KüapkeM FEUILLETON. ie Man mei deo Klompvoet. SU VOEGSEL Buitenland, Dinsdag 11 Oct. 1921, no. 239. dit. (Nadruk verboden..) VA» BB HET DEMORALISEERlEND PROVINCIALISME. In Den Haag trad die v|origb week een pianiste top, die woont in een pro vincie-stad, n.l. Nijmegen. De naam1 van die stad doet echter weinig af tot he geen vtolgt. Naar aanleiding van dat optreden schreef L. C. in de Nieuwe Courant een recensie, ao-oals dat heet, en djaarin werd haar optreden in Den Haag) een groot© izelfo verwinning en een verblijdend t©e ken genoemd, wat toegelicht werd dooi de volgende fraaiigheid: „De kleine stad is de artistieke dood van nagenoeg iederen kunstenaar. Het drukkende provinciale leven (kan men het eigenlijk wel' leven noemen?) inti mideert 'hem1, zijn hevigje levensdrang wordt er te midden van zijn gezapig en stilltekens voortlevende medeburgers lam geslagen, zijn werkkring!, die gewoonlijk Uitsluitend uit lesgeven bestaat belet hem! niet alleen te s tudeeren maar ontneemt' hem er ook alle lust toe, van buiten af is er zoo g'ped als geen „anregung" en zijn omgeving gelooft tenslotte gewoonlijk zoo weinig in hem, dat het niet lang diuurt of Mj verliest het gjeloof aan zidh zelf en het vertrouwen in zich zelf, dat uit dit geloof gebaren wordt. Dit laatste vooral is de nekslag' voor den fijngfev-oe- iigen kunstenaar in de provincie: men ge looft niet in hem. Het eerste wat de pro vinciaal zegt van den kunstenaar in zijta omgeving als men hem op diens betee 'kenis wijst is dan ook „als hij1 zoo igcoioif was zou hij hier niet blijven." En dan verderop wordt het in ha,ar spel nog geprezen dat zij', „ondanks het neerdrukkende, detao-raliseerend kleine stadsleven" nog zóó speelde. Er moet ons een hartig woordje (uit de pen ter weerlegging van zoo'n arro gjante miskenning; het z.oovetelst® bewïjlsl van dë stelling, dat de meesit bekroon pen provincialen rondloopen in de grooi- te steden, n.l. onder Hagenaars, Amster dammers en Rotterdammers, die nooit buiten hun stad hebben vertoefd. En als die L. C. soms toevallig wel in een kleine stad heeft gewoond, is h©t werkelijke leven daar aan hem voorbij' gegaan, want hij toont geen notie te heb ben van het feit, dat het intieme kunst leven in een klein® stad ziclh vaak 'tof! feec veel sterker intensiviteit ontwik kelt dpi in het drukke,' maar zéér vluchtige gnaote-stadsgedoeniet alleen in Nijmegen, maar in alle groote provin cieplaatsen. We zullen nu maar niet diep ingaan op dien dwazen eersten zin „de kleine stad is de artistieke dood van nagenoeg iederen kunstenaar". De schilderskolonie Veere, de s'dhilders fen schrijvers, die zich' in Domburg1 terug trekken om te wer ken, en t nou wens' al de schilders; schrijvers, sierkunstenaars en componis ten. die niét in groote stedejn wonen, zou den hem anders hebben moeten leersn. Maar hij heeft blijkbaar slechts heel beperkt aan musici gedjacht, aan enkele voorbeelden. En toen schreef hij nóg dwaasheden. Het is bat zijn grootstadsche afgeslo tenheid nojg nooit doibrgedrongen, dat juist op muziklaal gebied in tal van pro vincic-siteden (door het zelf-doen eeh s Been is geschapen waarin een begrip van, en een streven naar het hoogste op djat gebied ontstonden, die menjgje kunste naar op concerten diankbaar 'aanvoelt na menig luidruchtiger, maar minder oontact-jgevend