Ittnssfee tond
TWEED E DL AS
8IMIMLISB.
F
LETOÜ
Be Plak pillen
en Meel feel goed.
Zster^ig 24 April 1928= bj 97
van BE
VAJN
(HEX EINDE VAN
DEN STAAT VAN BELEG.
Toen ihier eerst de staat van oorlog
en daarna de staat van beleg zijd wojllen
druk liet voelen; toen menige, civiele
iambtenaar in botsing kwam met de mi
litaire overheid; toen velen uit de maalt-
Ischappij' zich ergerden aan een wille
keur en een ma cli tsaajima liging die ze
luit den vredestijd niet kenden; toen wij
ïzelf op onzen lessenaar- alst' dagelijksch
receptenboek de wet |op den staat van
bfleg hadden staan, en töich herhaaldelijk
in moeilijkheden 'genaakten en zelfs op
't bankje van beklaagden terecht kwa-
knen, toen hebben we vaak hporen voor
spellen'wacht maar eens tot die toe
stand voorbij is! D,an zul je een^ wat
hopren.
We hebben daar nooit aan geloofd,
en we hebben gelijk gekregen. Als 1 Mei
a.s. de laatste rest van den staat van
ijrelcg wordt opgeheven, zal er weinig
imeer over igezegd worden. Het is al zoo
lang geleden. De militaire hewindlheb-<
bers van toen zijn verdwenen. Er is in-
lusschen 'zoloveel anders, gebeurd.
Maar heelemaal onbesproken willen
we hettoch niet laten, vooral niet
omdat de herziening van de wet pp
den staat van oprLog en beleg nog altijd
aanhangig is. (I
Want uit het vele dat Wij' zelf onder
vonden en uit het vele dat wij1 lom ohs
heen zagen, hebben we deze les ge
leerd: het doet er niets toe hoe de wet
luidt; het machtsmisbruik hangt (ge
heel van den persoon af, die biet
labnormaal gnoote macht is bekleed.
Onder dezelfde wet viel bij den eenen'
bewindhebber zoo goed als niets voor
dat ergernis wekte; en waren er bij den
(anderen commandant bijna dagelijks din
gen te zien die een burger tureluursdh
maakten. Of er nog een dieper oorzaak te
vinden is vopr het zeer opvallend ver
schijnsel. dat de marine-commandanten
veel meer ppg toonden te hebben voor
de belangen van de burgerij, dan ver
scheidene gezaghebbers uit het leger,
durven we niet uit te maken. Een
feit is het, en de marinjpHOiflficieren mot
gen dat (gerust als een verdiende hulde
aan hun korps aanvaarden.
We willen ook niet alle legerofficieren,'
lover één kam scheren, want ook onder
hen waren er verscheidene, die gaarne
(zooveel mogelijk de burgierij ter -wille
waren.
Maar we hebben geheel de illusie
verlog-en. dat er een waarborg tegien te
militairistisch optreden in zou gelegen
zijn, wanneer de officieren kprt te vo
ren gerecruteerd waren uit de maat
schappij zelf, waarvan zij dus de belan
gen konden leeren kennen. Want het
waren werkelijk niet steeds de resprve-
Officieren, die als beschermer^ der bur
germaatschappij optraden. Er waren be
roepsofficieren, die dat heel wat beter
deden, die heel wat meer tact hadden
dan sommigen van hun plotseling! met
macht bekleede.confraters uit de reserve.
Wat er flu met de wet op den staat
van beleg gebeurt, laat ons dan ook ta-
ïnelijk koud. Ze zal -altijd abnormale
macht brengen, en die kan toch zioo toe
gepast worden, dat het ongerief zoo ge
ring mogelijk is. Dat hangt gjeheel van de
persoonlijkheid af.
