FEUILLETON, tweebi slab mientje Lastige Voeding m. va« se YA3 22 Jait 1921, bo. 18, SKUTflSCHE ONDERWIJZERS NAAR INDIÊ. f f i Hei bericht dat 'onz© regleterinjgj in oveT- fcjg mtei bet Departement van Ondjepwijsl Se Weltevreden voornemens ijs een' 200fcal' Duitsche onderwijzers, na een cursus liïer te landje, naar NederIaadsch Indië iojrt*- te brengén en daar aan de scholen; weikzaain. te stellen, heeft bij 6pm®u|g©n ongerustheid gjewekt. In het bijzonder de, ïf. Crt. toomt op tégen dit „heiHopze voor nemen. speciaal vanwege deini Duitlslche® geest waardiojor een Duitsche (onderwijzer ach van ean Nederlandsche® collega on derscheidt. Het blad acht het voor de kracht die van de bevolking in Indië in Édteiale lichting mloet uitgaan, zeer be- genbelijk wanneer men aan Duitsche jota- denvijZers toevertrouwt de vorming en opleiding van de jeugd in IWdiê tot bur gers van het Nederlandsche Eij'k in Ne der! ahdsch Indië. Men zjoeke, zegt het blad, de vtojor In- 8ië hlooghioiodijgje onderwijskrachten! ffio! eijen land, b.v'. door een verkorte vakop leiding Moor degenen die een zekere op leiding hebben genoten. Zoolang hier te fen.de de wervinigsmaatregelen. niet uitge put rijn, acht het blad het uitzenden vato! rt-eémd© krachten onverantwoordelijk. We rijn het er niet mee eens. Die laatste opmerking wijst reeds eeti teer zwakke plek in het betoog aan, ml. het onmiskenbare feit dat ons land ®i:et voldoende leerkrachten voor de Indische! behoeften kan leveren. Wei hebben hier eelt voor onze eigen scholen een tekort, dat nog veel gjrooter dreigt te worden., Maar dan is 't Wok niet te verwachten, dalt, door welke wervingploktaiddelen ook, Ne derland in de ©nderwijzersbehoefle® van! ïndiè afdoende kan voorzien. Ten zij men öf de fielooraing zoo' hoojg jfcelt dat de scholen in Nederland leeg gezogen worden, wat toch ook niet bepleitl *al worden; öf de opleiding zooi licht maakt, dat er zeer gebrekkig bevoegde! onderwijzers worden uitgezonden, waar ©Ver Indië zich. zeer terecht zou kunnen beklagen. Maar na de' hoofdzaak: het gebruik *a« vreemdelingen in den Indische® Staatsdienst, füch, laten we niet te hard roepen alsof dat iets nieuws isi We hebben het in. het beheer van Indië nóóit kunnen klaarspelen zonder aanvoer van hulp krachten uit óns grootte achterland, üaitscidand. Zoo is het ook altijd ge weest in de jaren van de Oost Indische Compagnie die steeds tal van lagere amb %Baaren uit Duitsehers recrutperde. Oj de vraag, waarom van de twee kleine lan de®, die het eerst Indië onder hun be ajtuur brachten, het eene, Portugal, niè slaagde, en het andere, Nederland), wèl, wordt onder andere dit antwoord gege vendat het kleine PorLugal geen groot} achterland voor aanvulling van zijn per *oneelbelioefte had, daar Spanje I krachten voor zijn eigen koloniën vroeg terwijl Nederland steeds kon rekenen öj 'aanvoer uit Duitschland, dat geen eigex overzeesch gebied voor kolonisatie had Of die eeuwenlange toevoer van Duit sehers in Indië, later versterkt door d* tettoane Duitsche employe's in 3© cultures! en op de kantoren, en ook door de tal- looze Duitsehers die zich alS „koloniaal" iu het leger Heten aanwerven, of die toevoer iets afgedaan heeft aan hef Ne- derlandsch karakter van "de Indische ko loniën? Dat zal