FfillUETO»
m bi uira
Victoria-water
No. 141
Donderdag 17 Juni 1920*
163* Jaargang
BINNENLAND.
71)
DB GEVOLGEN DER PAPIERPRMZEN.
Onze lezers weten reedis dat het met dei
papierprijzen droevig gesteld is., Tijdens
den oorlog stegen ze reeds, tot ruim vier
maal de hoogte van vóór den oorlog.
Maar nu is het' nog erger, want na een
kortstondige ontspanning, zijn ze opnieuw
gestegen tot bijna zes maal den voor
oor! ogsp rijs. En ze dreigen nog hooger
Se zuilen worden.
Dat maakt het voor de couranten nood
zakelijk ingrijpende maatregelen te ne-
taen. Zooals we reeds meldden heeft,
de Vereenïging „De Dagbladper»" beslo
ten in drieërlei richting te trachten die
jgrootere onkosten te dekken ,n.l. door
.verhooging van abonnement, verhooging
Van advertentie-prijs, en door een on
derling overeengekomen, vrijwillige ranb
soeneering.
Dientengevolge hebben wij de mee-
deeling te dloen, dat met ingang van 1 Juji
de abonnementsprijs met f 0 25 per kwar
taal,, en de advertentie-prijs met 2 cent
per regel verhoogd worden zioodat het
tarief dan als volgt wordt:
Abonnement» prijs per kwartaal: voor
Middelburg en agentschap Vlissingen
f 2.30; per post- en op de buitenwegen
t 2 5&
Weekabonnementen in Middelburg 18
éénl per week.
Advertentiën30 cent per regel. Inge
bonden Mededeelingen50 cent per re-
abonnement veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen
van 1—7 regels f 2.10, elke pegel meer 30
cent,
Kleine Advertentiën niet groo-
ter dan Vijf regels: druks en waarbij' is
aangegeven, dat zij in deze rubriek moe
ten geplaatst worden, 85 cent bij vooruit
betaling. Advertentiën onder brieven of
bevragen bureau dezer Courant 10 cent
extra.
Bewijsnummers 5 cent per stuk.
Advertentiën moeten, willen ze nog in
ons blad van dienzelMen dag worden
opgenomen, uiterlijk 12 uur en 's Za
terdags uiterlijk half elf aan ons Bu
reau bezorgd zijn.
Voor plaatsing van advertentiën, welke
ba dien tijd inkomen, wordt niet inge-
staan.
De Directie.
PRIJSDALING EN
VOORZICHTIGHEID
Sómmige bladen in ons land maken, in
navolging trouwens van sommige miiten-
landsehe bladen, met eenigen ophef ge
wag van een prijsdaling, die voor ver
schillende artikelen vooral in Amerika
en Engeland, maar ook in Frankrijk werd
geconstateerd.
We meenen echter dat men verstandig
zal doen, diaarop geen groiote illusies te
'bouwen, hok niet wanneer ook liier
die prijsdaling mocht doorwerken, wat
voor 't oogenblik nog niet het geval is.
[Want er zijn factoren, die er op wijzen
dat die prijsdaling niét het gevolg is
van ecti {benemende, de «enige
oorzaak die zou diben vertrouwen in een
blijvende daling. Wat thans in de genoem
de landen tot een stijgend 'aanbod op
de goederenmarkt en dus tot lagere prij
zen aanleiding, (geeft, schijnt vooral te zijn-;
dë noodzaak voior tal van handelaars om
den voorraad dien ze bezitten op te rui-
ruimen, daar, ze in crediet-moeilijkhe-
den komen, eenerzijds tengevolge vian de
onmogelijkheid om bij de tieersehenUe va
luta-markt hun voorraad aan het buiten
land te verkoopen, anderzijds tengevolge
van de spanning op de geldmarkt in die-'
landen, waardoor het crediet steeds duur
der wordt.
Dat verklaart het verschijnsel dat de
tarweprijzen in New-York dalen, hoewél
de oogstberichten voior dit jaar slecht
zijn. en de aanplant geringer is dan hét
vorig jaar door het gebrek aan werk
krachten.
