FEUILLETON,
tweebi slab
mientje
Lastige Voeding
m.
va« se
YA3
22 Jait 1921, bo. 18,
SKUTflSCHE ONDERWIJZERS
NAAR INDIÊ. f f i
Hei bericht dat 'onz© regleterinjgj in oveT-
fcjg mtei bet Departement van Ondjepwijsl
Se Weltevreden voornemens ijs een' 200fcal'
Duitsche onderwijzers, na een cursus
liïer te landje, naar NederIaadsch Indië
iojrt*- te brengén en daar aan de scholen;
weikzaain. te stellen, heeft bij 6pm®u|g©n
ongerustheid gjewekt. In het bijzonder de,
ïf. Crt. toomt op tégen dit „heiHopze voor
nemen. speciaal vanwege deini Duitlslche®
geest waardiojor een Duitsche (onderwijzer
ach van ean Nederlandsche® collega on
derscheidt. Het blad acht het voor de
kracht die van de bevolking in Indië in
Édteiale lichting mloet uitgaan, zeer be-
genbelijk wanneer men aan Duitsche jota-
denvijZers toevertrouwt de vorming en
opleiding van de jeugd in IWdiê tot bur
gers van het Nederlandsche Eij'k in Ne
der! ahdsch Indië.
Men zjoeke, zegt het blad, de vtojor In-
8ië hlooghioiodijgje onderwijskrachten! ffio!
eijen land, b.v'. door een verkorte vakop
leiding Moor degenen die een zekere op
leiding hebben genoten. Zoolang hier te
fen.de de wervinigsmaatregelen. niet uitge
put rijn, acht het blad het uitzenden vato!
rt-eémd© krachten onverantwoordelijk.
We rijn het er niet mee eens.
Die laatste opmerking wijst reeds eeti
teer zwakke plek in het betoog aan, ml.
het onmiskenbare feit dat ons land ®i:et
voldoende leerkrachten voor de Indische!
behoeften kan leveren. Wei hebben hier
eelt voor onze eigen scholen een tekort,
dat nog veel gjrooter dreigt te worden.,
Maar dan is 't Wok niet te verwachten, dalt,
door welke wervingploktaiddelen ook, Ne
derland in de ©nderwijzersbehoefle® van!
ïndiè afdoende kan voorzien.
Ten zij men öf de fielooraing zoo' hoojg
jfcelt dat de scholen in Nederland leeg
gezogen worden, wat toch ook niet bepleitl
*al worden; öf de opleiding zooi licht
maakt, dat er zeer gebrekkig bevoegde!
onderwijzers worden uitgezonden, waar
©Ver Indië zich. zeer terecht zou kunnen
beklagen.
Maar na de' hoofdzaak: het gebruik
*a« vreemdelingen in den Indische®
Staatsdienst,
füch, laten we niet te hard roepen
alsof dat iets nieuws isi We hebben het
in. het beheer van Indië nóóit kunnen
klaarspelen zonder aanvoer van hulp
krachten uit óns grootte achterland,
üaitscidand. Zoo is het ook altijd ge
weest in de jaren van de Oost Indische
Compagnie die steeds tal van lagere amb
%Baaren uit Duitsehers recrutperde. Oj
de vraag, waarom van de twee kleine lan
de®, die het eerst Indië onder hun be
ajtuur brachten, het eene, Portugal, niè
slaagde, en het andere, Nederland), wèl,
wordt onder andere dit antwoord gege
vendat het kleine PorLugal geen groot}
achterland voor aanvulling van zijn per
*oneelbelioefte had, daar Spanje I
krachten voor zijn eigen koloniën vroeg
terwijl Nederland steeds kon rekenen öj
'aanvoer uit Duitschland, dat geen eigex
overzeesch gebied voor kolonisatie had
Of die eeuwenlange toevoer van Duit
sehers in Indië, later versterkt door d*
tettoane Duitsche employe's in 3© cultures!
en op de kantoren, en ook door de tal-
looze Duitsehers die zich alS „koloniaal"
iu het leger Heten aanwerven, of die
toevoer iets afgedaan heeft aan hef Ne-
derlandsch karakter van "de Indische ko
loniën? Dat zal niemand kunnen beweren..