concert in de groote stad. We hebben heusch ook wel eens con certen in een groote stad bijgewoond, en juist dat verschil daarbij sterk op gemerkt, speciaal in Den Haag, waar de stemming zoo vaak verstoord wiordt door een deel van 't publiek. WO liebben ook wel eens uit den miond van eersterangs-solisten (ja, werkelijk L. C., uae klomen óók in de provincie!) de verklarinjg gehoor d£ daij de oratorium- Uitvoeringen van verschillende zangver- eemgnngen in de provincie door de zorg vuldige voorbereiding! en door de toe wij- ding van de deelnemers (dit vooral), tot een hioo|g|te stijg|en, die lang niet altijd in de (grootte steden bereikt wordt. Als L. C. ook maar ©enigszins op de hoiojgte was van de groote aanhanke lijkheid en waardeering: in menige pro vinciestad getoond tegenover muzieklei ders, dan zou hij niet geschreven heb ben, dalt daar de omjgeving' niet m een kunstenaar gelooft. En wou hij ons nu werkelijk wijsma ken dla.|t er, méér dan in een provincie leven, zulk een kunstprikkelinjg! zit in hejt bestaan van die honderden jonge en oiuide mlusi-ci in Den Haajg, die zooveel tijd jto-t zelfgeloof en studie hebben, juist ómdjat ze de lessen niet hebben waar ze naar hunkeren? Wij meenen zelfs, ilfajt hij kwaad: doelt door de voorstelling te wekken dfajt er alleen muzikaal heil te verwachten is in gpoote steden, en dan n,og wel Den Haagt, diaf in Duitschland niet eens tot dfe (gróóte steden zou worden gerekend. We zijn een beetje warm geloopen. Maar zioo'n wanbegrip ergfebt ons. Na tuurlijk ontkennen we niet dat er in den Haag meer te booten is dan hier, al hoort menige Hagenaar per j aar minder dan de meeste „provincialen". En we den linkerslaap en verliet het hoofd aan de rechterzijde. Na dtoor een geneesheer te zijn verblonden, is die man in zorg- wekkenden toestand naar het ziekenhuis gebracht. Hij is gebleken te zijn de rij wielhersteller G. van S., wonende in de Voorstraat te Klaaswaal. Hoen we het bericht gelezen hadden, hebben we het nóg eens gfelezen, want we begrepen niet wat een revolver te ma ken kan hebben met het rijlden zomidpr licht. En we begrijpen het nog' niet. Zelfs als een aangehouden rijdier zon der licht weigert Zijn naam' op te geven, en dan zich verzet tegen het overbrengen naar een poli tie-bureau, dan is er toch zeker geen noodzaak vioor een dier po litieagenten Om een revolver in de hand te houden! Dat zijn toch geen zonden waar de "djoodstraf op staat? En vut be- teekent een revplvfer-in-een'-politiehaud in die Omstandigheden anders dan een drei ging lom te schieten, dat wil zeggen: de kans te hebben te dpoiden? Het lijkt pns dlat er hier een hofolgst Onvoorzichtige handeling is gepleegd. Be halve npg «lat het afgaan van die revolver juist als de ander er naar grijpt (Of pro beerde af te weren een toevalligheid is, die te bezorgder doet vragen of bij1 zulk een gewonen dienst en bij1 het op trekken Moor zulke feitlen het gebruik van een revolver niet streng verboden mOest zijn. Aan zoio'n ongeluk staat iedlereen 'bloot. VERSCHILLENDE RE»I|CHTEN. Hit Dieren wordt gemeld, «lat de „Geldersche Toren" door onderhand- schen eankpop eigendfom is géworden van den heer mr. J. G. -Wiurfbajn van Heu- Ven, die 'reeds vele perceelfen om en nabij den toren in zijh bezit had, waardoor nu bij hel kasteel ruim' 60 H.A. houw en weiland