FEUILLETON. TWEEDE BLAB MIENTJE innenland. Een slechte sla *p Zaterdag 5 Febr. 1921, m 30. TAN DS TAN DE MACHT VAN DEN MINISTER VAN FINIANCIËN. Toen mr. Van Gijn in 1917 Ministers van Financiën was kreeg' hij geschil met zijn medeministers over zijn verantwoor delijkheid in verhand met de crisisuitga- ven. Hij wildë niet meer geld toestaan d|an z. i, beschikbaar was. en de andere Ministers meenden dat hij daar niet over de beslissen had' ,daar hij dan de macht had! zijn veto (verbod) uit te spreken over maatregelen van anderen. Dat veto recht vian den Minister van Financiën wordt ook nu niet erkend.» Er is in dë laatste jaren, vooral ten op zichte van het niet-inwilligen van de sa'.a" ris-eisclien van ambtenaren, wel eens be weerd dat liet Minister De Vries was, die dó inwilliging legen hield. Ma,ar het is ook telkens gebleken dat daar niets van waar was. Dién invloed bezit deze Minis ter zeker niet. De regteering heeft dat nog eens na drukkelijk verzekerd in de toelichting! tot het bez u inj.ging's vopriste!waarvan we in ons vorig nummer enkele hoofdzaken aanstipten. In die toelichting' toch deelt de regee ring mee dlat zij zelf de volgende regelen in acht neemt om te waarborgen dat dë 'belangen van 's Rijksschatkist niet uit het oog worden verlóren: lo. alle wetsontwerpen en andere voor stellen die hij de leden van den Minister^ raad in circulatie worden gegeven, wor- dien in «de eerste plaats toegezonden aan dfen Minister van Financiëte; 2o. bij het schriftelijk of mondeling ovërleg met de Staten-Generaal word'en geen toezeggingen .welke tot vermeer dering van de Staatsuitgaven kunnen lei-, den gedaan dan na goedkeuring van den Minister van Financiën oï van den raad van Ministers; 3o. geen wijzigingen worden in wets ontwerpen door een Minister aangek bracht, teach almendemenfjepi ioiver)g|eii|o|mein) indien die wijzigingen of amendementen' tot verhooging van de Staatsuitgaven kun- inen leidjeri, een en adder behoudens,* voorafgaande goedkeuring van den Mi nister van Financiën of vain den raad* van Ministers'; 4o. maatregelen of regelingen, welke belangrijke financieele gevolgen zullen hebben, worden, ook al zijn de benoo- digide gelden op de Staatsbegrooting be schikbaar. niet getroffen dan nadat over leg is gepleegd met den Minister van Fi nanciën en indiete bij dezen bezwaren! zijn gerezen dan na goedkeuring rate den Raad van Ministers. „Deze regelen, z|o|o vpie|gjt de regee- rjjig eraan Hoe, verzekeren, dat geete maatregelen zullen voorgestemd worden, wélk® uitgaven van belang medebrenigen^ dan nadat de Minister van! Financiën! in de ijelegtenlieid is ge'steld z ij n o 10 r- deej kenbaar te maken. Wat hel pirincipe betreft, móet hier mede, volgons de zienswijze der Regëe- ring, volstaan worden. Wetesichte men ver der te gaan, dan ziom aan demi Minister van Financiën een vetorecht toegekend wórden, dat in ons Staatsrecht niet be staanbaar is." D,at wordt dus dit: de Minister van Financiën zegt z ij:noord eel over alles wat geld klost. Er wórdt in de opsomming! wel gesproken van „goedkeuring", maar 'blijkens de foelichling werd daarbij -slechts aan een „Pioirdeel" gedacht. Meer niet. M,aar het is glenóóg. De Kamer kan tegen zóói'n oordeel' iw, een beslissing. nemenMaar het baantje van Minister van Finate'diën wórdt er niet prettiger óp; want maar al te vaak zal bij met znjn financieel pioxdeel staate te lgen pivór het bëgSWsel'-jpiOirideel van 'Ka merleden. En wej voorspellen hem me nig 'onbehaaglijk wo/oird, wanneer hHj in een de-biat zijn 'finaPc^éel! /oordeel over een amendement ijni pngjuinsl^gelpl zin uit spreekt. 