.We hebben daarom zionder vrees ge
zien dal uit Oostenrijk honderden inge
nieurs en houtvesters werden aangewor
ven ter aanvulling van het persohe'ef-
tekort dat Nederland niet volledig kan
amvullen.
En we zien ook zonder vrees een paiar
honderd Duitsehers als onderwijzer naar
Indië vertrekken.
Laat men toch niet te Koog opgeve® van
het onderwijs als factor tot vorming' van
neg altijd de waarborg van de Nederland
sche Rijk, enz. Voor zoover die Dui't-
schars blanke kinderen te onderwijzen!
krijgen, zullen deze slechts vfbjor een Hei®
deel van hun opleiding onder Duitschero
staan. En (gelooft ietaand dat een iof twee
leeraars, b.v. aan een Nederlandlsfch© H,
B. Su iets bederven aan het nationale ka
rakter van dë schooljongens En voor;
zoover ze iop scholen voor inland'sjche
kinderen worden geplaatst, komt het meer
aan öp Igjoed algemeen onderwijs dani op
nationaal-Nederlandsche opleidip(g(. Dë
aanhankelijkheid tot het Nederlandsche!
bestuur der vSolwas'senen wordt dioor heel'
andere dingen bepaald dan dfoor mati|o[naal-
Nederlandsch© lessen pp de scholen.
Vloer den igeest van het onderwijl bestaat
nog altijd de waarborg van de Nederland
sche- opperleidinlg.
En dan ®ogi: wei weten) voldoende uft
ervaring in eigen kring, en Pjok uit de
mededeclinjgen uit Indjië, dat de Dujit-
scbers een sterke neiging hebben.' zfijch
aan te paslsen in de NedexïaWdsche totmigjer
vinig', waarin zij' geplaatst zijd. Iedere
bundel natijoinalisatife-olnlwerpen jgetufiglt
daarvan.
We hebben een plicht iia RiHië te ver
vullen dioor zoo goed mogelijk te doen
wat daar vjopr de overheid te doen valt.
En nu dlopr de zeer sterke uitbreiding!
der overheidsbemoeiing] in de llaatjsto hal
ve eeuw gebleken is, dat pms Icletiiue laMdi
niet in violdioend aantal de daan voor nom
cliigje hulpkrachten lean toveren, mloetenj
wre niet schrpfmen gebruik te maken vaö
de gelegenheid die de sterk' veranderde)
jomstandigheden In Dnjitischland en Ops-
tenrijk ion» bieden, om die tekorten! aan
te vullen.
We door zoo'n enkele maai een1 stukje
dialect op te nemten, mee h&]pein dje
belahglstelling wakker te houden: voor iets
dal dja® toch nog altijd een van de krach
tigste uitingen is van een levend© laai.
De moeilijkheid! om' de gehoorde klan
ken zuiver weer te gev©n is echter
groot. En in dp.t opzicht zijn we aan den
schrijver van „Mientje" een verantwoor
ding schuldig.
Hij heeft in zijn schrift herhaaldelijk
•dioor een dwarss treepje bloven énkel©
(klinkers te kennen gtefgeye® 'djat des©
gterekt inbeten klinken, of lieverdat er
die vfoor 't Zeeuwsche dialect zoo ty-
peerende naklank achteraan moet sto
pen, die als' 't ware nog een toonlooze
klank achter den klinker voegt.
Maar het lettertype met het platt©
dfekstreepje htoven den klünk©r hebben
we niet op onze zetmachines We kun
nen djat zoo niet weergtevsn. Maar om dat
toch niet zondier kettmerk te laten. héb-
hebben we dfcn klank aangeduid idoor
een „kapje" zooals) ze djat op de zetterij
noemen: eêl1, 'groöte, dó, A, enz. De
Zeeuwsfche lezers' weten trouwens z©lf
wrel uit te maken libe dfat m'oet klinken.
inspecteurs volgens vaste gegevens w!or
den aangeslagen.
De heer D. de Buck bracht aan het ©inld
der vergadering dank aan den voorzitter
voor alles wat hij lijfeeft gedaan in het be
lang der vereenïgitag en Tioppt© dat h/ijr nog
jaren als rustend lid der ve reten iging
mocht zij®. 1
De lieer Kielstra kon ook' niet nalaten
ook namens de Zeeuwsche Landbouw den
heer Boone d ank te zeggen voor de aan
gename wijze waarop hij! steeds bereid'
was voorlichting te verstrekken en speeds!
streefde om goede samenwerking te bé-
vorderen.
