Wisselkoers op 'het buitenland tot 10 maal
zijn vroegere hoogte gerezen, dan is de
toestand voor de Duitsche export-indus
trie ongewijzigd gebleven. De productie
kost haar 10 ma|al taéer marken dan vroe
ger en de prijs voor het product in het
buitenland 4 te 'bedingen vertegenwoor
digt cok 10 maal zooveel marken als
voorheen. De stijgende vgisselkoers op
zich zelf houdt dus nog niet in' een uft-
voerpremie.
Deze ontstaat eerst-, wanneer de waar
de van de munteenheid in het buitenland'
meer gedaald is dan binnenslands. Is de
waarde van de mark in het buitenland
nog slechts één tiende van vroeger,
terwijl de mark in Duitschland slechts
vier vijfde Van haar oorspronkelijke waar
de heeft ingeboet, dan zal zich de Duit
sche exporteur in gunstiger positie be
vinden. Het koimt er dus voor de Duitsclie
export-industrie niet op aan hoe luoog
,dc. mark in het buitenland staat. Het is
er haar slecht- aan g|ele|g|en, dat de depre
ciatie van de mark in het buitenland
aan de waardedaling v,ah dp mark! bin
nenslands vóór bl ij ft.
Zoo ook ten onzent: de depreciatie
van onzen gulden tegenover den dollar
opent aan onze industrie geejnerlei meerj
derie export-mogelijkheid. Daarvan zou
sléchts sprake izijh, indien di© depreciatie
o> tri rol' de vermindering van de koop
kracht van onzen gulden hier te lande.
Hieruit zijn twee gewichtige conclusies
te Wekken
Do eerste luidt, dat, willen wij onze
expo'Tr ij verheid (steunen, wij moeten
tra er! en de koopkracht van onzen gulden
binnensland te verhoogen, teneinde de/
productiekosten te verlagen. Zooal's be-
1eü,d, bengt de waarde van onz'en utcl i
biftnens and'- af van de verhouding van
aë boeveelheid hier te lénde circu-,
leerend ruilmiddel (in den ruimsten zin)
iet d o behoefte aan dat ruilmiddel', inper
king vin de boeveelheid circutatiehnddc-
leii is das geboden.
De tweede conclusie is ook niet z'6n-
dér belang Zij luidt, dat verbetering «an
cr.ie wisselkoersen zonder akarm^de
gep ard gaande verhooging van de --vaar
de van -dén gulden hier te lanae onze
export-industrie zal belemmeren en dus
een - verbetering van onze handelsbalans
zal vertragen. Hiermede is dus' het slui
ten van een valuta-lteiehing in Ainerik,
om nzen wisselkoers pp dat and te
verbeteren, veroordeeld. Daardoor tpieli
wr rót dc koopkracht van den gulden
binnenslands niet verhoogd.
—r«rurwMaamwsaBaBw—as
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Het eerst A bonne nilepts- C onoer t
alhier van Impresario Felix Augustin
in dit seizoen 'in de Concert en Gehoor
zaal op Dinsdag ,9 'November zal een
kamermuziek-avond '$Tjn, te geven door
het ook hier - ter slede zoo enthou
siast gevierde Budapsster strijkkwar-'
tót (Hauser, Pogany, Ipolyi, Son). Het
Vaderland schreef over 'dit "ensemble:
„Ik heb de heeren biet stijgende be
wondering aangeboord. Dit viertal*,geeft
in het edelst genre van intieme mu
ziekbeoefening, dat 'er is, ais van' net
beste, dat men zich "denken kan. Deze
raslui zijn aristrocraten van den geest,
Daarbij hebben ze al het lechniscli/e schit
terend onder de knie, en de liomogeniieiti
kan niet blet,er.( Deze is waarlijk de inti
miteit zelve en wel 'zoo zuiver, ÏJi alle
nuances, van het echte kwarfetiidioom als
lii maar zelden gehoord heb." Hn De
Nieuwe Courant: „Het Boedapester strijk
kwartet staat niet -alleen op gelijke hoog
te met de groote strijkkwartetten, die
wij' hier hoorden „spelen, het neemt on
der hen een allereerste plaats' 'in. Zulk
samenspel', zulk sober en 'innig muzikaal
Tüusiceeren, is nog aTtijd een heel groote
zeldzaamheid."
