FEUILLETON, DE mm IE 'I IK!. TWEED E BLAD Onze Etalap-Wadstryl ▼an m van Zaterdag 20 No?. 1920, so 275. o Sommigen hebben minachting voor het oordeel van den „man van de straat Bij onzen etalage wedstrijd is het oor- deei van den „man van de straat alles! Een leurder roept. Een marktkoopman praat, Een winkelier etaleert. (En adverteert. Aanvulling van ■onze administratie). Geen winkeltje zoo klein 'n Etalage kan er in zijn. De man die geen kat in den zak wild® koopen, schreef (den eersten etalage wedstrijd uit. Een kind met vsnoepce£iten, een jongen met zakgeld, een werkman met weekloon, een huisvrouw met boodschappen, een dame die „winkelt", een boerin met 'r botergeld. een boer met een bietenwinstje ze zijn allen k ij k e r s vóór ze koopers worden (behalve sommige man nelijke schepsels die koopen zonder kij ken vraag1 daar huil vrouwen maar niaur). Lied van de etaleetrend/e winkeliers: Vol verwachting klopt ons liart, Wie de koek krijgt wie de gart. Toon mte uw étalage, en ik zal zeggen wie ge zijt. .Verzuchting van een etaleur: Als dat niet lokt, lokt niemendal. Verborgen wensch van slechte winke liers: Och, waren alle menschen wijs, En wilden daarbij wel, Deez' winkel was een paradijs, Die van mijn buur een hel. Een vliegende kraai vangt altijd wat. Etaleerende winkels ook. Een etaleerendle winkel is als een co quette vrouw, ze wil graag gezien wor den, ze heeft graag dat men over haar praat: ze heeft .graag véél aanbidders. Maar als je het licht uitdraait, is de ^lans er af. De etaleerende winkelier: Als ze maar eenmaal met kijken beginnen, Komen ze ook wel niijn winkel I binnen. Hel kijkend publiek voor een slechte etalage Ik zou van zijn waar niet zooveel kwaads durven zeggen. Als hij zelf doet, door zoo iets Moor zijn ramien te leggen. Voor een goede etalage: Kijk, dat noem ik nou eens taleeren Dien vent zal ik beslist op mijn bonne tje noteerete. Meedjeeling van de courant: Er hebben zich ruim veertig winke. Siers voor den etalage-wedstrijdi opge geven. Winkeliers die nog wenschen mee te dingen, moeten zich vóór Woensdag a.s Een roman uit Masoeren door RICHARD SKOWRONNEK. 36) Samuel Guzek zat (met de ellebogen op de knieën langen tijd zwijigend in den kletthrendien regen te staren. Hejt doel van zijn geschiedenis schéén hij geheel te hebben vergeten en hettrildé om zijn ooghoeken. Jan waagde 't nielt hem te storen, want- hij wist, hoe wee t iemand bij zulke dingen om het hart werd. Toch kwam het htém bijna kluchtig voor, dal de oude G-uzek op*k eenmaal liefdesgevoelens zou cekoesr tend hebben .c De oude richtte zich op en wreef zich^ met den duim de ooghoeken ut. „Kom, mijnheer Jan, laten wij er eens op drinken. Dit soort menschep inet de lange haren is het heelemaal niet waard dat hien zich over ze be kommert. Zij zijn !zoo valsch als gal- genhout en er 'steeds op uit, de nian,- nen voor den gek te 'honden." Hij schonk twee glaasjes brandewijn in en dronk het zijne in - een enkele teug leeg. „De duivel moge ze dien halen!" „Maai* er zijn toch uitzonderingen," aanmelden bij de Administratie der Mid- delburgsche Courant. ONDUIDELIJKE AFKONDIGING. Ze zijn in Den Haag, en speciaal aan Landbouw, toch wel buitengewoon 'Hard nekkig in het negatieve, zonder dat aan de belanghebbenden wordt verteld wat er nu positief is besloten. We hebben er dezen zomer eenige krass© staaltjes Van meegedeeld. Hier is er nog een. En zéér kras! In de Staatscourant van Dinsdagavond stond No. 18094, 3de afdeeling. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel: Gelet op de paragrafen 1. 