LEGER EN VLOOT.
LANDBOUW.
KUNST EN WETENSCHAPPEN,
üaawiaaMt;
Ben Zuid-Bevelandsloh! vertelsel
van i
D. Al, POLDER,MANS,
O ns Fe u il Ie torn.
In bet numlmer ya[n bedjen beginnen we
!met een nieuw feuillietojn. ©eh in
Zeeuwsich dialect, n.l, „Mientje", een Zuid
Bevelandsch vertelsel van D. A, Pplder-
mans.
We mèenen djat dit verhaal ©eb, nieuw
bewijs er voor is. vooral iu zijn beschrijvin
gen. hoe goed 't smeuige Zeeuwsche
dialect zich leent als1 nauwkeurig tee
kenend uitdrukkingsmiddel' Voor litterair
werk. Het is ons altijd een bevreemding
djat er zoo weinig in Zeeuwsch d'kdect
is verschenen als boek. De Walcherseh©
schetsen van Beulnke zijd een loffelijke
uitzondering.
En behalve mooi Van klank en helder
van uitdrukking is het ook interessant
dbor 'de onderling sterke afwijking voor
(de Verschillende deeton der provincie,
(We hebben in die laatste jaren ©en
schetsje kunnen plaatsen in Walehersch
dialect, een Arnemuidsch schetje, ©en in
Westkapelsch dialect, een in Ze©uwsch
Vlaam&ch dialect uit het land van C ad-
zand. En nu een in Z«-Beveiandsch, dat]
weer heel anders is.
We geven hiermee niet te Itohnén
dót we nu onze kolommen open stel
len voor iedler die maar een schetje
schrijft. Zoo iets moet in een courant
uitzondering blijven. Majar we hopen dlat
In de vergadering der landbouwver-
eeniging KoudekPrke van Donderdag
avond werden 15 nieuw© leden aangenor
men. De ontvangsten hebben bedragen
f 38911,74, de uitgaven f 38773,29; batig
saldo f 138,45. De voorzitter, de heer
C. Boone, die met 1 Mei het landbp.uwhe-
drijf verlaat en oordeelt dat deze taak
alleen door een landbouwer mag Worden
waargenomen, bedankt vopr zijn functie.
Hierdoor moeten twee bestuursleden
gekozen worden, n.l. voor F. Brasser we
gens periodieke aftreding ©n voior C,
Boone wegens bêdanken.
Vóór de stemming doet de heer D. de
Buck nog een poging om den heer Boon©
op zijn besluit terug te doen komen,
wat niet mocht gelukken. Herkozen werd
E. Brasser en gekozen werd C. Wieiema-
ker Abz. die beiden him bfeno,©ming aan
namen. i
Over bet besproeien van aardappelen'
werd druk gesproken, besloten werd dat
een nieuw© sproeier zal wtorden aange
schaft. Een der oude zal in orde wor
den gemaakt, en deze zal tor beschikking
zijn voor de leden die zich aanmelden.
De besproeiing echter zal geschieden
door twee personen, die de vereniging
beschikbaar daarvoor Stelt.
Deze maatregel is een igevol'g hiervan
dat vorige jaren de sproeiers door d©
leden na gebruik vuil en defect werden
teruggebracht.
Door de te houden tentoonstelling ïh
September werd een bedrag van f 50
toegestaan.
Bij deze vergadering was tegenwoordig
de heer Philips©, directeur Goöp. Eiland
Walcheren, en de hjeeren Kielstra en van
Dijk van het bestuur der Z. L. ML
De heer Phflipse gaf inlichtingen om
trent kunstmest carboline enz., wat door
de leden is aangevraagd'.
De heer Kielstra 'gaf, op verzjo©k van
den secretaris, in 't kort maar zeer dui
delijk eenige inlichtingen waarom Coöpe
ratie nu zoo noodzakelijk is en -welke
voordeelen een aansluiting bij' d© Z. L. M.
voor de vereeniging opleveren.
