Buitenland* Ie mkk van alle tydeo* O. a. bij P. v. i». SLUIS en N.Y. v/h C. A. SCHULTE C#. i i (Dq^ez. Méfl.) kreeg ejen in Friesland, wonend ©x-kapd-< ialbt, die zijn geld belegd bad in Turk- sche fondsen en reeds destijds, tot zijn groote ergernis g|e©n rent© kreeg van zijn geld. Hij had een bewijs van onver mogen weten te krijgen en aan tien pre sident der Amsterdamsche rechtbank waarom van de Amsterdamsche weet ik waarlijk niet meer gevraagd een pro cureur aan te wijzen om gratis voor hem ite procedeieren tegien den Sultan, dié ials alleenkeerscher natuurlijk verant woordelijk mocht worden gjeacht vioor de schulden van zijn' rijk. En waarlijk, de president, een der voorgangers, van d©n itegenwoordïgen het gjéval: is ongevéeb 30 jaiar geleden was zo,o goed niet of bij wees een procureur aan. De zaak zou grappig geweest zijn, als zij maar niet zoo wanhopig: veel schrijf werk gekost had. Cliënt wilde zelf het re kest opstellen, en hij deed dit ook, maar zoo uitvoerig en zofoi nonsensicaal die man. was: queruilant en waarschijnlijk was er wei meer dan één schroef los in zijn hoofd' Idat het zoo haast niet Iklon ingediend; daarbij schreef hij op papier, oude zakken of zoo iets. waar|op zelfs een pro -deo-i'ekest niet met fatsoen kon wor den ingeleverd. Maar hij stond op zrjn tekst en na raadpleging met dén presi dent die er vóór was hem zijn zin maar te Jgfeven, heb ik zijn rekest dan ovferge- schïeven een 'klerk had ik destijds niet en wel eenige maten want uange- want aangezien de Sultan van Turkije geen erkend verblijf in het soninkrijij had, moest een afschrift van het rekest worden aangeplakt aan de hoofddeur van hel gerechtshof een afschrift moest -aan dfen officier van justitie worden gegeven, en het móest wordien gepubliceerd in een dagblad: ik meen mij te herinneren dat het „Handelsblad" destijds die onzinnige copy van mij gratis* onder de advertiën beeft opgienoimen. Hoe diat zij, op* een mooien ochtend is tusschen de echtsc.heidin.kjes en andere pro-deozaakjes ook diotor den deurwaar der uitgeroepen de* zaak „Zoo-en-zoó te gen den Sultan ran Turkije." Er waren confrères, die dé zaak amusant vónden; één echter hij is later in do diplomatie gegaan! duchtte diplomatieke verwik kelingen. die gelukkig njet zijn gevolgd. Tegengesproken werd het verzoet niet: toch wees de pro-deokamer tot mijn grjoo- te voldoening1 .het verzoek af. Maar helaas, nog mtenigen brief heb ik mei taijn verontwaardigden cliënt id Friesland móeten wisselen eer de man zich bij deze weigering van d© pro-deo- katefer had neergelegd! o EEN AVONTURIERSTER. - Einde October vestigde zich te Zwolle zoo meldt men aan het Hapd., een lief dezuster, Henriet tie Clemence Matron, die gebleken is dezelfde te zijn als de te 'Boedapest gearresteerde Hollaridsche vrouw, beschuldigd van oplichting van anderhalf millioen kronen. Zij kwam te Zwolle met zeer gunstige brieven van aanbeveling, wist zich door hare fantastisch^ verhalen bij' verschil lende gegoede ingezetenen in të drin gen en hun médelïjden op "te wekken. In den oorlog had zij een; 'kliniek in Br.ussel gehad, maar de Duitschjersi had den haar alles ontinjojüen, en zij! 