Maar twee dingen (zijp hjofogst ge-
wens|cht:
Ten eerste: dat de officieren rheds
bij hun opleiding gllondiger worden voor
bereid Op de buitengewoon gewichtige
taak van gezaghebber in civiele zaken,
en Vooral ten dege vooruit leeren,
wat zij mogen doen, en wat- niet. Want
een niet gering percentage der «ontlie
ten zijn ontstaan vfooral in het begin,
dolordat de militaire overheid de wets
bepalingen niet kenden en dingen de-j
den waartoe zé geen recht hadden.
En ten tweededat de burgerlijke
oevrheids'pers|onen tniet al te spoedig
zwichten vjojor een konmiando-toón. In
den loop van de jaren hebben velen
hunner anders geleerd, en waren zijolok
niet op hun mondje gevallen, lals een
•militair zijn macht te buiten ging. Maar
in den aanvang is er veel kwaad ge
daan, doordat er van het burgerlijk gezag
geen verzet kwam, omdat het een .of
ander van militiare zijde bevolen werd.
We hopen inpns leven nooit meer
met ziop iets abnormaals als een „staat'
van bgleg" te maken te hebben. Als de
nood dringtmoet bet zoo zijn. Maar een
(militair bewind is uit zijn aard in strijd
met liet maatschappelijk belang. De best-
Willende officieren hebben al hun tact
raopdig om conflicten te vermijden. En
de anderen wier karakter niet bestand
is tegen het besef va,n macht te hebben,
zullen veel kwaad kunnen doen.
EEN WETTELIJK VOORSCHRIFT
OOK AAN DE KERKEN?
Onder „Uit de Pers" in -dit nummer gé
ven we weer wat Pastoor Schel lar.t te
's Heexenhcek aanvoert ter verdediging
van het besluit der Z-Bevelandsche pas-
tcprs ,om de Mokken niet te verzetten!.
Aan het slot van dat schrijven licht
hij t^e waarom hij zich verzet heeft
lagen de besluiten van de weittige over
heid. We zullen nn maar niet letten
cp de bijgevoegde schimpscheuten op
het liberalisme, want we ^willen opmer"
ken, dat pastoor Schellart sterker staat
dan ihij1 zelf vermoedt.
llij' Letopgt dat hij' niet verplicht
is een wet to volgen, welker uitvpering
verw/arring brengt, waf hem' echter
wel eens in moeilijkheden kon brengen
als hij- dat toepas,t op andere wetten,
waarover hij hetzelfde jongunsjtige oor
deel heeft. -ill
Maar hij had kunnen betojogen ba(t
hij in 't geheel niét dopri de wet ver
plicht wordt lopzijtn klok den zomertijd
te volgen.
Want. die invoering van -den zomer
tijd berust op, is een wijziging van de
wet van 23 Juli 1908, waarbij om een
eind te maken aian de toen heerslchenide
verwarring van Greenwichtijd en gewonen
tijd, in art. 1 als „wettelijke tijd in Ne
derland" werd aangegeven de" middelba
re zonnetijd van Amsterdam.
En in dé volgende artikelen werd Ook
aangegeven wie verplicht waren dien
„wettelijken" tijd te volgen.
Immers art. 2 zegt: „Alle uurwerken
dopr of vanwege het openbaar gezag be
heerd, worden naar den in art. 1 ge
noemden tijd geregeld" Het openbaar
gezag 1 Daar vallen dus niet onder de
klokken beheerd door een kerk:
En art. 3 zegt dat „waar in wetten,
alg. maatregelen van bestuur, Kpn. be
sluiten, pf in verlordepingen van 'pro
vinciale, gemeente- öf waterschapsbestu
ren een bepaald uur wordt genjoemd,
dit geacht wordt vjolgens de iln art. 1
genoemde tijd te zijn aangeduid".
Daar vallen de kerkelijke regelingen
bok buiten.
De pastoors van Zuid-Beveland zijn dus
volkomen gerechtigd de door hen be
heerde Mokken den zonnetijd te doen
Volgen.
