Buitenland*
Ie mkk van alle tydeo*
O. a. bij P. v. i». SLUIS en N.Y. v/h
C. A. SCHULTE C#.
i i (Dq^ez. Méfl.)
kreeg ejen in Friesland, wonend ©x-kapd-<
ialbt, die zijn geld belegd bad in Turk-
sche fondsen en reeds destijds, tot zijn
groote ergernis g|e©n rent© kreeg van
zijn geld. Hij had een bewijs van onver
mogen weten te krijgen en aan tien pre
sident der Amsterdamsche rechtbank
waarom van de Amsterdamsche weet ik
waarlijk niet meer gevraagd een pro
cureur aan te wijzen om gratis voor hem
ite procedeieren tegien den Sultan, dié
ials alleenkeerscher natuurlijk verant
woordelijk mocht worden gjeacht vioor de
schulden van zijn' rijk. En waarlijk, de
president, een der voorgangers, van d©n
itegenwoordïgen het gjéval: is ongevéeb
30 jaiar geleden was zo,o goed niet of
bij wees een procureur aan.
De zaak zou grappig geweest zijn, als
zij maar niet zoo wanhopig: veel schrijf
werk gekost had. Cliënt wilde zelf het re
kest opstellen, en hij deed dit ook, maar
zoo uitvoerig en zofoi nonsensicaal
die man. was: queruilant en waarschijnlijk
was er wei meer dan één schroef los
in zijn hoofd' Idat het zoo haast niet Iklon
ingediend; daarbij schreef hij op papier,
oude zakken of zoo iets. waar|op zelfs een
pro -deo-i'ekest niet met fatsoen kon wor
den ingeleverd. Maar hij stond op zrjn
tekst en na raadpleging met dén presi
dent die er vóór was hem zijn zin maar
te Jgfeven, heb ik zijn rekest dan ovferge-
schïeven een 'klerk had ik destijds
niet en wel eenige maten want uange-
want aangezien de Sultan van Turkije
geen erkend verblijf in het soninkrijij
had, moest een afschrift van het rekest
worden aangeplakt aan de hoofddeur van
hel gerechtshof een afschrift moest -aan
dfen officier van justitie worden gegeven,
en het móest wordien gepubliceerd in een
dagblad: ik meen mij te herinneren dat
het „Handelsblad" destijds die onzinnige
copy van mij gratis* onder de advertiën
beeft opgienoimen.
Hoe diat zij, op* een mooien ochtend
is tusschen de echtsc.heidin.kjes en andere
pro-deozaakjes ook diotor den deurwaar
der uitgeroepen de* zaak „Zoo-en-zoó te
gen den Sultan ran Turkije." Er waren
confrères, die dé zaak amusant vónden;
één echter hij is later in do diplomatie
gegaan! duchtte diplomatieke verwik
kelingen. die gelukkig njet zijn gevolgd.
Tegengesproken werd het verzoet niet:
toch wees de pro-deokamer tot mijn grjoo-
te voldoening1 .het verzoek af.
Maar helaas, nog mtenigen brief heb ik
mei taijn verontwaardigden cliënt id
Friesland móeten wisselen eer de man
zich bij deze weigering van d© pro-deo-
katefer had neergelegd!
o
EEN AVONTURIERSTER. -
Einde October vestigde zich te Zwolle
zoo meldt men aan het Hapd., een lief
dezuster, Henriet tie Clemence Matron, die
gebleken is dezelfde te zijn als de te
'Boedapest gearresteerde Hollaridsche
vrouw, beschuldigd van oplichting van
anderhalf millioen kronen.
Zij kwam te Zwolle met zeer gunstige
brieven van aanbeveling, wist zich door
hare fantastisch^ verhalen bij' verschil
lende gegoede ingezetenen in të drin
gen en hun médelïjden op "te wekken.
In den oorlog had zij een; 'kliniek in
Br.ussel gehad, maar de Duitschjersi had
den haar alles ontinjojüen, en zij! 'hjad
haar* toevlucht móeten némen tot ver
pleegster aan het front. Als! zoodanig
heeft zij gestaan in België, Frankrijk,
'Duitschland, Servië en zelfs in Turkije.
