KüapkeM
FEUILLETON.
ie Man mei deo Klompvoet.
SU VOEGSEL
Buitenland,
Dinsdag 11 Oct. 1921, no. 239.
dit.
(Nadruk verboden..)
VA» BB
HET DEMORALISEERlEND
PROVINCIALISME.
In Den Haag trad die v|origb week
een pianiste top, die woont in een pro
vincie-stad, n.l. Nijmegen. De naam1 van
die stad doet echter weinig af tot he
geen vtolgt.
Naar aanleiding van dat optreden
schreef L. C. in de Nieuwe Courant een
recensie, ao-oals dat heet, en djaarin werd
haar optreden in Den Haag) een groot©
izelfo verwinning en een verblijdend t©e
ken genoemd, wat toegelicht werd dooi
de volgende fraaiigheid:
„De kleine stad is de artistieke dood
van nagenoeg iederen kunstenaar. Het
drukkende provinciale leven (kan men
het eigenlijk wel' leven noemen?) inti
mideert 'hem1, zijn hevigje levensdrang
wordt er te midden van zijn gezapig en
stilltekens voortlevende medeburgers lam
geslagen, zijn werkkring!, die gewoonlijk
Uitsluitend uit lesgeven bestaat belet hem!
niet alleen te s tudeeren maar ontneemt'
hem er ook alle lust toe, van buiten af
is er zoo g'ped als geen „anregung" en
zijn omgeving gelooft tenslotte gewoonlijk
zoo weinig in hem, dat het niet lang
diuurt of Mj verliest het gjeloof aan zidh
zelf en het vertrouwen in zich zelf, dat
uit dit geloof gebaren wordt. Dit laatste
vooral is de nekslag' voor den fijngfev-oe-
iigen kunstenaar in de provincie: men ge
looft niet in hem. Het eerste wat de pro
vinciaal zegt van den kunstenaar in zijta
omgeving als men hem op diens betee
'kenis wijst is dan ook „als hij1 zoo igcoioif
was zou hij hier niet blijven."
En dan verderop wordt het in ha,ar
spel nog geprezen dat zij', „ondanks het
neerdrukkende, detao-raliseerend kleine
stadsleven" nog zóó speelde.
Er moet ons een hartig woordje (uit
de pen ter weerlegging van zoo'n arro
gjante miskenning; het z.oovetelst® bewïjlsl
van dë stelling, dat de meesit bekroon
pen provincialen rondloopen in de grooi-
te steden, n.l. onder Hagenaars, Amster
dammers en Rotterdammers, die nooit
buiten hun stad hebben vertoefd.
En als die L. C. soms toevallig wel in
een kleine stad heeft gewoond, is h©t
werkelijke leven daar aan hem voorbij'
gegaan, want hij toont geen notie te heb
ben van het feit, dat het intieme kunst
leven in een klein® stad ziclh vaak 'tof!
feec veel sterker intensiviteit ontwik
kelt dpi in het drukke,' maar zéér
vluchtige gnaote-stadsgedoeniet alleen
in Nijmegen, maar in alle groote provin
cieplaatsen.
We zullen nu maar niet diep ingaan
op dien dwazen eersten zin „de kleine
stad is de artistieke dood van nagenoeg
iederen kunstenaar". De schilderskolonie
Veere, de s'dhilders fen schrijvers, die zich'
in Domburg1 terug trekken om te wer
ken, en t nou wens' al de schilders;
schrijvers, sierkunstenaars en componis
ten. die niét in groote stedejn wonen, zou
den hem anders hebben moeten leersn.
Maar hij heeft blijkbaar slechts heel
beperkt aan musici gedjacht, aan enkele
voorbeelden. En toen schreef hij nóg
dwaasheden.
Het is bat zijn grootstadsche afgeslo
tenheid nojg nooit doibrgedrongen, dat
juist op muziklaal gebied in tal van pro
vincic-siteden (door het zelf-doen eeh s Been
is geschapen waarin een begrip van, en
een streven naar het hoogste op djat
gebied ontstonden, die menjgje kunste
naar op concerten diankbaar 'aanvoelt
na menig luidruchtiger, maar minder
oontact-jgevend concert in de groote stad.