De heer van Dijk besprak hfet boekhou
den en het belastingwezen en toonde
hier op zeer bevattelijk© wijze h(oe hoog
noodig het is, vooral 'voor de jonger©
om de cursussen te volgen, en welk nuf
een boekhouding met zeer eenvoudige
aanteekeningen reeds oplevert, votor het
vaststellen van den omvang ion het be
drijf en met het ooig op d© aangifte voor
de belasting, daar bij' het ontbreken vaö
«eoevens de landbouwers, dbor de heeren
De rei's vjan Hr. Mlsi. R., IV! naar
Indië.
Men schrijft pan d© N. R, Crt. van Co
lombo dd. 21 Dec.:
Op St. NicoLaas vertrokken wij1 uit Aden,
na een driedaaigsch verblijf en begoinneö
den langdn tocht over den Indiscihen Oce
aan. Het weer was gloed, dioich er wioei een
stevige Nioord-Oojst-moesson, waardoor'ge
durende d©n loivertpcht het voorluik slechtje
enkel© malen lopen ko® blijven e® men
zich dus slechts op de kleine aommandoi-
brugi kion vertreden, n.l. met over de rai
ling te hangten. nu en dan, spatzeeën 'ont
vangende. Daardoor was de rei® vermoei
end. 'Het eeuwige geslpmp en ge's)li}ngerj
noodzaakte tot geregeld zich schrap zet
ten, terwijl men zich nu niet meer, zooals
in de Rtoodé Zee, aan dek kon wastelche®
en badien. De machines hielden zich
lover het algemeen goed, al waren nu en
dan kleine reparaties noiodüg, pl. a. aan
den zuiger van de spoelpomlp van S. B.'tel
machine. Gedurende de eerste dagen ga
ven de observaties van sterren e® zon
aan, dat er tegenstroom stond en maakfe
het denkbeeld, dat daarciloior wellicht de
overtocht, in plaats van 12 dagen, of
twee dagten langer z|ou duren, een sombe
ren indruk. Np de® 6©® dag echter ver
minderde de tegenstroom, de 'deining went)
iets minder ©n men kwam weer ee® wet-
®ig; op van deze pessimistische stemming.
Inderdaad hadden wij d© laatste dpjen
strpom mee en om niet op een Zaterdag in
een Engel sche haven te loope®, werd
eenige nachten met 2 machines geltoopem
De Opvarenden konden nu e® dan zon
der te nat te worden zich op dek bewe
gen, kleeren wassichen. e® zichzelf ha-
den onder de zoutwatersprpei.
V:an de eilandengroep Sakatra werdeto
de giebijoeders nog èenigie oiogenhUkkenf
gezien. Aardige, opfleurende pntmioel||pt-
gien hadden wij niet. De Pairia, va® den
RiOtterd. Lloyd, zagen wij' op pl.m, 15
mijl, naar Holland teruggaande, passteeren1.
Slechts het voorheen Duitsche stoom
schip Bremen, thans als mailbopt onder
de Engtelsche vlag varende, passeerde tops
zeer nabij: pl.m. 100 M. en over en
weer werd een weinig gezwaajid met zak
doeken en hoeden.
De temperatuur in de bfolot was vrij'
warm, het centraalstation bleek de koel
ste plaats te zijn, behalve wanneer de
kombuis, die daar ter plaats© is gebouwd,
in gebruik was genomen door de® kok.
Dan waren machinekamer e® volksver-
blijf vrijwel de koelste plaatsen.
De gezondheids toe s tand was o ver het
algemeen goed. Eeniglen vermagerde®
wat, doch de mees ten bleven er gezond
uitzien.
Op den a Mond van de® lQen dag) zage®
wij bet licht van Minjükai en iederee® bijna
kwam kijken, blij1 weer eens iets van de®
wal te zien, al was het piok slechts: het
licht van een vuurtoren op ee® eiland.
Den Hen dag draaide de wind steed® va®
N.-O. tot Z.-O. en terug', zware onweers-i
wolken kwamen tegen de® avond op
zetten; pp d© eerste wacht (van 8 u.—
12 u. 's avjonds) vertoonden zich typisch©
verschijnselen ee® tropische cycloon voor
Wie aadars aiets meer ver
dragen kan verdraagt bjjna
altgd nog Ovomaltiae en
wat hoofdzaak is ver
betert daarbjj zjjn gezond
heidstoestand en zjjn weer
stands en praestatievennogen
In blikken bussen van 28© ea
500 Gr. Overal verkrijgbaar.
Dr.A.WANOEBA-G
BERN
(Ingez. Meü.)
