Ie t o n
Woensiig 28 April 1920, ei 100
BUTBIBSE
VAN BE
VAN
SNELHEIDSMANIAKKEN
EN MOTORrENGELTJES.
De eerste zitten voorop en toeteren
en staren, almaar recht voor zich uit
naar den verren horizon, die voor hen
iets is dat ze in enkele minuten hereiken,
om weer naar een nieuwen horizon te
staren. De engeltjes zitten achter-op,
meest met los zwaaiende beeinen; en
voor zoover ze zich niet aan hun Voer
man moeten vast klemmen vdh wege
't ongemakkelijk zitje, kijken ze triom
fantelijk over de schuw uitwijkende voet
gangers heen.
Zoo snorren ze langs de wegen, de
een voor, de ander na, als erom mende
glazenmakers die 's zomers door de lucht
schieten. Er zijn er zoo veel dat je, als
spaarzaam burger, je afvraagt of die
dingen ook soms ergens bij een pond
margarine cadeau worden gegeven. En
als er dan zoo een stuk of wat voorbij
je zijn gevlogen, stuift voor afwisseling
een auto je de oogen vol stof. En (dan
weer een paar motorfietsen.
O, o! waar zijn de gelukkige oorlogs
jaren toen er benzine-gébrek was! Wiat
was het toen rustig buiten op de wegen.
'De enkele militaire auto's konden dat
zelfs niet bederven.
En nu? De Haagsche couranten staan
vol ingezonden stukken over de geva
ren van het snelverkeer voor de voet
gangers. Het „Nieuws van den Dag1" had
een hoofdartikel over „Onveilig Amster
dam". En waarachtig er is reden voor,
want telkens leest men van voetgangers
die onder een auto komen of door een
motorfiets worden omver gereden, lieel
vaak met doodelijk gevolg.
In de „Maasbode" stond onlangs een
wanhopige klacht van iemand hie iederen
dag zich over 't lot van zijn vrouw en
kinderen na zijn dood bezorgd maakte,
ook al vanwege die gestage "doodsbe
dreiging bij 't oversteken van straten.
En waag het niet er aanmerking op
te maken! Dan krijg je dadelijk te hoe
ren dat je niet met je tijd mee gaat; dat
het verkeer op straat en weg zich hioet
aanpassen aan dat glorieuze nieuwe mid
del van vervoer; dat het renpaard zijn
vaart niet heeft te regelen naar de slak,
enz. enz1. In een woord: je bent conser
vatief en ouderwetsch.
Had de „Zutphensche Crt." zich dezer
(dagen niet te verweren tegen een inzen
der, die (naar aanleiding van een paar
onnoozele opmerkingen der redactie) liet
blad aanviel met de stellingen: le. dat
de kinderen moeten leeren, dat de weg
geen speelplaats is; 2e. dat oude men
sehen niet op den weg moeten loopen.
Alsof die wegen niet waren gpmaakt
voor de voetgangers1 en vopr 't trage
paardenverkeer, lang vóórdat daarop de
jongelui met een locomotief tusschenhun
beenen voort vlogen.
Het was op een smallen weg in Zee
land dat een auto-rijder een boer, die
niet vlug genoeg kón uitwijken, iets toe
voegde van: lompe vlegel! of iets der
gelijks, en toen ten antwoord kreeg: „die
weg is net zoo gjoed van mij als wan
jou, nog méér van mij dan van jo,u!"
Het was waar.
Als we de verhalen lezen van de door
het auto-stof onbewcpnbaar geworden
villa's langs de wegjen in 't Gooi en in
Gelderland, en van de tallooze verkeers
ongelukken in de groote steden, dan zijn
we hier nog tamelijk goed af.
Maar we gaan hier ook al aardig1 dien
kant op. In den raad van Neuzen werd
al geklaagd over den hinder, vooral in
Sluiskil ondervonden door de duizeling
wekkende vaart van auto's en motoren;
en er werd door B. en W|. spoedig een
verordening op snelheidsbeperking aan
gekondigd.