en bjosehgjrond behooren. Door dezen aankoop is de verbrok keling van het oude en mooie landgoed gelukkig voorkomen. (Reeds in een deel djer vorig© oplage vermeld). o EEN WARMTE-RECORD. Het Ran. Ned. Meteor. Instituut in de Bilt, maakt het volgende bekend over een ahnlormaal warmbn dag in dieze, tot dusver zloio verrassend warme maand. Te de Bilt is Zondagnamiddag 9 dezer een luchttemperatuur in de schaduw van 25 graden 'Celsius (of 77 gtjajdjén F. bereikt, waiarmteide het record sedert 1849 te Utrecht—de Bilt in October na den 3eh gedoteerd, overtroffen is. "Te Maastricht werd Ziondjag een temperatuur van 29 graden Celsius bereikt, waarmede even z|oo het ttf eoord van Ocjtober 27.6 op 1 October 1908, overschreden is. HOI- DE GEWEZEN DUITSCHE KROON PRINS. LANDBOUW. doo-r Douglas Valentine Geautoriseerde vertaling van W. E. P. (Nadruk verboden). 29). -Monica," zei ik, 'heel is toch duide- i! 't ik niet hier kan blij'ven. Mijn eS-Lu i d' ats ~lk in ïdu 'huisi ontdekt -i -'-i ual] n'cm'and weten in Wat voor Moeilijkheden je dan kunt komfen." r „Als ei eemge gevaar is," antwoord de zij, „dan ben ik bereid dat bevaar te tnotseeren. Jij' kunt in Berlijh ner gens naar toe, en wanneer je buiten gesnapt wórdt, zouden ze kunnen uit vinden, waar je je verborgen hebt ge houden en dan zouden we er even slechts ,aan toe z'ijh. Neen, je blijft gewioon, hier, en misschien kan ik je binnen een dag of twee weg krijlgen. Ik heb een plan gemaakt. Karl' heeft een landgoed bij dfe Hollandsche grens, Slot Bellevue heet het. bij' Kleef. Het is een o-ud slot en 'tis al gedurende vele geslachten in 't bezit van de fa milie geweest. Maar Karl gebruikt het alleen als jachtslot: wij1 hadden er voor den oorlog altijd groote jacht partijen m den herfst. Maar nu rs er twee jaar niet gejaagd en het land goed is vol wild. De regeering heeft een beroep gedaan op de bezitters van wildparken iom hun wild te schieten ontkennen ook niet dot ziop'n omgeving prikkelenden invloed op een artistenna- tnur kan hebben. Maar dat is nog heel iets anders dian de waanwijze voorstel ling alsof in iedere provinciestad al liet artistieke leven gedjood wordt door het gemis aan kunstbesef van de omgeving. In een land als! 't onze miajg daartegenover werkelijk wel eens gewezen wordlen op 't :een in die provincie-steden leeft. REVOLVER-GE1BRUIK. We lezen in de N. R. Ct. (onder politie berichten: Zondagavond omstreeks half twaalf za gen twee rijwielagfenten op den Hilledijk te Rotterdam', uit die richting van de Tweede Rosestraat, twee motorfi-et'sirijt- ders aankomen, van wie er een zonder licht reed. Zij plaatsten zich met hun fietsen dwars lover den weg en riepen de motorfietsrijders toe, te stoppen. De- zèn vergrootten echter hun snelheid en trachtten de politieagenten omver te rijl den. De agenten sprongen inlijfdS op zijde-; een hunner lpste vier schoten in de lucht, om de woest rijidende Mannen tot stilstaan te bewegen, die evenwel verder reden. De agenten pip hun fietsen -achter hen aan, en op den Dordtsehen- straa-tweg, bij de grens -der gemeente^ troffen zij de beide mannen aan, die toen bezig wa'ren de lantaarn van dfe motorfiets waarmee zónder licht gereden w-erd, aan te steken. Zij1 hielden den man, die zon der licht gereden had en weigerde zijn naam op te geven, aan, unlet de bedoeling