'hjad haar* toevlucht móeten némen tot ver pleegster aan het front. Als! zoodanig heeft zij gestaan in België, Frankrijk, 'Duitschland, Servië en zelfs in Turkije. 'Als zuster geplaatst in het Sophjia-zie- kenhuis te Zwolle, zag zij' geen kans di rect in alle behoeften van haar en haar oude móeder te voorzien, vandaar dat zij bij' sommigen een beroep deed, epi niet té vergeefs, op hun finaricieelen steun. Haar connecties gebrujiMe zij om) goederen te, koopen en deze, waneer ze thuis jgpbracht waren, niet t© bétalen. Het duurde echter niet lang of de politie kreeg argwaan en zij' achtte den tijd ge komen zich elders te vestigen. Men vond haar korten tijd daarna "te Kampen terug, waar zij zich ook speciaal op godsdienstig terrein bewoog. Tóen hel bjaar hier ook te benauwd werd, verdween zij. Een onderzoek naar haar ingesteld, bracht aan hfet licht, dat zij' zich in Den Haag aan dezelfde practijl- ken had schuldig gemaakt, 51 jaar oud was, te Breda geboren, en te Amsterdam gehuwd en Idat zij th^ns gfesch©ideiï vrouw is. Op 28 Jan. j.l. ontving1 een van 1de heeren te Zwolle hij wie „zuster Matron" niet vergeefs had aangeklopt, een schrij ven uil Boedapest van "een kapelaan, die, naar hjj schreef, vroeger in Holland was gewest. Hij had gehoord dat ge noemde heer veel deed voor de Hpn- gaarsche kinderen, en nu verzocht hij* dringend hem gelid te zenden, want dé nood onder de kleinen wias. groot. Hij zelf was, kapelaan van eén zeer arme pa rochie, en wanneer daar eenige gulden voor 'bestemd konden worden, dan werd daarmede een goed werk verricht. De geadressfeerde vertrouwde het zaakje niet, men ging aan het speuren, en nu bleek dat het schrift, van dén kapelaan heel veel overeenkomst vértoonde mét) „zuster Matron." Onmiddellijk stelde de politie zich in verbinding met den Néderlandschen con sul te Boedapest, en het bleek, dat dé zuster daar juist een heel goéde affaire in handen hjad. Daar zij' in het politie blad stond, werd zij' gearresteerd. i oen voor mijn kaartje naar huis." „Ik bed|OPlde niets onaangenaams "ten jopzichte van jou" babbelde Edith verder. „Ik bedoelde alleen, dat 'ik dacht, k^ajt zij zon belust op trouwen was, dat zij' zou getrouwd zijn. 'met wie haar maar vroegf'. „Ja, ja", zei Bibbs dat isl duidelijk En op zjjn zusters gelaat de ui!tdrukkm|g| ziende van iemand Wier handigheid alles weer volkomen terecht had igébrach|t, lachte bijl in zich zélf. „Rescue is bepaald snoezig voor haar", ging zij een jooigénbiik later voort. „Al te snoezig. Als hijl eens wat wakker werd en%üaar als een man de "wélt liet vóelen,; dan geloof ik, dat zij hem meer róspec- teftren zou en leeren hp© zilch té gedra- gjen." I „Te ^©dragen „O, ik bedjoél, zijl is zfeo onoprecht" zei Edith karakteristiek pntjduifkend, alls' het er jop aan kwam! hét punt waarheen! zij zelf de gedachte geleid had te bevesti gen; in dit opzicht was zij biet de eenige van haar seks©. Bibbs vergenoegde zich met een onbe stemd i gebaar. -Er komt hier in de (oude straten ook bedrajlvigjheid", zei hij1, met zijd lange, bevende liand pp een in aanlbouw zijlnd jgjrpot ctomplex van gebouwen, wijzend. „Eerst komen