FEUILLETON.
Bel reel! op lel leven
No/279
Z&teFitag US MdvembOT 1921«
Voop mij alleen*
4 PINK PILLEN
1
6innenlan dL
f) verkrijgt men door
S3*
i€4e Jaargang
MIDDELBURGSCHE COURANT
Bummer bestaat uit DRIE bladen.
EERSTE BLAD.
OVER DE 0|0RL0GSBEGR(P(0TING,
Uit het (afdeelingsverslag der Tweede
Jtainer pver de begrooting van oorlog:/
Verscheidene leden bepleitten ooit thans
wederom op de beleende gronden de alge
heel e opheffing van leger en vloot. Bij
eiG.mtnjge leden die zich niet op dit stand
punt van algeheele ontwapening stelden,
bestond tegen het door de regeering ge
voerde beleid eveneens ernstige bedenking
Deze leden wezen erop ,d|a,t van een stre
ven in de richting van bezuiniging uit de-
«e begrooting weinig blijkt. Wil een wer
kelijke bezuiniging to,t stand komen dan
dient een algeheele vereenvoudiging der
JSeger inrichting te warden aangevat en
faifet kracht doorgezet. In de eerste plaats
aau daarbij aan een zeer sterke inkrim
ping van het beroepskader moeten wor
den gedacht. De opleiding zou niet, zoo-
flls thans geschied, moeten worden ge
wijzigd, doch geheel stopgezet.
Verschillende andere leden, die in de-
ze begnooting het werk zagen van 's Mi
nisters ambtsvoorganger, zouden, zoo de
ze nogj deel uitmjaakte van het kabinet,
met den meesten ernst tegen het hooge
aindciifer zijn opgekomen. Zij erkennen,
dat het voor den tegenwoordigen Mi
nister niet mjogelijk wa^ nog vóór de in
diening der begrooting dagrin ingrijpende
Wijzigingen aan te brengen. Zij spraken
achter de verwachting uit diat de Me-
«njorie Vap Antwoord van een ernstisen
wil Van den Minister tot het aanbrengen
van belangrijke bezuinigen zoiu blijken.
De leden, hier aan bet woord, hadden
van bet Optreden v.ajn. dezen Minister
groote verwachtingen. Zijl zagen in hem
den bewindsmjain die eindelijk zal' tot
stand brengen wat de Kamér vian al zijn
voorgangers heeft verlangd, maar nogjniet
heeft verkregen. Het valt naar hun mes-
mhjg ook niet te ontkenïie dat olp den
voet waarop de laatste Oorllogsbegrpptin
gen zijn geschoeid, niet verder kan wor.
den voortgegaan. Het eindcijfer, thans op
bijna 74 millioen geraamd, zjal een be
langrijke vermindering moeten onder
gaan en de eenige weg daartoe bestaat in
een besparing op de vredesorganisatie
door: lp', reorganisatie Van het Depar.
tement; 2o. inkrimping van het 'beroeps-
personeel; 3o. reorganisatie van de sta
ven, de intendance en den genees
kundigen dienst in Idier voege, dat in
vredestijd alleen maar kernen aanwezig
zijn4f>. vereenvoudiging' van het wapen
der genie en van de admini
stratie; 5o. algeheele- herziening van
de wet op het militair onderwijs; 60. ver
andering der wijze van aanmaak van Mee
ding- en uitrustingstukkenwelke in fa
brieken zal moeten plaats vinden, en 7o.
groote beperking van het bouwbedrijf
door inkrimping1 van het aantal ingenieurs
®n opzichters hij1 de genie.
Sommige leden gaven naar aanleiding
hiervan als h,unne meening te ken.
nen dat van dezen Minister evenmin als
van zijn ambtsvoorgangers groote bezui
nigingen zijn. te verwachten. Zij wezen
daarbij op het wetsontwerp tot nieuwe
regeling1 van den dienstplicht, waarvan de
kosten veel hooger zullen zjjn dan van
©en regeling als Minister Ppp die voor
stelde.
Enkele leden betreurden het dat de
regeering aan de lothaar gekomen ,wen-
schen tot vermindering van contingent
en inkrimping van het beroepspersoneel
gevolg heeft gegeven. In elk geval diende
geen tstap verder in deze richting ge
daan. Zij bepleitten een algeheele reorga
nisatie van de kaderopleiding en het in
ruime mate verleenen van steun aan vak
bonden van elke richting, welke zich toe
leggen op vermeerdering van de ontwik-
keling en beschaving van het militaire j
personeel. j
Ten slotte gaven sommige leden den1
wensch te kennen dat in den vervolge
alle militaire /uitgaven zonder uitzonde
ring pp de Oorlogsbegroptingj zullen wor
den gebracht.
