Ie t o n Woensiig 28 April 1920, ei 100 BUTBIBSE VAN BE VAN SNELHEIDSMANIAKKEN EN MOTORrENGELTJES. De eerste zitten voorop en toeteren en staren, almaar recht voor zich uit naar den verren horizon, die voor hen iets is dat ze in enkele minuten hereiken, om weer naar een nieuwen horizon te staren. De engeltjes zitten achter-op, meest met los zwaaiende beeinen; en voor zoover ze zich niet aan hun Voer man moeten vast klemmen vdh wege 't ongemakkelijk zitje, kijken ze triom fantelijk over de schuw uitwijkende voet gangers heen. Zoo snorren ze langs de wegen, de een voor, de ander na, als erom mende glazenmakers die 's zomers door de lucht schieten. Er zijn er zoo veel dat je, als spaarzaam burger, je afvraagt of die dingen ook soms ergens bij een pond margarine cadeau worden gegeven. En als er dan zoo een stuk of wat voorbij je zijn gevlogen, stuift voor afwisseling een auto je de oogen vol stof. En (dan weer een paar motorfietsen. O, o! waar zijn de gelukkige oorlogs jaren toen er benzine-gébrek was! Wiat was het toen rustig buiten op de wegen. 'De enkele militaire auto's konden dat zelfs niet bederven. En nu? De Haagsche couranten staan vol ingezonden stukken over de geva ren van het snelverkeer voor de voet gangers. Het „Nieuws van den Dag1" had een hoofdartikel over „Onveilig Amster dam". En waarachtig er is reden voor, want telkens leest men van voetgangers die onder een auto komen of door een motorfiets worden omver gereden, lieel vaak met doodelijk gevolg. In de „Maasbode" stond onlangs een wanhopige klacht van iemand hie iederen dag zich over 't lot van zijn vrouw en kinderen na zijn dood bezorgd maakte, ook al vanwege die gestage "doodsbe dreiging bij 't oversteken van straten. En waag het niet er aanmerking op te maken! Dan krijg je dadelijk te hoe ren dat je niet met je tijd mee gaat; dat het verkeer op straat en weg zich hioet aanpassen aan dat glorieuze nieuwe mid del van vervoer; dat het renpaard zijn vaart niet heeft te regelen naar de slak, enz. enz1. In een woord: je bent conser vatief en ouderwetsch. Had de „Zutphensche Crt." zich dezer (dagen niet te verweren tegen een inzen der, die (naar aanleiding van een paar onnoozele opmerkingen der redactie) liet blad aanviel met de stellingen: le. dat de kinderen moeten leeren, dat de weg geen speelplaats is; 2e. dat oude men sehen niet op den weg moeten loopen. Alsof die wegen niet waren gpmaakt voor de voetgangers1 en vopr 't trage paardenverkeer, lang vóórdat daarop de jongelui met een locomotief tusschenhun beenen voort vlogen. Het was op een smallen weg in Zee land dat een auto-rijder een boer, die niet vlug genoeg kón uitwijken, iets toe voegde van: lompe vlegel! of iets der gelijks, en toen ten antwoord kreeg: „die weg is net zoo gjoed van mij als wan jou, nog méér van mij dan van jo,u!" Het was waar. Als we de verhalen lezen van de door het auto-stof onbewcpnbaar geworden villa's langs de wegjen in 't Gooi en in Gelderland, en van de tallooze verkeers ongelukken in de groote steden, dan zijn we hier nog tamelijk goed af. Maar we gaan hier ook al aardig1 dien kant op. In den raad van Neuzen werd al geklaagd over den hinder, vooral in Sluiskil ondervonden door de duizeling wekkende vaart van auto's en motoren; en er werd door B. en W|. spoedig een verordening op snelheidsbeperking aan gekondigd. Zoo zal 't overal gaan. Ook hier in onze naaste omgeving. Nog Zaterdagmid dag zagen we een drietal motoren ieder met twee jongelui, met volle vaart, op veel te korten afstand van elkaar, in een soort spelletje, krijgertje-spelen of wedstrijd of wat ook, over een der sin gels stuiven, waar toen vrij veel wande laars van den vrijen middag profiteerden. Loop je op den weg, of rijd je iop een fiets, en er komt zoo'n