'Als zuster geplaatst in het Sophjia-zie-
kenhuis te Zwolle, zag zij' geen kans di
rect in alle behoeften van haar en haar
oude móeder te voorzien, vandaar dat zij
bij' sommigen een beroep deed, epi niet té
vergeefs, op hun finaricieelen steun. Haar
connecties gebrujiMe zij om) goederen
te, koopen en deze, waneer ze thuis
jgpbracht waren, niet t© bétalen. Het
duurde echter niet lang of de politie
kreeg argwaan en zij' achtte den tijd ge
komen zich elders te vestigen.
Men vond haar korten tijd daarna "te
Kampen terug, waar zij zich ook speciaal
op godsdienstig terrein bewoog. Tóen
hel bjaar hier ook te benauwd werd,
verdween zij. Een onderzoek naar haar
ingesteld, bracht aan hfet licht, dat zij'
zich in Den Haag aan dezelfde practijl-
ken had schuldig gemaakt, 51 jaar oud
was, te Breda geboren, en te Amsterdam
gehuwd en Idat zij th^ns gfesch©ideiï
vrouw is.
Op 28 Jan. j.l. ontving1 een van 1de
heeren te Zwolle hij wie „zuster Matron"
niet vergeefs had aangeklopt, een schrij
ven uil Boedapest van "een kapelaan, die,
naar hjj schreef, vroeger in Holland
was gewest. Hij had gehoord dat ge
noemde heer veel deed voor de Hpn-
gaarsche kinderen, en nu verzocht hij*
dringend hem gelid te zenden, want dé
nood onder de kleinen wias. groot. Hij
zelf was, kapelaan van eén zeer arme pa
rochie, en wanneer daar eenige gulden
voor 'bestemd konden worden, dan werd
daarmede een goed werk verricht. De
geadressfeerde vertrouwde het zaakje
niet, men ging aan het speuren, en nu
bleek dat het schrift, van dén kapelaan
heel veel overeenkomst vértoonde mét)
„zuster Matron."
Onmiddellijk stelde de politie zich in
verbinding met den Néderlandschen con
sul te Boedapest, en het bleek, dat dé
zuster daar juist een heel goéde affaire
in handen hjad. Daar zij' in het politie
blad stond, werd zij' gearresteerd. i
oen voor mijn kaartje naar huis."
„Ik bed|OPlde niets onaangenaams "ten
jopzichte van jou" babbelde Edith verder.
„Ik bedoelde alleen, dat 'ik dacht, k^ajt
zij zon belust op trouwen was, dat zij' zou
getrouwd zijn. 'met wie haar maar vroegf'.
„Ja, ja", zei Bibbs dat isl duidelijk
En op zjjn zusters gelaat de ui!tdrukkm|g|
ziende van iemand Wier handigheid alles
weer volkomen terecht had igébrach|t,
lachte bijl in zich zélf.
„Rescue is bepaald snoezig voor haar",
ging zij een jooigénbiik later voort. „Al
te snoezig. Als hijl eens wat wakker werd
en%üaar als een man de "wélt liet vóelen,;
dan geloof ik, dat zij hem meer róspec-
teftren zou en leeren hp© zilch té gedra-
gjen." I
„Te ^©dragen
„O, ik bedjoél, zijl is zfeo onoprecht"
zei Edith karakteristiek pntjduifkend, alls'
het er jop aan kwam! hét punt waarheen!
zij zelf de gedachte geleid had te bevesti
gen; in dit opzicht was zij biet de eenige
van haar seks©.
Bibbs vergenoegde zich met een onbe
stemd i gebaar.
-Er komt hier in de (oude straten ook
bedrajlvigjheid", zei hij1, met zijd lange,
bevende liand pp een in aanlbouw zijlnd
jgjrpot ctomplex van gebouwen, wijzend.
„Eerst komen kosthuizen en dan de
„Dat is niet vfoor legde zij
hem -uit. „Dat is de niéuwe
BRIEVEN UIT BERLIJN.
XXI.
Berlijn. Febr. 1921.
