FEUILLETON. JL 13 U VOEGSEL FABRItKSgöOS. B 11 e d I a n d. Binnenland. cent 7» Zaterdag 30 Juli 1921, no. 177. hier 'f a. lleh- ezer enst- m copxe Hotel ll 38 of ran refaii AM. TA» D» letter IX. 9.- TAM VADERLANDSCHE GESCHIEDENIjS OP DE LAGERE SCHOLEN. In het thans als Bijlage van de Kamer stukken in druk verschenen Onderwijs verslag over 19181919, lager onderwijs, •wordt door den inspecteur der tweede in spectie uitvoerig vermeld wat d© dis trictsschoolopzieners hem raipporteerden over het onderwijl in de geschiedenis. [We laten hier het oordeel volgen van de beide toenmalige districtsschoolopzie ners van Zeelnd: Goes: „Lang niet alle onderwijzers hebben een doelstelling voor het onderwijs in de beginselen der vad©rlandsc'he geschie denis; op heel veel scholen Weeft het er wat van alsof het eigenlijk ©en soort amusement is, een aangename afwisse ling van exacte vakken, de poëzie t© mid den van veel dor kennen, d© koele oase te midden van de heet© woestijn. En nu wil ik niet ibeweren, dat het dit niet mag zijn, als het dit is, heeft het zeker de belangstelling van d© leerlingen is het geschiedenisuur een prettig uur, en hunkert de klas er naar als naar iets, dat in den smaak valt. Nog honderdmaal liever dat, dan de dorre jaartallen, na mén, oorlogen veld- en zeeslagen en vre- deSbepalingenigeschiedenisles. En ook zelfs dan de schijnbaar belangwekkende cultuurgeschiedenisles, met haar belang stelling vragen voor den aanleg van straat- en spoorwegen, het inpjoiderén van schorren en kardoezen, het graven van kanalen en waterwegen, het afgraven, uit baggeren en droogleggen van hoog© ©n lage venen, het wisselen van de mode in kleeren, schoenen, ho©den, rijtuigen, huismeubels en aardewerk. Niet uitslui tend amusement, evenmin uitsluitend aanbrengen van nuttige, z.g. algemeen© ontwikkeling, maar wat dan? Wat is dan de bedoeling en tot welk resultaat moet het dan leiden? "lo. het leuren begrij pen van eigen omgeving en eigen tijd; 2o. het leeren inzien, dat d© toestanden van tegenwoordig zich langzaam' ontwikkeld hebben uit het verleden; 3o:. hJet leerén waar doe ren, dat ons land, volk en re- geeringsinstituut is een eigen formatie, die onder hoogere leiding geworden is tot een zelfstandigheid1 en een eenheid, waarvoor het waard is, gloed en desnoods bloed te offeren; 4)0. karaktervorming. Toets ik de geziene resultaten aan deze vier doeleinden, idan ontdekt© ik ©en be langrijk tekort.. i „Van het begrijpen van onzen eigen tijd komt te weinig' terecht, omdat in den regel de nieuwste geschiedenis te laat ein stoms in het geheel niet aan de b©urt komt." Ik geloof nu wel, dat het ver leden bij de behandeling yam dit vak vol doende wijs, heb ik toch wel den indruk, dat men het verband te dezer zake opz©ttlpiijk scherper doet uitkomen bij het bijzonder onderwijs. Dat brengt de geheele oplei ding van de leerkrachten mede; men isi bij het opleiden van den bijzonderen on- onderwijzer niet zoo schuchter in het noemen en aantoonen van Gods leiding in de geschiedenis van ons volk en in nauw verband daarmede in die van het Oranjehuis." Middelburg. ,,Over het algemeen moet worden ge constateerd, dat het onderwijs in dit vak! beneden dat in andere vakken schijnt t© staan. Wat kan hiervian de oorzaak zijn? De schoolopziener in het arrondisse ment Middelburg schrijft hieromtrent Tiet volgende „In de eerste plaats is er geen ander vak, waarbij de