Een moeilijkheid blijft er echter:
de scholen, wier aanvangsuren geregeld
zijn bij gemeentelijke verordening. Die
zijn Volgens art. 3 verplicht den wettelij
ken tijd te Volgen. Maar we hopen van
harte dat er gro'ote toegevendheid zal
worden betracht, wanneer alles in een
dorp den zonnetijd volgt, en de school
dat pok doet om niet alle huishoudens
in de war te sturen. Vjojor de stedelingen
is die zionnétijd een genot, en 'daar wordt
het doel bok bereikt. Maar laat men er
niet te streng mee zijin in de dorpen.
(Door plaatsgebrek moesten deze be
schouwing en het bijbehoorende „Uit de
Pers" verscheidene 'dagen blijven liggen.)
UIT DE PERS.
Zpmer- off zjpnlnetij'd?
Pastoor Schellart te 's-H e e r e n-
hoek heeft de Vorige ,week in die
N. Z. Crt. naar aanleiding van .een
opmerking in het Hand. bij het be
richtje over 't besluit der Z. Beveland
sche pastoors om hun Mokken (niet te
verzetten een ingezonden stuk |g|e-
plaatst, ter toelichting van zijn hjouding.
De zakelijke argumenten In dit schrij
ven niopen ons dit grootendeels hier (te
vermeldejnl
Pastoor Schellart heeft in vroeger ja
ren den zomertijd loegtepast, tegen dén;
zin van de boeren en hun arbeiders,
die in hun huis en pp (het land den
ziopnetijd bleven volgen. Thans is hij
bezweken, heeft toegegeven en weer
den zonnetijd aangenomen, omdat hij'
overtuigd is, dat het recht is aan de
zijde zijner parochianen. Hij zet 'dit als
violgt uiteen
„Viooreerst stel ik en beantwoord ik
de vraag: was het van mij verstandig
geweest niog langer diopr te gaan met
mijn strijd? De boeren gaven den uitrijd
niet lop; pp dat punt Leb ik /gedurende
die jaren geen enkel zieltje .gewonnen.
De feitelijke toestand was dus zbó 'dat
er in mijn parochie een dubbele rtijd
bestond, wat aanleiding gaf tpt gnoote
verwarring in de huisgezinnen. Allen,
die lop het Land werkten, kwamen eten
om half twaalf zionnétijd; de schoolkin
deren kwamen thuis lom half twaalf
Zomertijd. Dus twee maaltijden, watvbor
de vrouw des huizes belecken.de: dubbel
werk. Dit is een duidelijk Voorbeeld
van de verwarring, door dien dubbelen
tijd gesticht; 't is1 er één pit vele. Daar
op gelet: deed ik nu (hiet verstandig
met aan die .verwarring eeh einde te
maken ?De boeren gaven het niet op:
deed ik nn niet verstandig bet op te
geven?
„Vervolgens de vraag: was bet van
de bevolking verstandig om maar steeds
aan den zonnetijd vast te hpuden? Ik
heb onlangs toog met iemand ,uit Den
Haag er orver gesproken, en 'deze per
soon noemde het gedrag der bevolking
„koppig vasthouden aan Tiet oude". Is
dat zoo En ik antwoord kort ten bon
dig neen.
„Maar nu mtoet ik mijhe meening
verklaren aan den berichtgever van „Het
Handelsblad", en die heer zal wel een
bewoner zijn van de gnoote stad. En nu
is 't vopr mij moeilijk om het gedrag op-
zer bevolking te verdedigen tegenover
een stedeling, die, z'opals alle stedelin
gen, wel slecht op de hoogte :zal zijn
van het leven vah Onze plattelandsbe-l
Woners,
„Onze bevolking volgt ip: haar leVen
de natuur. Zij staat Op, als het licht
aan den hemel komt, en velen onder
hen nog éen uurtje vroéger. Zij'(gaat
daarom ook vroeg ter ruste, want bij
hun meestal zwareu arbeid hebben zij
een flinke nachtrust hard noodig. Weet
ge wel goed, stedeling, die gewoon zijt
omtrent 7 of 8 ,uur 's morgens op te staan
dat de buitenlui dan meestal een heel
schoft werk achter den rug hebben,
en op dien tijd dat gij! vlolgens uw mee
ning nog vrioeg uit de veeren komt,
reeds hun tweede boterham vkn "dien
dag met flinken honger gebruiken? Een
aiAjojss ©ïumcE
Vrf naai? kei E a g e I s e k.