't Zullen .stevige karakters moe ien zijn die vlojoir dat ambt in aatemerking kunnen kóteieta! Het was werkelijk wel nópdijg dat er zoc iets gebeurd®. Want Wijf alle klachten1 van de Kamer pver dé dure hmshpudjing Van den Slaat „wëet nu (och iedereen wel' dat de sGjgühig' der uitgaven nitit zoo. zeer wordt 'veroorzaakt door spilzucht der re- jgleering, maar integendeel dóior gebrek aan zuinigheid van ®elni deel' der Kamer leden. Daar, bij! hen, zit de drang| naar steeds glrioo-terei uitlgjayteb. En heel terecht wprdt er in diezelfde toelichting diopr de! relgfeering! opl gewe- z!en, d at ook 'voor de V.o 1 ksverlëgonWoo r- digting een taak van betelekfeteis' iijh hejt belan'g: van bezuiniging! is wegjgelelgën. „Met betrekking! tiot het onderzoek doior de \iol:ksvC.rte!.je|n(wiO|ordi|g|inig V,an de vraag' of niet tie aangevraagde bedragen relatief te hlopg z/ijln, teil ,a. w. oif niét het beoogd® Hotel len kpist© <ëam jgeriiagler opoffterïtelgeif kan verkregen wórdlen. kate! men be twij felen óf een zóó talrijk', uiL verschillend^ politieke partijen samengesteld lichaam geschikt is, dit onderzoek op de meesjt v.ruchtdralglende wijze in lei stellen. De Vraag' zpiU; naar de meenj'lnigj dte|r negeeuftegj ioverwtegjilteg verdienen pif te|n deze niet een voorziening! ware te treffen". Dat betee'kent vermoedelijk: de instel ling van een speciale epimmisslie Volor de fi(niancieele overwegingen, iets in den traht du,s van de Goimtei ijsjes. van Fitean- ciën in gemeen tpradeln'. Als men dat neerlslchrijlft, vraagt men zich onwillekeurig, af: hè ja, waarom heeft de Kamër niet al lang zojoi'n oom- teiislsie? De dom'misfsje van rapporteurs is een heel andere instelling. Maar zoloi een, die speciaal pp de financieele aan- |g|elfo|gle!nhieden let, die heeft de Kamér niet. Maar dan zpu die niet alleen op de jregeeritejgjsvppirjs teil en moeten letten, maar pok pp de amendementen. Ete men zal er zich dan op móeten voprbte/raMen, dat de werkwij'ze der learner dan minder, vlot zal tgaan. Dat zal trpiu/wens óók een gevolg zijte van de nieuwe rol, dóór de. regeering' aan den Minister van Financiën toebedacht. Hel is Onmogelijk dat deze steeds aanwe zig kan zijn in de Kamer. Ete tóch zal telkens als el* een nieuwe kwestie vate uitglaven Ier sprake komt en welke wet kast geen geld zijn oordeel moe ten wpn-den ingewlonneng óók bijl indiening' van amenklMmenten, die uigaven Vor deren. i Cionclusie: er wordt hier aan den Mi nister van Financiën een taak Opgelegd', die dat ambft buit|eteg|öwpion zwaar en verantwoordelijk zal maken. En dan /gfelcit dat alle® n|o|g| slechts de wetsvioor.sLeilen zelf. Het toezicht op wia.f later kjoimt bijl dë uitVoeringl dier aangeno men voorstellen, valt echter ook weer onder zijte 'beheer, nï. onder de nieuwe bezuite'igïtegspnislpteetie, 'welke eete onder deel wiorüt van de [generale thesaurie Wórdt dat niet te veel werk