordt dit stelsel thans ook
gevolgd.
Zoowel onze commissie als het gemeen
tebestuur kon zich met dit standpunt ver
eenigen h et gemeentebestuur toonde zich
bereid, te trachten, op eigen kosten het
deel van plan I (n.l. die van het nieuw
prise a'eau nabij de Oranjezon, Red'.
Middelb. Crt.) uit te voeren, wat be
treft de watervoorziening' van Domburg
en Oostkapelle.
De commissie kwam' dalarna tot de con
clusie, dat het onder de bestaande om
standigheden wel het best zou zijn, als
oip de2e wijze een begin werd gemaakt."
Ged. Staten meenen zich in verband
met een en ander, tot het doen van een
nader voorstel, als gevraagd in de Zo mer-
zitting van 1919, te moeten onthouden.
Overzetveer van
Oud- o,p Nieuw-
Viossem'eier.
Daar dienaangaande nog een onder
zoek mioet wlorden ingesteld en over
leg met GedL Staten van Noord-Brabant
moet plaats hebben, stellen Ged. Staten
Prov. Staten voor het stuk .in hunne
groeven en de resultaten daarvan zijn,
op mijn wOlord, belangrijk. Hij1 vindt er
aardewerk en munten. Vooral Voor die
munten heeft mijn grootmoeder veel 'be
langstelling. Zij zegt altijd tegen Gour
don, dat hij een verslag er over moest
schrijven aam de academie van Privas."
„Ja, die eer dioet zij mij aan," zei de
dokter.
„Dat is dus afgesproken", zei Frlansi
terwijl hij hem de hand tea afschud
toestak, „u brengt u potjes en panne
tjes naar ,(La Cloche een dezer dhgen..
Ik zal uw bezoek aankondigen en° als
ik bij toeval thuis mocht zijta, zal' ik u
mijn nieuwen wijn eens laten proeven.
Tol ziens, dokter."
De ander groette mij weer eerbiedig
en wilde heengaan, maai" Frans hield hem
staande en vroeg met de punt van zijn
stok de gloednieuwe kaplaarzen aanra
kend
„Zeg eens, als ik niet onbescheiden
ben, waar hebt u die gekocht? Ze zijn
prachtig."
„Bij Lucas'sé, in Avignon," antwoord
de de dokter achteloos.
„Ah juist, dat dfecht ik wel, ik meende
het model te herkennen.
En lang keek hij hem met zijn spot-
tenden blik na. Toen hij hem in de Rue
des Q.uetre Vents had zien verdwijnen,
begon hij le lachen, éen onaangenamen
kWaadaardigen lach.
„Wat een platte kerel", zei hij' schou
derophalend. „Wel een eerlijke vent en
longetwijfeld heel fatsoenlijk, maar plat...
Iplat op laagheid en zotheid af.. Ik
kan dat niet uitstaan en ik kan die
bewondering niet velen,- die hij1 veinst
of misschien werkelijk heeft voor mij,
voor mijn familie, onze vrienden, ons
fortuin. Hij begrijpt en_ waardeert alles
waar ik iets voor vTiel. Hij is niet
rijk en is nogal een duitendief, maar
toch gaat hij nu naar mijn schoenmaker,
en natuurlijk over een poos opk naar
mijn kleermaker, op gevaar af van een
maand langs niets anders voor souper
te kunnen betalen dan tomaten én grau
we erwten. De vent is geen dwaas,
heelemaal niet, maar zijn kleinzieligheid
en zijn vervelende eerzucht kan ik niet
uitstaan. Weet je, wal de droom Van
flat wat hem [den heel en djag door 't hoofd
spookt? 1
Weet je wat voor hem de hoogste glorie
is? Dokter te worden van mij, van mijn
grootmoeder en van die paar invloed
rijke personen hier uit de streek, die
tot onze vrienden behooren. U glim
lacht er omdat komt omdjat u nog
niet goed de provincie kent en die oude
families uit de kleine burgerij, die eeuw
in eeuw uit aan dezelfde tradities vast
houden. V
De naam Gourdon ldotat in de be
volkingsregisters al drie honderd jaar
binden te stellen, ten einde daarover
in de eanstajancte Zomerzitting een Voor
stel te do«n..
KUNST £N WETENSCHAPPEN.
Das Paradij und die Peri.
Zftngver. T. O. en U.
Schumann's heeft ook gisteravond in
de Concertzaal alhier bewezen zijta
oude kracht nog te bezitten.
Volgens de legende heeft Schumann
verklaard bij het componeeren van dit
werk een hem te hebben gehoord!, die
hem zei, dat het niet vergeefs was wat
hij dhar schiep. Nog een twintig jaar en
hel is een eeuw oud. En nog altijd be
hoort het onder de populaire werken,
met een krachtig innerlijk leven.
Prachtige dingen heeft Schumiann er
in geschapen; vooral in de eerste ge
deelten. Zijn werk' heeft het nadeel er
van onderbonden, dat het oorspronkelijke
gedicht niet. als telöst voor een dergelijk
toondicht is opgebouwd. En het gevolg
is1 geweest, dat tegenover het eerste deel
uit zijn sterk-dramatische handeling uit
den Indischen oorlog!, en het tweede
beef met zijn aandoenlijke liefdesdaad
in 't pestland E|gypte, een derde deel
staat, waarin eigenlijk niets gebeurt.
D or oat gemis aan actie, is dat deel ge
rekt, en dat wordt niet weggenomen,
doordat Schumiann het lange recitatief
over verschillende solopartijen verdeeld
heeft. Eerst aan het slot, als de Peri haar
laatrie gave door den hemel ziet aan
vaard, en met een zang van uitbundige
vreugd© het Paradijs ingaat, ja, daar ie
ineens weer die levendigheid terugge
keerd.