2 en 5, als mede op artikel 107 van het Kon. be sluit van 10 Juli 1896 (Staatsblad no. 104), laatstelijk .gewijzigd bij het Kon. besluit van 25 Juli 1911 (Staatsblad nö. 260); Heeft goedgevonden: in te trekken zijn beschikking' vair 14 April 1919, Directie van den Landbouw, no. 10049, 3de afdeeling, waarbij' met be trekking tot het mond- en klauwzeer (be smettelijke blaar uitslag van den mond en de klauwen) bij de herkauwend)© die ren en de ivarkens in de verichiltendp provinciën des Rijks enkele maatregelen buiten toepassing, werden gesteld, als mede zijhe beschikking van 24 Augustus 1920, Directie van den Landbouw, po. 13393, 3de afdeeling; waarbij eerstge noemde beschikking werd gewijzigd; te bepalen, dat met ingang van 18 No- ember 1920 alle maatregelen, welke krachtens bovengenoemd besluit bij het heerschen of bij het dreigen van het mond- en klauwzeer toegepast moeten of kunnen worden, weder toepasselijk zul len zijn. 's-Gravenliage, 16 November 1920. De Minister voornoemd, H. A. VAN IJSSELSTEIJN. Het is voor een oningewijde zolo hel der als waterchocolade. En toch is het een zaak van enorm gewicht voor de betrokkenen. Wiant weet gïji, lezer, precie s welke die „enkle miaatregeien,, waven!, die.in '19 buiten toepassing werden gesteld, en nu weer worden toegepast'I Natuurlijk niet. En als ge aan de haiid van bovenbedoelde afkondiging probeert dat op te zoeken, dan loopt ge groot ge vaar absoluut mis te tasten, want de zeer belangrijke wijziging die in dat Kon. besluit van 189»3 is gebracht in 1898, wordt er evenmin in vermeld, als in de afkondiging van 24 Aug., wat toen ook al tot groote verwarring aanleiding gaf, zocals we indertijd uiteenzetten. Maar .om de verwarring nu nog niet greater te maken, willen we hier in het kort herinneren dat bij de ministerieel^ beschikking van 14 April 1919 buiten toepassing werden* verklaard de bepa lingen betreffende: le. die verwijdering ien afzondering van vee dlat iverschrjhselen der ziekte vei toont; 2e het onderzoek van ziek of verdacht vee, en dus de aangifte dooi* den burge-' meester aan den distrietveearts; 3e. het plaatsen van kente©kenen. 4e het merken van ziek of verdacht of hersteld vee, als de veearts dat noo dig acht; i 5e. de afsluiting (indien door den vee arts noodig geachtl van besmette hoeven en de naastaangelegen landerijen en er ven en liet verbod van vervoer uit en naar besmette kringen; 6e de ontsmetting; 7e het vei-bod van vervoer naar en van besmette plaatsen. Dat al les wordt dus nu weer wèl toepasselijk! Een absolute om keer in de wijze van behandeling d(er ziekte. Is er iemand onder onze lezers, behal ve wellicht een „ambtenaar, die uit de boven vermelde aankondiging heeft gele iWiiiii iii»——B—i merkte Jan eenigszms schuchter op en tastte naar zijn glaasje. De overtuigende uitspraak van Gurek verontrustte hem, want hij was toch een oude man, die een. stuk leven gezien had Samuël Guzek lachtte spottend. „O, staan, miaar ik heb ze nog nooit gezien, hoe velen er oók boven mijn ho,ofd zijn gevlogen. Mapr luistert verder, want mijn verhaal is nog niet uitWelnu, al dien tijd voelde ik mij ziek en werd eerst weer des nachts gezond als ik voor haar venstqr sloop. Nach ten achtereen stond ik daar en verza digde mij 'aan haar lippen, maar hoe ik ook smeekte en vleide, zjj: deed de deur niet voor mij open. Zoo ging de zomer voorbij, de koude winden begon nen te blazen en toen had zij er wel mee te doen, dat ik daar buiten moest staan en kou lijden, nüsschien. ook had zij bet zelf koud voor het open raam. zoodat zij de volgenden nacht zeide, dal zij 'mij zou open doen als ik terug kwam.i Dienzelfden nacht zei echter je va der 'legen mij „Luister eens Samélek, wij moeten vannacht vijftien darm spi ritus naar den ovei*kant brengen, want Morek Pfeffer kan niet