FEUILLETON. FABRIEKSROOK. Uit Stad en Provincie- Donderdag 17 Februari 1921» I04e Jaargang BINNENLAND. PARTIJ-WETHOUDERS Hel geval met den S. D. A. P.-wethouder in Utrecht, van Leeuwen, kan gegenerali ieerd worden, want we hebben in tal van gemeenten wethouders, die op hun ze tel zitten als partij-afgevaardigden. Sinds de evenredige vertegpnwoordi- ging de fictie, de onjuiste gedachte, ver- sterkte, dat alle kiezers in te deelen, rijn volgens de partij-programma's, die verreweg de meesten niet hielpen sa menstjellen, was ook die toestand ver scherpt. En lilet werd nog erger toen de verbrokkelde samenstelling van de meeste gemeenteraden een compromis van enkele partijen noodig maakte, zoo dat door onderling onderhandjeten van enkele partijen, nog vóór de raad bijeen kwam en zijn oordeel uitsprak, het be- stuursprogramma voor de eerstvolgende periode werd vaslgesleld. De praktijk noodzaakte daartoe. Maar die toestand maakt ook een fictie van het beginsel dier wet. dat aan het hoofd der gemeente de Raad staat. In. werkelijkheid staan dan aan hot hoofd enkele partijen. Althans in de meeste Igroojte gemeenten. En die werkelijkheids toestand leidt onvermijdelijk tot de op- ratting van de partijen, dat zij hun ver tegenwoordigers in liet dagelijkscfe be stuur ril. de wethouders, h[un gedragslijn, kunnen voorschrijven, en dat die verte genwoordigers eerst het advies van de partij moet inwinnen vóór zij tot daden «vergaan. Dal komt nu wel in Utrecht, en ook elders het sterkst uit bij de S. D. A. P| omdat daar eeu groot wantrouwen) heerschj in het samengaan met andere partijen. Maar in den grond is het toch» bij andere partijen precies zoo- gesteld, ïin er zijn dan ook voorbeelden in over vloed. dat de wethouders zich' te ver weren hebben tegen een ongemakkelijke kritiek, niet van den Raad, maar van de plaatselijke vereniging van hun partij. Tot welke dwaze en zeer onigewensch- te toestanden dat leidt, blijkt echer dui delijk uit het Utrochtpch geval. De S. D. A. P. had daar twee der vijf wfethjouders: dr. van Leeuwen vjopr On derwijs en Van Dijk vioor Publieke Wer ken En nu is het allereerst al dwaas, dat de S. D. A. P. daardoor alleen een vooruit werkende macht heeft over het beleid in die twee takken van dienst, terwijl weer andere partijen die macht hebben Over: financiën of gemeentebe drijven. Eii boe ver die vooruit werkende macht gaat, blijkt uit een artikel in Het Volk van Dinsdag, waarin als voorbeelden valt he; gebrek aan partij-discipline van dr. van Leeuwen worden genoemdle. het feit dal hij een ingrijpend voorstel tlpjt Voorziening in de schoolruimte niet eertst Kan de S. D. A. P/fractie vfotojiegjde', tataar het zoifde r raadpleging dier frac tie indiende als Voorstel van B. en W|. (2e. dat hij in wteferwil van de meeninjg van .en de belofte aan de partij-fractie de inrichting van het onderwijs voor vol wassenen niet liet voorgaan; 3e. dat hij. sen voordracht voor de benoeming van een schoolhoofd niet wilde terugtrekken z>i ris zijn fractie verlangde, daar zij die (torst in de Onderwijscommissie wilde zien gebracht. i Dal kiolnt dus hierop neer: dat de wetfc, houder lover zijn voorstellen niet eerst in de partij-vergaderhig wil dloen beslissen. De wensch van de partij is logisch, als xnten oen -wethouder in de eerste plaatsj beschouwt ais vertegenwoordiger van zijn partij. Maar de wensoh is bedenkelijk ais men een wethouder beschouwd als Ken deel van het co-lfejgle dat in zijn geheel Voorstellen aan den Raad doek Wij vinden het verderfelijk, en we inleen <-n dat de publieke opinie in de zelfde ridding' -gaat wanneer