zelfwerkzaamheid van den den leerling zoo weinig op den voorgrond treedt, als» geschiedenis. En in plaats vjajn! de gelegenheden, waarbij d© leerling handelend kan optreden, te zoek©n bij het geschiedenisonderwijs, wordt er maai verteld en nog eens verteld, tot tenl slotte de jongen of het meisje „doodi- verteld" is. De leerlingen zijn t© veel! passief bij dit onderricht. In de tweede pla.alts ontbreekt het ve" ten onderwijzers zelf aan ejen goed inzicht en begrip van den samenhang der feiten. Op verschillende scholen bleek mij, dat geschiedkundige termen bloot namen voor de leerlingen waren, zondier inhoud) of ©cel een verkeerden inhoud, dien d© kin deren dan meestal zelf ©r in .gelegd hadden. En ten slotte is een der rédenen ook wel, dat geschiedenisonderwijs m. i. dan alleen goed kan zijn, wanneer die onder-i wijzer van het vak houdt, con amiore er les in geeft. En de liefde tot geschie denis is bij vele onderwijzers, in wie in de laatste jaren een oosmopolitiSche geest is gevaren, die van geen vaderlandsliefde of opwekking tot het nationaal gevoelen meer weten wil, stérk gedaald." Ik k'an het bovenstaande onderschrij ven; alleen zou ik de drie genoemde oorzaken in omgekeerde volgordje nemen Is er toch liefde voor het vak, dan zal men trachten hiervan de noodige ken nis te verkrijgen en zal er geest en levén in het onderwijijs komen. Bovengenoemde schoolopziener haalt een voorbeeld aan van een overigens goed onderwijzer, dïe verklaarde,.Ik houd niet van dit vak." Een zelfde er varing had ik vroegler, toen ik bij hel: vorig onderzloek in een zejer goede schoot kwam, waar het 'onderwijs in de meesje Vakken op een hoioig peil stond. Toen ik hel hoofd vroeg, hpever de 5d(e klasse met geschiedenis was gevorderd, ant woordde hij .-„ik heb djt jaar nog niejt aan dit vak kunnen doen (het was in Juni) in deze klasse: pp zijn vraag, wat er dan in de 6de klasse was 'behandeld, volgde de bekentenis, dat voor diit vak wel lVa uur per week op den roioister was uitgetrok ken maar dat deze uren werdjen gebruikt voor taai en rekenen, omdat net hoofd deze van meer belang vond vopK toe kom si der leerlingen en „omdat iiij niet van geschiedenis hield". Ook verKlaarden mij indertijd enkele onderwijzers, dat zij het niet goedvonden van de „zoogenaamde heldendaden" dér voorvaderen te vertellen, omdat deze vaak hun grond vonden in roofzucht of een of anderen leelijken karaktertrek. Het is na tuurlijk, dat een onderwijzer, die de da den onzer groote mannen in dat licht beschouwt, geen goed geschiedenisonder- nig liefde voor de geschiedenis iss bij me nig onderwijzer; men- voelt niet het nuU van het onderwijs in dit valk. Is dat mis schien een gevolg der materialistische le vensbeschouwing der laatste decenniën? Ik vrees het. Men heeft te veel gedaan aan de voor bereiding van de maatschappelijke vor ming en te weinig aan de geestelijke. Daar komt bij, dat in verschillende wer ken en werkjes over de paédagogiek on gunstig over dit onderwijs wordt gespro ken, ja, er zijn zelfs onder de piaediago- gen stemmen opgegaan, om dit vak te schrappen. Na vermelding daarvan en van de door sommige aanbevolen cultuur-historische methode, zejgt deze districtsschoolop ziener dal z. i. deze wijze van behande ling voor de kinderen moeilijker en ze ker minder interessanft is, dan de vroeger gevolgde methode, indien deze iaajstte ten minste nie<t ontaardt in het