hem1 naar den politiepost in de Korte Hil- lestraoit te brengen. De man verzette zich hiertegen en een worsteling ont stond, waarbij -dje verze'tpleger de revolver greep, die een van die plolitieagente-n in de rechterhand had. Het wapen ging af, en de kiogel trof den verzetpteger aan en het Op de markt te brengen: dus was ik van plan deze maand 'n'alar Bellevue te gaan om den jachtopziener 'hierlover te spreken. Ik dacht, als ik Gerry er toe kon krijgen mee te gaan, dat jij hem tiüan begeleiden zöiudty en vandaar zou je over de Hollandsche grens kunnen komen. Die is maar on geveer vijftien Mijlen van het slot ver wijderd. Als ik Gerry er maar toe bewegen kan. is ér geen reden waar om wij niet binnen een dag of twee weg zlouden kunnen zijn. In dien fus- schèntijd ben je hier veilig." Ik antwoordde haar, dat ik er nog eens goed over mioest denken: ik vond, dat zij zich aan te veel gevaar, blootstelde. Maar ik geloof, dat mijn besluit al genomen was. Ik kon deze ttiouwe vriendin niet in mijn ongeluk Mecsle e'pen. Hoen ging ik weer naar boven naar Gerry, die weer in een even kwaadaar dig humeur was als eerst. Zijn lunch Wa<L m riecht bekloimfen: bij had niet geslapen; het was niet warm genoieh in de kamer... t deze vklachlen en nog een heele reeks meer stortte hij uit zOodra ik verscheen. Hij was in «zijn kwaadaardigste en ellendigste hu meur. Hij liet me van hier haar daar rennen; hij gaf mij een bevel -en trok het meteen weer in; mijn gewillig heid scheen hem te prikkelen, fen hem aan te moedigen mij uit te dagen. Ten slotte kwam hij terug op zijn stokpaardje, mijn Engelsch accent. „Ik (denk, dat (bins' goede Amerikaansch De campagne 1921 in Z e e 1 aj n d. Men schrijft san het. Hand.: Er is thans een overzicht Le geven van Iden tpesfand in den landbouw Over het Loiopende jaar en in vele opzichten zal men vloldaan zijh. Het moge waar zijin dat de vlasteelt mislukt is;, en dat de bruine bloonen, die in sommige dpelen der pro vincie een voornaam verbOuwartikel zijh, weinig schlot hebben gegeven, de graan- (oogst is dels te beter.. De Zeeuwsche boe ren rekenen per gemfet (pl.m. 2/5 H.A,) en wiordt voior de tarwe 20 H.L. per gemet een gfoed beschot -genoemd dit jaar w(ordt van 25 eh 30 mud als niets bij- zonders m'eldingi gOmaiakt; de gerst en haver waffen mede goed. Rogge komt weinig vioor.. De aardappelen zijh geroofd en men hport daar afwisselend! Over spre ken, maar 100 H.L. per gem'et Mj de reeds genoteerde prijzen is werkelijk niet zioo min. Een hoofdartikel vormen dfe suikerbieten en nu m|oige bet waar zijn dat er gronden gevonden worden, die Idloorhiun structuur dit jaar bij de enorme drtoogte, zeer slecht gewerkt hebben, zoo- dat zelfs beneden 10.000 K.G. per gemet wordt ge-ooigsl, de meeste andere hebben ondanks die droogte wonderen gedaan en het is een oogenlust) de mlopi-e, zui vere bieten bij hoog opgestapelde wagen vrachten langs de keiharde wegen te zien rijden. Het gehalte valt niet Legen en men krijgt analyses onder het; oog van 20. 