FEUILLETON. T T W E D Ei B L!A B De Spoorwegdienst, es Tlissingen als aanioophaven. E, tr ■»»- - i"- Zaterdag 18 Sept. 1920, no. 221. ^-VAS BE V o o SEESMS j VAN Toen in Maart jl. fde heer Kaliff de moest invloedrijke der directie urerj van de Nederl. Spoorwegen, in antwoord op het openlijk1© schrijven vam mr. E. Fokker, zijn drijven tiaar ,een verplaat sing van de „Zeelalnd" van Vlissimgjen naar den Hoek van Holland verdedigde, heeft hij daarbij, behalve de jjrgumeiiten van besparing in ëxplojtatiekosten en van de noodzaak voor Duitschland om' zpjo> veel mogelijk iederen treinkilometer te bespiaren, ook het volgende aangevoerd, dat éen verdere strekking heeft dan de ZeelandkWestie, en dat in het algemeen Vlissinjgen als ha vein betreft „Wie in dé laatste maarideni heeft er varen hoe de Entente werkt om alle verkeér naar het .Oosten vani Europa te trekken langs zoovéél mogelijk Zuidelijk gelegen lijhen, mét vermelding van Duitschland, en hoe zij moeilijkheden in den Weg' légt ten aanzien van aansluitin gen en doorgaande rijtuigen, aan wie daaraan niet méér zou willen doen, weet maar al te goed, dat tégénorér derge lijke pogingen hét eenige tégénwicht is onze verbindingen te zoeken tanigs Ide kortste lijn en zooveel doenlijk gébruik te maken van de geoigraphischp ligging, Waaraan noch Entente, poch mr. Fokker, iets veranderen kan. "Wij moeten ons ver keer bedienen over een zpo Noordelijk impigjelijk gelegen haven, d. i. in dézen Hoek van Holland. „Teg^nlover dat alles, zoo vervolgde de heer Kalff, staat uitsluitend het be lang Van de stad Vtissiinlgjejn." Dat was onvolledig. Er stond, ejn nog nog veel méér: er staat pöjg héél wét anders tejgenover. i We herlialen dat we het nu niet heb ben over de maatschappij „Zeeland", maar over de beteekenis van de haven van Vlissingen, in 't bijzonder, wanneer de 'buiiteihhaven volgens de nu aangenomen plannen zoodanig zal zijta vérgroot en verbeterd, dat zij alleszins' geschikt is als aanloophaven voor liét snelverkeer. Dat laatste beteekent dit: d.at zij' dan voor de groot© atïantische stoomvaartlij nen zal kunnen dienen, om passagiers en post te ontschepen, die dan zoo spoédig mogelijk' verder Europa in ge voerd moeien kunnen wjorden. Daar zitten dus tén opzicht© Van snelle spoorwéjg|vielrbindin)gén, bellangén in. die parallel Loopen met die van de Zeeland. En daarom hééft dat betoog Van den heer Kalff in zijh. polemiek betreffen de dé „Zeeland" déze Waarde, dat zijl ook aangeeft hoe "hij denkt over de sploor- Iwégvtejrbindinigen van Vlissingen in he|t algemeen, speciaal wat het achterland, Duitschland, en ook' België betreft. Wé wéften hier maar al te gloed dat -de vérkéerspblitiek onzer spoorwegdijréc-1 lies thans niet géricht is op béguPsjti- gimjg van Missipgpn- De sneltreinen van uit Vlissijngën worden nu Oostwaarts en Zuidwaarts voorbij' Roozendaal gestremd in boemeltreinen of in langdurig wach ten biji overstappen. En daarom is 'er aanleiding toe het aangehaalde argument vah den hjeer Kalff nogl ééns nader te herzien, te meer ■omdat dan ook de 'béjzuinigfenigskwestie in éep ander licht komt. De heer Kalff heeft deze fout begaan dat hij wèl het nationale element in de verk^erspolitiek der Entente z,ag, maar dat element hij idle anderen negeerde. Hij Vergat hét voor Nederland, en be ging dard-opr le dé rérgjijslsipjgj, dait 'hij ju£st in den tijd, waarin Nederland tegenover België het