Zoo zal 't overal gaan. Ook hier in
onze naaste omgeving. Nog Zaterdagmid
dag zagen we een drietal motoren ieder
met twee jongelui, met volle vaart, op
veel te korten afstand van elkaar, in
een soort spelletje, krijgertje-spelen of
wedstrijd of wat ook, over een der sin
gels stuiven, waar toen vrij veel wande
laars van den vrijen middag profiteerden.
Loop je op den weg, of rijd je iop
een fiets, en er komt zoo'n ding aan,
'berg je dan maar. Ep als er meer dan
een komt, en 't is droog, stap dan maar
af om je oogen uit te wrijven, want
in de stofwolk loop je nog gevaar tegen
een ander aan te botsen die je niet zag
of hoorde. j 1 ->
Dat we hier speciaal de motorrijders
voorop stellen, heeft zijn goede reden.
De auto's met ervaren chauffeurs maken
het heusch zoo, bont niet. Maar 'die mo
torfietsen zijn „gedemocratiseerd". Er
zijn er in kringen terecht gekomen, waar
men ze vanwege de kosten niet ver
wachten zou, maar waar ze nu eenmaal
zijn, En het zijn speciaal die jongelui,
welke met onverantwoordelijke snelheid,
soms met onnoodig donderenden knalpot,
dwars door drukke straten daveren, zon
der dat hun plezierritje beperking van
tijdverlies vergt.
Hebben al die jongelui rijbewijzen?
We ztouden om een lief ding wel
eens de resultaten willen zien, alsi de
politie eens een al'gemeene controle
hield. We hebben zlop'in idee dat dit toch
nog wel iets ztou geven.
En verder?
't Zal drommels lastig zijn, het onmis
kenbaar kwaad afdoend te beteugelen,
donder het goede te belemmeren.
Zéér strenge handhaving van de re
gelen vloior "t verkeer op weg en straat,
zal iéts helpen. De werkelijk geoefende
'en goed-willende rijders, die 'de motor
fiets io.a. al's een zeer nuttig vervoermiddel
vplor hun zaken gebruiken, zullen dat
toejuichen, want als ètr ingegrepen moet
worden, zullen zij1 te lijden hebben vpor
hetgeen anderen misdreven.
En we hopen dat de rechterlijke macht
bij snelle straffing niet karig zal zijn met
intrekking van rijbewijs, wanneer iemand
herhaaldelijk bekeurd wordt.
Maar dat deel van 't publiek, dat niog
niet naar benzine ruikt, kan óók ietsi doen,
dolor in ernstige gevallen de politie te
helpen, en door duidelijk uit te spreken,
dat het zich niet Van den weg laat dringen.
Want zoolang het ideaal nog niet be
reikt is van afzonderlijke wegen Voor
snelverkeer, waarop de a uljo's en motor
fietsen vrijelijk kunnen voortjakkeren,
zoolang dient voorop te staan, dat voet
gangers rijtuigen en wagens: óók remit
op den weg hebben.
Binnenland.
DE GRENSBEWAKING.
Nu 1 Mei de nieuwe regeling' v|oior de
grensbewaking in werking treeedt, willen
we hier nog ,uit het „bewakingsvoore
schrift" van 21 Febr. dlat in de Staats
courant van Maahdag jl. niog eens werd
herhaald, laten volgen de bepalingen van
art. 5, waarin het een ledeir wiordt
verboden, zich, behalve bij reizen per
sploior of tram, op te bonden op andere
plaatsen dan fop de hieronder genoem
de kunst- en waterwegen, in een strook
(verbodten strlook) van het bewa
kingsgebied, ter breedte van driehonderd
meter, welke zich langs de landgrenzen,
des Rijks uitstrekt van Nieuw-Slateuzijl
(gem. Beerla) tot Cadzand.