21 ja 22^o/o, wat nog al iets te beduidfen heeft, te meer waar velen zïjhi aangestoten Mj' coöperatieve suikerfabrieken, die. vol gens gehalte uitbetalen. De pulp die men verkrijgt, zal ongetwijfeld dit seizoen van groote waarde zijn, want dfe behoefte aan stalVoer is groot. Ook het bietenloof houdt daarmede in prijs verband. Hej land is in uitstekenden staat, kosjLen aan de wegen zullen dit jaar uiterst gering zijn, terwijl waar een stoomgemaal de snatie bevordert, men geen kolenverbruik beeft gehad. Allemaal vpordleelen, want de grondbezitters of bebio.uwers zullen dit gevoeelen in minderen aanslag in de dijkgeschjotten. Dooreengfenomen mag cfus gezegd Worden dat de campagne 1921 iin geen geval (met iz-wa-rfckrijt zal behoeven genldteerd te worden'. veel te gewoon is vöior een fijhen Engelscbman zfeoals jij," zei hij1, „maar ik geloof, dat je wèl zioo goe;d èbu doen nel te spreken zooais je bet geleerd hebt, zioölang je bier in deze stad woont. Een Engelsch accent is geen aatnbeve- lling in dezen tijd in Berlijn 'en je moest maar liever leeren praten z-oor als wij allemaal, wanneer je in dit huis wilt blijven. Ik ben nu niet in een toestand om mte te laten lastig vallen en ik ben look niet van plan de p-ólitie hier in huis te krijgen, omdat een paar van hun vervloekte agenten in burgerklee- ren mijn oppasser op Engelsche ma nier hebben hooren zeggten „charnce" en ,darnce" en vlooral niet, nu die En gelsche spiio-n hier los door de stad loopt. Dat is waar ook, je zult bij de politie aangegeven moeten "Worden: Heeft m'ijn zuster daar al voor ge zorgd? Ik zei ,dal ze er mee bezig was. „Ja,, maar ik wil weten of zij het ge- d|a>n heeft. Ik ben een hulpeld.oze ver minkte en ik kan niets v'otor mij gedaan krijgen. Heb je haar je papieren gegjeven? Ja iof neen?" Dit was een lastig géval. Mei al de koppigheid van een inralide bleef de 'man vasthouden aan deze laat ste gril. Du.s loog ik maar. De gravin had mijn papieren ,zei ik. Onmiddellijk belde hij en vroeg naar Monica. Ilij wond zich zóó op, dat hij vrijwel buiten zich zelf was, toen zij ver 1 gronden Iemand schrijft ajan De Tijd over een bezoek, dat hij aan Wieringen heeft ge bracht. De gewezen Diütsc-he kroonprins vertelde hem lo,. m. Uitsluitend hit peounaire öfenk ik tot nader order op Wierinjgen te blijven. Natuurlijk zou ik het prettiger vin den, óp het platteland te verblijven, maar «Je stand der Duitsche valuta en ook de woningnood boude'n mïj daarvan terug öm precies dfezelMe redenen komen mljrn vrouw en de jon(gfens mij eebmóal per jaiar bezoeken. Wij correspondeeren ge regeld met elkaar. Tweem'aal per maand schrijven wij elkaar uitvoerig en de jon gens krijgen allen één epistel per maand Mijn vrouw bestuurt dfe huishouding en zij d(oe;t dat met groote toewijding). Overigens wiordit zij door de opvoeding van de kinderen geheel in 'beslag ge nomen, want de omlstaindilgheden eischen, df3(t allen kater zelf hun brood verdie nen kunnen. Mijn oudste zoon heeft m'ij gl een paar maal gieschreven, dlat het h(oog tijd begint te worden voor mij, zelf de lei ding thuis op mij te nemen. Ik zal ech ter zoolang in Nederland blijven, totdat ik dfe Va,ste overtuiging heb gekregen, dat mijn terugjkeer geen nadeelige gevokgjen in D-uitscbland kian hebben. Tot heden heb ik nojg mfet niemjand gesproken, die mïj' wist te zeiggen, wan neer ik als burjger in mijn vaderland zal kunnen leven, iom' mïj aan de opvoedin; van mijn kinderen te wijden. zij thans inet onbeperkte machtzij i-e- ■geert over allen en alles; haar bevelen Worden direct en nauwkeurig gevolgd. Gedurende de laatste dagen waren de deuren en ramen