GERENTE-BEZUINIGING.
Te Eindhoven hebben jl. Zaterdag 36
arbeiders aan de gemeentewerken tegen;
half Februari hem ontslag gekregen.
In den Bpsch hebben B. en W. om een
verhooging van het heffingspercentage H.
O. tot 8—20 pCt. te vo/or kramen 0i.&. voor
gesteld: den vacantietoeslag in te trekken
op de wedden van het gemeentepersloncel
dal buiten de gemeente woonachtig is
een standplaatsaftrek v,an 10 en 15 pCt.
toe te passen; het administratieve perso
neel in Ie krimpen en door invoering
van een economische werkwijze en Ver
lenging, van het aantal werkuren tot 7i/2
uur per dag en 4 uren op Zaterdag; het
getal werkuren der gemeentewerMieden
zoo op te voeren als de wet toestaat,
waardoor een tamelijke personeelsvermin
dering zal kunnen worden bereikt; voor
overwerk gedurende 2 uren voor en na
den dagelijkschen werktijd geen 25 pCt.
hij slag meer uit te keeren en door inten
siever arbeid te trachten het overwerk
geheel jof althans groiotendeels onmjoodig
te maken.
Ter vermindering van de uitgaven wen-
schen B. en W. de levering Vanrwater, gas
en electrischen stroom1 dfo/or de bedrijven
aan de gemeente tegen kostprijs te doen
geschieden. De bedrijven behooren een
winst op te leveren en de verliezen over
de vorige bedrijf sj.ajren, dopr de gemeente
do/or steunverleening gedekt, mloeten in
de gemeentekas worden teruggestort.
Even zoo zullen zij successievelijk moeten
terugstorten betgeen de gemeente vo
rige jaren ten onrechte vopr hen vo/or
pensioenen aan personeel der bedrijven
heeft betaald Vermindering van het aan
tal ambtenaren en (of) werklieden is
noodzakelijk, als het im|oet d(ö|or in gebruik
neming van andere machines.
Door André Qorthis.
Geautoriseerde vertaling van ,W. E. p.
KRASSIN..
De correspondent vVn het Hbld. te
Berlijn bericht, dat, naar hij persoonlijk
van een der rijksministers vernam, wien
Krassin het had verteld, deze vertegen
woordiger der Siovjet-regeering1 onlangs
een visum gevraagd had naar Nederland,
om een onderhoud te hebben met den
heer KrölLer, mapr dat hem het visum
geweigerd was.
De correspondent knó|opte aan dit be
richt de vraag vast, wat er toch wel
•tegen zou zijn Krassin, die onlangs te
Londen door Lloyd George in gehoor
ontvangen is., toe te staan in Den Haag
met den heer Kröller te gaan praten'
Het blad heeft aan Builenland'sche Za
ken inlichtingen gevraagd, èn daar verno
men, dat inderdaad ongeveer vier maan
den geleden een verzoek van Krassin
om een pas visum' geweigerd is. Op de
vraag van den medewerker Van het blad,
ofe en nieuwe aanvrage een zelfde /ant
woord zbu uitlokken, werd ontwijkend
geantwoord, dat de heer Krassin zijn
verzoek sindsdien nog niet herhaald had.
UIT DE PERS
Het voorbeeld der
assignaten.
De enorme daling van den koers der
marken en kronen leidt van zelf de ge
dachten naar de beruchte assignaten van
de Fransclie revolutie.
Naai- aanleiding van de publicatie in
een Duitsch blad schreef Cevis (mr. van
Gijh), in de N. Crt. het volgende, tér
inlichting van hen, die willen weten, hoe
het in Frankrijk' met de assignaten is
afgelpopen en hoe toen de Staat zich
verder gered heeft:
Er werden met de „Planche aux As-
signats", die, op 19 Februari 1796 plech
tig werd verbrand, assignaten gedrukt tot
een bedrag van bijha 45.6 milliard francs
waarvan door diverse vernietigingen 9 8
milliard verdween en ten tijde der in
wisseling 1.6 milliard in de staatskassen
was, dus' in omloop waren 34.2 milliard
francs.
