tische Oostersche sfeer, en vol van de djiphterlijke beelden, welke ook Ireedis de vorige boeken tot ietsi bijzonders maakten. Dat opk deze< verhalen door trokken zijn door de leer vain Karma en Reïncarnatie, spreekt van zelf. De termen worden do.or noten van 'de béi de vertalers toegelicht. En wat de illustraties van Rie Cramer betreft, die zijn, wat' ook de vorige waren fantastisch fijn van teekeminjgj en kleur, "volkomen piassend in den sprookjesach- tigen (geest der verhalen, herinnerend: aan de Duaizend-^W-een-nacht. o Nieiuwe "Rijmpjes met pla ten van Rie Cramer. Uitg. Wi. de Haan. Een „schattig1" boek door de bijzonder fijh ge toekende, en1 kostbaar, uitgevoerde plaatjes van deze knappe kunstenares, die langzamerhand een Hollandsche Kale Greenaway wordt, met haar, leuk geklee- dei kinderen. Ze heeft voor dit boek weer een nieuwe omlijsting gevonden! voor haar in medaillon-vorm gefatsoe neerde uitbeeldingen der versjes. En 'f; zijn nu bladen om uitte snijden, en ze in een kinderkamer op te hangen, tot genot van kinderen en volwassenen. Maar dat is een zondige ppmerkinjg', want Üe uitgever gaf ze zoo. in 't licht als een1 boek voor de kleuters met Versjes en prentjes, waar heel veel op te zien is. ------O— De tricrnr van de daaid door Edw. E. Purrington" HolLandia Drukkerij. De lectuur van dit hoek wordt aanbe volen aan „iederen zakenman, aan ieder mensch van de daad', als een verfrtfcU schend bad." En men heeft slechts de titels der hoofdstukken te lezen onil te beseffen wat bedoeld wordt: Boe de handelende mensch overwint; vrijheid' het doel van 't leven; ongebruikte ver mogens; het voorrecht van concentratie; Ik moet tegenover ik' wilwerken en die nen; de man die klaar staat, enz. enz. Het zijn slechts enkele van de 2G hoofdstukken, die ieder een levensles ge ven. Of dat bad voor iedereen verfris- schend is? Och, het hangt zooveel van den persoon af. Maar er zijn er genoeg, die met voldoening deze levenslessen zul len lezen. Het werk werd vertaald do,or B. Nol- thenijusMertens. De Haan's Groene Boeken. Drie nieuwe vertalingen verschenen in deze serie, die reeds menig boeiend! boek \an 'buitenlandsche herkomst voor Nederlandjsche lezers toegankelijk maakte „De onderwereld", van James Welsh vertaald! d(por W. J. A. Rolda- n us jr., een verhaal uit het Iinarische mijnwerkersleven niet al zijn beroerinqeii van het gevaarlijke werk beneden in die aarde en van dfen vak ver©eni gimgs s trjj d> daarboven „Een liefde in de WildOrnijs" door Hulbert Footner, vertaald dpor W'. J. A. Roldanus Jr.. een romantisch ver haal uit die Canadeesche factorijen; „Zwaar beproefd", roman van John Galworthy, voor Nederland, bewerkt door J. R Wesselink—v. Rossem, een bock uit het moderne leven, djoorgist door dje oorlogsgebeurtenissen, en waar van vooral dfe Engelsche titel .Saint'rj progress" de strekking aangeeft. Dans eresje van H. Martin. De werken van dezen schrijven wor, den populair. De uitgevers Wi. L. en J.' Brusse konden er reeds een zesden druk van dfben verschijnen. ONDERWIJS. Uitgaande van afdteelingen van de Unie van Chr. Ond. eii Onderwijzeressen in Nederland, van de Ver. van Chr. önd. en Onderwijzeressen in Nederland en die Overz. Bez'. van het Nedierlandsch kiwam hij tot de overtuiging, dat deze gebeurtenis in verband moest staan met een paar mejsjesvlechten, want als man nen zwegen en zich lie vei; aan flar den lieten scheuren dan