behoud der Westér-ScheldO te verdedigen had. kWam aanzetten met ejeh plan, dat er veel op leek of Wij reeids bij voorbaat ejejn onzer grootste belan gen aan dep Scheldembnd daarvan wil den iterujgtlliekkën. En '2e négeerde hij 't Néderlandsche belang] zoozeer, öjat zijtn. spO'Orweg'politiek 'geheel gaat langs .hét nationale belang dat Nederland daar in Vlis'singjen heeft, omdat Idie haven zoo vlak aan zjeje, zulk een gewichtige scha kel kan vormen in het gepote internatio nale velrkeer. En hij vergat liét voor de Duitschers, die toén reeds', maar na dien tijd noig méér, in de Enjtenfel^nlden een beje g|e'nin]g onderbonden, welké hen de zeer natuurlijke neiging gpeft, om bij. het hjer- s|tel van hun internationaal verkeer vóór allés lp trachten de Entenjte-laniden le. vermijden. f Dat is zoo duidelijk dat het weinig toelichting behoeft. Zie eens naar Antwer pen, naar heel België. Al Wat Duitscher is, werd er uit gegooid. Alles' wat ook biaar eenigszinsl Duitsch-bésmet is, Wordt er uitgedrongen. Zie eens naar Frank rijk, hoe daar alles wordt gedaan om de Duitsche invloeden te Weren. Denk voor al ook den overal in Duitschland gècion- stateerden zeer sterken haat tegen de Franschen als1 gjevolg van hun felle drij ven tot volledig uitvoeren van het harde vredesverdrag. Meent ge dan dat de Duitschers! 'bij den nieuwen opbouw van hun internatio naal verkéer, zullen toegeven aan den door den heer Kalff genoemden drang der Entente om alle verkeer naar het Oosten van Europa te trekken langs' zoo veel mogelijk zuidelijk gelegen, dus Fran- sche lijnen? Zullen zij, indien zijr leans zien om het bovenbedoelde snelverkeer over een neutraal land te leiden, niet hun krachtiger) medewerking verleenen, om de (moeilijkheden te vermijden, die de Entente volgens den heer Kalff op werpt tegenover ieder die niet wil mee doen aan haar pogingen om' het verkeer voo veel mogelijk öVer Zuidelijke lijnen te trekken En gesteld al. djat de Entente het aan onze spoorwegdirectie zeer, moeilijk maakt ten aanzien van aanfluitingen en doorgaande rijtuigen, wanneer zij niet meédoet aan die Entente-politiek om het groote verkeer naar Frankrijk te concen- treeren, hi'ag djat feit djan wérkelijk zoo overwegend' zijtn djat wij daarom' ons inbeten terugtrekken 'naar een zóo Noor- Üerlijk Pibgelijk gelegen haven, in déze: Hoek van Holland? Moéten Wij Werkelijk vfoor d'at drijven 'der 'Entente zot> diep jbukkén, d,at wijf niets mogen doen om een deel van djat groot verkeer ook naar ons land' te leiden, en den Duitschers feen route over ons land te geven, iriplaats van een weg door de Enten te-landlen dien zij wenschen 'té vermijden? Want wij bukken daarvoor, indien wij onzen 'spoorwegdienst uit zorg voor die verbindingsnibeiiijkhed.en der Entente, zoo inrichten .djat niet dfte haven bediend wordt, welké, zooals Vlissingen, wèl in staaft: is. en zelfs het meest aangewezen is om oi'et de lijnen djer Entente te con'curree- ren; maar integendeel het verkeer leiden naar een Noordelijke haven, opdat de En tente toch maar .géén boos gezicht zal zetten. Dat is allesbehalve fier. en bovendien een schromelijke miskenning van de be. teékénis, die het Duitsche achterland voor ons heeft. De toestand is nu zoo djat transatlan tische lijnen op Z. en N. Amerika en Z. Afrika, die reizigers en post voor Mid den en Oost Europa aan "boord hebben» zich richten naar de Fransche Kappal1- havens Boulogne en Calais, zoodat djie Een roman uit Masoeren door RICHARD SKO.WRONNEK. 