FEUILLETON.
JL
13 U VOEGSEL
FABRItKSgöOS.
B 11 e d I a n d.
Binnenland.
cent
7»
Zaterdag 30 Juli 1921, no. 177.
hier
'f
a.
lleh-
ezer
enst-
m
copxe
Hotel
ll
38
of
ran
refaii
AM.
TA» D»
letter
IX.
9.-
TAM
VADERLANDSCHE GESCHIEDENIjS
OP DE LAGERE SCHOLEN.
In het thans als Bijlage van de Kamer
stukken in druk verschenen Onderwijs
verslag over 19181919, lager onderwijs,
•wordt door den inspecteur der tweede in
spectie uitvoerig vermeld wat d© dis
trictsschoolopzieners hem raipporteerden
over het onderwijl in de geschiedenis.
[We laten hier het oordeel volgen van
de beide toenmalige districtsschoolopzie
ners van Zeelnd:
Goes:
„Lang niet alle onderwijzers hebben
een doelstelling voor het onderwijs in
de beginselen der vad©rlandsc'he geschie
denis; op heel veel scholen Weeft het
er wat van alsof het eigenlijk ©en soort
amusement is, een aangename afwisse
ling van exacte vakken, de poëzie t© mid
den van veel dor kennen, d© koele oase
te midden van de heet© woestijn. En
nu wil ik niet ibeweren, dat het dit
niet mag zijn, als het dit is, heeft het
zeker de belangstelling van d© leerlingen
is het geschiedenisuur een prettig uur,
en hunkert de klas er naar als naar iets,
dat in den smaak valt. Nog honderdmaal
liever dat, dan de dorre jaartallen, na
mén, oorlogen veld- en zeeslagen en vre-
deSbepalingenigeschiedenisles. En ook
zelfs dan de schijnbaar belangwekkende
cultuurgeschiedenisles, met haar belang
stelling vragen voor den aanleg van
straat- en spoorwegen, het inpjoiderén van
schorren en kardoezen, het graven van
kanalen en waterwegen, het afgraven, uit
baggeren en droogleggen van hoog© ©n
lage venen, het wisselen van de mode
in kleeren, schoenen, ho©den, rijtuigen,
huismeubels en aardewerk. Niet uitslui
tend amusement, evenmin uitsluitend
aanbrengen van nuttige, z.g. algemeen©
ontwikkeling, maar wat dan? Wat is dan
de bedoeling en tot welk resultaat moet
het dan leiden? "lo. het leuren begrij
pen van eigen omgeving en eigen tijd; 2o.
het leeren inzien, dat d© toestanden van
tegenwoordig zich langzaam' ontwikkeld
hebben uit het verleden; 3o:. hJet leerén
waar doe ren, dat ons land, volk en re-
geeringsinstituut is een eigen formatie,
die onder hoogere leiding geworden is
tot een zelfstandigheid1 en een eenheid,
waarvoor het waard is, gloed en desnoods
bloed te offeren; 4)0. karaktervorming.
Toets ik de geziene resultaten aan deze
vier doeleinden, idan ontdekt© ik ©en be
langrijk tekort.. i
„Van het begrijpen van onzen eigen
tijd komt te weinig' terecht, omdat in den
regel de nieuwste geschiedenis te laat ein
stoms in het geheel niet aan de b©urt
komt." Ik geloof nu wel, dat het ver
leden bij de behandeling yam dit vak vol
doende
wijs, heb ik toch wel den indruk, dat men
het verband te dezer zake opz©ttlpiijk
scherper doet uitkomen bij het bijzonder
onderwijs. Dat brengt de geheele oplei
ding van de leerkrachten mede; men isi
bij het opleiden van den bijzonderen on-
onderwijzer niet zoo schuchter in het
noemen en aantoonen van Gods leiding
in de geschiedenis van ons volk en in
nauw verband daarmede in die van het
Oranjehuis."
Middelburg.
,,Over het algemeen moet worden ge
constateerd, dat het onderwijs in dit vak!
beneden dat in andere vakken schijnt t©
staan. Wat kan hiervian de oorzaak zijn?