en te veel verantwoording voor één ptersiopte? Een ZuidBevetandsdh vertelsel van D. A. POLDERMANS. VOOR REKENING VAN HET INVALIDI TEITSFONDS waren op 1 Januari jl. in een ziekenhui of sanatorium ter observatie, behandelin- of operatie opgenomen 375 patiënten. Hiervan waren patiënten van den Raat van Arbeid Alkmaar 5, Amsterdam 30, Amersfoort 8, Apeldoorn 14, Arnhem 8, Assen 4, Breda 7, Briellë '4, Delft 7, De venter 15, Dordrecht 11, Eindhoven 11,- Goes 5, Go,uda 11, Den Haag 8, Gronin gen 5, Haarlem 5, Heerenveen 7, Heer len 6. Hengëlo 5, 's-Hertogenbós.ch 14, Hoorn 4, Leeuwarden 9,. Leiden 14, Maas tricht 18, Middelburg 32, "Nijmegen 11, Roosendaal 0, Rotterdam' 9, Sneek 25, Tiel 7, Tilburg 5, Utrecht "3, Vento 2. Winschoten 4, Zaandam 10, Zeist 5, Zul- phen 20 en Zwolle 9 KUNST EN WETENSCHAPPEN. De rpl waarin Louis Bo,uwm®eis|lier Maanda;g|avjond alhier pptreëdt, zal ge legenheid geven hem, den veèlzijüigten. van eete heel anderen kant te dóen ken nen dan in de heftig-harls/Hoichjlelïjfcé rol v,an Shyl|oick, waarin we hem de laatste maal zagen optr®denn. De wijze, /menschep,-kMdnfcsnde Oiudc Rebbe uil het glejmpedlelljke topneelsjluk „Vriend Frits", 'is «en ról waar rust van 'uitgaat; en in de verslajgën die we lazen van Bpiuwlmeie.sler'isl vertjolkiteg]van die rol werd alioin1 |g!noioie 'bewonldjériteg1 u^t- gjespiriolken vlopr de wijze wiaarop hij dat doet. We ljazen meermalen van de pak kende sfeer die hijl dp.o.r zfijin spel om zich heen topvert. Dat iemand na een 60-jarigë lójoineel1- lóopbiaan dat niog kan, is op zich zelf |aï een w|onder. Er zijte hier wël gteen speciale Ijoe- berteüdselten gelrjoiffcn om Van -deze uit voering eenn huldiging lp mlaken bij! zijn 60-jarig' lioioneeljubileum. Maar we ver- moedten dat velen naar den Schouwburg zullen glaan io'in onzën grootten a'cleur te zien. Der deernen praal en val, door Honoré de Balzac. Uiig, W. L. J. Brusse U. M. De herleving der romantiek! Al's me'n ziet welk lijstje van boeken reeds dóór dezen uitgever in zijte ,^Kour van Bomiantiek" werd opgenomen dan is dëze nieuwe vertaling in twee lijvige dee'. len er een bewijs van dat er werkelijk plaats is' voor boeken van dit soort, in weerwil van den rijkdom aan draken- elementen. Want jongen, de Balzac geeft 'm som]s van katoen, in die zonderlinge avonturen en intriges van wondermooie vrouwen, weelderig levende' jonge man nen en alles, voorziende schurken dilei niemand kan weerstaan. Je moet van 't soort houden. En als je zoover bent. dan krijg je vermoedelijk oolc wel ambitie om de injgewikkel'dte, lang uitjgesponnen in triges te Volgen. En dan is de Balzac ook teen knap mens'chenkenteer. Maar 't meest; wonderlijke voor ons blijft, dat ook in ictnzen tijid er nog! zooveel lezers blKjkehi te ziin, die geduld hebben dat alles door le worstelen. De vertaling is vian dir. Wj v. Ita- vesleijn. Verzamelde opstellen van jhr. mr, A. F. d|e Savornin L oh m a te. Mart, Nijhoff. Van ;deze bij Mart. Nijhoff verschenen uitgave verscheen d|e tweede aflevering Zrj bevat allereerst nog beschouwingen over het koningschap. Vervolgens het ministersschap, en djaarna het stelsel der vr Iks ve r tegen woo r diging. Wat toch ook in deze aflevering in het bijzonder trof is de buitengewoon heldere jpjiderschei|din|g der feiten ete toe standen, waarmee de schrijver dei ver schillende kwesties uiteenzet. En al da teeren zij ook een dieel van e®n kwart eeuw terug ,de degelijke kennis van ons staatsrecht maakt ze ook nu nog bijzon der leerzaam'. 