FEUILLETON
ie Man jniel den Lloipel
TWEEDE BLAD
Pink: Pillen
Zaterdasl24 Sept. 1921, no: 225.
zijn de toevlucht voor
iff
p ya*2*b;
INKRIMPING.
We zijn niet bang voor het etiquet „re-
actiionnair" dat nu door de sociaal-dema-
cnaten, en pok door een deel der katho
lieke democraten wordt geplakt op ieder
die maar iets durft te zeggen over het
nadeel van verschillende veranderingen
van de laatste jtaren.
Re-actie beteekent terugwerking, en in
dien zin mag het gerust reactie genoemd
worden, wanneer er nu velen rijn die
meenea: dat men bij ons' te ver is ge
gaan:
in de (generalisatie van de beperking
van den arbeidsduur, zonder ondierscheid
tusscihen den zwaarsten arbeid b.v. in fa
brieken, en de veel lichter werkzaamheden
van arbeiders en (overheidspersouejei.
voor wie de motieven van zwaren arbeid
niet gelden; en zonder voldoende reke
ning te houden met de noodzakelijkheid)
voor het bedrijf om gelijkwaardig in pro
ductie te blijven met de concurrenten in
het buitenland, die toch al het voordeelt
van lagere valuta hebben;
in de bepaling van loonsverhoogingen
zonder voldoen,nde te lettlen op individu-
eele arbeidspraestatie, waardoor het on
geschoold personeel', in 't algemeen liet
personeel welks werk weinig hersenwerk
vraagt, een onkostenlast op de bedrijven
legt, niet evenredig aan het aandeel' dat
dit deel van het personeel' in de productie
heeft;
in de negatie bij' die loonsve rho ogingen
van de vraag of het particuliere bedrijf
het lijden kan, en het overheidslichaam)
het op den duur betalen kan;
in de ondersteuning aan „uitgetrokken"
en aan niet georganiseerde werkloozen,
oorspronkelijk bedoeld als een begrijpe
lijke maatregel' om een tijdelijke inzinking
door te komen, maar op den ijuur leidend,
tot, en nu reeds voor velen der minst
goeden werkend als een verslappende be
taling zonder dat men er iets voor doet;
in de toekenning van invloed der be
langhebbenden in het overheidspersoneel
zelf, op het ontwerpen van hun loon- en
salarisreglelingen, waardoor verwachtin
gen werden gewekt, die steeds hoo'ger
stijgen, en waaraan de o verhfeidjsli chai-
men slechts kunnen voldoen door een
opdrijving der belastingen, die nu reeds
in veel opzichten de uiterste grenzen na
deren. of overschrijden, getuige de jong
ste Millioenennota.
Ja, ten opzichte van al die dingen, en
van nog andere meer, is er ongetwijfeld
re 'ctie merk'blaar. En wij vinden het eer
der te prijzen dan Ie laken, wanneer we
zoo'n reactie waarnemen bij een fabri
kant die meer wil pnoduceeren dan hij
mag of die zich ergert aan de hooge
IjOtonen welke hem' afgeperst worden, ook
voor dat deel van het personneel, datf
hem weinig 'baten geeft.
iWij begrijpen zoo'n stemming ook bij
voorbeeld bij een winkelier die ztelf
door hardwerken, zich een heel gewoon
bestaan verzekert, en dan bitter zich af
vraagt waarom hij door hojoge belasting
moet mee helpen tot een groote uitbrei
ding van gemeente- en rijkspersoneel,
omcïat dit slechtis veel korter mag wer
ken d|an hij zelf doet, zoodat er veel faiefer
beambten noodig zijn, dan vroeger toen
er langer gewerkt werd.
En als d|an tegenover die bezwaren
wiordti (gesteld: dat) ieder mensch een
men vch waardig 'bestaan moet hebben
dioor voldoenden vrijen tijd en voldoende
loon dan wordt) diolor de harde werkeï's
die niet gedwongen kunnen worden, ten
eerste gevraagd: is het dan het toppunt
van een menschwiaardig bestaan om zoo
weinig miogelijk te werken? En wordt ten
tweede 'gevraagd, althans dioor hen die
eenig economisch inzicht hebben: is hlet
mogelijk aan allen een loon te geven vol
doende voor het)geen gij een mtenschwaar-
dig bestaan noemt?
