FEUILLETON.
De Mi nel den
81JÏ0EBSEL
Binnenland.
Donderdag 15 Sept. 1921, no. 217.
'1 II 1 I I L-
riS BC
VAX
UIT DE REDE VAN DEN MINISTER
VAN L., N EN H.
Uit de kort vermelde rede, waarmee
Minister vian IJsselstein tie landbouwten
toonstelling opende, laten we hier nog
woordelijk het voornaamste deel' volgen:
Is deze tentoonstelling een van alge
meen belang, toch spreekt het vanzelf
d|at hier voornamelijk de producten van
de provincie Zeeland zijn samen gebracht.
Daarom is deze van zulk een uitnemendl
belang voor dit gewest, omdat thans de
landbouw bijna de uitsluitende levensbron
is voor Zeeland's bevolking!. Ik vergeet
hierbij geenszins de hoogst belangrijke
industrie, die met haar 2000 werklieden
zulk een overwegende plaats inneemt in
gold voor de regeeringsjgpsiachten, ble
ven deze toch in Zeeland een groot® rol
spelen.
Is het niet teekenend, dat te Middel
burg! in 1848 van de 16 raadsleden, er
14 equipagé hielden? Dertig jaar later
was er slechts één lid, dat zich deze
weelde kon veroorloven.
Op hoogst enkele uitzonderingen na
hebben de Vertegenwoordigers van d6
oude regéeringsjgjeslachten thans Zeeland
verluien, terwijl bovendien ook door het
verhuizen van andere vennogenden uit
de steden, de financieele draagkracht dpr
bevolking aldaar zeer is afgenomen.
De plaatsen der vertrokkenen zijn grpo-
tendeels ingenomen dpor hen, die van
'djen landbouw leven. Inderdaad Is ide
'landbouw thans het kwik, waarjop Zee
land idrijft.
Daarom is het van zulk groot belang
dat er in dit gewest geregeld; wapen
schouw wprdt gehouden van de nieuwste
uitvindingen, die vp|or den landbouw van
nut kunnen zijn.
Zeeland heeft in dit opzicht steeds een
zeer vooraanstaande plaats ingenomen;
sedert meer dan een eeuw bestaat in dit
(gewest toich toet grootste Nederlpjndschel
landbouwbedrijf, de .Wilhelminapiolder,
waar de nieuwste uitvindingen, die den
landbouw betreffen, altijd een dankba
re toepassing vinden.
Op dit gebied zial er een groote evolutie
plaats hebben, wanneer straks het in het
bijzonder in deze provincie zoo uiterst
moeilijke vraagstuk der electriciteitsvoor
ziening tot oplossing zial gebracht zijn.
Daarnaast zullen er zeker opk in ver
dat het haar bekend is, dat tegen de
aanstelling van vrouwen bij verschillende
lakken van dienst bezwaren worden ge
opperd, waarvan zij de juistheid niet zal
ontkennen, voor zoover de minder ernsti
ge pmgangstoon tusschen mannelijk en
vrouwelijk personeel' storend kan wer
ken op den geregelden gang van zaken;
dat deze storing naar adressante's oor
deel echter niet zial worden voorkomen
dpor het aantal vrouwen in te krimpen,
mpar veeleer door een goed®! discipline;
te handhaven en een scherpe grenslijn
pan te (géven tusschen het samen arbei
den en het samen zich vermaken;
dat door zeer velen een der oorzak®n
van den minderen ernst bij den arbeid
wordt [gezocht in de eenigszins tot onrust
stemmende bedeudaggsche mode in dp
vTouwenkljeeding!, en
dat adressante om bovengenoemd# re
denen, Uwe Excellentie drinigjenjd ver
zoekt, alvorens tot inkrimpingi van het
vrouwelijk personeel' bij! Post en Tele-
igjrafie p.ver te gaan, te pogen door het
voorschrijven van ^een passende dienist-
kleeding!, het besef van de waardig|heid
vian het ambt en den ernst van den .'ar
beid te versterken.
