FEUILLETON.
FABRIEKSROOK.
Uit Stad en Provincie-
Donderdag 17 Februari 1921»
I04e Jaargang
BINNENLAND.
PARTIJ-WETHOUDERS
Hel geval met den S. D. A. P.-wethouder
in Utrecht, van Leeuwen, kan gegenerali
ieerd worden, want we hebben in tal
van gemeenten wethouders, die op hun
ze tel zitten als partij-afgevaardigden.
Sinds de evenredige vertegpnwoordi-
ging de fictie, de onjuiste gedachte, ver-
sterkte, dat alle kiezers in te deelen,
rijn volgens de partij-programma's, die
verreweg de meesten niet hielpen sa
menstjellen, was ook die toestand ver
scherpt. En lilet werd nog erger toen de
verbrokkelde samenstelling van de
meeste gemeenteraden een compromis
van enkele partijen noodig maakte, zoo
dat door onderling onderhandjeten van
enkele partijen, nog vóór de raad bijeen
kwam en zijn oordeel uitsprak, het be-
stuursprogramma voor de eerstvolgende
periode werd vaslgesleld. De praktijk
noodzaakte daartoe.
Maar die toestand maakt ook een fictie
van het beginsel dier wet. dat aan het
hoofd der gemeente de Raad staat. In.
werkelijkheid staan dan aan hot hoofd
enkele partijen. Althans in de meeste
Igroojte gemeenten. En die werkelijkheids
toestand leidt onvermijdelijk tot de op-
ratting van de partijen, dat zij hun ver
tegenwoordigers in liet dagelijkscfe be
stuur ril. de wethouders, h[un gedragslijn,
kunnen voorschrijven, en dat die verte
genwoordigers eerst het advies van de
partij moet inwinnen vóór zij tot daden
«vergaan.
Dal komt nu wel in Utrecht, en ook
elders het sterkst uit bij de S. D. A. P|
omdat daar eeu groot wantrouwen)
heerschj in het samengaan met andere
partijen. Maar in den grond is het toch»
bij andere partijen precies zoo- gesteld,
ïin er zijn dan ook voorbeelden in over
vloed. dat de wethouders zich' te ver
weren hebben tegen een ongemakkelijke
kritiek, niet van den Raad, maar van de
plaatselijke vereniging van hun partij.
Tot welke dwaze en zeer onigewensch-
te toestanden dat leidt, blijkt echer dui
delijk uit het Utrochtpch geval.
De S. D. A. P. had daar twee der vijf
wfethjouders: dr. van Leeuwen vjopr On
derwijs en Van Dijk vioor Publieke Wer
ken En nu is het allereerst al dwaas,
dat de S. D. A. P. daardoor alleen een
vooruit werkende macht heeft over het
beleid in die twee takken van dienst,
terwijl weer andere partijen die macht
hebben Over: financiën of gemeentebe
drijven.
Eii boe ver die vooruit werkende macht
gaat, blijkt uit een artikel in Het Volk
van Dinsdag, waarin als voorbeelden valt
he; gebrek aan partij-discipline van dr.
van Leeuwen worden genoemdle. het
feit dal hij een ingrijpend voorstel tlpjt
Voorziening in de schoolruimte niet eertst
Kan de S. D. A. P/fractie vfotojiegjde',
tataar het zoifde r raadpleging dier frac
tie indiende als Voorstel van B. en W|.
(2e. dat hij in wteferwil van de meeninjg van
.en de belofte aan de partij-fractie de
inrichting van het onderwijs voor vol
wassenen niet liet voorgaan; 3e. dat hij.
sen voordracht voor de benoeming van
een schoolhoofd niet wilde terugtrekken
z>i ris zijn fractie verlangde, daar zij die
(torst in de Onderwijscommissie wilde zien
gebracht. i
Dal kiolnt dus hierop neer: dat de wetfc,
houder lover zijn voorstellen niet eerst in
de partij-vergaderhig wil dloen beslissen.
De wensch van de partij is logisch, als
xnten oen -wethouder in de eerste plaatsj
beschouwt ais vertegenwoordiger van zijn
partij. Maar de wensoh is bedenkelijk
ais men een wethouder beschouwd als
Ken deel van het co-lfejgle dat in zijn geheel
Voorstellen aan den Raad doek
Wij vinden het verderfelijk, en we
inleen <-n dat de publieke opinie in de
zelfde ridding' -gaat wanneer door
Vóórvergaderingen van de partijen be
slist wordt, niet «Ver het lot van een
Voorstel, maar over de vraag: of eeh voor
stel door B. en W. (let wel! door B. en
W.) al of niet gedjaan zal worden.