Louis Bouwm'eesterfonds.
Er heeft zich een coriihiissie gevormd
idie zich ten doel stelt Ier herinnering
Het water Is nat en heeft geen balken!"
En het fijne stemmetje, dat haar zoo
tot. in liet kart ontroerde, zei weer:
„Mijn God! Goede vrouw dat weet ik.
En ik heb Wel alles overwogen, maar
het kan niet andersIk zou er oerk al
lang geweest zijn, als uW zoon mij niet
voor krankzinnig had gehouden en. hier
heen had gebracht, in plaats van naar
het meer, zooals ik hem toch gesmeekt'
had. Dat alles zou niet noodig geweest
zijn als ik „mijn "voet biet verzwikt had
toen ik van huis wegliep". ,.f
De oude vrouw moest ê'ven wachten
voor zij kon antwbiorj&en, want zij had
zich eerst moeten vermannen tegen
iets, dat haar naar de ooigen was ge
stegen.
„Welzoo, meisje! Nu, als je niet an
ders kunt dan zal ik je biet tegen hou
den, maar ik', oude vrouw kan je loeh
niet met mijn zwakke armen naar liel
tneer dragen, dus zal je 'bij mij' zoo
lang moeten wachten, Totdat je voet
weer gezond is. Dan kén' je heel alleen
zonider hulp in 'liet water gaan of weer
naai' huis, zooals je 'dan besloten bent!"
Het jonge meisje schudde het hoofd,
\Vunl zij begreep de medelijdende' spot
in de woorden der oude Vrouw1 niet,
al lag er ook een klank van een zacht
opkomend dieper gevoel in.
„Naar huis? Neen goede vrouw*, dat
kan geen ménsch van ïmj verlangen.
Daar zijn' vader en moeder en Daniël
aan dc 60-jarige tooneelloopfaaan van
Louis Bouwmeester een fonds te stichten.
Met hem tzelf zal overlegd worden op
welke wijze het voor hem en zijn kleine
dochter jjn de laatste jaren van zijn
kunstenaarsloopbaan gebruikt kan wor
den. -
Penningmeester is Simon Maris, Kei
zersgracht 498, Amjsterdam'.
o
'fiepefo-rmeerden pp het
to Oineel.
Tegtenover tie vele verontwaardigde ver
oordeelingen van het tooneel diaor Gere
formeerden, doet het buitengewoon ei
genaardig! aan. dat bij' de viering van het
veertigjarig- bestaan der Vrije Universiteit,
de studenten niet slechts een Jooneelstjuk
opvoerden, maar daarvoor gekozen had
den „De tante van Charley", een klucht,
die dan tpch zeker gespeend is van alles
wat nog een leerzame strekking! zou kun
nen hebben, laat staan een godsdiiensftigé.
Van die uil voering' wiordt in het Stu
dentenweekblad Minerva een verslag (ge
schreven dtopr den student II. J. Pojs', dfte
verzekert, djat alle aanwezigen zich kos
telijk hebben geamuseerd. Een jon|g[-
mensch Co lijn was hoogst verdienstelijk
als de tante en de meisjes, speelden vlot
en ongedwongen. De heer Pos gelooft
nochthans niet, dat de keuze (van De Tan
te), „onverdeelde instemming gevonden
heeft." Doch „dit staat in alle geval
nu wel vast, .voor wie 't nog niet weten
mocht, dat de Gere formeerden nliët zoo
'K ulturfeindlich zijn, dat ze bij ,;'n
huiselijk feest", zooals dit Lustrum
bovenal was*, het t-oomeelspel ui,t den
boo ze zonden achten."
Onder Kerknieuws wordt er in de N.
R. Crt. op igtewezen, diat bij' de bijha ge-
lijktijBiijge viering van het 50-jarig be-
slaan van den Ned. Prof. Bond, ook' een
1 topneelstulk werd -opigevoerd, maar een
heel lander, nl. het Bijbelsch treurspel
„Siaul" van prof. Knappert.
o—
C. Si. Adama van Schellenia,
„De Keerende Kudde".
;Wi. L. en J Brusse's Uitg. 'MijL
Rotterdam, 1920.
Brusse bracht ons weer een niipuw
bundeltje van Adama van Scheltema: „De
Keerende Kudde", verzen en illusies, die,
als te avond de schapenkudde naar dje
kooi, heengaan,
illusies van dit leven
Van hoop, geloof en liefde en noem én
macht.
