FEUILLETON,
FABRIEKSROBK.
T W FEB E BLAB
Wecs geen voorwerp
van medelyden.
PINK PILLEN
Zateriaa 7 Mtl 1821, so 106.
-1
'VAK UÏ
VLM
Binnenland.
ZEIFSBESTUUR TEGENOVER AMBTE-
NAARSLEIWNGi
Dit opschrift kan gesteld worden hoven
een meedeeling over den vorm waarin
nu de verzekering van ziekengeld wordt
voorgesteld als resultaat van het overleg
tusschen de 'georganiseerde patroons en
arbeiders, en waarbij een geheel andere
methode wordt gevjolgd d,an bij de wet-
ITnlma, waaraan de uitvoering trouwens
is 'geschorst tot er een definitive vorm
•zou zijn gegeven aan die uit het pjafticu-
lier initiatief opjgekomen plannen. Dije
vorm is er nu, ah van „Proeve van een
ont werp-Ziekte wet'
Men kent den eigenaardigjen gang dezer
?,aakde wet-Talma die de uitkejeringr
van ziekengeld regéldje door de Raden
v'an Arbeid en daarnaast door erkendje
bijzondere ziekenkassen, was, loien zij
200 tanig onuitgevoerd bleef liggen, 'len
achter' gei'aakl bij de werkelijkheid. Ter
wijl in die wet nog altijd den patroon het
recht wordt toegekend om de helft vlan
de premie af te houden van hét loon van
oen arbeider, was in de collectieve con
tracten van lal van bedrijven de zaak
reeds zoo geregield,dat dje wetgever de
geheele premie betaalt, terwijl bovendien
de uitkeering hoogfer is dlan volgens d'e
•wet-Talma, omdat liet beheer goedkoo-
per is.
Die werkelijkheid kan niet genegeerd
worden. Toen de 'organisaties van werk
gevers en werknemers erop wezen, blééf
<ae -wet-Talma nog langer onuitgevoerd..
En tegelijk werd er bij de voorbereiding
viaii het nieuwe plan ook gelet .op an
dere bezwaren legen de regeling" Talma.
Maar de hoofdzaak is tjoch, dlat men
de controle goedkhoper en bieter ach|t
bij een uitvoering door de belanghebben
den zelf, dan hij die van een ov|erwegend'-
ambtelijken Raad van Arbeid; eu
dlat bij toelating der vele honderden
bijzondere ziekenkassen de verzekering
te veel verbrokkeld wordt.
In de bovenbedoelde prpieve is déze
materie nu, in hoofdzaken, als volgt ge
regeld:
De georganiseerde patroons of werk
gevers vormen een of meer vereeoigin-
gen (niet te veel), die zich met de werk
gevers verbindt voor de uitkejering' van
het ziekengeld. De Vereeniging kan den
betrokken werkgever belasten met de
voorloopige uitbetaling. En de onksoten
woraén 'gedragen door <Jje werkgjevers,
die daarvan niets mogen verhalen op hun
arbeiders.
Het ziekengeld bedraagt 80 pGt. 'van
het dagloon van den arbeider.
Het wordt Uitgekeerd over iederen djag,
uitgezonderd Zondagen djat de ongeschikjt-
heid tot werken duurt te beginnen met
don derden werkdag na dien, waarop die-
ze aanvipg, gedurende ten hoogste zes-1
en-twintig wéken.
Voor de niet-georgjaniseerdte werkge
vers zou ei" een zgn. ziekte-g|aranliefonds|
komen, waaruit de bij hen werkende ar
beiders de uitkeering krijg)cn bij ziekten.
De daar voor nioodige fondsen worden ge
vormd uit een dotor de werkgevers te
betalen nader vast te stellen percentage
vlan 't jaarlijks door hen uitbetaalde loon.
Ten slotte stelt het ontwerp een fonds
in tot helt nemen of bevjorderten van
maatregelen ter voorkoming van ziekte.