De schoolopziener in het arrondisse
ment Middelburg schrijft hieromtrent Tiet
volgende
„In de eerste plaats is er geen ander
vak, waarbij de zelfwerkzaamheid van den
den leerling zoo weinig op den voorgrond
treedt, als» geschiedenis. En in plaats vjajn!
de gelegenheden, waarbij d© leerling
handelend kan optreden, te zoek©n bij het
geschiedenisonderwijs, wordt er maai
verteld en nog eens verteld, tot tenl
slotte de jongen of het meisje „doodi-
verteld" is. De leerlingen zijn t© veel!
passief bij dit onderricht.
In de tweede pla.alts ontbreekt het ve"
ten onderwijzers zelf aan ejen goed inzicht
en begrip van den samenhang der feiten.
Op verschillende scholen bleek mij, dat
geschiedkundige termen bloot namen voor
de leerlingen waren, zondier inhoud) of
©cel een verkeerden inhoud, dien d© kin
deren dan meestal zelf ©r in .gelegd
hadden.
En ten slotte is een der rédenen ook
wel, dat geschiedenisonderwijs m. i. dan
alleen goed kan zijn, wanneer die onder-i
wijzer van het vak houdt, con amiore
er les in geeft. En de liefde tot geschie
denis is bij vele onderwijzers, in wie in
de laatste jaren een oosmopolitiSche geest
is gevaren, die van geen vaderlandsliefde
of opwekking tot het nationaal gevoelen
meer weten wil, stérk gedaald."
Ik k'an het bovenstaande onderschrij
ven; alleen zou ik de drie genoemde
oorzaken in omgekeerde volgordje nemen
Is er toch liefde voor het vak, dan zal
men trachten hiervan de noodige ken
nis te verkrijgen en zal er geest en levén
in het onderwijijs komen.
Bovengenoemde schoolopziener haalt
een voorbeeld aan van een overigens
goed onderwijzer, dïe verklaarde,.Ik
houd niet van dit vak." Een zelfde er
varing had ik vroegler, toen ik bij hel:
vorig onderzloek in een zejer goede schoot
kwam, waar het 'onderwijs in de meesje
Vakken op een hoioig peil stond. Toen ik
hel hoofd vroeg, hpever de 5d(e klasse
met geschiedenis was gevorderd, ant
woordde hij .-„ik heb djt jaar nog niejt
aan dit vak kunnen doen (het was in
Juni) in deze klasse: pp zijn
vraag, wat er dan in de 6de
klasse was 'behandeld, volgde de
bekentenis, dat voor diit vak wel lVa uur
per week op den roioister was uitgetrok
ken maar dat deze uren werdjen gebruikt
voor taai en rekenen, omdat net hoofd
deze van meer belang vond vopK toe
kom si der leerlingen en „omdat iiij niet
van geschiedenis hield".
Ook verKlaarden mij indertijd enkele
onderwijzers, dat zij het niet goedvonden
van de „zoogenaamde heldendaden" dér
voorvaderen te vertellen, omdat deze vaak
hun grond vonden in roofzucht of een of
anderen leelijken karaktertrek. Het is na
tuurlijk, dat een onderwijzer, die de da
den onzer groote mannen in dat licht
beschouwt, geen goed geschiedenisonder-
nig liefde voor de geschiedenis iss bij me
nig onderwijzer; men- voelt niet het nuU
van het onderwijs in dit valk. Is dat mis
schien een gevolg der materialistische le
vensbeschouwing der laatste decenniën?
Ik vrees het.
Men heeft te veel gedaan aan de voor
bereiding van de maatschappelijke vor
ming en te weinig aan de geestelijke.
Daar komt bij, dat in verschillende wer
ken en werkjes over de paédagogiek on
gunstig over dit onderwijs wordt gespro
ken, ja, er zijn zelfs onder de piaediago-
gen stemmen opgegaan, om dit vak te
schrappen.
Na vermelding daarvan en van de door
sommige aanbevolen cultuur-historische
methode, zejgt deze districtsschoolop
ziener dal z. i. deze wijze van behande
ling voor de kinderen moeilijker en ze
ker minder interessanft is, dan de vroeger
gevolgde methode, indien deze iaajstte
ten minste nie<t ontaardt in het noem|en
van feiten en jaartallen.