noem|en van feiten en jaartallen. Hel schijnt hem toe, dat in de mid delklassen het onderwijs in dut vak In hoofdzaak mjoet bestaan uit biographieën waaromheen dan in het 5de en 6dé leer jaar de geschiedenis als e|en geheel wordt opgebouwd. Maai- niet te uitvoerig en vooral nief te veel namen en jaartallen. Dr Te Lintum zegt, dat de geschiede nisles alleen dient om' het maats,chappel'ijki en staaft kundig leven beter te doen be grijpen. Ik zou willen zeggenóók, maar niet al leen. Dit onderwijs kon ook vormende waarde hebben; het moet nationaliteits gevoel en vaderlandsliefde aankweeken en zal daardoor mannen en vrouwen met flinke karakters kunnen vormen. Maar natuurlijk kan diat alleen, ais de onderwijzer zelf liefde voor zijn geboor tegrond en het land zijher voorvaderen heeft; de cosmopolitische onderwijzer voelt hiervoor niets. Ook deze verslaggever merkt op, dat dit vak in den regel heter dan in de openbare school tot zijn recht komt' in de bijzon dere, waar de onderwijzer vrijer staat ©n wijzen kan op de leiding Gods met Ne derland. r™ J0^ het wiJs kan Niet aile dat is/ juist de aansluiting bii het heden, die' J gemisl wordt. En diel oU „iet moghijl,I m°t als men niet voldoende tijd overhoudt1 f, o, min ot meer met voor het heden. Ik zonder één ding id( w«-dt onderwezen. Gelukkig; en dat is de geschiedenis van ons Vor-idat m h*\ dlst"ct Middelburg slechts een stenhuis; daar is zooveel gemakkelijk te1 «ereriaite onderwijzer J^onden wordt ziene continuïteit, dat de aansluiting on-'?6 'T Z°f ?°°r Gen der^ke °Pvat" merkbaar tot stand komt. Hoewel ik niet' J JJf* te klagen heb over het openbaar onder- neemt ecllter met we§> dal er Bonna» naar bet En^etscii vian BOOTH TAR KINGTON, 69)- [iij ,,Ja, hij kan ook wel iets hebben ver loren",, zei Sheridan. „Ik houd het ei voor, dat hij een hoop dwaasheid heeijt verloren, benevens zijn Godvergeten denkj- neeldten over het schrijven van poëzie en „Neen 'hieïo zijn vrouw vol. ,Ik be- dpel ,hij ziet er echt ziekelijk uit Eer gisteren, toen hij bij ons zat, keek hij maar al dOor het raam uit; hij Las niet ,,Nu waarom zou hij niet uit het raain - UIT DE PERS. De positie onzer Ree- de r ij e n. In- en Uitvoer bespreefejt in zijn jongste nummers de financieel© positie onzer voornaamste reederijen. Het blad 2ou dengenen, die het ondj&rnemersidealisme; als factor in werkelijkheid in twijfel trek ken, een ernstige bes(tudeering van de gestie onzer reedjerijen in de laaitslte ja ren willen aanbevelen. „Want hierbij zal men tot de conclusie mloeten komten, ctal de politiek der ischeep vaarton dter- nemingen niet in de ejersite plaats er op gericht is geweesit om lioioge dividtenden aan het in de scheepvaart beltegde kapi taal uift te keeren. Men vfergelijke slechts de bedragen der bruto winslten mfet het geen aan dividenden is uitbetaald. Meer d!an door het aandeelhouqersbeLarig leb ben de directies, zoowel djer vooraan staande als van de meeste klteinere maat schappijen, zich laten leiden door niet be lang der onderneming als zoodanig, door den wensch: te hebben krachjtige maat schappijen, groote en moderne vleten, en vaartroutes, welke den aardbol om spannen. Al naar het sfandpunft waarop men zich stelt, zal men hierin lof of cri- tiek kunnen vin|d©n, doch onontkoombaar) lijkt ons de gevolgtrekking, da|t naast de zucht naar gewin andere factoren, van ideëelen aard, in de werkelijkheid van het