In dat fonds zal door alle werkgevers
moeten worden bijgedragen terwijl het
beheer in handen zal zijn van den raad
vlan toezicht. Uit dat fonds, dal uiteraard!
reeds spoedig over aanzienlijke inkomsten
zal 'komen te beschikken zullen subsidies
worden verleend aan sanatoria, zie'ken-
inrichtingen ,enz. en gjeldelijkje steun wor
den verleend aan instellingen van diver
sen aard, wier werkzaamheid ligt op het
gebied van de bevordering van dp volks
gezondheid.
DE NIEUWE ONGEVALLENWET 1921,
De vorige week heeft de Eerste Kamer
aangenomen de wet, houdende herzie
ning der Ongevallenwet 1901.
Daarbij zoo schrijft het Hand. zijn
hoogst 'belangrijke wijzigingen tot stand
gekomen.
De meest ingrijpende verandering is
de uitbreiding van den v e r z e. k; e-
ring'splioht. .Vroeger was in art. 10
bepaald, welke bedrijven verzekeringisr
plichtig waren: in het gewijzigde artikel
is 'bepaald, dat alle bedrijven verzeke-
ringsplichtig zijn, voorzöiover 'zij' niet mij'
deze wet van den verzekeringsplicht
zijn vrijgesteld. Die V r ijis.t e 11 i mfg strekt
zich volgens artikel 11 uit tot de land
bouw, veehouderij', tuinbouw en btech-
bouw; scheepvaartbedrijf buitengaats cn
het visschersbedrijf buiten rivieren en
'binnenwateren, dus de z.g. zeevisscherij
Hel gtevolg hiervan is, dat in elk ver-
zekeringsplichtig 'bedrijf voortaan de
werklieden zullen zijn verzekerd tegen
geldelijke gevolgen van ongevallen, hun
In verband mfet de uitoefening van het
bedrijf overkomen.
Een enorme uitbreiding dus van het
stelsel der wet: b.v. dajbi°.ek handel, de
'kruidenie ijs winkel iq, groente
winkels, kortom alle 'h an dels bei-
drijven vallen er thans onder. Dit gold
vroeger alleen, indien daarin een kracht
werktuig werd gébruikt, Verder om nog
maar eenige te noemen, barbie r s- en
kap per szaken, s,choepm'ake)r;ij-
e n (vroeger alleen als er arbéids,werk
tuigen werden gebezigd) w i s s e l- ®n
e ffe ctenbajnken, woningbu
reaus. enz. enz.
Het spreekt van zelf, dat de premie,
welke over het verdiende loon enz.
moet worden betaald (n.l. door den
werkgever) niet hoog zal zijn vtoior deze
nieuwe verzekeringsplichtige bedrijven
en w-el omdat het risico niet groot is
en er 'Rus weinig' ongevallen met groo-
le geldelijke gevolgen plaats hebben.
Een tweede belangrijke uitbreiding is
de opneming van het instituut van vrij
willige verzekering van den
We r'kg'e ver.
Deze bepaalt zelf het bedrag van het
geen hij verdient doch tot een maximum
van acht gulden per da@|. De verzekering)
gaat niet in, voordat de premie Voor
een vol jaar is betaald (het jaar bere
kend op 313 werkdagen).
Deze nieuwe verzekering op vrijwillige
grondslag is, 'in de wet opgenomen* om
dat een zeer groot aantal werkgevers;
denzelfden arbeid als hun werklieden
verrichten en dus aan hetzelfde bedrijfs'-
gevaar bloot staan en ècöniom'is'ch in
üenzelfden, ja sonfs in minder gunsligen
toestand dan hun werklieden verkeeren.
Ook kleine baasjes, die zonder
personeel werken kunnen zich dus; ver
zekeren tegen ongevallen.
Dit zijn voor het publiek wel de"meest
belangrijke wijzigingen.
iM
bmm
32
Roman naar het
van BOOTH TAfiMNOTON>
STUKKEN GEMEENTERAAD
MIDDELBURG.
Salarisherziening.
Genree ntepersoneel.