Hel schijnt hem toe, dat in de mid
delklassen het onderwijs in dut vak In
hoofdzaak mjoet bestaan uit biographieën
waaromheen dan in het 5de en 6dé leer
jaar de geschiedenis als e|en geheel wordt
opgebouwd. Maai- niet te uitvoerig en
vooral nief te veel namen en jaartallen.
Dr Te Lintum zegt, dat de geschiede
nisles alleen dient om' het maats,chappel'ijki
en staaft kundig leven beter te doen be
grijpen.
Ik zou willen zeggenóók, maar niet al
leen. Dit onderwijs kon ook vormende
waarde hebben; het moet nationaliteits
gevoel en vaderlandsliefde aankweeken
en zal daardoor mannen en vrouwen met
flinke karakters kunnen vormen.
Maar natuurlijk kan diat alleen, ais de
onderwijzer zelf liefde voor zijn geboor
tegrond en het land zijher voorvaderen
heeft; de cosmopolitische onderwijzer
voelt hiervoor niets.
Ook deze verslaggever merkt op, dat dit
vak in den regel heter dan in de openbare
school tot zijn recht komt' in de bijzon
dere, waar de onderwijzer vrijer staat ©n
wijzen kan op de leiding Gods met Ne
derland.
r™ J0^ het wiJs kan Niet aile dat
is/ juist de aansluiting bii het heden, die' J
gemisl wordt. En diel oU „iet moghijl,I m°t
als men niet voldoende tijd overhoudt1 f, o, min ot meer met
voor het heden. Ik zonder één ding id( w«-dt onderwezen. Gelukkig;
en dat is de geschiedenis van ons Vor-idat m h*\ dlst"ct Middelburg slechts een
stenhuis; daar is zooveel gemakkelijk te1 «ereriaite onderwijzer J^onden wordt
ziene continuïteit, dat de aansluiting on-'?6 'T Z°f ?°°r Gen der^ke °Pvat"
merkbaar tot stand komt. Hoewel ik niet' J JJf*
te klagen heb over het openbaar onder- neemt ecllter met we§> dal er
Bonna» naar bet En^etscii
vian BOOTH TAR KINGTON,
69)- [iij
,,Ja, hij kan ook wel iets hebben ver
loren",, zei Sheridan. „Ik houd het ei
voor, dat hij een hoop dwaasheid heeijt
verloren, benevens zijn Godvergeten denkj-
neeldten over het schrijven van poëzie
en
„Neen 'hieïo zijn vrouw vol. ,Ik be-
dpel ,hij ziet er echt ziekelijk uit Eer
gisteren, toen hij bij ons zat, keek hij
maar al dOor het raam uit; hij Las niet
,,Nu waarom zou hij niet uit het raain
-
UIT DE PERS.
De positie onzer Ree-
de r ij e n.
In- en Uitvoer bespreefejt in zijn jongste
nummers de financieel© positie onzer
voornaamste reederijen. Het blad 2ou
dengenen, die het ondj&rnemersidealisme;
als factor in werkelijkheid in twijfel trek
ken, een ernstige bes(tudeering van de
gestie onzer reedjerijen in de laaitslte ja
ren willen aanbevelen. „Want hierbij zal
men tot de conclusie mloeten komten,
ctal de politiek der ischeep vaarton dter-
nemingen niet in de ejersite plaats er op
gericht is geweesit om lioioge dividtenden
aan het in de scheepvaart beltegde kapi
taal uift te keeren. Men vfergelijke slechts
de bedragen der bruto winslten mfet het
geen aan dividenden is uitbetaald. Meer
d!an door het aandeelhouqersbeLarig leb
ben de directies, zoowel djer vooraan
staande als van de meeste klteinere maat
schappijen, zich laten leiden door niet be
lang der onderneming als zoodanig, door
den wensch: te hebben krachjtige maat
schappijen, groote en moderne vleten,
en vaartroutes, welke den aardbol om
spannen. Al naar het sfandpunft waarop
men zich stelt, zal men hierin lof of cri-
tiek kunnen vin|d©n, doch onontkoombaar)
lijkt ons de gevolgtrekking, da|t naast de
zucht naar gewin andere factoren, van
ideëelen aard, in de werkelijkheid van
het seheepvaartbeleid h[ebben me age gol
den
Met dlait al zijn de aandeelhouders er
niet bijster goed afgekomen. Wanneer
(men den staat der middenkoersen en
dividenden beschouwt, zal men zien, dajt
van een hoog rendement 'tegenover de
beurmoteerinjg maar uiterst zelden spra
ke zijn. Zij, die fcoit topprijzen hebben
gekocht, hebben nimmer een behoorlijke
rente van hun geld gjezien, terwijl ook
veelal de emissie/koersen dusdanig waren,
dat daarbij van een majtig rendement
zelfs niet meer kan worden gesproken.
