tische Oostersche sfeer, en vol van de
djiphterlijke beelden, welke ook Ireedis
de vorige boeken tot ietsi bijzonders
maakten. Dat opk deze< verhalen door
trokken zijn door de leer vain Karma
en Reïncarnatie, spreekt van zelf. De
termen worden do.or noten van 'de béi
de vertalers toegelicht.
En wat de illustraties van Rie Cramer
betreft, die zijn, wat' ook de vorige waren
fantastisch fijn van teekeminjgj en kleur,
"volkomen piassend in den sprookjesach-
tigen (geest der verhalen, herinnerend:
aan de Duaizend-^W-een-nacht.
o
Nieiuwe "Rijmpjes met pla
ten van Rie Cramer. Uitg.
Wi. de Haan.
Een „schattig1" boek door de bijzonder
fijh ge toekende, en1 kostbaar, uitgevoerde
plaatjes van deze knappe kunstenares,
die langzamerhand een Hollandsche Kale
Greenaway wordt, met haar, leuk geklee-
dei kinderen. Ze heeft voor dit boek
weer een nieuwe omlijsting gevonden!
voor haar in medaillon-vorm gefatsoe
neerde uitbeeldingen der versjes. En 'f;
zijn nu bladen om uitte snijden, en ze
in een kinderkamer op te hangen, tot
genot van kinderen en volwassenen. Maar
dat is een zondige ppmerkinjg', want Üe
uitgever gaf ze zoo. in 't licht als een1
boek voor de kleuters met Versjes en
prentjes, waar heel veel op te zien is.
------O—
De tricrnr van de daaid
door Edw. E. Purrington"
HolLandia Drukkerij.
De lectuur van dit hoek wordt aanbe
volen aan „iederen zakenman, aan ieder
mensch van de daad', als een verfrtfcU
schend bad." En men heeft slechts de
titels der hoofdstukken te lezen onil te
beseffen wat bedoeld wordt: Boe de
handelende mensch overwint; vrijheid'
het doel van 't leven; ongebruikte ver
mogens; het voorrecht van concentratie;
Ik moet tegenover ik' wilwerken en die
nen; de man die klaar staat, enz. enz.
Het zijn slechts enkele van de 2G
hoofdstukken, die ieder een levensles ge
ven. Of dat bad voor iedereen verfris-
schend is? Och, het hangt zooveel van
den persoon af. Maar er zijn er genoeg,
die met voldoening deze levenslessen zul
len lezen.
Het werk werd vertaald do,or B. Nol-
thenijusMertens.
De Haan's Groene
Boeken.
Drie nieuwe vertalingen verschenen
in deze serie, die reeds menig boeiend!
boek \an 'buitenlandsche herkomst voor
Nederlandjsche lezers toegankelijk maakte
„De onderwereld", van James
Welsh vertaald! d(por W. J. A. Rolda-
n us jr., een verhaal uit het Iinarische
mijnwerkersleven niet al zijn beroerinqeii
van het gevaarlijke werk beneden in die
aarde en van dfen vak ver©eni gimgs s trjj d>
daarboven
„Een liefde in de WildOrnijs"
door Hulbert Footner, vertaald dpor W'.
J. A. Roldanus Jr.. een romantisch ver
haal uit die Canadeesche factorijen;
„Zwaar beproefd", roman van
John Galworthy, voor Nederland, bewerkt
door J. R Wesselink—v. Rossem, een
bock uit het moderne leven, djoorgist
door dje oorlogsgebeurtenissen, en waar
van vooral dfe Engelsche titel .Saint'rj
progress" de strekking aangeeft.
Dans eresje van
H. Martin.
De werken van dezen schrijven wor,
den populair. De uitgevers Wi. L. en J.'
Brusse konden er reeds een zesden
druk van dfben verschijnen.
ONDERWIJS.
Uitgaande van afdteelingen van de
Unie van Chr. Ond. eii Onderwijzeressen
in Nederland, van de Ver. van Chr.
önd. en Onderwijzeressen in Nederland
en die Overz. Bez'. van het Nedierlandsch
kiwam hij tot de overtuiging, dat deze
gebeurtenis in verband moest staan met
een paar mejsjesvlechten, want als man
nen zwegen en zich lie vei; aan flar
den lieten scheuren dan een kik te ge
ien, dan was èr altijd een vrouw in het
s pel
Al het andere had zijn jonge mees
ter hem in kleuren en geuren verleid'.