We hebben heusch ook wel eens con
certen in een groote stad bijgewoond,
en juist dat verschil daarbij sterk op
gemerkt, speciaal in Den Haag,
waar de stemming zoo vaak verstoord
wiordt door een deel van 't publiek. WO
liebben ook wel eens uit den miond van
eersterangs-solisten (ja, werkelijk L. C.,
uae klomen óók in de provincie!) de
verklarinjg gehoor d£ daij de oratorium-
Uitvoeringen van verschillende zangver-
eemgnngen in de provincie door de zorg
vuldige voorbereiding! en door de toe wij-
ding van de deelnemers (dit vooral), tot
een hioo|g|te stijg|en, die lang niet altijd in
de (grootte steden bereikt wordt.
Als L. C. ook maar ©enigszins op de
hoiojgte was van de groote aanhanke
lijkheid en waardeering: in menige pro
vinciestad getoond tegenover muzieklei
ders, dan zou hij niet geschreven heb
ben, dalt daar de omjgeving' niet m een
kunstenaar gelooft.
En wou hij ons nu werkelijk wijsma
ken dla.|t er, méér dan in een provincie
leven, zulk een kunstprikkelinjg! zit in
hejt bestaan van die honderden jonge en
oiuide mlusi-ci in Den Haajg, die zooveel tijd
jto-t zelfgeloof en studie hebben, juist
ómdjat ze de lessen niet hebben waar ze
naar hunkeren? Wij meenen zelfs, ilfajt
hij kwaad: doelt door de voorstelling te
wekken dfajt er alleen muzikaal heil te
verwachten is in gpoote steden, en dan
n,og wel Den Haagt, diaf in Duitschland
niet eens tot dfe (gróóte steden zou worden
gerekend.
We zijn een beetje warm geloopen.
Maar zioo'n wanbegrip ergfebt ons. Na
tuurlijk ontkennen we niet dat er in
den Haag meer te booten is dan hier, al
hoort menige Hagenaar per j aar minder
dan de meeste „provincialen". En we
den linkerslaap en verliet het hoofd aan
de rechterzijde. Na dtoor een geneesheer
te zijn verblonden, is die man in zorg-
wekkenden toestand naar het ziekenhuis
gebracht. Hij is gebleken te zijn de rij
wielhersteller G. van S., wonende in de
Voorstraat te Klaaswaal.
Hoen we het bericht gelezen hadden,
hebben we het nóg eens gfelezen, want we
begrepen niet wat een revolver te ma
ken kan hebben met het rijlden zomidpr
licht. En we begrijpen het nog' niet.
Zelfs als een aangehouden rijdier zon
der licht weigert Zijn naam' op te geven,
en dan zich verzet tegen het overbrengen
naar een poli tie-bureau, dan is er toch
zeker geen noodzaak vioor een dier po
litieagenten Om een revolver in de hand
te houden! Dat zijn toch geen zonden
waar de "djoodstraf op staat? En vut be-
teekent een revplvfer-in-een'-politiehaud in
die Omstandigheden anders dan een drei
ging lom te schieten, dat wil zeggen:
de kans te hebben te dpoiden?
Het lijkt pns dlat er hier een hofolgst
Onvoorzichtige handeling is gepleegd. Be
halve npg «lat het afgaan van die revolver
juist als de ander er naar grijpt (Of pro
beerde af te weren een toevalligheid
is, die te bezorgder doet vragen of bij1
zulk een gewonen dienst en bij1 het op
trekken Moor zulke feitlen het gebruik
van een revolver niet streng verboden
mOest zijn. Aan zoio'n ongeluk staat
iedlereen 'bloot.
VERSCHILLENDE RE»I|CHTEN.
Hit Dieren wordt gemeld, «lat de
„Geldersche Toren" door onderhand-
schen eankpop eigendfom is géworden van
den heer mr. J. G. -Wiurfbajn van Heu-
Ven, die 'reeds vele perceelfen om en nabij
den toren in zijh bezit had, waardoor
nu bij hel kasteel ruim' 60 H.A. houw
en weiland en bjosehgjrond behooren.
Door dezen aankoop is de verbrok
keling van het oude en mooie landgoed
gelukkig voorkomen.