HÖ-
A je de grientwegl ten zudie® via® 't
Euud- Be velands che durpje G. opgoet, dan
kom je A gauw bie vier groóte. zwaere
Ëndeboomen, twee a® je Uenk©rkant e®
twee rechts.
Sommige zegge, ia® djat Jecoba van
Beieren ze nog eplant eit.
Wie za 't zeggeMaê vfcust e® zeker
binn© ze a eêl, eêl, erg oud. Groot©,
geschoorde stammen, groen e® hruun
en dikke, knoestige takken.
Oud, eêl oud. O uwer, zeit den ouwen
hakker, as den toren en die is toch ök
nfe van gistere. E® den ouwen bakker isi
©en veint vajn groote ktennisse. di© ve©
dezen eit. De kreni©k van Smalteigiangej
meer as eens van vore tot achter a® to©.
't Is n-oe eerlik onder die groote. zwa©-
re boomen. Ier boven op dendiek bla©sfi
'h lekker koeltje, dat frisch anwaoit ®ae
zoc'n wermen dag.
Lientos in 't groote. breeê water su-
selt en ruusch zachtjes "t riet. In de
'{Jooraaege jubelt en tettert ©n gurgeit
©en maerel z'n aevemdliedje dichte biéj
'I nistje. wae z'n wuufje zit te broên op
tTr eitjes as 'n dito, in mekaere gedok©
jÖoiMetje^ j I j
'Ander gel uud as' dat zachte -blaereige-
ruusch en djat liefelike getiegdier van
die maerel oor je nie. A® dan van tied lot
tied een schreeuw van e©n mertekbotje
of een plons in 't v^aeter.
Dat leste is Van een kerpel, di© ök
dien sdhoone® aevend! zie wil en mit
z'n kromme rik een sprohk doet.
Mae kerpels kunne nie sprieng©!
Zoo'n kouwe, lompe visch oort in d©
nattigheid en ie ploft d'r wee in neer en
groote rondten krupe over 't waetervlak
kriengel die krongel, net of dat ze vanger^
mantje spele.
En zachtjes en zachtjes verldope di©
gouwe rimpels in niks e® 't waeter wor
awee één groote, gladde spiegel, wa© je
eer in die groote diepte d© aevend Loohfi
ziet mit z'n vergulde wolksjes.
O, zo© diepe I
Zoo'n kerpel Oü j© stillel
Plons, plons in dat mooi©, vredpjgl© wae
ter! Je schrikt 'r van ©n 't klienkt n£©
ntooi. Belange ni©!
Zieng jio ma©, m'n lief mareltje. j©
liedje van plezier en van vrede e® van
gelioik en en ja, va® liefde
Want aoles spreekt ier van plezier,
en van vrede en va® g'eiJoto, en va® liefde!
En van liefde!
Kiek 's effentjes, daer in dat smalle
padje rechts tuis®cb©n die stieve, ver-
schriompelde, outorijge troenkboomen
Of nee, kiek mae nie ök. Bi je ök jonk
ewist? Ei je ök elionpe 's aevens as t'r een.
maerel tj© zionjg van geloik) en va® plezier
en van liefde? Wat zlotóh je dan iop?
De groote girtontwegt?
Of ök zo©'® stil padje?
En waertom? Waerom zoch' j© die stil!©
afgaande: St. Eïniusvüur op de tóppen
yan mast enz., dalend© ''barometer, ion-
weer, plasregens'. Te 11 uur 's avond®
moesten wij bet licht van Colombo zien.
Dit jgebeurde niet en de ciomttranda®t vond'
het raadzaam den dagl af t© wachten, diaaï;
het zicht dtoior de zware regtenbuien zeer
slecht was. Met h©t zware Hoiod werd ge
tracht „grond" te Itaoden, doch Wij' wa'-
ren daarvoor blijkbaar te ver uit den waL
Met dag Worden was het weer opkla
rend en to pl.m. 8 uur kwam de kust van
Ceyllon in zicht en was d© plaats! door
middel Van st©r!sb©stek bepaald. De
strloioim had ons een heel eind om de Zuid
Igjezet ©n wij' stioomden N. O. iom de haven
van Colombo te bereiken, waai- wij té
pl.m. 1 uur zijn binne® gtelioiodsd. Spoe
dig waren de havenarts en andere autori
teiten aan bioiord en me® k|o® 's middag
®o|g alles gereed maken vopr het logic®
aan den wal. De Nederlandsche schepen'
Djfecja en Bandoen lage® in de have®.