een kik te ge ien, dan was èr altijd een vrouw in het s pel Al het andere had zijn jonge mees ter hem in kleuren en geuren verleid'. Wat de Bogdans over hem gelasterd hadden en hoe zijn onderhoud was ge weest met den schrijver Willameiski, die voor hein dc aanklacht wegens .eigendomsoverdracht van den Broekhoe- ve aan den kantonrechter zou opstel len. Ook dat hij gedurende zijltt afwe zigheid eens was uitgegaan: om uit de verte de hoeve van zijn voorraderen te zien, had hij hem niet verzwegen, maar over dat,gene, wat hein op dezen gang overkomen, was,, deed hij1 geen niond open. En toen moest liet toch gebeurd zijn, want hier op het Broekeiland; kwam niets wat op twee beenem gaat, maar de twee, die het wis,ten, spraken nfijet, de een omdat hij niet mocht, de ander omdat hij niet kon! Wa.n,t het schrandere beest dat tusschen hen in zat, en evenals zij droefgeestig naar den regen keek, kon helaas nipt spre ken! 4 Zoo zaten zij dus met hum drieën sedert het middagmaal stom bijeen, dpder met zijn eigen' gedachten bezig;. Samuel Guzek, de knecht, op den rand KfOi het bed, bezorgd en speurend, Onderwijzersgenootschap, van den Bond van Nederlandische Onderwijzers is een commissie gevormd tot het verleenen van steun aan de Oostenrijksche onderwij- zers. 'Voorzitter -daarvan is de heer J. P. van Dijk te Middelburg, secretaris- penningmeester do heer Doirmaar, Vlas- markt Middelburg. o— Onderwijzeres geschorst. B. en Wi. der, gemeente Almelo hebben ter voldoening van het bepaalde bij art. 31 der Wet op het Lager Onderwijs 'den Raad medegedeeld, dat hun college op voorstel van den schoolopziener in het arrondissement Almelo besloten heeft, mej. R. W. Bruin, onder wijzere s aan school E. aldaar, ingaande Mjaanldag 8 de zer voor den duur van een week in hare betrekking te schorsen1. B. en W'. motiveeren hup.' besluit al dus: mej. Bruin heeft zich tegenover het hoofd der school geheel onbehoor lijk gedragen, zij! heeft geweigerd, (je py de wet 'hem opgelegde leiding der s'chO|Olaangfelfiig|enheden te erkennen en te volgen; ze heeft zelfs, welbewust, geweigerd, zich aan die leiding te storen. Haar houding' tegenover het hoofd dier school is zeer beleedigend en ho-ogst ioü- Igppast, niettegenstaande het hoofd me)(j matigheid en geduld' tegjemover haar is. opgetreden. Om vorenstaande redenen was! tfiscipli- KERKNIEUWiS. DE BIJBEL EN JEZUS CHRISTUS. Donderdagavond' hield in de groote zaal van Sint Joris de af deeling Mid delburg van de vereeniging „De Da geraad" de tweede harer openbare cur susvergaderingen met Dr. J R Canne- gieter' als spreker. Het aantal' aanwezi gen was," zoo mOgei'ijk, nog gpoioter dan op de vorige 'bijéénkomst. Na een openingswoord van den vooif zitter leidde dr. Cannegieter zijin onder wierp van den avond in: De Bijbel cd Jezus Christus, Zooals spr. de vorige maal wees op de fouten, die men 'in het vormen van een Godsgedachte maakt, zoo zal spre ker hedenavond aangeven de fouten, waaraan nog enkel de opvatting lijdt, d^e men over djen Bijbel heeft. Het is ook aan spreker begrijpelijk dat net snakken naar zekerheid en waarheid de. ménsehen 'doet verlangen een too^k te bezitten, hetwelk zij' slechts behoeven open te slaan oin' de waar heid erin te vinden. I Maar de Bijbel is zulk een boek niet. Trouwens het is een waan te gelooven dal het ooit mogelijk zou zijn objectieve waarheid te verkrijgen. Al onze ken nis en geheel