Gestalten, die mij zachtkens gaat begeven;
Gij igjaat als ziji, want spoedig komt de
nacht.
Die al wat ik gedacht heb en bedreven,
Héénvaagt als' ééne hul pel-ooze klacht!
Venit Hesperus, ite capellae! De avond
valt, vlucht Vroolijke kapellen, i® het
motto,. Maar de bundel is niet eeh reeks
verzen van avondlijke of herfstige som
berheid. Wiant al is in Schemerliedje de
zucht:
Mijn mond is moe van zingen,
Mijn hart van hoogmoed vrij
Al 's levens mOp|i|e dingen
Gaftn zacht en vroom voorbij",
zo,o i|S ei' in Wijn tier toch de méér dan ibej-
ru-slende blijheid
Wa|© igebloeid heeft en gedragen,
Houdt herdenking tot -genoot
Hij heeft God nipt meer te vragen
D-an den stillen dood.
Adama van Scheltema is een der héél
weinige dichters onder de zéér vele ver
zenmakers in de Nederlaifdsche -littera
tuur, die iets wezenlijks te zeggen heeft,
en die dat zeggen kan. Dit bundeltje
bewijst het weer een keer te meer. Wie
verzen van Adama van Scheltema kent,
weet dat ze gteen beteren lof kunnen
dragen, dan de naam van hun maker.
o
„G1 o rian t".
Hel -oude handschrift dat ons de merk
waardige middieleeuwsche „abele spelen"
bewaarde, waarvan de „Lanseloet" en
de „Esmoreit"'tegenwoordig populair zijn,
bevatte -ook: „Een abel spel ende edel
dine van dén Hertogiie van Bruyswijc,
hoe hi wert minnende des lioe'dfelioens
Boa,dan, die hi-etmij- wil trouwen! Daar
om smeek ik u dringend, laat mij' hier
op1 deihaardbank liggen tot m'ijli voet een
beetje beter wordt, dan zal ik die paar
slappen naar het meer wél kunnen
'doen'."
Nu meende de oude vrouw veel te
kunnen raden van 'hetgeen gebeurd was,
maar zij weerhield zich pijnlijke vragen
te doen. Zij nam het jonge meisje on
der den arm en braclit haai' onder liet
voorwendsel dat de verstuikte voet -op
de harde bank niet beter zou Worden,
naar de Izbéka achter den breeden
haard waar het groote bed niet den he
mel al "opgemaakt was. Daar hielp zij'
haai' met het uijtkleefclen, legde 'haar
zacht op de weeke kussens, en terwijl
zij in dc groote kast naar oud linnen
zocht, kon zij- niet laten te denken,
dat zoo'ii lief klein meisje een j-ongën'
man wel bevallen moest. Zij zag er dit
als een madonnabeeld uit de katholieke
kérk, zooals zij daar met haai' bruine ge
zichtje op de witte kussèns lag, er
als zij', oude vrouw, daar behagen in
had dan kén men het een jongen van
van twintig jaar toch niet kwalijk ne
men, als hij hetzelfde deed! Het was
natuurlijk onzin en bijna een misdaad
om zich daar verder in te verdiepen,
maar zij moest er zich toch met kracht
tegen verweren, want het gevoel, dat
in deze ontmoeting een vingerwijzing
Gods lag, kwam telkens weer bij 'haar
dochter van Abelant", meestal naar den
naam van den hoofdpersoon kortweg
„Gio-riant" genoemd.
Waarom ;dit werk minder opgang maak
te idan de twee eerstgenoemdje is veierj
niet duidelijk. Maar nu een tooneel,ge
zel Schap dezen winter ook de Gloriant
op ide .planken wil brengen, is er ook
ten opzichte van een afzonderlijk© uit
gave verbetering gekomen, want de „Zon
nebloem"-uitgevers Mij. heeft het —we
derom in een alleraardigst kaftje en fraai
gedrukt in haar serie opgenomen, met
inleiding en van -aanteekeningen voorzien
door R. J. Spitz. Deze prijst in „zijn
inleiding vooral het geestige van "den
Gloriant ,een waardevol overblijfsel van
middeleeuwsche volkskunst, aardig en
psycholo-gisch-raak in opzet, en vlot en
pittig v-an dialoog.