Klinkt djat laatste u te hard?
Och, dje berekening is vrij eenvoudig)
Wonnneer ige de jaarlij ksche inkomsten
van alle persionen met inkomen in ons land
bijeen telt, d|an krijgt ge het totale volks
inkomen. Hoe of ge diat ook draait of
keert, ge kunt dioor maatregelen wel den
een bevoordeelen ten kostje vfan de ande
ren, maar ge kunt door maatregelen
nooit dat volksinkomen vermeerderen.
Dat hiangt van heel andere dingen af,
speciaal van den welvaart van handel
nijverheid ;en landbouw.
En als ge dan dat totale volksinkomen
deelt door het aantal inwoners, hebt ge
het gemiddeld inkomen per inwoner. En
als ge dan dien uitslag vermenigvuldigt:
met vijf, dan krijlgt ge het gemiddeld
inklomen per gezin, want de grootte van
de gezinnen is gemiddeld vijf.
Die berekening 'is reeds meermalen
gemaakt. Maar we zullen om den schijn
van 'partijdigheid te ontgaan, die nemen
van de stoc.-democratenIn „Kapitaal en
Violksinkomen", door J. van den Tem
pel wordt als zulk een gemiddeld jaar
inkomen voor een gezin van 4 personen)
in Nederland Oipgegeven: in 1912 f 1870,
in 1916 f 1900 en in ,1918 f2120.
En nu de conclusies
Ten eerste blijkt uit die cijfers dat
het niet mjogelijk is, de loonen te doen
stijgen in verhouding van de levenson-
kioslen. Immers die kosten stegen van
1912 tot 1918 met gemiddeld meer dan
100 pCt., en het gemiddeld gezinsink|or
men steeg slechts met nog geen 30 pCt
Ten tweede is ihet bekend, dat na
de groote winsten in 1918, de inkomsten
van handel, nijverheid en landbouw sterk
gedaald zijn, vooral in 1920 en 1921.
Dit wil zeggen dat het gemiddeld ge
zinsinkomen nu weer lager staaf dgn
toen.
En ten derde zal niemand, ook niet de
leiders van den slocialistischen staat, er
aan denken, allen arbeid gelijkelijk te
beloonen, een steenensjouwer even hoog
als een bedrijfsleider of minister. Maar
ieder die Roven dat gemiddelde gaat,
neemt een brok af van den ander, zoodjaf
er altijd velen beneden het gemiddelde
zullen ïnöelen blijven.
Stel nu tegiehover de sterke l'oonsopdriji-
vingi de nuchterheid van die cijfers. Dan
is er gleen spelt te krijgen tussclien de
'harde waarheid; dat de stijging, nog) ver
ergerd door ininder productie als gevolg
van korter arbeidsduur ten slotte tot een
breuk moet leiden, omdat liet totale
volksinkomen niet voldoende is dat alles'
te 'befalen.
Dat is al lang) voorspeld, maar niet
geloofd.
En nu door de langdurige malaise dit
volksinkomen zoo sterk d|a)alde ,diat de on
mogelijkheid van blijvende loonsverhoor
ging er in eens duidelijk door werd, jge-
looven sommigen het nog niet, negperön
het althans.
M|aar het is onmiskenbaar gebleken,
dat de grens overschreden is: in tal van
particuliere bedrijven door de onmoge
lijkheid het werk g|aande te houden daar
het product te duur wordt voor afzet;
in de overjheidsbedrij'ven (d. w. z. in
het jgfeheele jambtenaarswezen) doordat de
inkomsten, d. w. z. de belastingen, niet
hoogier kunnen worden opgedreven, wil
men niet 'de welvaartsbron geheel verlamj-
men.