(Reeds in een deel djer vorig© oplage
vermeld).
o
EEN WARMTE-RECORD.
Het Ran. Ned. Meteor. Instituut in
de Bilt, maakt het volgende bekend over
een ahnlormaal warmbn dag in dieze, tot
dusver zloio verrassend warme maand.
Te de Bilt is Zondagnamiddag 9 dezer
een luchttemperatuur in de schaduw van
25 graden 'Celsius (of 77 gtjajdjén F. bereikt,
waiarmteide het record sedert 1849 te
Utrecht—de Bilt in October na den 3eh
gedoteerd, overtroffen is. "Te Maastricht
werd Ziondjag een temperatuur van 29
graden Celsius bereikt, waarmede even
z|oo het ttf eoord van Ocjtober 27.6 op 1
October 1908, overschreden is.
HOI-
DE
GEWEZEN DUITSCHE KROON
PRINS.
LANDBOUW.
doo-r Douglas Valentine
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden).
29).
-Monica," zei ik, 'heel is toch duide-
i! 't ik niet hier kan blij'ven. Mijn
eS-Lu i d' ats ~lk in ïdu 'huisi ontdekt
-i -'-i ual] n'cm'and weten in Wat voor
Moeilijkheden je dan kunt komfen." r
„Als ei eemge gevaar is," antwoord
de zij, „dan ben ik bereid dat bevaar
te tnotseeren. Jij' kunt in Berlijh ner
gens naar toe, en wanneer je buiten
gesnapt wórdt, zouden ze kunnen uit
vinden, waar je je verborgen hebt ge
houden en dan zouden we er even
slechts ,aan toe z'ijh. Neen, je blijft
gewioon, hier, en misschien kan ik je
binnen een dag of twee weg krijlgen.
Ik heb een plan gemaakt. Karl' heeft
een landgoed bij dfe Hollandsche grens,
Slot Bellevue heet het. bij' Kleef. Het
is een o-ud slot en 'tis al gedurende
vele geslachten in 't bezit van de fa
milie geweest. Maar Karl gebruikt het
alleen als jachtslot: wij1 hadden er
voor den oorlog altijd groote jacht
partijen m den herfst. Maar nu rs
er twee jaar niet gejaagd en het land
goed is vol wild. De regeering heeft
een beroep gedaan op de bezitters van
wildparken iom hun wild te schieten
ontkennen ook niet dot ziop'n omgeving
prikkelenden invloed op een artistenna-
tnur kan hebben. Maar dat is nog heel
iets anders dian de waanwijze voorstel
ling alsof in iedere provinciestad al liet
artistieke leven gedjood wordt door het
gemis aan kunstbesef van de omgeving.
In een land als! 't onze miajg daartegenover
werkelijk wel eens gewezen wordlen op
't :een in die provincie-steden leeft.
REVOLVER-GE1BRUIK.
We lezen in de N. R. Ct. (onder politie
berichten:
Zondagavond omstreeks half twaalf za
gen twee rijwielagfenten op den Hilledijk
te Rotterdam', uit die richting van de
Tweede Rosestraat, twee motorfi-et'sirijt-
ders aankomen, van wie er een zonder
licht reed. Zij plaatsten zich met hun
fietsen dwars lover den weg en riepen
de motorfietsrijders toe, te stoppen. De-
zèn vergrootten echter hun snelheid en
trachtten de politieagenten omver te rijl
den. De agenten sprongen inlijfdS op zijde-;
een hunner lpste vier schoten in de
lucht, om de woest rijidende Mannen
tot stilstaan te bewegen, die evenwel
verder reden. De agenten pip hun fietsen
-achter hen aan, en op den Dordtsehen-
straa-tweg, bij de grens -der gemeente^
troffen zij de beide mannen aan, die toen
bezig wa'ren de lantaarn van dfe motorfiets
waarmee zónder licht gereden w-erd, aan
te steken. Zij1 hielden den man, die zon
der licht gereden had en weigerde zijn
naam op te geven, aan, unlet de bedoeling
hem1 naar den politiepost in de Korte Hil-
lestraoit te brengen. De man verzette
zich hiertegen en een worsteling ont
stond, waarbij -dje verze'tpleger de revolver
greep, die een van die plolitieagente-n in
de rechterhand had. Het wapen ging af,
en de kiogel trof den verzetpteger aan
en het Op de markt te brengen: dus
was ik van plan deze maand 'n'alar
Bellevue te gaan om den jachtopziener
'hierlover te spreken. Ik dacht, als ik
Gerry er toe kon krijgen mee te
gaan, dat jij hem tiüan begeleiden zöiudty
en vandaar zou je over de Hollandsche
grens kunnen komen. Die is maar on
geveer vijftien Mijlen van het slot ver
wijderd. Als ik Gerry er maar toe
bewegen kan. is ér geen reden waar
om wij niet binnen een dag of twee
weg zlouden kunnen zijn. In dien fus-
schèntijd ben je hier veilig."