16). •II Dien zelfden dag nog, vervolgde Jan den weg die naar ""Baginsky'3 hoeve voerde. Samuel Guzek had hem op de armen van het eiland afgedragen opdat.zijn met moeite gedroogde kleeren in het moe raswater niet opnieuw nat werden^ en j1' ,v, as nog een eindweegs' mee gegaan totdat Jan den juisten weg niet meer missen kon. jij11 ('en rand van het broekland hadden ze afscheid genomen en de oude man was naar zijn veilig kwartier te ruggekeerd om onaan'géname ontmoe tingen te voorkomen, Zijh vrijheid was nu een dubbel kostbaar -goed want Mij had Idie npodig voioir zijn jongen, mees ter. Waarom zou hij dan onvoorzichtig zijh en 'bij een toevallige ontmoeting met' een gendram of grensjager dfe begeer te bij zoo iemand opwekken -om zich met Samuel Guzek's lange beenen in een wedtoop te begeven. -Er kon im mers wél eens epn nieuweling ~h5j zijn die nog niet uit eigen ervaring de nutte passagiers en'post per trein verder Euro pa ia vervoerd kunnen worden. En omgeklejerd bestaat er voor derge lijke lijnen gelegenheid om. na het ver trek der booten, speciaal uit de Duitsche havens, nog per ü-ein passagiers en post na te zenden, die dan in die aanloopha vens van :t Kabaal aan boord génomen kunnen worden. Maar lég nu eens een kaart vopr u en vraag u dan af, of idie rol niét evenjgoied' vervuld kan worden dppr Vlissingen, dait ook nog tot de Ivanaalhavépis' gerekend kan worden, dat in 'iedér geval slechts! weinig verder ïs gelegen, en waaraan door de Duit sellers zeker de voorkeur zal 'worden gpgéven pm' die nationaliteits'i reden, mlftsde spoorwegdienst naar Cenjtraal Europa snel is. Die taak kian nipt mét dezelfde cpP- 'currentie-mogelijkheid wprlden ovepgéno men door Hoek van Holland, juist omdat het zopvepl verder Noordelijk ligt! En nog minder door Rotterdam, dat evenals Adjfcwjerpen ho répdien npg een - tijdrppi- Vpnde rivierVparjt vordert. r i Voor Vlissiragfetf bégtaat de miogelijk- lieid om idiadielijk van uit zée pan te leg gen. thans reeds. En als de 'buitenh|aven vergroot is, zal dat aanleggen .met grooter Igériéf kunnén! (gjeschieden. Maar de snelle spoorwegverbindingen bestaan niét. Én van een neiging bij' de spoorwegüi'reqtie om aan Gissingen idje MerbjflRingién te jgeven, is niets te be- speuren, hoewel tegénover deze algemee- ne béteekenis van Gissingen als aan loophaven die bezuiniél'njgjskwestie, wel ke vóór de vei-plaaftsing10ier Zeeland werd aan'g)evciérd, in een heel' anlder licht ver schijnt. Want dan behioéft ide rendabjli- Iteit van een trein niet meer berekjend jte Wordén alleen naar "het vervoer op Engfeland. Wat aan dit betoog' négl een krachtige versterking igeeft, zijn de stemmen uit Duitschland zelf. I Bij de reis die de burgemeester van Ylissiingfen meft frislschetn aanpak, in de vorigé maand naar "Duitschland mapkté om de bèlangén va]n die haven te beplei ten bij dé groote Duitsche stoomvaart maatschappijen, Wéék duidelijk dat men Idaar ide beteekenis van Vlissingén als aanloophaven voor snelverkeer erkende, juist in concurrentie met de Kanaal- havens. Men kende daar, bij ervaring, de lange lastige reis de bochti|gé Schelde pp naar Anjtwerpen mét de gevaren van nog meer oponthoud bijl mist. Men wist daar dat 'de VtiSsingschp harén ïjlsvrijl is, en g'roojte véilijgheH heeft bij het binnen varen. En nu Antwerpen ook! om die na|tionaïilieijtsreden