Het is een bekend fejLt, dat groot© en
wereldschokkende gebeurtenissen in het
leven van 'n volk niet altijd! een wefer-
klank vinden (in de litteratuur én de
dichtkunst zóó dat de beteekeniis van die
gebeurtenissen daarin een tolbomen trou
we weerspi©gtel|;n!g vindt. De overwin
ningen van 1870 hebbeb in die Duitsche
litteratuur n(iet het aanzijn geschonken
aim een werk van hoogé litterafcre waar
dje De roeec die op een dergelijke ovér-
wiunjng vólgt is in haar wezen rnieer van
materieélén aard en wordt nfiet zoo gé-
makkelijk in geestésuktinigen omgezet.
Maar ook de wereldoorlog^ de gewel
dige nederlaag en de schokken, door de
resolutie ontstaan zijn* 'in :de Duitsche
litteratuur nog nliet zoodanig verwerkt
als men had mogen veimoéden. Toch kon
kneu den laatsten tijd eén duidelijker en
waardiger weerklank op d|ié gebeurte.
nissen opmerken dón na dé' glorieuze
stichting van het Duitsche Keizerrijk voor
ÏO jaren het géval was. On^luk brengt
toch meer dan overwinning1 én triomf de
innerlijke brachtén in 'beweging.
In een breed opgezettén romlon met
den titel: „9 November" heeft Bémhard
Kelterman. de békende auléur van „Der
Tunnel" (het fantastische verhaal van dé
reusachtige onderneming van e©11 on-
derzeesthe verhindjing1 tusschen Amerika
en E.uropa) de dagen van dé ineenstor
ting ,111 den herfst van 1918 geschilderd.
De plotselinjgè omkeer van alle verhou
dingen en toésltandéjnj ijn Duitschland
d!ie de toenmlaljg' machtige kaste van
adel en militairen als in een stormwind
wegvaagde en uit de d,!epten van het volk
nieuwe krachten deed opkótnen. wordt
■hier ,in opwindende jaféreeten aan de
hand vian het lót van de toestan'deta ty
peerend© personen geschilderd. Is dezé
fichildje<(inlg. men zou kunnen, zéggpn „van
linkls:" jge^en, geboren uit de opvattingen
van een hartstochtelijk naar nieuwe toe
standen verlangende ziel. 'Karl R'ofsiner
beziet die bésllissende wending van deh
veldtocht in den zomér van 1918 van
rechts. Hij noemt zijn roman ,Der Ilönjgl"
en hij 'doet daarin eén poging de figuur
van den Keizer, djie sinds twee jaar aan
een storm' van de zwaarste beschuldi
gingen bloot stond, in een. sympathiaxer
jicht te zetten. De auteur hééft als' oor
log* co rrespondent geruimén tijd in de
onmiddellijke 'habijhqfild van den Keizer
vertoefd. en hij' v©rtelt ons hoe in dé om
geving van den Kefiz©r het mislukte of
van papa de Shéridan 'Apartments".
„Zpjo zoo,!" 'mompelde bijl. ^Ik 'dacht
dat „Sheridan" «hiér haast 'reeds violdlaen-
de hekend was."
„O; wij zijn in de heele stad genfojeigj
bekend", zei zij! pngjeduMiigj. „Ik houd
het er v(oior,- dat hier [g|een manA vrouw,
kind óf neg|erhatoy is, die niet weet wie
we zijn. Maar wé hebben geen omgang
met de rechte menschen."
„Neen"riep hijl. „Wie zijn dat?"
„Wie zijh wat?"
„De i-eohte menschen".
Je wéét wiel wat ik bedoelde voorname
menschen, de Oude families! de men
schen, die hier ih de stad tot dén wer
kelijk beschaafden stand betiporen en die
dat weten."
Bibbs verviel' wéér in zijh stil lachen;
het Scheen hem' zeer te amusteeren. „Ik
dacht, dat de menschen, dié in waar
heid het echte (cnf hoe je 't wiltj nioemen,
hadden, hét niet wisten", zei hij. „Ik
heb altijd gemeend, dat het zeer wéinig
Voldoening gaf, want als je ©r over dacht,
dan f ifad je liet niet, en als je het had,
dan wist je het niet."