Ik antwoordde haar, dat ik er nog
eens goed over mioest denken: ik
vond, dat zij zich aan te veel gevaar,
blootstelde. Maar ik geloof, dat mijn
besluit al genomen was. Ik kon deze
ttiouwe vriendin niet in mijn ongeluk
Mecsle e'pen.
Hoen ging ik weer naar boven naar
Gerry, die weer in een even kwaadaar
dig humeur was als eerst. Zijn lunch
Wa<L m riecht bekloimfen: bij had niet
geslapen; het was niet warm genoieh
in de kamer... t deze vklachlen en
nog een heele reeks meer stortte hij
uit zOodra ik verscheen. Hij was in
«zijn kwaadaardigste en ellendigste hu
meur. Hij liet me van hier haar daar
rennen; hij gaf mij een bevel -en trok
het meteen weer in; mijn gewillig
heid scheen hem te prikkelen, fen hem
aan te moedigen mij uit te dagen.
Ten slotte kwam hij terug op zijn
stokpaardje, mijn Engelsch accent.
„Ik (denk, dat (bins' goede Amerikaansch
De campagne 1921 in
Z e e 1 aj n d.
Men schrijft san het. Hand.:
Er is thans een overzicht Le geven van
Iden tpesfand in den landbouw Over het
Loiopende jaar en in vele opzichten zal
men vloldaan zijh. Het moge waar zijin dat
de vlasteelt mislukt is;, en dat de bruine
bloonen, die in sommige dpelen der pro
vincie een voornaam verbOuwartikel zijh,
weinig schlot hebben gegeven, de graan-
(oogst is dels te beter.. De Zeeuwsche boe
ren rekenen per gemfet (pl.m. 2/5 H.A,)
en wiordt voior de tarwe 20 H.L. per
gemet een gfoed beschot -genoemd dit
jaar w(ordt van 25 eh 30 mud als niets bij-
zonders m'eldingi gOmaiakt; de gerst en
haver waffen mede goed. Rogge komt
weinig vioor.. De aardappelen zijh geroofd
en men hport daar afwisselend! Over spre
ken, maar 100 H.L. per gem'et Mj de
reeds genoteerde prijzen is werkelijk niet
zioo min. Een hoofdartikel vormen dfe
suikerbieten en nu m|oige bet waar zijn
dat er gronden gevonden worden, die
Idloorhiun structuur dit jaar bij de enorme
drtoogte, zeer slecht gewerkt hebben, zoo-
dat zelfs beneden 10.000 K.G. per gemet
wordt ge-ooigsl, de meeste andere hebben
ondanks die droogte wonderen gedaan
en het is een oogenlust) de mlopi-e, zui
vere bieten bij hoog opgestapelde wagen
vrachten langs de keiharde wegen te zien
rijden. Het gehalte valt niet Legen en men
krijgt analyses onder het; oog van 20.