is uitgesloten, éntrou- wéus de a njti-Duitsche stemming in Frankrijk en Bélgië de Duitsche scheep- vaarftm'aatschappijèn uit dej Fransche en Bélgisché havens weert, vond; het denk- beéld om Missingen als aanioophaven te gébruiken aandachtigé overweging. Maar telkens' Werd er op gewezen, dat er dan dient gézbiigjd te wprden voor een véél snellere spoorwegverbinding met Mis'singlen dan er nu bestaat. Er zijn nog véél méér kanten aan de" kwestie van Vlissingén als aanloophaven. Mapr wé hébben gemeend oins nu te moéten bepalen tot die spoorwegverbin dingen, omdat die een eisch van den eersten rang' vormen, wil men vbn Mis- sinigen miakèjn Wat er door zijn liggjinig van ,té makén is. Het is ,h éusch niet alleen een Mis- singsch belang' Waïméér bevorderd wordt dat niet alleen in het centrum' van hiejt land, maar ook' in de uithoeken, de wel- vaartsfactoren ontwikkéld Worden, die er door de geografische ligging aanwezig zijh. i loosheid van zoo een vêrvfojging inzag; en dan gaf zoo iets maar onnbojdige ergernis en een paar dagen onrust, totdat ook zoo'n nieuweling zich erin schjkte. dat S&muel Guzek in zekeren zin het recht bezat zijh straffen alleen bij wintertijd uil te, zitten. Dat zijn heer hem nog heden noodig zou hebben dat wist hij. Nu iging deze met Lange schreden heen en de weeke grond veerde onder zijn voetstappen, maar des1 avonds zou hij langs denzelfden weg terugkomen, moe de e^Bfet hangende ledematen en hij zou aan den oever van het meer roepen: „Kom, Guzek, hbeste kerel, help me naai de overkant! Je hebt gelijk géhad, ik bad mé den gang kunnen besparen." Hoe weinig Kende deze jongen zijn moeder, dat hij zich kon verbeelden, dal hij met een enkele liefkoozing kon uit- Wisschen, Wat zoo vast bij haar stond als een Évangélie? Maar dat was' nu een- imaat'het recht vau de jeugd, het; onmoge lijke voor mogelijk te houden en met hel hoofd tegen den muur te loopen terwijl de ouderen dit verméden. Hij moest dan maar gaan en een blau we plek oploopen. Als het dan later tot een proces kWam, was' er hem niets te verwijten. Dan kon hij niet zeggén. ik had liet mét moeder toch liever eerst in der nftnne moeten trachten te schik ken. misschien als ik eens heel kalm Imet haar gesprokén hadEn jij' alleen bent de schuld, dat ik1 nu in haat en vij wederom vanwege 't Opgravingsfonds der Nederlandsche Anthropologische Vereeni- ging onder leiding van Dr! Holwerda, di recteur van het Rijksmuseum van Oudhe den, ondernomen, hebben thans tot zeer beliapgrijkè uitkomsten gëleid. Vastge steld wérd dat een tientaljaren na helt begin onzër jaartelling hier door de Ro meinen een kamp van vrij gr-oo;ten om vang is gebouwd, waarvan dé gracht op verschillende .plaatsen Werd weergevon den. Op hetzelfde terrein is' eepige tien tallen jaren later waarschijnlijk een klei nere Romeinsche vesting] aangelegd, uit hoiil en aarde gébouwd. Ten derde male is tegen den tijd dér Ahtonrjhen een der- igélijkö vesting: aangelegd, nadat mén eersft hét terrein met ruim een metër leem had opgehoogd. Déze laatste vestinghadl eed steenen muur en een breede gracht, welké ten deele jd'oor de vulling, van de gracht van dé vrpqlgére vesting héén is Sgégravep. Van deze beide Laatste ves tingen die olnigjeveer een gélïjkèn omvang hebbén gehad, kon ;de omjtrek reeds Wor den vaS|tgé:steld. Bovendieini werd gecon- sjtateerd dal er buiten deze miü(tati-e wer- ké'n zooc.