Voor andere artikels doet zich iets
dergelijks voor.
De prijsdaling is er. Eri liet mede
lijden van het naar goedkoopte 'hunke
rende publiek zal niet groot zijn ten op
zichte van handelaren, goedé en kwade,
die gedwongen woeden zich met verlies
van hun waren te ontdoen, omdat zij ze
niet iangjer in hun pakhuizen kunnen hóu
den .bij Idie steeds hooger stijgende kosten
vdn het" óp die goederen gesloten crediet..
Maar de vraagis, hoelang die daling
zal aanhouden. Als eenmaal die voor
raden van de zwaksten zijn opgeruimd,
en het wereldtëkort blijft bestaan,
waarop veel kans is voior verschillende
artikelen dan zal de verademing
slechts kort duren.
KAMEROVERZICHT.
Twe ede Kaimer.
Zitting van Woensdag.
De an ti-re vo 1 u tie wé t aangenomen met
52 tegén 4 stemmen, ziedaar het resul
taat.
Van de S. D. A. P. was alleen de heer
L. Hermans aanwezig'. Van de commu
nisten niemand. En voorts stemden te
gen de twee aanwezige vr ijz-democra-
ten Marchant en Teenstra en de eenling
v. d. Laar.
Bij. de. voorafgaande artikel's|gewij!ze be
handeling was het gister vermelde vrij
zinnige .amend,ement inzake vrijistelling
van het voorbereiden in aligeméehëh zin
van staatkundige veranderingen bestreden
door de rechterzijde en den Minister.
Maar toch werd ook daar die grondge
dachte van het amendement gedeeld, blij
kens een nieuw ameudement-Beumer dat
ten slotte door den Minister werd over
genomen, en dat als vólgt luidt:
„Nipt strafbaar is hij, van wien blijkt,
dat zijn oogmerk enkel is gericht op
het in algemeenen zin voorbereiden of
bevorderen van staatkundige veranderin-
dpor CHARLES GRAVICE.
Vrij n,aar het Engelseh.
Eindelijk vel liet Lycett die kamer en
het huis. Alle kleur was van zijn gezicht
Verdwenen, de frissche buitenlucht
'riep het zenuwachtig blosje weer terug,
pij drong zich Zelf op, dat hij1 een gelukkig
man was, dat alle dingen hem meeliepen.
Sir Ralph was weg, Constance had toe
gestemd in een huwelijk met spoed en het
testament lag op een •vteilige plaats, waai*
het „gevonden" kon worden op het ge-
schikte oogenblik na zijn huwelijk met
Constance. Hij liep vlug voort, met opge
heven hoofd en éen glimlachje om den
"mond. Toen hij het hek "'uitging en naar
het dorp wou gaan zag hij1 lord Dollington
den weg afkomen. Vóórdat de twee man
nen elkander konden 'ontmoeten, kwam
«een dame den weg op uit een rij taant jê
Het was mevrouw Warner, die een huisje
m huur had, tot het landgoed; DeSbrook
behooreinde. Het was die weduwe van
een géneraal, rij Mefde heel ««til. maar
Verschil in grondgedachte is hier dus
niet met wat de heeren Dresselhuys
e. s. beoogden.
Toen kwam het veel bestreden art. 5,
verbiedend het aannemen v|an geld', dia-
mlanten etc. uit het buitenland ten ba
te van een omwenteling.
De oppositie in de Kalmer tegen dit
artikel werd geleid door de heereh
Marchant en Klee refcoio per.
De heer Marchant noemde dit ar
tikel het ergste, het gevaarlijkste en
meest agitatiewekkende van het ge-
heele voorstel. De bezwaren Hegen het
(artikel zijn z.i. niet óverdreven. fMen
mag zeggen, dat het tOiverdreven is,
aal de wet gaat legen poliïeke stakin
gen, doch (die actie tegen dit arti kei is
volkomen gegrond.
"En de heer Kleereko.oper wees
in het bijzonder op het feit dat ons land
de zetél is géworden "van talrijke inter
nationale vakbonden en centrales," en
betoogde 'dat dit artikel ten doel' heeft
de werkzaamheden der vakvéreemgin--
gen te treffen én Ie belemmeren.