JnpLaats v,an de door de welt zoo terecht
geëischte openbare beraadslaging in den
Rpad komt dan een behandeling in een
geheime vóór-vergadering. Want die moet
ui! den aard der zaak geheim zijn. En
dus kunnen oök de motieven geheim blij
ven. Dat noemde nten vroeger in de.
djagten van het bestuur der ,heereh'een
voorafgaand gekonkel in onder-oinsjes. Is
het nu in wezen iets anders?
En inplaals van de overweging vata
hel verantwoordelijke college van
B. en W. over het ai of niet raadzame
van een voorste], komt dan de dwingende
l.codscliap bij .dat college van een niet
verantwoordelijke vergadering der partij
waartoe enkele leden van dat college be-
hooren.
Vooral die voordracht-kwestie vóór de
benoeming van een schoolhoofd Helt het
dwaze daarvan in een helder licht, daar
volgens de nieuwe wet zoo'n voordracht
nidl wordt opgemaakt door den wethou-
houder en zelfs ook niet door B. en W„
maar door B. en W. in overeenstemming
Imet dien inspecteur, die alle -stukken
krijgt, en inlichtingen! inwint én eeh,
drietal door hem uitgekozen aan B. en W
voorlegt voor pverleg. En nu zou toch
eén partij-vergadering het recht op-
eischen. eerst zoo'n voordracht te beloor.
deelen. vóór de wethouder die zou mo
gen indienen
.We .herhalenwat in Utrecht geBfeurde.
is in den grond precies hetzelfde wat in
mindere scherpte reeds in tal van andej-©
gemeenten plaats heeft. Vooral te.nopzich
te der S.- D. A. P.-wethouders die in
jde afdeelingen zich te verantwoorden)
hebben over hun gebrek aan voorafgaand-
overleg met de partij. Maar het is tóch
ook ten opzichte van andere partijen mo
gelijk. en wellicht reeds» gebeurd.
En het néémt d© regeling van de pu
blieke zaken uit handen van het daarvoor
wettelijk aangewezen lichaam, om liet
le stellen in handen van de par tij-afdee
lingen die niet ter verantwoording kun
nen geroepen worden, eta die het aan hu-n
laars lappen, als de zaak mis loopt, ter
wijl het college van B. en W. altijd weet
de zorg te krijgen voor de gevolgen van
ieder voorstel dat het indent.
Als die geest doorwerkt, kon het ook
hun wel eens gebeuren, dat het voor
beeld. werd aangeprezen van de Vereéuig-
de Staten, waar men de gemeenteraden,
juist om dat zelfde euvel, dat daar tot
een partij-kankei' groeide, eenvoudig op
zij schoof, om het gemeentelijk beleid
geven aan drie of vier comnJLssioners
of wethouders, zonder Raad, maar ge.
kozen regelrecht door de kiezers, cn
ook door hen afzetbaar.
KAMEROVERZICHT
Tweede Kamer.
Zitting van Woensdag.
Het hoofd van dezen tak van Staats
dienst aldus de heer d e M u r a 11 bij
de bespreking van de begroot! ng van
Postjeriien, Telegrafie en Telefonie
suggereert zich blijkbaar, dat alles uit
stekend gaat. Maar wie onderzoekt, neemt
waar, dat op vele groole kantoren de ver
zending van de laatste buslichting niet
goed meer geschiedt. Vroeger stelde mén
er een eer in, die goed te doen; gè-
schieden, nu niet meer. De dienst der
expeditie op de treinen is niet meer
als vroeger. De ambitie en de ijver der
ambtenaren laat te wenschen over. Zij
kennen- niet altijd de expeditiewegen,
en 't gezag van den chef van dezen dienst
is niet meer als vroeger.
Spreker heeft een directeur uit eèn
groote stad gesproken, die verklaarde,
dal hel op zijn kantoor klachten regende,
en dat de ambtenaren slecht en weinig
opgewekt hunt aak vervulden.
De directeur-generaal denkt, dat alp
hij maar oekases slingert en dreigt meE
Roman naar het Engelscii
van BOOTH TARKINGTON.