-él' in vroegereh als in lateren tijd nog één burigerlijke jnedérzetting mbef hebbén gjbjcgen. 1 Zoo zal men mogén verwachten dat bij Voorftgjézét |onjderzoek het volgend jaar hier een belangrijk stuk geschiedenis dep Romeinen in ops land Vopr den dag zal komen. KUNST EN WETENSCHAPPEN. Onitjgra vingen te Vechten. De opgravpigbn te Vechten, dporden oorloiga(fcojestand onderbroken en dit jaar andschap moet opvorderen, wat ze mij misschien vrijwillig zou gegeven hebben. Dus was het het beste, dat hij maar zelf leerde inzien dat hij zijn erfdeel alleen door de gerechtszaal bereiken kon. Dat hij standvastig zou blijven als zijn moeder misschien met bidden en smeef- ken begon, daar had hij; in dezen nacht al zijn voorzorgen voor genomen. Gis teren was dat mis'schien nog mogelijk geweest, maar vandaag niet meer! Na dezen nacht was hij voor altijd be dorven voor het schoolmeestersambt. Zoo in gedachten verzonken liep Sa muel Guzek naar zijn hut terug, van öjd tot tijd voorzichtig pm zïch heen spiedend' als een hertebok. die na dé overwin ning het bosch intrekt. Toen "hij zich in zijh lange pels gewikkeld op de leger stede uitstrekte om de verzuimde nacht rust in te halen, vloog er over zijn hart gezicht een tevreden glimlach. Nu stonden moeder én 2o(on tegen over ejkaar en nu nam hij, Ghzek de khecht, wraak voor de wolorden„Wie ben jij, dat je zoo tot hiij durft spreken? Dat je zegt, dat wij voor de rechters geen recht hebben gekregen?" Langer dan een menschenleeftijd had 'hij zijn heer trouw ge'dienfd, Imet hem hon derden malen gevaren doorstaan en goe de en slechte^ dagen met hem meege maakt. Zoolang" er Baginsky's waren had den de Guzek's op de Broekhoeve als- knechts gediend en nu moest hij zich van deze hoeve laten jagen als een] sfchurf- "Nede-rlan'd in Oorlogs- t ij' d. U i t g. E lis e v iér. Dit m'ooie herinneringswerk is nu com pleet, en we herhalen wat we al vroeger schreven: als'de eerste afleveringen niet begonnen waren met de toen al zob vaak in beeld en woord gebrachte militaire zaken miaar vooropgesteld hadden de in de latere aileveringen opgenomen, zeer belangrijke artikels in foto's over Neder- land's internationale positie, en over de economische crisis over het geheel maat schappelijk leven dan zou reeds! van den aanvang af met nog meer nad'ruk- zijn gezegd: wie voor zijn verder leven en voor zijh kinderen een blijvende her innering wil hebben aan het vel,e mérk- waardige dat wij' ook hier te lande mee maakten, vindt daarvoor éen kostelijk voorbeeld in dit Werk, samengesteld uit doorwrochte bijdragen van de allerbeste deskundigen. - We hebben, ha hetgeen we er vroeger over schreven, nog het een en ander te van dé afleveringen 8—12. Aan d,en land- bouw wordt door .C. Broekema een uit voerig hoofdstuk gewijd, wat bégrijpelijk is, Want de geheele levenshilddelenpo!i- tiek van minister Pos'thuma, had liaar oorsprong in de shel wisselende toestan den op labdboujwlgébied. We zullen dat berinjcfetping&artikel natuurlijk niet nader bésptfeken. Maar wat een bijna vergeten feiten worden ér hiet in die gedachté teruggteroepen alleen re©dis bij het bekij ken dér bijgevoegde illustraties zooalseed 'protestméeting van duizenden boeren te Eindhoven tegeln dp inbeslagname van 'de rogge kijkjes in lokalen ter distributie van varkensvlees'ch, gemeentelijke visch- voorziening; de jdelving en verscheping van veen-aardhppelen voor de distribu tie, het