MMiph! M
FEUILLETON.
I IB IS T III.
SU VOEGSEL
KERKNIEUWS.
V/L*
Midd.
fül
8.-
TJtf
Maandag 18 Qet. 1920, &o, 246
De afdeeling Middelburg van den
Nederlandscben 1 Protestantenbond hield
Zaterdag jl. hare jaarlijksche algtemeene
vergadering, waarin de rekening ten ver-
'antwoording van den penningmeester
Werden goedgekeurd.
Besloten werd het 50-jarig bestaan van
Iden Bond bij de eerstvolgende lezing
jwelke op 19. (November p.s, zat wjorden igb-
houden, en waarin dr. J.. P. Cannegieter
als spreker zal optreden, feestelijk te
herdenken.
Tot voorzitter werd gekozen de heer
J. XV. Fransen ter vervanging van den
heer A. A. C. de Mol, die om gezondheids
redenen als zoodanig had bedankt.
Ter vervanging van den heer A. Heij-
boer, die als bestuurslid aan de beurt
van aftreding en niet herkiesbaar was
werd als viee-voorzitter gekozen de beer
H. dë Blouw en als bestuurslid de heer
A. B. Kelder. Deze werd tevens aange
wezen als secretaris in de plaats van
den heer J. L'. van der Harst, die wegens
vertrek naar elders die functie had neer
gelegd.
Aan de afgetredenen werd dank betuigd
voor de in hun functie bewezen dien
sten. 1 i i
o1j i
fDs. Netelenbos en de Jong-
Ge reformeerden.
Zaterdjag werd te Utrecht een ver
gadering van Jonlg-Gereformeerdten ge
houden, onder leiding van ds. J. B. Ne
telenbos yan Middelburg.
Nadfat degenen, die niet uil belangstel
ling en sympathie ter vergadering waren
gekomen, dje zaal hadden verlaten, open
dis. Netelenbos de vergadering ine 5
gebed en stelde vervolgens vast dat men
hier was saamgekomen om d'e vraag te
beantwoordenXVat moeten we na doen?
De Kerk geeft djen jongeren niet wat
ize behoevenj, stond! er jaren geleden in
„Eltheto" het orgaan der N< C. S. -V,
en dit stuk trof spreker, Hij ontwifkkelji
in het kort den loop der jongHglertefi°m
meerden-beweging en noemt als positief
deel dezer beweging dat zij dign nadruk
legt op het 'getuigenis dps Heiligen Gees-
ies in het hart, op het innerlijk gezag van.
Gods .Woord, op de inspiratie als voer
tuig der Goddelijke waarheid^, op het
jethische element in de gereformeerd^
leer en dte eenheid aller Christusbei ij der s
Ais we Jezus Christus in het middel
punt plaatsen, zal die, noodzakelijke een
heid bereikt kunnen worden.
Is nu het positieve beginsel dezer be.
weging sterk 'genoeg om een nieuwe
kerkformatie in het leven te roepen?
Ofschoon dp ze vraag door spreker beves
tigend wordt beantwoord, kan hij daar
toe niet aansporen, d]aar. het tof verbrok
keling leidt. In de kerk aclie voeren
jdjoor de geestverwanten, wijzen op liare
fouten, vereenigen tot een gemeenschap-
pel ijken strijdt d,at zou spreker raden.
Zoo kan men die predikanten in de Geref.
Kerk steunenjr 'dfie niet durven, maar
volgens hun opvullingen naast dis. Ne
telenbos zoudfen moeten staan. Ga niet
uit cie kerk, voor: men en u uitzet. 1
Het is noodag, dat men een vereenigiujg
sticht, die op ruimen christeiijken grond
slag staat. Ledten van andere kerkgenoot?
schappen zoudjen mede lid kunnen £ljn.
Op deze vergadering zou men het initia
tief daartoe kunnen nemen. Tegen toene
mend ongleloof zou men scherpe actie
kunnen Voeren^ evenals tegen scholas
tiek en intellectualisme,en voorts de
eenheid aller christenen zoeken.
Laten we toonen dat een levensbegin-
siel ons voortstuurt. De uitspraak ;4er. Sy
node wordt niet d,oor een groote meer
derheid gesteund. Spr. heeft bijzondjqr
veel sympathie ondervonden en veroor,
deelt het, dat een beslist ChrisJtusbelijder
kan worden uitgeworpen.