En het Ig'evolg is toenemende werkloos
heid. Natuurlijk niet alléén door korter
werktijd en hoog loon. De wereld toe stan
den, de beperking van het afzetgebied
in landen met lagp valuta, en omgekeerd
de concurrentie van diezelfde "lander
werkten er zeer sterk toe mee. Maar nie
mand kan ontkennen dat de korte ar
beidstijd en de hooge loonen aan tal'
van industrieën in ons land de kans
ontnemen om nog te trachten de concur
rentie vol te houden. De afzet van bui-
tenlandsehe producten in ons land neemt
ontstellend toe, terwijl onze eigen bedrij
ven geen werk hebben.
Als' men de laatste jaren de redene
ringen yan de vakorganisaties hoorde, zou
men moeten (gel o oven, diat het verkrijgen
van hoogter loon slechts een kwestie was
vain overwinning van den onwil der werk
gevers particulieren en overheid.
Men zal nu moeten erkennen dat het
niet alleen onwil was', maar ook onmacht.
En ials er nu mensohen zijn, die terug
willen "vian dien weg, welken wij te ver
opgingen, dan kan het hen koud laten,
of men hen reactionnair wil noemen. Wlij
voor ons hebben de volle overtuiging dat
alleen door inkrimping! van het te veel'
gpgtevene, de kans' geopend wordt het
bedrijfsleven in Nederland in stand te
houden. Wellicht dat dit het beste wordt
'begrepen door hen die nu werkeloos wer
den door de slapte in het bedrijf, waal-
in zij' werkten.
Dat zijn harde dingen voor hen die blij'
waren het eindelijk' beter gekregen te
hebben, en die op nog! meer hoopten.
Maar laten zij hun ontstemming dan niet
richten op hen die zeggenhet 'kan niètl
De schuld ligt veeleer bij' hen die be
weerden dat het wel kon, zonder reke
ning te houden met de werkelijkheid.
ONDERWIJS.
Wi a t e r b pi u w k u n d e
De rector-magnificus der Technische
Hoioigeschool te Delft deed bij' d|e over
dracht van het rectoraat, mededeeling
van een zeer belangrijke schenking.
De heer A. G. Lamtainga, c. i., oiud-
hpiofdingenieur van den waterstaat en 's
Lands B. O. W:. in Ned. Indfë, oud buiten
gewoon hoogleeraar in de waterbouw
kunde, oud-direecteur en commissaris
van de Nederl. Maatschappij van Haven,
werken, die op 6 November 1920 over
leed, heeft bij uiterste wilsbeschikking
een stichting in het leven geroepen onder
den naam van „Lammingafonds". Deze
stichting heeft ten doel de bevordering
van de waterbouwkundige wetenschap
door de oprichting, de uitbreiding en
de instandhouding van een waterloopkun
dig laboratorium' of door bij- te dragen
tot die oprichting, uitbreiding of in
standhouding; vloorts diopr op zulk een
laboratorium of op andere wijze de
gelegenheid te geven tot het doen van
(onderzoekingen op waterbouwkundig ge
bied, waarbij de voorkeur worde gegeven
aan onderwerpen, welke in het bijzon
der kunnen dienen tot (ontwikkeling
van de waterbouwkunde in Neder-
landsch Opst-Indië.
Aan deze stichting, gevestigd te Delft,
is uit zijn nalatenschap een bedrag van
f 100.000 vermaakt, vrij' van successie
rechten, doch met den last van vrucht
gebruik ten behpeve van zijn weduwe.
RECHTZAKEN.
Arr.-Rechtbank te Middelburg
D o- o d d o A r schuld.