ding aan, 'berg je dan maar. Ep als er meer dan een komt, en 't is droog, stap dan maar af om je oogen uit te wrijven, want in de stofwolk loop je nog gevaar tegen een ander aan te botsen die je niet zag of hoorde. j 1 -> Dat we hier speciaal de motorrijders voorop stellen, heeft zijn goede reden. De auto's met ervaren chauffeurs maken het heusch zoo, bont niet. Maar 'die mo torfietsen zijn „gedemocratiseerd". Er zijn er in kringen terecht gekomen, waar men ze vanwege de kosten niet ver wachten zou, maar waar ze nu eenmaal zijn, En het zijn speciaal die jongelui, welke met onverantwoordelijke snelheid, soms met onnoodig donderenden knalpot, dwars door drukke straten daveren, zon der dat hun plezierritje beperking van tijdverlies vergt. Hebben al die jongelui rijbewijzen? We ztouden om een lief ding wel eens de resultaten willen zien, alsi de politie eens een al'gemeene controle hield. We hebben zlop'in idee dat dit toch nog wel iets ztou geven. En verder? 't Zal drommels lastig zijn, het onmis kenbaar kwaad afdoend te beteugelen, donder het goede te belemmeren. Zéér strenge handhaving van de re gelen vloior "t verkeer op weg en straat, zal iéts helpen. De werkelijk geoefende 'en goed-willende rijders, die 'de motor fiets io.a. al's een zeer nuttig vervoermiddel vplor hun zaken gebruiken, zullen dat toejuichen, want als ètr ingegrepen moet worden, zullen zij1 te lijden hebben vpor hetgeen anderen misdreven. En we hopen dat de rechterlijke macht bij snelle straffing niet karig zal zijn met intrekking van rijbewijs, wanneer iemand herhaaldelijk bekeurd wordt. Maar dat deel van 't publiek, dat niog niet naar benzine ruikt, kan óók ietsi doen, dolor in ernstige gevallen de politie te helpen, en door duidelijk uit te spreken, dat het zich niet Van den weg laat dringen. Want zoolang het ideaal nog niet be reikt is van afzonderlijke wegen Voor snelverkeer, waarop de a uljo's en motor fietsen vrijelijk kunnen voortjakkeren, zoolang dient voorop te staan, dat voet gangers rijtuigen en wagens: óók remit op den weg hebben. Binnenland. DE GRENSBEWAKING. Nu 1 Mei de nieuwe regeling' v|oior de grensbewaking in werking treeedt, willen we hier nog ,uit het „bewakingsvoore schrift" van 21 Febr. dlat in de Staats courant van Maahdag jl. niog eens werd herhaald, laten volgen de bepalingen van art. 5, waarin het een ledeir wiordt verboden, zich, behalve bij reizen per sploior of tram, op te bonden op andere plaatsen dan fop de hieronder genoem de kunst- en waterwegen, in een strook (verbodten strlook) van het bewa kingsgebied, ter breedte van driehonderd meter, welke zich langs de landgrenzen, des Rijks uitstrekt van Nieuw-Slateuzijl (gem. Beerla) tot Cadzand. .Voior Zeeland zijn deze kunstwegen: de Wester-Schelde de kunstwegen: Nieuw-Namen—Kiel- drecht: Clinge—la-ClingeKapclle- brugSt. Nicolaas; Axel—grenspaal 289; Zuiddorpe—Kruysslraat; Zuid- dorpe—Overslag.; Sas van Gent—Sel- zaete het kanaal Terneuzen—Gent de kunstwegen: PhilippinePosthoorn IJzen-Watervliet; OoslburgDe BrakkeSt. Marguerite; Aardenburg— Maldeghem; Sluis—Brugge het kanaal van Sluis naar België. Vrijstelling Van het verbod hebben zij die een pas daarvoor bezitten. Wat het verkeer van vreemd el in-) gen in het bewakingsgebied betreft Zij herinnerd dat zij': niet tot het bewakingsgebied wtordeU toegelaten zónder buitenlandsch paspoort en zonder voldoende middelen van be staan; het bewakingsgebied niet over de grens veriaten, zonder hun afgestempelde wit te identiteitskaart of contrólekaart te heb ben afgeleverd aan een der doorlaat posten zich behalve bij het reizen per spoor, tram of boot niet in liet bewa kingsgebied mogen ophouden op andere plaatsen dan op de kunst- en waterwe gen en in de aan die kunst- en water- gelegen