.Voior Zeeland zijn deze kunstwegen:
de Wester-Schelde
de kunstwegen: Nieuw-Namen—Kiel-
drecht: Clinge—la-ClingeKapclle-
brugSt. Nicolaas; Axel—grenspaal
289; Zuiddorpe—Kruysslraat; Zuid-
dorpe—Overslag.; Sas van Gent—Sel-
zaete
het kanaal Terneuzen—Gent
de kunstwegen: PhilippinePosthoorn
IJzen-Watervliet; OoslburgDe
BrakkeSt. Marguerite; Aardenburg—
Maldeghem; Sluis—Brugge
het kanaal van Sluis naar België.
Vrijstelling Van het verbod hebben zij
die een pas daarvoor bezitten.
Wat het verkeer van vreemd el in-)
gen in het bewakingsgebied betreft Zij
herinnerd dat zij':
niet tot het bewakingsgebied wtordeU
toegelaten zónder buitenlandsch paspoort
en zonder voldoende middelen van be
staan;
het bewakingsgebied niet over de grens
veriaten, zonder hun afgestempelde wit
te identiteitskaart of contrólekaart te heb
ben afgeleverd aan een der doorlaat
posten
zich behalve bij het reizen per
spoor, tram of boot niet in liet bewa
kingsgebied mogen ophouden op andere
plaatsen dan op de kunst- en waterwe
gen en in de aan die kunst- en water-
gelegen woningen, hotels, vaartuigen, fa
brieken, dan wel in eenig aanhoiorigheid
daarvan, of top plaatsen waar arbeid
pleegt te wprden verricht, in welke do
vreemdeling is opgenomen. Zulks' onver
minderd het bepaalde bij art. 5 over de
verboden strook.
KERKNIEUWS.
•fcwsr CHARLSg GILAVï-CE
Yr§ brb? hst SngelscK, i
56). j
Welk een verrassing zou het wezen,
voor. heel het graafschap, als hij met
Constance Des'brook trouwde en het tes
tament „ontdekt" werd en wijd en zijn
verkondigd zou worden, dat zij de erfge
name was van sir John! Hij fou dan de
plaats bekleeden 'in het graafschap, waar
op hij aanspraak maakte; hij zou niet (al
leen zijn mr. Lycett Crayson, de notaris,
waar de echtgenoot van sir John's doch-
ter- Hij zou zelf een groot huis houwen,
Precies op de grens' van het landgoed
esbrook Park hij had een hypotheek
OP een stulc grond, dat juist geschikt zou
™.11hij zou lid van het parlement
t r ,en' hij zou mild bijdragen aan de
verkrn!' hanijcn' hij zou een ridderseiisp
ar t misschien wel baron worden
coed Met°er lady Crayson. Dat klonk
hersenen konÏTrf" tfVv f*
man van de a(fm fJ r° T
c Pwais worden. Constance
n^schikt den teon aan te
fiii- - f 6 .errewen, op maatsehappc-
,j m de Sroote wereld en ze
zouden dus de eersten van net graafschap
worden.
Het was een heerlijke 'droom. Lycett
Craysons hart begon er luide van te
Moppen. Hij kon het best volhouden,
geduldig de verkwisting op het kasteel
aan te zien en sir Ralph geld voor te
schieten. De toekomst behoorde hem''toe
ide roemrijke, de rooskleurige toekomst!
Vroolijk en opgewekt werkte hij' voort in
zijn kantoor, grenzende aan de bouwval
len van zijn huis. Hij moest afwachten;
alles gelukt den man, die weet af te
wachten, zoo sprak hij zich zelf toe.
Intusschen zette Constance, om wie hij
zijn net weefde, hhar teven van zelfver
loochening en zelfopoffering: vloort. Zij
was den volgenden dag Becky Thorpe
weer een bezoek gaan brengen. Becky
was wat beter dien morgen zonder
twijfel had de gedachte, dat haar huis
huur betaald was, een zwareu last vian
haar hart afgenomen zij zat op en was
bezig een tooneelcostuum te repareeren.
Zij begroette Constance .schuw maar
dankbaar.
„Ge ziet, wat u voor mij gedaan hebt.