55).
Constance liep weer naar boven en in
de haast vergat zij te Moppen en deed
de deur open. Becky zat op in bed.
Zij had een papier in de hand en bij liet
geluid van het opendoen van de deur
"wierp zij het onder het Laken, kreeg een
kleur en vroeg boos:
„Wie is daar? Wat moet u hebben?
Wie durft
„Neem mij niet kwalijk", zei Con-
TuT0' 'Werkelijk ik vraag vergiffenis.
had moeten tikken. Ik kwam u maar
ei en zeggen, dat de huur betaald is
voor de volgende maand. Wilt u het mij
me. kwalijk nemen?"
e wangen van Becky Thorpe gloei
en nog yan kwaadheid, maar haar oogen
rulf'eV1(;h Parting met tranen.
c dat had u niet moeten doen!"
stamelde zij, maar - mam", de tranen
ro en haar langs de wangen, „het is
zoon verlichting. Ik - £et ge-
noeg bedanken."
ConsLance ging naar haar toe en trok
de shawl om haar heen.
„Dwaas meisje!" zei ze', „u over zulk
„een kleinigheid akelig makem Kom, wees
verstandig! Je zou mijn huur ook betaald
hebben, is 't niet?"
De zwarte oogen van Becky glinster
den.
„Ja zeker", zei ze bijna heftig. ,,Ik
zou u mijn laatste cent willen geven,
mijn laatste korst brood met u deelen".
Een ondeugend lachje vertoonde zich
om haar lippen. „Ik houd niet van brood-
buitenmensch is1 öus! violstrekt niet bang
lom vroeg op te staan, maar'.... T kan
hem toch ook te bar. wordep! Laat ik
u eens zeggen i Zondagmjorgen is in on
ze parochiekerk de eerste H. Mis lom
half zeven; toen 'ik dus zomertijd volg
de in 'de kerk, was dat Volgens den zon
netijd der bevfolking half zes. En dan
moesten velen mijner parochianen, die
zeer ver af Woonden, en die optijd
in de kerk wilden zijp, reeds föm half
drie in den pacht opstaan. Want kioeien
melken en beeslen vióêrien zijn werken,
die oop op Zondag 'doorgaan; de dieren
kennen daarin geen rustdag. En be
grijpt ge, dat 't op die wijze zelfs een
buitenmensch te bar kan Worden?
„Ook 'savfonds valt het den buiten
mensch niet gemakkelijk. Omdat hij vroeg
Opstaat, moet hij ook tijdig naar bed.
Wordt zijn opstaan door den zomertijd
een uur vervroegd, dan moet nij ook
een uur vroeger naar bed'. En hu is 't
Voor den stadsbewoner volkomen gelijk
lof hij lom 11 of 112 /uur gaat rusten,
maar 't is Vo|or den buitenbewoner niet
gemakkelijk, inplaats van om 9'uur, na-ar
bed te gaan pm 8 uur, als de zon Po.g
hoog aan den hemel staat. De slaapver
trekken zijn meestal klein, en 't'is in
den warmen zomer den buitenman niet
mogelijk te gaan slapen Voordat na
zionsjopdergapg een weinig koelte de lioor
ge temperatuur van zijp slaapkamer ver-;
minderd heeft.