Wèl gevaren zijn zij, die in 1914 scheep
vaartwaarden hadden, diocNh maien zij
die niet tijdig van dé hand hebben gfedjaan
zijln ook in het al-gemeen hun baten nl|et
van dien aard! geweest, diajt die allé
ophef omtrent de sclieepvaartwinsften
zteuaen hebben kunnen rechtvaardigen.
De winsten welke in het bedrijf zijn
gelaten, alsmede de agfro's, behaald! bij
de uitgifte van aandeelen, wteerspiegelen
zich allerminst in den koers der aandee
len. Nemen wij als voorbeeld u^e Hol
land—Amerika Lijn. Naast een kapitaal
van 25.000.000 gulden staan reserves van
bijna 70 millioen. In de boekwaarde van
vloei en etablissementen schuiten nog
enorme stille reservjes, zoodat reservé en
stille reserves te zamjen welhaast het
viervoud van het kapitaal vormen. In de
waardeering ter beurze (tusschjen 200
en 235) komt dus wel zeer sterk die over
tuiging tot uitdrukking, dat aan de ver
wezenlijking van het nieuwbouwprogranr
ma enorme bedragen zullen word)en ge
offerd.
Natuurlijk is het niet j uist oon vop ral
naar de liquidatiewaarde te kijken bij de
beoordeeling der rentabiliteit. De voor
uitzichten. welke voor het emplooi van
de vloot bes|taan en de mate waarin dit
z'al loon end zijn, zijn zeker eveneens)
belangrijk. En in dit verband kan voor
onze groote reederijen als ongunstige
omstandigheid worden genoemd ,dja(t in
ide lijnen vian de Vereienigde nog iteeidsj
vreemde schepen in tim|e-charter varen
(een aantal Abbey's de Malvodio, de C,as-
sio, de Orsino, alle onder Engelsche vlag
gebrachte ex-ennemy vessels). Deze sclije-
pen zullen natuurlijk ui,t de Nederland-
sche lijnen worden genomen, naar matje
-de in de Vereenigde detelhebbénde maat
schappijen eigen tonnage beschikbaar
krijgen
Uit de krachjtige reserves, welke bijna
olie reederijijen voor afschrijving op sché
pen in aanbouw hebben gemaakt, spreekt
intusschen reeds duidelijk genoeg de op-
vatjtinjg, da|t de besjteldje schepten te duur
zijn ,om tegen kosftprijzen loonend in de
vaart te kunnen worden gebrachjt.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
schip „De Verwachting", van Oostende
naar Antwerpen gedirigeei'd. Ook dit werd
natuurlijk belet; de Hoitandsche vice-ad-
miraal stelde een wacht aan boord. Eerst
half November kreeg de schipper last,
naar Oostende terug te keeren; hét Schet-
de-incident was geëindigd, mpar de vloot
bleef nog lang gemobiliseerd.
Bovengenoemd schilderij nu geeft geeo.
voorstelling van de aanhouding van de
brik, maar van de positie der Nederland-
sche oorlogsschepen vóór Vlissingen in
October 1784. Op den achtergrond ziet
men de stad, op /dien voorgrond de oor
logsschepen Alkmaar, Harlingen, Tromp
en een kotter. De Alkmaar en d© Tromp
zenden sloepen uit, om De Verwachting]
tegemoet te gaan. In tegenstelling mét
een der vele prenten uit dien tijd met
meerendeels overdreven voorstellingen
over de brik, acht de heer Verstér het
waarschijnlijk dat het schilderij ten ge
noegen van een der commandanten van
de voorgestelde oorlogsschepen is ver-
rawüaia 1 i
„Hij keek naar het' huis hier naaqt.