De tekst i,s vioprzien v,an verklarende
noten.
B o e f j 0, door
M. J. Brusse
Een 14dë drulk'! 'Hét ijs iln oil's' land onge
kend. En dat nog wel van journalistiek!
werk. Over den inhoud behoeven we
niets te zie;g|g|en. V,ah! dit hoek' zij1 gemeld,
dat de Ujtgever (Wi L. en J Brusse's: Uiftg).
Mij.) er een smakelijk geheel van maakte,
met bandteekënittg' en illustraties van H.
Meijer.
LANDBOUW;
H oo'f d best uur s ver ga de r jLng
Z. L. M.
In het Landbouwhuis te Goes had Don
derdagmorgen plaats dé reeds kort ver
melde ho ofdbes 1 u nrs vergade ri ragt van de
Z. L. M
De ïOiOi'ziter, de heer mr. P. Diele-
mian, (Middelburg) wenschte daarna den
secretaris, den heer Ti. B. E Kielstra ge-
geluk met zijn eerste lustrum en b-ood
hem namens het hoofdbestuur een fraai
bloemstuk aan.
De heer Kie 1 str,a dankte met eenige
welgekozen woorden en hóópte nog tan
ige jaren werkzaam te kunnien zijn in
het belang1 van den landbouw.
I nge k!. S,t ukken.
Ingekomen was een schrijven van n-o-
tariis' Pilaar te Goes, waarin wordt mfede)-
ged-eeld, dat de tariefkwestie op de eerst
volgende- vergadering van notarissen zal
worden besproken.
De voorz. stelde voor te antwoor
den, dat men er op staat, d'at met 1 De
cember het nieuwe tarief in werkihg zal
treden.
Besloten werd om de verdere onder
handelingen met de notarissen aan hej
D,a,g. bestuur over te laten.
De aftredende leden van de commissie
voor de keuring van gewassen' te velde
werden'herkozen, nl. de heeren W. Kake-
iieeke, D. W. Lindenbergh ein' I P- v- d-S
Weele.
Aangenomen werd het vo-oi'stel van
den voorzitter, -om een deputatie te zen
den naar een vergadering, die opi initiatief
van de Ned. Ver. van Akkerbouwers te
Utrecht zal worden gehouden, (26 Nov.)
teneinde te klomlein tot de oprichjtilpg
van een Nationalen Werkigleversbond in
het Landbouwbedrijf.
De voorzitter deelde mede, dat iu dé
commissie inzake het landbouwonderwijs
door bet Dag. Bestuur zijn benoemd de
beleren mr. P. Dieleman, vpo-rzJ. A,
R(i|sseeuw (Oostburg), J. Weeda, (St. Lau
rens), |Wi. A. de! Viiieze (Dreischor), J
Mol, (Wolphaarlsdijki), J. II. Hagë, (Scher-
penisse), die bun benoeming hebben aan
genomen en H. Kpelemans te Terne uzeji,
ien J. G. v d. Linde (Kortgene).
•T acht w e t
Hierna namen de besprekingen over de
jachtwet een aanvang.
Mr. P. Dieleman besprak de his
torische wonling' der jachtwet. In 1814
kregen wij onze eerst©, jachtwet- De hui
dige dateert van 1857 en is van Thor-
becke, echter werd d© wet slecht djoor
dé aanneming 'van 70 amendementen.
In 1904 kwam er een staatscommissie,
aMBawan«seatsg-i
op. Toen zij koud water uit de bron
had gehaald en een omslag om den dik
gezwollen voet had gelegd, kon zij zich
niet Weex'houden, zacht over het donkóre
kopje te strijken, dat daar zoo mat en
m'oeldeloos in liet kussen lag, Zij'had ge
hoopt dat de „klcpie (het niet zou mérken,
want haar oogen waren gesloten, maar
zij greep naar haar hand', drukte er
haai' lippen op en begon hartverscheu
rend te schreien.
„O God. lieve vrouw, hoe komt het
toch dal u zoo g,oed 'voor mij'"isGe
loof mij, Jan en ik', wij'konden het niet
helpen, dat wijeik aar gekust hebben;
hij zekér niet, want hij wist ïiiet wie jk
Was. Dus heb ik alleen de "schuld maar,
omdat ik toch sterven wilde, "dacht ik
dat het geen zonde was en jk heb het!
geduld. Ik Wilde toch nog iets hebben
van mijn arm beetje leven, nietwaar?