woningen, hotels, vaartuigen, fa brieken, dan wel in eenig aanhoiorigheid daarvan, of top plaatsen waar arbeid pleegt te wprden verricht, in welke do vreemdeling is opgenomen. Zulks' onver minderd het bepaalde bij art. 5 over de verboden strook. KERKNIEUWS. •fcwsr CHARLSg GILAVï-CE Yr§ brb? hst SngelscK, i 56). j Welk een verrassing zou het wezen, voor. heel het graafschap, als hij met Constance Des'brook trouwde en het tes tament „ontdekt" werd en wijd en zijn verkondigd zou worden, dat zij de erfge name was van sir John! Hij fou dan de plaats bekleeden 'in het graafschap, waar op hij aanspraak maakte; hij zou niet (al leen zijn mr. Lycett Crayson, de notaris, waar de echtgenoot van sir John's doch- ter- Hij zou zelf een groot huis houwen, Precies op de grens' van het landgoed esbrook Park hij had een hypotheek OP een stulc grond, dat juist geschikt zou ™.11hij zou lid van het parlement t r ,en' hij zou mild bijdragen aan de verkrn!' hanijcn' hij zou een ridderseiisp ar t misschien wel baron worden coed Met°er lady Crayson. Dat klonk hersenen konÏTrf" tfVv f* man van de a(fm fJ r° T c Pwais worden. Constance n^schikt den teon aan te fiii- - f 6 .errewen, op maatsehappc- ,j m de Sroote wereld en ze zouden dus de eersten van net graafschap worden. Het was een heerlijke 'droom. Lycett Craysons hart begon er luide van te Moppen. Hij kon het best volhouden, geduldig de verkwisting op het kasteel aan te zien en sir Ralph geld voor te schieten. De toekomst behoorde hem''toe ide roemrijke, de rooskleurige toekomst! Vroolijk en opgewekt werkte hij' voort in zijn kantoor, grenzende aan de bouwval len van zijn huis. Hij moest afwachten; alles gelukt den man, die weet af te wachten, zoo sprak hij zich zelf toe. Intusschen zette Constance, om wie hij zijn net weefde, hhar teven van zelfver loochening en zelfopoffering: vloort. Zij was den volgenden dag Becky Thorpe weer een bezoek gaan brengen. Becky was wat beter dien morgen zonder twijfel had de gedachte, dat haar huis huur betaald was, een zwareu last vian haar hart afgenomen zij zat op en was bezig een tooneelcostuum te repareeren. Zij begroette Constance .schuw maar dankbaar. „Ge ziet, wat u voor mij gedaan hebt. Ik hen een heel ander mensch voor mijn gevoel. O, ik ben zooveel beier van- dadg. Ik zal heel gauw weer uit mogen gaan an hersteld zijn". „Dat doet mij erg veel pleizier", zei Constance; „maar u moet niet ai te veel w,eigen. Li is nog' ziek en heel zwak. Ik heb wat consommé en een flesch port voor u meegebracht. Neen, bedank mij maar niet, het komt van het Huis". 'Zij tros. een stoel bij het vuur en zag Becky glimlachend aaneen glimlach, dien niet alleen Lycett Crayson en sir Ralph, maai de meeste mënschen onweerstaanbaar vonden. „Ik kom alleen een praatje ma ken. Vertel mij eens wat van ,U zelf". Becky's gezicht betrok. „Er is niets te vertellen", zei zie. „Niets dat voor uw ooren geschikt is'. Ik ben al de moeite, die u zich' voor mij geeft en al uw vriendelijkheid niet waard". „Daar ben ik nog zoo zeker niet v,an. Er is geen muschje dat op aarde valt. Maar dat weet u allemaal wel. En n is lang geen muschje, u is een vrouw van Tweetal Vopr de Chr. Geref. kerk te Hoiogeveen: J. D. G. Croes te V1 i s s i In! - gen ©n J. P. Meyering te Barendrecht.; Jl. Zondag (nam ds. T.; Jolnkèr, te Ovezande en Driewegen!, afscheid van de Ned. Herv. Gem. aldaar, spre kende haar aanleiding van Handelingen 20 32. Den tiaar Biezelinge vertrekken- den predikant werd tioegezb'ngen Gezang 96, terwijl hij werd toegesproken door 'den consulent, ds. Klpek van Oudelande. De Ned. Herv. Propaganda Club te Bergen op Zoom zal een Protestantschen Landdag houden op Hemelvaartsdag. Ds1. A. .Wunder, predikant te Cuyck en Beers in Noord-Brabant, is' op. 