scheuren van grasland; de aanleg van volkstuintjes!, de groente-drogerijen het hièlkbedrijf te Amsterdam; de fa bricage van eenheidsworsthet merken van vee in de grensstrekenhet koken van visch Voor veeVoeder, enz. ehz. He(t lartikél van den heer Broekema gééft een helder toegplichft overzicht van de ttallo,oze regeeringsbemlaeiinlgéh. met dié dingen. Dan komt eép hoofdstuk orer de zorg vopr de vluchtelingen' uit het buiten- lapd, beschreven door mr. dr. J. H. vah Zanten, en toegelicht met repro ducties van schilderijen van Leo Gestel, en mét foto's van de vluchtoorden. Een eigenaardig onderwerp word[t do-or C. K. Elioiut behandeld, nl. dé Ne- berliaiufdsche oorloglspsychle. Heel besit is hij daar njet over te spreken. Dé 'JgMèjsl van Augustus '14" was spoedig reridwenen. de kritiek werd weer vaar dig, maai- ook de winzucht, héjt men schel ijk egoïsme, die zich uitten in de slmokkjelarij1, pa in het verlangenpm vóór alles rust te Jtjebben ^zoodat méh (ben slotte op 't eind van den oorlog een op het stuk der moraliteit verziekjt volk hier in Néderland had, tot geener lei idéaal meer. instaat, niets wen- schénd dan met rust gelaten te whir- den", Er zijn lichtpuntein in hét ver- driétigë beeld: de zorg Voor de vluch- (telingiqn, en het feit dat dé oorlogshjan-1 jlélin(gjén van Duiftschland jegeWs Bel gië, het terechtstellen Vah miss CaVelï en hét torpedeeren der Lusitania hiér, 1© landé meer verontwaardigingwek- jten dan alle onrechtmatige daden die jëgehs ons eigen Volk bedreven werdén!. En voorts mag ook in het credit van ons volk worden aanigtejteekend, dat het te genover de meest felle gébe ur((snisseja1 althans een zekere kalhite bewaarde, dié wei 'hoofdzakelijk voortvloeidj© .uit onze „verregaande onaandoenlijkheid"maar, dlan tóch hetzelfde uiterlijk had als eert Zekére waardigheid. I j Het laats té hoofdstuk is. gewijd aan „Nédiejrlandsch Indië onder den invloejdf van den oorlog"N djoor A. W|. F. Idénburg en jhr. ml*. A. C. D. dé Graeft. Dat is een onderwerp dpt voor dé meeste Nederland|ers zeker v©el nieuws brengt, want in den wirwar van de gé- beurtenissen, en, Idler hog veel sterker door de gebrekkige verbinding zijn wij hier slecht op de hoogt© geweest van wat in Indië voorviel. We lezen hier nu de bijzonderheden van de behioeiïngën' met de Duitsche oorlogschepen in dén archipel, de econo mische moeilijkheden, de invloed van de Indische financiën, die ervaringen van s'cheepvaart en handé], speciaal wat be treft suiker, rubber, koffie ,thee, tabak en rijst. Onnoodig te zeggen, dat al die ar tikelen met tal van foto's éa portretten zijn geïllustreerd Het is een van dp goede eigenschappen van dat werk, dat bel zooveel herinneringen' uit die d;agen in bééld' heeft bijeengebracht, en djat het verschillend© kwesties uit die dagen weer doet herleven door het reprodu ce eren van earricaturen; die toen ver schenen zijh, Naar prof. Brugmans. dé leider van dit werk. in zijn inleidpnd woord zegt, rijst in dé verw-arde tijden van thahs. de vraag hoe Nederland, van een,toestand vlah rustig gedijen igekomen is in; een periode van dwarrelende onzekerheid en zelfs van beangstigende onveiligheid. Fn daar op vindt men het antwoord in dé géschie denis van Nedprlanid in de periode van den oorlog, al is' 't nog geen définitieve geschiedenis. VERSCHILLENDE BERICHTEN. tige hond? Hij zou dus geen hecht hebben om' mee te spreken als zoo een misdaad om