Voor de rechtbank te Middelburg werd
Vrijdag o. a. behandeld de zaak tegen P.
de H.. 29 j., landarbeider te Geersdijk
(jgem. Wissehkerke) aan wien ten laste
werd gelegd, dat 'doordat hij op of om
streeks 25 Maart 1921 te of nabij Wissen-
'kerke met een hem toebiehoorend, al
thans hem bekend geweer met ópstaan-
den haan van welk geweer de haanin
richting zioo slecht was, djat de opstaande
haan bijna uit zich zelf neerviel, terwijl
ook waanneer dfe haan in de tweede
rast stond het geringste geweld of de ge
ringste stoot voldoende was den haan te
doen neervallen op den grond is gaan
zitten, knielen of hurken in gezelschap
a. van zijn neef Pieter de Haze met dien
loop van dit geweer gericht op, althans
in de richting van dezen Pieter de Haze
terwijl 'daarna het geweer, hetzij doordat
voornoemde Pieter de Haze het 'bij den
kop beetpakte en beklaagde het daarop
terug trok .hetzij dioor andere onbekende
oorzaak is afgegaan waardoor deze Pieter
de Haze door een schot uit dat geweer
in den buik is getroffen en ten gevolge
van die bekomen wonden kort daarop of
omstreeks 26 Maart 1921 is overleden,
Re dood Van vorenvennelden Pietjer d|e
Haze (aan die schuld van den beklaaglde
is te Wijten.
Gehoord werden 7 getuigen, onder wie
3 ials deskundigen. De eisch luidde te
gen de H. 2 maanden gevangenisstraf.
Eveneens werd zr maanden gevorderd
tegen P. C., te IJzendijke. E. de B., en
A. I. D. te Biervliet, wegens1 deelnam®
aan een vechtpartij, waarbij' messen en
revolvers te pas kwamen en de dokter d©
veroorzaakte wonden moest dicht naaien.
Te|gfen M. J. T., dienstbode te Biervliet,
werd we|gtens' diefstal van f 300 een ge
vangenisstraf van 3 maanden gevorderd.
Gister, Vrijdag zij'n veroordeeld we
gens:
mishandeling: A. V., 33 j. veljdarbei-
der, IJzendijke, tot 14 d. gfev. straf, en
P. Z., 29 j., los werkman, .Kl'oetinge M.
E., 25 j., schippersknecht, Ierseke en
L. T'h. A. D.38 j., koopman, Hulst', allen
lot f 15 b. s. 15 d. h.; H, J. S:, 31 j.,
velldtairb'eider, Oostburg! tot f li) b. s.
10 d. h., en P. F. Q), 24 j., landbouwers,L
knecht, Aardenburg! tot f 5 b. s. 5 d. h.;
diefstal: P. B. T., 25 j., rij'wielhan-
deiaar, IJzendijke, tot 2 m'. voorw. tgev.
straf, met een proeftijd van 3 jaar, en J.
D., 54 j., koewjachter, Schoondijke, tot
f 15 to. s. 15 d. h.;
meineed: C. B., 40 j., landbouwer.
'iS-Heerenhoek, tot 8 m. gev. straf;
vernieling: C. d. B., 45 j., landbouwer.
Veeretót f 10 b. s. 10 d. h.
'brandstichting': ,L. A. V., 15 j., veld-
prbeider. Axel, tot 1 m. ts'.
eenvoudige 'beleediging-, A. v. O., 45
j., k'oopimanKoewaoht, tot f 15 b. s. 15
d. h., en
overtreding! paardenwet: N. d. R., 40
j., landbouwer Borssel'e, tot 3 m. voorw.
gev. straf, met een proeftjj'd van 3 jaar.
VrijgesprokenM. H., 28 j. landbou-
wersknedht, en J. d. K.. 23 j., veldarbeih
der, beiden' s-Gravenpolder. beklaagd van
overtredinigi der jachtwet, met vernieti
ging van het vonnis in eersten aanleg, en
M. d. K,, 23 j., en J. d. K., 24 j„ veldlaij-
beiders, 's-Gravenpolder, beklaagd van be-
leediging ambtenaar.
de vsrzw&ktesg,
de zwaar moedigen,
d« bloedartara,
sÏ3 fil8TOa®fl#igeS!.
Eischt Hollandsche verpakking
en gebruiksaanwjjsing.
(Iojgtes. Med)
döpr Douglas Valentine
Geautoriseerde vertaling van ,W. E. P.
(Nadruk verboden).