3.
Hoofdstuk III.
Om van het begin af te beginnen en
va» meei af te leeren, was voor Bibbs!
e©ta Langdurige geschiedenis in het sa-
n-stoi ium, mei melk en beschuit als basis
vtoior onderwijs, en het duurde vele ver
velende maanden voor hij gerekend werd
YhLdoendc .gevorderd te zijn om jgeleuind
op een verpleegster en een stok een wajn-
deliög te kunnen maken. Deze en de
Volgende maanden zagen het ontwerp», het
bouwen en de voltooiing van het Nieuwe
Huis. en bij dat verblijf van grootheid
werd Bïbbs gebracht ,toen de stok zonder
d,e verpleegster voidoenden steun voor
Item bleek.
terugzetting in de promotie, de zaken
goed gaan. De directeuren zijn wel zoo
verstandig, daarom de klachten maar
naast zich neër te leggen. Daarom staat
in de Memorie van- Antwoord, dat de
klachten der hóogere ambtenaren maar
praatjes zijn.
Eén opmerking in de Memorie van
Antwoord onderschrijft spreker, nl. deze
dal de opgewektheid van hjfet personeel
niet alleen afhankelijk is van de salaris
regeling. Met het feit, dat de salarissen
zijn verbeterd, is niet bewezen dat niet
op anderen grond die, opgewektheid zoek!
is en ondermijnd. Sprëker heeft den
indruk, dat de dienstvoorvaarden, waar
voor jaren is gevochten, meer cn meer
door den directeur-generaal worden on
dergraven. Vele hoofdambtenaren héb
ben geen vertrouwen in toezeggingen van
het hoofdbestuur.
De vere.eniging- van directeuren heeft
haar vroegere b©t©èkenis verloren. Zij
wordt niet geboord-,! zelfs niet in gevallen
als de hereCnigihg der -gescheiden dien
sten van post- en telegrafie te Goes en
te Vlissingen. De rereenjiging' heeft zich
er tegen verzet, maar haar advies is
eenvoudig ter zijde gelegd.
Na dit pleidooi voor een betere ver
houding tüsschjen directeur-generaal en
het hoogere personeel, kwam de heer
v. Berésteijn een toelichting geven
tot zijn motie om het «vernemen van ge
meentelijke toelefoonnetten door het Rijk
te doen geschieden naar bepaalde re
gelen, vast te stellen in overleg met de
Skaten-Generaal.
En toen kwam hij met nog een motie
ni. dat de afschaffing van portvrijdom'niet
mag slaan" op de verzen [dingen van biblio
theken eh archieven.
Een onderwerp dat in de plattelands
provincie als Zeeland de aandacht ver
dient is dat. ter sprake gebracht door
den heer Weit kamp, nl. verbetering
van de telefonische verbindjing tuvschen
de plattelandsgemeenten onderling1.
Nederland staat in dit opzicht acht
teraan en toch is. de telefoon voor den
landbouw zoo gewenseht. "Meer dan theo
retische overwegingen spreekt de stem
der praktijk. De boerderijen liggen op
groole afstanden van elkaar en van de
dorpen. Toch zijn die boerderijen aange
wezen op contact met die dorpen, want
daar wonen de ambachtslieden die men
noodig heeft, en artsen enz.
Boodschappen nemen te veel tijd in
beslag. De telefoon heeft dus veel be-
feekenis voor de boerderijen, niet al
leen voor het bedrijf, maar ook voor
het geestelijk leven.
*?Bij Ivon. besluit van 20 November 1916
werden de kosten van aansluiting bij
telefoonkantoren en hulptelefoonkanto-
ren bepaald op f 35, vermeerderd mei
f 3 voor elke 100 M. afstand van het kan
toor, terwijl voor afstanden van meer
dan 1000 M. één jaar extra abonnements
geld wordt berekend.
Sinds korten tijd zijn die bedragen ver
hoogd en is f 50 vereischjt van eiken
aanleg. Voor de landbouwers is dat af
standstarief bezwarend; gewenseht is een
uniform tarief als in de steden. Onder-
lusschen diende hjet afstandgeld te wor
den teruggebracht op f 1 per 100 M.