21 ja 22^o/o, wat nog al iets te beduidfen
heeft, te meer waar velen zïjhi aangestoten
Mj' coöperatieve suikerfabrieken, die. vol
gens gehalte uitbetalen. De pulp die men
verkrijgt, zal ongetwijfeld dit seizoen van
groote waarde zijn, want dfe behoefte
aan stalVoer is groot. Ook het bietenloof
houdt daarmede in prijs verband. Hej
land is in uitstekenden staat, kosjLen aan
de wegen zullen dit jaar uiterst gering
zijn, terwijl waar een stoomgemaal de
snatie bevordert, men geen kolenverbruik
beeft gehad. Allemaal vpordleelen, want
de grondbezitters of bebio.uwers zullen
dit gevoeelen in minderen aanslag in de
dijkgeschjotten. Dooreengfenomen mag cfus
gezegd Worden dat de campagne 1921
iin geen geval (met iz-wa-rfckrijt zal behoeven
genldteerd te worden'.
veel te gewoon is vöior een fijhen
Engelscbman zfeoals jij," zei hij1, „maar
ik geloof, dat je wèl zioo goe;d èbu doen
nel te spreken zooais je bet geleerd hebt,
zioölang je bier in deze stad woont.
Een Engelsch accent is geen aatnbeve-
lling in dezen tijd in Berlijn 'en je
moest maar liever leeren praten z-oor
als wij allemaal, wanneer je in dit
huis wilt blijven.
Ik ben nu niet in een toestand om
mte te laten lastig vallen en ik ben
look niet van plan de p-ólitie hier in
huis te krijgen, omdat een paar van
hun vervloekte agenten in burgerklee-
ren mijn oppasser op Engelsche ma
nier hebben hooren zeggten „charnce"
en ,darnce" en vlooral niet, nu die En
gelsche spiio-n hier los door de stad
loopt. Dat is waar ook, je zult bij de
politie aangegeven moeten "Worden:
Heeft m'ijn zuster daar al voor ge
zorgd?
Ik zei ,dal ze er mee bezig was.
„Ja,, maar ik wil weten of zij het ge-
d|a>n heeft. Ik ben een hulpeld.oze ver
minkte en ik kan niets v'otor mij gedaan
krijgen. Heb je haar je papieren gegjeven?
Ja iof neen?"
Dit was een lastig géval.
Mei al de koppigheid van een inralide
bleef de 'man vasthouden aan deze laat
ste gril.
Du.s loog ik maar. De gravin had mijn
papieren ,zei ik.
Onmiddellijk belde hij en vroeg naar
Monica. Ilij wond zich zóó op, dat hij
vrijwel buiten zich zelf was, toen zij ver 1
gronden
Iemand schrijft ajan De Tijd over een
bezoek, dat hij aan Wieringen heeft ge
bracht. De gewezen Diütsc-he kroonprins
vertelde hem lo,. m.
Uitsluitend hit peounaire
öfenk ik tot nader order op Wierinjgen
te blijven.
Natuurlijk zou ik het prettiger vin
den, óp het platteland te verblijven, maar
«Je stand der Duitsche valuta en ook de
woningnood boude'n mïj daarvan terug
öm precies dfezelMe redenen komen mljrn
vrouw en de jon(gfens mij eebmóal per
jaiar bezoeken. Wij correspondeeren ge
regeld met elkaar. Tweem'aal per maand
schrijven wij elkaar uitvoerig en de jon
gens krijgen allen één epistel per maand
Mijn vrouw bestuurt dfe huishouding
en zij d(oe;t dat met groote toewijding).
Overigens wiordit zij door de opvoeding
van de kinderen geheel in 'beslag ge
nomen, want de omlstaindilgheden eischen,
df3(t allen kater zelf hun brood verdie
nen kunnen.
Mijn oudste zoon heeft m'ij gl een
paar maal gieschreven, dlat het h(oog tijd
begint te worden voor mij, zelf de lei
ding thuis op mij te nemen. Ik zal ech
ter zoolang in Nederland blijven, totdat
ik dfe Va,ste overtuiging heb gekregen, dat
mijn terugjkeer geen nadeelige gevokgjen
in D-uitscbland kian hebben.
Tot heden heb ik nojg mfet niemjand
gesproken, die mïj' wist te zeiggen, wan
neer ik als burjger in mijn vaderland zal
kunnen leven, iom' mïj aan de opvoedin;
van mijn kinderen te wijden.
zij thans inet onbeperkte machtzij i-e-
■geert over allen en alles; haar bevelen
Worden direct en nauwkeurig gevolgd.