Ter aanvulling van het gister opgeno
men uittreksel, laten we hier nog' eenige
beschouwing volgen uit het rapport der
Commissie van Financiën. 1
De commissie meent dat de door B.
en W. aangegeven middelen tot dek
king, niet al te optimistisch niogen wor
den opgevat.
.Wanneer toch een der twee door B.
en W. genoemde Wetsontwerpen tot ver
hooging der jaarlijksche uitkeering van
het Rijk aan de Gemeente tot wet wordt
verheven, zal de bedoeling: toch wel zijn
de gemeenten te ontlasten, ten einde
den gemeentelijken belastingdruk Te ver
lichten, welk doel wordt gemist, indien
reeds bij voorbaat lover die toekomstige
hoogere uitkeering ten behoeve van
meerdere uitgaven wordt beschikt. Te
lgen het formeel aangeven van de te
verwachten lioogere Rijksuitkeering als.
•dekkinig'smiddel zal de eomtaisisie zich
echter niet verzetten, m&ar wél heeft zij
er 'bezwaar tegen, dat, hetzij' dan "facul
tatief, ook de 100 opcenten |op de vermlor
genshelasting als zoodanig wbrden ge
noemd, daar B. en W. in hun voioa-stel
van 11 Februari j.l. met welk voor
stel de Raad zich heeft vereenigd, die
100 opcenten hebben voorgesteld, ten
einde de belasting' van "het inkomen te
verlichten.
Doch al komt feitelijk verhoioging der
helooningfen van het gemeente^porsoneel
neer op vermeerdering' van belastingdruk,
of op liet wegnemen, of verminderen van
de kans op verlichting' daarvan, heeft
de C. v. Fin. gemeend, niet daarom zich
tegen elke verhoogkig1 te mio.gén ver
klaren. De gemeente heeft ook jegens
haar personeel plichten te vervullen en
met die plichten moet de Raad rekening1
houden, mlaar tevens zal, vooral wan
neer er sprake is van "financieele be
langen, de Raad zijn te beschouwen als
het ingevolge de Gemeentewet ingestel
de instituut voor overleg, lom te voor
komen, dat de 'belangen van de in ge"
nieentedienst zlijnden ten kos;te van die
belastingplichtigen werden oversphat, en
zulk een overschatting' tevens' zou lei
den tot in tie gemeente ongèwenschte
wanverhoudingen! in de beloioifingen van
hen die in gemeentedienst en van hen
die in particulieren dienst zijn.
Dit hiervoren geschetste geeft he;t
standpunt aan, dat door de C. v. Fin. 'bij
de bëoiordeeling' Van het salarisVoorstel
is ingenomen, en zij heeft dus* hierbij
ook rekening gehouden met de oecono-
mische toestanden van den tegénwoor-
digen tijd. Van een steeds meer opdrij
ven der loonen verwacht zij geen ver
betering dier toestanden, doch integen
deel wel verslechtering, én, in aanmer
king' nemende, dat reeds in menig parti
culier 'bedrijf tot verlaging der loonen
moest worden overgegaan, Vermeent zij',
dat 'wanneer voor het gemfeenliepers'oneel'
sprake is van het omigekeerde, hierbij
wel voorzichtig 'te werk behoort te wor
den gegaan, opdat niet de gemeentelijke
belooninjg' in plaats van een voorbeeld,
worde een bron van Ontevredenheid in
daarbuiten staande scharen met al de
gevolgen van dien.