ons' geestelijk bezit is subjectief; van wat 'buiten on.s' is. ken nen wij slechts datgene wat door 'ons gevoel, door ons bewustzijn is heenge gaan. Ten onrechte is daarom de nog zoo veel verbreide meening, "als zou de Bijbel ons we 1! de objectieve waar heid kunnen m'ede'dieelen. Wie het be wuste leven leven, die vinden de waar» heid in zich en niet daarbuiten. En de Bijbel is niet een boek dat „alles weet." Wat het ontstaan van den Bijbel be treft wijst spreker .erop, dat de Bijbel niet is één (boek, doch een tezamenvat- ting van GG boeken, een verzameling van geschriften van verschillende perso nen uit de meest versioheidtein tijden tusschen de 8e eeuw voor Christus en de 2e. eeuw na Christus Zulk een boek kan geen eenheid zijh, En al die schrij vers: historici, dichters, 'profeten en priesters. 'Godsdiienstigen allen, maar allen op hunne .wijze, schreven op wat er was in hun hart, de waarheid zooals ieder van hen die meende te kennen, (d. i, in zich zelf subjectief. En van! wat ze opschreven, ontleenden ze vaak aan boeken, dije hun bekend waren, doch voor ons verloren zijn gjegjagn, en aan want een vermoeden, waarvan hij zich geen rekenschap kon [geven, zeide 'hem, dat er 'in de ziel van zijn jongen mees- Ier iets omging', dat een scheidisimuur .tusschen hen optrok. Slowïk;. de hond, met half geloken Oogleden, droomde van het verledene, waarin hij of zijn voorvaderen, het juiste kon hij zich nipt meer herinneren, op het vlakke veld de voortvluchtige hazen hadden op gejaagd met luid 'geblaf, waarvan hij de zachte weergalm nog in zijn! droomen hoorde, ëfr Jan Bagiinisky, hun beider meester, met een dof gevoel\ v,an wee moed in de borst, .als een licht aangc- schoien stuk - wild. Hij' kon zich geen helder denkbeeld vormen. Slechts een ontzaglijke onrust verteerde zijh zenu wen, jioor zijn aarzelen waf te beginnen en welk besluit te nemen, dat in dit doelloos neerzitten en afwachten 'een plotselingen ommekeer kon brengen Wont 'het was: vandaag Zopdiag, d|e dlag waarop de Bogdans 'in' de kroeg van Raginsky het opjg'stfeest vieren en' waar Leentje Holder inaor zij hem1 gezegd had', met den zoon van BogcLam zou verloofd worden E» hij w®st niet eens, of zij haar besluit zich te gaan verdrinken!, had uitgevoerd, al had hij haar bij! zijh moeder ondergebracht, of Waren de Bogdans' en hun handlangers gekomen om haar uit den Broekhoeve met ge weld terug te voeren vanwaar zij obft- vlucht wak?Zulk een onzekerheid zou zelfs iemand1, die sterker ên' 'meer mondelinge overleveringen van jaren her. De geschiedschrijving in vroeger tij den toen de boeken van de bijbel ont stonden, had niet ten doel zooi gloed zulks mogelijk is, de objectieve feiten, welke geschreven zouden zijn, mede te deelen. Die dagen kenden niet een geschiedf- scjijrijving zooals Nvij ons die voor onze dagen kennen. Maair de schrijvers van geschiedenis hadden een. andere be doeling: niet de weergave van dé' zui vere waarheid der gebeurtenissen, maar het maken van propaganda voor hun imieeningen. En zoo is het begrijpelijk hoe in "den Bijbel de meest tegenstrijldig|e meenin- gen worden verkondigd1. „Tegenstrijdige teksten in den Bijbel"; was een boekje, een dertig' jaar geleden voor het eerst dopr De Dageraad uitlg|eg!even. En win meent den Bijbel te moeten aanvaarden als een 'boek, dat objectieve waarheden en niets dan waarheid bevat, die komt met de moeilijkheid dier 'tegenstrijdig