van Bloemendaal's wo ning zorgjvuldig gesloten; «loor de rui len kbn men de bewoners zien, de pleeg kinderen echter niet. Reed's had «le in specteur van de vereeniging Mirjam', de heer Weverink te Apeldjoorn, getracht de beide kinderen uit die omgeving te ver wijderen, maar die pogingen bleven vruchteloos; ze werden van de zijde van de „koning" beantwoord met: ,E'r mloef geofferd woirdener moet bloed vtoeien!" De Apeldloomsehe politie, van de'zen toestand op de hoojgjte -gfebrlacht, trac'htt- le Zaterdlajgavond onder leiding' van den inspecteur van politie, djen heer H. C. van de Uoo, de pleegkinderen u-ijt dat hhis te bevrijden. Een gjoectsichiksche po- Jng daartoe stuitte af op den onwil van die „koning", die zeide de kindereaj nipt te willen afstaan zonder dajartoe< vergunning' van God te hebben ontvan gen. De politie trof bij haai" aankomst 's- avond half acht allfen pslataizinjgfende aan. Daiar op bevel Van die „koning" de deur slechte voor „'god'sg'ezanten" geopend mocht worden, bleef deze -gesloten; de politiemannen werden voor „duivels" uit gekreten. De politie wist zich echter toe gang! te verschaffen, d(oor de deur te ör- ceeren, dïe uit haar hengsels vloog. Een herhaald vriendelijk verzoek de deur te Openen, was me/t het zinjgen van een psalm bèkntwoord. Toen de politie 'binnen wias en naar ide pleegkinderen informeerde, djeeldé de „'koning" mee, daÜ deze in den hemfel waren, en ide _,,ondeind|an|en" bevestilgdfen GODSDIENSTWAANZIN. Te Hioog-S-oeren is een geval van god's diens,twaanzin bij een familie Bloemen paal, be.Jtaande uit man, vrouw, een Igroojtmoeder en eeinigle kinderen, waar-on der twee bestCflfefenigon, een jiongentj© van 12 en een meisje vian 9 jaar, v;an de ver- eeini|ging' Mirjam. Die 'beide kinderen zijn reeds een jaar of Vijf, zes in djat gezin Bij' dit [gfezin voegden zidh in dezjelïd woni'Dlgj nog twee edhtparen, faanilieledeni van Bloemendaal. De Igeheele bij elkaar huizend© familie brengt met ps;ailmizingen, bijbellezen en oefeningen houden den glanschen dag door. Aan de vrouw Van Bloemendaal werd' de lei-dinfg bij deze gjodsjdienstige. handelingen gelgevein, en zij werd tot aller „koning" verkozen. Als zoodanig heerscht Onder de tafel echter, waar ook een paai" der bewioners v,an het- huis zaten, ontdekte de beer Vian de Loo onder eea 'kleed eenige bewejgingi, en een greep van hem in die richting deed onder dat kleed vandaan springen een 9-jarig meis je, dat haar toevlucht zocht op den schoot van de „koning", die het stevig met de armen omsloot. Bij verder onderzoek naar het jon getje, bleek' dit verborgen te zijn achter een leuningstoel, staande in een hoek van het vertrek, waarop de grootmoeder gezeten was. Alle mannen vlogen en daarmede wezen ze de schuilplaats aan op den leunstoel toe om te beletten, dat de politie zich van den jongen mees- Ier 'Maakte. Met geweld werden de kin deren aan de handen van deze mea- schen ontrukt. De 'bevelen van die „koning" werden ook in tegenwoordigheid vain de politie opgevolgd. Op haar commiandioSla er op, traden de mjannen in verzet; luidde het bevel: stilte, dan heerscht© er onmiddel lijk stilte. De beide pleegjkinderen zijn naai" bet gemeentelijk ziekenhuis te Apeldoorn overgebracht en er zullen verder Maatre gelen genomen worden, om „koning" en „onderdanen" onschadelijk te