Dit was in afstand pp één ®a de banigj-
ste reis (geweest, i® tijd echter wrreweg
de langdurigste.
KERKNIEUWS.
Hel colLatierech't Van Oud'e
Tonge.
In het Vad. lezen we:
A. B. K(lerekooper) schrijft in de Voor
waarts dat de Roomsche ambachtsheer,
van Oude Tonge weigert zijn medew©r.
hing te verleene® tot de vervulling van de
vacature in dte Herv. Kerk ald;aar, Ge
noemde ambachtsheer Cuypers .Fph©et©n,
een Roomsch man, Belg e® te Brussel
woonachtig', zou verstoord! zijn lop zij®
amfcachtsheerlijke onderdanen, wegens
het schenden va® zijn houtgewas en hun
daarom een predikant weigeren.
"Wij weten niet precies hoev©r 'die ata-
bachtsheerlijke rechten Van Oude Ton
ge strekken. Mogelijk heeft ten laatste d(©
kerkeraad of het classicaal bestuur recht
om te dloen wat des kerkeraads is, 'maar
zeker is dfit lang niet. Dat er echter op
het gebied der zoogenaamde collatie-rech
ten schromelijke onbillijkheden en will©
keur beers'chen is' zeker. Bekend is bijv,
hoe een orthodox predikant in Gronin
gerland het collatierecht van ee® moder
ne gemeente heeft gekocht om' t© gele
gener tijdj van d!at recht gebruik (of
misbruik) te maken tot bet doen beroe
pen van eejn zijner geestVprw;anten. D©f-i
gelijke feiten doen zich ma luist nielj
veel voor. Maar djat ze voor kunnen kOi-
men is teefeenend, voor de instelling dez©r
loug-veroudlerde rechten. Vel© families!
van amhachtsheeren deden dan ook va®
deze rechten vrijwillig afstand, i® ee®
juist besef van de eischen des tijids.
Des te meer valt het op dlat ee®
R'oom'sch ambachtsheer een sehe©le Pro-
testantsche gemeente ringel omen toanm©|t
de predikantsberoeping', om'dat misschien.'
een paar arme drommels een brandje
hebben gehaald in het .ambachtsheerlijk!
bosch. Aan zoo'n gebeurtenis voelt men
dat een dergelijk heerlijk recht nietm©ér,
eehzajenie wegjgletjete?
Stille mae! Zpot i©s mot je voele, Dalj
zit van binne i® je lief.
Liefde ©n tglrptote drukte iooire ni© bjije
mekaore. Liefde, jiong© liefde, dlie zoekt
stilte en z© wil ök nip beloerd of beluujs!-
terd wtorre.
Daerom: kiek liever mae nie réchts
mae vpioruut.
't !Wpr -zooi zoetjes a® a dl uuistorach-
tig. Aje den diek overkiekt, is 't net,
pf je voo een donkere grot staet. Die
zwaere plmeboomen bug]e d'r takken d'r
tower. As 't zonnetje sichient, da® is 't dae
lekker koel, mae aoe! Noe zoo'n bitje
ieselik. 'N men'sph k|ek nie igraejg in
zoo'n duusler.
Licht, licht!
Licht is leve®!
Maê 'kiek, d(aê schiet 't maentje van
achter die boereschuure en giet z'n bib
berig bleik schitensel tustscben de blaei-
ren en de stammen deur over de® diek.
En ®oe is 'tniks aokelik meer.
En 'tmaereltj© oudt al een stukje z'n
bekje, 't Slaept noe dicht© bie z'nwuufj©
■mil z'n kopje ondpr z'n pluumpjes en z'n
kraeloogjes toe en noe oior je w©e,
meer puten.
Dat klinkt toch ök niet lillik. Of
schoon: 't is toch ök mae putegekwaek.
Kiek, noe schient 't maentje op bat
kleine uusje an je rechtsche kant, bé-i
nee an dp® diek. Klein is' 't,
'n Leêg' dek, de mureu gries gesaust,
Van achter© een geitekot.