6). Diep was ze er door geroerd'. Ze had alle bloed' vóelen terug stroomen naar haar hfart, toen ze de kaart onder ,t oog kreeg, 't Had haar pijn gedaan en: ,.a m'n dat toch nie anediaê", had ze gefluisterd. Miaar toch: ze bewaarde die briefkaart als een reliek, kon er niet toe komen, haar te verscheuren; moest er teaar kijken telkens en telkens wëer. En dan opende zich dat schoone, lief devolle verleden. 't Matte haar af, d|at Ziele verlangen, 't folderde haar ondermijnde haar ge zondheid. 1 1J En de stried was te zwaer. 't Frme kind gin(g d'r in onder en toen het teere groen dte bóörnen overtoog mil een jeug- tiüg kïeêd, toen de prikkelende lente, aedem. 'd' aerde koste en de vCugëls d'r trillendje keeltjes begonne 't oefenen iw 't uutstaemelen van liefdte-geluudjes, to©n J. L, Gregory „Paul en Veda". Brusiste, Rottendam, 1920. Het is een miooi boekje, dat onder den titel „Paul en Veda" bij' W. L. en J. Brus sels Uitjg. Mijl te Rotterdam verscheen. In mjooie letter op stevig papier gedrukt met royaal breed wit om den spiegel der bladzijden, in eenvloud góed verzorgd ziooals we van die uitgeefster gewend zijn. De inhoud v;an het op tie lie blad zijde vjate het drievelshoekje bë|g|in|netede. en op de 45e bladzijde eindigende „ver haal" zullen we nu maar zeggen, is min der lóf waardig. Paul en Veda hebben elkander He# met die liefde Welke men omgeo!o|rloof<t pleegt te teoe'men. Ved;a riieent dat zij aan de ïevensontwikkclinjg van haar |ge- liefde in den weg! staat. 7ij besluit hem volle vrijheid te hergeven en tot dit doel het leven uit te gaan. Maar te voren wil ze nojg alle kleuren en klanken drinke'u. het leven van hpt Leven kussen, en in eén teatsten kus in laatsten nacht hem, Paul, met haar leven dit allës van hpt Leven cfferen. Paul kent haar voornemen en loopt teveneens met plannen rolnd «en eind: tel makten aan een bestaan hetwelk helm' waardeloos voorkomt zonder hel hare. Doch hij heeft het leven te lief, het leven lokL hem in een zonnestraal, en hij lacht óm zijn dwaze gedachten. Veda was als een levensvreemde gë- worden. ,Paul rilde door het aanvoelen van baar onmenschelijkheid" zegt de schrijver, en dan bedoelt hij met on- menschelijkheid iets anders dan men ge. woonlijk daaronder verstaat. In haar, die als een levende doode is, ligt het lev©n van na den dood, het bovem-mtenschèlijke leven, dat Ze immers van het Leven hpèft gekust. Samen gaan' ze door eenige duistere visioenen. In don morgen van den laat sten nacht ligt ze, gestorven van 'it gif dat( ze innam, in Pauls armen. Lange dagen, en nachten was Paul ip smart. Dan wordt zijn geest verlost en zweeft bóiven zijfn) levenlooze vormen. Lange dagete en nach ten is Paul aan den arbeid. Ein|delijk was zijn werk voltooideen boek waar van hij weet dat hfet niets zal uitrichten, dat bet niet de valscMjheid schaden zal en het niet de maatschappij' met haar don- ventieleer zal doen wankelen._ Een voer een las Paul de bladen dooi*A „dan snikte hij zachjt en verbrandde