Oclk het tarief voor de aansluiting bui
ten de 5 K.M. dient verlaagd. Intercom
munale aansluiting is voor de landbou
wers niet van zooveel belang als het lo
caal; zijn er technische bezwaren tegen
het dadelijk invoeren van een uniform-
larief, dan zou spreker willen aanbeve-
ren de invoering van een streektarief
met een bepaald centrum. Op die wijze
zou voortgewerkt worden aan de ontwik
keling van het verkeer, en wordt tegemioet
gekomen aan den wensch van ltet platte
land naar een gelijkwaardige behandeling.
Een motie in dien geest, nl. om de
kosten van aanleg en exploitatie op een
gelijk bedrag te bepalen voor alle, bij
Edith haalde hem van het stadion.
,.Wel, wel, Bibbs'!" zei .zij; toen hij lang
zaam het hek uitkwam, de laatste van' alle
reizigers uit den trein. Zij drukte vluch
tig zijn hand1, maar wendde na een haas-
s tijgen blik haar loogen van hem af en
keerde zich dadelijk naar de straat. Vind
je, dat z© je hadden mieeten laten gaan?
Je ziet er bepaald niet gloed uit!"'
„Maar ik zie er bepaald beter uit",
antwoordde hij op een toon, even lang
zaam als zijn góng; een temerige manier
van spreken, die noodzakelijk was, want
als Bibbs probeerde vlug te spreken, dan
stotterde hij. „Omstjreeks een maand ga
meren moesten twee menisichen mij ge
leiden. Zij móesten mij tusschen zich
innemen."
Editli wendde haar oogen, na haar eer
sten, vlucbtigen blik. niet direct weer
naar hem toe en de uitdrukking van haar
gezicht toonde, ondanks haar zelve, een
ietwat verlegen afkeer de blik van een
gezond persoon, die door de een of an
dere berocpsverplibhting,' gedwongfen Sjsi
een zieke"' pupil in een hospitaal te
bezoeken. Zij was negentien, blond en
stonk, met fijne, cniregeknatilge gelaafe-
Lrekken, maar met een prachtige teint
en schitterende longen^ die een indruk
teweeg brachten, welke schoonheid zeer
nabij kwam. Haar bewegingen waren vlug
en rastetetoiszij had. zraoals vriendelijk^
oüde dames zegjgen. iels liefs overzjichen
v.k iets haastig^ én gejaagds. Dat was
iets nieuws voor Bibbs; het was een
merkbare verandering sinds hij haar bet
laatst had gezien en hij onderwierp naar
san een langdurig, kritisch onderzoek,
toen zij op het trottoir stonden te wach
ten (op Pen automobiel, die over ide straat
tor-kwam en zich uit het handelsreis
keer trachtte te ontwarren.
„Dat is de nieuwe auto," zei zij. „Allefs
is nieuw. Wij hebben er nu vier. behal-
v die ven Jim. Roscoe beeft ér twee."
„Edith, je ziet er uit begon cn
hield |op.
..O, wij makeü het allen gloed," zei zij
levendig! en toen alsof iets in zijn toon
haar van gewicht voorkwam: „Wel, hoe
zie ik er uit, Bibbs?"
„Je ziet er uit Hij hield weer op.
eenzelfde kantoor aangeslotenen, is aan
de Kamer voorgelegd.
Nog een aantal onderwerpen werden
aemgeroerd. De heer v. d. Stapele
drong er top aan, dat een aantal ambtena
ren aan het hoofdbestuur moet worden
opgeruimd, en dat hiervoor in de plaats
moeten worden gesteld actieve en des
kundige personen. En'voorts besprak hij
de enorme kosten van de overplaatsingen.
De heer Oud betoogde dat bot niet
nakomen van snalarisbeloften een slech
ten invloed heeft.
De lieer S m e e n k meende dat men
reeds kan beginnen met de opheffing
van den Zondagsdienst op het platteland
al kan het naai' zijn meening ook al wel
met de stedenen de heer Winter
mans besprak de belangen van de brie
vengaarders naar' aanleiding van hei
adres van den Bond van Kantoorhouders.
Mevrouw Groeneweg wenschte te
rugkeer tot het voorschrift dat vrouwe
lijke ambtenaren gekeurd moeten worden
door vrouwelijke artsen of zoo dit nief
mogelijk is, dat bij keuring van eepl vrouw
door een mannejijk arts een verpleegster
moet tegenwoordig zijn.
Eerste Kamer.
Zitting van Woensdag.