De assignaten werdentegen mandjats
territpriaux ingewisseld op de basis van
30 frs. assignaten tegen 1 frc. mandlat
territorial (dus niet tegen 30 o/0 maar te
gen 31/3 °/o, terwijl ze wel' eens tot minder
dan 14 gedaald waren). De coupures
van minder jlan een halve franc, werden
tegen een tiende van hun bedrag jn
mandats omgewisseld. Er zouden voor
die manipulatie waiarsch'ijinl'ijk minder dan
1.5 milliard frs. pan mjandats' zijn noodig
geweest, maar men ging ook van deze
mandats dadelijk weer meer uitgeven, t.
w. v/oor 2.4 milliard, die zoogenaamd ge
dekt wpren door nationale goederen, ter
waarde van ruim 5.7 milliard (plus nog
voor 4.8 milliard pan z.aken waarvan de
waaide minder zeker was).
Het ging met de mandjats denzelfden,
weg als met de assignaten. Spoedig wa
ren zij op 21/2 van hun waarde gezakt.
Door een machinatie van den Staat met
de Compagnie de Dijlon, daarvoor opzette
lijk opgericht, werd de koers nog verder
naar beneden (tot onder 1 o/0) gewerkt
en eindelijk werd in Februari 1797 be
paald, dat de Staat zelf ze nog maar tot
1 0/0 van hun nominale waarde in be
taling zo,u aannemen 'bij betaling van ach
terstallige belasting', betaling op de gedwon
gen leening en een paar nog komende
termijnen vain de betaling van gekochte
domeinen. Daarna zou de belastingbeta
ling slechts in numerair (volwaardige
munten) kunnen geschieden. Na 1 Maart
1797 zouden de mandats nog slechts op
den voet :van 1 kunnen worden in
gewisseld tegen bions waarmede men 'het
in volwaardige munt te betalen, deel der
koopprijzen van domeinen kon voldoe^
Volgens Marion heeft de inwisseling
frs. 240.000 in numérair gevorderd, een
bedrag dat wel zeer gering schjjint, waar
1 0/0 van 2.4 milliard 24 millioen is
In elk geval' is echter juist zij'n op.
merking, dat wie in 1791 frs. 3000 in as
signaten (toen nog tamelijk volwaardig)
van Iden Staat in 'betaling kreeg en ze
zuinig bewaard had er per stot 1 Fr. in
numérair voor kreeg in 1797. Een bank
roet als nooit te voren vertoond.
Hoe redde zich nu echter Frankrijk
verder; hoe kwam men van een finan-
s
(Ingezonden Mediedeelinlg),
5). I
4?h-t?r kwam hét dienstmeisje
[Adelaide, met de soepterrine en wij (gin
gen aan tafel. Niemand had eigenlijk
e' P® la™P bteef stoomen en gaf wei-
rng hcht Door watalucht heen rooken
we langzamerhand /ook de vochtige lucht
van denude steenen en de oude pleister
kalk, die te lang geen zon hadden ge
had. De sterke rukwinden, die teven de
«buren vielen, dreigden het armzalige huis
te doen instorten. Het was alsof "in het
geloei van den wind striemende riemen
tegen pns sidderend gemoed werden ge
zwiept. Soms-scheen het even le bedaren.
Maar die stilte was nog benauwender,
want wij voelden wel', dat de wind nog
steeds op den loer lag, en zoodra hij uit
gerust was, opnieuw zou uitschieten om
fluitend en loeiend het huis te belege
ren. We waren nu zoo overweldigd door
moeheid, dat jve geen woord meer kon
den zeggen. En toch moesten we er ons
toe dwingen, want in die ondragelijke
stilten in het gesprek waren we op het
punt in snikken uit te barsten.
„Morgen zal jullie zien", zei moedert,
„hioe mooi het uitzicht is."
De schande, die zij hier teruggevonden
had, (nog levend na die dertig/ jaren,
bracht hjaar in een toestand van koorts
achtige agitatie; voor ons vreesde zij van
alle ellende alleen het kwaad en wensch-
te zij van alle geluk slechts 'dat goede, dat
gegrond was op het geweldige alles' be
slissende pordeel' van anderen. Haar
woorden zeiden het ons:
„Jullie leven moet voortaan zoo ern
stig en ingetogen zijln, dat niemand ooit
iets pp je te zeggen kan hebben. Het
is natuurlijk uitgestoten, dat iemand hier
er aan {zal denken jullie ten huwelijk
te vragen. Je hoeft je dus niet om jon
gelui te bekommeren. Je zult weinig
plezier hébben, mijd arme kinderen,
maar wanneer de menschen jullie Later
eentmaal 'zullen achten, zooals ik zoo
'graag geacht had willen blijven, dan zul
je toch gelukkig zijd."