71- jarigen leeftijd overleden; deze, overle dene was vroeger predikant te Noord- gouwe, in de dagjen dat men .aldaar nog een predikant had van moderne richting e|n hij was1 in die gemeente in hcog aanzien. Gedurende een achttal da gen vertoefde hij den laatsten zomer nog in zijn oude gemeente. ri Orvan's revue- eü kluchtspel'-ensfein- ble. Vo|or de plauze' werd een vroolijke klucht „Een oude kat in de val" op ver dienstelijke wijze gespeeld. De soubret te, mejuffrouw Dina Boelen, die hier op enkele liederen zong, kon ons met haar schelle stem niet in bewondering bren gen; de heer Orvan zelf als humorist waa daarentegen in zijn gfenie goed te noemen. De heer en mevrouw Van Laar toonden hun kunnen in „Wedergevon- den", waarbij1 vooral de heer Van Laar Op dien lachlust der aanwezigen werkte. Na de pauze werd de revue „Neder land je bent goud waard" gegeven, al thans een deel daarvan en met een klein aantal artLsten, (die er echter van maak ten, wat er met de in den Schouwburg aanwezige décors van te maken 'is. De verschillende aardige liederen werden op vroOlijke, bekende melodieën gloed gezon gen. De Aanwezigen (gaven den gtehteelen avond door gullen lach' en dankbaar ap plaus blijk, zich Igojed te amuseeren. ONDERWIJS. Geslaagd voor het machinistendiplo" mh B, de heer A. de -Waard, leerling van 'de „De Ruyterschool" te Yilissingen. LANDBOUW. R und vee;ke uringeli op W-alc hepen. f De rundveekeuringen op Walcheren zullen gehouden worden' Donderdag 6 Mei 's miorgens op het Molenwater te Middel burg en Vrijdag 's morgens' oïn half acht te Aagtekerke en |om 11 uur te Biglge- kerke. Deze keuringen gaa'n uit van de Pró vin-' ciale Commissie vjoor de Rundveefokkerij (en van. het Nederlalndsch Rundvee Stam boek. f 1 Ieder veehouder kan dekstieren 'blo ven de 9 maanden "en koeien, die min stens eenmaal gekalfd hebbed, inzenden ter keuring en ter mededinging naar de prijzen. Het resultaat der keuring wpirdt aan de bezloekers medegedeeld, terwijl de in gezonden dieren vfoor belangstellenden worden 'besproken. Op Wialcheren met zijn belangrijken veestapel, kan de belangstelling vopr de ratinneele veefokkerij' veel grooter zijn. Willen de fokkers top de hoogte klor men, dan mioeten zij' deze keuringen be zoeken De 'zh.iVel-veeteeltcfohslulent. KUNST EN WETENSCHAPPEN. De Schouwburg alhier was gis terenavond behalve in de loges' góed be zet bijl de uitvoering, gegeven door Hen- karakier en zelfvertrouwen. U zal spoe dig weer beten zijn heel spoedig! hoop ik en dan zal u een betere meening hebben .over ,u zelf", Becky zag haar dankbaar aian. „Als dat zoo is, dan heb' ik het aan u te dan ken. U is een soort mensch, dat iemand hoop geeft; en u hebt mij meer goed gedaan, dan al de dokters rnet hun me dicijnen mij zou den doen. Ik heb een gevoel of u verdriet gehad hebt en dat u daardoor zooveel sympathie vloor mij hebt". Constance strekle haar handen uit naar het vujur en glimlachte. Het wasi een droe vig lachje. „O ja, ik heb veel verdriet gehad!" zei ze. „Wie heeft dat niet?" „Vertel het mij", zei Becky als een plotselinge ingeving. „Misschien "kan ik u helpen. Ach neeen, dat is natuur lijk dwaas Constance keek peinzend in het vuur. „Ik zou het u wel willen vertellen, zei ze, „en toch Doe het niet als u het liever niet doet". Constance haalde diep adem. „O, het is niet zoo'n groot verdriet", zei ze, „het is niet bij het uwe te ver gelijken. Wil ik er wal kolen bij doen? Ik heb een halve ton besteld. Wees daar niet boos om. Ge hebt warmte noodig1. Ja, ik zal het ;u vertellen. Ik ben de dochter van een landedelman, een ba ron. Ik denk niet dat ge hem ooit hebt hooren noemen, toch was hij wel hekend in zijn tijd. Hij heeft mij achtergelaten zonder eenig fortuin en onder voogdij