Wat de Bogdans over hem gelasterd
hadden en hoe zijn onderhoud was ge
weest met den schrijver Willameiski,
die voor hein dc aanklacht wegens
.eigendomsoverdracht van den Broekhoe-
ve aan den kantonrechter zou opstel
len. Ook dat hij gedurende zijltt afwe
zigheid eens was uitgegaan: om uit de
verte de hoeve van zijn voorraderen te
zien, had hij hem niet verzwegen, maar
over dat,gene, wat hein op dezen gang
overkomen, was,, deed hij1 geen niond
open. En toen moest liet toch gebeurd
zijn, want hier op het Broekeiland;
kwam niets wat op twee beenem gaat,
maar de twee, die het wis,ten, spraken
nfijet, de een omdat hij niet mocht, de
ander omdat hij niet kon! Wa.n,t het
schrandere beest dat tusschen hen in
zat, en evenals zij droefgeestig naar
den regen keek, kon helaas nipt spre
ken! 4
Zoo zaten zij dus met hum drieën
sedert het middagmaal stom bijeen,
dpder met zijn eigen' gedachten bezig;.
Samuel Guzek, de knecht, op den rand
KfOi het bed, bezorgd en speurend,
Onderwijzersgenootschap, van den Bond
van Nederlandische Onderwijzers is een
commissie gevormd tot het verleenen van
steun aan de Oostenrijksche onderwij-
zers. 'Voorzitter -daarvan is de heer J.
P. van Dijk te Middelburg, secretaris-
penningmeester do heer Doirmaar, Vlas-
markt Middelburg.
o—
Onderwijzeres geschorst.
B. en Wi. der, gemeente Almelo hebben
ter voldoening van het bepaalde bij art.
31 der Wet op het Lager Onderwijs 'den
Raad medegedeeld, dat hun college op
voorstel van den schoolopziener in het
arrondissement Almelo besloten heeft,
mej. R. W. Bruin, onder wijzere s aan
school E. aldaar, ingaande Mjaanldag 8 de
zer voor den duur van een week in hare
betrekking te schorsen1.
B. en W'. motiveeren hup.' besluit al
dus: mej. Bruin heeft zich tegenover
het hoofd der school geheel onbehoor
lijk gedragen, zij! heeft geweigerd, (je py
de wet 'hem opgelegde leiding der
s'chO|Olaangfelfiig|enheden te erkennen en
te volgen; ze heeft zelfs, welbewust,
geweigerd, zich aan die leiding te
storen.
Haar houding' tegenover het hoofd dier
school is zeer beleedigend en ho-ogst ioü-
Igppast, niettegenstaande het hoofd me)(j
matigheid en geduld' tegjemover haar is.
opgetreden.
Om vorenstaande redenen was! tfiscipli-
KERKNIEUWiS.
DE BIJBEL EN JEZUS CHRISTUS.
Donderdagavond' hield in de groote
zaal van Sint Joris de af deeling Mid
delburg van de vereeniging „De Da
geraad" de tweede harer openbare cur
susvergaderingen met Dr. J R Canne-
gieter' als spreker. Het aantal' aanwezi
gen was," zoo mOgei'ijk, nog gpoioter dan
op de vorige 'bijéénkomst.
Na een openingswoord van den vooif
zitter leidde dr. Cannegieter zijin onder
wierp van den avond in: De Bijbel cd
Jezus Christus,
Zooals spr. de vorige maal wees op
de fouten, die men 'in het vormen van
een Godsgedachte maakt, zoo zal spre
ker hedenavond aangeven de fouten,
waaraan nog enkel de opvatting lijdt,
d^e men over djen Bijbel heeft.
Het is ook aan spreker begrijpelijk
dat net snakken naar zekerheid en
waarheid de. ménsehen 'doet verlangen
een too^k te bezitten, hetwelk zij' slechts
behoeven open te slaan oin' de waar
heid erin te vinden. I
Maar de Bijbel is zulk een boek niet.