door Vóórvergaderingen van de partijen be slist wordt, niet «Ver het lot van een Voorstel, maar over de vraag: of eeh voor stel door B. en W. (let wel! door B. en W.) al of niet gedjaan zal worden. JnpLaats v,an de door de welt zoo terecht geëischte openbare beraadslaging in den Rpad komt dan een behandeling in een geheime vóór-vergadering. Want die moet ui! den aard der zaak geheim zijn. En dus kunnen oök de motieven geheim blij ven. Dat noemde nten vroeger in de. djagten van het bestuur der ,heereh'een voorafgaand gekonkel in onder-oinsjes. Is het nu in wezen iets anders? En inplaals van de overweging vata hel verantwoordelijke college van B. en W. over het ai of niet raadzame van een voorste], komt dan de dwingende l.codscliap bij .dat college van een niet verantwoordelijke vergadering der partij waartoe enkele leden van dat college be- hooren. Vooral die voordracht-kwestie vóór de benoeming van een schoolhoofd Helt het dwaze daarvan in een helder licht, daar volgens de nieuwe wet zoo'n voordracht nidl wordt opgemaakt door den wethou- houder en zelfs ook niet door B. en W„ maar door B. en W. in overeenstemming Imet dien inspecteur, die alle -stukken krijgt, en inlichtingen! inwint én eeh, drietal door hem uitgekozen aan B. en W voorlegt voor pverleg. En nu zou toch eén partij-vergadering het recht op- eischen. eerst zoo'n voordracht te beloor. deelen. vóór de wethouder die zou mo gen indienen .We .herhalenwat in Utrecht geBfeurde. is in den grond precies hetzelfde wat in mindere scherpte reeds in tal van andej-© gemeenten plaats heeft. Vooral te.nopzich te der S.- D. A. P.-wethouders die in jde afdeelingen zich te verantwoorden) hebben over hun gebrek aan voorafgaand- overleg met de partij. Maar het is tóch ook ten opzichte van andere partijen mo gelijk. en wellicht reeds» gebeurd. En het néémt d© regeling van de pu blieke zaken uit handen van het daarvoor wettelijk aangewezen lichaam, om liet le stellen in handen van de par tij-afdee lingen die niet ter verantwoording kun nen geroepen worden, eta die het aan hu-n laars lappen, als de zaak mis loopt, ter wijl het college van B. en W. altijd weet de zorg te krijgen voor de gevolgen van ieder voorstel dat het indent. Als die geest doorwerkt, kon het ook hun wel eens gebeuren, dat het voor beeld. werd aangeprezen van de Vereéuig- de Staten, waar men de gemeenteraden, juist om dat zelfde euvel, dat daar tot een partij-kankei' groeide, eenvoudig op zij schoof, om het gemeentelijk beleid geven aan drie of vier comnJLssioners of wethouders, zonder Raad, maar ge. kozen regelrecht door de kiezers, cn ook door hen afzetbaar. KAMEROVERZICHT Tweede Kamer. Zitting van Woensdag. Het hoofd van dezen tak van Staats dienst aldus de heer d e M u r a 11 bij de bespreking van de begroot! ng van Postjeriien, Telegrafie en Telefonie suggereert zich blijkbaar, dat alles uit stekend gaat. Maar wie onderzoekt, neemt waar, dat op vele groole kantoren de ver zending van de laatste buslichting niet goed meer geschiedt. Vroeger stelde mén er een eer in, die goed te doen; gè- schieden, nu niet meer. De dienst der expeditie op de treinen is niet meer als vroeger. De ambitie en de ijver der ambtenaren laat te wenschen over. Zij kennen- niet altijd de expeditiewegen, en 't gezag van den chef van dezen dienst is niet meer als vroeger. Spreker heeft een directeur uit eèn groote stad gesproken, die verklaarde, dal hel op zijn kantoor klachten regende, en dat de ambtenaren slecht en weinig opgewekt hunt aak vervulden. De directeur-generaal denkt, dat alp hij maar oekases slingert en dreigt meE Roman naar het Engelscii van BOOTH TARKINGTON. 