langer wach ten." „Mocht je de drommel halen!" denk ik, juist in dezen nacht, nu eindelijk -in Deugossen de deur voor mïj zou openstaan. Hardop zeg'ik: „Goed, mijiy- zen dat daaruit zulke ver-strekkende con sequenties voortvloeien? Maar wat dan te zeggen van de amb tenaars-laatdunkendheid ,die zoo'n .be schikking ter leekeninjg aan deu Minister voorlegt? Is men daar dan te lamlendjgj om zelf die moeite te doen djuidelijk in oie afkondiging te schrijven wat er af gekondigd wordt, inplnats van zoo piet luttig slechts de algemeene termen uit die vorige besluiten over te 'schrijven? We hebben in korten tijd reeds meer van die staaltjes kunnen signalefsren. De 14den Aug. in een letterlijk1 voor nie-, mand begrijpelijke afkondiging betreffen de het lijdelijk verbied jen van het gebruik v.an paarden in het grensverkeer; en van dien 24den Aug. betreffendfe het weer in voeren van het onderzoek bij mond- en klauwzeer. Wij hebben de couranien met die opmerkingen trouw aan den Minister toegezonden. En nu komt dit weer. Is er dan niemand d,ie de macht beeft pm djje derde afdeeling te dwingen wjat meer moeite te besteden aan afkondigin gen. die voor het publiek zoo vele ge volgen hebben? De betrokkenen zijn ten slotte zelfs strafbaar als ze er niet aan voldoen. „DE GEKROMDE IIAND'. of Hoe M i d d e 1 b u r ig g! e r e d w r d. I. Wiel had de Middelburgsclie politie reeds geruimen tijd een voldoend aan tal gegevens in handen, om daaruit mdjt een aan zekerheid grenzende waarschijn lijkheid te kunnen afleiden, dat een bende oplichters, die als zoodanig' zich bij de justitie van verschillende, lan den pp een bijzondere, beroemdheid kon den verheugen, tegelijk met andere site den opk Middelburg hadden uitgekozen pjm' daar pp zeikieren dag hun slag1 le slaau, mpar zekerheid omtrent de ge- ismeede plannen had z® nog niet. Ze wisit, dat niet alleen ten huize van Piet de Hiijnker en van Hein Sicheelopgi meerma len geheime en geheimzinnige samen komsten waren gehouden, en dat daar aan deel genomen was door min of mfeer beruchte individuen uit Duitseh- land, België en Engeland, maar ppk' dat er in de allerbeste hotels cpmiferenjtie^i waren gehouden door „hoeren" uit 'die landen. Dat deze niet op geld behoefden te zien. Wak de politie niet ontgaan; den geheel en dag stonden him auto's t©r be schikking, en de „dames", wTelke hen vergezelden, lipten de beste banketbak kers en de parfumeriewinkels die dagen gtoede zaken maken. De recherche had wat dat betreft .nauwkeurige 'inlichtingen. Migewionluen, e. a. ook bij' „De Duif', die de allerprachtigste bontwerken had VèrKiócnf, zonder nochtans de rijke collectie uit te puften, bij Robijn en Cp., waai* eeniijge dames zich een gracieus avondtoilet hadden aangeschaft, bij F. B. den Boer op den hoek van de Lange Burg, wiebs prachlige borden en vazen zoo verleidelijk zijin, en bij meer andere winkeliers. Zopveel® mogelijk wiaren de signale menten der kwistige koopsters door de politie genoteerd en met de meest nauw keurige lij'sten van hetgeen de dames gekocht hadden, waren die bcscheiden( opgelegd in een speciale kast van het politiebureau waarin het geheele, uit voerige dossier betreffende deze geheim zinnige zaak was opgeborgen. De poli tie had speciaal voor het hangen|de on derzoek eenige der allerbeste schrijfma chines aangeschaft uil de zaak van den heer Sparrentak'. En het stond vast, dal zoowel deze dames en heeren als de vreemde soortgenooten van den Hin- ker en van Scheeloog allen iets te ma ken hadden met de opliehtersplannen, maar wat, dal was tot nu toe de po litie ontgaan. Reeds was er ernstig aan gedacht een aantal personen te arresteeren, maar de reden waarom zulks