Na zijn openingswoord wordt gelegen
heid tot discussie gegeven.
De heer A. Dorst, die zich geestver
want van ds. Netelenbos noemt, is het
toch niet in alle opzichten met hem eens.
De Gereformeerde Kerk kon "niet an
ders doen dan wat zij gedaan heeft. De
Dondtsche leer, als van God gegeven,
houdt men boven alles. Dat is en blijft
hun belijdenis. Een vrijr-gereformecrde g®-
meenle is spreker's ideaal. Een actie
in de kerk kan tof niets leiden.
De heer Aader noemt deze beweging
een onderdeel e.ener ruimere: die naai'
moderner levensfeer.
De heer dr. A. Keuchfeni'us zegt
het dr. Kuyper na, dat het moet gaan van
reformatie tot reformatie. Voor de gere
formeerde belijdeniskerk is de tijd daar
voor gektomen. Een ware belijdenis moet
vrucht van het leven zijn; dat is juist
]an|rlersom in de Geref. Kerk. Het ver
schil tusschen de Apostolische Belijde
nis en de latere is, dat de. eerste meer
vrucht draagt van de werking van den
Heiligen Geest dan de andere, omdat deze
laatste de vrucht zijn van tijdelijke gees
telijke worsteling en dus slechts voor een
tijd bestemd. De kerk heeft dikwijls het
ware geestelijke leven in den weg ge
staan en ook thans Moet stelling worden
genomen tegen het Pharizeisme der kerk.
Spreker zou echter niet aanraden naai'
de Herv. Kerk, waai' hij, evenals in de
Gereformeerde, de Christusbeleving mist.
Wij moeten trachten de beide (Ned. Herv,
en Geref.) kerken tot elkander te bren
gen: de kerkmuren weg, al zal dit nog
niet in de kerken kunnen gebeuren
Hij acht het wenschelijk, deze beweging
los te houden van dte kwes(tie_NeLelenbo&
en het initiatief dus overlaten aan de
commissie die het vorjg jaar een ver
gadering belegde.
De heer Van der Bruggen voelt
veel voor een Vereeniging van christened,
echter breeder en uitgebreider dan ds.
Netelenbos bedoelt.
Dr. C. D. Krame'r van Utrecht be
treurt den slechten toestand der ker
ken, waarop soms zöo scherp, wordt ge-
critiseei'd, zonder dat onze voormannen
daar tegen opkomen en dergelijke scher
pe uitspraken met bewijzen do«ii staven.
Een op te richten vereeniging zal z;ch
niet tot kerkelijk terrein mogen beper
ken, zal dus geen kerkformatie kunnen
zijn.
De heer B. Elffers, van Haarlem,
gelooft dat van een te stichten vereeniging
practisch weinig terecht zou komen. Wan
neer de N. C. S. V. ook niet studenten zpu
opnemen, zou men zich daarbij kunnen
aansluiten.
De moeilijkheden pin to.t een oplpssing
te komen, ziet spreker steeds grooter
woi'den. Zoolang men niet uit de Geref.
Kerk gedreven wordt, moet men er blij
ven, en dan ook iets doen. Wordt men
er uit geworpen, dan niet naar een andere
kerk gaan, omdat dat voor velen geen op
lossing' zou brengen.
Ds. NI e t e 1 e n b p s vat kort de mee
ning der sprekers samen en zoekt ver
volgens een gemeenschappelijken gr,oud
en band. Individueel blijven, staan zal
niets uitrichten. Gemeenschappelijk® ac
tie zal alleen van (eten vereeniging kun
nen uitgaan. 'Aansluiting bij de N, C.
S, iV. zou, wanneer, deze vereeibigftugt
ook niet-studeereniden zou opnemen, kun
nen geschieden. Op het pogeshblik zou
den kleine plaatselijke vereenjjgingten kun
nen worden opgericht, die "door. lezin
gen e, d. propaganda zouden kunnen
makten, Voorts zal een eigen orgaan sa
menbinden.