seheepvaartbeleid h[ebben me age gol den Met dlait al zijn de aandeelhouders er niet bijster goed afgekomen. Wanneer (men den staat der middenkoersen en dividenden beschouwt, zal men zien, dajt van een hoog rendement 'tegenover de beurmoteerinjg maar uiterst zelden spra ke zijn. Zij, die fcoit topprijzen hebben gekocht, hebben nimmer een behoorlijke rente van hun geld gjezien, terwijl ook veelal de emissie/koersen dusdanig waren, dat daarbij van een majtig rendement zelfs niet meer kan worden gesproken. Wèl gevaren zijn zij, die in 1914 scheep vaartwaarden hadden, diocNh maien zij die niet tijdig van dé hand hebben gfedjaan zijln ook in het al-gemeen hun baten nl|et van dien aard! geweest, diajt die allé ophef omtrent de sclieepvaartwinsften zteuaen hebben kunnen rechtvaardigen. De winsten welke in het bedrijf zijn gelaten, alsmede de agfro's, behaald! bij de uitgifte van aandeelen, wteerspiegelen zich allerminst in den koers der aandee len. Nemen wij als voorbeeld u^e Hol land—Amerika Lijn. Naast een kapitaal van 25.000.000 gulden staan reserves van bijna 70 millioen. In de boekwaarde van vloei en etablissementen schuiten nog enorme stille reservjes, zoodat reservé en stille reserves te zamjen welhaast het viervoud van het kapitaal vormen. In de waardeering ter beurze (tusschjen 200 en 235) komt dus wel zeer sterk die over tuiging tot uitdrukking, dat aan de ver wezenlijking van het nieuwbouwprogranr ma enorme bedragen zullen word)en ge offerd. Natuurlijk is het niet j uist oon vop ral naar de liquidatiewaarde te kijken bij de beoordeeling der rentabiliteit. De voor uitzichten. welke voor het emplooi van de vloot bes|taan en de mate waarin dit z'al loon end zijn, zijn zeker eveneens) belangrijk. En in dit verband kan voor onze groote reederijen als ongunstige omstandigheid worden genoemd ,dja(t in ide lijnen vian de Vereienigde nog iteeidsj vreemde schepen in tim|e-charter varen (een aantal Abbey's de Malvodio, de C,as- sio, de Orsino, alle onder Engelsche vlag gebrachte ex-ennemy vessels). Deze sclije- pen zullen natuurlijk ui,t de Nederland- sche lijnen worden genomen, naar matje -de in de Vereenigde detelhebbénde maat schappijen eigen tonnage beschikbaar krijgen Uit de krachjtige reserves, welke bijna olie reederijijen voor afschrijving op sché pen in aanbouw hebben gemaakt, spreekt intusschen reeds duidelijk genoeg de op- vatjtinjg, da|t de besjteldje schepten te duur zijn ,om tegen kosftprijzen loonend in de vaart te kunnen worden gebrachjt. KUNST EN WETENSCHAPPEN. schip „De Verwachting", van Oostende naar Antwerpen gedirigeei'd. Ook dit werd natuurlijk belet; de Hoitandsche vice-ad- miraal stelde een wacht aan boord. Eerst half November kreeg de schipper last, naar Oostende terug te keeren; hét Schet- de-incident was geëindigd, mpar de vloot bleef nog lang gemobiliseerd. Bovengenoemd schilderij nu geeft geeo. voorstelling van de aanhouding van de brik, maar van de positie der Nederland- sche oorlogsschepen vóór Vlissingen in October 1784. Op den achtergrond ziet men de stad, op /dien voorgrond de oor logsschepen Alkmaar, Harlingen, Tromp en een kotter. De Alkmaar en d© Tromp zenden sloepen uit, om De Verwachting] tegemoet te gaan. In tegenstelling mét een der vele prenten uit dien tijd met meerendeels overdreven voorstellingen over de brik, acht de heer Verstér het waarschijnlijk dat het schilderij ten ge noegen van een