„Dat is nónsens", antwóbrdde zij. ,Zij
weten het hier in de stad ppperbe|sjt;i
Ik heb éen massa dingjen opgemerkt, lang
Voordat we er over begonnen te den
ken pm in dezen kant van de stad te
b(ouwen. De voornaamste menschen hier
in de stad zajin niet altijd die sjtéunpilaren
fensief aa11 de Maroé en de vérrassendê
tegenaanval van de geallieerden werden
opgenomen. Men teert daaruit hoe dé
Keizer hij 'djte épisode en zBier waarschijn
lijk gedurende dén geheélen oorlog een
merkwaardige jiguur vpn het tweede plan
is geweest, hoé zijn niacht slechts een
schaduw was van de macht van het op-
perbevél. Hij verschijnt in dit boek. en
dat is tot doei jerVan. nliet als droger maar
maar ais offer Van het noodlot. Het boek
maakt in Duiitsciiland grooten opgang;
omdat men er toestanden uit teert kenmefl
waarvan men niet op de hoogt© was.
De nieuwe omstandigheden, waaron
der wij levé'n éh welkér ingjéwlikkeldheid
onze (blik nog isteeidls njiat helder kan
doorzien moest evenwel vooral de sa-
tirfiekè a,uteiurs inspir©eren. Wél heb
ben zij ook dog niet veel bljzondérs ge.
bracht, maar toch wel een paar amusante
comedies, rd!ié ontstaan zijn door het in
grijpende „changement de decoration"
dal wij beleeifd hebben. Voor eénigen 'tijd
isl een 'blijspel verschenen „Der Herr
Miröister". In de hoofdstad vjan een ldei-
nen Duitschen staat, waar zoo j ujist tot
jdén landsVader het Vriendelijke, maar
tevéns zeer dringende Vérzoek' is gedaan
af te treden, is ©en eénVoudjigé brave
werkman, tot n u toe e'pn dér steunpil'arén
van de sociaal-demócraflitsche partij, tot
zijn eigen verbazing minister v^n eere.
dienst geworden. Hij fx. wei een beetje
huiverig voor zijn hieuw© waardigheid,
maar toch aanvaardt hij mjoédig zijh ambt.
Hij 'komt op het miifiisterie en ïsi iio-og'st
verbaasd over de wijze, waarop de led©n
van de oude monarchis'tiscbe kaste zich
gedragen. Daar 'is dé verstandige geheim
raad, een middel van vlijt én plichtsbe
trachting. wiiens kennis ook den nieu
wen miifisler imponeért. Daar is de „stre-
fcende' 'jonge ré^eringjstrjajad, dfe zich da
delijk verdienstelijk wijl miaken en daar
bij eén vredig fiasco beleeft. Daar 'is de
arxstoérhfftsche nietsdoener, die met ©en
anigst die komisch is, de heerschappij
van den plebejer tegémoét ziet. Daar) lis-
de stijve kansélerijbediende, djie pas op
dreef koimt als ook de nieuwe mlinister
hem toestaat ,dat hij hem iii©t excellentie
aanspreekt. De ©erzame niéuwe mfnis-
ter bezoekt dén eersten dag een méisi-'
jeshoogeschool en hij is verbaasd en
beschaamd als hij hoort wat de jonge
meisjes allemaal weten. Zijn groote hér-
Vorminlgslplannen, waarvoor hijl altijd harfe!-
toohtelij'k heeft gévochten. schijnen hem'
plotseling mietiig daar hij erkennen
moet djat ook in den ouden staat goéde
dingen werden tot stand gebracht! Hij'
trekt uit d(é ervaring de consequentie en
legt zijn ambt zo,o spoedig mogelijk
weer neer blij' dat hij zich ontdioen]
kan van de last van éen staatsambt
en zich weer kan terugtrekken- in de
rust en vrede van zijn klein burger
lijk milieu. Men ziet, dat di,t stuk als
het Ware van „rechts" isi geschreven.