Dr, Buizer sluit zich bij den heer
Elffers aan. Vopr de meesten is op
het oogenblik de verhouding tot de Ge
ref. Kerk het eerst aan de orde. Het
besluit der. Synode, om allen studenten)
aansluiting bij de Ni C, S. V, te. ont
raden, heeft pr spreker van overtuigd',
dat 'de kerk haar roeping niet meer
verstaat. Het rapport inzake de kwteqtie-
Neteljenbos sluit velen uit de kerk uit
en vppr spreker, die er princip;eel hoor
wordt 'getroffen, is het zaak thans ihfejU
de ikterk te breken, Voor de meeaten zal
overganjg tot de Nad. Herv. Kerk het
beste zijn, al zullen we daar geete eere-
positi® hebben. 1
Wat de idee van een vereeniging be
treft, spreker vraagt of overwogen is
toe te treden ipf de op te richten
ethische vereeniging-.
Ds. Ne telenbos zou persoonlijk
geen bezwaar hebben lid dezer veree-
niginjg te zijn. Hét doel verschilt echter
met het zijne: strijd voeren tegen de
uitwendig doortrekkende macht en de
vorm. Liever zoekt hij1 aamensmeljtihgj
met de N. C. S. V,
Dr. Buizer zet nader zijn bedoPH
ling uiteen.
De heer D o r s t oordeelt het nojod-
zaktelijk, dat althans een begin wordt
'gemaakt, hoe klein dan ook. Er moej
een vereenigjibgl Komen; over karakter
en doel valt nader te redeneeren.
Ds, Netelenbos stelt voor aan de
commissie welke het vorig! jaar Kerst
mis teen vergade ring belegde, het 'recht
te veiieenen bij de ethische rereenih
ging karakter en doet 'te oiuljtu'zoekeu
en daarnaar te 'handtelen, statuten ~pe
piutverpen. enz.
Dr. Keuchenius ziet liever, da(t
beide vere-cni|gjngeïi 'zich eerst constitu
eerden. Hij spreekt zich voorts uit te
gen het verlaten der "Geref. Kerk, omdat
'dit idten schijn zou wekken, dat hij' het
gezag der Synode erktent, wat niet het
geval is.
De heer Elffers stelt voor ban het
voorstel van ds. Netelenbos gevolg te
gieren.
Dr. Buizer weuscht ook ds. 'Ne;te
lenbos als lid der genoemde •homttïï.'Ssie
te benoemen, wat met algemeene toe
stemming der vergtederiingj gebeurt.
Na aanneming van ds.'Netelenbos' voor
stel, beveelt de heer Troost (Zeist)
aan, meer plaatselijke propaganda tema-
'Ken, speciaal" ih den omtrek van-Utrecht.
T (HanUd
sm
Een roman uit Masoereii
door RICHARD SKOWRONNEK.
27).
Malia Rasum liad echter al meer dan
{een hall' dozijn vrijers afgewezen, alsof
Izc op een prins zat te wachten, en ook
burgemeester Bogdan had al een blauw
tje geloopen voor zijn oudsten zoon.
(Maar hij liet niet af en wachtte rustig
ziju dag af. Malia Rasum was met dat
blauwtjes laten loopen al zes en twintig
.geworden en zag er heelemaal niet meer
uit als een jong meisje. En dus dacht
hij dat ze mettertijd wei murw zou wor
den en als Daniël Bogdan eerst maar
eens op de Broekhoeve zat dan zou
jde oude Rasum ook niet meer zeggen:
„Mijnheer. Bogdan, u bent naar wal ik
'zoo van u hooi eeu welvarend man ge
worden, en hel is flink van u dat u
altijd weer hoogenop wilt. Maar ziet u,
ik ben een ouderwetsch man en ik
geloof altijd dat er nog dingen bestaan
(die ook niet met geld te koopen zijn
Dus u zult mij gelijk geven dat ik op
de hoeve van Rasum geen zoon van een
keuterboer zien wil, wanl zooals u weet
ben ik verwant aan de Baginsky's van
'Baginsky en de Skowronneks van Li.sk
en er moet toch nog cenig onderscheid
tusschen ons blijven, die van het begin
af aan op dezen grond gis heeren ge
woond hebben en u die vroeger onze
daglooners geweest zijn."