Hij heeft, geloof ik, den geheei©n middag
geen woord gelezen."
„Kijk eens hier", zei Sheridan. Bibbs
had de rest van zjjn leven wel steeds hier
naast kunnen blijven heengaan zon dér
poit iets uit te voeren, maar wat hij Sibyl
heett hooren zeggen, 'heeft in ieder geval
iets heel good's uitgewerkt. Daardoor is
U,ll; geestvervoering wakker ge-
sc ïud Hij moest daaruit opeens met een
klap har stén en dlat maakte een eind aan
zijn bezoeken daar en aan zijn dichtén
maar naar mijn idóe zal hij ruimschoots
vergoeding krijgen voor hetgeen hij heeft
verloren. Ik geloof dht vele jonge mannen
dergelijke dingjbn moeten hjeen ko
men; zij moeten iets verliezen als zij te
genwoordig' tot de eersten willen behoo
ren in de processie en het komt mij voor
mama, dat Bibbs alles voorbij zal streven.
Wel, ik wil wedden, djat h"{ 5ver een
naar jaar niet meer weet, dat er ooit zoo
iets bestond als gedichten maken! En is
iiij niet grappig? Hij wenschte in de fa
briek te blijven om te kunnen denken!
I Hij bedoelde over iets nutteloos t© den-
ken. Maar zijn geest heeft dezer dagjen
dunkt mij wel voldoende bezigheid mee
ander en beter werk. Ja, een zé©r grooté
schok moest hem uit zijn geestvervoering
laaien, maar die heeft dan ook zijn plicht
gedaan."
Hij sloeg zijn vrouw weer op den
schouder en daarop barstte hij zonder
e enige voorafgaande symtomen, in een,
luidruchtig gelach uit..
„Eerlijk /gezegd mama hjij werkt als
een /gorilla!"
I HOOFDSTUK XXXI.
En altlus zat Bibbs met de gjetd'schie-
i ter-; in liet voorporftaal van den tempel.
Maar er kwam niet iemand om hem wesjj
te slaan, want dit was de tempel van.
Grootheid en het wisselen v,an geld was
heilige eeredleust en wa;|e godsdienst. Dé
priesters hadflen d(at „strakke" in hun
uiterlijk, d(at Bibbs' moeder had aezien,
üjat zich om zijn mond en oio'gen begon
te vertoonen een „omzicliligen blik"
dien zij niet kon beschrijven, maar die
jnel den dienst in den tempel verschijnt
en die was te meer opvallend bij Bibbs
dooi het zoo plotseling ontwaken van
zijn geest voor aan dien dienst noodzake
lijk verbonden plichten.
De oorlogsbedreiging op de
Schelde in 1914.
Het vierde jaarverslag der Vereenigjino
Nederlandsch Historisch Scheepvaart Mu
seum bevat o. a. in de bijlagen een bij
drage van denh eer J. F. L. de Balbian.
Verster over de oorlogshedreigjing op dé
Schelde in 1784, verlucht met een re
productie van een schilderij van Engel
Hoogerheyden. waarop een episod© uit
deze verwikkelingen wordt afgjebeeld'. Dit
schilderij, meer van historisch dan van
artistiek belang!, is thans in het bezit van
genoemd Museum.
Terwijl ons land nog met Engeland
in oorlog was, kwam' keizer Josef II plot
seling met een aantal eischen, o. a. weg
nemen van het wachtschip voor Lillo,
en slechting van eenige Scheldefortén.