20), f i I j ij 1 ;i f.j\
Hij hield miji staande en vroeg', wat ik
daar deed. ik liet hem1 mijn insigne zien,
dat hem volkomen tevreden stelde, hoe-
wel hij iets mompelde van „nieuwe ge
zichten en dat hij mij nooit eerder ge
zien hiad. Ik vroeg hem naar den uitgang.
Hij' antwoordde, dat ik ,aan het eind van
de ig|ang hij den west-ingiang zoU komen.
Ik begreep, dat ik hard kans had recht
tegfen mijn mentor aan te loopen daar
buiten. Ik vertelde den man, dat ik den
anderen inglang moest hebben.... Mijn
lauto stond daar.
„U bedoelt den zuid-ingang?" vroeg hij-,
en |g|af me enkele aanwijzingen, die mij'
zonder verdere moeilijkheden op het
plein vóór het paleis brachten, waar het
ighoote ruiterstandbeeld van Keizer Wil
helm I staat.
Het w]as een heldere sterrennacht, en
ik slaakte een zucht van verlichting', toen
in dien SdhiossPljatz zag| schitteren in
hel koude licht der eltectrisiche faoogl-
liampen. Het dreigende gevaar had mij
zóó beklemd, dat de atmosfeer van het
Slot stinkend benauwd scheen in verge
lijking met de friSsch nachtlucht. Ik had
een nieuw gevoel van vertrouwen, toOn
ik verder dwaalde, hoewel de gevaren,
die ik tegemoet ging, geen 'haar 'minder
groot wjaren dan die, waarajan ik juist was
ontsnapt. 'Want ik had mijn schepen
achter mij v erbrand. Mijh verdwijning' uit
het slot moest natuurlijk argwaan wek
ken en het was nog maar een kwestie van
enkele uren en alles zou op z'n kop wor
den gjezet om mij' uit te vinden. In heit]
gunstigste geval kon het zoolang! duren
totdat Klompvoet zich aan het slot meld
de.
In Berlijn kon ik niet blijven, dat was1
duidelijk. Mijn Amerikaansche pas was'
niet in orde en als ik weer mjjn toe
vlucht tot mijn zilveren ster moest ne
men, zo,u ik d;aidelijk in aanraking1 komen
met de 'politie, met al de welkome ge
volgen daaraan verbonden. Neen, ik
moest weg; uit Berlijn, tot eiken prijs. Als
ik goed en wel een eind Van Berlijn ver
wijderd, was, kon ik misschien mijn zil
veren insigne benutten, om met behulp
daarvan mijn identiteitspapieren verschaf
fen die mij een of ander beroep zouden
geven.
Maar Francis1? Zoo teleurgesteld als ik'
was, doordat duistere Duitsche gerijmel,,
scheen iets mij te zeggen, diat he+ wérke
lijk een bericht v,an mijn broeder was.
Het was gedateerd uit Berlijn en ik voel
de, dal de oplossing van het raadsel, als
het een raadsel was, hier |gtevonden mo©st
worden.
Ik had Unter den Linden bereikt. Ik
NO'od|Wee r.
Het gerechtshof te Arnhem deed gis
teren uitspraak in de zaak tegen den
caféhouder A. Wichmann te Enschedé
die in z'ijh café een schot loste op een
bezoeker, die hem aanviel. De man werd
getroffen en overleed aan de bekomen
wpnde.
Het Hof was van oordeel, dat beklaag
de uit noodweer handlelde. Al was voor
(de verdediging niet noodzakelijk, dat be
klaagde zijn aanvaller doodschoot, deze
overschrijding van de grenzen der nood
zakelijke verdediging is te beschouwen,
naar het Hlof oordeelde, als het onmid
dellijk gevolg van de hevige gemoeds
beweging waarin de beklaagde pp dat
hogen blik verkeerde.
Het Hof ontsloeg beklaagde van alle
rechtsvervolging. De rechtbank te Alme
lo: had in gelijken zin vonnis uewezen.
HANDEL, NIJVERHEID EN
VISSCHERIJ.
Werkloosheids
verzekering).