de gemeente, in welker onmiddellijke na
bijheid wij t'bans tezamen komen, maarl schillende streken van dit gewest nieuwe
tOiCh, niemand zal tegenspreken dat Zee-| wegen vopr den landbouw geopend wor-
iand is eèn landbouwprovincie. Het beeftj den, indien de landelijke drinkwatervopr-
geruimen tijd geduurd, voordat dé toe-
standen in dit gewest aangepast waren
pan dit feit. Immers nog in de 18de eeuw
b.v. was Middelburg, een handelsstad van
groote beteekenis. De handel op WPst-
Indië gaf hier groote voordeden; de
is, djab moet getracht worden jongelui
door tijdelijk verblijf op boerderijen prpc-
tfi-ch in den landbouw in te wijden. De
Koningin, die met groote belangstelling
kennis nam van dit rapport, stelde on
middellijk een of meer hofstjeden van het
kroondomein tier 'beschikking indien del
pachters daartegen geen bezwaren heb
ben.
De Prins, die vergezeld was vjan d|en
Commissaris der Koningin en den burge
meester van Viissingen verliet pa een
verblijf v^n pnveveer anderhalf uur bjet)
dun'sres en begaf zich toen per auto naar
Domburg voor een wandeling langs dej
zee en door de mantelingen.
DE 011IE1EELE MAALTIJD.
Limburg bij Nederland moesten blijven.
En dan dpnkl spr. daarbij aan onze lands
vrouwe en den koninklijken gemaal, die
medeleven met het volk en di® handha
ven het devies'.- ,.Het vaderland getrou
we blijf ik tot in den dood."
N,u men morgen het voorrecht zal heb
ben H. M. in Zeeland te mogen begroe
ten, wil spr. aan den vooravond van diep
dag' er op wijzen, (dat de. Prinsen van
Oranje en Kpning IWillfem III het con-
(gjres herhaaldelijk bijwoonden en pu Z.
K. H. Prim Hendrik dit voorbeeld volgt
en bijna n'imtoer ontbreekt. Spr. brengt
een dronk uit op Z. K. H. den Prins, on
der luide bijvalsbetuigingen.
De Prins dankte beide vereenigiu-
gen voor bun ontvangst. Het landhuis-
houdkundig congres acht Z. K. H. zeer
belangrijk; hij heeft dan ook nog slechts
In de groote zaal van het Schuttershof jeen taaal, nadat het onder leiding staat
had Woensdajgavond de gemeensdhappe- viarl tégemyoordigan voorzitter, het
HET LANDHUISHOUOKINDIG
CONGRES,.
In het, (gisteren voortgezette Laudhuis-
hoiudkundig 'congres drukte de voorzitter
Ridder van Rappard zijn spijt uit over de
slechte opkomst terwijl toch vele ledien
vau het congres in Walcheren zijn. Als
bet (blijkt dat hef gelijk vallen van congres
en teiitoonstellinjg' op lie/t bezoek schade
lijken invloed beeft, diap zal het bestuur
ziening niet meer beperkt zal blijven overwegen hierin verandering tje bren-
tot die van Zuid-Beveland.
Indien ik aldus het o)0g richt op het
geen de techniek in Zeeland ten be
hoeve van den landbouw nog kan doen,
dan behoef ik er zeker nauwelijks gewag
Zeeuwen hadden zich daar een eigen fco-|van te maken, hoezeer verbetering van
Loniaal bezit verworven, welker plantage
groote rijkdommen afwierpen. Geen ge
west beeft wellicht in den Fnanschen
tijd meer geleden dan Zeeland ®n ner
gens werd het herstelde van onafhan
kelijkheid meer toegejuicht dan hier. Op
economisch jgébied hjad men groote ver
wachtingen. In de eerste helft der 19®
de afwatering op Walcheren noodzakelijk
is.
De oorlogsjaren hebben zeer gpppte
moeilijkheden Opgeleverd, maar zijn voor
den landbouwer top den kleigrond zeker
niet ongunstig geweest. Bovendien heb
been deze in het bijzonder in Zeeuwsch-
Vlaandpren, aanleiding gegeven tot bie-
eeuw zag men een nieuwe opleving vanlangrijke opleving van de paardenfpjkkerij
handel en scheepvaart, zoowel op Wal
cheren als op Schouwen. Deze opleving)
was echter van korten duur. Toen. de
steun, dien de Nederl. Handel Mij. aan
de Indische scheepvaart verleend®, op
hield, verdwenen, al's met een to over
stag de Zeeuwsche reederijen en de
daarmede verband houdende bedrijven.