nog niet was ge- Bnm.nv.nii Iinimn i «n iheer, zooals gij beveelt!" want ik zou niemand ooit geraden hebben je vader tegen te spreken als hij iets bevolen had. En wij varen er op los. Je vader, Willem, Adamek en ik. Het wras een nacht zoo donker en onstuimig dat men er zich in verkneukelen "zou maar ik was met mijn gedachten niet "op het meer maar bij iemand, die haar kamerdeur openliet en daarna te vergeefs wachtte op hem' die komen zou.i Daal* beginnen je vader en Willem op eenmaal" te twisten óf van den oever bel licht slechts eenmaal of tweemaal geflikkerd had. Je va der zegt tweemaal. zooda<t wij* dan zouden moeten omkeeren. Willem be weerde echter dat hij' zeer duidelijk gezien had idat het maar eenmaal ge weest was. Je vader wil dat ik tus- schen hem en Willem zal beslissen. Maar -ik had aan het meisje gedacht en niet aan de lichten. Daar ik echter niets wilde laten merken, zeide ik op goed geluk af: „Ik geloof ook, mijn heer, dat ik het maar eenmaal gezien heb!" „Welnu, dan is het goed," zegt je vader daarop, „dan varen wij door, 'maar je zult zien, dat ik gel ijk had, en wij in den klem zullen raken!". Toen drong eerst tot mij daor, welk een domheid ik begaan had, want had ik ook gezegd: tweemaal, dan zouden wij toch omgekeerd zijn en ik zou sehiied, lag voornamelijk hierinj, dat Sir Samuel Panckwich, het hoofd der Lon!- densche politie, afdeeling recherche, in persoon te Middelburg was geweest om erop aan te drinigen nojg] niet tot in- hechtenisdeming' over te gaan. Men lie groep hier na de medëdeelijngen Man Sir Panckwicli, dat het complot nog, veel ic|mvangrijker moest rijd, dan men ge dacht had, en dlat één' dag te vrpeg in grijpen tengevolge kon hebben, dat de meest gevaarlijke vogjels on (.snapten, ter wijl iedere dag uitstel een g|roo|ter aantal medeplichtigen op het spoor bracht. De politie beperkte zich er dan ook toe, om al die maatregelen te nemen wel'ke noodig, doch tevens voldoende waren om de winkeliers van onze stad tegen oplichting' te vrijwaren, dezen zelf bemerkten er niet veel van, hetgeen ook moest voorkomen wiorden, om de kans van slagen niet te verminderen, 'ter- Wijl intnsschen alles in het werk ge steld werd om' zoo eenigszins mogelijk! de geheele boevenbetnde Iegelijk onscha delijk te maken. Hel zou ons te ver voeren om in Tb ne s se s le beschr'ijiven hoe de recher che in Middelburg, steeds in samen-1 werking met die van Londen, op de hoogte gekomen was van hetgeen er werd voorbereid, cn hoie ze een vrij nauwkeurig, alhoewel !a|n)g! niet volledig, overzicht verkreeg van de plannen dier opljchteirsbende, welke zich, zeer teeke nend, De Gekromde Hand, noemde. De recherche ging zoo voorzichtig te werk, dat menschelijker wijze glesproken de leden van de Gekromde Hand niet dte minste achterdocht konden krijgen. Zoo kón er b.v., geen vreemdeling bin nengaan bij Vereist op de Po Den mark l om zich te laten scheren, dan wel een of ander toiletartikel te koopen, tof een speurder volgde hem op den voet, en wist zo.o. geschikt een praatje ov®r het weer te houden, of over welk! on derwerp van den dag opk', dat hij spoedjijg gegevens bijeen had,dje hem, geleid door zijin speurzin, in staat stelden va;ak' aan een vakonkundige zeer gewaagd schijnen de, maai* steeds zeer juiste conclusies te trekken omtrent de iden!tj|eïii van den vreemdeling) de bedoelingen van zijn reis enz. De politie wist, dat vreem de dames o n weer s taan baai' werden aan getrokken dooi* den' winkel en kapsa lon van den lieer Murk in de Langei Delft, maar behalve een paradijs voor liaai" schoonheidszin werd die zaak' voor liaai* d|an tevens een soprt val. Want de vrouwelijke rechercheurs, met wie on ze