wraak schreeuwde? Had zijn hart riet evenzeer gebloed als het hare, toen hij de drie doode heeren in zijn armen op de deel bracht. En moest hij haar misSchien nu nog helpen oin van den laal- sten Baginsky een schoolmeester te ma ken terwijl hij wist, dat zijh heer dat nooit geduld zou hebbben? Neen, vrtouw1, alles op d© wereld komt zooals het ko- me nmoet, men behoeft slechts! geduld te hebben en 'te wachten! Terwijl hij voor het inslapen béhage- lijk zijn lange ledematen uitstrekte, zag hij de tijden van vroeger terugkomen, den ouden tijd Het Raygrod meer wras vol s'chuimen- de golven, ze voeren wéder boot naast boot en stuurden doior den donkeren nacht naar het opflikkerende lichtje, da,t hun de landingsplaats aanwees. Allés moest weer worden als: vroegér, tpen het geld zoo maar heft jhjujsi biphjepslr,opluide Een paar flinké paarden werden aange schaft zoodat je maar méft je fongj hé-hoéfde te klakken om* alles in te halen wat op, dén straatweg reed, hpnden en geweren zouden gékjacht worden om op jacht le gaan pn in den kelder lag weer een heele stapel wijn. Je kwam dan hongerig én dorstig van het meer naar huls. Zijn heer zei dan: „Vlug, Samuel, haal eens gauw een paar fles- schen van die met het roode lak van benéden. Wij hebben een stevige slok Vas Diaz meldt uit Valtermond: Enkele verveners alhier kunnen er moeilijk toe besluiten de door hen geproduceerde turf en b'aggér tegen de door den Minister vastgestelde prijzen van de hand te doen. Zij dachten er niet aan hun bagger te verköopen be neden een door hen zelf vastgestelden prijs, die aanmerkelijk hooger was' dan den door den minister bepaalden, 't Glé- volg daarvan was, dat dezer dagen met machtiging van den minister een groote hoeveelheid bagger is in beslag' genomen. EEN ZONDERLINGE ARRESTATIE. Maandagmorgen jl. kwam, gelijk ge meld, teHoek van Holland per s.s. Frin- ton, van de Harwich-lijh, een transport Duitsche krankzinjnfigén aan, die gere patrieerd werden vanwëge de Britsche regeering en door de bemrfeiingen van de Society of Friends of Foreigners! in Distress begeleid wérden door fingelsche verplegers en verpleegsters. Van Hoek verdiend. Je strekte dan je beeneh on der de tafel uit, op 't fornuis kookte de vrouw liet eten, .pp zijn heer hief zijn glas omhoog, proost, gèzondhpid;, SamuelOf je, reed naar de markt, de slëde suisde dat het een lust was, éu de Boigdan's barsttep van nijd, dat hup. dikke knollen 'hen niet hij koPden hou den. Later in dp heiberg befstel'dén ze een flesch van een thaler en zijp 'Iréer najtuurlijk van twee en zoo méér. Er vie len wtoordén, fiet Irivani tot handtasjte- lijkhedeP en zijn beer stond op eP zeide „Dachten jullié, kozakkemgespuis, dat ik mijn handen aan jullié vuil zou maken? Daar heb ik mijn knecht voor meege bracht. Komaan Samuel!" Hij' behoefde zijn hemdsmouwen maar óp te stroopen of de kerels vlogen al als kegels door elkander^ de een hier ©u de ander daar heen en zijn heer» Lachte er pm en zei: „Mooi zoo, Samuel, gééf ze er maar góed van tanigsDajt daglöAnterspak verbeeldt zich ook eens den glrootén heer te kunneP speten, als ze een paar groschen op zak hebben!" Dat zou pog eens een leven worden! En bij het inslapen vecht hij' nog mét. de Bogdan's kliek, wier parvenue-ach- tig gedoe hem steeds een doorn in hét' oog was géweest. - i @W.ortft T^rrfxlgd.j

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1920 | | pagina 5