van den man aan wien hij1 al'zijn bezit tingen had vermaakt". Zij zweeg' een oogenblik en staarde in het vuur. Het was haar zelf zoo vreemd en onverklaar iii —OJ Stand defc fwliht e r ge was &e n. In de Staatscourant is' opgenomen een overzicht betreffendb den stand der wintergewassen pp 20 April! Het miojoie herfstweder in September en October was zeer bevorderlijk voor de najaarsbewerking van den grond, waardoor tijdig kon worden begonnen met het zaaien der wintergewassen. Zij, die van deze gelegenheid geen gebruik maakten, werden in de eerste helft van November overvallen door een periode van vrij strenge vjorsft en door 'sneeuwval. Dit heeft tot gev[olg gehad, dat hier en daar nog laat mioest worden' gezaaid en dat minder wintergranen uitgezaaid werden dan oorspronkelijk het plan was. De winter was bijzonder zacht met veel regenval en voor den stand der winter gewassen gU'nslig. Slechls hier en daar hadden enkele laat gezaaide gewassen van het vocht te lijden, waarom zij moesten worden omgeploegd. baar, deze begeerte zich toe te vertrou wen aan een meisje dat haar bijna vreemd was; misschien kwam het om dat zij haar haar vriendschap geschon ken 'had. „Ik ik werd verliefd op hem, maar ik vond ontdekte iets in zijn verleden dat mijn huwelijk met sir Ralph onmogelijk maakte". De naam ontviel haar onwillekeurig. Becky, in haar stoel geleund, zag het mooie gezichtje vol sympathie aan. „Wij scheidden v,an elkander", gingl Constance voort, „en en dat is alles. Het is een heel geringf verdriet verge leken bij het uwe. Doet uw l>een u vandaag wat minder pijn? Ilc denk dat u betere hulp moest hebben, dat u een spe cialiteit moest raadplegen. Ik ken er een, hij is dokter aan het St. George- hospitaal. Hij is heel "bekwaam voor ge vallen zooals het uwe. Ik weet zeker, dat hij bij ,u zal willen komen als ik het hem! vraag, ik zal hem schrijven als1 u het goed vindt". „Neen, neen", zei Becky. „Ik weet wat dat beteekent. Dan betaalt u de onkosten. Geef mij zijn naam en adres1 op, dan vraag ik aan den dokter, die bij mij komt, of hij wil schrijven". „Heel goed", zei Constance. „Wat is u trotsch! Hebt u een blaadje papier voor mij? Negp, neen, ik zal het wel krijgen. Staat u liever niet op. Waar is het?" Becky zei waar ze het kon vinden en Constance schreef een kort briefje aan ieen beroemd geneesheer. Zij ondertee- kende liet zonder, er bij te denken met haar eigen naam en gjaf het toegevouwen aan Becky. „Als u dit aan den dokter meegeeft, dan zal hij het verzenden". Becky bedankte haar en legde het toe Van meet nadeel'Was de lnoioge .water stand in onze groote rivieren. In Januari hadden langs IJssel, Rijn, Maas en Lek' breede stroioken grond zooveel van den boegen waterstand te lijden, dat de daarop voorkomende j, wintergewassen 'verdronken en (omploegen noodzakelijk werd. Daar Van k a r w ij geen gunstige finan-i cieele uitkomsten verwacht wordenwerd' dit gewas iop verschillende plaatsen iomJ. geploegd. In Zuidelijk' Groningen ondervindt de rlogge hier fen daar nadeel van de smalle graan vlieg en veroorzaakte het gebruik van Chili perchlioraatvergiftigimg.. In siommige deelen van Noord-Brabant richt het stengelaaltje aam de roggte meer, nadeel dan in viofige jaren. Ver der wordt over beschadiging der gei wassen niet gesproken. Van schade dioor, nachtvorsten wiordt in! tegenstelling met andere jaren geen melding gemaakt.; Uit verschillende streken Wordt gemeld, dat de bodem behoefte heeft aan stikstof- mest en dat een overbemesting bij te hollen stand der, gewassen zeer nuttig zio.u kunnen werken. "De natuur Is ech-f ter in dezen uitstekend te Ttulp jgekoi menhet prachtige vop rjaarsweder is| iojorzaak dat de gewassen vroeg "hunne Volorjaarsrust eindigen en "krachtig zijn gaan