politie versterkt was, wisten, de he mel mag weten hoe, al spoedig de nauw keurigste levensbijzonderheden van lalle verdachten, wier vrouwelijke ijdelheid aian de verlokkelijkheden vad Murk's zaak niet hadden hunkien weerstaan. Was er een ander, düe niet gejriekieud had op het voch tige klimaat van Walcheren, en in hejt Verkoophuis „Am.erikaan" zijn toe1- vlucht had genoinen om er een jas te koppen, die hem voor de kwade ge volgen van dit klimaat bewaren zou, hij kon er verzekerd van zijn, dat de politie hem op een of andere manier was ge volgd en uiit enkele van zijn woorden, uit een gebaar, uit een opjgiopsLag 'sriians halve levensgeschiedenis had afgeleid. Ja zelfs al kocht een der vele vreemdelin gen bij S c h u 11 e een middel tegen ver koudheid, dan stond er een ander maast hem, iemand der recherche, maar dat viel natuurlijk niet op, die toevallig e©n geneesmiddel mopdig had voor de eerste de beste 'kwaal, welke hem in de ge dachte schoot, en wanneer de man tor hoogte van Lom ten zijn verlfloudheuld al njet meer gewaar werd en verleid' door Looten's groote sigarenverseheiden- heid, diens winkel binnen stapte, dan was er, natuurlijk weer heel „toevallig", een ander rechercheur, die daar een pijp wilde koopen. Op zekeren avond kwam er bij de politie een dringend draadloos telegram! van de Londfensche recherche: „Take care Juliana". Men begreep, dat oppas sen de boodschap was, maar waar dit nog juist tijd genoeg hebben gehad naar Deugossen naar mijn meisje te hol len J Wij varen door en als wij yijftig schreden vhn den oever zijn stoot ik mijn 'boot vooruit, want het was mijn beurt het eerst aan wal te gaan, daal* dit wegens het gevaar altijd met je vader en mij beurtelings ging. Daar begint het opeens op den oever schel licht te worden en er kraken schoten. Ik krijg 'n schot in de wang, alsof de tanden mïj 'uit den mond vliegen, val achterover over boord en weet dan niet meer wat er met miji gebeurd, alleen bij .'t vallen moet ik nog even denken wat een ezels toch die Rus sen waren. Als 'zij gewacht hadden lot .wij aau'j 'wal gingen hadde ni zij ons alle vier gehad!". Toen ik weer tot mijzelf kwam en de oogen opende, lag ik thuis ia mijn bed. Je vader zat er naast en hieid mijn had vast. „Goddank," zeide hij, „Samélek dat je weer bij kennis bent. Je had teen beetje te veel water opgeslikt en ik geloofde niet meer; -dal. ik nog 'weer te samen met je op het moer zon an voren!" Vb m- y. rtelde mij den volgeridem e a'! zich had toegedragen/. Je vod r had 'zich geen oogenblik i d 'c'd, maar was ihïj onmiddellijk na gesprongen, zoodat zij1 teerst meenden, dat hem ook een kogel had te pakken „Julfana" onbegrijpelijk mocht zijn voor een and er, da,ar doorzag onze reciter-* che .onmiddellijk1, dat het dc bedoeling van Sir Samuel Panckwich was, nauw keurig te letten op de passagiers, welke den volgenden vr.oegten morgen niet de Prinses Juliana" uit Engeland zouden meekomen. Het telegram werd aan den dïensf:- doenden chef der recherche Ier hand igesteld, die het met een tevreden .glim lach ontving: lioe meer werk' hoe be ter, en hoe geheijtifzitatniger, des te lie ver, was zijn lens. Er moest echter over leg worden gepleegd, wat er gedaan mOest worden, en daar er juist dienj avond eenige vi-eeinöeiïngfen met dien trein van 7 uur waren gearriveerd, wier gangen reeds door eenijge rechercheurs werden nagegaan, was het gtewensdht, kiat hun rapport ter vergadering bekend zou zijd. Immers, de mogelijkheid was zeer groot, dat de koonst der vreemdelin gen op dien avond in verband stond mét de reizigers der „Prinses Juliana". De dienstdoende chef nam' zijd mjajajt4 regelen, en stelde i.Ilereerst den ooml- mi, ss. ar