Op het te Roermond gehouden congres!
der Limtouirgs'dhe R. K. Werkgeversver-
eeniging is na een bespreking van de
werkloosheidsverzekering! de volgend®
mjotie aangenomen, welke ter kennis van
de reghering zal worden gebracht:
„De Limto. R. K. Werkgevers'vereenir
gin «geeft als haar meening te kennen,
diat in de bestrijding van de klosten van
de crisis-weridjoosheid door de werkge
vers niet kan worden bijlgedragen; dat
de uitkeering' aan crisis-werkloozen zoo
danig moet gesteld worden, dat daardoor
het te werk stellen van werkloozen niet
wordt tegengegaan; dat het tijdstip nog
niet gekomen is, om een wettelijke verzef-
kerinlg tegen de gevolgen van normale
werkloosheid te gaan invoeren, en dat
de verg|a,dering geen neiging gevoelt, in
de kosten daarvan bij' te dragen, in elk
geval de bespreking daarvan tot tater
moet worden uitgesteld."
De staking bij1 de S. V. H.
Het Vplk verneemt uit Rotterdam' dat
in een Donderdagavond gehouden ver
gadering van de stakers 'Mj: d|e Steen-
Walen Handelsvereeniging te *Rotterdam,
die onder leiding van het bestuur der
plers(qpieelsiveire|eniging iStond, üsj beslo
ten de staking bij de S. H. V. op to
heffen. Resultaten zijn niet bereikt. Van
de stakers, ongteveer 350, die zich gis
termorgen aan de terreinen der S. H.
V. hebben gemeld, is niemand terugge
nomen.
U i t h e t m ij n b e d r ijj f.
Woensdagmiddag heeft .te Heerlen een
vergadering van de contactcommissie
plaats gehad. Aanleiding hiertoe was een
■brief van het bestuur van den christeiijj-
ken mljnwerkersbiond, waarin om nadere
bespreking verzocht werd in verband met
de op de mijnen 'bekend gemaakte loons
verlaging met ingang van 1 October.
De vertegenwoordigers van genoemden
bond hebben aan de hand van de prijs-
noteeringen van de Lim'burgsche mijnen
betoogd, dat de noodzakelijkheidi van de
aangekondigde verlagingen niet is gjeble-
ken. Gevraagd werd djaabom, de bestaande
loonen en toelagen onveranderd te laten.
Voor het geval de directies hiertoe niet
bereid mochten zijn, werd er op aange
drongen althans van de vermindering van
f den duurtebijslag af te zien. Ook werd'
bezwaar gemaakt tegen de vermindering
van de uurlopnen van de jeugdige arbei
ders, welke lopnen voor het levenson
derhoud van de betrokkenen noodzake
lijk werden genoemd. Voorts stelde men
de vraag, of het juist is, dat dje tijdloonen
op 1 October niet jgpwijzigd zullen wor
den. Ten slotte werd gevraagd, of de
directies bereid zijn, de met 1 October
in te voeren loonen voor een langer
tijdvak, bijvoorbeeld voor 6 maanden,
vast te leggen.
De directies hebben geantwoord dat
de aangekondigde loonsvermindering
ging een café binnen en bestelde een glas
hier. De ziaal was één zee vah licht en
er 'hing een blauwe nevel' van rook. Een
luidruchtig strijkje kraste populaire deun
tjes en van de versohillpnde tafeltjes
klonk een gfezoem van gesprekken. Het
was er gezellig en de drukte en'het ge
praat deden mij' g|oed na de inspanning
van dien avond.
Ik Raaide het papiertje, diat ik van
Dicky Ihiad gekregen, uit mijn zak en be
gon het te bestudeeren. Ik was nog geen
twiaalf uur in Duilsdhlanid, miaar ik voel
de mij er reeds van doordrongen, dat
ieder, die zich voor een ander uitgeeft,
nooit hel land weer uit kan komen, als'
er iets niet in orde is met zij'n identic-
teits'piapieren. Als het geluk hem meeliep
zou hij kunnen liegen of het gedrukt
stond, maar een andere manier van han
delen was er niet. Verondersteld nu dus',
dial dit Francis overkomen was (zooals
inderdaad Roodlap aan mij had laten
doorschemeren), welke wijze van hande
len zou hij dan hebben gevolgd? Hij zou
natuurlijk probeeren een boodschap weg-
gesmokkeld te krijgen, die zijn toestand
berichtte. Ja, dat zou ikzelf in dergelijke
omstandigheden ook gedaan hebben.