groeien ,zloodat over het algemeen1 de stand gloed is'. De gunstige weersomstandigheden doen hun invloed het sterkst waarnemen bij! de graslanden', die een zeer goeden stand vertolonen. Er ïs| volop voedsel Voor het vee, dat bij de buitengewoon) bologe temperatuur, zoowel gedurende) de nachten als des daags', op meerdere plaatsen reeds! einde Maart de stallen! kon' verlaten. Tarwe. In de gebieden, waar de tarwe liet meest wprdt verbouwd isl de stand zeer goed tot goed. Zeer goed' is de stand in Friesland, Utrecht, Nioiord-Holland en 'Zuid-Holland; goed tut zeer gloed in Groningen, Zuidelijk Gelderi land en Zeeland; goed in het zeekleigei bied van Noord-Brabant. Waar tarwe opj zand is verbouwd, is 1de stand vrij' goed.- R lo g g e. De stand der rtogge geeft meer verschillen te zien; zop is de stand zeer gloed in Friesland, Drenthe, pp de klei gronden in Noord-Holland en in Zuid- Holland; g|oed tot zeer goed in de veenkoloniën, goed op" de Veluwe en' de kleigronden in Gelderland, m Utrecht op de zandgronden van Noord-Holland^ in Zeeland en in Nolord-Brabant; vrij! goed tot goed in Overijssel en op Limi burg's zandgrond, terwijl' zij top de ri-f vierldèi van Nolord-Brabant ein Limburg slechts matig staat. Gerst. De gerst staat lover het algói meen goed. Zij staat goed tot zeer goed! in Groningen, Noord-Holland, Zuid-Hol land, Zeeland en Limburg; goed in FriesH land en Noprd-Brabant, terwijl elders) een vrij goede tot goede stand wordt aani getroffen. Ktoilolza;a;d. Over het algemeen is de stand goed, behalve in Groningen en! Oost-Noord-Brabant, waar de stand tof zeer goed nadert en in! de Betuwe en Westelijk Nioprd-Brabant, waar het vrijj gloed tot goed staat. ILarwij. In Groningen ën N,oord-Hok land .is de stand goed t|ot zeer goed; ihl Zeeland, Noprd-Brabant en, Zuid-Holland goed. Grasland. Het grasland vertoplnt een' zeer gfoeden stand en kan pp verschillen-) de plaatsen zelfs' uitmuntend genoemd! worden. Klavers. Ook' "de klaver staat in het algemeen zeer goéd; Lp dë zand-: gronden van Friesland en de klei in Over-| ijssel en West-NioPirdbrabant is; de stand goed. (St. Ct.) gevouwen briefje ,op de tafel naast zich'.: Constance bleef zoo lang als ze kon en praatte vroolijk met haar patiënt; en toen' zij opstond om heen te gaan, hield Becky, haar onder een of ander voorwendsel nog terug'. „Het is net of de zon weg gaat, zuster Constance, als u de 'kamer uitgaat", zei ze. „U maakt het leven nog de moeite, waard. Als u wist wat uw bezoeken voor mij geweest zijn", Constance zag haar heel vriendelijk aan, „Het is heerlijk te weten, dat men van eenig nut is op de wereld", zei ze. „Denk er vooral aan den dokter te vragen dit briefje te verzenden. U zal' gauw weer heelemaal beter zijn en ik zal het genoegen hebben u te komen zien optreden in uw café-chantant". Becky lachte ongeloovigj. „U zou voor niets ter wereld naar een café-chantant willen gaan", „O ja zeker wel. Om' u te zien. Waar om niet? Wat voor kwaad 'is er in een café-chantant? Wij hebben allen nu en dan een amusementje noodig, rijken zoo wel als armen; en ik ben geen onver draagzame ijveraarster. Ja, ik .zal gatoï en u zien dansen en hooren zingen En nu zeg ik u goeden-dag. Morgen kan ik niet bij u komeu, want dan heb ik heel! veel te doen; maar overmorgen of 'den dag daarna"., Jf Zij stak de hand uit' en trok Becky, naar zich toe om liaar een kus te geven, Becky verzette zich evenals ze dat den vorigen keer g|edaan had; maar Con stance was sterk en Becky was zwak e* Constance kuste haar. Toen Constance weg was, bleef Becky, eenige minuten lang! staren in het vuur., Die reine kus was als 't ware een zegens voor haar geweest en de arme Becky

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1920 | | pagina 4