En dat is heel natuurlijk. Want Se ou<ie
conservatieve elementen bevinden fich
tegenwoordig in Ide oppositie en satly-
re wordt altijd door de oppositie be
oefend. Vroeger richtte zij' zich^ tegen
den adel', het hóf en het oud-Priii/-
sische lambtjenajrenddm nu richj zijrzjch
tegen de aan het bewinld gekomen de
mocratie. i
Iets anders en iets minder scherp
gaat het in een toouéelstuk, waarvan
zóó juist der première heeft plaats
gehad. He schrijver daarvan is Karl
Rössler, de auteur van „Dé vijf Frank-
forters". Zijh nieuw stuk heet '„Der
pathetische Hut", dat isl de kroon, die
een verdreven jonge koning uit een
kast van zijn verlaten slot wil halen.
De handeling is niet bijster goed ge
lukt. Ei* wordt een formeel© intrige
op touw gézet, waarbij' de v?o©gere
maïtresse van den koning, een gravin
zoo. en zoo een rol spéélt, een intrige
naar het recept van d© Franschje Bou-
levaardstukken. Zooals! gezegddie in
trige is niet gelukkig. Maar d© situatie
is heel behporlijk. Dé geschiedenis
speelt in eén kasteel, dat pa de re
volutie aan een sociaal -démo era tisc h po
liticus, die tevens een gewiekst koop-
der maatschappij! en zij [gapm Iptm met bui
tenstaanders èn behjoioren niet alle tfo$
eén zekére Miek zijl hébben allerlei
sport menlsóhén opgenomen üi hum ver
schillende clubs, maar zij zijn 'cfaarofti
evengoea "toch een Kliek, en zij hébben
hei igpvpel een (kliek Ie vormen en zaj
zijn juist evenzeer Wij, Ons en C(o^ als
eeenjgé ghoép in de wereld, waarvan je
zjoudt kunnen lezen. Het meerendeel van
hen wps h!i©r reeds' langi, vóórdat pialpa
kwam, en de ghootvaders van li© meisjes
van inSjn leeftijd kennen elkaar, en!
„Ik bégrijp hef'., viel Bibbs haar ern
stig. in de rede. „Hun vjoprvodéren 'kwa
men vpn menig slachtveld bij felkaar en
het 'bloed der kruisvaarders vloeit in h,un
aderen. Ik heb altijd jglehóoaxi; dat heft
eerste huis gebouwd was door een ouden
man, Vertrees genaamd, die niet piver-
wejg kón met Daniël Roone, en hierheen;
de wijik nam omdat Daniël van hém ver
langde, dat hij' een géweer zpn terugbe
ven, dat hij hem had geleend."
Edith gaf een pilletje van schrik. „Je
móet dl© geschiedenis niet oprakelen,
Bibbs, zelfs' al is zij waar. Dé Vertréefs'
zijn die voornaamste familie en hier na
tuurlijk de oudst©; zij' waren al een oude
familie vóórdat Mary Verhees' over-oveit
grootvader uit het Westten kwam en'hier
deze nederzetting stichtte. Hij 'kwatm uit
Lynn, Mes&achusetts, en zijl hebben daar
npgt familie dtider de eerste meufsjchen
man, .O.-W.-er en „Schiebér" is, is; ;ge-
komen. Nu is het volgende gebeurd.
Verscheiden© J steunpilaren van li(et
o,ude regime zijn bij1 den nieuwen eige-
naara in dienst gebleven. Een oude ma
joor werd huisbevvaander, ejftelïjk niet
meer dan portier. Een vroeger© hof
maarschalk werd dansleeraar van het
dochtertje van den O.W.-er. Een vroe
gere geheimraad werd secretaris; bij
den heer. des hjuizes. Deze moest, idaar
het slot voor zijn familie te groot is,
bij 'den heers ch|ënden woningnood een
paai* huurders in huis ppnémen. Daar
onder zijh een generaal, een oud echt
paar van adel uit de lioogeré finanti-
eele kringén. Dit heele gezelschap koës-
lerl natuurlijk een woedepide vijand
schap tegen den niéuwen hjuiseigenaar.