3. Hoofdstuk III. Om van het begin af te beginnen en va» meei af te leeren, was voor Bibbs! e©ta Langdurige geschiedenis in het sa- n-stoi ium, mei melk en beschuit als basis vtoior onderwijs, en het duurde vele ver velende maanden voor hij gerekend werd YhLdoendc .gevorderd te zijn om jgeleuind op een verpleegster en een stok een wajn- deliög te kunnen maken. Deze en de Volgende maanden zagen het ontwerp», het bouwen en de voltooiing van het Nieuwe Huis. en bij dat verblijf van grootheid werd Bïbbs gebracht ,toen de stok zonder d,e verpleegster voidoenden steun voor Item bleek. terugzetting in de promotie, de zaken goed gaan. De directeuren zijn wel zoo verstandig, daarom de klachten maar naast zich neër te leggen. Daarom staat in de Memorie van- Antwoord, dat de klachten der hóogere ambtenaren maar praatjes zijn. Eén opmerking in de Memorie van Antwoord onderschrijft spreker, nl. deze dal de opgewektheid van hjfet personeel niet alleen afhankelijk is van de salaris regeling. Met het feit, dat de salarissen zijn verbeterd, is niet bewezen dat niet op anderen grond die, opgewektheid zoek! is en ondermijnd. Sprëker heeft den indruk, dat de dienstvoorvaarden, waar voor jaren is gevochten, meer cn meer door den directeur-generaal worden on dergraven. Vele hoofdambtenaren héb ben geen vertrouwen in toezeggingen van het hoofdbestuur. De vere.eniging- van directeuren heeft haar vroegere b©t©èkenis verloren. Zij wordt niet geboord-,! zelfs niet in gevallen als de hereCnigihg der -gescheiden dien sten van post- en telegrafie te Goes en te Vlissingen. De rereenjiging' heeft zich er tegen verzet, maar haar advies is eenvoudig ter zijde gelegd. Na dit pleidooi voor een betere ver houding tüsschjen directeur-generaal en het hoogere personeel, kwam de heer v. Berésteijn een toelichting geven tot zijn motie om het «vernemen van ge meentelijke toelefoonnetten door het Rijk te doen geschieden naar bepaalde re gelen, vast te stellen in overleg met de Skaten-Generaal. En toen kwam hij met nog een motie ni. dat de afschaffing van portvrijdom'niet mag slaan" op de verzen [dingen van biblio theken eh archieven. Een onderwerp dat in de plattelands provincie als Zeeland de aandacht ver dient is dat. ter sprake gebracht door den heer Weit kamp, nl. verbetering van de telefonische verbindjing tuvschen de plattelandsgemeenten onderling1. Nederland staat in dit opzicht acht teraan en toch is. de telefoon voor den landbouw zoo gewenseht. "Meer dan theo retische overwegingen spreekt de stem der praktijk. De boerderijen liggen op groole afstanden van elkaar en van de dorpen. Toch zijn die boerderijen aange wezen op contact met die dorpen, want daar wonen de ambachtslieden die men noodig heeft, en artsen enz. Boodschappen nemen te veel tijd in beslag. De telefoon heeft dus veel be- feekenis voor de boerderijen, niet al leen voor het bedrijf, maar ook voor het geestelijk leven. *?Bij Ivon. besluit van 20 November 1916 werden de kosten van aansluiting bij telefoonkantoren en hulptelefoonkanto- ren bepaald op f 35, vermeerderd mei f 3 voor elke 100 M. afstand van het kan toor, terwijl voor afstanden van meer dan 1000 M. één jaar extra abonnements geld wordt berekend. Sinds korten tijd zijn die bedragen ver hoogd en is f 50 vereischjt van eiken aanleg. Voor de landbouwers is dat af standstarief bezwarend; gewenseht is een uniform tarief als in de steden. Onder- lusschen diende hjet afstandgeld te wor den teruggebracht op f 1 per 100 M. Oclk het tarief voor de aansluiting bui ten de 5 K.M. dient verlaagd. Intercom