Daarop was de heer Bogdan 'niet op
gestoven maar had doodkalm geantwoord
„U hcbl gelijk, mijnlieer Rasum. als
u zegt, dat uw voorouders heeren ge
weest zijn en de mijne daglooners. Ik
zelf heb nog op de Baginsker hjoeve
gewerkt voor zes zilver grjoschen per
dag en de kost. Toen heb 'ik met de
weduwe van Jan Zeek zes morgen land
getrouwd en ik ben keuterboer ge
worde n. Nu ben ik g rob te boer en bur
ge meester in Baginsky en als ik er zpi
in heb kan ik het lieele dorp ujlkoo-
pen maar ik wil niet, want al dat land
■is maar een last. Dus zeg it maar,
uw voorouders zijn misschien ook in
't klein 'begonnen zooals ik, het ver
schil is maar dat zij het vroeger ge
daan hebben. En dat u, mijnheer Ra
sum, dit onderscheid misschien n.et
meer zoo groot zal' voorkomen, als ik
u verder ze dat de oude vrouw Baginsky
mij met alle geweld de Broekhove
verkcopen wit en ik hen niet ongenegen
daar mijn oudste zoon Daniël nog eens in
te zetten. Maar tusschen uw acht honderd
morgen en d;e Broekhoeve zijn maar een
paar nietige eigenaartjes uit te koopen,
en dat lcöst mij maar een handomdraaien
wam ik heb hun al het geld! op laatste
hypotheek gegeven, waarvan ze menig
maal niet dje rente betalen kunnen. j
Dus wilde ik maar zeggen als d,e jouge
lui trouwen zoud,en dan hoefde u met uw
vrouw niet eens naar het opkamertje te
verhuizen, maar jullie konden lot aan je
diood toe hier blijven wonen tusschen
je vier muren, want dje jongelui zouden
op de Broekhoeve kunnen wonen. Maar
ik wil vandfaag op alles wat ik mij veroor
loofd heb te zeggen geen antwoord heb
ben. Denk er eens over na, mijnheer
Rasum. en als ik het met mijzelf óver
(d(e Broekhoeve eens ben géworden of
Het synodaal rapport inzakte
ds. Netelenbos*)
i In het in druk verschenen officieel©
rapport der synodale commissie uit de
Gereform. Kerken (een stuk van 27 pa
gina's) wordit o. m'. een overzicht gege
ven van d|e uitlatingen van ds. Netelen'
bios dïe die commissie niet bevredigden.
Uit al d|eze uitlatingen van br. N|.
is het dfer Commissie, en zij verklaart dit
met groote djroefheid, duidelijk geworden
dat zijn gevoelens in strijd zijn met dö
Nedjerl. Geloofsbelijdenis, en wel:
le. met hetgeen art. 5 der Belijdenis
zegt: „En wjij fgelooven zonder eenige
twijfeling, al wat daarin begrepen is",
daar door hem: sommige gedeelten,1
Wegens plaatsgebrek in ons vorig
nummer aangehouden.
ik die zal koopen of niet, zal ik mij bij
gelegenheid eens weer aanmelden. Wilt'
u ook' djan nog niet, dan is het ook nog
niet erg, want u moet weten, mijnheer
Rasum, djat ze achter Lyck, in Chrosziel-
len a(an mijn zoon ook een erfdochter
willen uithuwelijken. En ik ben alleen
daarom maar hij u gekomen, omdat mijn
oudste jongen zich die Malia van u nilj
eenmaal in het hoofd heeft gehaald.",.
Zoo had de heer Bogdan toentertijd
gesproken, bescheiden en zelfbewust te.
gelijkertijd en met 'n verstaMdilsjaanwijzen
zijn van alle voordeelen, en de oude burti
genieester Rasum had! een peinzend ge
zicht gezet en hem dp eer bewtezen hen^
(bot aan dte huisdeur te begeleiden. Daar
lag weliswaar dje schoen van Malia met
die punt naar buiten gekeerd, als teeken
dat ook zij van het aanzoek niels wildje
weten, maar dje heer Bogdan deed alsof
•die heelemaal niet zag. Hij was een gei-
huldig man en hij kon wachten. Als hij.
over een paar jaar terugkwam', wees de*
schoen misschien met de punt het huis
in. En zijn oudste jongen had hij bij
zijn thuiskomst dadelijk aan het verstand
gebracht d|at dat geloop naar de hout
vesterij van Dlugossen nu éten einde
moest nemen. Maar de jongen had. God
zij geklaagd,' geen greintje verstand .vtef
zijn vadpr geërfd en zoo kon hetnog
wel eens gebeuren ,dfat hij op een mooien
dag aan de lange vlechten v,an die kleine
jhoutverslersdiochler hangen bleef en niet
weer loskwam!