der commandanten van de voorgestelde oorlogsschepen is ver- rawüaia 1 i „Hij keek naar het' huis hier naaqt. Hij heeft, geloof ik, den geheei©n middag geen woord gelezen." „Kijk eens hier", zei Sheridan. Bibbs had de rest van zjjn leven wel steeds hier naast kunnen blijven heengaan zon dér poit iets uit te voeren, maar wat hij Sibyl heett hooren zeggen, 'heeft in ieder geval iets heel good's uitgewerkt. Daardoor is U,ll; geestvervoering wakker ge- sc ïud Hij moest daaruit opeens met een klap har stén en dlat maakte een eind aan zijn bezoeken daar en aan zijn dichtén maar naar mijn idóe zal hij ruimschoots vergoeding krijgen voor hetgeen hij heeft verloren. Ik geloof dht vele jonge mannen dergelijke dingjbn moeten hjeen ko men; zij moeten iets verliezen als zij te genwoordig' tot de eersten willen behoo ren in de processie en het komt mij voor mama, dat Bibbs alles voorbij zal streven. Wel, ik wil wedden, djat h"{ 5ver een naar jaar niet meer weet, dat er ooit zoo iets bestond als gedichten maken! En is iiij niet grappig? Hij wenschte in de fa briek te blijven om te kunnen denken! I Hij bedoelde over iets nutteloos t© den- ken. Maar zijn geest heeft dezer dagjen dunkt mij wel voldoende bezigheid mee ander en beter werk. Ja, een zé©r grooté schok moest hem uit zijn geestvervoering laaien, maar die heeft dan ook zijn plicht gedaan." Hij sloeg zijn vrouw weer op den schouder en daarop barstte hij zonder e enige voorafgaande symtomen, in een, luidruchtig gelach uit.. „Eerlijk /gezegd mama hjij werkt als een /gorilla!" I HOOFDSTUK XXXI. En altlus zat Bibbs met de gjetd'schie- i ter-; in liet voorporftaal van den tempel. Maar er kwam niet iemand om hem wesjj te slaan, want dit was de tempel van. Grootheid en het wisselen v,an geld was heilige eeredleust en wa;|e godsdienst. Dé priesters hadflen d(at „strakke" in hun uiterlijk, d(at Bibbs' moeder had aezien, üjat zich om zijn mond en oio'gen begon te vertoonen een „omzicliligen blik" dien zij niet kon beschrijven, maar die jnel den dienst in den tempel verschijnt en die was te meer opvallend bij Bibbs dooi het zoo plotseling ontwaken van zijn geest voor aan dien dienst noodzake lijk verbonden plichten. De oorlogsbedreiging op de Schelde in 1914. Het vierde jaarverslag der Vereenigjino Nederlandsch Historisch Scheepvaart Mu seum bevat o. a. in de bijlagen een bij drage van denh eer J. F. L. de Balbian. Verster over de oorlogshedreigjing op dé Schelde in 1784, verlucht met een re productie van een schilderij van Engel Hoogerheyden. waarop een episod© uit deze verwikkelingen wordt afgjebeeld'. Dit schilderij, meer van historisch dan van artistiek belang!, is thans in het bezit van genoemd Museum. Terwijl ons land nog met Engeland in oorlog was, kwam' keizer Josef II plot seling met een aantal eischen, o. a. weg nemen van het wachtschip voor Lillo, en slechting van eenige Scheldefortén. vrijverklaring van de sinds 1648 gesloten Schelde dus. De Staten-Generaal wezen 's keizers eischen af en maakten zich ge reed de vooral voor Amsterdam zoo- ge vaarlijke opening van de Schelde gewa penderhand te beletten. Einde Juli 1784 werd een vloot voor Vlissingen samenge trokken onder commando van Iden vice- admiraal H. P. Reynst, die instructie had' de Schelde krachtdadig gesloten te hou den. In begin October werd een schip de Schelde afgezonden, doch door dé Holiandsche oorlogsschepen aangehour