Maar in die eerste deelen zijn de mooie
momenten opgestapeld. Reeds dadelijk de
orkestinleiding1 (de harmonische klonken
die uit het Paradijs naar buiten klin
ken) treft dtoor de fijnheid1 van substantie;
en even daarna de stem' van den Enge#
met een merkwaardige begeleiding va*
solo en klarinet.
Geweldig van klankkracht is het zeer
levendigi uitgebeeld tafereel van Gazon' r
intocht, met zijn schitterende krijgsmu
ziek dwars door het volksgejoel heen.
Dat is sterk van karakteristieke uitbeet
ding.
In 't groote slotkoor van dit eerste de#i
voelt men echter weer, dat Schumann,
de liederzanger, niet volop de man was
voor het ineenzetten van een groot»ch
koor. Het heeft wel een steedis sterker
stuwend rythmte; maar de groots'ehe
klank-climtox der koren van zoovele voor
gangers heeft hij er niet in tot uitinf
kunnen brengen.
Het was trouwens een lyricus, en het
spreekt van zelf, dat die zich het be&t
deed kennen in den solozang. Prach
tig vön dictie en melodieus van zang
en begeleiding is b.v. de tenor-sols;
Und einsiom steht ein Jüngliugde or
kestpartij voor en na het kwartet in 'I
tweede deel, het treffende verhaal vooss
den tenor van de pestplaag; versterkt
door de snijdende acooorden :n het or
kest, en dfan al wat daarop in dat derf
volgt, mhar toch vooral de warme zana
v-.n het meisje dfat de pestlijder kom»
troooten; het djaarop volgende recitatie#
van den tenor en de indrukwekkende
grafzang van sopraan en koor, een van de
mooiste stemmings-momenten uit bethee-
le wera.
Van de overigje koren zijn er twee die
genoemd dienen te worden om hun ty-
peering. Dat is het vrouwenkoor de*
Houri's: „Schmücket die. Stufen"; en dan
op zich zelf beschouwd, ook het koor
der Nijlgeesten, dat iets sprookjesachtig»
heeft. Maar, zooals we reeds in onze
inleiding opmerkten, het pad in dit
werk minder goed. Die N ijl gee 5 ten z4jn
van een Germlaansdh maaksel, dlat zon
derling aandoet te midden van de Ck>6-
terscihe motieven van het gedicht. Heel
mOoi van klankpracht is het koor „O
heilige Tranen".
En, otm weer pp de solo-partijen te
rug te komen, mag dan toch zeker dit
gezegd wiorden, dat alles wat de Peri
voor. Ik ken hun geschiedenis een beetje
en 't is grappig te constateeren, dat zij'
allen op elkaar leken, notarissen, magis-
traatjes, doktertjes, middelmatig, voor
zicht; menschen, die kropen vopr den;
adel van destijds, zooals deze man "krui
perig doet tegenover mij, die zich vast
klampten aan dien adel zooals hij zich
aan ons zou willen vastklampen, en die,
als 't zoo uitkwam, met de grootste on
derdanigheid lieten trappen, zooals deze
man mijn ironie vlak in zijn gezicht
laat welgevallen. U hebt hem gezien
Hij weet, wanneer ik tot hem spreek,
den toon niet te botoren, maar alleen
de woorden, die natuurlijk bteleefd geko
zen zijn. En hij blijkt of blopit niet,
wanneer ik Fardier ophemel, die mij van
kind af heeft verzorgd en dien hij niet
kan uitstaan. Hij telt zijn jaren, hij'
loert op zijn langzaam aftakelen, hij
wacht op zijn dood
En Frans bleef lachen en de schou-1
ders ophalen, terwijl hij sprak met een
bijna koortsachtige radheid, scherp en
bijtend; hij was kwaadaardig en zijn eigten
kwaadaardigheid verheugde hem. Plotse
ling viel hij zichzelf in de rede.
„OchLaten we dat maai" laten rus
ten; die menschen van Lagarde zijn zoo
vervelend Ik verveel me. U weet
niet hoe ik me verveel!"
Een plotselinge melancholie, die hem
Iets aantrekkelijks gaf, maakte zijta ge-;
laat kalmer.
„U zult mte wat vertellen van Parijl,
niet? Ik durf er iliet weer heen te gaaa,
omdat ik een dwaze vrees heb m
schaam er me voor pm er plotseling
te sterven, geheel alleen, zooals mijta
vader. Maar u komt er vandaan. U ia
er als het ware nog van dofortrokken."
Zijn neusvleugels waren wijd open en
zijn gelaat,, terwijl hij zich over mljta
schouder boog, was vlak bij het mijne.
„Zeg eens, gaat u nooit wandelen op
den weg naar Saint Eli énne? Die loopt
langs de Rhöne. Er is bijna nooit iemand
te zien, je zoudt denken, dat je er
in het begin van onze jaartelling was."
„Ik ben er eens geweest.'
„Dan moet u er nog eens heetugjajnn
Donderdag bijvoorbeeld, tegen Viji
uur niet? Wanneer het wat minder warm
fwObdt."
„Guicharde zal boos wezen."
„Is dat uw zuster? Die bevalt mij niet,
ik heb haar tweemaal gezien en ik vind
dat zij er kwaad uitziet. U hoeft bmu
lo ch niets te zeggen."
,,Ja maar
„Wat, aarzel je nu toch?", vièl hij
ongeduldig in. „Hoe oud ben je ejgeir
lijk?" I
„Vier en twintig."
(Wordt vervolgd.)