heden niet uit. De Bijbel is echter een boek uit het geheele, óverstroomend lé ven van Israël, uit alle bewegingen van eeuwen gegroeid. En daarom: weg met de traditioneele fout, dat iets waar zon zijn, ómdat het in den Bijbel staat: En de onvrome dingen, die ïn den Bijbel staan, zijn erin gekomen uit dé geweldig heid van dat leven, waarvan dé Bijbel de weerspiegeling is', de Bijbel, een boek van (de groote kunstenaars1, die stonden en leefden te midden van het leven van Israël en daarna, Als men meent de oplossing van alle raadsels in den Bijbel te kunnén vinden, idan is de Bijbel een gevaarlijk boek. En daarom is het noodig, nat men zich in de kennisi van djen Bijbel laat leiden idóor hen, die kunnen leiden. Komend' tot diat deel zijner rede, het welk handelt over Jezus Christus, begon spreker te zeggen, dat wijf niet zoo |g|e- heel zeker kunnen zijn van hetgeen Jezus Christus "wias. al zouden wij het gaarne wenschen. Ook hier moeten w'ij' de fout vermijden te denken, dat de Bijbel in alles wat hij over Jezus Christus bevat, betrouwbaar zou zijn. Het Nieuwe Tes- lament is de neerslag van wat de eerste tijden des Christendom's van Jezus be grepen of niet begrepen. Mogelijk heeft men zelfs in de eerste tijden jdie woorden van Jezus Christus wel wat ver draaid, o mdat men die woorden begreep, zcOjgls men ze nu eenmaal nipt .anders begrijpen kan, d. w. z. een ieder naar zijh eigen geest. Voorts wij 1st spr. op de .onderscheidien bedoelingen waarmede dé evangeliën wer den geschreven, welke bedoeling van in vloed was op de wijze van voorstelling. En spreker illustreert dat met voorbeel den uit de Evangeliën van Mattbeus en Lucas, uit de vergelijking der synoptici met Johannes. Spreker waarschuwt ertegen, niet te wagen welke de leer van Jezus1 was. Want Jezus gaf geen leer, Jezus giaf een leven, h ij gaf zich zelf ,de nieuwe gezind heid, die hij was, zijn uitstralende per soonlijkheid En men moet zich niet laten verstrik ken door wat in de eerste tijden over Jezus geschreven werd. Aan de Joideri moest duidelijk worden gemaakt, dat Je zus de door hen verwachte Messias was. Maar er werd verwacht, dat die Messias van David stamde, en Jezus in' Bethle hem geboren werd. Hoe kon er uit Na- zerelh iets goeds komen? Daarom werd de volkstelling1 erbij gehaald om d© ge boorte in Bethlehem aannemelijk te ma ken. wat deerde den schrijver het ver schil van'vier jaren? De Messias moest geroepen worden uit Egypte, en de schrijver liet daarom Jezus eerst na,ar Egypte vluchten. De profeet sprak van een maagd, uit wie Jezus moest geboren worden, ent liet Evangelieverhaal teékent Jezus' .ge boorte als uit een maagd. Philo, de filosoof der Grieksch- Alexandrijnsche school, leerde, dat God volhard was dan de jonge knaap van een en twintig jaar, naar lichaam en ziel ziek kunnen maken en daarbij1 géén enkel uitzicht om zich het gemoed' door een ontboezeming' aan zijn vertrouwde wat te verlichten. Hij kon immers niet aan Guzek zeg gen, dat hij' zoo; innig! verliefd was op de dochter van den doodsvijand, dat het leven hem zonder haar ondra gelijk scheen. Om1 nog! niet te spreken v.an de vijandschap, waarin hij! met zijh moeder leefde en van den kleinen, uilgedroiögden schrijver in de stad, die al eens poolsliogle had genomen bij' den kantonrechter en hem verklaard had, «lat z'n zaak' betreffende de Broekhoeve slecht stond -en slechts te winden zou zijn