Zij bukken zich voor bom, maar met
gebalde vuist. En op een gjoeden dag
arrangeeren d© oude monarchisten een
ouderwetsche soirée. Zij halen hun
oude uniformen uit de kast, hunnut
teloos, geworden riddéilórden ©n zij
spreken weer in den ouden conversatie
toon. Het is iets zeer eigenaardigs^
bijna spookachtigs, wanneer dez© res
ten van een ondergegane wereld in
afgedane verkeersvormen met elkaar
pralen en zich beklagen over '"hfet ver
dwijnen van het oude. Wanneer men
dat alles op het toone©! ziet, bemerkt
mén eerst hoe ver 'dat alles' achftjer ons,
ligt. Het is alsof er tientallen van
jaren zijn voorbijgegaan sinds men zich
zoo kleedde en bewoog en dat was
toch eigenlijk egrst gisteren dat hfet
zoo, was.
Wat Rössler hier heeft gegteven,
raakt een ze©r gewichtig1 onderdeel van
ons sociale, leven. Het was geen klei
nigheid voor de duizend© vroegere of
ficieren, hofbeambten, en diplomaten,
toen zij. plotseling hun ambt en farood)-
winning kwijt raakten, zich een nieu
we positie te verwerven. Men moet
bedenken, dat een groot 'deel dezer
menschen stamt uit familiën, die sedert
eeuwen ni©t anders wéten dan dat, hun
zonen soldaat of ambtenaar worjten,
nit kringen, waarin men zich bijna niet
de noodzakelijkheid van een levenson
derhoud verschaffend© burgerlijke ppr
.sitie kan bedenkén, waarin men niet
kent het begrip van d©n strijd voor
het levensonderhoud. Alles was "daar
[gfebiaseerd óp eén igevoel' van "zeker
heid, niet van rijkdom' vaak, maar wel
doortrokken van de gedacht© te behp©-
ren tot een apart© kast. En dat alles
is, nu verdwenen. H©t fundament, waar
op men stond en Idat 'men voor onver
gankelijk hi©ld, is ïn elkaar ;gfevallen.
En er behoorde h^el wat energie toe
[pm' daarbij 'het hóófd bovén water 'te,
houden. Velen 'hébben dat niet 'gekund
en vrijwillig aan hun leven een einde
gemaakt. Anderen hebben hqet in het
nieuwe Duitschland niet uitgehouden en
hebben elders getrachjt zichl een nieuw
geluk te verwerven. Maar het grootste
deel is in het vaderland gebleven! 'én
heeft ünet op elkaar geklemde tanden
getracht zich; aan de nieuwe toestan
den aan te passen. En ini©n kan niet
anders zeggen, 'dan dat dé ouidé tucht
van de Pruisische officieren blijkt uit
ijver en de toewijding, waarmee rij zich
in het nieuwe 'inleven. Men vindt ze
thans, overal. Zij zïjh kooplieden géwor
den, in de industrie g&gaan, bij groo
te banken werkzaam én hun nieuwe
principalen rijn niet ontevredeti over
hen. Men vindt ze in d© redactiebu-
reaux, ook in de directies; van filmfa
brieken. En overal verrichten zïjr goe
den arbeid. Het zijn natuurlijk ni©t de
'minsten die het ni©t over zichl hebben
kunnen verkrijgen in eten dienst der
nieuwe republiek te treden, waai* men
ze wellicht hjad willen ophémen, maar
die liever op éigen hand een bestaan
hébben gezocht. D© groote verandering
in de Duitsche samenleving blijkt 'uit;
al deze dingén, maar ©r blijkt ook uit,
hoeveel arbeidskracht en arbeidsimöed
er nog in het Duitschfe vólk l©eft-
Dr. MAX OSBORN.
Ten allen tydz was de Moedarmotde een der
meest verspreide ziekten. Om haar te bestryden,
beschikt de moderne geneeskunde over buitenge
woon werkzame middelen, waaronder de PINK
PILLEN vooraan staan, omdat hunne samenstelling
byzonder geschikt is voor teergevoelige gestellen.
