FEUILLETON, FABRIEKSROBK. T W FEB E BLAB Wecs geen voorwerp van medelyden. PINK PILLEN Zateriaa 7 Mtl 1821, so 106. -1 'VAK UÏ VLM Binnenland. ZEIFSBESTUUR TEGENOVER AMBTE- NAARSLEIWNGi Dit opschrift kan gesteld worden hoven een meedeeling over den vorm waarin nu de verzekering van ziekengeld wordt voorgesteld als resultaat van het overleg tusschen de 'georganiseerde patroons en arbeiders, en waarbij een geheel andere methode wordt gevjolgd d,an bij de wet- ITnlma, waaraan de uitvoering trouwens is 'geschorst tot er een definitive vorm •zou zijn gegeven aan die uit het pjafticu- lier initiatief opjgekomen plannen. Dije vorm is er nu, ah van „Proeve van een ont werp-Ziekte wet' Men kent den eigenaardigjen gang dezer ?,aakde wet-Talma die de uitkejeringr van ziekengeld regéldje door de Raden v'an Arbeid en daarnaast door erkendje bijzondere ziekenkassen, was, loien zij 200 tanig onuitgevoerd bleef liggen, 'len achter' gei'aakl bij de werkelijkheid. Ter wijl in die wet nog altijd den patroon het recht wordt toegekend om de helft vlan de premie af te houden van hét loon van oen arbeider, was in de collectieve con tracten van lal van bedrijven de zaak reeds zoo geregield,dat dje wetgever de geheele premie betaalt, terwijl bovendien de uitkeering hoogfer is dlan volgens d'e •wet-Talma, omdat liet beheer goedkoo- per is. Die werkelijkheid kan niet genegeerd worden. Toen de 'organisaties van werk gevers en werknemers erop wezen, blééf <ae -wet-Talma nog langer onuitgevoerd.. En tegelijk werd er bij de voorbereiding viaii het nieuwe plan ook gelet .op an dere bezwaren legen de regeling" Talma. Maar de hoofdzaak is tjoch, dlat men de controle goedkhoper en bieter ach|t bij een uitvoering door de belanghebben den zelf, dan hij die van een ov|erwegend'- ambtelijken Raad van Arbeid; eu dlat bij toelating der vele honderden bijzondere ziekenkassen de verzekering te veel verbrokkeld wordt. In de bovenbedoelde prpieve is déze materie nu, in hoofdzaken, als volgt ge regeld: De georganiseerde patroons of werk gevers vormen een of meer vereeoigin- gen (niet te veel), die zich met de werk gevers verbindt voor de uitkejering' van het ziekengeld. De Vereeniging kan den betrokken werkgever belasten met de voorloopige uitbetaling. En de onksoten woraén 'gedragen door <Jje werkgjevers, die daarvan niets mogen verhalen op hun arbeiders. Het ziekengeld bedraagt 80 pGt. 'van het dagloon van den arbeider. Het wordt Uitgekeerd over iederen djag, uitgezonderd Zondagen djat de ongeschikjt- heid tot werken duurt te beginnen met don derden werkdag na dien, waarop die- ze aanvipg, gedurende ten hoogste zes-1 en-twintig wéken. Voor de niet-georgjaniseerdte werkge vers zou ei" een zgn. ziekte-g|aranliefonds| komen, waaruit de bij hen werkende ar beiders de uitkeering krijg)cn bij ziekten. De daar voor nioodige fondsen worden ge vormd uit een dotor de werkgevers te betalen nader vast te stellen percentage vlan 't jaarlijks door hen uitbetaalde loon. Ten slotte stelt het ontwerp een fonds in tot helt nemen of bevjorderten van maatregelen ter voorkoming van ziekte. In dat fonds zal door alle werkgevers moeten worden bijgedragen terwijl het beheer in handen zal zijn van den raad vlan toezicht. Uit dat fonds, dal uiteraard! reeds spoedig over aanzienlijke inkomsten zal 'komen te beschikken zullen subsidies worden verleend aan sanatoria, zie'ken- inrichtingen ,enz. en gjeldelijkje steun wor den verleend aan instellingen van diver sen aard, wier werkzaamheid ligt op het gebied van de bevordering van dp volks gezondheid. DE NIEUWE ONGEVALLENWET 1921, De vorige week heeft de Eerste Kamer aangenomen de wet, houdende herzie ning der Ongevallenwet 1901. Daarbij zoo schrijft het Hand. zijn hoogst 'belangrijke wijzigingen tot stand gekomen. De meest