munale aansluiting is voor de landbou wers niet van zooveel belang als het lo caal; zijn er technische bezwaren tegen het dadelijk invoeren van een uniform- larief, dan zou spreker willen aanbeve- ren de invoering van een streektarief met een bepaald centrum. Op die wijze zou voortgewerkt worden aan de ontwik keling van het verkeer, en wordt tegemioet gekomen aan den wensch van ltet platte land naar een gelijkwaardige behandeling. Een motie in dien geest, nl. om de kosten van aanleg en exploitatie op een gelijk bedrag te bepalen voor alle, bij Edith haalde hem van het stadion. ,.Wel, wel, Bibbs'!" zei .zij; toen hij lang zaam het hek uitkwam, de laatste van' alle reizigers uit den trein. Zij drukte vluch tig zijn hand1, maar wendde na een haas- s tijgen blik haar loogen van hem af en keerde zich dadelijk naar de straat. Vind je, dat z© je hadden mieeten laten gaan? Je ziet er bepaald niet gloed uit!"' „Maar ik zie er bepaald beter uit", antwoordde hij op een toon, even lang zaam als zijn góng; een temerige manier van spreken, die noodzakelijk was, want als Bibbs probeerde vlug te spreken, dan stotterde hij. „Omstjreeks een maand ga meren moesten twee menisichen mij ge leiden. Zij móesten mij tusschen zich innemen." Editli wendde haar oogen, na haar eer sten, vlucbtigen blik. niet direct weer naar hem toe en de uitdrukking van haar gezicht toonde, ondanks haar zelve, een ietwat verlegen afkeer de blik van een gezond persoon, die door de een of an dere berocpsverplibhting,' gedwongfen Sjsi een zieke"' pupil in een hospitaal te bezoeken. Zij was negentien, blond en stonk, met fijne, cniregeknatilge gelaafe- Lrekken, maar met een prachtige teint en schitterende longen^ die een indruk teweeg brachten, welke schoonheid zeer nabij kwam. Haar bewegingen waren vlug en rastetetoiszij had. zraoals vriendelijk^ oüde dames zegjgen. iels liefs overzjichen v.k iets haastig^ én gejaagds. Dat was iets nieuws voor Bibbs; het was een merkbare verandering sinds hij haar bet laatst had gezien en hij onderwierp naar san een langdurig, kritisch onderzoek, toen zij op het trottoir stonden te wach ten (op Pen automobiel, die over ide straat tor-kwam en zich uit het handelsreis keer trachtte te ontwarren. „Dat is de nieuwe auto," zei zij. „Allefs is nieuw. Wij hebben er nu vier. behal- v die ven Jim. Roscoe beeft ér twee." „Edith, je ziet er uit begon cn hield |op. ..O, wij makeü het allen gloed," zei zij levendig! en toen alsof iets in zijn toon haar van gewicht voorkwam: „Wel, hoe zie ik er uit, Bibbs?" „Je ziet er uit Hij hield weer op. eenzelfde kantoor aangeslotenen, is aan de Kamer voorgelegd. Nog een aantal onderwerpen werden aemgeroerd. De heer v. d. Stapele drong er top aan, dat een aantal ambtena ren aan het hoofdbestuur moet worden opgeruimd, en dat hiervoor in de plaats moeten worden gesteld actieve en des kundige personen. En'voorts besprak hij de enorme kosten van de overplaatsingen. De heer Oud betoogde dat bot niet nakomen van snalarisbeloften een slech ten invloed heeft. De lieer S m e e n k meende dat men reeds kan beginnen met de opheffing van den Zondagsdienst op het platteland al kan het naai' zijn meening ook al wel met de stedenen de heer Winter mans besprak de belangen van de brie vengaarders naar' aanleiding van hei adres van den Bond van Kantoorhouders. Mevrouw Groeneweg wenschte te rugkeer tot het voorschrift dat vrouwe lijke ambtenaren gekeurd moeten worden door vrouwelijke artsen of zoo dit nief mogelijk is, dat bij keuring van eepl vrouw door een mannejijk arts een verpleegster moet tegenwoordig zijn. Eerste