liet gansche werk als een 'bloedoffer aan z'ijü liefste. Toen de avond viel, Vond men: hein voor den open haard waar hjet vuur nog smeulde. Maar in zijte oogten was een. ongekend licht en om' zijte bleeke lippen lag een glimlach van geluk." Het merkwaardige van dit boek is, dat liet beschjouwd moet worden als, een poging om een stukje gefantaseerde wer kelijkheid, een mogelijk gebeuren, Oi pile heffen boven d® alledaaigscHheid en te beuren in eën sfeer van romantische symboliek of symbolisch romantisme. Zulk een poging is op zich zelf prijzens waard in een tijd, dat ook de beste ro manliteratuur zich meer in de breedte! dan in de (djièpte ten hoogte beweegt, maar destemeer hieraan de behjoefte dóét gevoelen en zelf ook ge voelt- Gregory's poging echter is. mislukt. "De: tragiek van het gegeven is in de pen! van den schrijver dood gegaan, ziele- overpeinzinigen en gemoedstoestanden van Paul en van "Veda heeft de schrijver bedacht zónder dat ze zijn ziel en z'ijte gemoed raakten'dë kwasi-symblolisiche verbeeldingen waarin het inperlijk gebeu ren een uitërlijken vorm vinden moet, zijn gezocht, opdringerig-onuatuurlijk, on~ levend en dus vervelend. Bovendien is he| geheele boekje doortrokken van een gees tesgesteldheid, Zooals deze een kleine halve eeuw geleden gteWend was tegen „conventie" te sputteren. En Paul, die uil den dood van Vedja en haar ïeven- wekkenden doodskus wat ®en pracht- motief voor een heldenroman! - geen andere kracht put dan die noodig is om zijn eigen leed in een boek te schrijven en dit boek, wat eigenlijk maar goed is daarna te vei*br;an|dep om ter bij te gaan liggen huilen, is, op recht gezegd, zooèn lammeling, dat Veda's d/O.d ons onverschillig er onte wordt. Dat ligt niet aan Veda noch aan Paul, maar aan J. L. Gregory. is dikwjjls gevolg van abnor male maagwerking. Een kop Ovomaltine voor het naar bed gaan doet het gevoel van leegheid verdwij nen en geeft de maag geen te grooten arbeid ln blikken bussen van 250 en 500 Gr, Overal verkrijgbaar. Dr.A. WANDER A-G BERN (Ingez. Med.) LANDBOUWl. Te O u d-V ossemeer vergaderde het „Musschengilde"ingeleverd werden ruim 4000 musschen, van 1 Oct. tot 1 April wordt voor elke ingeleverde musch 3 cent. uitgekeerd. Koning voor 'dit jaar werd J. Vos Az*, welke circa 500 mus schen bij htet bestuur had ingebracht. wièr Mientje ziek. ,,'k 't wel edloeht. 'k 't evreêsd", zuchtte vaoder Geert ,toe 't bericht van d'r ziekte ongerustheid a ebrocht in 't stille uusje ,waê sind d'r vertrek aolles zoö troosteloos leeg en kleurloos ewcest was. Neeltje zat in stomme smerte te sta®- ren op den- brief .die ze zoo even ont- vange a. D'r kind ziek .ziek op de vremde'. Dat dienkbeeld deurpriemde d'r init vliêmend weê. ,,'k Gue isebiet naë d?r toe," beslistö Geert. A 't mlaê eenigszins' k'an, brieng 'k zie mee. Me komime mit den trein tot pan 't stasicn en d!an neem *k' 'n gerei. Vin je 't |góëd(, Neeltje?" „Ja, ja, Geerll, dat mö je doe. O, "k igeen ruste, 'k Zou nie kunne ete of tfrielnke, 'k zou dV snachts nie Van kunnel slaepe a 'k wist, dat onsi liev® kinid ziek most legg'c op 'n vremde. 