niemand kunnen beweren.. .We hebben daarom zionder vrees ge zien dal uit Oostenrijk honderden inge nieurs en houtvesters werden aangewor ven ter aanvulling van het persohe'ef- tekort dat Nederland niet volledig kan amvullen. En we zien ook zonder vrees een paiar honderd Duitsehers als onderwijzer naar Indië vertrekken. Laat men toch niet te Koog opgeve® van het onderwijs als factor tot vorming' van neg altijd de waarborg van de Nederland sche Rijk, enz. Voor zoover die Dui't- schars blanke kinderen te onderwijzen! krijgen, zullen deze slechts vfbjor een Hei® deel van hun opleiding onder Duitschero staan. En (gelooft ietaand dat een iof twee leeraars, b.v. aan een Nederlandlsfch© H, B. Su iets bederven aan het nationale ka rakter van dë schooljongens En voor; zoover ze iop scholen voor inland'sjche kinderen worden geplaatst, komt het meer aan öp Igjoed algemeen onderwijs dani op nationaal-Nederlandsche opleidip(g(. Dë aanhankelijkheid tot het Nederlandsche! bestuur der vSolwas'senen wordt dioor heel' andere dingen bepaald dan dfoor mati|o[naal- Nederlandsch© lessen pp de scholen. Vloer den igeest van het onderwijl bestaat nog altijd de waarborg van de Nederland sche- opperleidinlg. En dan ®ogi: wei weten) voldoende uft ervaring in eigen kring, en Pjok uit de mededeclinjgen uit Indjië, dat de Dujit- scbers een sterke neiging hebben.' zfijch aan te paslsen in de NedexïaWdsche totmigjer vinig', waarin zij' geplaatst zijd. Iedere bundel natijoinalisatife-olnlwerpen jgetufiglt daarvan. We hebben een plicht iia RiHië te ver vullen dioor zoo goed mogelijk te doen wat daar vjopr de overheid te doen valt. En nu dlopr de zeer sterke uitbreiding! der overheidsbemoeiing] in de llaatjsto hal ve eeuw gebleken is, dat pms Icletiiue laMdi niet in violdioend aantal de daan voor nom cliigje hulpkrachten lean toveren, mloetenj wre niet schrpfmen gebruik te maken vaö de gelegenheid die de sterk' veranderde) jomstandigheden In Dnjitischland en Ops- tenrijk ion» bieden, om die tekorten! aan te vullen. We door zoo'n enkele maai een1 stukje dialect op te nemten, mee h&]pein dje belahglstelling wakker te houden: voor iets dal dja® toch nog altijd een van de krach tigste uitingen is van een levend© laai. De moeilijkheid! om' de gehoorde klan ken zuiver weer te gev©n is echter groot. En in dp.t opzicht zijn we aan den schrijver van „Mientje" een verantwoor ding schuldig. Hij heeft in zijn schrift herhaaldelijk •dioor een dwarss treepje bloven énkel© (klinkers te kennen gtefgeye® 'djat des© gterekt inbeten klinken, of lieverdat er die vfoor 't Zeeuwsche dialect zoo ty- peerende naklank achteraan moet sto pen, die als' 't ware nog een toonlooze klank achter den klinker voegt. Maar het lettertype met het platt© dfekstreepje htoven den klünk©r hebben we niet op onze zetmachines We kun nen djat zoo niet weergtevsn. Maar om dat toch niet zondier kettmerk te laten. héb- hebben we dfcn klank aangeduid idoor een „kapje" zooals) ze djat op de zetterij noemen: eêl1, 'groöte, dó, A, enz. De Zeeuwsfche lezers' weten trouwens z©lf wrel uit te maken libe dfat m'oet klinken. inspecteurs volgens vaste gegevens w!or den aangeslagen. De heer D. de Buck bracht aan het ©inld der vergadering dank aan den voorzitter voor alles wat hij lijfeeft gedaan in het be lang der vereenïgitag en Tioppt© dat h/ijr nog jaren als rustend lid der ve reten iging mocht zij®. 