De Eerste Kamer is nog niet tot een
beslissing gekomen ten aanzien van de
veelzijdig aangtevallen portvrijdom van
dienststukken.
Zij wil eerst nog een toelichting tfebben
van den Minister van Binnenlandsche
Zaken, die dezen dag echter verhinderd;
was. De Kamer zal dus1 wachten.
Het gaat ten de©le om de administratie-
ven rompslomp dien velen er van vree
zen; ten deele om de kosten die daar
uit zullen voortvloeien vóór gemeen feu,
ter willé van Rijksbelangen.
De zitting wérd verder gfevuld door
een scherpe rede van den heer v. Hoé
ven tegen de Huurwetten, waarbij hij
ernstige bezwaren aanvoerde tegen de
door de regeering gevoerde woningpo-
litiek. In de belemmering, die dé voor
schriften opleggen aan "de vrije krach
ten, zag hij een der grootste moeilijkhe
den in de oplossing van het vraagstuk.
Hij' drong aan op goedkoiofperen bouw
o.a. door aleoöfwoningen fee te laten.
Vandaag voortzetting.
DE BENOEMINGSKWESTIE AAN
BIJZONDERE SCHOLEN.
Minister de Visser heeft op een schrif
telijk ingediende vraag van den heer De
Wiaal Malefijt, het volgende geantwoord
In het zesde lid van artikel 89 der
Lager Onderwijswet 1920 is bepaald, dat
de onderwijzers ajan de in dat artikel
bedoelde bifzicxncrere (Scholen worden be
noemd, na overleg met den 'inspecteur.
Z al dit Overleg eenige be teekenis heb
ben, dan kan niet worden volstaan mejt
een simpele opgave aan den inspecteur
van de sollicitanten die naar de meeninigl
van het Schoolbestuur voor benoiennng
in aanmerkinigl kunnen komen. In dit ge
val toch zou de inspecteur geen vol
ledig (overzicht krljlgen vah de sollici
tanten en hij dus in zijn loiordëel geheel
worden beperkt. Dat een onderwijzer,
mens beginselen Vóór het schoolbestuur
volstrekt onaannemelijk" zijn, naar eene
betrekking aan 'de school van dat bestjuur
solliciteert, zal wel tot de zeer booge
uitzonderingen behooren. Bovendien mag
van den inspecteur wiorden verwacht, dat
hij in zjoia'n geval den voor de school
iongewensch ten onderwijzer niet zal aan-
velen voor benoeming aldaar.
Met ltet oog op een en ander is in
art. 2 van- het Koninklijk Besluit van 31
December 1920 (Staatsblad nio>. 952) het
overgelejgt tusschen den inspecteur en liet
schoolbestuur aldus [geregfetd, dal' eerstge
noemde eene volledige opgave zal ont
vangen van alle sollicitanten met vermel
ding lerens van hen, die niet naar de
vacante betrekking -hebben gesolliciteerd,
doch naar de meening van het schoolbe
stuur wel vjbior eene benoeming in aan
merking kunnen nomen. De inspecteur
zal «ban in staat zijn met meer volle
dige kennis van zaken Le oordeelen, het
geen aan de waarde van de door hem
uit te brengen aanbeveling slechts ten
goede kan komen. Die aanbeveling is
niet een voordracht, waaruit het school
bestuur den te benoemen onderwijzer zal
hebben te kiezen, maar heeft gfeen an
der karakter dan dat van een advies. Na
het ontvangen van dat advies blijf tg het!
schoolbestuur volkomen vrij; desge-
wenscht nog zelfstandig "eene voordracht
(op te mak-en of in afwijking van de
aanbeveling van den inspecteur een
londerwijzer naar eigen keuze uit de op
gave te benoemen.
Meeningsverschil tusschen de Inspec
tie en een schoolbestuur is natuurlijk
denkbaar.
Wiaar echter bij meeningsverschil in
zake benoeming de beslissing aan het
schoolbestuur is gelaten, zonder dat daar
mede wórdt tekort gfedaan aan de vrijheid
van het schoolbestuur, noch aan 'het
recht |op de rïjksvergoeding, behoeft mijtajs
inziens |g©en vrees (lie bestaan dat bo
venbedoelde regeling tot een meer of
minder ernstig! conflict aanleiding zal gie-
ven.
TEGEN DE REORGANISATIE DER
POLITIE.