Ik had vroeger al steeds! aan hein! moe
ten - denken u weet het Wel, om* mijn
vader. Dus was ik toen ook niet bops
op hem, omdat hij mij voor AValdmar
hield en mij kuste, terwijl hij zeide,
!dat hij zfch móest haasten, vóór, ik in
een oude vrouw veranderde. Ik dééd
alsof ik hem uitschold', want het is
toch zonneklaar, dat Wijrbeiden niet voor
eikaal' mógen zijn."
.•'Éi zoo, zei vrouw Ba-ginsky, hebben
jullie elkaar al vroeger oritmoetL?"
Het jonge meisje richtte zich op van
het kussen.
Wélke een systeem wilde invoeren, d(a(j
brak niet het - grondeigendemsrecht. Bij
het nieuwe wetsontwerp is dit stelsel
behouden ,dat voortvloeit uit art. 641
G. W.
i De eerste vraa-g die besproken moet
worden is of inderdaad het igrondeigen-
domsjachtrechtsteisel moet bewaard blij
ven.
De heer Jac. W.elleman Krabben-
lelijke .zeide djat reeds in 1910 dit .onder
werp door een commissie uit de Z. L. Ml.
ernstig is besproken. Een lijvig rapport
was het resultaat. De conclusie van spr.
is nog dezelfdfe als djie van de rapporteurs
van 10 jaar geleden. Wanneer er een
jachtrecht zal zijn, dan moet dit zijn ge
bonden aan den grond en bij verhuring
rechtshalve op den gebruiker overgaan.
De voorzitter zeide dpt het <l;oel
van het ontwerp is1, een' mia,tigen welstand
te behouden. Is dit in het voordeel van
den landbouw?
Wanneer het doodingsrecht ook voior
den verbruiker wordt ingevoerd, zal men
geen mati(gen wildstand' behoud.en.
De heer S. J. Gast Duivendijke, zeide
dal men hier zit om de belangen van
iden landbouw te behartigen en niet van
-de jacht. Wanneer volgens het ontwerp
een jachtaktef 75 zal kosten, kan de
kleine gebruiker deze niet betalen. Spr.
wilde het jachtrecht zoo goedkoop moge
lijk v-oor iederen verbruiker.
De heer G. Vogelvanger, Hulst,
was het niet eens met den vorig'en spr.
Er zal .geen h-aas -overblijven wanneer
geschiedt wat de heer Gast wil.
De voorzitter stelde zich de vraag
of hel niet mogelijk zou zijn, dat het wild
behouden zou blijven zonder i'/en land
bouw te schaden, kan er geen wettelijke
regeling' tot stand komen waarbij de
schade wordt vergoed?
De heer P. Mei is, Oostk-apelle, meen
de dat dp schade niet kan worden gecon
stateerd. Spr. wilde geen jachtact©, geen
open en gesloten jacht.
De heer A. C. de Oude, Zierikzee,
meende ,dat die opfokking van het wild
aanmerkelijk meer kost. dan het voordeel
dat het voor handelaren en bontwerkers!
oplevert.
Die heer F. P. P-ol derd ij k te N .en
St. Joiosland vond dat men' niet in uiter
sten moest vervallen. Bij het pachten van
terrein-cn is men toch vrij' -om dit al
of nijei te dóen?
De heer Pli. J. van Dixh/oprn ver
dedigde de ft- telling', djat het jachtrechfi
niet aan derden moet kunnen worden
oivepgfedragien, tenzij met gjoedkeuriWg van
den pachter.
De heer J a, c, Wi e 1 1 e m a n wees er
op, dat de pachter niét gelijkwaardig)
staét tegenover den verpachter. Dei sjtrijd
om 't bestaan dwingt den pachter. In deze
vergaderinlg spreken de jachtliefhebbers
tegen de niet-j,a,chtliefhebbers.
De heer P. M e-lii -si kalagde oiver het
kunstmatig kweeken van fazanten.
Dé heer J. A. S, n ij de r, Bergen o-pi
(ki'ing Tholen), vroelg wie of! over den
matigen welstand1 zou moeten oordeelen.
Gestemd werd over het principe pf
men vop-r of tégen een' beperkten wild
stand is (met verg|oedin!g| der wild-schadfe).