Gedurende de laatste dagen waren de
deuren en ramen van Bloemendaal's wo
ning zorgjvuldig gesloten; «loor de rui
len kbn men de bewoners zien, de pleeg
kinderen echter niet. Reed's had «le in
specteur van de vereeniging Mirjam', de
heer Weverink te Apeldjoorn, getracht de
beide kinderen uit die omgeving te ver
wijderen, maar die pogingen bleven
vruchteloos; ze werden van de zijde van
de „koning" beantwoord met: ,E'r mloef
geofferd woirdener moet bloed vtoeien!"
De Apeldloomsehe politie, van de'zen
toestand op de hoojgjte -gfebrlacht, trac'htt-
le Zaterdlajgavond onder leiding' van den
inspecteur van politie, djen heer H. C.
van de Uoo, de pleegkinderen u-ijt dat
hhis te bevrijden. Een gjoectsichiksche po-
Jng daartoe stuitte af op den onwil
van die „koning", die zeide de kindereaj
nipt te willen afstaan zonder dajartoe<
vergunning' van God te hebben ontvan
gen.
De politie trof bij haai" aankomst 's-
avond half acht allfen pslataizinjgfende aan.
Daiar op bevel Van die „koning" de deur
slechte voor „'god'sg'ezanten" geopend
mocht worden, bleef deze -gesloten; de
politiemannen werden voor „duivels" uit
gekreten. De politie wist zich echter toe
gang! te verschaffen, d(oor de deur te ör-
ceeren, dïe uit haar hengsels vloog. Een
herhaald vriendelijk verzoek de deur te
Openen, was me/t het zinjgen van een
psalm bèkntwoord.
Toen de politie 'binnen wias en naar
ide pleegkinderen informeerde, djeeldé
de „'koning" mee, daÜ deze in den hemfel
waren, en ide _,,ondeind|an|en" bevestilgdfen
GODSDIENSTWAANZIN.
Te Hioog-S-oeren is een geval van god's
diens,twaanzin bij een familie Bloemen
paal, be.Jtaande uit man, vrouw, een
Igroojtmoeder en eeinigle kinderen, waar-on
der twee bestCflfefenigon, een jiongentj© van
12 en een meisje vian 9 jaar, v;an de ver-
eeini|ging' Mirjam. Die 'beide kinderen zijn
reeds een jaar of Vijf, zes in djat gezin
Bij' dit [gfezin voegden zidh in dezjelïd
woni'Dlgj nog twee edhtparen, faanilieledeni
van Bloemendaal.
De Igeheele bij elkaar huizend© familie
brengt met ps;ailmizingen, bijbellezen en
oefeningen houden den glanschen dag
door. Aan de vrouw Van Bloemendaal
werd' de lei-dinfg bij deze gjodsjdienstige.
handelingen gelgevein, en zij werd tot aller
„koning" verkozen. Als zoodanig heerscht
Onder de tafel echter, waar ook een
paai" der bewioners v,an het- huis zaten,
ontdekte de beer Vian de Loo onder eea
'kleed eenige bewejgingi, en een greep
van hem in die richting deed onder dat
kleed vandaan springen een 9-jarig meis
je, dat haar toevlucht zocht op den
schoot van de „koning", die het stevig
met de armen omsloot.
Bij verder onderzoek naar het jon
getje, bleek' dit verborgen te zijn achter
een leuningstoel, staande in een hoek
van het vertrek, waarop de grootmoeder
gezeten was. Alle mannen vlogen en
daarmede wezen ze de schuilplaats aan
op den leunstoel toe om te beletten,
dat de politie zich van den jongen mees-
Ier 'Maakte. Met geweld werden de kin
deren aan de handen van deze mea-
schen ontrukt.
De 'bevelen van die „koning" werden
ook in tegenwoordigheid vain de politie
opgevolgd. Op haar commiandioSla er op,
traden de mjannen in verzet; luidde het
bevel: stilte, dan heerscht© er onmiddel
lijk stilte.
De beide pleegjkinderen zijn naai" bet
gemeentelijk ziekenhuis te Apeldoorn
overgebracht en er zullen verder Maatre
gelen genomen worden, om „koning" en
„onderdanen" onschadelijk te Maken.
scheen.