als men ér mee in hooiger beroep ging' en de uitspraak zoo lang ver schoof, tot hij tijdens 't proces meerder'- jarig zou geworden zijn. Dan zou men in een lang proces trachten hem' zijn mondigheid te ontnemen en in dezen Strijd om het recht zou hij zeker ein delijk de overwinning behalen, mitsl hij zjch in dien tusschntijd niet aan misda dige handelingten schuldig maakte. Naar al. deze verklaringen had hij' maai- met een half o.or geluisterd, want zooals het nu met hem stond, zou hij zijn! recht op de 'Broekiuoeve en rijbl erfdeel zonder aarzelen er aan gegeven' hebben, als hij' daarvoor de zekerheid kon inruilen1, dat het meisje nog in leven' was en haar geen leed was aangedaan. Want bij: dag i zich uitstraalt, zich zelf medie deelt, en men drukte deze zelfon&dedeeling uit in de beeldspraak van een zoonschap Godls. Zooals de lichtbron zich mededeelt als licht, zooals het licht de Zoon kan hee- len vau de lichtbron, zoo heette men God de Vader en zijn zelfmedédeelijQgi eenj Vaderschap. 1 Voor de Grieken en de AiexaPdrijn- sche Joden was het begrip van een God die zoons had, niet vreemd1. En men begreep de beeldspraak verkeerd'. Men nam de relatie als een werkelijk zooh- s'cliap op. i De Joden verwachtten een1 Messias, een Gezalfde, een Christos, een die hen. verlos sen zou van de Romeinen en hen groot zou maken. Men verwachtte een „Zoon i Godis". Was het wonder, dat toen Jezus, de im'achtige held, die steeds, sprak van het goddelijk leven, d'at afdaalt, van God, die zijn zoon zendt, gestorven was1, men uitriep: „Waarlijk deze mensch was Gods Zoon Maai* toen werd1 de. fout gemaakt, dat God „zijn Zoon" slechts éénmaal zond; men vatte het letterlijk op.. En zoo werd Jezus uitgehaald boven de m'ensjehen.. Na er op gewezen te hebben dat zelfs niet eens vast staat of Jezus wel histo risch was, s.telt spreker op den voorgrond dat toch uit de boeken van het Nieuwe (Testament Jezus tot ons, komt als een heroische figuur, de uitbeelding van wat' wij ons denkën als een menisohelijk ide aal. een figuur van ideale menischelijkheid^ waarmede samen te leven gelijk staat aan het leeren kennen van zich zelf, van zijn eigen mensch-zijh en een verrij king van ons innerlijkste, meest eigen ber staan is. - Van d;e gelegenheid \ttot débat werd alleen gebruik gemaakt door den heer Van Sluis, die meende dat, als de Bijbel, een gevaarlijk boek was, het dan ook maar ter zijde moest worden gelegd, een meening die Dr. Cannegieter weersprak door erop te wijzen, dat het niet de taak is van het leven alles wat zegenrijk kan zijn, uit den weg' te gaan, omdat het ook een element van gevaar bevat, een op vatting, die dan o.ok zou moeben leiden tot de opzij zetting van het groote, rijke leven zelf. hetwelk ook niet zonder ge vaar is. In een slotwoord damikte de voorzit ter den spreker voor zijn red© en de toehoorders voor hun aandacht, en herin nerde eraan dat Dr. Canneg;ieter den 25en November wederom terzelfder plaats spre ken zou. dan over Onsterfelijkheid. Abonnementen op de Middeihurgschc Courant" kunnen worden opgegeven aan onzen agent te: VIis singen: Boekhandel C, N. J DE VEY MESTDAGH. GEMEENTERAAD VAN GOES. Donderdagavond vergaderde de ge.