De poging, eenige jaren later gedaan
om door den laanleg! van de voor dien tijd
reusachtige havenwerken te Vlissingten en
het daarmede in verband staande, voor
zeeschepen bestemde kanaal naar 'Mid
delburg en Veere, de scheepvaart weer
te doen herleven, mislukte. Daarbij
kwam, dat juist in den tijd toen deze
werken voltooid waren, het verdrijven
van de meekrapqultnnr, de. voornaamste
Zeeuwsche talc van landbouw, zoowel' aan
de boeren- als aan de stedelijke bevol
king een schijnbaar onberstelbaren slag
toegebracht.
De jaren, die volgden op den Fransch-
Duits'chen oorlog, waren ook buitenge
woon somber voor dit gewest. De emi
gratie nam sterkt oe. Niet de minst veer
krachtige elementen zochten in de Ver-
eemigde Staten een nieuw h®staan. In
derdaad vindt men nog thans, o. a. in
Michigan, plaatsen geheel door afstam
melingen van Zeeuwen bevolkt.
Maar het waren niet alleen de arbei
ders, die Zeeland verlieten. Op het eind
der 19de eeuw fan het begin der 20ste {had
een ware uittocht plaats van hen, die
van oude tijden hier in Zeeland de re
geering voerden. Anderhalve ee,uw gele
den deden zij dit krachtens hun geboor
te, maar toen er officieel bij het beklem
den van de ambten geen voorkeur me®r
waardoor een nieuwe bron van inkomsten
aangejboprd is.
Ook iop dit gebied zal deze lentopnstel-
ling weder de bewijzen leveren, djat het
Zeeuwsche trekpaard een groote toe
komst heeft.
Het is wel merkwaardig, dat hetzelfde
deel dezer provincie, dat in de paarden
fokkerij vooraan staat, zich ook voor de
veredeling van het rund veeras de meeste
mdieite getr|oost. Westelijk Zeeuwseh
Vlaanderen grijpt hierbij naar de kroon.
door Douglas Valentine
Geautoriseerde vertaling van .W. E. P.
(Nadruk verboden).
15).
Een autoi stpud stil vopr de deur,
er zat een jonge man in niet een grijs
blauwe militaire overjas en een platte pet
met nose band enom. Hij' sprong er uit
toen wij aankwamen. Z;ijn manier van
dpen was druk. Hij nam niet dé minste
notitie van mijto metgezel.
„Ik ben zeer blij u te zien, Herr Dok
te»-/' zei hij. „Er wordt zeer naar uw
komst verlangd.' Ik m|oet u mijn veront-
fechuldigingen aanbieden, dat ik niet aan
het station was om' u te verwelkomen,
maar er scheen een misverstand te zijn.
De maatregelen vopr uw ontvangst aan
het station schijnen absoluut in de war
te zijn geraakt..." en hij keek door zijn
monocle strak naar den ouden majoor,
die rppd werd van kwaadheid.
„Als u in mijn autoi wilt stappen,j'
vp|egde de jpnge man er bij', „zal ik u
naar het station brengen. Wij hoeven
dezen heer niet langer op te hpuden."
Ik had medelijden met den ouden ma
joor, die zwijgend de vernietigende on
beschaamdheden van dit jonge iuile-
■aWewee-'*-»'-
VROUWELIJK PERSONEEL RIJ DE
1 POST.
Door het Hoofdbestuur vjan de Vrou
wengroep uit 'den Vrijheidsbond werd aan
den Minister vou Waterstaat een adres1
gezondenwaarin het opmerkt:
dat adressante met leedwezen h®éft
kennis genomen vap de voorgenomten re
geling, waarbij het aantal' dei' bïj! den
dienst van Ppst en Telegrafie toe te la
ten vrouwelijke ambtenaren, zich tot de
toe te laten mannelijke ambtenaren zal
verhouden ah 1 tot 5.