Dat zou dien Duitschen hpn^siiijdeit
wel aanslaan! Den oudsten zoon van
den heer August Bogdan in te pikken
en van zijn geld later lekkertjes te
gaan leven. Het meisje) zelf stak de
neus in den windt en gaf niet veel'
djer Schrift niet aanvaard worden, gelet
op zijn opvatting van Gen. 2 eb- 3;
2o, |net hetgeen tevoren, in art. 5 word't
uitgesproken„ons geloof daarnaar te
reguleeren, djaamp te gronden en daar
mede te bevestigen", waar hij zijn ge*
loof niet gróndt op de Heilige Schrift,
dioch op zijn ervaring;
3o. met hetgeen in art, 7 wordt ge
zegd: „Daarom verwierpen wij van göït-
scher harte al wat met dezen onfeilba-<
ren regel niet overeenkomt gelijk ona
ide "Apostelen geleerd hebben. zeggende:
(Beproeft dp 'geesten, of zij uit God zijn
(1 Job. .4 :1). Ingelijks: Indien iemand tot
uliedien komtl en deze leer niet brengt,
lontvangt hem niet in huis" (2 Joh. 10),
daar hij degene, die een ajndere, met
de H. S- strijdende leer predfkt. iioch'-
thans voor een Christen houdt:
4o.. met d(e gansche opvatting der Be
lijdenis over die 'Heilige Schrift, omdat
br. in zijn uitspraak, djat de H,'. S. in den
vorm feilbaar is, een tegenstelling maakt
welke de belijdtenis niet kent;
5o. met hetgeen in art. 37 der Belij
denis en Zondag 4 v.an den Catechismus
omtrent de eeuwige straf wordt geleerd,
omdat hij aanneemt ,dat in de H. S. naast
de erkenning dier straf deze eeuwigheid
der straf wordt geloochend. Hierbij zij op
gemerkt dat br. N'. op die vraag, waarom]
hij in dit punt geen gravamen tegen cïe
Belijdenis had ingedienct, antwoordde, dat
men niet om alle dingen gravamina kan
indienen.
Doch niet alleen gaan d'e (gevoelenSj
van br. N. in tegen hetgteen onze 'Ketc
ken uitdrukkelijk in onze Belijdenis heb'-
hen uitgesproken pnaar zij zijn naar het
oordeel van uwe Commissie duidelijk in
strijd met hetgeen Gods .Woord ons leert
lo. Wat betreft de Schriftopvajtting
van br. N. en zijn ontkenning, dat de
vorm en inkleeding der H. 9|. ook \ge<
inspireerd en dus onfeilbaar is, oordeelt
uwe Commissie djat deze gevoelens ingaan
tegen hetgeen dp H. S;. zetgt in: 2 Tim).
3:16: „Alle Schrift is van God] inge
geven"; in Math. 5:18: „zal er niet een
jota ,noch een titel van d!e wet voorbij-
gaan", zie Lukas 17; in Joh. 10:35: „In.
'dien de Wet die Godten genaamd heeft,
lot welken het woord Gods geschied is,
en de Schrift kan niet gebroken worden",
én het zooeven reeds genoemde beroep
van Christus op het O. T, in Math. 22:32
en 42—45.
2o. Wat betreft zijn opvatjing van Gen..
3 is duidelijk aai o'jeze ingaat tegen 2
Cor. 11:3, waar die apostel zegt: „Doch
Ik vreeze, djat niet eenigszms^ gelijk de
slang Eva djpor hare arglistigheid bedro
gen heeft etc."
3o. Wat betreft zijn verklaring van het
spréken van Bileam's ezelin, wijst uw
Commissie naar 2 Petr. 2:16, waar we
uitdrukkelijk lezen: „want het jukdragen-
'cïe stomhite dier, sprekende met mteb-
schenstem, heeft des profeten dwaasheid
verhinderd".
4o. Wat zijn ontkenning van het won-
idler in die historie van Jona betreft, ziet
uw Comtahssie strijd1 met Math. 12:40.
„Want gelijk Jonas drie dagen en dries
nachten was in djen buik van den walk
visch etc."