Maken. scheen. „Wa|t hoor ik djaar, Monica?" riep hij met zijn liooge, twistzieke stem'. „Is Meyer nojg niet bij de politie aangegev ven „Ik zal er mlorgenochtend zelf voor zorgen, Gerry", zeide zij. „Morgenochtend! Morgenochtend!" schreeuwde hij met de armen omho.og. „Groote hemel, hoe kun je zóó onbehol pen zijn! Een wet is een wet! De pa pieren van dien man Moefen vandaag in gezonden worden.on'middellijk1.;,. Monica keek mij u'an alsof ze een be roep op mij deed. „Ik vrees, dait ik er de schuld Van bten mijnheer", zei ik. „Het feit is dat mijn pas niet geheel in orde was en ik ermee naar het gezantschap zal moeten, voordat ik het ding naar de politie zend.'1 Toen zag ik Jozef 'bij het bed staan, irnqt een presenteerblaadje in de hand. „Een -paar brieven, -mijnheer", zei hij tot Gerry. Ik vroeg' mij' af, hoe laag hij al in de ka-nier was. Gerry schoof de brieven op zij' en barstte m een aanval van woede lös. Hij' wilde de dingen in huis niet op die manier gedaan hebben; hij wilde niet, dat vreemden in huis kwamen vooral men- sJchen met een Engelsch accent zijn zenuwen konden er niet tegenMonica had beter moeten weten, en zoo voort Het eind van 't lied was^ dat mij 'bevolen werd, mijin paspoort o'nmiddellïjk voor den dag te halen. Monica, moest het ge. zantschap opbellen om te vragen of ze DE „YVITTE STEENKOOL'-EXPflLOL TATIEi IN FRANKRIJK. (Van onzen Piarijschen correspondent.); Piarijis, 2 October. De „witte steenkool" is ongetwijfeld een der Mooiste uitvindingen van onzen, tijd. Misschien "is het wel dfe belangrijk ste van heel dje reeks wonderbare vor men waarin de mensch de natuurkrach ten geknecht heeft, en ze aan zijn cul tuurwerk dienstbaar gemaakt. In een nauwe kloof bruist en klotst een !béi"gstrio-om' voort Hij' sleurt alles mee in zijn overweldigende vaiart; om hem te remmen zijn er ontzaglijke dlatn- niel een uitzondering wilden maken en builen 'de bureau-uren wilden helpen; dan zou Jozef mij naar de politie brengen. Ik weet niet, hoe wij de kamer uit kwamen. Monica met haar zachten, vrou- wel'ijken tact, zorgde daarvoor. Ik gelóóf, dal de dwaa:-, in zijln woed© ook no|g| ngijh piaspoort wilde zien, maar Monica hielp mij' ook met dien val. Mijin hoed en jas had ik in de vestibule ben|ed|en )gjelat©ï$. Ik trok mijn jas aan, en ging ttoen naar Monica in de huiskamer. Er was veel, dat zij zeggen wilde dat kón ik in haar oogfen zien maai" ik' denk, dat ze op Mijin gezicht las, wat ik van plan was te doen, dus zeide zij niets. „Heel (gloed mevrouw. Ik zal' regel recht van het igfezantschfljp terugkomen en dan met Jozef naar de politie gaap." Het volgfende oogfenblik ,was ik op stap in Berlijn. HOOFDSTUK XIII. Ik vind Aohill'esin zijn te'nf. Buiten was het al donker. Ik had een vaag vermoeden, djat het huis bewaakt kon worden, maar in de Bendljerstrassei (was jgeen fejnrulst. Die aristocratische praal strekte ziclh in haar volle lengte uit tot aan het netwerk van kale akken, dat de Ti©ng|artenstrasse kenmerkte, en er was1 geen hond zelfs te zien, die een amateur-Spion schrik zou kunnen aanja gen. Zelfs in de Tiergartenstrassewaar de Jodenanillionairs wonen, was weinig verkfeer, er liepen Slechts een paar men- sdhen. Ik had een buitengewoon onro mantisch 'gevoel, toen ik vlug; over de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 5