dat een dergelijke regeling haar voor
komt te zijn in strijd met de rechtjvaardjgj-
heid;
dat, naar hare meening/ de dienst er
ernstig door kan worden geschaad, aange
zien minder goede werkkrachten onder
de mannen in grooten getale den voor
rang zullen verkrijgen boven vrouwen,
die geschikter zijn maar die, ten gevolge
van het geringe aantal der voor vrouwe
lijke cajididalen beschikbare plaatsen,
vau de mededinging worden uitgesloten;
nantje bad aangelipprdik schujdüe hem
dus hartelijk de hand en dankte hem
vopr zijn gastvrijheid. Hij was per slot
van rekening toch een gulle, pudelbaas.
De jonge maa r eed zelf en babbelde ge
noeglijk, terwijl wij door de straten snor
den. „Mag ik mijzelf maar even voorstel
len", zei hij, „ik ben luitenant graaf
von Boden, van liet 2e. regiment Garde-
Uhlanen.Ik wou niets zeggen, waar die
oude kletsmajoor bij was. Ilc hoop, dat
u een goede reis gehad heeft? Von Stein-
hardt, van onze legatie in Den Haag,
had instructie alle maatregelen te ne
men om het u aan dezen kant van den
Oceaan zoo gemakkelijk mogelijk te ma
ken. Maar ik vergat, dat u en hij
oude kennissen mloet zijn, Herr Doktor!"
Ik zei iets, dat me van pas leek, over
von Steinhardt's onveranderlijke vrien
delijkheid. In mijn brein nofeerdie ik
de verklaring van het visitekaartje in de
portefeuille in mijn zak.
Aan hel station vonden wij twee op
passers, een met mijn bagage, de andere
met von Bioden's bagage en pels. De
perrons waren nu verlaten, pp1 een en
kelen bewaker naalle leven in dit saaie
grensstation scheen te komen en te igaan
met den mailtrein.
To,en w'ij de aufo verlaten hadden
en het perron op en neer liepen in af
wachting van onzen extra-trein, kpn ik
niet nalaten op te merken, dat mijn
metgezel nu en dan steelsche blikken op
mijn voeten wierp. Ik keek naar miijto
Laarzen: zeker, die mochten wel ge
Door den heer P. Dijkhuis werd zijn
pr.aeadvies over de wensclielijkheid van
een uigebreide telefoonaansluiting; opj
hef platteland nader toegelicht en wprd
hij onder deund door 'dr. A. Molimijzen
en den heer Jac. Wellempn, laahtgpniuem
de zeide o„a. datj in deze gemleenten én
ook de spoorwegen moeten medewerken.
Eerstgenoemden moet secrétarie, politie,
gemeentegfarieesheér énz. aansluiten,
Lagtebgeoioeufde <fe stations.
Het, tweede dezen da|g btebandfeldei
priaeadvies was dat van den heer A. Se-
vensfer uit Wier ,die aan de hand Van
de ervaring door hem zelf opgedaan in
zijn wak, bepleitte den arbeider dieelge-
rechtigd te m'aken in het bedrijf.
Tal (van opponenten opperden bezwaren
t^gen dit stelsel, en meienden daf wet*,
tje]ijk vpstlejggen daarvan niet goed moge
lijk is.
Besloten werd bet Nederl. Landbouw-
ciomit# uit te noo'dügen een Jtudie te
misken van dit onderwerp.
Het derde vraagstuk was, dat ingeleid
door den heer B. J. Schurer te Her-
'bayum, die betjoojgde dat de coöperatievee
landbouworganisatie niet beslist steeds
in haar isolement kracht moet zoeken,
als voorbeeld haalde spr. pan het samen
werken van een eoöperaljieve en één
speculatieve suikerfabriek^ in Friesland.
Hefl/g werd dit idee beslredpn door,
yerscbillende sprekers, die m(eendén datj
hel voorgestelde het coöperajtie-ideé gé-
heel zou ten niet doen.
Het laatste praeadvies was dat vou den
heer Y. R. Y. Croesen te Den Haai-',
die meende, dat) de land- en tuinbouw
moet strijden voor eigen sociale wétten;
met zpo min mogelijk bijzondere bepalin
gen en met de ruimst mogelijke gelegen
heid voor de organen van het bedrijf om'
in onderdeelen en plpatslelijk te regel én.