ingrijpende verandering is de uitbreiding van den v e r z e. k; e- ring'splioht. .Vroeger was in art. 10 bepaald, welke bedrijven verzekeringisr plichtig waren: in het gewijzigde artikel is 'bepaald, dat alle bedrijven verzeke- ringsplichtig zijn, voorzöiover 'zij' niet mij' deze wet van den verzekeringsplicht zijn vrijgesteld. Die V r ijis.t e 11 i mfg strekt zich volgens artikel 11 uit tot de land bouw, veehouderij', tuinbouw en btech- bouw; scheepvaartbedrijf buitengaats cn het visschersbedrijf buiten rivieren en 'binnenwateren, dus de z.g. zeevisscherij Hel gtevolg hiervan is, dat in elk ver- zekeringsplichtig 'bedrijf voortaan de werklieden zullen zijn verzekerd tegen geldelijke gevolgen van ongevallen, hun In verband mfet de uitoefening van het bedrijf overkomen. Een enorme uitbreiding dus van het stelsel der wet: b.v. dajbi°.ek handel, de 'kruidenie ijs winkel iq, groente winkels, kortom alle 'h an dels bei- drijven vallen er thans onder. Dit gold vroeger alleen, indien daarin een kracht werktuig werd gébruikt, Verder om nog maar eenige te noemen, barbie r s- en kap per szaken, s,choepm'ake)r;ij- e n (vroeger alleen als er arbéids,werk tuigen werden gebezigd) w i s s e l- ®n e ffe ctenbajnken, woningbu reaus. enz. enz. Het spreekt van zelf, dat de premie, welke over het verdiende loon enz. moet worden betaald (n.l. door den werkgever) niet hoog zal zijn vtoior deze nieuwe verzekeringsplichtige bedrijven en w-el omdat het risico niet groot is en er 'Rus weinig' ongevallen met groo- le geldelijke gevolgen plaats hebben. Een tweede belangrijke uitbreiding is de opneming van het instituut van vrij willige verzekering van den We r'kg'e ver. Deze bepaalt zelf het bedrag van het geen hij verdient doch tot een maximum van acht gulden per da@|. De verzekering) gaat niet in, voordat de premie Voor een vol jaar is betaald (het jaar bere kend op 313 werkdagen). Deze nieuwe verzekering op vrijwillige grondslag is, 'in de wet opgenomen* om dat een zeer groot aantal werkgevers; denzelfden arbeid als hun werklieden verrichten en dus aan hetzelfde bedrijfs'- gevaar bloot staan en ècöniom'is'ch in üenzelfden, ja sonfs in minder gunsligen toestand dan hun werklieden verkeeren. Ook kleine baasjes, die zonder personeel werken kunnen zich dus; ver zekeren tegen ongevallen. Dit zijn voor het publiek wel de"meest belangrijke wijzigingen. iM bmm 32 Roman naar het van BOOTH TAfiMNOTON> STUKKEN GEMEENTERAAD MIDDELBURG. Salarisherziening. Genree ntepersoneel. Ter aanvulling van het gister opgeno men uittreksel, laten we hier nog' eenige beschouwing volgen uit het rapport der Commissie van Financiën. 1 De commissie meent dat de door B. en W. aangegeven middelen tot dek king, niet al te optimistisch niogen wor den opgevat. .Wanneer toch een der twee door B. en W. genoemde Wetsontwerpen tot ver hooging der jaarlijksche uitkeering van het Rijk aan de Gemeente tot wet wordt verheven, zal de bedoeling: toch wel zijn de gemeenten te ontlasten, ten einde den gemeentelijken belastingdruk Te ver lichten, welk doel wordt gemist, indien reeds bij voorbaat lover die toekomstige hoogere uitkeering ten behoeve van meerdere uitgaven wordt beschikt. Te lgen het formeel aangeven van de te verwachten lioogere Rijksuitkeering als. •dekkinig'smiddel zal de eomtaisisie zich echter niet verzetten, m&ar wél heeft zij er 'bezwaar tegen, dat, hetzij' dan "facul tatief, ook de 100 opcenten |op de vermlor genshelasting als zoodanig wbrden ge noemd, daar B. en W. in hun voioa-stel van 11 Februari j.l. met welk voor stel de Raad zich heeft vereenigd, die 100 opcenten hebben voorgesteld, ten einde de belasting' van "het inkomen te verlichten. Doch al komt feitelijk verhoioging der helooningfen van het gemeente^porsoneel neer op vermeerdering' van