Ik hen een heel ander mensch voor
mijn gevoel. O, ik ben zooveel beier van-
dadg. Ik zal heel gauw weer uit mogen
gaan an hersteld zijn".
„Dat doet mij erg veel pleizier", zei
Constance; „maar u moet niet ai te veel
w,eigen. Li is nog' ziek en heel zwak. Ik
heb wat consommé en een flesch port
voor u meegebracht. Neen, bedank mij
maar niet, het komt van het Huis". 'Zij
tros. een stoel bij het vuur en zag Becky
glimlachend aaneen glimlach, dien niet
alleen Lycett Crayson en sir Ralph, maai
de meeste mënschen onweerstaanbaar
vonden. „Ik kom alleen een praatje ma
ken. Vertel mij eens wat van ,U zelf".
Becky's gezicht betrok.
„Er is niets te vertellen", zei zie. „Niets
dat voor uw ooren geschikt is'. Ik ben
al de moeite, die u zich' voor mij geeft
en al uw vriendelijkheid niet waard".
„Daar ben ik nog zoo zeker niet v,an.
Er is geen muschje dat op aarde valt.
Maar dat weet u allemaal wel. En n is
lang geen muschje, u is een vrouw van
Tweetal Vopr de Chr. Geref. kerk te
Hoiogeveen: J. D. G. Croes te V1 i s s i In! -
gen ©n J. P. Meyering te Barendrecht.;
Jl. Zondag (nam ds. T.; Jolnkèr, te
Ovezande en Driewegen!, afscheid
van de Ned. Herv. Gem. aldaar, spre
kende haar aanleiding van Handelingen
20 32. Den tiaar Biezelinge vertrekken-
den predikant werd tioegezb'ngen Gezang
96, terwijl hij werd toegesproken door
'den consulent, ds. Klpek van Oudelande.
De Ned. Herv. Propaganda Club te
Bergen op Zoom zal een Protestantschen
Landdag houden op Hemelvaartsdag.
Ds1. A. .Wunder, predikant te Cuyck
en Beers in Noord-Brabant, is' op. 71-
jarigen leeftijd overleden; deze, overle
dene was vroeger predikant te Noord-
gouwe, in de dagjen dat men .aldaar
nog een predikant had van moderne
richting e|n hij was1 in die gemeente in
hcog aanzien. Gedurende een achttal da
gen vertoefde hij den laatsten zomer
nog in zijn oude gemeente.
ri Orvan's revue- eü kluchtspel'-ensfein-
ble.
Vo|or de plauze' werd een vroolijke
klucht „Een oude kat in de val" op ver
dienstelijke wijze gespeeld. De soubret
te, mejuffrouw Dina Boelen, die hier op
enkele liederen zong, kon ons met haar
schelle stem niet in bewondering bren
gen; de heer Orvan zelf als humorist
waa daarentegen in zijn gfenie goed te
noemen. De heer en mevrouw Van Laar
toonden hun kunnen in „Wedergevon-
den", waarbij1 vooral de heer Van Laar
Op dien lachlust der aanwezigen werkte.
Na de pauze werd de revue „Neder
land je bent goud waard" gegeven, al
thans een deel daarvan en met een klein
aantal artLsten, (die er echter van maak
ten, wat er met de in den Schouwburg
aanwezige décors van te maken 'is. De
verschillende aardige liederen werden op
vroOlijke, bekende melodieën gloed gezon
gen.
De Aanwezigen (gaven den gtehteelen
avond door gullen lach' en dankbaar ap
plaus blijk, zich Igojed te amuseeren.
ONDERWIJS.
Geslaagd voor het machinistendiplo"
mh B, de heer A. de -Waard, leerling van
'de „De Ruyterschool" te Yilissingen.
LANDBOUW.
R und vee;ke uringeli op
W-alc hepen. f
De rundveekeuringen op Walcheren
zullen gehouden worden' Donderdag 6 Mei
's miorgens op het Molenwater te Middel
burg en Vrijdag 's morgens' oïn half acht
te Aagtekerke en |om 11 uur te Biglge-
kerke.