't Is nog wat tte z'eygen Wie mót z' oppas seWie za d'r voe d'r, zurge Ja> ja, toe Geert. Gae t'r mlaê iglauw naq toe,, "k Lelgjge m'edëêne je Zondiags'chq' (goed ;gereêd'. „Zit je noc wè goed) Mientje? Tocht 't nie? Ier, kom' maê dichte bi® m'n zitte. Jp zoö. lei je 'te oódj een bitje tegen m'n A id'. Wiia 1 che r cn der V. P. Zj Gistertenavlond verigaderde bpvenge- nraemde afdeeliinlg oteder vpor/.i tier schap Van den heer J. Kraamër, in de sociëteit St. J|0ris. De v pi r z i 11 e r Iverinnerde in zijlni iopeniteyswioerd aan de ita December gë- hioiuden lentjoonstelliinlg!, het bestuur kon dë leden nfet meer hloioren, mlaar bëslioiol! toch samen t® werken met den K°teijteete~ hond, jafdeclinlg! Middelburg. De lentoote- stellitegi is een grójoit succes geworden ete trók 1500 bezloekers. Sp'r. meent, d,a,t hef een eerste stap is vóór 'bl'ijlvende 'samen- we:rk5te|g;. Hij' meent, dat die leden hef werken van het 'bestuur zullen gloed keu ren, al heeft het iololk een aanslag op' de fOich reeds niet sterke kas moeiten d|oen„ welkte het alleen lOrgianiiseeren vate een tentoonstelling' niet toeliet. De mees te itezend|Lng|ete kwamën ,uit de naaste óm- igjeviitaigi, maar daardlojor heeft men juist kuimnen foionen wait hier gtekweekt w,or<^L. Spr. hioiopt, d'at als de V. P. Z. om steun aanklopt biji den Koteijin|enbio|nti, deze oiok zal wórden verleend. De waarnemende secretaris, de heer K. Meer ten s' Jr., bracht hierop het jaarverslag! uit. wa|arin p. a. iglezegld wórdt, dal deelnameaan de lenfoiotestellite.g góed gezien was. maar men m|oet de tentoon stellingen tijdig! bekend rnakete, dan kan men er v(o|or 'kweeken. Er mioet voor namelijk wioirdten aangestuurd óp het meer toetreden van landbouwers, die oyer het algemeen de meeste kippen hebben. Spr. wüjst ten slloltte op de Pnoiv. Landbouwten toonstelling, waaraan oiofc pluimvee e'n ko- nijteent'eteHojonsftelliingl verbioiniden zal zijn. De secret ar i's eindigt mei ieder aan te spóren dien bloei der vereenigiteg le hel- pen bevjorderen. Nadat óók Van lander® zijden teojg mede deelltegen over de 1 a ndbouwtentoonstel- liteg' z'ijte gedaan, welkt de voioirzde leden jbip ieder in z'ijte oimg|ev'ite(g. niijeuwe leden te werven. Hiertea deelt de Voorzitter mede, dat de heer M/altha, die u|tstedilg 'is1, als secretaris en lid heeft bedankt wegens vertrek cn de heer Urcihard het pennnipigjmccster- schalp wenisldht neer te leiggen, maar be stuurslid wenscht t® blijlven. Spr bretegif beijde heeren dank vóór hetgeen zij voor de vereepigfiteg deden; hijl hoopt, dat de heer Urchard |o|ok vóór volgende tentopte- stellitelgein zijn zaal zal disponibel stejl- len, die daarvioor bijzonder gjescliïkt ib., De h®er Urchard zeg't dit koe en brengt dan'k voor de gesproken woiordeffi, zijnerzijds' er op wijzende, wat de heer Kraamer als voorzitter voor de 'vereen|- IgSmg presteert ook dicor zijn krachtig me dewerken aan de tentootestellin|g. De rekenimgi, evenals het jaarverslag, wórden goedgekeurd. In de plaats van d® heeren Mal thai, Heijns'dijk en Lombaard heide laatslege- teoemden ,aate de beurt van aftreding! wlorden als bestuurslid gekozen de hee ren J. P. Wi|g|ard t®1 Middelburg, P. J» Terwloert Jr. te Roudekerke en W|. Kesite- Sehoere. Noe za 'k m'n erm om j'eene s3a.e. Me treffe 't igóëd' min kind 'Nköe- pee alleênig. Wi je noe isl 'n pepermuntjë van m'n Mocdër ei ze no's espres mee •elgeve. Neê, noe mö je nie schreie,, J® gaé nee naer uus. Och meid) .dan ziê j'is zie, oe gauw da je beter bint. Kiek .djaer ei je Erremue a. 