„Wa|t hoor ik djaar, Monica?" riep
hij met zijn liooge, twistzieke stem'. „Is
Meyer nojg niet bij de politie aangegev
ven
„Ik zal er mlorgenochtend zelf voor
zorgen, Gerry", zeide zij.
„Morgenochtend! Morgenochtend!"
schreeuwde hij met de armen omho.og.
„Groote hemel, hoe kun je zóó onbehol
pen zijn! Een wet is een wet! De pa
pieren van dien man Moefen vandaag in
gezonden worden.on'middellijk1.;,.
Monica keek mij u'an alsof ze een be
roep op mij deed.
„Ik vrees, dait ik er de schuld Van bten
mijnheer", zei ik. „Het feit is dat mijn
pas niet geheel in orde was en ik ermee
naar het gezantschap zal moeten, voordat
ik het ding naar de politie zend.'1
Toen zag ik Jozef 'bij het bed staan,
irnqt een presenteerblaadje in de hand.
„Een -paar brieven, -mijnheer", zei hij
tot Gerry.
Ik vroeg' mij' af, hoe laag hij al in de
ka-nier was.
Gerry schoof de brieven op zij' en
barstte m een aanval van woede lös.
Hij' wilde de dingen in huis niet op die
manier gedaan hebben; hij wilde niet, dat
vreemden in huis kwamen vooral men-
sJchen met een Engelsch accent zijn
zenuwen konden er niet tegenMonica
had beter moeten weten, en zoo voort
Het eind van 't lied was^ dat mij 'bevolen
werd, mijin paspoort o'nmiddellïjk voor
den dag te halen. Monica, moest het ge.
zantschap opbellen om te vragen of ze
DE „YVITTE STEENKOOL'-EXPflLOL
TATIEi IN FRANKRIJK.
(Van onzen Piarijschen correspondent.);
Piarijis, 2 October.
De „witte steenkool" is ongetwijfeld
een der Mooiste uitvindingen van onzen,
tijd. Misschien "is het wel dfe belangrijk
ste van heel dje reeks wonderbare vor
men waarin de mensch de natuurkrach
ten geknecht heeft, en ze aan zijn cul
tuurwerk dienstbaar gemaakt.
In een nauwe kloof bruist en klotst
een !béi"gstrio-om' voort Hij' sleurt alles
mee in zijn overweldigende vaiart; om
hem te remmen zijn er ontzaglijke dlatn-
niel een uitzondering wilden maken en
builen 'de bureau-uren wilden helpen; dan
zou Jozef mij naar de politie brengen.
Ik weet niet, hoe wij de kamer uit
kwamen. Monica met haar zachten, vrou-
wel'ijken tact, zorgde daarvoor. Ik gelóóf,
dal de dwaa:-, in zijln woed© ook no|g| ngijh
piaspoort wilde zien, maar Monica hielp
mij' ook met dien val. Mijin hoed en jas
had ik in de vestibule ben|ed|en )gjelat©ï$.
Ik trok mijn jas aan, en ging ttoen naar
Monica in de huiskamer.
Er was veel, dat zij zeggen wilde
dat kón ik in haar oogfen zien maai"
ik' denk, dat ze op Mijin gezicht las,
wat ik van plan was te doen, dus zeide
zij niets.
„Heel (gloed mevrouw. Ik zal' regel
recht van het igfezantschfljp terugkomen
en dan met Jozef naar de politie gaap."
Het volgfende oogfenblik ,was ik op stap
in Berlijn.
HOOFDSTUK XIII.
Ik vind Aohill'esin zijn te'nf.
Buiten was het al donker. Ik had een
vaag vermoeden, djat het huis bewaakt
kon worden, maar in de Bendljerstrassei
(was jgeen fejnrulst. Die aristocratische praal
strekte ziclh in haar volle lengte uit
tot aan het netwerk van kale akken,
dat de Ti©ng|artenstrasse kenmerkte, en
er was1 geen hond zelfs te zien, die een
amateur-Spion schrik zou kunnen aanja
gen. Zelfs in de Tiergartenstrassewaar
de Jodenanillionairs wonen, was weinig
verkfeer, er liepen Slechts een paar men-
sdhen. Ik had een buitengewoon onro
mantisch 'gevoel, toen ik vlug; over de