kosthuizen en dan de „Dat is niet vfoor legde zij hem -uit. „Dat is de niéuwe BRIEVEN UIT BERLIJN. XXI. Berlijn. Febr. 1921. Het is een bekend fejLt, dat groot© en wereldschokkende gebeurtenissen in het leven van 'n volk niet altijd! een wefer- klank vinden (in de litteratuur én de dichtkunst zóó dat de beteekeniis van die gebeurtenissen daarin een tolbomen trou we weerspi©gtel|;n!g vindt. De overwin ningen van 1870 hebbeb in die Duitsche litteratuur n(iet het aanzijn geschonken aim een werk van hoogé litterafcre waar dje De roeec die op een dergelijke ovér- wiunjng vólgt is in haar wezen rnieer van materieélén aard en wordt nfiet zoo gé- makkelijk in geestésuktinigen omgezet. Maar ook de wereldoorlog^ de gewel dige nederlaag en de schokken, door de resolutie ontstaan zijn* 'in :de Duitsche litteratuur nog nliet zoodanig verwerkt als men had mogen veimoéden. Toch kon kneu den laatsten tijd eén duidelijker en waardiger weerklank op d|ié gebeurte. nissen opmerken dón na dé' glorieuze stichting van het Duitsche Keizerrijk voor ÏO jaren het géval was. On^luk brengt toch meer dan overwinning1 én triomf de innerlijke brachtén in 'beweging. In een breed opgezettén romlon met den titel: „9 November" heeft Bémhard Kelterman. de békende auléur van „Der Tunnel" (het fantastische verhaal van dé reusachtige onderneming van e©11 on- derzeesthe verhindjing1 tusschen Amerika en E.uropa) de dagen van dé ineenstor ting ,111 den herfst van 1918 geschilderd. De plotselinjgè omkeer van alle verhou dingen en toésltandéjnj ijn Duitschland d!ie de toenmlaljg' machtige kaste van adel en militairen als in een stormwind wegvaagde en uit de d,!epten van het volk nieuwe krachten deed opkótnen. wordt ■hier ,in opwindende jaféreeten aan de hand vian het lót van de toestan'deta ty peerend© personen geschilderd. Is dezé fichildje<(inlg. men zou kunnen, zéggpn „van linkls:" jge^en, geboren uit de opvattingen van een hartstochtelijk naar nieuwe toe standen verlangende ziel. 'Karl R'ofsiner beziet die bésllissende wending van deh veldtocht in den zomér van 1918 van rechts. Hij noemt zijn roman ,Der Ilönjgl" en hij 'doet daarin eén poging de figuur van den Keizer, djie sinds twee jaar aan een storm' van de zwaarste beschuldi gingen bloot stond, in een. sympathiaxer jicht te zetten. De auteur hééft als' oor log* co rrespondent geruimén tijd in de onmiddellijke 'habijhqfild van den Keizer vertoefd. en hij' v©rtelt ons hoe in dé om geving van den Kefiz©r het mislukte of van papa de Shéridan 'Apartments". „Zpjo zoo,!" 'mompelde bijl. ^Ik 'dacht dat „Sheridan" «hiér haast 'reeds violdlaen- de hekend was." „O; wij zijn in de heele stad genfojeigj bekend", zei zij! pngjeduMiigj. „Ik houd het er v(oior,- dat hier [g|een manA vrouw, kind óf neg|erhatoy is, die niet weet wie we zijn. Maar wé hebben geen omgang met de rechte menschen." „Neen"riep hijl. „Wie zijn dat?" „Wie zijh wat?" „De i-eohte menschen". Je wéét wiel wat ik bedoelde voorname menschen, de Oude families! de men schen, die hier ih de stad tot dén wer kelijk beschaafden stand betiporen en die dat weten." Bibbs verviel' wéér in zijh stil lachen; het Scheen hem' zeer