De Minister noemde een dergelijk!
motief een bewijs van zwakheid cfer
o'e striding.
"7iét artike. zégt uitdrukkelijk, dat al
lee u strafbaar is internationale samen
werking urn in ons land een omwente
ling' te weeg te brengen, en het aan
genomen artikel 3 zegt, dat odder "om
wenteling wordt verstaan net vernieti
gen, oi 'op onwettige wijize veranderen
van den "gr ondwe ttelijken reigeerings-
vorm.
Nu vraagt men hém, welke "redenen
liebt ig!ij om dit te verbieden? maar hij
vrdkgt nu den opposanten, .op welke
grónden meent gij straffeloos een Om
wenteling te mogen f»C Stand brengen,
hrp die vraagl heeft hij ook oog nooït
/en anrwoora gekregen.
De neeren KteereKioper en Marcn&nï
haanen geen .vertrouwen in «stii recirter-
Iijike Wacht, wijlc déze te ver buiten de
politiek gstondeh. Spri acht dit juist een
voordéél.' Öe heerfeu Marchant en Klee-
rekop'er staan nel in de politiek en zij
meenen, dat elke internationale onder
handeling of correspondentie strafbaar
is. Moesten zïjj "'dus ide wet uitleggen,
dian jvfist whren óe vertegenwoordigers
ter vakvei'een'ïgm.gen niet gelukkig, (Uïp
Dunülg .JgeEadh.)
De heer Marchant bleek boos
over de aardigheid, en g|af een repliek,
die een nijdig antwoord van den Minister
uitlokte over de gr.ove wijize van debat-
teeren van den heer Marchant. -
Te midden van die zakelijke behande
ling van het wetsontwerp', bracht de
heer v. Ravesteijn noig een sensatie-
tje. Hij vertelde den 5en Juni een
briefje aan mr. H. P. L. Wiessing, re
dacteur van De Nieuwe Amsterdammer
te Amsterdam te hebben gezonden. Dat
briefje' is niet- aangekomen. Gisteroch
tend ontving spreker van mr. Wiessing
een schrijven, waaruit blijkt, dat dit
sdhrij'ven den heer Wiessimg' 'den vori-
gien dag heeft bereikt. De enveloppe
draagt de sporen van te zijn geopend.
De correspondentie van mr. Wiessjng,
zoo zei spr., wordt tegenwoordig' telkens
geopend, omdat hïjl een der vooraanstaan
den is van den Bondl van Intellect uedr
len. Er is hier reeds een cabinet noir,
in dienst van de regeering. Enz.
De_ enveloppe lokte veel belangtstellingj
van de Kamerleden, en werd' ook ter
inzage gevraagd 'door Minister He-em's-
ke rk, en deze gaf toen als volgt zijn
lezing over het geval:
De brief is per abuis bij de redactie
der „Oude Groene" bezorgd) door een on
duidelijkheid op het adres. (Gelach). De
ze heeft den brief geopend, die «laar
enkele dagen «gelegen had en opnieuw
gepost. Op de achterzijde dter envelop
pe staan eenïge dikke potlóodstreepen,
maar ma verwijdering 'daarvan zag mén
de wóórden Geopend door de redjactie
„Oude Groene". Wie die potloiodstreepen
over die woorden heeft gezet, weet spr.
natuurlijk niet. Maar de opening! des
briefs heeft geen enkele politieke be-
teefcenis.
De heer v. Ra vest ijl n hield echter
toch vol, dat het géval of deze brief
geopend is per abuis of lan)g|s illegalen
weg, niet aan de zaak afdoet. (Uitbundig
gelach). Afgezien van dit géval bestaan
er ernstige vermoedens, dat door deze
regeering het postgeheim wordt ge
schonden en deze minister heeft niets
gedaan om 'die vermoedens weg te ne
men. (Gelach).
ze kende de familie Marchmont een wej
nig en bleef stilstaan om eén woordje
met Clarence te praten. Lycett Grayson
wilde passeeren en alleen rijn hoed af
nemen, een groet, dien Clarence Leant
woordde met een koet, nauw merkbaar
knikje; maar mevrouw Warner keerde
zich om, een weinig, zenuwachtig.