Tij den a de middagvergadering, wevcH
het congres tijdelijk bijgewoond door den
•beschermheer Z. K. H. Prins Hendrik,
die door den voorzitter verwelkomd wierd
en tijden i wiens .aanwezigheid de secreta-
ri dr. A. Molhuijsen het woord voerde
om een rapport inzake laudhöuwonder-(
wijs uit te 'brengen, hetwelk zijn ontslaan
te cranken heeft ,aon eien voorstel van den
Prins iop het vorig# congres. De conclusie
lijke maaltijd plaats, uitgaande van het
Congires en de Z. L. M.
Een kleine 300 personen er waren
er meer opgégeven, doch die kwamen
niet en daardoor was' het bijtrekken vau
de veranda bij de zoal en het daar in
leggen von een houten vloer niet noo-
dig geweest, hadden 'hun zitplaatsen
ingenomen en verhieven zich daarvan
toen de offieieele personen, Z. K. H.
Prins Hendrik, de Minister von Land-
bonw, de voorzitters en secretarissen der
ontvangende vereenigiingen, de Commisr
saris cler Koningin, de leden van Ged.
Staten, de burgemeesters van Middel
burg en Vlissingen, velen met hun dames,
de zaal binnenkwamen.
Alvorens met den maaltijd werd aange
vangen, wijdde de voorzitter van ide ta
fel, Ridder von Rappard een dronk aan
de leden van het Vorstelijk huis.
Allen stemden hiermede in en d® be-
bekende kapel HöfeteinBekker, die nch=
ter gjroen en electrische lichtjes op h®t
tooneel verscholen zat, stelde het- Wil
helmus in, men zong mede, de vrool'ijke
tafelstemming was er.
En die stemming werd verhoogd door
de smakelijke spijzen, die door het groo
te personeel wer den rondgediend. De ver
zorging der voor Middelburg ongekend
groote tafel was uitstekend.
Maai- behalve een welverzorgd menu,
de goede muziek en de aangenam® on
derlinge kout, was er nog méér om 'de
feestvreugde te verb#ogen en dgt waren
de talrijke, dikwijls humoristische tafel-
redevoeringen, die werden gehoord. Het
zou ons veel te ver voeren ze all® te vter-
melden en bepalen wij ons daarom tot
de offieieele.
De voorzitter van de tafel, de heer
van Rappard, herinnerde er aan hoe
in 1846 door 211 personen, bijeengéroe-
pen door de vereeniging tot bevorderingj
van de welvaart te Zwolle het landhuis-
houdkundig' congres werd opgericht, en
hoe toen de voorzitter zeide, dat „onder
Gods zegen een nieuwe dageraad zal aan
breken voor den Landbouw", en nu na
75 jaren kan spreker zeggen, dat dit zoo
is geweest; de qopgressen zijn de bron
gieweest von alles wat op landbouwgpbiedj
tot stand is igiebracht, als daar zijn de af
schaffing van de tienden, ontginning
van woeste gronden, boerenleenbanken,
enz. enz. De contributie werd 'zeer jaag
IgjeMeld, eerst 50 cent. later f 1, maar
meer had jmen verschil van meaning over
het bestuur en 67 jaar lang) heeft dat ge
duurd, tot 8 jiaar geleden een vast be
stuur werd benoemd. In 1920 werd tij
dens de tentoonstelling te Arnhem ver-
gjaderd en nu hier in Zeeland, waar eeni
ge jaren geleden aller oogen op geves
tigd -waren, toen annexionisten er stuk
ken van af wilden nemen. Spa*, igpeft de
verzekering, dat men in Holland voelde
met de Zeeuwen dat
Van d'Ee tot Hontenisse,
Van Hulst tot aan Cadzand
Dal is ons kleine landje,
Maar deel van Nederland.
(Daverend applaus).
Men was overtuigd, dat Zeeland en
congres niet bijgewoond. Naast de vie
ring van het 75-jarig bestaou van het con
gres is er ook de tentoonstelling der Z. Li.