belastingdruk, of op liet wegnemen, of verminderen van de kans op verlichting' daarvan, heeft de C. v. Fin. gemeend, niet daarom zich tegen elke verhoogkig1 te mio.gén ver klaren. De gemeente heeft ook jegens haar personeel plichten te vervullen en met die plichten moet de Raad rekening1 houden, mlaar tevens zal, vooral wan neer er sprake is van "financieele be langen, de Raad zijn te beschouwen als het ingevolge de Gemeentewet ingestel de instituut voor overleg, lom te voor komen, dat de 'belangen van de in ge" nieentedienst zlijnden ten kos;te van die belastingplichtigen werden oversphat, en zulk een overschatting' tevens' zou lei den tot in tie gemeente ongèwenschte wanverhoudingen! in de beloioifingen van hen die in gemeentedienst en van hen die in particulieren dienst zijn. Dit hiervoren geschetste geeft he;t standpunt aan, dat door de C. v. Fin. 'bij de bëoiordeeling' Van het salarisVoorstel is ingenomen, en zij heeft dus* hierbij ook rekening gehouden met de oecono- mische toestanden van den tegénwoor- digen tijd. Van een steeds meer opdrij ven der loonen verwacht zij geen ver betering dier toestanden, doch integen deel wel verslechtering, én, in aanmer king' nemende, dat reeds in menig parti culier 'bedrijf tot verlaging der loonen moest worden overgegaan, Vermeent zij', dat 'wanneer voor het gemfeenliepers'oneel' sprake is van het omigekeerde, hierbij wel voorzichtig 'te werk behoort te wor den gegaan, opdat niet de gemeentelijke belooninjg' in plaats van een voorbeeld, worde een bron van Ontevredenheid in daarbuiten staande scharen met al de gevolgen van dien. Hoewel een dusdanige voorzichtigheid in acht nemende, heeft de Commissie zich bij' haar oordeel niet al te veel laten; leiden door hare verwachtingen m zake oeconojmische noodzakelijkheden en zich daarbij zooveel Imlogelïjk gesteld op het standpunt, dat met tegenwoordig gel dende belooningen rekening behoort te worden gehouden, doch dit neemt niet we®, dat zij er bijlzonder prij's op sjtelt, aan den Raad te adviseeren, om, welke verhoogingen opk mogen worden vastge steld, aan de nieuwe regelingen toe ie voegen de bepaling van artikel 40 van liet Rijks Ibezoldigingisjbesluit, luidende: „Wij behouden ons (de Raad behoudt zich) voor om, bij' vermindering1 van de lieerschende duurte, door wijziging van dit 'besluit (deze verordening) eene daar mede evenredige algemeen e salarisver mindering te doen plaats vinden, behou dens handhaving van de wedden, die een maal zijn toegekend." j Waar hier het duurte-eiement wordt) genoemd, rijst als van zelf de vraag, of, waar met 'ingang van 1 Januari 1920 de belooningen werden herzien overeen komstig het voorstel van eerie uit en door den Raad benioiemde commissie, duur dere levensomstandigheden opnieuw als motief zouden mogen gelden voor de verhoogingen, z.ooals die fharisi door B. en W. worden voorgesteld. De C. v. Fin. kan die vraag niet anders dan met „neen" 'beantwoorden, maar heeft niette min gemeend, rekening te moeten hou den met het feit, dat'sedert dien, hetzij voor gemeen te personeel, hetzij voor per soneel in dienst van particulieren, in vele sevallen de belooojugen nog zijn verhoogd. Doordat de commissie dit heeft gedaan, is zjj ten opzichte van 'de werklieden eigenlijk verder gegaan,, dan waartoe de loonregeling van 28 Januari 1920 aan leiding gaf, immers werd door de toen malige salarisicommissie uit den Raad in haar rapport (Hand. 1920, ,A'fd. I mot 3142 blz. 10) gëzegd: „Naar het ooi-deel der commissie dient een eigen gemeentelijk toonstelsel te worden ingevperd en be hoort te worden gebroken) met de tot nog' toe gevolgde gewtopmte, om' voort durend te kijken naar de loonen in het particulier bedrijf. Wel heeft de cominis sie natuurlijk bij' het vaststellen der schar len de nooüige aandacht