Hoewel een dusdanige voorzichtigheid
in acht nemende, heeft de Commissie zich
bij' haar oordeel niet al te veel laten;
leiden door hare verwachtingen m zake
oeconojmische noodzakelijkheden en zich
daarbij zooveel Imlogelïjk gesteld op het
standpunt, dat met tegenwoordig gel
dende belooningen rekening behoort te
worden gehouden, doch dit neemt niet
we®, dat zij er bijlzonder prij's op sjtelt,
aan den Raad te adviseeren, om, welke
verhoogingen opk mogen worden vastge
steld, aan de nieuwe regelingen toe ie
voegen de bepaling van artikel 40 van
liet Rijks Ibezoldigingisjbesluit, luidende:
„Wij behouden ons (de Raad behoudt
zich) voor om, bij' vermindering1 van de
lieerschende duurte, door wijziging van
dit 'besluit (deze verordening) eene daar
mede evenredige algemeen e salarisver
mindering te doen plaats vinden, behou
dens handhaving van de wedden, die een
maal zijn toegekend." j
Waar hier het duurte-eiement wordt)
genoemd, rijst als van zelf de vraag, of,
waar met 'ingang van 1 Januari 1920 de
belooningen werden herzien overeen
komstig het voorstel van eerie uit en door
den Raad benioiemde commissie, duur
dere levensomstandigheden opnieuw als
motief zouden mogen gelden voor de
verhoogingen, z.ooals die fharisi door B.
en W. worden voorgesteld. De C. v.
Fin. kan die vraag niet anders dan met
„neen" 'beantwoorden, maar heeft niette
min gemeend, rekening te moeten hou
den met het feit, dat'sedert dien, hetzij
voor gemeen te personeel, hetzij voor per
soneel in dienst van particulieren, in
vele sevallen de belooojugen nog zijn
verhoogd.
Doordat de commissie dit heeft gedaan,
is zjj ten opzichte van 'de werklieden
eigenlijk verder gegaan,, dan waartoe de
loonregeling van 28 Januari 1920 aan
leiding gaf, immers werd door de toen
malige salarisicommissie uit den Raad in
haar rapport (Hand. 1920, ,A'fd. I mot 3142
blz. 10) gëzegd: „Naar het ooi-deel der
commissie dient een eigen gemeentelijk
toonstelsel te worden ingevperd en be
hoort te worden gebroken) met de tot
nog' toe gevolgde gewtopmte, om' voort
durend te kijken naar de loonen in het
particulier bedrijf. Wel heeft de cominis
sie natuurlijk bij' het vaststellen der schar
len de nooüige aandacht gewijd aan de
loonen in het vrijb bedrijf en een. vergelajl-
king zal doen zien, dat de thans voorge
stelde loonen eerstgenoemde niet onbe
langrijk overtreffen, Zeer waarschijnlijk
zullen deze echter in den loop' van het
jaar verhoogd worden, maar de commis
sie wenscht er uitdrukkelijk op te wijzen,
dat, ook al zouden de loonen van som
mige werklieden in het particuliere be
drijf weer iets stijig'en boven de thans
voorgestelde, dit haars Inziens geen tnfor
tief mag zijn, weer tot herziening over
te gaan."
In dit Verband moge er op .gewezen
worden, dal ook bet hier vorengenoemde
Rij'ksfbezioï'digtinig|sbesluit van 23 Januari
1920, behalve viopr de tweede en derde
loonschaal, die in maximum met f 100
zijn verhoogd, niet gewijzigd is en dat er
dus mede op dezen grond voor de gie-
meente alleszins reden is, om voorzichtig
te zijn bij het verhpiogen van beloonin-
Igfen, wellte in het begin van 1920 werden
vastgesteld.
Samenvatting van het hiervloren mede
gedeelde heeft tot de conclusie .geleid,
dat de C. v. Fin. zich wel met een ver-
bopiginig van belooningen, doch niet met
een algemeene verhooging, ,als wordt
voorgesteld, kan vereenigen.