5o. .Wat zijn verklaring' betreft, dpt
iemand heiden kan zijn met het hoofd èn
Christen met het hart, oordeelt de Com'
missie dat dit gevoelen lijnrecht ingaat
tegen 1 Joh. 2:22, 4:2, 3;
6o, Wat zijn opvatting van 1 Cor. 15:28
betreft, waaruit noodzakelijk voortvloeit
d'at God twee tegenstrijdige diingen zout
hebben geopenbaard, is uw Comm. van
meening .djat br. Nt op dit punt in strijd
is met die waarachtigheid Gods, Bom.
4:3, en met hetgeen de apostel Paulua
uitdrukkelijk in 2 Cor. 1:18—20 leert.
I Uit alles' wat tot d,usverre genoemd
is, zal duidelijk zijn, waarom uw Com
missie zoo pas opmerkte ,dat de uitspra
ken, dite 5de verwachting wekten: dat br.
N. met dp "Belijidienis instemt, greoten-
dieels baar waarde verloren door hetgeen
tater djoor dezen broeder is; verklaarófc-
Het is uw comm'. een redpn van groote
droefheid te moeten verklaren, dat fcr.
N. meeningen voorstaat ,die de autoriteit
van het Woord: Gods aantasten, waardoor,
trip zekerheid des geloofs ten etenenmalei
ondermijnd wordt en dp vastigheid der.
hope teloor gaat. Zijn gjevoelens acht zij
ten zeerste schadelijk voor het leven defej
gemeente dps Heeren, ten zij' is eenparig!
van oordteel dat deze br. als dienaar
des Wloords niet kan gehandhaafd' blijven.
Hoe gaarne zij hem had; willen behouden!
voor onze Kerken, en hoezeer het haar
leed doet, zijn afzetting te moeten wetti
gen, kan zij om' de eere des Heeren, niet'
andters, omdat zij' de autoriteit der Heilige
Schrift boven alles stelt en aan daU
Wöord Gods op geen enkele wijze af
breuk mag gedaan worden.
g m
Aan hetgeen De Zeeuwsche Leeuw me-
detdjeelt uit htet Kerkrechterlijk deel van
het rapport, ontleeneh we dat daarin het
gedrag der classis-Middelburg tusschen Ju
li 1917 en Juli 1919 hteel scherp Wordt
afgekeurd. Eerst bleef die classis' „in
gebreke", nauwkeurig te formuleeren,
welkte gevoelens van ds. Netelejnbos fya-
re bedenking opwekten. Toen schjorschte
ze hem met een schorsingi, die in ons
„kerkelijk leren to;t dusverre volstrekt
onbekend was", omdat ze „een louter
preventief karakter droegj". „Kerkelijke
quarantaine pf preventieve hechtenis js
een onding! in ons Gereformeerd Kerk
recht", De classis zejgjt het rapport reu-
der had- dan ook haar „onwettig be
sluit" moeten „terugnemen.", in plaats
van het nader te gaan verklaren, om het
goed te praten. t
De Synode van Zeeland' „zondigde evenH
zeer tegten ons Kerkrecht. En, als later
Kerkeraaad en classis zich aan het besluit
der Synode „conformepren", dan „blijft
dit een onjuist besluit". Toen de Ker-
keraad van Middelburg echter tot twee
maal toe de schorsing van' dfs'. N. terzijde
legde, had hij gelijk.
Tegen de tweede „fase" der proce
dure heeft het rapport „niet zulke ernsti
ge bedenkingen als tegten de eer site."
„Niet zulke", maar toch ernstige be
denkingen. De classis heeft zich „Wet
wat heel spoedig be weden gtesteld ntef
de eene uitlating van br, N. oyer het
Hooglied, als bewijs van zijn afwijking]
van art. 4 en 5 der Belijdenis". Ook'
spreektt de commissie, die het Synodaal
rapport opstelde, ,,er haar leedwezen over
uit, dat niet terstand door den kerker, in
zijn schorsingsbesluit nauwkeurig werd
omschreven, waarin deze afwijking be
stond!"