te amusteeren. „Ik dacht, dat de menschen, dié in waar heid het echte (cnf hoe je 't wiltj nioemen, hadden, hét niet wisten", zei hij. „Ik heb altijd gemeend, dat het zeer wéinig Voldoening gaf, want als je ©r over dacht, dan f ifad je liet niet, en als je het had, dan wist je het niet." „Dat is nónsens", antwóbrdde zij. ,Zij weten het hier in de stad ppperbe|sjt;i Ik heb éen massa dingjen opgemerkt, lang Voordat we er over begonnen te den ken pm in dezen kant van de stad te b(ouwen. De voornaamste menschen hier in de stad zajin niet altijd die sjtéunpilaren fensief aa11 de Maroé en de vérrassendê tegenaanval van de geallieerden werden opgenomen. Men teert daaruit hoe dé Keizer hij 'djte épisode en zBier waarschijn lijk gedurende dén geheélen oorlog een merkwaardige jiguur vpn het tweede plan is geweest, hoé zijn niacht slechts een schaduw was van de macht van het op- perbevél. Hij verschijnt in dit boek. en dat is tot doei jerVan. nliet als droger maar maar ais offer Van het noodlot. Het boek maakt in Duiitsciiland grooten opgang; omdat men er toestanden uit teert kenmefl waarvan men niet op de hoogt© was. De nieuwe omstandigheden, waaron der wij levé'n éh welkér ingjéwlikkeldheid onze (blik nog isteeidls njiat helder kan doorzien moest evenwel vooral de sa- tirfiekè a,uteiurs inspir©eren. Wél heb ben zij ook dog niet veel bljzondérs ge. bracht, maar toch wel een paar amusante comedies, rd!ié ontstaan zijn door het in grijpende „changement de decoration" dal wij beleeifd hebben. Voor eénigen 'tijd isl een 'blijspel verschenen „Der Herr Miröister". In de hoofdstad vjan een ldei- nen Duitschen staat, waar zoo j ujist tot jdén landsVader het Vriendelijke, maar tevéns zeer dringende Vérzoek' is gedaan af te treden, is ©en eénVoudjigé brave werkman, tot n u toe e'pn dér steunpil'arén van de sociaal-demócraflitsche partij, tot zijn eigen verbazing minister v^n eere. dienst geworden. Hij fx. wei een beetje huiverig voor zijn hieuw© waardigheid, maar toch aanvaardt hij mjoédig zijh ambt. Hij 'komt op het miifiisterie en ïsi iio-og'st verbaasd over de wijze, waarop de led©n van de oude monarchis'tiscbe kaste zich gedragen. Daar 'is dé verstandige geheim raad, een middel van vlijt én plichtsbe trachting. wiiens kennis ook den nieu wen miifisler imponeért. Daar is de „stre- fcende' 'jonge ré^eringjstrjajad, dfe zich da delijk verdienstelijk wijl miaken en daar bij eén vredig fiasco beleeft. Daar 'is de arxstoérhfftsche nietsdoener, die met ©en anigst die komisch is, de heerschappij van den plebejer tegémoét ziet. Daar) lis- de stijve kansélerijbediende, djie pas op dreef koimt als ook de nieuwe mlinister hem toestaat ,dat hij hem iii©t excellentie aanspreekt. De ©erzame niéuwe mfnis- ter bezoekt dén eersten dag een méisi-' jeshoogeschool en hij is verbaasd en beschaamd als hij hoort wat de jonge meisjes allemaal weten. Zijn groote hér- Vorminlgslplannen, waarvoor hijl altijd harfe!