I Zpo hield zij niet op, pns dopr al' lijaar
I woorden en door het /ontzettende van
haar S/oorbeeld, een goed gedrag vo/or
te houden.... En ik begreep wel, dat die
moraal van voorzichtigheid, die van laf
onze jeugd ons heele leven regelde, in
dit bekrompen stadje mijd angstvallig
heid en mijn gedweeë natuur steeds meer
zou "omklemmen
De eerste dagen in Liagarde waren
niet zoo treurig, als we gevreesd hadden.
Al onze ramen hadden het uitzicht op de
velden en we hadden het prachtige Land
schap altijd voor ons. We vonden het
heerlijk een tuin te hebben, die hoog
bioven de vlakte Hag, en vanwaar we den
weg konden zien, en, wat verder, de
Rhone en de lange, kale heuvelrijen, die
voortdurend van kleur veranderden. En
ten slotte was de ontvangst, die ons ten
deel viel van de zijde der eenvoudige
burgerij, de omgeving', waarin mijn glroot
moeder van moeders kant had verkeerd,
niet vijandig; nieuws/gierig waren ze na
tuurlijk wel'. Guicharde h|ad het heel juist
opgemerkt, die treurige 'geschiedenis' was
al zoo Lang geleden en zulk een onbespro
ken gedrag was er op gevolgd!
Maar moeder wilde toch liever niet
uitgaan. Zij wende zich aan alleen 's Zon
dag's ,uit huis' te komen, wanneer zij naar
de vroegmis ging, eigenlijk omdat zij vond
dat dat hoorde, want godsdienstig was zij'
niet. Guicharde nam dadelijk de zorg vooï
het l\uishpiuden op zich, besliste in alles
en deed alles goed ook. Zij ging eiken
morgen Imet ons dienstmeisje naar de
markt en kwam' verder eigenlijk ook de
deur niet uit. En ik ging in mijn eentje
op ontdekkingstochten uit in de stad,
niet in de nieuwe wijken, waar het witte
raadhuis stond en de school met de gnoio-
te vensters, dat vond ik alles leelijk;
maar ik zocht bij' voorkeur het oude ge
deelte met het plaveisel van puntige kei
en^ de paleizen, waar kardinalen woon
cieele debacle tot een geregeld finan-
ciewezen en kon men zijn legers en bin-
nenlandschen dienst weer behoorlijk be
talen? Het antwoord luidt, 'doordat Na
poleon met een bijna ongekleed leger den
St. Bernard wist pver te trekken en de vij
anden in Noord-Itaiië verraste en ver
sloeg. Hij1 legde toen aan de Noord-I tali-
aansche /steden, voor dien tijld ontzet
tende, contributies op, welke hij deels
naar Parij's en deels' naar de legers aan
den Rijn, ,in de Alpen en tusschen Maas
en Sambre zond, welke legers spoedig op
hun beurt rijke buit wisten te behalen/.
Een tweede bron van inkomen vormden
de contributions bataves, de contributies
aan Holland opgelegd door de Fr,ansche
legers, die ons kwamen bevrijden(?) Daar
op werd door Hamburgsche bankiers en
Fransche hjuizen geM voorgeschoten. Vopr
6,200,000 gulden werd op die wijze ver.
negpeieerd. Eindelijk deed de opbrengst
der Belgische nationale goederen dienst
(de waarde werd op frs. 100 millioen
eraamd). Het gouvernement in nood
werd bij al die negpeiaties flink gekne
pen, imaar kreeg toch weer waardevol
geld. Meer geordend beheer deed de rest
om de Fransche staatsfinanciën weer
Langzamerhand op orde te krijgen. Napo
leon heeft het overige Europa nog ont
zettend doen bloeden. Bij een decreet
van 1810 werd de buit van zijln veldtoch
ten tot zijn vrije beschikking gesteld bui
ten de begrooting' om, welke hij trou
wens ook vrijwel naar zijn verkiezing op
maakte.
Na het verdwijnen van assignaten en
mandjats territoriaux is het zilver voor
zoover niet in den loop der jaren ver
smolten weder voor den dag gekomen en
door aanmuntingen aangevuld.
iX
Eiseht Hollandsche verpakking
en gebruiksaanwjjïing,
(htm Med J
VAN HUIS EN SCHOOL.
III.