Na de gisteren reeds vermelde alge-
meeife opmerkingen over de vergelijking
der loonen voor de werklieden zoowel als!
voor de eerste twee groepen der ambte
naren met hefcgeen in het particuliere
bedrijf te dezer stede wordt betaald, en
over de vergelijking' der verdere amb-
ten a re n -groepen met de salarieeringen in
andere gemeenten, schrijft de commissie
nolgi:
In bet algemeen kan de Commissie zich
echter niet vereenigen met de verkorting
van den tijd voor het verkrijgen van de
periodieke verhoogingen. Voor de werk
lieden acht zij de periodieke verhoot-
g'ingeii eigenlijk niet nopdig', omdat hun
loon zich toch in verhouding: lol dat,
in het particuliere bedrijf zal moeten
bewegen, zoiodat indien men het berei
ken van het maximum van na 6 jaar tolt 3
jaar zou willen terugbrengen, men eigen
maar beter zou doen, de periodieke ver-
hoog'ingen geheel te laten vervallen. Ook
voor sommige ambtenaren geldl deze opu
merking; doch voor het meerendeel der
ambtenaren behoort het beginsel der pe
riodieke rerhopgfingen te zijtn een per
spectief, dat evenwel wordt verkleind
door bel maximum reeds zoo spoedig
bereikbaar te stellen.
Vervol|gens wordt in onderdeelen de
.salarisregeling besproken en geamen
deerd, zooals wij dat gister aangaven.
In bet antwoord van B. en \V.
merken deze allereerst op dat de vol
ledige verantwoordelijkheid van het ver
strekken der bezoldiging'sverhoogh'g bij
oen Raad dient te liggiein. In igelenea deele
hebben zij de opvatting dat met betr>k-
Het is beter benytïenswaardigr dan beklageno
waardig te zyn.
He gezondheid brengt de vroolykheid voort en
'trekt de sympathie, het welslagen en bet geluk
aan. De ziekte boezemt medelyden in. He zieken
zyn mi6deelden; men beklaagt hen, maar men
vermydt ben tevens. Laat dus uwe gezondheid
gécüï gevaar löopen. Laat de ziekte géén vat öp -ïi
hebben. Zoo gy u vermoeid, afgemat, zonder eetlust,
zonder slaap gevoelt, zoo gy minder in sjaat tot
■werken zyt, komt dit doordat uw organisme is
afgenomen, doordat de ziekte u bedreigt. Dan is
bet voor u iyd een kuur met de Pink Pillen te
doen, die uwe krachten op nieuw zullen maken
tot wat zy te voren waren, door aan uw verarmd
bloed zyn zuiverheid en zyn rykdom aan roode
bolletjes weer te geven, en die uw verzwakt
zenuwstelsel weer veerkrachtig zullen maken,
He Pink Pillen zyu een machtig hernieuwer der
krachten. Zy geven bloed, eetlust en een goede
spysvertering. Maak er gebruik van, èh Weldra zal
men u benyden op* uw frissche kleur, uW prettig
uiterlyk, uwe goede gezondheid.
De prys der Ptnk Pillen&edraagt 1.15 de doos,
f. 9 de zes dooz'en. Zy worden verkocht in het
Hoofddepot Nassciukade 314 te Amsterdam. Men
eische dit adres en de hollandsche gebruiksuanwyzing
De Pink Pillen zyn ooli te verkrygen by de goede
;«im .1 i i r 11 i, lULuv apothekers
Wm ..""fr&t uj Ets
INK
£R$ONfi£Sf
en drogisten
in Neder-
land-.
Hij had een eigenaardig gevoel van
gemeenschap met zijri "nieuwe vriendin.
Hij wist dat het niet zoo kon wezen
en toch was1 het hem' alsof hij aïdotoi"
tot haar sprak, zeggend: „Hoort u die
melodie? Kent u den droom, die deze
klanken mij brengen?" En het kwaim
hem vóbr, alsof zij "hem voortdurend
antwoordde: ,,Ik hoiorIk hoor die nieu
we melodie en ik hoor de nieuwe, die
,u nu hoort. Ik ken den dróóm, die deze
klanken u brengen. Ja, 'ja, ik hoor dat
alles! Wij hooren het te zamen!"