Deze keuringen gaa'n uit van de Pró vin-'
ciale Commissie vjoor de Rundveefokkerij
(en van. het Nederlalndsch Rundvee Stam
boek. f 1
Ieder veehouder kan dekstieren 'blo
ven de 9 maanden "en koeien, die min
stens eenmaal gekalfd hebbed, inzenden
ter keuring en ter mededinging naar de
prijzen.
Het resultaat der keuring wpirdt aan
de bezloekers medegedeeld, terwijl de in
gezonden dieren vfoor belangstellenden
worden 'besproken.
Op Wialcheren met zijn belangrijken
veestapel, kan de belangstelling vopr de
ratinneele veefokkerij' veel grooter zijn.
Willen de fokkers top de hoogte klor
men, dan mioeten zij' deze keuringen be
zoeken
De 'zh.iVel-veeteeltcfohslulent.
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
De Schouwburg alhier was gis
terenavond behalve in de loges' góed be
zet bijl de uitvoering, gegeven door Hen-
karakier en zelfvertrouwen. U zal spoe
dig weer beten zijn heel spoedig! hoop
ik en dan zal u een betere meening
hebben .over ,u zelf",
Becky zag haar dankbaar aian. „Als
dat zoo is, dan heb' ik het aan u te dan
ken. U is een soort mensch, dat iemand
hoop geeft; en u hebt mij meer goed
gedaan, dan al de dokters rnet hun me
dicijnen mij zou den doen. Ik heb een
gevoel of u verdriet gehad hebt en dat
u daardoor zooveel sympathie vloor mij
hebt".
Constance strekle haar handen uit naar
het vujur en glimlachte. Het wasi een droe
vig lachje.
„O ja, ik heb veel verdriet gehad!"
zei ze. „Wie heeft dat niet?"
„Vertel het mij", zei Becky als een
plotselinge ingeving. „Misschien "kan ik
u helpen. Ach neeen, dat is natuur
lijk dwaas
Constance keek peinzend in het vuur.
„Ik zou het u wel willen vertellen, zei
ze, „en toch
Doe het niet als u het liever niet
doet".
Constance haalde diep adem.
„O, het is niet zoo'n groot verdriet",
zei ze, „het is niet bij het uwe te ver
gelijken. Wil ik er wal kolen bij doen?
Ik heb een halve ton besteld. Wees daar
niet boos om. Ge hebt warmte noodig1.
Ja, ik zal het ;u vertellen. Ik ben de
dochter van een landedelman, een ba
ron. Ik denk niet dat ge hem ooit hebt
hooren noemen, toch was hij wel hekend
in zijn tijd. Hij heeft mij achtergelaten
zonder eenig fortuin en onder voogdij
van den man aan wien hij1 al'zijn bezit
tingen had vermaakt". Zij zweeg' een
oogenblik en staarde in het vuur. Het
was haar zelf zoo vreemd en onverklaar
iii —OJ
Stand defc fwliht e r ge was &e n.
In de Staatscourant is' opgenomen
een overzicht betreffendb den stand der
wintergewassen pp 20 April!
Het miojoie herfstweder in September
en October was zeer bevorderlijk voor
de najaarsbewerking van den grond,
waardoor tijdig kon worden begonnen
met het zaaien der wintergewassen. Zij,
die van deze gelegenheid geen gebruik
maakten, werden in de eerste helft van
November overvallen door een periode
van vrij strenge vjorsft en door 'sneeuwval.
Dit heeft tot gev[olg gehad, dat hier en
daar nog laat mioest worden' gezaaid
en dat minder wintergranen uitgezaaid
werden dan oorspronkelijk het plan was.