Trouwens het is een waan te gelooven
dal het ooit mogelijk zou zijn objectieve
waarheid te verkrijgen. Al onze ken
nis en geheel ons' geestelijk bezit is
subjectief; van wat 'buiten on.s' is. ken
nen wij slechts datgene wat door 'ons
gevoel, door ons bewustzijn is heenge
gaan. Ten onrechte is daarom de nog
zoo veel verbreide meening, "als zou
de Bijbel ons we 1! de objectieve waar
heid kunnen m'ede'dieelen. Wie het be
wuste leven leven, die vinden de waar»
heid in zich en niet daarbuiten. En de
Bijbel is niet een boek dat „alles weet."
Wat het ontstaan van den Bijbel be
treft wijst spreker .erop, dat de Bijbel
niet is één (boek, doch een tezamenvat-
ting van GG boeken, een verzameling
van geschriften van verschillende perso
nen uit de meest versioheidtein tijden
tusschen de 8e eeuw voor Christus en
de 2e. eeuw na Christus Zulk een boek
kan geen eenheid zijh, En al die schrij
vers: historici, dichters, 'profeten en
priesters. 'Godsdiienstigen allen, maar
allen op hunne .wijze, schreven op wat
er was in hun hart, de waarheid zooals
ieder van hen die meende te kennen,
(d. i, in zich zelf subjectief. En van! wat
ze opschreven, ontleenden ze vaak aan
boeken, dije hun bekend waren, doch
voor ons verloren zijn gjegjagn, en aan
want een vermoeden, waarvan hij zich
geen rekenschap kon [geven, zeide 'hem,
dat er 'in de ziel van zijn jongen mees-
Ier iets omging', dat een scheidisimuur
.tusschen hen optrok. Slowïk;. de hond,
met half geloken Oogleden, droomde
van het verledene, waarin hij of zijn
voorvaderen, het juiste kon hij zich
nipt meer herinneren, op het vlakke
veld de voortvluchtige hazen hadden op
gejaagd met luid 'geblaf, waarvan hij de
zachte weergalm nog in zijn! droomen
hoorde, ëfr Jan Bagiinisky, hun beider
meester, met een dof gevoel\ v,an wee
moed in de borst, .als een licht aangc-
schoien stuk - wild. Hij' kon zich geen
helder denkbeeld vormen. Slechts een
ontzaglijke onrust verteerde zijh zenu
wen, jioor zijn aarzelen waf te beginnen
en welk besluit te nemen, dat in dit
doelloos neerzitten en afwachten 'een
plotselingen ommekeer kon brengen
Wont 'het was: vandaag Zopdiag, d|e dlag
waarop de Bogdans 'in' de kroeg van
Raginsky het opjg'stfeest vieren en' waar
Leentje Holder inaor zij hem1 gezegd had',
met den zoon van BogcLam zou verloofd
worden E» hij w®st niet eens, of zij
haar besluit zich te gaan verdrinken!,
had uitgevoerd, al had hij haar bij! zijh
moeder ondergebracht, of Waren de
Bogdans' en hun handlangers gekomen
om haar uit den Broekhoeve met ge
weld terug te voeren vanwaar zij obft-
vlucht wak?Zulk een onzekerheid
zou zelfs iemand1, die sterker ên' 'meer
mondelinge overleveringen van jaren her.
De geschiedschrijving in vroeger tij
den toen de boeken van de bijbel ont
stonden, had niet ten doel zooi gloed zulks
mogelijk is, de objectieve feiten, welke
geschreven zouden zijn, mede te deelen.
Die dagen kenden niet een geschiedf-
scjijrijving zooals Nvij ons die voor onze
dagen kennen. Maair de schrijvers van
geschiedenis hadden een. andere be
doeling: niet de weergave van dé' zui
vere waarheid der gebeurtenissen, maar
het maken van propaganda voor hun
imieeningen.