„O mijnheer Crayson!" zei ze, „hoe
gaat het u. Ik wou u graag even spreken."
„Ja?" zei Lycett taet zijd ambtelijk glim
lachje.
„Ja, het is maar een kleinigheid
een bespottelijke en onbeduidende re
den; i k kan mij niet begrijpen hoe u
u zoo vergist hebt."
Zij bloosde en glimlachte tevens en
Lycett glimlachte vriendelijk terug,
y „Heb ik mij vergist in het ontvangen
van uw huishuur, mevrouw Warner? Dat
is best mogelijk. Wij, totarissen, zelfs
vergissen ons soms". 23
;,0 neem, de kwitantie wat géheel in
orde. Het was over een handschoen. Ik
ben mijnheer Strong verléden tegenge
komen
Zij Mee fplotsteling stelten en Clarence,
die zijln hoed had afgenomen en heenging
Stónd stil' en keek evenals rij' Lycett
.Cravson aah. Want de man was eensklaps
'doodstóeèk'jgewoTdèh ©n een vreemde
IN HET VREDESPALEIS
Er wordt beweerd dat de mogelijkheid
niet is -uitgesleten ,dat dë thans in Den
Haag bijeengekomen internationale ju
ristencommissie zal voorstellen, «len zetel
het door haar te constitueeren Perma
nente Hof voor Internationale Arbitrage
van den Volksbond te vestigen in liet ge
bouw van het Vredespaleis naast het
djaarin reeds gévestigde Hot van Arbi
trage (dat dezer dagen nog een bewijs
van leven gaf door de vermelding van
eenige daar aanhangig gemaakte geschil
len.) -
Het zou echter een geluk zijn als er in
Gal Paleis nog een college gevestigd
werd. diat minder tijd zou overlaten voor
bezichtiging van het gebouw als curiosi
teit. Want dat Permanente Hof is toch
een dér ohderdeelën van den Volkenf
bond. waarvan we meer verwachting heb
ben dan van dén Bond zelf. Het. kon wel
eens gelbeiuren dat Genève minder vol
doening heeft als zetel van den Bond.
dan Den Haag als zetel van een Hof. dat
permanent ,d. w. z. voortdurend aanwe
zig is.
Gisteren was echter het Paleis weer
vol leven. Een groote verzameling auto
riteiten was er aanwezig, bij de opemugs-
zitting van de Int. Juristenconferentie.
Minister Vafci 'Karmebëek heeft er die
'openingsrede gehouden. De plechtigheid
had plaats in fle groote rechtszaal.
NEDERLAND EN BELGIË.
Bemiddeli|ng| vjén
Engeland.
Reuter seint uit Londen d.d. 16 dezer.:
Op een vraag van den afgevaardigden
van het Lagerhuis Doylo betreffende de
Nederlandsch-Belgische oü!d»rhandelingen'
verklaarde HounsWorth in rijh schrifte
lijk antwoord, dat de Brits'che regeering
zich met Nederland en België in verbin
ding heeft gesteld en stappen heeft ge
daan, om een spoedige hervatting der
onderhandelingen over dé herziening der
tractaten van 1839 tussdhen Nederland
en België mogelijk te maken.
Be W'ie liögen-
kwestie.
De redacteur te Brussel der Maasb.
seint ^dat naar in parlementaire kringen
verluidt, de Minister van Buitenland-
sche Zaken aan het verzoek van hef
Kamerlid HuvSmans zal voldoen en de
documenten betreffende de Wielingten-
kwestie op het bureau der Kamer zal de-
pomeelrein.
OBSRI A K NSTFIN
H^ePUJK, ü£zopit;,
asir NATUURLIJK «MNE|P»a:wATFR
J9fr
(Ingezonden mededeelatg.i
a* tstt» m?
uitdrukking, kon' het wezen een uitdruk
king van vrees, vertoonde zich in zijn
oogén. Een oogenblik scheen het, dat
hij geen woord kon spreken, toen zei
hij met een lach, die hol en vreugdeloos
klonk
„O ja! Ja natuurlijk! Heel dom van
mij! Ik moet 'mijd excuses maken."