't Gap igjauw. Ze wete zeker ,d'a m'n drift Lei m'n erm nie te zwaer? Zoö dan." En mit andoenlike zachtheid Rabbel de Geert z'n leêd opzie tegen z'n bleikei Ao'dhter die d'n mit d'r bedauwde oö'gen zoö diankbaar ankeek. Z'n. woorden tintelde van éénvoudig® welgemeênde liefde. Zoage in d'r ooren, Mit schocf verlangen wou ®te zou ze naer uus nae moedfer en.j. O 't suusde in d'r of ema.tte ersens: as ze vlarder 'docht. Ze wou nie var der dienke; dru'kto d'r eige as1 'n veubcltje tegen vaodërsi krachtige lief en luusterde nae z'n stem me die somls as' var golve geklots tot 'z deur nevelde. „Noe nog; 'n klein s'tuutjefy dian bin mie in Goes'. Dat was diae, strakjes Arends- k'erke. En an d'n trein stlae 't gterei van' Wullelm Stried' a gereedl. Doe je nette noe maê goéd rond' ja li®f.; Wacht, 'k za je 's' ellepe,. Ja, Ja, je vao- dier weet wê, oe óf 't mot. k' Bin imlin tield nolg nie verge te!" 'n Bedroefd lachje plooide d'r fiene lippen, toen de goeiige man in z'n ow wejtendeid d'r 'n stekende wond® toer bracht i Z'n tied nog nie vergete! Tied' van. s;.: van toen ie mit mtoeder.. O, God d God! „Wacht, no|g even bluve zilte', anders schokt 't zoö. En noe bed,aerd maê an. Je paksjesj za ik draege. Zoö*.. zoö;. Sjuu-t, Ier,' steun 'n bitje op m'n. Kan 't zoö? Deer ei je ons .gerie. Wat zei je d'r. maê vian Eerste klas.,. Nee, Wulleirt, 'ik za z'e d'r wê in prakkizeere". Geert was eên en al bedrievige liefde zurg® voe z'n liedend kind. O, oe ontroerde ze, toe ze d?r uus! weê zagl waê ze as' 'n moe gewiekt duufje zoiu neerstriëke! Moeder Neeltje .stom! Van smerte ®te spraekeloös toch ök van vreugde, noe ze d'r kind' wee a, drukte d'r an d'r bost. Mientje terug! Wê ziek! wê lieden de, wê of etobd en lusteloos maê toch teruigekeerd tusschen de mluren van 't waëre otei' te zë/ggen, wat dfr arte zongl en.alleenig maê konde fluustere: „Mientje Mientje! M'n kind) toch!" Mi! de trouwste en teerste zorgen ver pleegde Neeltje 't erm® mos'chje, dat zoö dankhaer-treurig nae je Jkost kieke. En d'e diaegen rekte d'r eige benauwend uut tot wieken. Fn vaodier Geert, stortte wee 'traen®r.. naest z'n geitekot ,toe den dokter ein!- delieng'e zei, da ze 's 'n uurtje ópmoch zitte in 't zunnetje Voe 't raem1. In stili- le vouwdb Geert z'n anden en ie ieuw 'z'n pette wê op. maê toch fluusterde'n hie z'n eige: „God ik datek'e je". En God most 't zeker zoö ök! wê góed: vinde. a sprak Geert tegen z'n mit z'n pette op z'n oödi wiant Ie liet net persias) 'z'n mooie gouw® zunnetje zoö vrloolik schiene, Vliafc op 't raem1, dlaê Mientje voe zat en de spreeuwen op 't dlek b®. g'onne d'r vian te sjierpen en te tetter-* jolen. Mietetje beterde! 't Gieng wè lang! zlateimpjes jan, maê 't gieng loch. O. o, wat waere z' aollebeie benauwd schaemele uusje waê de liefste ouderi ewist Benauwd, dfat d'r kindO, je liefd® z'n zoetste klanken liet oore; wiap kust 'r nie over dienke en a weeie 'n moeder arte jubelde Van vreugde, noe kon 't nie inouwe, bibberde z'n stemme Ne'eltjes sidderende lippen ni® in slaetl „Dank, d^nk, o goeie Go;d

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 5