M. en Z. K. H. acht het een koene daad,
'dit te doen siamenvallen.. Aan de Zeeuw-
s'che LOndbouw Maatschappij zal zeker
nog meermalen een dronk worden ge
wijd en daarom doet spr. het op het Con-
gres. (Luid applaus).
De voorzitter der Z. L. M., de lieer
mr. D'i elemjan, hield een kernach
tige rede om aan te fcoonen, wat de land
bouwers aan den Minister van IJselsteijn
te danken hebben. Zeker is er wel eens
gemopperd als er niet gen|oeig naar de
meening der bioeren mocht worden uit
gevoerd, er is wel eens pp den grond
gestampt, maar men vergat de groote
moeilijkheden waarmede de Minister te
kampen had. En dit was opk zoo toen wij
volksvergaderingen bielden iom tegen tién
annexatiebonger te strijden, toen zat de
regeering te 's-Gravenhage vopr allerlei
■zorgen. Spr. meent, dat er dan ook voor
de landbouwers, voor de Zeeuwen in
het bijzonder, alle aanleiding is een d(rpnk
te wijden aan den Minister van Land"
bouw. (Groote instemming der dischge-
nopten).
Nadat de heer Ridder van R,ap~
pard een dronk gewijd had aan de ver
tegenwoordigers van den Franschen land
bouw en een dezer heeren op den bloei
van den Nederl an dschen landbouw had
gedronken, was het woord aan dien mi
nister van landbouw.
Minister v. IJ s is e 1 s t e i n zei in zijn
antwoord ook minister'van nijverheid en
handel te zijn en als zoodanig; heeft liij;
pok de scheepvaart onder zich. En daar
bij is hij vaak getroffen door de aan"
vangswoorden der cognossementen: „Ik,
naast God, meester van mijn schip". Zpo
denkt de bper: „Ik, naast God, meester
van mijn bedrijf'. Beide vertrouwen dhs
op Gtod en dat is goed gezien. Maar zij
eischen opk vrijheid en dat is te waar-
deeren. Niemand meer als spreker zelf
heeft zich geërgerd aan de bepalingpn,
die moesten worden gemaakt, hij' zelf
voelde dit als Zeeuw en als Nederlander.
Van hem zijn dan ook geen maatrp-
jgele n meer te wachtten, die hetland
bouwbedrijf aanbanden leggen
(Daverend applaus).
Spr .wees erop dat het qojngres nim
mer finantiëelen steun van het Rijk
heeft gehad, dit is goed:, men mpet met
eigen kracht werken en in deze een
vporbeeld nemen aan de arbeiders, die
zich heel wat financieele oppjfïeringen
getroosten, om z.g.n. vrijgestelden te
kunnen aanstellen. Daarentegen hoprde
spr. zpo, juist zeer lage cijfers en ook
aan de Z. L. M. wordt slechts f 2.50
ibetaald. Men kan dpor goedje organisatie
zplf de vrijheid vpor het bedrijf waar-
horgen. Maar spr. wil niet langer ernstig
zijn, en zegt dat er van het congres in
tie 75 jaren gnopte kracht is uitgegaan,
het werd wo-rdt zeer gewaardeerd en
namen j II. M. de Koningin deelt) spr.
mede dat de secretaris, de heer dr. A.
Molhuijsen, is benoemd tot ridder in
de orde van Oranje Nassau, (Luide boe-
poetst warden, maar verder kon ik toch
niets ontdekken, dat niet in orde was.
Ze waren bruin, dat is waar, en ik be
dacht me, dat een Duitscber uit dé buurt
van een stad zijn smaak vopr schoeisel
meeslalr egelt naar den kalender en dat
bruine schoenen in Duitschland zelden
gedragen worden na 1 September.
Onze extra-trein kwam binnen... een
locpniotief met tender, een bagagewagen,
een enkel passagiersrijtuig en een wagen
voor het dienstpersoneel. De stationschef
deed ons iop plechtige wijze uitgeleid#
en de conducteur hielp mij in den wa
gon te slappe n.