„O, dat is niet noodig!" zei mevrouw.
Warner gekscherend en Lycett wilde haas
tig weggaan, toen Clarence, die zijn oogen
niet had afgewend van Crayson's gezicht,
zei:
„Mag ik even vragen welk een vreesie-
jijke vergissing mijnheer Crayson gëmaakt
;yheeft, mevrouw Warner?"
„O, het is niets!" zei ze. „Mijnheer
iStrong had een handschoen opgeraapt
o phet kantoor van mijnheer Crayson en
mijnheer Crayson zei, dat het er een van
ymij was. Maar het was niet Zoo", voegde
zij er lachend hij. „Ik heb mijn hand
schoen niet uitgedaan op het kantoor
van mijnheer Crayson; niet voordat ik
thuis was".
„Juist", zei Lycett. „Dan zal hij van
een ander geweest rijn. Ik heb dien dag
heel wat bezoek géhad. Goeden morgen,
lord Dollington",:
Clarence gaf hem weer een koel knikje,
toen bleef hij' eén oogenblik naar zijn
M ARINE-BEGROOTIN G.
Het Haags'che correspondentiebuoeau;
meldt: -
Naar wij vernemen is de definitieve
m'arine -begrooling voor het jaar 1920
reeds naar den Raad van State ge
zonden.
Mr. ARNTZENIUSrf
Te ,s-rGavenhage is, ruim 70 jaren
oud, overleden de staatsraad in buiten
gewonen dienst, mr. Arntzenius, sedert
1888 griffier der Tweede Kamer.
DE CRISI® IN DE BOUW VAKKEN.
Een bescho ujwitug
van werkgevierszijde
Het Vaderland publiceerde dezer dager
een beschouwing komend uit hét kamj
der patroons. We ontleerten daaraan dé
volgende bijlzonderhedén
Bolsjewisme:
Er heersehen bolsjewistisch© toestan
den in het bouwvak. De bouwarbeider,
wetend dat er groot gebrek aan werk
kracht bestaat, is van het benutten dier
conjunctuur (wie zon hem dit in den
grond kwalijk knnnen nemen?) o ver-ge
gaan tot uitbuiten. Het contract be
staat voor hem niet meer. Telkens, door
partieele stakingen, door jn het nauw
drijven van den patroon, tracht hij "het
loon op te zetten. Men kan haast zeggen
dal hij verdient wat hij wil.
Het spreekt van zelf, dat de bouw
arbeider, tegelijk, alles in het werk stelt
om zijn gilde zoo klein mogelijk te hou
den. De redeneering: nu er zooveel te
verdienen valt, zal er groote toeloop van
leerlingen voor het bouwvak zijn, gaat
niet op. Integendeel.
De buitengewone verdiensten maken
de zonen van den bouwvakarbeider tot
heertjes en,de dochters tot dametjes. Ze
denken er., niet aan, het vak van vader
•te kiezen.
Er is geen uitkomst meent men aan
patroonszijde, dan door invloer van bui-
tenlandsche werkkracht.
Er zijn nog schromelijker gevolgen van
de dwaze conjunctuur. Overal, letterlijk
overal constateert de patroon, dat de 8-
lUnrsdag de arbeidsprestatie gevoelig ver
minderde. Soms wordt er zooveel ver
diend, dat men, omdat .het weekloon te
tgek zou worden, maar naar willekeur een
of meer dagen wegblijft
Te Amsterdam is het oog dez»r dagen,
gebeurd, dal metselaars, die f 140—f 150
per week verdienen, het werk er hij neer
gooiden, omdat de keet niet goed was
geveegd .Een patroon maakte een opmer
king tegen een opperman. „Hou je
maar héél stil", zei de aangesprokene, „of
je werk ligt binnen ee.n hplf uur kil".
„Als je dat kan, ben je een kerel", zei
de patroon. Een half uur later lag alles
stil en men vertikte om ie werken, tien
zij de patroon zijn verontschuldigingen
aan den opperman aanbood.
Dit rijn maar een paar staaltjes van de
vele, die wij hoorden.