- toohtelij'k heeft gévochten. schijnen hem' plotseling mietiig daar hij erkennen moet djat ook in den ouden staat goéde dingen werden tot stand gebracht! Hij' trekt uit d(é ervaring de consequentie en legt zijn ambt zo,o spoedig mogelijk weer neer blij' dat hij zich ontdioen] kan van de last van éen staatsambt en zich weer kan terugtrekken- in de rust en vrede van zijn klein burger lijk milieu. Men ziet, dat di,t stuk als het Ware van „rechts" isi geschreven. En dat is heel natuurlijk. Want Se ou<ie conservatieve elementen bevinden fich tegenwoordig in Ide oppositie en satly- re wordt altijd door de oppositie be oefend. Vroeger richtte zij' zich^ tegen den adel', het hóf en het oud-Priii/- sische lambtjenajrenddm nu richj zijrzjch tegen de aan het bewinld gekomen de mocratie. i Iets anders en iets minder scherp gaat het in een toouéelstuk, waarvan zóó juist der première heeft plaats gehad. He schrijver daarvan is Karl Rössler, de auteur van „Dé vijf Frank- forters". Zijh nieuw stuk heet '„Der pathetische Hut", dat isl de kroon, die een verdreven jonge koning uit een kast van zijn verlaten slot wil halen. De handeling is niet bijster goed ge lukt. Ei* wordt een formeel© intrige op touw gézet, waarbij' de v?o©gere maïtresse van den koning, een gravin zoo. en zoo een rol spéélt, een intrige naar het recept van d© Franschje Bou- levaardstukken. Zooals! gezegddie in trige is niet gelukkig. Maar d© situatie is heel behporlijk. Dé geschiedenis speelt in eén kasteel, dat pa de re volutie aan een sociaal -démo era tisc h po liticus, die tevens een gewiekst koop- der maatschappij! en zij [gapm Iptm met bui tenstaanders èn behjoioren niet alle tfo$ eén zekére Miek zijl hébben allerlei sport menlsóhén opgenomen üi hum ver schillende clubs, maar zij zijn 'cfaarofti evengoea "toch een Kliek, en zij hébben hei igpvpel een (kliek Ie vormen en zaj zijn juist evenzeer Wij, Ons en C(o^ als eeenjgé ghoép in de wereld, waarvan je zjoudt kunnen lezen. Het meerendeel van hen wps h!i©r reeds' langi, vóórdat pialpa kwam, en de ghootvaders van li© meisjes van inSjn leeftijd kennen elkaar, en! „Ik bégrijp hef'., viel Bibbs haar ern stig. in de rede. „Hun vjoprvodéren 'kwa men vpn menig slachtveld bij felkaar en het 'bloed der kruisvaarders vloeit in h,un aderen. Ik heb altijd jglehóoaxi; dat heft eerste huis gebouwd was door een ouden man, Vertrees genaamd, die niet piver- wejg kón met Daniël Roone, en hierheen; de wijik nam omdat Daniël van hém ver langde, dat hij' een géweer zpn terugbe ven, dat hij hem had geleend." Edith gaf een pilletje van schrik. „Je móet dl© geschiedenis niet oprakelen, Bibbs, zelfs' al is zij waar. Dé Vertréefs' zijn die voornaamste familie en hier na tuurlijk de oudst©; zij' waren al een oude familie vóórdat Mary Verhees' over-oveit grootvader uit het Westten kwam en'hier deze nederzetting stichtte. Hij 'kwatm uit Lynn, Mes&achusetts, en zijl hebben daar npgt familie dtider de eerste meufsjchen man, .O.-W.-er en „Schiebér" is, is; ;ge- komen. Nu is het volgende gebeurd. Verscheiden© J steunpilaren van li(et o,ude regime zijn bij1 den nieuwen eige- naara in dienst gebleven. Een oude ma joor werd huisbevvaander, ejftelïjk niet meer dan portier. Een vroeger© hof maarschalk werd dansleeraar van het dochtertje van den O.W.