De winter was bijzonder zacht met veel
regenval en voor den stand der winter
gewassen gU'nslig. Slechls hier en daar
hadden enkele laat gezaaide gewassen
van het vocht te lijden, waarom zij
moesten worden omgeploegd.
baar, deze begeerte zich toe te vertrou
wen aan een meisje dat haar bijna
vreemd was; misschien kwam het om
dat zij haar haar vriendschap geschon
ken 'had. „Ik ik werd verliefd op
hem, maar ik vond ontdekte iets
in zijn verleden dat mijn huwelijk met
sir Ralph onmogelijk maakte". De naam
ontviel haar onwillekeurig.
Becky, in haar stoel geleund, zag het
mooie gezichtje vol sympathie aan.
„Wij scheidden v,an elkander", gingl
Constance voort, „en en dat is alles.
Het is een heel geringf verdriet verge
leken bij het uwe. Doet uw l>een u
vandaag wat minder pijn? Ilc denk dat u
betere hulp moest hebben, dat u een spe
cialiteit moest raadplegen. Ik ken er
een, hij is dokter aan het St. George-
hospitaal. Hij is heel "bekwaam voor ge
vallen zooals het uwe. Ik weet zeker, dat
hij bij ,u zal willen komen als ik het hem!
vraag, ik zal hem schrijven als1 u het goed
vindt".
„Neen, neen", zei Becky. „Ik weet wat
dat beteekent. Dan betaalt u de onkosten.
Geef mij zijn naam en adres1 op, dan vraag
ik aan den dokter, die bij mij komt, of
hij wil schrijven".
„Heel goed", zei Constance. „Wat is
u trotsch! Hebt u een blaadje papier
voor mij? Negp, neen, ik zal het wel
krijgen. Staat u liever niet op. Waar
is het?"
Becky zei waar ze het kon vinden en
Constance schreef een kort briefje aan
ieen beroemd geneesheer. Zij ondertee-
kende liet zonder, er bij te denken met
haar eigen naam en gjaf het toegevouwen
aan Becky.
„Als u dit aan den dokter meegeeft,
dan zal hij het verzenden".
Becky bedankte haar en legde het toe
Van meet nadeel'Was de lnoioge .water
stand in onze groote rivieren. In Januari
hadden langs IJssel, Rijn, Maas en Lek'
breede stroioken grond zooveel van den
boegen waterstand te lijden, dat de
daarop voorkomende j, wintergewassen
'verdronken en (omploegen noodzakelijk
werd.
Daar Van k a r w ij geen gunstige finan-i
cieele uitkomsten verwacht wordenwerd'
dit gewas iop verschillende plaatsen iomJ.
geploegd.
In Zuidelijk' Groningen ondervindt de
rlogge hier fen daar nadeel van de
smalle graan vlieg en veroorzaakte het
gebruik van Chili perchlioraatvergiftigimg..
In siommige deelen van Noord-Brabant
richt het stengelaaltje aam de roggte
meer, nadeel dan in viofige jaren. Ver
der wordt over beschadiging der gei
wassen niet gesproken. Van schade dioor,
nachtvorsten wiordt in! tegenstelling met
andere jaren geen melding gemaakt.;
Uit verschillende streken Wordt gemeld,
dat de bodem behoefte heeft aan stikstof-
mest en dat een overbemesting bij te
hollen stand der, gewassen zeer nuttig
zio.u kunnen werken. "De natuur Is ech-f
ter in dezen uitstekend te Ttulp jgekoi
menhet prachtige vop rjaarsweder is|
iojorzaak dat de gewassen vroeg "hunne
Volorjaarsrust eindigen en "krachtig zijn
gaan groeien ,zloodat over het algemeen1
de stand gloed is'.
De gunstige weersomstandigheden doen
hun invloed het sterkst waarnemen bij!
de graslanden', die een zeer goeden
stand vertolonen. Er ïs| volop voedsel
Voor het vee, dat bij de buitengewoon)
bologe temperatuur, zoowel gedurende)
de nachten als des daags', op meerdere
plaatsen reeds! einde Maart de stallen! kon'
verlaten.