Er waren 15 stemmen teigten', 12 vopr.
Ui-tgesprofcen werd' het po-rdeel, dat het
grondeig|endiom!s'stelïsël in de jachtwet moét
worden vastgelegd.
Hiennt. kwam' de- vraag aan de orde
of het jachtrecht bij' verpachting pver
mpet gaan van den verpachter op den
pachter.
Déze vraag' werd bevestigend beant
woord. Er waren 22 stenünen voor en
5 tegen.
Vervolgens werden enkele onderdeelen
der wet behandeld.
De heer Jac. W,eIleman was! van
oordeel, dat door het k|onijn tot wildt te
verklaren, de strijd tégen het kobijin wordt
belemmerd.
Bij stemming sprak' men zich met 20—
7 stemmen légen het wetsontwerp en
voor de meening Wellemain uit.
De heer J. A. Snijders' vroeg1 of niet
in de wet zou kunnen worden opgenomen,-
„Ja zeker, goéde vrouw, denzelfden
dag toen hij naar u ging. Toen had ik
met hem te doen in zijn zwarte jasje,
omdat ili toch wist dat al zijn smeëken
hem bij u niets zou helpen. Ik 'wist
bet allang dat de oude Bogjdlan u geheel
en .al in zijn macht had, want Daniël is
zoo dom als boonenstpop en hij' heeft
ons alles verteld hoe slim zijh vader
het bij u aanlegde om de Broekhoeve,
te verkoopen. Ik durfde er Jan niets
van te zeggen, want ziet H, Dahiël
Bogdan Wil met mij trouwen en moeder
heeft mij altijd ingeprent, dat deze
partij ons laatste redmiddel was, als
vader eens voorgoed de oogén zou
si liftten!"
Dé pude vrouw hijef het hoofd op,
alsof zij iets wilde zeggen, maar zij
'be(clWong, zich, otn het jonge meisje
In haar vertrouwelijk ontboezeming niet
te stuiten. Het ergerde- haar toch zeer,
(dat deze rijk geworden d'aglooner zich
verbeeldde dat zij1 slechts eén werktujg
üi zijh hand was voor 'zijh eerzuchtige
plannen
Klein Lceutje veegde de tranen uit
haar oogen en ging voort met haar
arm' hart uit té storlen', af en fio© om'-
aei'hroken door een diepe snik.
v.Ja ziet u„ toen h<jb ik gezwegpn,
want nu vader bijha zijn -gehe.ele ver
dienste vo-or mediéijheh! verbruikt, ié
er dikwijls geen geld meer m buis en
dat is hef eenige kleedje, dat ik hjeb
JUME—atgwueaawjagjii
dat er bepaalde strekèn geen kweek-!
plaatsen vopr schadelijk' wild (b.v. vóór
wilde zwijnen) zullen mioigen wordfen
aangelegd.
Niemand verklaarde zich hierte,gjen'.
De vergaderinjgt s'prak' als haar meeniö|g|
uit, dat de prijzen der jachtacteo in
het wetsontwerp genoemd, te hoog zijft
Wenschelijk is het om onder schadelik
wild ook te brengen glanzen, eenden en fa
zantenVoorts zal onder de oogen' dier,
regfeering gebracht worden pf het mïeji
mogelijk is de eendenkooien af te schftl!-
fen, en zoo- dit niet igjaait, de houders ervan
laansprakelijk kunnen worden gesteld vjppB
de schade binnen bepaalde grenzen dioiotr
de eenden veroorzaakt.
Met het afschaffen van de heerlijke
jachtrechten ging 'men algemeen accoord.
Mond- en klauw zeer.
Besloten werd om* er. bij den minister,
van Landbouw op aan te dringen, dal
spoed wordt betracht bij de besrtuldiee-
ring en bestrijding van het mond- en
klauwzeer.
Dhr. Ph. J van Bixhoorn vrp)ejj(
of bet niet mogelijk zou zijn ,om vee te
fokken dal immuun is voor mond- en.
klauwzeer. Besloten werd de bestudee
ring van deze vraag op te dragen aan
dhr. Zwagerman en dhr Stehouwer.
Hierna werd gepauzeerd en volgde een
besloten vergadering over een schrijven
van den minister inzake den landbouw
raad, over het t en t o on s te l lin gjpf-
terrein over een kwestie met idte N.