-er. Een vroe gere geheimraad werd secretaris; bij den heer. des hjuizes. Deze moest, idaar het slot voor zijn familie te groot is, bij 'den heers ch|ënden woningnood een paai* huurders in huis ppnémen. Daar onder zijh een generaal, een oud echt paar van adel uit de lioogeré finanti- eele kringén. Dit heele gezelschap koës- lerl natuurlijk een woedepide vijand schap tegen den niéuwen hjuiseigenaar. Zij bukken zich voor bom, maar met gebalde vuist. En op een gjoeden dag arrangeeren d© oude monarchisten een ouderwetsche soirée. Zij halen hun oude uniformen uit de kast, hunnut teloos, geworden riddéilórden ©n zij spreken weer in den ouden conversatie toon. Het is iets zeer eigenaardigs^ bijna spookachtigs, wanneer dez© res ten van een ondergegane wereld in afgedane verkeersvormen met elkaar pralen en zich beklagen over '"hfet ver dwijnen van het oude. Wanneer men dat alles op het toone©! ziet, bemerkt mén eerst hoe ver 'dat alles' achftjer ons, ligt. Het is alsof er tientallen van jaren zijn voorbijgegaan sinds men zich zoo kleedde en bewoog en dat was toch eigenlijk egrst gisteren dat hfet zoo, was. Wat Rössler hier heeft gegteven, raakt een ze©r gewichtig1 onderdeel van ons sociale, leven. Het was geen klei nigheid voor de duizend© vroegere of ficieren, hofbeambten, en diplomaten, toen zij. plotseling hun ambt en farood)- winning kwijt raakten, zich een nieu we positie te verwerven. Men moet bedenken, dat een groot 'deel dezer menschen stamt uit familiën, die sedert eeuwen ni©t anders wéten dan dat, hun zonen soldaat of ambtenaar worjten, nit kringen, waarin men zich bijna niet de noodzakelijkheid van een levenson derhoud verschaffend© burgerlijke ppr .sitie kan bedenkén, waarin men niet kent het begrip van d©n strijd voor het levensonderhoud. Alles was "daar [gfebiaseerd óp eén igevoel' van "zeker heid, niet van rijkdom' vaak, maar wel doortrokken van de gedacht© te behp©- ren tot een apart© kast. En dat alles is, nu verdwenen. H©t fundament, waar op men stond en Idat 'men voor onver gankelijk hi©ld, is ïn elkaar ;gfevallen. En er behoorde h^el wat energie toe [pm' daarbij 'het hóófd bovén water 'te, houden. Velen 'hébben dat niet 'gekund en vrijwillig aan hun leven een einde gemaakt. Anderen hebben hqet in het nieuwe Duitschland niet uitgehouden en hebben elders getrachjt zichl een nieuw geluk te verwerven. Maar het grootste deel is in het vaderland gebleven! 'én heeft ünet op elkaar geklemde tanden getracht zich; aan de nieuwe toestan den aan te passen. En ini©n kan niet anders zeggen, 'dan dat dé ouidé tucht van de Pruisische officieren blijkt uit ijver en de toewijding, waarmee rij zich in het nieuwe 'inleven. Men vindt ze thans, overal. Zij zïjh kooplieden géwor den, in de industrie g&gaan, bij groo te banken werkzaam én hun nieuwe principalen rijn niet ontevredeti over hen. Men vindt ze in d© redactiebu- reaux, ook in de directies; van filmfa brieken. En overal verrichten zïjr goe den arbeid. Het zijn natuurlijk ni©t de 'minsten die het ni©t over zichl hebben kunnen verkrijgen in eten dienst der nieuwe republiek te treden, waai* men ze wellicht hjad willen ophémen, maar die liever op éigen hand een bestaan hébben gezocht. D© groote verandering