Na de boodlschup, die buiten het
eigenlijke doel van hare Wandeling om
ging, zetten de beide onderwijzeressen
haren inkoppen voprt Voor het school
feestje en daar zij volgens hare oantee-
keningen pok eenige bloeken vopr jon
gens en meisjes moesten hebben, richt
ten zij hare schreden naar de Lange
Burg, naar den van pudls bekenden win
kel der firma F. P. D'h u y, welke win
kel wel veel jaren bestaat, maai- waar
van de tegenwoordige eigenaar toch
'zlorgt met zijn tijd mede te gaan en
steeds het nieuwste wat ïn boekwer
ken gevraagd, wordt voorhanden voor
handen te hebben, de zes boeken, die
de dames moesten koppen, waren dan
pok spoedig gevonden, terwijl nog en
kele kleinere geschenken als spons- en
griffeld|o(ozen wei-den gevoegd bij het
te bezorgen pak.
Toen de onderwijzeressen den win
kel verlieten was het druilig weer ge
worden en ieder ©ogenblik begon het
een weinig te regenen, waarop' een harer
zeide dat het dan nu blijkbaar eindelijk
tijd werd de nieuwe paraplui, waarvoor
zij van hare ouders met haar jaar
dag in October geld. had gekregen, eens
te gaan koppen, want anders zou zij
met de kerstvaoantie nog zonder huis
waarts keeren. Haar vriendin wist haar
het goede adres te noemen en door de
Burgemeester Takstraat en de Lombard-
straat ging het mei vlugge passen naar
de Noprdstraat 10m bij den heer A.
Ge ens en (zulkeen aplders zoo nuttig,
het laatste jaar haast overbodig regen
den en veljdheeren met /prachtige, klin
kende namen, die de armste menschen
mij allen konden noemen, de kromme
straatjes1 Imet gewelfde poortjes, waarin
een gezicht met door den tijd gehavende
lippen of een verweerde acanthusbl'oem
gebeeldhouwd was, de nauwe- pleinen, de
balkons v,an smeedijzer, die in hun vlecht
werk initialen of spreuken vertoonden.
Maar één keer toch, liep ik de heelë bui
tenwijk door en ging langs „la Cloche",
het landgoed van de Landargues, en ik
zag tusschen 'het hek, de hoornen en de
bloemen door het breede, groote huis,
waar ik nooit zou binnengaan.
Een anderen keer reed mevrouw Lan
dargues, mijn grootmoeder, mij' rakelings
voorhij in haar laag rijtuigje, getrokken
door twee witte 'paarden. Ik zag ham-
sneeuwwit haar, de hjarde pogen, h/aar
kanten sluier..
En dat waren de eenige gebeurtenissen
van mijh leven in Lagarde tot den dag,
waarop ik voorh et eerst mijn neef Frans
Landargues ontmoette.
Ik had hem een paar keer uit de verte
gezien, terwijl hij op de wandelplaats of
langs de Rhönekudc liep; ik had ge
hoord, dat hjij het was en ik kon hem her
kennen; maar ik sprak eerst vier maan
den na /onze aankomst met hem', op het
plein, den dag' van de jaarmarkt. Bij' de
fontein stond een geknotte plataan, die
de zon vrij spel liet en het water glinster
de zóó, dat het de oogen verblindde
maar er omheen stonden groote hoo
rnen en in de schaduw daarvan zaten
de groen te verkoopsters, op kleine bank
jes of op samengevouwen zakken met
haar kleurige manden vopr zich. Een
eind verder hadden de vreemd© kooplui'
hun tenten en hun stellages opgesla
gen, Rose en blauwe onderrokken ge
streepte, gebloemde en gespikkelde blou
ses, stevige hemden, helkleurige lin
ten, ceintures met gespen, alles lag in
bonte mengeling opgestapeld in de platte
manden, die onbewegelijk hingen in de
drukkende atmosfeer, alsof ze zwaar
waren van warmte en mtooi weer. Er
werden ook kettingen verkocht en bro
ches, laarzen, linnen schoenen, messen,
odeur.... Ik stuk het plein over dn de
schaduw, een klein koeltje woei door
hel dichte gebladerte. Er waren zóóveel
(menschen en er was zóó'n gedrang#
dat niemand dien dag lette op die
dochter van Georges Landargues, die
anders altijd door zooveel nieuwsgierige
jblikken gevólgd werd. Ik zie haar nog
vopr me, zooals ze daar op dien mor
gen met haar gespikkelde japon en
haar eenvou^ligen, ronden hoed over
het plein liep. 't Schijnt mij, alsof ik
het zelf niet was. Zij is niet geworden,
wat ik nu ben, en dikwijls denk ik, on
danks de jaren, die er tusschen lig
gen, dat zij daar 'nog is, op een zon-
nigen Julimorgen, te midden van een
groote menigte menschen, die haar d,u-