En zoo is het begrijpelijk hoe in "den
Bijbel de meest tegenstrijldig|e meenin-
gen worden verkondigd1. „Tegenstrijdige
teksten in den Bijbel"; was een boekje,
een dertig' jaar geleden voor het eerst
dopr De Dageraad uitlg|eg!even. En win
meent den Bijbel te moeten aanvaarden
als een 'boek, dat objectieve waarheden
en niets dan waarheid bevat, die komt
met de moeilijkheid dier 'tegenstrijdig
heden niet uit. De Bijbel is echter een
boek uit het geheele, óverstroomend lé
ven van Israël, uit alle bewegingen van
eeuwen gegroeid. En daarom: weg met
de traditioneele fout, dat iets waar zon
zijn, ómdat het in den Bijbel staat: En
de onvrome dingen, die ïn den Bijbel
staan, zijn erin gekomen uit dé geweldig
heid van dat leven, waarvan dé Bijbel
de weerspiegeling is', de Bijbel, een boek
van (de groote kunstenaars1, die stonden
en leefden te midden van het leven
van Israël en daarna,
Als men meent de oplossing van alle
raadsels in den Bijbel te kunnén vinden,
idan is de Bijbel een gevaarlijk boek. En
daarom is het noodig, nat men zich
in de kennisi van djen Bijbel laat leiden
idóor hen, die kunnen leiden.
Komend' tot diat deel zijner rede, het
welk handelt over Jezus Christus, begon
spreker te zeggen, dat wijf niet zoo |g|e-
heel zeker kunnen zijn van hetgeen Jezus
Christus "wias. al zouden wij het gaarne
wenschen. Ook hier moeten w'ij' de fout
vermijden te denken, dat de Bijbel in
alles wat hij over Jezus Christus bevat,
betrouwbaar zou zijn. Het Nieuwe Tes-
lament is de neerslag van wat de eerste
tijden des Christendom's van Jezus be
grepen of niet begrepen. Mogelijk
heeft men zelfs in de eerste tijden jdie
woorden van Jezus Christus wel wat ver
draaid, o mdat men die woorden begreep,
zcOjgls men ze nu eenmaal nipt .anders
begrijpen kan, d. w. z. een ieder naar
zijh eigen geest.
Voorts wij 1st spr. op de .onderscheidien
bedoelingen waarmede dé evangeliën wer
den geschreven, welke bedoeling van in
vloed was op de wijze van voorstelling.
En spreker illustreert dat met voorbeel
den uit de Evangeliën van Mattbeus en
Lucas, uit de vergelijking der synoptici
met Johannes.
Spreker waarschuwt ertegen, niet te
wagen welke de leer van Jezus1 was.
Want Jezus gaf geen leer, Jezus giaf een
leven, h ij gaf zich zelf ,de nieuwe gezind
heid, die hij was, zijn uitstralende per
soonlijkheid
En men moet zich niet laten verstrik
ken door wat in de eerste tijden over
Jezus geschreven werd. Aan de Joideri
moest duidelijk worden gemaakt, dat Je
zus de door hen verwachte Messias was.
Maar er werd verwacht, dat die Messias
van David stamde, en Jezus in' Bethle
hem geboren werd. Hoe kon er uit Na-
zerelh iets goeds komen? Daarom werd
de volkstelling1 erbij gehaald om d© ge
boorte in Bethlehem aannemelijk te ma
ken. wat deerde den schrijver het ver
schil van'vier jaren? De Messias moest
geroepen worden uit Egypte, en de
schrijver liet daarom Jezus eerst na,ar
Egypte vluchten.
De profeet sprak van een maagd, uit
wie Jezus moest geboren worden, ent
liet Evangelieverhaal teékent Jezus' .ge
boorte als uit een maagd.
Philo, de filosoof der Grieksch-
Alexandrijnsche school, leerde, dat God
volhard was dan de jonge knaap van
een en twintig jaar, naar lichaam en
ziel ziek kunnen maken en daarbij1 géén
enkel uitzicht om zich het gemoed' door
een ontboezeming' aan zijn vertrouwde
wat te verlichten.