is van politie in kennis met hejt teJjenramDe commissaris zat bij! Jee- lof in de Noordstraat ;te wachten togj het rijn beurt zou zijn. Hij was ih los gesprek1,t elkens twee, drie woorden, met een vreemdeling, die zijn verbazing erover uitsprak in Middelburg! zulk eett mooie collectie haarkammen, broches On armbanden bijeen te vinden, als hij daal" bij: Jeetof zag, toen hij! werd geroepen. Als de vreemdeling, tot wien de schijn baar achlelo.oze opmerkzaamheid van den commissaris weer terugkeerde, ge weten had, dat er in de weinige oogen,- blikken van diens afwezigheid was af gesproken een bijeenkomst te 'honden van politieautoriteiten over de Gekromde H.and, dan zou hij niet meer zoo rustig Jeelof's mooie collectie bewonderd heb ben. i (Wordt vervolgd). LANDBOUW. Algemeene Vergadering van de Z. L. M, (Vervolg.) La ndbouwboek- h o u d e n. Dezelfde kring heeft de wensch uitge sproken, dat de Z. L M. de totstanjdkor ming 'bevordere van een goed ingericht kantoor voor landbiouwboekhoucLen. In ,de toelichting wordt gezegd dat vele landbouwers nog geen boek houden en daardoor door den fiscus naar een vorm1 worden aangeslagen, wat dikwijls on billijkheden medebrengt, te meer daal de ze vormen niet overal dezelfde zijn. De heer Sc heel e wijst ter nadere toelichting er op, dat men bij; goed boek houden groote voordeelen zal behalen, het moet echter kringsgewijze geschieden De vo orzitter zegt dat de Z. L Mi) in 1916 een 1 andbo uwboek ho udcnkantenor; heeft gesticht, met het belijeer waarvan het accountantsbureau Wl Kosten zich belastte. De heer Ko sten ter vergadering) aanwezig, zegt dat hij in 1915 een lezing gehouden heeft in de algemeene vergadej- ring en later op enkele andere plaatsen las of zitting hield. Tot nu toe zijn er echter nog steeds maar 25 ideelnehiers y steeds had men succes bij' optreden bij' inspecteurs der belastingen, maai* alleen het eigen verbruik moest wat 'beter worden opgegeven. Men moet niet ver wachten dat het kantoor den aanslag la ger kan brengen dan de wet bepaalt. De heer van D-ixhoorn zou willen ..dal het kantoor officieel werd erkend.: De heer V e r 1 a r e is 3 jaar bij het kantoor aangesloten en roenit ltet ten zeerste. De voorzitter geeft toe dat het wel. een beetje de schuld der Z. L. M' zelf is dal het niet beter gaat met! ■liet kantoor, men zal opnieuw aanpak ken en een commissie van advies benoe- /gekregen. Gelukkig woei de wind van landzijde, zoodat bij de booten in 't meer dreef en je vadter is wel vijfhonderd voet met in ij voortgezwoïnj- nien tot hij ,in de duisternis de jongens! en de booten weer terugvond. Toen nu de vader voor '1 eerst weer naar mïi kwam kijken, heb ik zijn hand gekust gezworen, dat ik mij nooit meer dioojr een vrouw hetverstand vou liajten benemen." Jan had in ademlooze spanning toe geluister. „En hoc is liet verder met het meisje gegaan?" Samuël Guzek stalt met het eind van de oude een nieuwe cigarette aan, want door het natte weer was de foiy* del vochtig geworden en T vuur slaan met staal en vuursteen een omslachtig werk. „Het meisje? Maria Komossa? Ja zes weken lag ik ziek, daar ik in dien nacht bijina al mijn bloed had verloren en toen ik voor het eerst weer opstond en mij steunende op mijn stok naar Deugossen voortsleepte, hoor de ik. dat zij aclit dagen geleden ge trouwd was, mei "Christ of fel Ockozny. een boerenzoon uit Popiellen." 1 „O zeker," zei Jan, omdat je dien nacht, toen zij op je wachtte niet geko1- men waart?" Samuël Guzek s cliudde droevig het hoofd 0 neen, dat was bij haar al leen maar schijn, want ik was immers maar een knecht en alleen goed ge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1920 | | pagina 5