De PINK PILLEN werken in der daad te gely-
kertyd op het bloed, het zenuwstelsel en de le
vensfuncties. Zoo stimukeren zy, op langzaam
toenemende wyze en zonder hevigheid in hunne
werking, de verzwakte organismen, die, doordat
zy op deze wyze voortdurend worden gesteund,
zkh spoedig kunnen herstellen.
Sedert 3o jaren is het erkend dat de PINK R
PILLEN een der krachtigste middelen ayn tegen
de herhaalde aandoeningen en storingen die een
verslapping van het bloed of een verzwakking van
het zenuwstelsel tot eorzaak hebben.
"De Piyt der Pink Pitten bedraagt f. j.yS de doos,
f. 9.00 de zes doozea. Zy worden verkocht in bet
Hoofd depotTiauas/iaUte 3/# te Jlmsierdam. Jtten
eische dit adres en de botlandsche gebruiksaamoy-
zing"De Pink Pitten zyn ook te verkrygen by de
goede apothekers en drogisten in Nederland.
\V.ULtS
INK
ERSONNES
Ai.ES
OU O" a
in Lynn!" I
„Néén!" riep Bibbs pnjgdóoivig fut.
„Er zijjn onder© jóude families als de
Vertrées", jgüpgl rij vféort, ejeen ajcht óp
hem sfaande, „de Samlifernsi en de Kitter-
by's en de J. TolmersScm Smiths
„Vreétmde namen vppr mij", viel' hij
haar'ïh de rede. ,(Anne stakkerdsGeen
van die alten is mij! bekend."
„Neen, dat is het juist", riep' zij.'En
papa had zelfs njopit den naajn Veriree^
gtehlopnd. Mrs. Vértreeisi kwam met een
an tji-rfojokroemité bij hem en hij' zei te-
jgjen haar, dat zijl het juist aan den róók
te dankten had, dat haar man Zaterdhgte-
avjonds zijn salaris ran de lopnlij'st thuis
bracht. Hijl vertélde óns dat en ik dacflit;
dat ik den nacht niet zpu hjojorkómen, zóo
Schaamde ik mij. Mr .Vertreesi heeft altijd
van rijn inkjomen igéleefd en papa kende
hem natuurlijk niet. Het zijh de sffijfsté
menschen in de gfeheele stad. En pan He
króón op alles té zetten, koehfpapa'he^
stuk land naast het pud© landhuis Hér
Vertrees' dat ligt nu; in hef harjtjje
van de wijk der móóiste nieuiwe woon
huizen en daar staat óns nieuw huis vlak
naast en ik mpet zeggen dat hun pand
daardjoor tamelijk minnetjes lijkt. Ik ont
moette Mary Vertrees op de samenkoml-
sten bij* de Mission Service Helpers, maar
rij nam geen notitie van mij', boog nau
welijks en ik betwijfel óf ziljj djat nu na
GEVONDEN VOORWERPEN.
'Als zóódanig zijn aanjgegeveó.' de: nhvol-
(glenö© vporwerpén, wriÈkfe teró^ te bé-
kjomen rijh
a. óp hiet bureau van politie-
Bruine schóri, jgrauwe pjoéhi; grópn©
kiuldprtrnute.; eenigfe sleutels. f
b. Wj particulieren: 1 5
Dameszak, inh. izakdjoek, I. VUjbeJrjajej,
Ververijstraat N 137; zilverbon, w©cï Da-
niëlse, Lozérijstraat O 83; izwarte poüfe-
mónnaie, inh. eenig] (gjeld, !Wl Minderhout
Brijgdamme B 27; partemonnaie, inh,
©enig getd, méj. Meinstna, L. Delft B '146;
zilveren vingerhjoed, postkantoor, aiüese-
ling Spaarkas; paar handstehjoeneó, J. Lp-
rier, 't Zand, Kpudekerike C .130; brui»
kindertoschje, inh. jgriffeldpos. Pietje Lpt-
irier, Branderijmólen@ang M 239; zilv»r-
bjo», B. Leijhs©, NoprdbolWerk M 1222;
rouwklok met jgoudl klokje, Jan Volmer,
iWijnjgaordstraat L 1&4; hondwagfen, Gle-
rjïm, gemeen tp-veldwachter, Gaping1;*
zwlart lederen portemonmaie, inh. eenigj
geld, J. ran "Oorschot, Schuitvtojfetraat N,
166; djonblé broche, F. Wautéra, Span
jaards traat F'55; schótolagjenda, L. J. Fto-
rusjsfe, Korte Burg Di (112; bruin bont,
A. Meulmcester, Lapge 'SingébstraoS Ti)
195; zilverbón, Jaantj© Marijs, Beenhléu-
versissinjgél K 65; potloodhouder toet pojt-
IjoOd, A. de Jonlgé, Burgém'. Takstraat C.