Bij liet afdeelitngtsraridjerzoek van het
wetsontwerp tot reorganiisaltie van het
politiewezen zijn zooveel bezwaren ge
rezen dat de Commissie van Rapporteurs
der Rejgeering in (overweging meent te
moeten geien, het wetsont(werp voor
hand s terug! te nemen.
ONS MUNTWEZEN.
Blijkens mededeeliingl in de M. v. A.
over de begrooting van de Eerste Kamer
wenscht de regeering Voor het instellen
van een onderzoek inzake het muntwe
zen ©en Staats dommis sie in het leven te
roepen. Het besluit lom de benoeming van
die commissie te bevorderen, is reeds
door den ministerraad genomen.
Het is der regeering aangenaam, aan
het bovenstaande te Kcrnnen toevoegen,
dat mr. Vissering zich geheel met haai
standpunt kan vereenig^n.
SUBSIDIE VOOR BESTRIJDING VAN
EN VERPLEGING VAN LIJDERS
AAN TUBERCULOSE.
De besturen van rereenigingen, die
zich de bestrijding der tuberculose en
de verpleging der lijders aan deze ziek
te ten doei hebben gesteld, en de bestu
ren van sanatoria, die voor 1921 in aan
merking wënschen te komen voor een
subsidie in die kosten van hun arbeid
worden uitgenoodigd bun daartoe strek
kend, gezegeld verzoekschrift vóór X
April a.s. te richten tot Hare Majesteit
de Koningin.
U.it Mïddelbütg.
De gebruikelijke tijd oin de kwitan
ties te innen van de abonnementen der
waterleiding is in den loop der maanden
Juni en December, daar de abonnemen
ten eindigen 1 Mei en 1 November.
In December j.l. zijn geen kwitanties
aangeboden de reorganisatie in de boek
houding7"" der bedrijven, samen met ón-
jgesteldheld van liet personeel, is oorzaak
■dezer vertraging. Dit ter verklaring, "datj
binnenkort de kwitanties over den ter-
Ie rwijl hij haar geheele versehijbing in
zich iopnam haar keurige bruine
schoenen, haar na uwen, gegeerde n rok
van ruige stof, haar bruin-groenen man
tel en haar dwaas, ruig hoedje volgens de
dwaze miode alles over,eenkomend met
den October dag.
„Hoe zie ik er uit?" drong zij1 aan.
„Je ziet er uit," antwoordde hij, toen
zijn Onderzoek eindigde bij een horloge
van platina en email, dat zij in een arm
band om haar pols droeg1, „je ziet er
kostbaar uit!" Hij had iets anders willen
zeggen, maar haar gedwongen houdin'd
en vv.io.riingjenotalenlheid, die duidelijk spra
ken uit haar van Item afgewenden blik,
schenen het privilege van impulsieve ver
trouwelijkheden niet toe te staan.
„Ja, dat denk ik pok," zei zij lachend
en ving zijdelings de richting van zijta
blik iep. „Natuurlijk mloest ik het nietj
loiveröag dragjen het is iets voor 's
avonds, voor het theater, maar het hor
loge, dat ik eiken dag aan heb, is stuk
Bpbbv Samliorn heeft het (gisteren gebro-
keny; hij is sbmtijds bepaald ruw. Zal
Claus je er in helpen?"
„0 neen," zei Bibbs ,.Zoio vlug1 ben ik
neg wel. En hijgend, tengevolge van zijn
klauteren in de auto, zonder hulp, vloeg
de hij er bij „Ik moet dat natuurlijk aan
de menschen vertellen."
„We kregen pas van morgén je fele-
aram." zei zij, toen zij zich haastig be
gonnen voort te bewegen door de wijk
van den groothandel, in de buurt van liet
station. „Moeder beweerde, dat zij je
eigenlijk deze maand niog niet verwacht
luid."
„Zij schenen daar buiten met mij Maar
te zijn," verklaarde hij vriendelijk. „Ten
minste, dat zeiden ze. en dat ze mij
niét lanter konden houden, omdat zoo
veel werkelijke zieken in het sanatorium
verlangden te komen. Zij zeiden, dat ik
naar {h uis móest gaan en ik heb geen
ahdèer plaats waar ik heen kan. Allefej
zal zich wel schikken ,Ed$ith; ik zal et-
ken dag, tot dat het donker Wrardl, in "dé
Loods zitten.
(Wordt vervolgd).