gewijd aan de loonen in het vrijb bedrijf en een. vergelajl- king zal doen zien, dat de thans voorge stelde loonen eerstgenoemde niet onbe langrijk overtreffen, Zeer waarschijnlijk zullen deze echter in den loop' van het jaar verhoogd worden, maar de commis sie wenscht er uitdrukkelijk op te wijzen, dat, ook al zouden de loonen van som mige werklieden in het particuliere be drijf weer iets stijig'en boven de thans voorgestelde, dit haars Inziens geen tnfor tief mag zijn, weer tot herziening over te gaan." In dit Verband moge er op .gewezen worden, dal ook bet hier vorengenoemde Rij'ksfbezioï'digtinig|sbesluit van 23 Januari 1920, behalve viopr de tweede en derde loonschaal, die in maximum met f 100 zijn verhoogd, niet gewijzigd is en dat er dus mede op dezen grond voor de gie- meente alleszins reden is, om voorzichtig te zijn bij het verhpiogen van beloonin- Igfen, wellte in het begin van 1920 werden vastgesteld. Samenvatting van het hiervloren mede gedeelde heeft tot de conclusie .geleid, dat de C. v. Fin. zich wel met een ver- bopiginig van belooningen, doch niet met een algemeene verhooging, ,als wordt voorgesteld, kan vereenigen. Na de gisteren reeds vermelde alge- meeife opmerkingen over de vergelijking der loonen voor de werklieden zoowel als! voor de eerste twee groepen der ambte naren met hefcgeen in het particuliere bedrijf te dezer stede wordt betaald, en over de vergelijking' der verdere amb- ten a re n -groepen met de salarieeringen in andere gemeenten, schrijft de commissie nolgi: In bet algemeen kan de Commissie zich echter niet vereenigen met de verkorting van den tijd voor het verkrijgen van de periodieke verhoogingen. Voor de werk lieden acht zij de periodieke verhoot- g'ingeii eigenlijk niet nopdig', omdat hun loon zich toch in verhouding: lol dat, in het particuliere bedrijf zal moeten bewegen, zoiodat indien men het berei ken van het maximum van na 6 jaar tolt 3 jaar zou willen terugbrengen, men eigen maar beter zou doen, de periodieke ver- hoog'ingen geheel te laten vervallen. Ook voor sommige ambtenaren geldl deze opu merking; doch voor het meerendeel der ambtenaren behoort het beginsel der pe riodieke rerhopgfingen te zijtn een per spectief, dat evenwel wordt verkleind door bel maximum reeds zoo spoedig bereikbaar te stellen. Vervol|gens wordt in onderdeelen de .salarisregeling besproken en geamen deerd, zooals wij dat gister aangaven. In bet antwoord van B. en \V. merken deze allereerst op dat de vol ledige verantwoordelijkheid van het ver strekken der bezoldiging'sverhoogh'g bij oen Raad dient te liggiein. In igelenea deele hebben zij de opvatting dat met betr>k- Het is beter benytïenswaardigr dan beklageno waardig te zyn. He gezondheid brengt de vroolykheid voort en 'trekt de sympathie, het welslagen en bet geluk aan. De ziekte boezemt medelyden in. He zieken zyn mi6deelden; men beklaagt hen, maar men vermydt ben tevens. Laat dus uwe gezondheid gécüï gevaar löopen. Laat de ziekte géén vat öp -ïi hebben. Zoo gy u vermoeid, afgemat, zonder eetlust, zonder slaap gevoelt, zoo gy minder in sjaat tot ■werken zyt, komt dit doordat uw organisme is afgenomen, doordat de ziekte u bedreigt. Dan is bet voor u iyd een kuur met de Pink Pillen te doen, die uwe krachten op nieuw zullen maken tot wat zy te voren waren, door aan uw verarmd bloed zyn zuiverheid en zyn rykdom aan roode bolletjes weer te geven, en die uw verzwakt zenuwstelsel weer veerkrachtig zullen maken, He Pink Pillen zyu een machtig hernieuwer der krachten. Zy geven bloed, eetlust en een goede spysvertering. Maak er gebruik van, èh Weldra zal men u benyden op* uw frissche kleur, uW prettig uiterlyk, uwe goede gezondheid. De prys der Ptnk Pillen&edraagt 1.15 de doos, f. 9 de zes dooz'en. Zy worden verkocht in het Hoofddepot