„En het vroege ppstaan, én hetvroe-
gaan maakt het den boer en den
arbeider moeilijk den zomertijd te vol
gen. Maar er is toog een punt, dat Vol
gens hen het Volgen van den zomer
tijd (onmogelijk maakt. Dat beweren iiier
alle hoeren en alle arbeiders, daarin
zijn zij geheel eenstemmig. Omdie re
den te begrijpen, moet men 'deskundige
zijn Op landbopwgebied, en ik kan cr
dus niet over oordeelen; ik geef die
reden, aoloals ik ze van allen boor. „W|ij
kunnen", zegt de hoer en zegt de arbei
der, „wel een tour vroeger opstaan, maar
niet een tour vroeger pp het land gaan
werken. Dan is het land veel te nat.
Eerst mtoet het opdrogen. Volgen wij' den
'zomertijd, dan verliezen wij eett geheel
werkuur."
Samenvattetod wat ik tot hiertoe ge
zegd heb, herhaal ik: de boeren en hun
arbeiders Volgen bijpa allen den zionnétijd
wijl liet Vopr hen moeilijk en onmogelijk
zelfs is den zpmertijd te vjolgep." Vier
jaren heb ik de kerkklok verzet Volgens
den zomertijd, maar nu dit jaar heb ik
de Mok niet verzet.
„En nu zegt de berichtgever Vap „He(t
Handelsblad"„Dit is dus verzet tegen
de besluiten vian de wettige overheid". Ik)
antwoord: Als de vossie preekt, boer,
pas op je MppenZon dit afkeurend
woord van (het liberale Handelsblad nu
Voortkomen uit zuiveren eerbied vpor heit
wettig gezag? Het liberalisme heeft, ,dppr
den gjocls(Ucn.,l uit het Openbare leven
te verbannen, tevens den eenigen grond
slag v,an het wettig (gezag wegjgepiopien,
En nu spreekt het den eerbied voior dat
gezag tejgenover bedienaren der Rpomsdh
Katholieke Kerk, bijl wie het gezag als
komend van God het meest geëerbiedigd
wordt I
„Ik zjal echter dieper pp die woorden
ingaan. I
L De wetgevter heeft den zotoertijd
vojorgescbreven in het algemeen belang,
namelijk pm zooveel mogelijk kolen te
besparen in dezen tijd van schaarsch-
heid. f- I
2. Dit doel Van den wetgever wprdt
in 't geheel niet bereikt onder onze
landbouwersbevolking. Feitelijk stoort de
bevolking zich niet aan den zpmer^ijld:
het resultaat is nihil.
Maar oiok in het gevtal, dat de bevol
king er zich we 1 aan stoorde en den zo
mertijd volgde, zou daardoor geen mud
kolen per jaar bespaard worden. Want
hier is noch g|as-, noch elecfricite;js
verlichting'. De menschen stoken hier
willen gaan om Constance te winnen, zoo
dat een maand in de achterbuurt door
gebracht zelfs niet kon meetellen.
Hij was geheel veranderd in zijn voor
komen, toen hij te Desbrook terugkeerde,
hij hield zich veel rechter, had een glim
lach op 't bleeke gelaat en was bijna
korsten. O ga heen, u hebt mij doen levendig en opgewekt tegenover de men
schreien, en ik heb een hekel aan
schreien! Wacht! Hoe heet u? Ik
ik zou het zoo graag welen".
„Constance", antwoordde zij. „Zuster
Constance".
„Hoe nog meer?" vroeg Becky. Een
zekere tegenzin, even vreemd als onver-
Maarbaar, dwong Constance te zwijgen.
„Ik word nooit anders genoemd dan
zuster Constance", zei ze. „Vaarwel, ik
kom morgen terug".
Zij boog zich tot haar over en kuste
het vervallen maar mooi gezichtje. Becky
bood slechts één oogenblik weerstand,
toen onderwierp zij zich aan de liefkoo-
zing; maar het volgend oogenblik ver
borg zij haar gezicht in haar arm.
Constance ging de kamer uit; zij ook
had tranen in de oogen.
HOOFDSTUK XX.