Hij kon immers niet aan Guzek zeg
gen, dat hij' zoo; innig! verliefd was
op de dochter van den doodsvijand,
dat het leven hem zonder haar ondra
gelijk scheen. Om1 nog! niet te spreken
v.an de vijandschap, waarin hij! met zijh
moeder leefde en van den kleinen,
uilgedroiögden schrijver in de stad, die
al eens poolsliogle had genomen bij' den
kantonrechter en hem verklaard had,
«lat z'n zaak' betreffende de Broekhoeve
slecht stond -en slechts te winden zou
zijn als men ér mee in hooiger beroep
ging' en de uitspraak zoo lang ver
schoof, tot hij tijdens 't proces meerder'-
jarig zou geworden zijn. Dan zou men
in een lang proces trachten hem' zijn
mondigheid te ontnemen en in dezen
Strijd om het recht zou hij zeker ein
delijk de overwinning behalen, mitsl hij
zjch in dien tusschntijd niet aan misda
dige handelingten schuldig maakte. Naar
al. deze verklaringen had hij' maai- met
een half o.or geluisterd, want zooals het
nu met hem stond, zou hij zijn! recht
op de 'Broekiuoeve en rijbl erfdeel zonder
aarzelen er aan gegeven' hebben, als hij'
daarvoor de zekerheid kon inruilen1, dat
het meisje nog in leven' was en haar
geen leed was aangedaan. Want bij: dag
i
zich uitstraalt, zich zelf medie deelt, en
men drukte deze zelfon&dedeeling uit in
de beeldspraak van een zoonschap Godls.
Zooals de lichtbron zich mededeelt als
licht, zooals het licht de Zoon kan hee-
len vau de lichtbron, zoo heette men God
de Vader en zijn zelfmedédeelijQgi eenj
Vaderschap. 1
Voor de Grieken en de AiexaPdrijn-
sche Joden was het begrip van een God
die zoons had, niet vreemd1. En men
begreep de beeldspraak verkeerd'. Men
nam de relatie als een werkelijk zooh-
s'cliap op. i
De Joden verwachtten een1 Messias, een
Gezalfde, een Christos, een die hen. verlos
sen zou van de Romeinen en hen groot
zou maken. Men verwachtte een „Zoon i
Godis". Was het wonder, dat toen Jezus,
de im'achtige held, die steeds, sprak van
het goddelijk leven, d'at afdaalt, van God,
die zijn zoon zendt, gestorven was1, men
uitriep: „Waarlijk deze mensch was Gods
Zoon
Maai* toen werd1 de. fout gemaakt, dat
God „zijn Zoon" slechts éénmaal zond;
men vatte het letterlijk op.. En zoo werd
Jezus uitgehaald boven de m'ensjehen..
Na er op gewezen te hebben dat zelfs
niet eens vast staat of Jezus wel histo
risch was, s.telt spreker op den voorgrond
dat toch uit de boeken van het Nieuwe
(Testament Jezus tot ons, komt als een
heroische figuur, de uitbeelding van wat'
wij ons denkën als een menisohelijk ide
aal. een figuur van ideale menischelijkheid^
waarmede samen te leven gelijk staat
aan het leeren kennen van zich zelf,
van zijn eigen mensch-zijh en een verrij
king van ons innerlijkste, meest eigen ber
staan is.
- Van d;e gelegenheid \ttot débat werd
alleen gebruik gemaakt door den heer
Van Sluis, die meende dat, als de Bijbel,
een gevaarlijk boek was, het dan ook
maar ter zijde moest worden gelegd, een
meening die Dr. Cannegieter weersprak
door erop te wijzen, dat het niet de taak
is van het leven alles wat zegenrijk kan
zijn, uit den weg' te gaan, omdat het ook
een element van gevaar bevat, een op
vatting, die dan o.ok zou moeben leiden
tot de opzij zetting van het groote, rijke
leven zelf. hetwelk ook niet zonder ge
vaar is.
In een slotwoord damikte de voorzit
ter den spreker voor zijn red© en de
toehoorders voor hun aandacht, en herin
nerde eraan dat Dr. Canneg;ieter den 25en
November wederom terzelfder plaats spre
ken zou. dan over Onsterfelijkheid.
Abonnementen op de Middeihurgschc
Courant" kunnen worden opgegeven aan
onzen agent te:
VIis singen: Boekhandel C, N. J
DE VEY MESTDAGH.
GEMEENTERAAD VAN GOES.
Donderdagavond vergaderde de ge.-
meenleraad. Afwezig de heer L. D.uve-i
kot met kennisgeving.
Van de ingekomen te tt tik keil werden
eeniigfe voor kennisgeving' aangenomen of
jnhanden van B. en Wi. gesteld'.
Een rapport was' ontvangen van den
diirecteur der gemeentewerken, dat het
lekken der sluisdeuren niet te voorko
men its, dan met liet inaken van zeer hoof-
ige. kosten.