Nassciukade 314 te Amsterdam. Men eische dit adres en de hollandsche gebruiksuanwyzing De Pink Pillen zyn ooli te verkrygen by de goede ;«im .1 i i r 11 i, lULuv apothekers Wm ..""fr&t uj Ets INK £R$ONfi£Sf en drogisten in Neder- land-. Hij had een eigenaardig gevoel van gemeenschap met zijri "nieuwe vriendin. Hij wist dat het niet zoo kon wezen en toch was1 het hem' alsof hij aïdotoi" tot haar sprak, zeggend: „Hoort u die melodie? Kent u den droom, die deze klanken mij brengen?" En het kwaim hem vóbr, alsof zij "hem voortdurend antwoordde: ,,Ik hoiorIk hoor die nieu we melodie en ik hoor de nieuwe, die ,u nu hoort. Ik ken den dróóm, die deze klanken u brengen. Ja, 'ja, ik hoor dat alles! Wij hooren het te zamen!" En ofschoon het zloo donker in de kerk werd, dat alles in een geheim1- zxnnig duister werd gehuld behalve de vaag lichtende vlakken der ramen en het lampje van den organist, met het witte hoofd, dat er zich onder bewoog' had Bibbs er geen beser van, dat het meisje naast hem onzichtbaar was geworden; hij scheen haar in de duis ternis even duidelijk als ooit te zien ofschoon hij niet naar haar keek. En het machtige zingen der veelvuldige Atemnien van het orgel dien namiddag, ÉSSBI leek Bibb's een bezinging van "haar te wezen, haar vertolkend, haar gedach ten zingend en voor "hem zingend den wereld van nederige dankbaarheid, die in zijri hart 'was omdat zij zoo, vrien delijk was voor hem'. Alles sbrak van Mary. HOOFDSTUK XVI. Maar toen zij hem op weg naar huis vroeg, 'wélke be teekenis de muziek had, zweeg hij. Zij hadden langzaam Iqopend, een. paar stappen van de kerk gedaan, zonder te "spreken. „Ik zal u zeggen wat zij tot mij zegt," zei zij, toen hij niet dadelijk antwoordde. „Bijna alle muziek van Handel 'beteekent voor mij. altijd voor namelijk: moed! Dat is "het! Zij doet lafhartigheid en jammeren zoo oneindig miniem schijnen, zij doen de meeste dingen in onze gejaagde, kleine tevens nameloos onbeteekenend schijiten." „Ja," zei hij. „Het lijkt zoo dwaas, niet waar, dat de menschen in de stad rennen naar treinen en hangen aan de lussen in de tram's,, zich overal werend, om thuis te komen, zich voe den en slapen, opdat zij den volgenden dag weer naar "de binnenstad kunnen gaan. En toch is daar niets, wat waard is, daar heen te gaan Zij' zijp als dienstboden, die zich afsloven om "het huishouden 'gaande te houden en ge- Looven, dat het op het afsloven aan.1- komt. Zij maken zoovéél drukte en, lawaai en vuil, dat zij vergeten., dat het huis bestemd is om er in te wo nen. Het huiswerk moet gedaan wor den, maar degenen die dat doen, wor den daarvoor zioio meer dan "goed be taald, dat zij er door in de war raken -en het huiswerk aanbidden. Zij worden meer dan goed 'betaald en toch hébben die arme stakkerds niets, dat een kui ken ook niet kan hebben. Natuurlijk als de wereld er toe overgaat haa'r loonen op verstandige wijze uit te 'betalen, dan zal het anders worden." „Bedoelt u communisme?" vroeg zij en liep nog langzamer dan zij reéds deden zij behoefden slechts drie blokken huizen voorbij té gaan. „Wat ook het rechte woord is, ik bedoel alleen, dat er veèl nu niet zeer verstandig lijkt vooral voor Iemand, die er zich buiten wenscht te houden en dat niet kan! Communisme? Wel, iedere fatsoenlijke sport zou ten min ste voorschrijven, dat het billijk is,, voor de flinke hardlojopers om van hetzelfde punt te beginnen én de zwakken een goed eind vooruit te laten glaan, zoodat allen ongeveer te- gelijk kunnen aankomen. En zou hel werkelijk niet prettig zijn a's zij alten te zamen den eindpaal konden berei ken? Wie vindt liet werkelijk een ggr hot, iemand te zien verslaan, als rfij het gezicht van den verslagene ziet? De eenige manier waarop we ons er O a. verkiijgbaar bij N.V, C. A. Schulte Co ea