Wel, ik zo,u dit dus aanuemen als een
hoods'chap van Francis. Nu nog' eens be
kijken.
O Eichenholz! O Eichenholz!
Wie leer sind deine Blatter!
Wie Achiles in dem' Zelte.
Wo- zweie 'sitih zanken.
Erfreut sich der Dritte.
Het bericht kon in drieën verdeeld'
worden, elk deel bevatte één zin. De
eerste zin kon zeker een waarschuwing;
zijn, dat Francis zijn opdracht niet had
kunnen vervullen.
O Okewood! hoe dor zijn uwé lakken
Hoe moest ik nu aan met die andere
twee zinnen? Ze waren 'kort en eenvou
dig. Welke boodschap zij ook bevatten
het kon geen omslachtig bericht zijn. En
'het was ook niet waarschijnlijk, dat ze
een verslag van Francis' zending naai'
Duitschland bevatten, welke zending dat
vinden, of tenminste eenig nieuws van
hem kou te weten komen?
Ik vroeg Om het Berlijnsche adresboek.
Ik stoeg stratenafdeelingen Op en gretig
volgde mijn oog alle koipuünen met a.
Ik vond niet wat ik zOeht, n.l. een Achil-
lesstraat, met twee of een 1. Toen pro
beerde ik „Eichenholz." Er was een
Ei chen baan-allee in de Berlijnsche voor
stad West-End, maar dat was alles. Ik
probeerde „Blatter" (of een „Blatt-
strasse", ook met negatief res.ultaat.
Het was een ontmoedigende arbeid,
'maar ik keek toch weer naar het papier
tje.. Het eenig overgebleven wOord in
de puzzle, dat miogelijk nog als straat-
ook geweest mocht zijn. En verder w,as
het ook niet aannemelijk, <iat mijn broer
een dergelijk verslag aan een Hollander
als van Crutius zou toezenden, een bes-1 naam kon dienen, was „Zelt."
ten kerel ongetwijfeld, maar toch niej „Wie Achiles in dem Zelte."
meer dan een oppervlakkige kennis enj Moe sloeg' ik het adresboek op bij de
hoven een ander landsman. „Z."
Het bericht in die twee zinnen moesj,Daar stond voor mijn ooglen de straat
daar was ik zeker van, van persoonlijken j „In den Zeilen." Nu had ik het
aard zijn, in verband met den toestand; In den Zeiten, ontdekte ik, toen ik
van mijn broer. Wat zou hij te zeggen'het adresboek verder raadipteegld®, om
hebben? Dat hij gevangen genomen was,(leende zijh naam „in de tenten" aan het
diat hij doodgeschoten zou worden? 't Was feit, dat in vroege1' dagen een aantal
mlogtelijk, maar waarschijnlijker leek mij,biertuinen, kramen en tenten hadden gp-
dat hij een bericht had gezonden om zijn staan op 'de plek aan den noordkant van
stilzwijgen te verklaren en ook om hulp den Tierg|arten. Het was' geen lange
Le krijigen.
Mijn oog viel voortdurend op de Laat
ste zin: „Als twee honden vechten om
een been, loopt de derde ®r meen ;h®j©n."
Zouden deze gieliallfen niet kunnen slaan
straat. Het adresboek gjaf slechts zes-en-
vijftig; huizen aan, waarvan verschillende
zooals ik opmerkte, nog biertuinen waven.
Hel scheen een deftige straat te zijn,
want 'de meeste bèwopers waren personen.
iop het nummer van een straat? Zou in met titels. No. 3, dat interesseerde mij',
deze twee zinnen niet een adres kunnenstond nog genoemd als het Berlijnsche
verborgen zijn, waar men Francis kon j bureau van de „Times." t