den; bijna gelijktijdig werd' een ander Hij deed zoo weinig mogelijk aan „nut teloos denken" gunde er zich geen tijd voor. Voortdurend was hjij ;aan het werk eu bepaalde zijn gedachten daar nog' bij als hij 's avonds thuis kwam en sprak niets anders dan over zijn werk. MaaA hij zong er niet bij. Hij was dikwijls op straat en heft zingen op slraajt was ver boden. Men mocht .allerlei soio-rt afschu welijk lawaai maken men kon gebou wen a,an 't wankelen brengen, men kon den donder overstemmen, den dop-ve doo- ver maken en den zieke door rumoer j dpoden of men kon schreeuwend!, gil-t lend en tierend, zooals men verkoos door j de str-aten wandelen of rijden, als maar j aangetoond kon worden, dpt da(t alles j met zaken in verband stond, maar straat- j muzikanten werden niet getolereerd, dief werden als een plaag en een stoornis bé" j scliouwd. 'n Mail of vrouw, die Voor plezier zingende door dje straten liep als een gekke Napo-litaan zou liet zwij gen opgelegd en misschien zo(u hij opge sloten worden; want vrijheid beteeken- de niet dat 't 'n burger veroorloofd was al hel buitensporig^; te doen, dal maar in zijn hoofd opkwam. De straten waren vi orzeker zonder zingen gevaarlijk ge noeg en de motorbiond vaardigde publieke waarschuwingen uit met de verklaring dal de voetgangler zijn teven zelf in handen had en met aanwijzingen hioe hij met het mins(te gevflar kon vooruitkomen I Maar Bibbs verlangde niet o.p -siraat le zinlgen of ergens anders. Hij was aan 't werk ge.gjaan met een eneigie, dié voor het begin tenmin^s bitter was er er was geen lust tojt zingen meer in hem. Hij bejgon zijn medebur,gprs le lee ren kennen. Hier en diaar vond hij tus- schen hen een minder prozaïsche, vrien delijke ziel, een relique uit rijen oudén DE NIEUWE REISWIJZE. (Van onzen Parijschen correspondent;, (Nadruk verboden;. Brussel/Parijs, 22 J uii. Ik schrijf u dezen in den Farman- Goli&th, op weg van Amsterdam naar Pa rijs. Ik hen een paar dagen naar Holland geweest om eventjes mijn mofedier te pnihelzen, per vliegtuig heen ©n t©rug. Zaterdag gegaan, en hedena Vrijdag, weer huistoe. Het is als een droom en toch is aLlesj om mij heen, kalme, nuchtere werke lijkheid. .Wij zitten, mijn. vrouw en ik, op de twee voorplaatsen, in het puntje van den neus van het toestel. Die plaatsen had ik, omdat ze de mooiste zijn, al dadelijk hij mijn aankomst, Vrijdag, in Schiphol, gere serveerd. Voor pus, en aan beide zijden^ links en rechts hebben wij groote glazen ruiten, waardoor, wij een prachtig, onbe lemmerd uitzicht genieten tot over drié kwart van den horizon. Midden onder de middelste twee voorruiten is een ventilator, waardoor een weldadig koeltje 'binnenstroomt. We leunen in gemakkelijke rieten fan- teuils, naast elkaar. Tus&chen onze stoe len is er een gangpad, dat over Ide- geheeic lengte van do schuit door loopt, tot ach ter toe, waar, in den zijwand, de uitj- gang is. Achter ons zitten twee dames, Engel sche natuurlijk vier vijfden van het op de nieuwe wijze reizend publiek zijn Engelschen en Amerikanen en daar achter is een kleine vierkant© ruimte, waar, in zijn hoogen stuurstoel, de be stuurder gezeten is. Wij' zien zijn voétén, die, in evenwicht, op het horizontaal stuur rusten. Dr;ukt hij den linker voet zacht een weinig neer, dan zwenkt hejj vliegtuig naar linksdrukt hij' den rechter dan wenden wij' den h|oeg naar rechts. Het bovengedeelte van zijn lichaami