De Schuld ligt in deze niet géheel
«aan den werkman. Kleine zwak staande
aannemers moesten dikWijlls te veel toe
geven. Eigenaardige bepalingen deden de
rest. Daar is 'bv. het zoogenaamde 5 o/0 en
10 o/o bouwen. Volgens deïte methode
wordt een werk zeer hoog begroot en
krijgt de aannemer 5 of 10 o/0 van de
de werkelijke kosten. Het gevolg ligt voor
de hand. Tegen 'dat het werk eindigt,
perst de arbeider het loon af, dat hij!
verkiest, én de aannemer denkt: liever
een stuk van mijn winst geofferd dftn
alles Verloren. Op die wijze worden de
fancy-loonen bëreikt.
Wat de gezellen
eigenlijk willen.
In de volheid van hun macht wenSchen
zij den patroon uit te schakelen. Zij wil
len de wet stellen, de heele gemeenschap
aan hun wil onderwerpen, tot socialisatie
komen.
Nu schijnt het een feit, dat in sommige
gemeenten Mj directeuren en ambtenaren
van het woningbedrijf dit streven steun
vindt. Men verhaalde ons' een sprekend
Voorbeeld uit den Haag. Zoo heeft bv.
architect Greve aldaar, uitgesloten arbei
ders aangenomen voor onderhoudswer
ken.
Wat de patroons willen.
De patroons willen de oppermachtige
laarzen staan kijken en plotseling, zóó
plotseling, dat mevrouw Warner er van
ontstelde, vroeg hij
„Herinnert u u misschien den dag- nog
-toen u naar het kantoor van mijnheer
Crayson ging, mevrouw?"
„Den dag? O ja, nu herinner ik het
mij1! Het was op een Woensdag, den
30sten van de vorige maand," Zij glim!
lachte. „Ik ben altijd heel precies met
het betalen van de huur. En ik bfen zelf
gegaan, omdat ik over een paar reparaties
met mijnheer Crayson wou spreken."
„Juist, juist," zei Clarence. „Nu mag
ik u niet langer ophouden."
Zij scheidden en Clarence ging naar
de Hall. Daar hoorde hij, dat sir Ralph
nog niet terug was; Clarence liep in
gemelijke stemming het park door. Hij'
was opgewonden, rijin geheele persoon
kwam in opstand bij' het denkbeeld vian
éen huwelijk tusschen Con-'qncé en Ly-
ceel Crayson. Hij verdacht den man van
hij wist zelf niet wat. Wat heleekendè
het geval met dien handschoen'? Waar
om zag de man ér Kit alsof hij plotseling
beschuldigd werd van een vreeselijke mis
daad? En toch misshieu deed hij diecn
Lycett gruwelijk onrecht aan. Moest hij
niet naar "hem toegaan en onderzoeken
of het waaT was dat hij' tegen hem had?
Ja natuurlijk, dat is het wat een gentiet.
taan behoorde te doen.
Hij liep snel naar het dorp en naar den
achteringang van het oude huis, waar Ly
cett een half uur geleden was binnenge
gaan en zoo haastig, hat hij vergeten had
de tuindeur op slót te toen. Clarence
ging de deur Ih en het pad op naar het
kantoor. Hij' was op het punt aan te klop
pen aan Üe glazen deur, toen hij Lycett
Crayson op een stoel zag zitten met een
handschoen voor ziïcfh op tafel. Hij staarde
daarnaar met dezelfde uitdrukking als
toen mevrouw Warner hem had aange
sproken, en- plotseling nam hij den hand
schoen op en ging huiverend naar den
"haard.
Clarence gaf gehoor aan de ingeving
van het oogenblik en klopte; de hand-
échoën viel uit Lycett's hahd op den haard
en hij draaide zich om. Clarence dfeed de
deur dadelijk open en trad binnen.
„Het spijt mij', dat ik u storen moet,
Wijnbeer - Crayson," zei hij met zijn te
merige stem, „maar ik' wou u zoo graag
even spreken."
„Zeker, lord Dollington, zeker! Ga zit
ten als ik u verzoeken mag."
(Wordt vervolgd.)