1 De lieer Kielstra kon ook' niet nalaten ook namens de Zeeuwsche Landbouw den heer Boone d ank te zeggen voor de aan gename wijze waarop hij! steeds bereid' was voorlichting te verstrekken en speeds! streefde om goede samenwerking te bé- vorderen. LEGER EN VLOOT. LANDBOUW. KUNST EN WETENSCHAPPEN, üaawiaaMt; Ben Zuid-Bevelandsloh! vertelsel van i D. Al, POLDER,MANS, O ns Fe u il Ie torn. In bet numlmer ya[n bedjen beginnen we !met een nieuw feuillietojn. ©eh in Zeeuwsich dialect, n.l, „Mientje", een Zuid Bevelandsch vertelsel van D. A, Pplder- mans. We mèenen djat dit verhaal ©eb, nieuw bewijs er voor is. vooral iu zijn beschrijvin gen. hoe goed 't smeuige Zeeuwsche dialect zich leent als1 nauwkeurig tee kenend uitdrukkingsmiddel' Voor litterair werk. Het is ons altijd een bevreemding djat er zoo weinig in Zeeuwsch d'kdect is verschenen als boek. De Walcherseh© schetsen van Beulnke zijd een loffelijke uitzondering. En behalve mooi Van klank en helder van uitdrukking is het ook interessant dbor 'de onderling sterke afwijking voor (de Verschillende deeton der provincie, (We hebben in die laatste jaren ©en schetsje kunnen plaatsen in Walehersch dialect, een Arnemuidsch schetje, ©en in Westkapelsch dialect, een in Ze©uwsch Vlaam&ch dialect uit het land van C ad- zand. En nu een in Z«-Beveiandsch, dat] weer heel anders is. We geven hiermee niet te Itohnén dót we nu onze kolommen open stel len voor iedler die maar een schetje schrijft. Zoo iets moet in een courant uitzondering blijven. Majar we hopen dlat In de vergadering der landbouwver- eeniging KoudekPrke van Donderdag avond werden 15 nieuw© leden aangenor men. De ontvangsten hebben bedragen f 38911,74, de uitgaven f 38773,29; batig saldo f 138,45. De voorzitter, de heer C. Boone, die met 1 Mei het landbp.uwhe- drijf verlaat en oordeelt dat deze taak alleen door een landbouwer mag Worden waargenomen, bedankt vopr zijn functie. Hierdoor moeten twee bestuursleden gekozen worden, n.l. voor F. Brasser we gens periodieke aftreding ©n voior C, Boone wegens bêdanken. Vóór de stemming doet de heer D. de Buck nog een poging om den heer Boon© op zijn besluit terug te doen komen, wat niet mocht gelukken. Herkozen werd E. Brasser en gekozen werd C. Wieiema- ker Abz. die beiden him bfeno,©ming aan namen. i Over bet besproeien van aardappelen' werd druk gesproken, besloten werd dat een nieuw© sproeier zal wtorden aange schaft. Een der oude zal in orde wor den gemaakt, en deze zal tor beschikking zijn voor de leden die zich aanmelden. De besproeiing echter zal geschieden door twee personen, die de vereniging beschikbaar daarvoor Stelt. Deze maatregel is een igevol'g hiervan dat vorige jaren de sproeiers door d© leden na gebruik vuil en defect werden teruggebracht. Door de te houden tentoonstelling ïh September werd een bedrag van f 50 toegestaan. Bij deze vergadering was tegenwoordig de heer Philips©, directeur Goöp. Eiland Walcheren, en de hjeeren Kielstra en van Dijk van het bestuur der Z. L. ML De heer Phflipse gaf inlichtingen om trent kunstmest carboline enz., wat door de leden is aangevraagd'. De heer Kielstra 'gaf, op verzjo©k van den