Kamer. Zitting van Woensdag. De Eerste Kamer is nog niet tot een beslissing gekomen ten aanzien van de veelzijdig aangtevallen portvrijdom van dienststukken. Zij wil eerst nog een toelichting tfebben van den Minister van Binnenlandsche Zaken, die dezen dag echter verhinderd; was. De Kamer zal dus1 wachten. Het gaat ten de©le om de administratie- ven rompslomp dien velen er van vree zen; ten deele om de kosten die daar uit zullen voortvloeien vóór gemeen feu, ter willé van Rijksbelangen. De zitting wérd verder gfevuld door een scherpe rede van den heer v. Hoé ven tegen de Huurwetten, waarbij hij ernstige bezwaren aanvoerde tegen de door de regeering gevoerde woningpo- litiek. In de belemmering, die dé voor schriften opleggen aan "de vrije krach ten, zag hij een der grootste moeilijkhe den in de oplossing van het vraagstuk. Hij' drong aan op goedkoiofperen bouw o.a. door aleoöfwoningen fee te laten. Vandaag voortzetting. DE BENOEMINGSKWESTIE AAN BIJZONDERE SCHOLEN. Minister de Visser heeft op een schrif telijk ingediende vraag van den heer De Wiaal Malefijt, het volgende geantwoord In het zesde lid van artikel 89 der Lager Onderwijswet 1920 is bepaald, dat de onderwijzers ajan de in dat artikel bedoelde bifzicxncrere (Scholen worden be noemd, na overleg met den 'inspecteur. Z al dit Overleg eenige be teekenis heb ben, dan kan niet worden volstaan mejt een simpele opgave aan den inspecteur van de sollicitanten die naar de meeninigl van het Schoolbestuur voor benoiennng in aanmerkinigl kunnen komen. In dit ge val toch zou de inspecteur geen vol ledig (overzicht krljlgen vah de sollici tanten en hij dus in zijn loiordëel geheel worden beperkt. Dat een onderwijzer, mens beginselen Vóór het schoolbestuur volstrekt onaannemelijk" zijn, naar eene betrekking aan 'de school van dat bestjuur solliciteert, zal wel tot de zeer booge uitzonderingen behooren. Bovendien mag van den inspecteur wiorden verwacht, dat hij in zjoia'n geval den voor de school iongewensch ten onderwijzer niet zal aan- velen voor benoeming aldaar. Met ltet oog op een en ander is in art. 2 van- het Koninklijk Besluit van 31 December 1920 (Staatsblad nio>. 952) het overgelejgt tusschen den inspecteur en liet schoolbestuur aldus [geregfetd, dal' eerstge noemde eene volledige opgave zal ont vangen van alle sollicitanten met vermel ding lerens van hen, die niet naar de vacante betrekking -hebben gesolliciteerd, doch naar de meening van het schoolbe stuur wel vjbior eene benoeming in aan merking kunnen nomen. De inspecteur zal «ban in staat zijn met meer volle dige kennis van zaken Le oordeelen, het geen aan de waarde van de door hem uit te brengen aanbeveling slechts ten goede kan komen. Die aanbeveling is niet een voordracht, waaruit het school bestuur den te benoemen onderwijzer zal hebben te kiezen, maar heeft gfeen an der karakter dan dat van een advies. Na het ontvangen van dat advies blijf tg het! schoolbestuur volkomen vrij; desge- wenscht nog zelfstandig "eene voordracht (op te mak-en of in afwijking van de aanbeveling van den inspecteur een londerwijzer naar eigen keuze uit de op gave te benoemen. Meeningsverschil tusschen de Inspec tie en een schoolbestuur is natuurlijk denkbaar. Wiaar echter bij meeningsverschil in zake benoeming de beslissing aan het schoolbestuur is gelaten, zonder dat daar mede wórdt tekort gfedaan aan de vrijheid van het schoolbestuur, noch aan 'het recht |op de rïjksvergoeding, behoeft mijtajs inziens |g©en vrees (lie bestaan dat bo venbedoelde regeling tot een meer of minder ernstig! conflict aanleiding zal gie- ven. TEGEN DE