vrijverklaring van de sinds 1648 gesloten
Schelde dus. De Staten-Generaal wezen
's keizers eischen af en maakten zich ge
reed de vooral voor Amsterdam zoo- ge
vaarlijke opening van de Schelde gewa
penderhand te beletten. Einde Juli 1784
werd een vloot voor Vlissingen samenge
trokken onder commando van Iden vice-
admiraal H. P. Reynst, die instructie had'
de Schelde krachtdadig gesloten te hou
den. In begin October werd een schip
de Schelde afgezonden, doch door dé
Holiandsche oorlogsschepen aangehour
den; bijna gelijktijdig werd' een ander
Hij deed zoo weinig mogelijk aan „nut
teloos denken" gunde er zich geen tijd
voor. Voortdurend was hjij ;aan het werk
eu bepaalde zijn gedachten daar nog' bij
als hij 's avonds thuis kwam en sprak
niets anders dan over zijn werk. MaaA
hij zong er niet bij. Hij was dikwijls op
straat en heft zingen op slraajt was ver
boden. Men mocht .allerlei soio-rt afschu
welijk lawaai maken men kon gebou
wen a,an 't wankelen brengen, men kon
den donder overstemmen, den dop-ve doo-
ver maken en den zieke door rumoer j
dpoden of men kon schreeuwend!, gil-t
lend en tierend, zooals men verkoos door j
de str-aten wandelen of rijden, als maar j
aangetoond kon worden, dpt da(t alles j
met zaken in verband stond, maar straat- j
muzikanten werden niet getolereerd, dief
werden als een plaag en een stoornis bé" j
scliouwd. 'n Mail of vrouw, die Voor
plezier zingende door dje straten liep
als een gekke Napo-litaan zou liet zwij
gen opgelegd en misschien zo(u hij opge
sloten worden; want vrijheid beteeken-
de niet dat 't 'n burger veroorloofd was
al hel buitensporig^; te doen, dal maar in
zijn hoofd opkwam. De straten waren
vi orzeker zonder zingen gevaarlijk ge
noeg en de motorbiond vaardigde publieke
waarschuwingen uit met de verklaring
dal de voetgangler zijn teven zelf in
handen had en met aanwijzingen hioe hij
met het mins(te gevflar kon vooruitkomen I
Maar Bibbs verlangde niet o.p -siraat le
zinlgen of ergens anders. Hij was aan 't
werk ge.gjaan met een eneigie, dié voor
het begin tenmin^s bitter was er er
was geen lust tojt zingen meer in hem.
Hij bejgon zijn medebur,gprs le lee
ren kennen. Hier en diaar vond hij tus-
schen hen een minder prozaïsche, vrien
delijke ziel, een relique uit rijen oudén
DE NIEUWE REISWIJZE.
(Van onzen Parijschen correspondent;,
(Nadruk verboden;.
Brussel/Parijs, 22 J uii.
Ik schrijf u dezen in den Farman-
Goli&th, op weg van Amsterdam naar Pa
rijs. Ik hen een paar dagen naar Holland
geweest om eventjes mijn mofedier te
pnihelzen, per vliegtuig heen ©n t©rug.
Zaterdag gegaan, en hedena Vrijdag, weer
huistoe.
Het is als een droom en toch is aLlesj
om mij heen, kalme, nuchtere werke
lijkheid.
.Wij zitten, mijn. vrouw en ik, op de
twee voorplaatsen, in het puntje van den
neus van het toestel. Die plaatsen had ik,
omdat ze de mooiste zijn, al dadelijk hij
mijn aankomst, Vrijdag, in Schiphol, gere
serveerd. Voor pus, en aan beide zijden^
links en rechts hebben wij groote glazen
ruiten, waardoor, wij een prachtig, onbe
lemmerd uitzicht genieten tot over drié
kwart van den horizon. Midden onder
de middelste twee voorruiten is een
ventilator, waardoor een weldadig koeltje
'binnenstroomt.
We leunen in gemakkelijke rieten fan-
teuils, naast elkaar. Tus&chen onze stoe
len is er een gangpad, dat over Ide- geheeic
lengte van do schuit door loopt, tot ach
ter toe, waar, in den zijwand, de uitj-
gang is.
Achter ons zitten twee dames, Engel
sche natuurlijk vier vijfden van het
op de nieuwe wijze reizend publiek zijn
Engelschen en Amerikanen en daar
achter is een kleine vierkant© ruimte,
waar, in zijn hoogen stuurstoel, de be
stuurder gezeten is. Wij' zien zijn voétén,
die, in evenwicht, op het horizontaal
stuur rusten. Dr;ukt hij den linker voet
zacht een weinig neer, dan zwenkt hejj
vliegtuig naar linksdrukt hij' den rechter
dan wenden wij' den h|oeg naar rechts.