secretaris, in 't kort maar zeer dui delijk eenige inlichtingen waarom Coöpe ratie nu zoo noodzakelijk is en -welke voordeelen een aansluiting bij' d© Z. L. M. voor de vereeniging opleveren. De heer van Dijk besprak hfet boekhou den en het belastingwezen en toonde hier op zeer bevattelijk© wijze h(oe hoog noodig het is, vooral 'voor de jonger© om de cursussen te volgen, en welk nuf een boekhouding met zeer eenvoudige aanteekeningen reeds oplevert, votor het vaststellen van den omvang ion het be drijf en met het ooig op d© aangifte voor de belasting, daar bij' het ontbreken vaö «eoevens de landbouwers, dbor de heeren De rei's vjan Hr. Mlsi. R., IV! naar Indië. Men schrijft pan d© N. R, Crt. van Co lombo dd. 21 Dec.: Op St. NicoLaas vertrokken wij1 uit Aden, na een driedaaigsch verblijf en begoinneö den langdn tocht over den Indiscihen Oce aan. Het weer was gloed, dioich er wioei een stevige Nioord-Oojst-moesson, waardoor'ge durende d©n loivertpcht het voorluik slechtje enkel© malen lopen ko® blijven e® men zich dus slechts op de kleine aommandoi- brugi kion vertreden, n.l. met over de rai ling te hangten. nu en dan, spatzeeën 'ont vangende. Daardoor was de rei® vermoei end. 'Het eeuwige geslpmp en ge's)li}ngerj noodzaakte tot geregeld zich schrap zet ten, terwijl men zich nu niet meer, zooals in de Rtoodé Zee, aan dek kon wastelche® en badien. De machines hielden zich lover het algemeen goed, al waren nu en dan kleine reparaties noiodüg, pl. a. aan den zuiger van de spoelpomlp van S. B.'tel machine. Gedurende de eerste dagen ga ven de observaties van sterren e® zon aan, dat er tegenstroom stond en maakfe het denkbeeld, dat daarciloior wellicht de overtocht, in plaats van 12 dagen, of twee dagten langer z|ou duren, een sombe ren indruk. Np de® 6©® dag echter ver minderde de tegenstroom, de 'deining went) iets minder ©n men kwam weer ee® wet- ®ig; op van deze pessimistische stemming. Inderdaad hadden wij d© laatste dpjen strpom mee en om niet op een Zaterdag in een Engel sche haven te loope®, werd eenige nachten met 2 machines geltoopem De Opvarenden konden nu e® dan zon der te nat te worden zich op dek bewe gen, kleeren wassichen. e® zichzelf ha- den onder de zoutwatersprpei. V:an de eilandengroep Sakatra werdeto de giebijoeders nog èenigie oiogenhUkkenf gezien. Aardige, opfleurende pntmioel||pt- gien hadden wij niet. De Pairia, va® den RiOtterd. Lloyd, zagen wij' op pl.m, 15 mijl, naar Holland teruggaande, passteeren1. Slechts het voorheen Duitsche stoom schip Bremen, thans als mailbopt onder de Engtelsche vlag varende, passeerde tops zeer nabij: pl.m. 100 M. en over en weer werd een weinig gezwaajid met zak doeken en hoeden. De temperatuur in de bfolot was vrij' warm, het centraalstation bleek de koel ste plaats te zijn, behalve wanneer de kombuis, die daar ter plaats© is gebouwd, in gebruik was genomen door de® kok. Dan waren machinekamer e® volksver- blijf vrijwel de koelste plaatsen. De gezondheids toe s tand was o ver het algemeen goed. Eeniglen vermagerde® wat, doch de mees ten bleven er gezond uitzien. Op den a Mond van de® lQen dag) zage® wij bet licht van Minjükai en iederee® bijna kwam kijken, blij1 weer eens iets van de® wal te zien, al was het piok slechts: het licht van een vuurtoren op ee® eiland. Den Hen dag draaide de wind steed® va® N.