Het was een luxe-wagon, waarin ik
m'ij bevond, met gemakkelijke armstoelen
en kleine tafeltjes, Een van de oppassers
dekte de tafel vpor de lunch, en daar
werd ions al gauw een maal opgediend',
dal, behalve wat het onvermijdplijke
„Kriegsbrol" betrof, weinig sporen ver
toonde van de gestrengheid.' van de En-
gelsche blokkade. Maar langzamerhand
drong het ten vlolle tot mij1 door, dat
lom een pi andere onbekende reden,
geen moeite werd gespaard m'ij eer aan
te doen, dus waarschijnlijk waren deze
gerechten ppk iets buitengewoons.
Mijn metgezel was een ppgewekle, amu
sante kerel, een typische vertegenwpor-
diger van zijn soort. Hij had een jaar bij
de cavalerie aan het front in het Opsten
gediend, was ernstig gewond en was nu
nu toegevoegd aan den generalen stai j
te Berlijn, in een positie, die, naar heli
mij toescheen, meer decoratief dan ver-
antwoordelijk was, want behalve wat hij
geleerd had op den veldtocht, dien
hij zelf had meegemaakt, scheen hij bui-
tengewppn weinig te weten van de ver
dere ontwikkeling der militaire toestan
den.
Zijn onbekendheid met den toestand
op het Westfront was volkomen. Hij zat
(stikvol van de 'Onmogelijke verhalen over
de Engelschen. Hij verzekerde mij bij
voorbeeld, op gezag van een vriend, die
ze gezien had, dat Japanners met dfc
Engelschen in Frankrijk vochten, ge
kleed als Scbotsche Hooglanders;zijn
vriend had deze Aziatische Schotten Ja-
pansch hoeren spreken, verzekerde hij'.
Ik dacht aan de Keltisch sprekend# ba
taljons van Kamerun en kon nauwelijks
een glimlach onderdrukken.
De jonge won Boden had een voorna
me minachting vopr de officieren van
de veel gesmade en niet in tel zijtodé
infanterie, die in garnizoenen lagen in
Goch, hel grensstation, dat wij juist had
den verlaten. Het had d|aor dat zorgde
hij wel m'ij te vertellen vier dagen in
hopelpoze verveling doorgebracht met op
mij té wachten.
„Natuurlijk, in oorlogstijd vormen we
één leger van al die mppiï'gfceid meer,"
merkt hij pp imet de grootste oprechtheid,,
„maar geen van die kerels in Go#h was
geschikt gezelschap voor een cavalerie-
lOtfficier. Het was een saaie bende. Ik
wou niet in de buurt van de spoieteit
komen.. Op een avond ontmioette ik een
paar van hen in het hotel. Toen wist ik
a lgenoeg. Np la bene, er Was er miaar één,
die iets van Berlijn afwist; dat was die
manke. Nu, er is één ding, dat wij bij
de cavalerie leeren
Maai" ik luisterde al niet meer naar
hem.. In zijn luk-raak gebabbel bad de
jonge mian een wpord gebruikt, dat een
.snaar in mijn brein aan het trillen
bracht. Hij had den manke met een
Duitsch woprd „der Stelze" genoemd.
Als bij tapverslag zag ik weer voor mij
dal topneel in de vuile slaapkamer in
het „Vos in 't Tuintje" de kaars
en die griezelige vrpuw, die 'riep: „Der
Stelze" heeft macht, hij heeft gezag, hjij
kan de menschen maken en breken! Er
i zijn soms [onverklaarbare leemten In
iemands geest. Dit woord was uit mijn
Duitsche wpplrdenschat geglipt. Ik had het
niet herkend, tot dat deze jpnge man
het in een verband had gebruikt, waar
mee ik vertrouwd was en nu kwam hel
plotseling terug en bracht mij' het beeld
van de slechtverlichte kamer vopr den
geest en opk een ander een zwaar,
massiefgebouwd man niet een «tanker,
onheilspellend uiterlijk, die met zijn
klompvoet achter Karl den kellner aan
hinkte op het perron in Rotterdam.
Daarom dus had de jonge luitenant
naarnaar mijn voeten gekeken, toon wij
door liet station in Goch liepen. Dé
hode, dien hij rnjoest ontmoeten dengene,
die he t document bij' zich had, h® man
van macht en gezag, had een klompvoet
en dat was ik!
F
PDMB V«rw*B#