Het bovengedeelte van zijn lichaami rijst
uit 'b(oven de schuit, door een opening
in het dak. Met de handen manoeuvreert
hij hoogte- en laagtestuur, en, wanneer
het noodig is, ook den mlotor. Vjoor hem
heeft hij een uitvoerig uitgewerkt© kaart
van het terrein, zooals het zichj voordoet
vanuit de hoogte. Toen wij Vrijdag, op
de heenreis, achter hjean) zaten, kofnd©n|
wij dat alles gped zien, en zagen wij1 ook
den wijzer van den hoogtemeter dié
meestal tusschen de 1200 én 1400 meter
heen en weer schommelde.
Naast den bestuurder staat zijn trouwe
helper: de mecanicien. Daar het prach'-
tig, onbewolkt weer is, heeft deze niet
veel te doen ,en houdt zich onledig meij
allerlei ondefd'oelen glimmend op té
poetsen en in het vet zetjtén. VerledPta
iemand zich wijdde aan iets 'buiten zijn
zaak, dan werd hij in het óbg geltou-
den zijn crediet was in gevaar dat
wil zeggen, zijn leven was in gevaar,
tij-a van kameraadschappelijkheid, ge- En de oude priesters waren ev©n vurig
wioonlijk pioniersen er waren mannen als de jongerehet millioen was even
voornamelijk tusschen de koO-plui en i bbgieerig om grooter te worden als
fabrikanten zoo eerlijk, dat zij ook totde duizend; menschen van zeventig jaar
het verleden overhelden; somstijdis man- waren even (bezig-als die van zeventien, i
nen, wier reputaties gevesfligki waren door £)e een trachtte met alle krachten d©n
verbalen van heldbfaltige otters aan de j ander voorbij te streven -en de oudfe
eer; ook ontbrak liet niet aan vooifbeel- j priesters waren het meest behoedzaam,
den van nog nobeler grootmoedigheid!, wjsten het mooist te praten, waren het
A (ë\n toe ti of hij '-ook mannen aan, gevaarlijkst. Bibbs leerde inzien, dat hij
die in hun vrjjen tijd aan literatuur! z;cj1 voorzichtig' tusschjsn hen mloest be
deden en ondei de Duitsciiers musici.we,gen hij moest duizend otogen heb-
En zoowel <leze als de anderen aan-ji^er, njet ;n Eet nauw te geraken!
baden de Grootheid en haar giioei, j Fn buiten den tempel waren de voor-
ieder diende die terwille van zich- fgewende dienaren: een zwferm van diej
zeli en om hetgeen hij er bij winnen i yen, bedriejgers en afzetiters, d/e sluwe
kon ,moar allen waren een in hun ge- j schurken en de openlijke schurken, maar
loof aan de weldadigheid en glorie- dje apen waren zwak volk, niet gevaarlijk
van hun God. ali hij ze maar eenmaal kende en hij
Voor bijna allen was die dienst het had een goeden gidls om ze hem aan
belangrijkste in het leven, behalve bij j te wijzen Hij kwam tolt de ontdekking!,
de een of andere voorkomende, korte j tial ze hem- somltijds van nuft waren,
tusschenregeering zooals hij een gevaar-,je/n veten van hen dienden als tusschen-*
lijke ziekte van een vrouw of kind. j personen in zaken, waarbij men zeer po-
Op het punt van „ontspanning" kozen'
sommige dienaren het kolfspel; sommi
ge hel visschien, andere vertooningpn
een mengelmoes van kinderlijke negers
humor, dramatische voorstellingen en ke
telmuziek; sommige gaven zich af ->n toe
over aan uitspattingen, sommigen deden
aan kaartspel en weer anderen deden
niets. De hooge priesters waakten er
ijverig voor ,dat de •ontspanning" geen
invloed op den dienst had. Wanneer
liliek moeit te werk gaan. Hij kwam'
er ook achter hoe bierbrouwerijen en
maatschappijen van tractie, banken en
andere instituten elkaar bevochten om!
ir. het bestuur der sitad den toon aan te
geven.
(Wordt vervolgd).