-O. tot Z.-O. en terug', zware onweers-i wolken kwamen tegen de® avond op zetten; pp d© eerste wacht (van 8 u.— 12 u. 's avjonds) vertoonden zich typisch© verschijnselen ee® tropische cycloon voor Wie aadars aiets meer ver dragen kan verdraagt bjjna altgd nog Ovomaltiae en wat hoofdzaak is ver betert daarbjj zjjn gezond heidstoestand en zjjn weer stands en praestatievennogen In blikken bussen van 28© ea 500 Gr. Overal verkrijgbaar. Dr.A.WANOEBA-G BERN (Ingez. Meü.) HÖ- A je de grientwegl ten zudie® via® 't Euud- Be velands che durpje G. opgoet, dan kom je A gauw bie vier groóte. zwaere Ëndeboomen, twee a® je Uenk©rkant e® twee rechts. Sommige zegge, ia® djat Jecoba van Beieren ze nog eplant eit. Wie za 't zeggeMaê vfcust e® zeker binn© ze a eêl, eêl, erg oud. Groot©, geschoorde stammen, groen e® hruun en dikke, knoestige takken. Oud, eêl oud. O uwer, zeit den ouwen hakker, as den toren en die is toch ök nfe van gistere. E® den ouwen bakker isi ©en veint vajn groote ktennisse. di© ve© dezen eit. De kreni©k van Smalteigiangej meer as eens van vore tot achter a® to©. 't Is n-oe eerlik onder die groote. zwa©- re boomen. Ier boven op dendiek bla©sfi 'h lekker koeltje, dat frisch anwaoit ®ae zoc'n wermen dag. Lientos in 't groote. breeê water su- selt en ruusch zachtjes "t riet. In de '{Jooraaege jubelt en tettert ©n gurgeit ©en maerel z'n aevemdliedje dichte biéj 'I nistje. wae z'n wuufje zit te broên op tTr eitjes as 'n dito, in mekaere gedok© jÖoiMetje^ j I j 'Ander gel uud as' dat zachte -blaereige- ruusch en djat liefelike getiegdier van die maerel oor je nie. A® dan van tied lot tied een schreeuw van e©n mertekbotje of een plons in 't v^aeter. Dat leste is Van een kerpel, di© ök dien sdhoone® aevend! zie wil en mit z'n kromme rik een sprohk doet. Mae kerpels kunne nie sprieng©! Zoo'n kouwe, lompe visch oort in d© nattigheid en ie ploft d'r wee in neer en groote rondten krupe over 't waetervlak kriengel die krongel, net of dat ze vanger^ mantje spele. En zachtjes en zachtjes verldope di© gouwe rimpels in niks e® 't waeter wor awee één groote, gladde spiegel, wa© je eer in die groote diepte d© aevend Loohfi ziet mit z'n vergulde wolksjes. O, zo© diepe I Zoo'n kerpel Oü j© stillel Plons, plons in dat mooi©, vredpjgl© wae ter! Je schrikt 'r van ©n 't klienkt n£© ntooi. Belange ni©! Zieng jio ma©, m'n lief mareltje. j© liedje van plezier en van vrede e® van gelioik en en ja, va® liefde Want aoles spreekt ier van plezier, en van vrede en va® g'eiJoto, en va® liefde! En van liefde! Kiek 's effentjes, daer in dat smalle padje rechts tuis®cb©n die stieve, ver- schriompelde, outorijge troenkboomen Of nee, kiek mae nie ök. Bi je ök jonk ewist? Ei je ök elionpe 's aevens as t'r een. maerel tj© zionjg van geloik) en va® plezier en van liefde? Wat zlotóh je dan iop? De groote girtontwegt? Of ök zo©'® stil padje? En waertom? Waerom zoch' j© die stil!