Aoles vee 'kleindter en ©rme tieriger
ast 't groote jged|oente an d'aore kant
vlan den diek'. I
Wat 'n uus! Vier groote raexneit van
vtore en midjdlenip. een mooie d©ure mit
iesdpr krulwerk d'r in. Mae de. gel©
en rooie ruutjes dlie zie j.e ni©. Die zitte
achter dae verzulverdle iesd©ré krullen.
Mooie ruutjes achter verzulverde iésde®
ge krulEn 't iesdpr bluuft toch ök mae
iesder.
'I Kleine uusje ei mae ééne ©rmbsdige
deur© en één raem e® da's nog! gin ©ens'
groot.
Vlak voo dat raem staet 'n' bank©
en op die banfce zitte Geert d© Vriend en
Neeltje z'n vrouwe.
Ze bin druk an 't praete® eweest,
Tpen z'n oogenblikj© ezwege e® noei
èzei Geert: „Praet 'r nie van Ne©ltjé.
Ik ouwe vol', dja 'k 'r niksi Man zie kommc
dat dfeugt. Da's aevend an aevend saem©
kuiere. Da's mekaore's kop op ol maetoe,
Da'sd'a'sweet ik wat nog meer!"
Neeltje zwiegt. Ze knikt mit d'r oöd en
zucht cliepe. Geert gaet vardler ©n zeit:
En wat komt 'r van? Niks: zie dót nie.
jWanl 'gesteld dat Kees werachtig ve© van
Mientje oudt, gesteld dat, zeg ik, wajt
diek je dlan, dat z'n moeder d'r Van zó
zegge?
Of ken je ze spm'stemtet nog ®iej
d|at igirooze wuuf Doch je nie, d'at ze ure
an ure an Kees! z'n ooren zPu legjgel
teeme? En wat dan op dien duur!
As 't spul zoo varre was, dat Mipnibje
ziop gek op z'n was, dat
„Mae zop varre is 't a lank al", on-
'dierbreekt Neeltje.
„Erg geuotgt! Erg 'glen®g!t!"
Och Neeltje, Neeltje, ik wfo® djasi zé
wiesdier waal"
„Wiesder, Geert? "Wiesderl? Doch je
dan, dat ier wiesbjd bie te passé kwam?
Bin jie je ©iig© tied1 verjgjelte? Reden©órjdd
je toen? Nee man, dja's 'n kwestie van
vanweet ik 't van wajt, ma© va®
wieseid pf verstand ®i©Stillel, dafer,
ei j e z© 1"
En een bitj© beduusd staet in eens de
lieve twint'ig'jaerigte dochter va® Geert en
Neeltje vöio d'r vaoder en d'r moeder en
zachtjes klienkt het: „Goeien aevend, vaio!-
der en moeder!"
Een aiorig misje Dli© aegelwitte mu|s!s©
en tus'schen de vlerkens dae va® dat fien©
smoeltje mit die djoenklere oogen. Geerjt
kiekt eventjes na© d'r .en ie dfpnkt b5,e
z'n eige:
,,'t Is werènlig gin wtonder, diat 'r ©te®
gek iop joe is."
Mae ie zei ®ik's. I© schuuft 'n bitje Wp
zie en:
Kom ®og| 'n bitje tusbbhèn p®s in
zitte, Mientje. Of zit je nie gpaeg meer bi©
je vaioder en je moeder?"
Mae vaoder toch!"
.Ta net: _vaoder toch! 'M® add© 'tnet
lover je, Mientje.
't Meisje ga© zitten' en Geeirt vervolgt:
,,'k Bin bezurgd Mientje, meer as be--
zuigd en je mloeder ök. Want je begriepl
toch zeker weè, da'k m'n pogen nie i®
m'n zak' gjnwaer? Je begriept, da'k eel,
eel igoed zie, wat 'r .gebeurt, wat je doet.
Kiek, Mientje, m'n mae één ki®d en
m'n zone zoo. graeg dó j© igelokkig wier]
en tochen tochM'n kind, 't
zpp moeilik voe m(i©a .om d'r over te
spreken, 'k Bin d'r mifeiSchSpm te lomp
vOo ea 't met toch
(Wordt Vervolgd.)