in de Duitsche samenleving blijkt 'uit; al deze dingén, maar ©r blijkt ook uit, hoeveel arbeidskracht en arbeidsimöed er nog in het Duitschfe vólk l©eft- Dr. MAX OSBORN. Ten allen tydz was de Moedarmotde een der meest verspreide ziekten. Om haar te bestryden, beschikt de moderne geneeskunde over buitenge woon werkzame middelen, waaronder de PINK PILLEN vooraan staan, omdat hunne samenstelling byzonder geschikt is voor teergevoelige gestellen. De PINK PILLEN werken in der daad te gely- kertyd op het bloed, het zenuwstelsel en de le vensfuncties. Zoo stimukeren zy, op langzaam toenemende wyze en zonder hevigheid in hunne werking, de verzwakte organismen, die, doordat zy op deze wyze voortdurend worden gesteund, zkh spoedig kunnen herstellen. Sedert 3o jaren is het erkend dat de PINK R PILLEN een der krachtigste middelen ayn tegen de herhaalde aandoeningen en storingen die een verslapping van het bloed of een verzwakking van het zenuwstelsel tot eorzaak hebben. "De Piyt der Pink Pitten bedraagt f. j.yS de doos, f. 9.00 de zes doozea. Zy worden verkocht in bet Hoofd depotTiauas/iaUte 3/# te Jlmsierdam. Jtten eische dit adres en de botlandsche gebruiksaamoy- zing"De Pink Pitten zyn ook te verkrygen by de goede apothekers en drogisten in Nederland. \V.ULtS INK ERSONNES Ai.ES OU O" a in Lynn!" I „Néén!" riep Bibbs pnjgdóoivig fut. „Er zijjn onder© jóude families als de Vertrées", jgüpgl rij vféort, ejeen ajcht óp hem sfaande, „de Samlifernsi en de Kitter- by's en de J. TolmersScm Smiths „Vreétmde namen vppr mij", viel' hij haar'ïh de rede. ,(Anne stakkerdsGeen van die alten is mij! bekend." „Neen, dat is het juist", riep' zij.'En papa had zelfs njopit den naajn Veriree^ gtehlopnd. Mrs. Vértreeisi kwam met een an tji-rfojokroemité bij hem en hij' zei te- jgjen haar, dat zijl het juist aan den róók te dankten had, dat haar man Zaterdhgte- avjonds zijn salaris ran de lopnlij'st thuis bracht. Hijl vertélde óns dat en ik dacflit; dat ik den nacht niet zpu hjojorkómen, zóo Schaamde ik mij. Mr .Vertreesi heeft altijd van rijn inkjomen igéleefd en papa kende hem natuurlijk niet. Het zijh de sffijfsté menschen in de gfeheele stad. En pan He króón op alles té zetten, koehfpapa'he^ stuk land naast het pud© landhuis Hér Vertrees' dat ligt nu; in hef harjtjje van de wijk der móóiste nieuiwe woon huizen en daar staat óns nieuw huis vlak naast en ik mpet zeggen dat hun pand daardjoor tamelijk minnetjes lijkt. Ik ont moette Mary Vertrees op de samenkoml- sten bij* de Mission Service Helpers, maar rij nam geen notitie van mij', boog nau welijks en ik betwijfel óf ziljj djat nu na GEVONDEN VOORWERPEN. 'Als zóódanig zijn aanjgegeveó.' de: nhvol- (glenö© vporwerpén, wriÈkfe teró^ te bé- kjomen rijh a. óp hiet bureau van politie- Bruine schóri, jgrauwe pjoéhi; grópn© kiuldprtrnute.; eenigfe sleutels. f b. Wj particulieren: 1 5 Dameszak, inh. izakdjoek, I. VUjbeJrjajej, Ververijstraat N 137; zilverbon, w©cï Da- niëlse, Lozérijstraat O 83; izwarte poüfe- mónnaie, inh. eenig] (gjeld, !Wl Minderhout Brijgdamme B 27; partemonnaie, inh, ©enig getd, méj. Meinstna, L. Delft B '146; zilveren vingerhjoed, postkantoor, aiüese- ling