83; zilverbon, J. Adriaomen, Heerengracht
M 36c; Tien ritténkaart, J. Radder, K0rl(B|
Ge©i*e K 357; pjortemjonnaie, inh. eeni^j
géld, C. d© Kuiper, Breewegj, Koudekerk»
D 27; kip Van Oosten, Oudé Vlilss. weg;
Sjzerén hamer, Leo "Schrörs, Kérte Gijste-
(Straat A 131; roód© kindórhanjtefehoeïr^
J. de Smidt. Varkensmorkt I 183; twee
zWarte riémen, A. "Wioiiiclief[geta, N. Oos-
tersche straat N 82; witte zakdoek, fA'..
van der Plank!, Dampoor tsiogfel T 99;
hand van een Itaaslteraic^ecjots^unth, Jb»
Kujnst, Lange G©ere, K 371; portetotoö-
naje, inh. eenig gfeld, Cphicert- en Gehoor
zaalfeilverón broche, J. J. Schóp NipuW-
straat G 228; kmderiiandlsidhpen, mej. J.
C. Clarijs, Konini^ttraat E 245; bruin»
handschoen, J. Simons, SfijfselWeg S 94;
zilveren boerenknoop J. Steur, Sfegfeer-
straat H 89; porteinonnai©, inh. ee|n%
gèlldL, A. van Gemprt, Bree E i281; ro
zenkrans. iW. de Lange, Kf. Vlaanderen
M 1189. i
Abonnementen op de „Middeiburgóclh©
Courant" kunnen worden opgegeven
oneen agent te:
Vlisslngen: Boekhandel O. N. J*
DE VEY MESTDAGH.
Ter.aeuzen: M. DE JONGJS.
papa's 'flater w©l óóit zal dóe». Zij hébben
Óns geen bezoek gébracht."
„En jijl denkt, dat als het verhaal óto!-
trent Vertrees, de eehsjtp 'dié een 'ge
weer van Daniël' Bóone stal, bekieïMi
wordt, ti e kans, dat rij '©en befzoeik zij
len brenigjen
„Papa weet, welk een flater hij' heeft
begaan tegenover mrs. Ver trees. Ik! heb'
hem dat aan 't verstand gjebradhJj", zét
Edith gemaakt zedig!, „en hij beloofd!
moétt© te doen tor. Vertrees té ontonoeteó.
en vriendelijk jegfens hem te zïjfa- Hett ijsj
er zooi mee gësteld: als we nïét mét. hen
in kennis kómen, dan heeft het practijsé-h'
géén nut, dat wij het niéuwe huis heb
ben laten bouwen; maar als wé ze wel!
kennen en rij! rijn beleeft! jegjenfsl onfcj,
don zijn we klaar met de Voorname men
schen. Ze kunnen alles voor ons doeni.
Bobby Samhoro heeft teigéii Sybil gezegft,
dat hij met rijh móéder haar en mamh
een bezoek wilde brengfen. maar dat is
al weken Igélédeu. en hij heeft het nójg
niet gedaan; en als mrs. Vertrees bet-
sluit niet met ons in kennis te komen;,
dan wed ik, dat m-rs. Samhoro ook noost
komt. Datt is- één dinlgf, dat (Sybil niét' heefl^j
(klaar igtespéeld. Zij' zei: Bobby had be
loofd zijn moeder te zullen brengfen
„Jij zegt, dat hij ©en vrijend van RjDfr-
Ooe is?" vroey Bibbs'.. I
fWord» f»mol|ri).