En ofschoon het zloo donker in de
kerk werd, dat alles in een geheim1-
zxnnig duister werd gehuld behalve de
vaag lichtende vlakken der ramen en
het lampje van den organist, met het
witte hoofd, dat er zich onder bewoog'
had Bibbs er geen beser van, dat
het meisje naast hem onzichtbaar was
geworden; hij scheen haar in de duis
ternis even duidelijk als ooit te zien
ofschoon hij niet naar haar keek. En
het machtige zingen der veelvuldige
Atemnien van het orgel dien namiddag,
ÉSSBI
leek Bibb's een bezinging van "haar
te wezen, haar vertolkend, haar gedach
ten zingend en voor "hem zingend den
wereld van nederige dankbaarheid, die
in zijri hart 'was omdat zij zoo, vrien
delijk was voor hem'. Alles sbrak van
Mary.
HOOFDSTUK XVI.
Maar toen zij hem op weg naar
huis vroeg, 'wélke be teekenis de muziek
had, zweeg hij. Zij hadden langzaam
Iqopend, een. paar stappen van de
kerk gedaan, zonder te "spreken.
„Ik zal u zeggen wat zij tot mij
zegt," zei zij, toen hij niet dadelijk
antwoordde. „Bijna alle muziek van
Handel 'beteekent voor mij. altijd voor
namelijk: moed! Dat is "het! Zij doet
lafhartigheid en jammeren zoo oneindig
miniem schijnen, zij doen de meeste
dingen in onze gejaagde, kleine tevens
nameloos onbeteekenend schijiten."
„Ja," zei hij. „Het lijkt zoo dwaas,
niet waar, dat de menschen in de stad
rennen naar treinen en hangen aan
de lussen in de tram's,, zich overal
werend, om thuis te komen, zich voe
den en slapen, opdat zij den volgenden
dag weer naar "de binnenstad kunnen
gaan. En toch is daar niets, wat waard
is, daar heen te gaan Zij' zijp als
dienstboden, die zich afsloven om "het
huishouden 'gaande te houden en ge-
Looven, dat het op het afsloven aan.1-
komt. Zij maken zoovéél drukte en,
lawaai en vuil, dat zij vergeten., dat
het huis bestemd is om er in te wo
nen. Het huiswerk moet gedaan wor
den, maar degenen die dat doen, wor
den daarvoor zioio meer dan "goed be
taald, dat zij er door in de war raken
-en het huiswerk aanbidden. Zij worden
meer dan goed 'betaald en toch hébben
die arme stakkerds niets, dat een kui
ken ook niet kan hebben. Natuurlijk
als de wereld er toe overgaat haa'r
loonen op verstandige wijze uit te
'betalen, dan zal het anders worden."
„Bedoelt u communisme?" vroeg zij
en liep nog langzamer dan zij reéds
deden zij behoefden slechts drie
blokken huizen voorbij té gaan.
„Wat ook het rechte woord is, ik
bedoel alleen, dat er veèl nu niet zeer
verstandig lijkt vooral voor Iemand,
die er zich buiten wenscht te houden
en dat niet kan! Communisme? Wel,
iedere fatsoenlijke sport zou ten min
ste voorschrijven, dat het billijk is,,
voor de flinke hardlojopers om van
hetzelfde punt te beginnen én de
zwakken een goed eind vooruit te
laten glaan, zoodat allen ongeveer te-
gelijk kunnen aankomen. En zou hel
werkelijk niet prettig zijn a's zij alten
te zamen den eindpaal konden berei
ken? Wie vindt liet werkelijk een ggr
hot, iemand te zien verslaan, als rfij
het gezicht van den verslagene ziet?
De eenige manier waarop we ons er
O a. verkiijgbaar bij N.V, C. A.
Schulte Co ea Paul van Slujjs.
(Ingez. M«d.)
king tot de regeling der bezoldigingten hot
georganiseerde overleg de plaats van den
Raad inneemt. Bovendien is het advfes
van de C. v. F. noodzakelijk omdat zij,
behalve t. o. v. het personeel welks be-
looninigen in bet georganiseerd. oVerlegj
zijn besproken, oak voorstellen hebben
gedaan voor het overig personeel.