In een schrijven van den Minister van
buitenlandsche Zaken werd gemeld, dat
de. Enigelsche re>gc©ringi de schadevergoe
ding voor den bomaanslag pp Goes nog
niet heeft vastgesteld.
Na ©enige inlichtingen werd z. h. st.
aangenomen het voorstel van B. en Wi.
om een vrijwillige ouderdomsverzekériaigj
te sluiten ten behoeve van alte_ voor
rekening" der geme©nt,e verpleegd wor
dende krankzinnigen.
Rapp ort Wiomiingto. ej-
s landen.
Hierna was aan de orde de bespreking
en hij nacht was het hem nog steeds
alsof haar dierbaar lichaam' in zijn ar
men lag, het warme gezichtje zich tus
schen zijn Wang en schouder vleiend
en een grenzeloos leed greep hem aan
bij de gedachte, dat dit alles ergens
op den bodem der zee zon liggen
en onherroepelijk verloren' zijin
Guzek had weer zijn. rondgang om
het eiland gemaakt en keerde nu terug.
„Ei- is steeds nog niets .geen uitzicht
dal het veranderen zal en daarbij word'
jk' 'verleerd van verveling want je zit
daar en spreekt geen woord. Zeg mij
dus de waarheid! Heb ik het een of
ander jeigéns u misdreven, dat uw toom
jgens mij heeft opgewekt Of is it| iefis
anders aangedaan: dat u terneerdrukt en
Waarin ik u misschien kan helpen'. Heb
ijk straf verdiend, zeg het mij dan,
en ik wil ze ondergaan maar dit zwij
gen en mokken1, zoo tanig nu al als
de regen duurt, houd ik niet uijt!"
Jan ontwaakte uit zijtb gepeins. „Jij
straf verdiénd, Guzek? Neen, daar be
ware mij God', yoorl Hoe litem je op de
gedachte'?"
„Ja dat weet ik zelf niet! Ik weet al
leen dat sedert ik terug ben er iets
vreemds over je is gekomen. Ik zon
haast durven zeggen, dat je in mijn
afwezigheid een ontmoetingi hebt gehad
met iemand die 'f je behekst heefjt.
Iemand met lange haren en lichte oogjén,
door wi» men zijh' verstand niet moetf
benevelen, als1 méh iets gewichtijgers
Man het rapport van1 de miaidtecomnussie tot
(onderzoek van' de woningtoestanden
B. en Wi. brengen' een. woord van lof
aan de leden der commissie en vereeni-
igfen zich volkomen met de conclusies,
waartoe, de commissie js gekomen en ge
ven den Raad in overweging de voorstel
len der commissie te aanvaarden.
De heer v. d'. Lee u w zou als com
missie igewenscht hebben een commis
sie van drie huurbazen, drie huurders en
e.en onpartijdige.
"De geest van Nero, heeft de commissie
bezield. Er is b.v. een huisje, dat niet
bewoonbaar is'; had er een huisbiaas in
de commissie gezeten, dan zou hij' [ge
zegd hebben, dat hieraan' niets is te doen,
omdat de ruiten geregeld1 wtorden ver
nield, en 'daartegen kan niet worden (ge
repareerd.
De. vochtigheid van een ander huisje?
komt doordat er een waseh vrouw in
woont. En zoo gaf hij' meer voorbeelden.
De voorzitter hoopte, dat spr. li«(fc
niet zooi erg heeft gemeend. De erva
ring' der huisbazen is vaak bitter. Maai
er 'zijn ook wel huisbazen, die vaak
slecht© woningen verhuren en hiervan
winst behalen.
De heer F ra nsen v. d. P ut te meen
de, dat de commissie te uitvoerig! ik ge
weest.
De conclusies, die de coniimissie trékt.
zijn van zeer ver strekkemden aard. Het
heeft spr. bevreemd dat B. en W'. er
mede aceoord .glaan. Het verleenen vhn
steun .aan de vereemiigïng! voor den hjpfcw
van 'Middenstanjdsjwoningen zou leiden tof:
uitgaven die nog niet te ramen zijn.
Wij moeten vasthouden aan den stelrejgjaï
dat voor de uitgaven de dekkingen rap
ten zijn aangewezen.