rijst uit 'b(oven de schuit, door een opening in het dak. Met de handen manoeuvreert hij hoogte- en laagtestuur, en, wanneer het noodig is, ook den mlotor. Vjoor hem heeft hij een uitvoerig uitgewerkt© kaart van het terrein, zooals het zichj voordoet vanuit de hoogte. Toen wij Vrijdag, op de heenreis, achter hjean) zaten, kofnd©n| wij dat alles gped zien, en zagen wij1 ook den wijzer van den hoogtemeter dié meestal tusschen de 1200 én 1400 meter heen en weer schommelde. Naast den bestuurder staat zijn trouwe helper: de mecanicien. Daar het prach'- tig, onbewolkt weer is, heeft deze niet veel te doen ,en houdt zich onledig meij allerlei ondefd'oelen glimmend op té poetsen en in het vet zetjtén. VerledPta iemand zich wijdde aan iets 'buiten zijn zaak, dan werd hij in het óbg geltou- den zijn crediet was in gevaar dat wil zeggen, zijn leven was in gevaar, tij-a van kameraadschappelijkheid, ge- En de oude priesters waren ev©n vurig wioonlijk pioniersen er waren mannen als de jongerehet millioen was even voornamelijk tusschen de koO-plui en i bbgieerig om grooter te worden als fabrikanten zoo eerlijk, dat zij ook totde duizend; menschen van zeventig jaar het verleden overhelden; somstijdis man- waren even (bezig-als die van zeventien, i nen, wier reputaties gevesfligki waren door £)e een trachtte met alle krachten d©n verbalen van heldbfaltige otters aan de j ander voorbij te streven -en de oudfe eer; ook ontbrak liet niet aan vooifbeel- j priesters waren het meest behoedzaam, den van nog nobeler grootmoedigheid!, wjsten het mooist te praten, waren het A (ë\n toe ti of hij '-ook mannen aan, gevaarlijkst. Bibbs leerde inzien, dat hij die in hun vrjjen tijd aan literatuur! z;cj1 voorzichtig' tusschjsn hen mloest be deden en ondei de Duitsciiers musici.we,gen hij moest duizend otogen heb- En zoowel <leze als de anderen aan-ji^er, njet ;n Eet nauw te geraken! baden de Grootheid en haar giioei, j Fn buiten den tempel waren de voor- ieder diende die terwille van zich- fgewende dienaren: een zwferm van diej zeli en om hetgeen hij er bij winnen i yen, bedriejgers en afzetiters, d/e sluwe kon ,moar allen waren een in hun ge- j schurken en de openlijke schurken, maar loof aan de weldadigheid en glorie- dje apen waren zwak volk, niet gevaarlijk van hun God. ali hij ze maar eenmaal kende en hij Voor bijna allen was die dienst het had een goeden gidls om ze hem aan belangrijkste in het leven, behalve bij j te wijzen Hij kwam tolt de ontdekking!, de een of andere voorkomende, korte j tial ze hem- somltijds van nuft waren, tusschenregeering zooals hij een gevaar-,je/n veten van hen dienden als tusschen-* lijke ziekte van een vrouw of kind. j personen in zaken, waarbij men zeer po- Op het punt van „ontspanning" kozen' sommige dienaren het kolfspel; sommi ge hel visschien, andere vertooningpn een mengelmoes van kinderlijke negers humor, dramatische voorstellingen en ke telmuziek; sommige gaven zich af ->n toe over aan uitspattingen, sommigen deden aan kaartspel en weer anderen deden niets. De hooge priesters waakten er ijverig voor ,dat de •ontspanning" geen invloed op den dienst had. Wanneer liliek moeit te werk gaan. Hij kwam' er ook achter hoe bierbrouwerijen en maatschappijen van tractie, banken en andere instituten elkaar bevochten om! ir. het bestuur der sitad den toon aan te geven. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 5