- meenleraad. Afwezig de heer L. D.uve-i kot met kennisgeving. Van de ingekomen te tt tik keil werden eeniigfe voor kennisgeving' aangenomen of jnhanden van B. en Wi. gesteld'. Een rapport was' ontvangen van den diirecteur der gemeentewerken, dat het lekken der sluisdeuren niet te voorko men its, dan met liet inaken van zeer hoof- ige. kosten. In een schrijven van den Minister van buitenlandsche Zaken werd gemeld, dat de. Enigelsche re>gc©ringi de schadevergoe ding voor den bomaanslag pp Goes nog niet heeft vastgesteld. Na ©enige inlichtingen werd z. h. st. aangenomen het voorstel van B. en Wi. om een vrijwillige ouderdomsverzekériaigj te sluiten ten behoeve van alte_ voor rekening" der geme©nt,e verpleegd wor dende krankzinnigen. Rapp ort Wiomiingto. ej- s landen. Hierna was aan de orde de bespreking en hij nacht was het hem nog steeds alsof haar dierbaar lichaam' in zijn ar men lag, het warme gezichtje zich tus schen zijn Wang en schouder vleiend en een grenzeloos leed greep hem aan bij de gedachte, dat dit alles ergens op den bodem der zee zon liggen en onherroepelijk verloren' zijin Guzek had weer zijn. rondgang om het eiland gemaakt en keerde nu terug. „Ei- is steeds nog niets .geen uitzicht dal het veranderen zal en daarbij word' jk' 'verleerd van verveling want je zit daar en spreekt geen woord. Zeg mij dus de waarheid! Heb ik het een of ander jeigéns u misdreven, dat uw toom jgens mij heeft opgewekt Of is it| iefis anders aangedaan: dat u terneerdrukt en Waarin ik u misschien kan helpen'. Heb ijk straf verdiend, zeg het mij dan, en ik wil ze ondergaan maar dit zwij gen en mokken1, zoo tanig nu al als de regen duurt, houd ik niet uijt!" Jan ontwaakte uit zijtb gepeins. „Jij straf verdiénd, Guzek? Neen, daar be ware mij God', yoorl Hoe litem je op de gedachte'?" „Ja dat weet ik zelf niet! Ik weet al leen dat sedert ik terug ben er iets vreemds over je is gekomen. Ik zon haast durven zeggen, dat je in mijn afwezigheid een ontmoetingi hebt gehad met iemand die 'f je behekst heefjt. Iemand met lange haren en lichte oogjén, door wi» men zijh' verstand niet moetf benevelen, als1 méh iets gewichtijgers Man het rapport van1 de miaidtecomnussie tot (onderzoek van' de woningtoestanden B. en Wi. brengen' een. woord van lof aan de leden der commissie en vereeni- igfen zich volkomen met de conclusies, waartoe, de commissie js gekomen en ge ven den Raad in overweging de voorstel len der commissie te aanvaarden. De heer v. d'. Lee u w zou als com missie igewenscht hebben een commis sie van drie huurbazen, drie huurders en e.en onpartijdige. "De geest van Nero, heeft de commissie bezield. Er is b.v. een huisje, dat niet bewoonbaar is'; had er een huisbiaas in de commissie gezeten, dan zou hij' [ge zegd hebben, dat hieraan' niets is te doen, omdat de ruiten geregeld1 wtorden ver nield, en 'daartegen kan niet worden (ge repareerd. De. vochtigheid van een ander huisje? komt doordat er een waseh vrouw in woont. En zoo gaf hij' meer voorbeelden. De voorzitter hoopte, dat spr. li«(fc niet zooi erg heeft gemeend. De erva ring' der huisbazen is vaak bitter. Maai er 'zijn ook wel huisbazen, die vaak slecht© woningen verhuren en hiervan winst behalen. De heer F ra nsen v. d. P ut te meen de, dat de commissie te uitvoerig! ik ge weest. De conclusies, die de coniimissie trékt. zijn van zeer ver strekkemden aard. Het heeft spr. bevreemd dat B. en W'. er mede aceoord .glaan. Het verleenen vhn steun .aan de vereemiigïng! voor den hjpfcw van 'Middenstanjdsjwoningen zou leiden tof: uitgaven die nog niet te ramen zijn. Wij moeten vasthouden aan den stelrejgjaï dat voor de