Spaarkas; paar handstehjoeneó, J. Lp- rier, 't Zand, Kpudekerike C .130; brui» kindertoschje, inh. jgriffeldpos. Pietje Lpt- irier, Branderijmólen@ang M 239; zilv»r- bjo», B. Leijhs©, NoprdbolWerk M 1222; rouwklok met jgoudl klokje, Jan Volmer, iWijnjgaordstraat L 1&4; hondwagfen, Gle- rjïm, gemeen tp-veldwachter, Gaping1;* zwlart lederen portemonmaie, inh. eenigj geld, J. ran "Oorschot, Schuitvtojfetraat N, 166; djonblé broche, F. Wautéra, Span jaards traat F'55; schótolagjenda, L. J. Fto- rusjsfe, Korte Burg Di (112; bruin bont, A. Meulmcester, Lapge 'SingébstraoS Ti) 195; zilverbón, Jaantj© Marijs, Beenhléu- versissinjgél K 65; potloodhouder toet pojt- IjoOd, A. de Jonlgé, Burgém'. Takstraat C. 83; zilverbon, J. Adriaomen, Heerengracht M 36c; Tien ritténkaart, J. Radder, K0rl(B| Ge©i*e K 357; pjortemjonnaie, inh. eeni^j géld, C. d© Kuiper, Breewegj, Koudekerk» D 27; kip Van Oosten, Oudé Vlilss. weg; Sjzerén hamer, Leo "Schrörs, Kérte Gijste- (Straat A 131; roód© kindórhanjtefehoeïr^ J. de Smidt. Varkensmorkt I 183; twee zWarte riémen, A. "Wioiiiclief[geta, N. Oos- tersche straat N 82; witte zakdoek, fA'.. van der Plank!, Dampoor tsiogfel T 99; hand van een Itaaslteraic^ecjots^unth, Jb» Kujnst, Lange G©ere, K 371; portetotoö- naje, inh. eenig gfeld, Cphicert- en Gehoor zaalfeilverón broche, J. J. Schóp NipuW- straat G 228; kmderiiandlsidhpen, mej. J. C. Clarijs, Konini^ttraat E 245; bruin» handschoen, J. Simons, SfijfselWeg S 94; zilveren boerenknoop J. Steur, Sfegfeer- straat H 89; porteinonnai©, inh. ee|n% gèlldL, A. van Gemprt, Bree E i281; ro zenkrans. iW. de Lange, Kf. Vlaanderen M 1189. i Abonnementen op de „Middeiburgóclh© Courant" kunnen worden opgegeven oneen agent te: Vlisslngen: Boekhandel O. N. J* DE VEY MESTDAGH. Ter.aeuzen: M. DE JONGJS. papa's 'flater w©l óóit zal dóe». Zij hébben Óns geen bezoek gébracht." „En jijl denkt, dat als het verhaal óto!- trent Vertrees, de eehsjtp 'dié een 'ge weer van Daniël' Bóone stal, bekieïMi wordt, ti e kans, dat rij '©en befzoeik zij len brenigjen „Papa weet, welk een flater hij' heeft begaan tegenover mrs. Ver trees. Ik! heb' hem dat aan 't verstand gjebradhJj", zét Edith gemaakt zedig!, „en hij beloofd! moétt© te doen tor. Vertrees té ontonoeteó. en vriendelijk jegfens hem te zïjfa- Hett ijsj er zooi mee gësteld: als we nïét mét. hen in kennis kómen, dan heeft het practijsé-h' géén nut, dat wij het niéuwe huis heb ben laten bouwen; maar als wé ze wel! kennen en rij! rijn beleeft! jegjenfsl onfcj, don zijn we klaar met de Voorname men schen. Ze kunnen alles voor ons doeni. Bobby Samhoro heeft teigéii Sybil gezegft, dat hij met rijh móéder haar en mamh een bezoek wilde brengfen. maar dat is al weken Igélédeu. en hij heeft het nójg niet gedaan; en als mrs. Vertrees bet- sluit niet met ons in kennis te komen;, dan wed ik, dat m-rs. Samhoro ook noost komt. Datt is- één dinlgf, dat (Sybil niét' heefl^j (klaar igtespéeld. Zij' zei: Bobby had be loofd zijn moeder te zullen brengfen „Jij zegt, dat hij ©en vrijend van RjDfr- Ooe is?" vroey Bibbs'.. I fWord» f»mol|ri).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 6