Intusschen maakt het den indruk, dat
de commissie de meening is toegedaan
als zou ons college zich eenvoudig1 heb
ben neergelegd bij hietgteen de eommis"
siën Van overleg vopr wenschelijk hiel
den. Zulks moeten wij evenwel op de
meest besliste wijze weerspreken. Er
heeft integendeel een voortdurend over
leg tusschen B. en W. en de commission
plaats gehad, teneinde tot voorstellen te
kunnen komen, die ons college meende
bij den raad te mogen aanhangig maken.
Uiteraard was dit mogelijk, doordat de
beide wethouders als voorzitters dei*
conimis'siën fungeerden. Ten overvlü(ede
'kan dit ook blijken uit eeue Vergelijking
tusschen hetgeen van de zijde der or-
ganisatiën in de com missiën van overleg;
aanvankelijk is verzocht en dé in ons
voorstel neergelegde cijfers.
Juist daarom hebben wij volledige vrij
heid gevonden tot het doen van het on
derhavige voorstel.
Anderzijds meenen wij, dat, nu op
de vorengeschetste wijze een voorstel
heden ten dage over kunnen verheugen
anderen voorbij te streven is door te
vergeten, wat die anderen voélen, En
dat," voegde hij erbij, „lijkt niet het
minst op hetgeen de muziek tot mij
zeide. U 'begrijpt, als ik blijf spreken
over wat zij niet voor mij beteekende,,
ik nalaten kan u te vertellen, wat zij
wel beteekende."
„Sprak zij tot u bok niet een weinig
van moed?" vroeg zij. „Triomf en lof
lag er in, en ik weet niet hoe het komt,
maar dat boezemt mij moed in."
„Ja, dat alles lag er in," zei Bibbs.
„Ik weel niet hoe het heette, wat lify
speelde, maar ik zou zoo denken, dat
dat er ook niet véél toe dpet. De coJh-
ponisl moet hef aan anderen over-
latén. wat zijn muziek voor hen kan
'beteekenen en de naam' 'dien hij er
aan geeft, kan niet veel verschil ma
ken behalve voor hem zelf en
voor mens chen, juist zoioals hij, zou
ik zeggen."
„Dat is, dunkt me, waar. ofschoon,
ik e.r nooit zoo over gedacht heb1."
„Ik verbeeld me, dat muziek gevoe
lens mioet wekken en tafereelen schil
deren in de gemoederen der menschen
I die haar hooren," ging 'Bibbs pein-
zend voort, „al naar den aard van
hun eigen natuur en naar dien der
muziek. De musicus kan wel iets com-
poneere'n en het speten en daarbij
wenschen, dat men aan den Heiligen
Graal denkt, terwijl sommigen die de
muziek hooren, misschien denken aan.
een bidstond en anderen hoe gped!
zij zelf zijn. Misschien, dat een jongen
zichzelf erbij aan het hoofd van een.
plechtige processie denkt, met öen t*-
nier in de hand en op- een wit paard ge
zeten. En indien er eenige jubelende
passages in de muziek zijn, zal hij zich
mogelijk in een circus wanen.""
Zij hadden het hek bereikt en zij;
legde haar hand er op, maar deed het
niet open. Bibb's voelde, dat dit bijna
het vriendelijkste van al haar vriendelijk
heid was -- oxn niet in het afscheid
nemen van hem haastig' te wezen.
„Met dat al," zei üj', beeft u mij
nog niet giezegd of u er van genoten
heeft."
„Neen, ik behoefde dat niet te doen."
„Neen dat is waar, en ik behoefde
het u niet te vragen. Ik wist het. Maar
u zei, dat u voor mij' wilde verzwijgen,
'wat de mUziek tot u zei."
..Ik kan het niet langer verzwijgen,"
zei hij. „De muziek sprak tot mij
zij sprak van de vriendelijkheid van
van u." i'
„"Vriendelijkheid Hoezoo
„U dacht, dat ik een eenzame stum-
perd was en ziek
„Neen," zei zij beslist. „Ik dacht,
dat u het misschien prettig zou vin
den dr. Kraft te hooren spelen. En n
vond dal." i j