REORGANISATIE DER POLITIE. Bij liet afdeelitngtsraridjerzoek van het wetsontwerp tot reorganiisaltie van het politiewezen zijn zooveel bezwaren ge rezen dat de Commissie van Rapporteurs der Rejgeering in (overweging meent te moeten geien, het wetsont(werp voor hand s terug! te nemen. ONS MUNTWEZEN. Blijkens mededeeliingl in de M. v. A. over de begrooting van de Eerste Kamer wenscht de regeering Voor het instellen van een onderzoek inzake het muntwe zen ©en Staats dommis sie in het leven te roepen. Het besluit lom de benoeming van die commissie te bevorderen, is reeds door den ministerraad genomen. Het is der regeering aangenaam, aan het bovenstaande te Kcrnnen toevoegen, dat mr. Vissering zich geheel met haai standpunt kan vereenig^n. SUBSIDIE VOOR BESTRIJDING VAN EN VERPLEGING VAN LIJDERS AAN TUBERCULOSE. De besturen van rereenigingen, die zich de bestrijding der tuberculose en de verpleging der lijders aan deze ziek te ten doei hebben gesteld, en de bestu ren van sanatoria, die voor 1921 in aan merking wënschen te komen voor een subsidie in die kosten van hun arbeid worden uitgenoodigd bun daartoe strek kend, gezegeld verzoekschrift vóór X April a.s. te richten tot Hare Majesteit de Koningin. U.it Mïddelbütg. De gebruikelijke tijd oin de kwitan ties te innen van de abonnementen der waterleiding is in den loop der maanden Juni en December, daar de abonnemen ten eindigen 1 Mei en 1 November. In December j.l. zijn geen kwitanties aangeboden de reorganisatie in de boek houding7"" der bedrijven, samen met ón- jgesteldheld van liet personeel, is oorzaak ■dezer vertraging. Dit ter verklaring, "datj binnenkort de kwitanties over den ter- Ie rwijl hij haar geheele versehijbing in zich iopnam haar keurige bruine schoenen, haar na uwen, gegeerde n rok van ruige stof, haar bruin-groenen man tel en haar dwaas, ruig hoedje volgens de dwaze miode alles over,eenkomend met den October dag. „Hoe zie ik er uit?" drong zij1 aan. „Je ziet er uit," antwoordde hij, toen zijn Onderzoek eindigde bij een horloge van platina en email, dat zij in een arm band om haar pols droeg1, „je ziet er kostbaar uit!" Hij had iets anders willen zeggen, maar haar gedwongen houdin'd en vv.io.riingjenotalenlheid, die duidelijk spra ken uit haar van Item afgewenden blik, schenen het privilege van impulsieve ver trouwelijkheden niet toe te staan. „Ja, dat denk ik pok," zei zij lachend en ving zijdelings de richting van zijta blik iep. „Natuurlijk mloest ik het nietj loiveröag dragjen het is iets voor 's avonds, voor het theater, maar het hor loge, dat ik eiken dag aan heb, is stuk Bpbbv Samliorn heeft het (gisteren gebro- keny; hij is sbmtijds bepaald ruw. Zal Claus je er in helpen?" „0 neen," zei Bibbs ,.Zoio vlug1 ben ik neg wel. En hijgend, tengevolge van zijn klauteren in de auto, zonder hulp, vloeg de hij er bij „Ik moet dat natuurlijk aan de menschen vertellen." „We kregen pas van morgén je fele- aram." zei zij, toen zij zich haastig be gonnen voort te bewegen door de wijk van den groothandel, in de buurt van liet station. „Moeder beweerde, dat zij je eigenlijk deze maand niog niet verwacht luid." „Zij schenen daar buiten met mij Maar te zijn," verklaarde hij vriendelijk. „Ten minste, dat zeiden ze. en dat ze mij niét lanter konden houden, omdat zoo veel werkelijke zieken in het sanatorium verlangden te komen. Zij zeiden, dat ik naar {h uis móest gaan en ik heb geen ahdèer plaats waar ik heen kan. Allefej zal zich wel schikken ,Ed$ith; ik zal et- ken dag, tot dat het donker Wrardl, in "dé Loods zitten. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 1