© afgaande: St. Eïniusvüur op de tóppen yan mast enz., dalend© ''barometer, ion- weer, plasregens'. Te 11 uur 's avond® moesten wij bet licht van Colombo zien. Dit jgebeurde niet en de ciomttranda®t vond' het raadzaam den dagl af t© wachten, diaaï; het zicht dtoior de zware regtenbuien zeer slecht was. Met h©t zware Hoiod werd ge tracht „grond" te Itaoden, doch Wij' wa'- ren daarvoor blijkbaar te ver uit den waL Met dag Worden was het weer opkla rend en to pl.m. 8 uur kwam de kust van Ceyllon in zicht en was d© plaats! door middel Van st©r!sb©stek bepaald. De strloioim had ons een heel eind om de Zuid Igjezet ©n wij' stioomden N. O. iom de haven van Colombo te bereiken, waai- wij té pl.m. 1 uur zijn binne® gtelioiodsd. Spoe dig waren de havenarts en andere autori teiten aan bioiord en me® k|o® 's middag ®o|g alles gereed maken vopr het logic® aan den wal. De Nederlandsche schepen' Djfecja en Bandoen lage® in de have®. Dit was in afstand pp één ®a de banigj- ste reis (geweest, i® tijd echter wrreweg de langdurigste. KERKNIEUWS. Hel colLatierech't Van Oud'e Tonge. In het Vad. lezen we: A. B. K(lerekooper) schrijft in de Voor waarts dat de Roomsche ambachtsheer, van Oude Tonge weigert zijn medew©r. hing te verleene® tot de vervulling van de vacature in dte Herv. Kerk ald;aar, Ge noemde ambachtsheer Cuypers .Fph©et©n, een Roomsch man, Belg e® te Brussel woonachtig', zou verstoord! zijn lop zij® amfcachtsheerlijke onderdanen, wegens het schenden va® zijn houtgewas en hun daarom een predikant weigeren. "Wij weten niet precies hoev©r 'die ata- bachtsheerlijke rechten Van Oude Ton ge strekken. Mogelijk heeft ten laatste d(© kerkeraad of het classicaal bestuur recht om te dloen wat des kerkeraads is, 'maar zeker is dfit lang niet. Dat er echter op het gebied der zoogenaamde collatie-rech ten schromelijke onbillijkheden en will© keur beers'chen is' zeker. Bekend is bijv, hoe een orthodox predikant in Gronin gerland het collatierecht van ee® moder ne gemeente heeft gekocht om' t© gele gener tijdj van d!at recht gebruik (of misbruik) te maken tot bet doen beroe pen van eejn zijner geestVprw;anten. D©f-i gelijke feiten doen zich ma luist nielj veel voor. Maar djat ze voor kunnen kOi- men is teefeenend, voor de instelling dez©r loug-veroudlerde rechten. Vel© families! van amhachtsheeren deden dan ook va® deze rechten vrijwillig afstand, i® ee® juist besef van de eischen des tijids. Des te meer valt het op dlat ee® R'oom'sch ambachtsheer een sehe©le Pro- testantsche gemeente ringel omen toanm©|t de predikantsberoeping', om'dat misschien.' een paar arme drommels een brandje hebben gehaald in het .ambachtsheerlijk! bosch. Aan zoo'n gebeurtenis voelt men dat een dergelijk heerlijk recht nietm©ér, eehzajenie wegjgletjete? Stille mae! Zpot i©s mot je voele, Dalj zit van binne i® je lief. Liefde ©n tglrptote drukte iooire ni© bjije mekaore. Liefde, jiong© liefde, dlie zoekt stilte en z© wil ök nip beloerd of beluujs!- terd wtorre. Daerom: kiek liever mae nie réchts mae vpioruut. 't !Wpr -zooi zoetjes a® a dl uuistorach- tig. Aje den diek overkiekt, is 't net, pf je voo een donkere grot staet. Die zwaere plmeboomen bug]e d'r takken d'r tower. As 't zonnetje sichient, da® is 't dae lekker koel, mae aoe! Noe zoo'n bitje ieselik. 