Tarwe. In de gebieden, waar de
tarwe liet meest wprdt verbouwd isl de
stand zeer goed tot goed. Zeer goed'
is de stand in Friesland, Utrecht,
Nioiord-Holland en 'Zuid-Holland; goed tut
zeer gloed in Groningen, Zuidelijk Gelderi
land en Zeeland; goed in het zeekleigei
bied van Noord-Brabant. Waar tarwe opj
zand is verbouwd, is 1de stand vrij' goed.-
R lo g g e. De stand der rtogge geeft meer
verschillen te zien; zop is de stand zeer
gloed in Friesland, Drenthe, pp de klei
gronden in Noord-Holland en in Zuid-
Holland; g|oed tot zeer goed in de
veenkoloniën, goed op" de Veluwe en'
de kleigronden in Gelderland, m Utrecht
op de zandgronden van Noord-Holland^
in Zeeland en in Nolord-Brabant; vrij!
goed tot goed in Overijssel en op Limi
burg's zandgrond, terwijl' zij top de ri-f
vierldèi van Nolord-Brabant ein Limburg
slechts matig staat.
Gerst. De gerst staat lover het algói
meen goed. Zij staat goed tot zeer goed!
in Groningen, Noord-Holland, Zuid-Hol
land, Zeeland en Limburg; goed in FriesH
land en Noprd-Brabant, terwijl elders)
een vrij goede tot goede stand wordt aani
getroffen.
Ktoilolza;a;d. Over het algemeen is de
stand goed, behalve in Groningen en!
Oost-Noord-Brabant, waar de stand tof
zeer goed nadert en in! de Betuwe en
Westelijk Nioprd-Brabant, waar het vrijj
gloed tot goed staat.
ILarwij. In Groningen ën N,oord-Hok
land .is de stand goed t|ot zeer goed; ihl
Zeeland, Noprd-Brabant en, Zuid-Holland
goed.
Grasland. Het grasland vertoplnt een'
zeer gfoeden stand en kan pp verschillen-)
de plaatsen zelfs' uitmuntend genoemd!
worden.
Klavers. Ook' "de klaver staat in
het algemeen zeer goéd; Lp dë zand-:
gronden van Friesland en de klei in Over-|
ijssel en West-NioPirdbrabant is; de stand
goed. (St. Ct.)
gevouwen briefje ,op de tafel naast zich'.:
Constance bleef zoo lang als ze kon en
praatte vroolijk met haar patiënt; en toen'
zij opstond om heen te gaan, hield Becky,
haar onder een of ander voorwendsel
nog terug'.
„Het is net of de zon weg gaat, zuster
Constance, als u de 'kamer uitgaat", zei
ze. „U maakt het leven nog de moeite,
waard. Als u wist wat uw bezoeken voor
mij geweest zijn",
Constance zag haar heel vriendelijk aan,
„Het is heerlijk te weten, dat men van
eenig nut is op de wereld", zei ze.
„Denk er vooral aan den dokter te
vragen dit briefje te verzenden. U zal'
gauw weer heelemaal beter zijn en ik
zal het genoegen hebben u te komen
zien optreden in uw café-chantant".
Becky lachte ongeloovigj.
„U zou voor niets ter wereld naar een
café-chantant willen gaan",
„O ja zeker wel. Om' u te zien. Waar
om niet? Wat voor kwaad 'is er in een
café-chantant? Wij hebben allen nu en
dan een amusementje noodig, rijken zoo
wel als armen; en ik ben geen onver
draagzame ijveraarster. Ja, ik .zal gatoï
en u zien dansen en hooren zingen En
nu zeg ik u goeden-dag. Morgen kan ik
niet bij u komeu, want dan heb ik heel!
veel te doen; maar overmorgen of 'den
dag daarna"., Jf
Zij stak de hand uit' en trok Becky,
naar zich toe om liaar een kus te geven,
Becky verzette zich evenals ze dat den
vorigen keer g|edaan had; maar Con
stance was sterk en Becky was zwak e*
Constance kuste haar.
Toen Constance weg was, bleef Becky,
eenige minuten lang! staren in het vuur.,
Die reine kus was als 't ware een zegens
voor haar geweest en de arme Becky