om hem, maar de moedei' zat er achter
en praatte de .dochter dagelijks voor
wat ze zich al nle,t vojor moois zou
kunnen koopen, en dat ze dan alle
maal voor hun lieele leven verder uit
de zorgen zouden zijn. Mjaar den jon-
,bn praatte zij in het hoofd, dial haai'
dochter recht pp hem had. En die
Loofde dat waarachtig ook, want liij was
haast wel zop dom. als hij lang was,
en dat wilde wat zeggen, claar hij bijna
zes voet haalde. Dus moest hij als va
der voor hem denken, en een macht
woord gebruiken voor het te laat was
Maai' D,aniël Bogdan hoerde zijn va
der rustig aan, gaf hemf in alles gelijk,
en denzelfden avond zat hij toch weer
in de mooie kamer van het ho.ujtrestersH
huis, zag zwijgend toe, hoe Leenjtje
Holder het vlas met baar fijne vinger
tjes zat te spinnen en li©t zich door
de -moeder net zooveel uithopren als
zij maar wilde. Alleen kWam hij' tegen-
Kvoordig in 't geheim en gaf bij zijn
vertrek aan het personeel in het hout
vestershuis geld, opdat ze over die be
zoeken zwijgen zouden, want zijn va
der was niet te vertrouwen. Die was
wel zoo handig om' bijv. in het voorbijrij
den op den landweg den knecht ,uijt
het houives'tierslims aan lie honden en
zoo bij Zijn neus langs te vragen:
„Zeg, kpmt mijn Daniël uojgj altijd' bij'
jullie op bezoek?".,...»
Daar moest je dus bijtijds rekening
mede houden en opk thuis iederen keer
vóór het weggaan een geschikt praatje
bedenken. Want zóó dom als zijn vader
'geloofde was Daniël toch nog niet hee
lemaal en als zijn eigjen vernuft niet toe
reikend was, vroeg hij zijn aanstaande
schoonmoeder oni raad. Hij had het
In hetzelfde blad wordt er aan her
innerd dat de heeren 'ds, Brnssaard en
dr. Geelkerken er de Synode op wtezeh,
dat ds. Netelenbos niet eetts wachtgeld,
werd verleend tot aan het samenkomen,
der Synode, en 253 lidmaten van de
Geref. kerk van Middelburg verzochten
de Synode, een zoodanige beslissing te
nemen, dat alsnog aan ds. N. het ingehou
den traktement werd uitbetaald.
Beide verzoeken werden in den vol-
sten zin van het woord afgewimpeld. Zoo
als een kwaadaardig" schellemeijsje een
fatsoenlijken bedelaar de deur voor den
neus dichtsmakt. zoo- antwoordde op die
twee adressen de Synode. Ze nam Ze
„voor kennisgeving aan."
Waarom?
Omdat „br. Netelenbos zelf in zijn be
zwaarschrift dit punt niet noemde."
O, zoo
Dus over de al of niet rechtinatigliOidl
van het verzoek der beide adi'essien oor
deelde de Synode niet. Ze vond dat,
zej ze., „niet raadzaam".
zich nu eenmaal in het hoofd gezet, dat
de kleine Lena van den houtvester zijn
vroü wmoesl wordendestijds toen hij' bij
gewoond bad, dat zij fop Palm-Zondag
in de kerk bevestigd wras. Te midden van
meisjes die alle bijna een hoofd! groeier
waren, zag zij er uit als een engeltje
dat in haar wit kleedje regelrecht ujt
den hemel was neergedaald, En toen zij
voor hel altaar trad en met haai' fijn
stemmetje haai' geloofsbelijdenis' opzteide,
toen was het over hem gekomen en het
had hem sinds niet meer losgelaten. Sinds
dezen dag was hij begonnen met des
avonds naar Dlugossen te gaan, den hput-
vestei' Holder geduldig aan te hoorten
,als die over zijn tallooze ziekten vertelde»
en de middelen die hij ertegen gebruikte
en daarbij af te wrachlen dat eindelijk
de deur openging en kleine Leent]® zich
met naaiwerk of het spinnewiel aan tafel
zette.
Dan keek hij met zijn groote r;ondc
'oogen ernstig naar haar en was tevreden,
al lachte ze ook óm! hem en al krulde
ze ook menigmaal haar kleine neusje
als hij zich voor 't bezoek juist eens erg
mooi gemaakt had, zoodat hij hij het uit
gaan dacht dat ihij haai' nu wel beval
len zou. Eindelijk zou het toch wel zoo
komen als hij het zich had ingedacht,
want haar 'moeder was op haar zijde en
hielp hem. En zijn vader liet hij maar
rustig praten en voor hem aanzoeken
doen. Met geweld kon die hem! toch
niet voor het altaar slepen en vrijwillig
ging hij toch hiel.
(Wffogdf vervolgd)