uitgaven de dekkingen rap ten zijn aangewezen. Spr. meende, dat eerst de begropnng moet worden .gekend, Spr. stelde voto» dat aan B. en W_ zal worden .optgéldrtaj-1 gen om maatregelen te nemen ter be strijding v,an den woningnood. De voorzitter zeidé, dat het nip® zijn bedoeling1 is een conclusie van dein raad uit te lokken. Het bouwen van! middenstands woningen, vooral voor amb tenaren is meerder broodhoioidagi. verzoek van St. Willehrordus' zal op een; volgende raadsvergadering1 door den! rriari behandeld worden. Mr. S,t i ege r. de voorzitter der wpi- ningicommissie, zejde, dat de conclusies voor, o nbewoonbaarverklaring! mét jailer meene stemmen zijn genomen. Hel.on derzoek is volkomen onpartijdig gevoerd. De commissie moest een onderzoek ita- sLellen naar den bestaanden toestand en had de huiseigenareh hierover niet te! hooren. Er volgde een discussie fusscheai dp bee ren De Die en v. d. Leeuw. De heer Vieningis antwoordde op de jopmerking van den' heer Fransen, v. kf. Putte, da,t urgent blijft het verzoek van St. WillibrordUs en eventueel vain' atodiei. re vereenigjngèn. Door het opschiii,v:oigjs- systeem kunnen tie middenstanders! ai* de arbeiderswoningen' in middenstamdjsj- wonihgén komen, en wordt vopr arbei ders plaats gemaakt. Er lieerschi steeds woningnood en daarom' meen* >xpr. dat principieel de conclusies ie. aanvaar den zijn. De heer G o e d b 1 o e d wees op hel gevaar, dat mensehen die elders gjeefci woning kunnen krijigten naar dteaa© ger meenle zullen komen. Wat betreft dièw m^dde|ns'tahldjsiwonahghouw 'wees spr. op de gewijzigde regeling! van Amstertiam! De nieuwe steunregeling] voor den par ticulieren bouw door de regeer ing moe* eens onderzocht worden alvorens w© een beslissing1 nemen. De heer D e Di i' e wees' er op, hoe Buc*- cuut de woningnood is, een ambtenaar vata den Raad van Arbeid: woont nog in éie* slechte woning. De directeur vari dei N, Zeeuwsche Courant woont in Heinkenis- zand. Een conclusie werd djoor den Bami niet genomen. Hierna ging de Raad nfa. dé roindvriaaijj MnlIlllbH 1 1 IF!—. I' I i 'II l—IP i in d en zin heeft." Samuël Guzeüsi kneep bij deze woorden de "bogOn hall toe pn keek rijn! joajgen heer scherp aan of hij zich niet verraden zon. Deze liet enkel eên korten ctrogjeni lach hooren. „Lange haren' en lichte oogen loop heen. Guzek en sla; gteeW onzin uit. Vertel mij' liever een van j© oude geschiedenissfen, misschien' gaai iel!© tijd dan gauwer voorbij'." Nu knikte Guzek onmerkbaar met biet* hoofd en wfct dat hij op het nechtie spoor was. w!ant Ün: de kunst van veinzen had' zijn jonge heer het nog; langi niet tot meester gebracht. Hij! besloot ih zijn verhaal een voetangel te ie-iggfen! en dien zoo aanlokkelijk te stellé!®, d,at zelfs de meest ervaren vos, er jfc! gevangen zou worden. „Ja, wat zal jsi je nu nog vertellen?' Wij' zitten nu ai bijna acht dagen en. nachten bijieen ete van alles wat ik) met je vader heb hire leefd, is weinig over wat je niet wiee)l. Maar het is waar, biji enkelen ervaioi heb je maar miét éen half oor toegél terd." „Loop heen, Guzek, dat maak! je je zelf maar wijs. Je hebt mg! bijvoorbeeld nog nooit verteld1 hoe je aan het litjtjeö., ken bent gekomen, dat dwars over je linkerwang loopt, zoodat men van dien EiiTil gezien nooit pderies weet of j© lacht of huilt."..i.. i (Word* vervolgdó

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1920 | | pagina 6