Spr. meende, dat eerst de begropnng
moet worden .gekend, Spr. stelde voto»
dat aan B. en W_ zal worden .optgéldrtaj-1
gen om maatregelen te nemen ter be
strijding v,an den woningnood.
De voorzitter zeidé, dat het nip®
zijn bedoeling1 is een conclusie van dein
raad uit te lokken. Het bouwen van!
middenstands woningen, vooral voor amb
tenaren is meerder broodhoioidagi.
verzoek van St. Willehrordus' zal op een;
volgende raadsvergadering1 door den! rriari
behandeld worden.
Mr. S,t i ege r. de voorzitter der wpi-
ningicommissie, zejde, dat de conclusies
voor, o nbewoonbaarverklaring! mét jailer
meene stemmen zijn genomen. Hel.on
derzoek is volkomen onpartijdig gevoerd.
De commissie moest een onderzoek ita-
sLellen naar den bestaanden toestand en
had de huiseigenareh hierover niet te!
hooren.
Er volgde een discussie fusscheai dp
bee ren De Die en v. d. Leeuw.
De heer Vieningis antwoordde op
de jopmerking van den' heer Fransen, v. kf.
Putte, da,t urgent blijft het verzoek van
St. WillibrordUs en eventueel vain' atodiei.
re vereenigjngèn. Door het opschiii,v:oigjs-
systeem kunnen tie middenstanders! ai*
de arbeiderswoningen' in middenstamdjsj-
wonihgén komen, en wordt vopr arbei
ders plaats gemaakt. Er lieerschi
steeds woningnood en daarom' meen* >xpr.
dat principieel de conclusies ie. aanvaar
den zijn.
De heer G o e d b 1 o e d wees op hel
gevaar, dat mensehen die elders gjeefci
woning kunnen krijigten naar dteaa© ger
meenle zullen komen. Wat betreft dièw
m^dde|ns'tahldjsiwonahghouw 'wees spr. op
de gewijzigde regeling! van Amstertiam!
De nieuwe steunregeling] voor den par
ticulieren bouw door de regeer ing moe*
eens onderzocht worden alvorens w© een
beslissing1 nemen.
De heer D e Di i' e wees' er op, hoe Buc*-
cuut de woningnood is, een ambtenaar vata
den Raad van Arbeid: woont nog in éie*
slechte woning. De directeur vari dei N,
Zeeuwsche Courant woont in Heinkenis-
zand.
Een conclusie werd djoor den Bami
niet genomen.
Hierna ging de Raad nfa. dé roindvriaaijj
MnlIlllbH 1 1 IF!—. I' I i 'II l—IP i
in d en zin heeft." Samuël Guzeüsi
kneep bij deze woorden de "bogOn hall
toe pn keek rijn! joajgen heer scherp
aan of hij zich niet verraden zon.
Deze liet enkel eên korten ctrogjeni
lach hooren. „Lange haren' en lichte
oogen loop heen. Guzek en sla; gteeW
onzin uit. Vertel mij' liever een van j©
oude geschiedenissfen, misschien' gaai iel!©
tijd dan gauwer voorbij'."
Nu knikte Guzek onmerkbaar met biet*
hoofd en wfct dat hij op het nechtie
spoor was. w!ant Ün: de kunst van veinzen
had' zijn jonge heer het nog; langi niet
tot meester gebracht. Hij! besloot ih
zijn verhaal een voetangel te ie-iggfen!
en dien zoo aanlokkelijk te stellé!®,
d,at zelfs de meest ervaren vos, er jfc!
gevangen zou worden. „Ja, wat zal jsi
je nu nog vertellen?' Wij' zitten nu ai
bijna acht dagen en. nachten bijieen ete
van alles wat ik) met je vader heb hire
leefd, is weinig over wat je niet wiee)l.
Maar het is waar, biji enkelen ervaioi
heb je maar miét éen half oor toegél
terd."
„Loop heen, Guzek, dat maak! je je
zelf maar wijs. Je hebt mg! bijvoorbeeld
nog nooit verteld1 hoe je aan het litjtjeö.,
ken bent gekomen, dat dwars over je
linkerwang loopt, zoodat men van dien
EiiTil gezien nooit pderies weet of j©
lacht of huilt."..i..
i (Word* vervolgdó