'N men'sph k|ek nie igraejg in zoo'n duusler. Licht, licht! Licht is leve®! Maê 'kiek, d(aê schiet 't maentje van achter die boereschuure en giet z'n bib berig bleik schitensel tustscben de blaei- ren en de stammen deur over de® diek. En ®oe is 'tniks aokelik meer. En 'tmaereltj© oudt al een stukje z'n bekje, 't Slaept noe dicht© bie z'nwuufj© ■mil z'n kopje ondpr z'n pluumpjes en z'n kraeloogjes toe en noe oior je w©e, meer puten. Dat klinkt toch ök niet lillik. Of schoon: 't is toch ök mae putegekwaek. Kiek, noe schient 't maentje op bat kleine uusje an je rechtsche kant, bé-i nee an dp® diek. Klein is' 't, 'n Leêg' dek, de mureu gries gesaust, Van achter© een geitekot. Aoles vee 'kleindter en ©rme tieriger ast 't groote jged|oente an d'aore kant vlan den diek'. I Wat 'n uus! Vier groote raexneit van vtore en midjdlenip. een mooie d©ure mit iesdpr krulwerk d'r in. Mae de. gel© en rooie ruutjes dlie zie j.e ni©. Die zitte achter dae verzulverdle iesd©ré krullen. Mooie ruutjes achter verzulverde iésde® ge krulEn 't iesdpr bluuft toch ök mae iesder. 'I Kleine uusje ei mae ééne ©rmbsdige deur© en één raem e® da's nog! gin ©ens' groot. Vlak voo dat raem staet 'n' bank© en op die banfce zitte Geert d© Vriend en Neeltje z'n vrouwe. Ze bin druk an 't praete® eweest, Tpen z'n oogenblikj© ezwege e® noei èzei Geert: „Praet 'r nie van Ne©ltjé. Ik ouwe vol', dja 'k 'r niksi Man zie kommc dat dfeugt. Da's aevend an aevend saem© kuiere. Da's mekaore's kop op ol maetoe, Da'sd'a'sweet ik wat nog meer!" Neeltje zwiegt. Ze knikt mit d'r oöd en zucht cliepe. Geert gaet vardler ©n zeit: En wat komt 'r van? Niks: zie dót nie. jWanl 'gesteld dat Kees werachtig ve© van Mientje oudt, gesteld dat, zeg ik, wajt diek je dlan, dat z'n moeder d'r Van zó zegge? Of ken je ze spm'stemtet nog ®iej d|at igirooze wuuf Doch je nie, d'at ze ure an ure an Kees! z'n ooren zPu legjgel teeme? En wat dan op dien duur! As 't spul zoo varre was, dat Mipnibje ziop gek op z'n was, dat „Mae zop varre is 't a lank al", on- 'dierbreekt Neeltje. „Erg geuotgt! Erg 'glen®g!t!" Och Neeltje, Neeltje, ik wfo® djasi zé wiesdier waal" „Wiesder, Geert? "Wiesderl? Doch je dan, dat ier wiesbjd bie te passé kwam? Bin jie je ©iig© tied1 verjgjelte? Reden©órjdd je toen? Nee man, dja's 'n kwestie van vanweet ik 't van wajt, ma© va® wieseid pf verstand ®i©Stillel, dafer, ei j e z© 1" En een bitj© beduusd staet in eens de lieve twint'ig'jaerigte dochter va® Geert en Neeltje vöio d'r vaoder en d'r moeder en zachtjes klienkt het: „Goeien aevend, vaio!- der en moeder!" Een aiorig misje Dli© aegelwitte mu|s!s© en tus'schen de vlerkens dae va® dat fien© smoeltje mit die djoenklere oogen. Geerjt kiekt eventjes na© d'r .en ie dfpnkt b5,e z'n eige: ,,'t Is werènlig gin wtonder, diat 'r ©te® gek iop joe is." Mae ie zei ®ik's. I© schuuft 'n bitje Wp zie en: Kom ®og| 'n bitje tusbbhèn p®s in zitte, Mientje. Of zit je nie gpaeg meer bi© je vaioder en je moeder?" Mae vaoder toch!" .Ta net: _vaoder toch! 'M® add© 'tnet lover je, Mientje. 't Meisje ga© zitten' en Geeirt vervolgt: ,,'k Bin bezurgd Mientje, meer as be-- zuigd en je mloeder ök. Want je begriepl toch zeker weè, da'k m'n pogen nie i® m'n zak' gjnwaer? Je begriept, da'k eel, eel igoed zie, wat 'r .gebeurt, wat je doet. Kiek, Mientje, m'n mae één ki®d en m'n zone zoo. graeg dó j© igelokkig wier] en tochen tochM'n kind, 't zpp moeilik voe m(i©a .om d'r over te spreken, 'k Bin d'r mifeiSchSpm te lomp vOo ea 't met toch (Wordt Vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1921 | | pagina 5