Paul van Slujjs. (Ingez. M«d.) king tot de regeling der bezoldigingten hot georganiseerde overleg de plaats van den Raad inneemt. Bovendien is het advfes van de C. v. F. noodzakelijk omdat zij, behalve t. o. v. het personeel welks be- looninigen in bet georganiseerd. oVerlegj zijn besproken, oak voorstellen hebben gedaan voor het overig personeel. Intusschen maakt het den indruk, dat de commissie de meening is toegedaan als zou ons college zich eenvoudig1 heb ben neergelegd bij hietgteen de eommis" siën Van overleg vopr wenschelijk hiel den. Zulks moeten wij evenwel op de meest besliste wijze weerspreken. Er heeft integendeel een voortdurend over leg tusschen B. en W. en de commission plaats gehad, teneinde tot voorstellen te kunnen komen, die ons college meende bij den raad te mogen aanhangig maken. Uiteraard was dit mogelijk, doordat de beide wethouders als voorzitters dei* conimis'siën fungeerden. Ten overvlü(ede 'kan dit ook blijken uit eeue Vergelijking tusschen hetgeen van de zijde der or- ganisatiën in de com missiën van overleg; aanvankelijk is verzocht en dé in ons voorstel neergelegde cijfers. Juist daarom hebben wij volledige vrij heid gevonden tot het doen van het on derhavige voorstel. Anderzijds meenen wij, dat, nu op de vorengeschetste wijze een voorstel heden ten dage over kunnen verheugen anderen voorbij te streven is door te vergeten, wat die anderen voélen, En dat," voegde hij erbij, „lijkt niet het minst op hetgeen de muziek tot mij zeide. U 'begrijpt, als ik blijf spreken over wat zij niet voor mij beteekende,, ik nalaten kan u te vertellen, wat zij wel beteekende." „Sprak zij tot u bok niet een weinig van moed?" vroeg zij. „Triomf en lof lag er in, en ik weet niet hoe het komt, maar dat boezemt mij moed in." „Ja, dat alles lag er in," zei Bibbs. „Ik weel niet hoe het heette, wat lify speelde, maar ik zou zoo denken, dat dat er ook niet véél toe dpet. De coJh- ponisl moet hef aan anderen over- latén. wat zijn muziek voor hen kan 'beteekenen en de naam' 'dien hij er aan geeft, kan niet veel verschil ma ken behalve voor hem zelf en voor mens chen, juist zoioals hij, zou ik zeggen." „Dat is, dunkt me, waar. ofschoon, ik e.r nooit zoo over gedacht heb1." „Ik verbeeld me, dat muziek gevoe lens mioet wekken en tafereelen schil deren in de gemoederen der menschen I die haar hooren," ging 'Bibbs pein- zend voort, „al naar den aard van hun eigen natuur en naar dien der muziek. De musicus kan wel iets com- poneere'n en het speten en daarbij wenschen, dat men aan den Heiligen Graal denkt, terwijl sommigen die de muziek hooren, misschien denken aan. een bidstond en anderen hoe gped! zij zelf zijn. Misschien, dat een jongen zichzelf erbij aan het hoofd van een. plechtige processie denkt, met öen t*- nier in de hand en op- een wit paard ge zeten. En indien er eenige jubelende passages in de muziek zijn, zal hij zich mogelijk in een circus wanen."" Zij hadden het hek bereikt en zij; legde haar hand er op, maar deed het niet open. Bibb's voelde, dat dit bijna het vriendelijkste van al haar vriendelijk heid was -- oxn niet in het afscheid nemen van hem haastig' te wezen. „Met dat al," zei üj', beeft u mij nog niet giezegd of u er van genoten heeft." „Neen, ik behoefde dat niet te doen." „Neen dat is waar, en ik behoefde het u niet te vragen. Ik wist het. Maar u zei, dat u voor mij' wilde verzwijgen, 'wat de mUziek tot u zei." ..Ik kan het niet langer verzwijgen," zei hij. „De muziek sprak tot mij zij sprak van de vriendelijkheid van van u." i' „"Vriendelijkheid Hoezoo „U dacht, dat ik een eenzame stum- perd was en ziek „Neen," zei zij beslist. „Ik dacht, dat u het misschien prettig zou vin den dr. Kraft te hooren spelen. En n vond dal." i j

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 5