U. M. en over leen gedeelte der begrootinjg
(salarissen).
Eveneens in een vergadering met geslpr
ten jdeuren, werd na breedvoerige dis
cussie de begrooting, zooals deze djotope
het Dag. Bestuur is samengesteld, door
hel Hoofdbestuiu' overgenomen, oim aan!
de Alg. Vergadering te worden! aange
boden.
Eveneens wordt de contritmtiere^clin/fij
ongewijzigd overgenomen, alleen is beph^
ten aan ide régeling! ten aanzien van
grondeigenaren toe 'te voegen, dal dfe
minimum-contributie f 2.50 zal bqtfcla-
gen. f
Naar aanleiding van een schrijven vzu*
den minister van Landbouw wordt bésSo
ten, dat een vergaderingi te 's-Graveuhagpi
pver het instellen vahi een landbpuwraail
zóu worden bijgewoond dóór den voor zif
ter en den secretaris'.
Omtrent de te houden provincialeten
toonstelling wordt medegedeeld', dat nóg
steeds geen besluit ten aahzien van hei
terrem is -genomen'.
Bij de rondvraag! brengen de 'neeren
Leenhouts en Vah Dixhoorn de mlaatrei^ek
len in ZeeuwsclüVi'aanidiaren gen oteaeiS
inzake de veepest ter sprake. i
Besldteii w,ordt nu te gpahi de schfajde,
welke in de 300 M. stropk gélédiein! is? Cjü
vergoedin.; daarvoor aan' deh Mipister ajata'
te vraigjen. j i
De heer Been vestijgjt de aandacht! pp
het aanwenden van pogingen om! paarden;
uiitgevoei-d te krtjgen naar België.
Daarna sluiting1.
APOTHEKEN.
Morgen zullen de vóligjebldfe. apfoö^kie®.'
nachtdienst hebbelö, geppeokl z^n:
Middelburg: M. J. v. Pienbroeis,
Vlissingen: S. J. Enge ring. Nieuwsfraak
Te Goéa is Ziandag éa daaraaö vnö»-*
afgaandpn nacht géopeöjd de apoöipé&i' vb®
La Porte.
Ai»ïHie9neiiten Op d& „MfeMelbor^scfea
Gonraat" kunnen worden opgegeven
enzen agent ts:
Vlissingen: Bóekb!a<D^ei G. N., Jl
DS VEY MESTDAGH.
Goes HbeMiacdel P. A. H. PIETER
MAN.
Te*aeuzen: M. DE JONGE.
om aan te (rekken en voor de foegrafiej-
nis heb ik, God weet het, nietsi andeës
dan mijn uitgegroeid aannemingskleeid;
jeMoeder heeft mij' "altijd voorge
praat, hoe- goed' ik' het later met Daniël
zou krijgen, want ik zou mettertijd hier
'mét hem op de Broekhof komen woheö.
Na den Vlag waarop Jan mij: gekust'
heeft, moest ik nog' meer aan hem dén
ken dan vroeger en altijd oim hem
schreien, nraar ik kan toch geen echt
medelijden met hem hebban, Want dtel
menschen vertelden, dat hij! zijh handt
tegen u had opgegeven en u zou gef-
wurgd hebben als Bogdan en zijh
knechts hem niet gegrepen hadden!".
„Wat zeg je daar, kind?" De oude
vrouw was doodsbleek' geworden en van
Iden rand van het bed opgevlogen.
„Maar wind u niet zoo op, lieve
Dat hebben de Bogdan's uitgesitrooidj
vrouw, het kan immers niet waai" zijd 1
opdat Jan voor den kantóhrechter ongeV
lijk zou krijgen I Ik heb het nooit geheel
kunnen ael'ooven ,maar toen Daniël Ë-ioaÉ
dan het mij vertelde heb' ik zulk epn af
schuw van hem' gekregen, dat ik mi|
Wan hém! losrukte en wegrende tatdï$
ik ovei; den tak struikelde. Als1 die er
niet geweest was, dan lag ik reeds lapjg
ergens anders' en Z(>u bet u hier nipt!
Zoo lastig' maken. Mapr heb ik dan geien
gelijk gehad, beste vrouw, en kan de
goedé God mij dit wel alk zo-nde aan
rekenen?" (Wordt vervolgd).