Lycett Crayson keerde naar Des'brook
Men moet Piet zeggen„Ik' ben ziek, ik
heb alles geprobeerd, ik' zal niet ,geneJ
zen"; wlant juist o«p hetzelfde loogénblik
komt er iemand die u zejg|: „Ik geloofde
ook dat ik niet genezen zou en de Pink
Pillen hebben mij toch genezen". Van
daag geven wij u, hieronder een brief te
lezen die ons geschreven is dpor Mej.
Miarie Kruyisen, die te Tilburg! woiont, in
de Spnstmiat 5. 1
„Ik verMaar bijl dezle g|aarne, Schrijft
zij, 'dat ik hevig iaan blo'ed;arm|oiedje leed,
daarbij' h|ad ik lendepijnen en erge scheele
hoofdpijnen. Daar ik dikwijls dje voorbeel
den van genezing, depr dp Pink Pillen
teweeg gebracht, gelezen had, heb ik die
pillen opk willen nemen. Ik kan verklaren
dat 'dit middel mijl het meeste goed heeft
gedpan en dat ik' nu zop gezond ben als
men maar zijn kan".
De Pink Pillen zijn en blij1 ven w|at er het
beste, het zekerste, het meest praktische
is om het bloed te verrijken en de zenu
wen te versterken. Ziji brengen, zioloials'
men zegt, de organen ttojt stilte en de stilte
der orglanen dat is die gezondheid.
De Pink Pillen zijp onovertroffen teg|en:
bloedarmoede, bleekzucht dier jonge meis
jes, maagpijhen, sohieele hoofdpijnen, ze-
nuwpijtoen, verschietende pijnen, zenuw-
uitputttingl, neurasthenie.
De Pink Pillen worden verkocht a
f 1.75 de dolos en f 9. die zes dioiozen, fran
co. in het Hoofddep-otN.assaukade 314
te Amsterdam, en bijl alle goede apothe
kers en drogisten.
(Ingezonden mededeeliPg.)
nog steeds petroleum'; en zelfs ook pe
troleum zton niet bespaard worden, in
dien ze den zomertijd vplgden, want wpt
ze 's lavonds zouden uitsparen, zouden
Ze des morgens bijl het werk in den stal'
weer op gebruiken. 1
3f. Zooials ik' boven heb uiteengezet,
geeft het volgen van den zloimertijld door
kerk en school en daartegenover door
het volgen van den zonnetijd in de huils^
gezinnen gropte verwarring!'en ontstem
ming. 1
4, - Daarom ben ik1 tot het besluit |ge^
klomen: een wet, welker uifvloering 'hier
niet bijdraagt volor het algemeen belang,
ja, welker uitvoering 'hier verwarring
brengt, ben ik' niet verplicht te volgen.
Met andere woorden: ik verzet de Mok
niet, en volg pok den zonnetijd, evenals
mijn parochie." j i
KINDERPOLITIE.
Te 'Amsterdam zal begin Mei een
nieuw politie-bureau in gebruik genomen
worden, waar, naar wij in het Hand. le
zen. de kinderafdeelinjgi zal g|ev©stig)dl
worden.
De taak Van dit nieuwe bureau ligt
volgens de jofficieele instructie op het
'gebied van het maatschappelijk hulpbe
toon, in het bijzonder wat kinder zorg
betreft en bestaat in het algemeen in
het besehermen van minderjarigen, in
nauwe Samenwerking met vereenigingen,
welke op dat gebied werkzaam zijn."
Ouders die klagen over het wangedrag
hunner kinderen, ongehuwde moeder®,
die in nood verkeeren, jongens en meisL
jes, die thuis verwaartoo'sd of slecht he-'
handeld worden, hoopt het bureau met
raad en daad bij te staan. Het zal zijn
medewerking verleenen vopr het opne
men van kinderen in het stadsbesjedelin-<
gienhuis, zoowel als bijl het opsporen van
minderjarigen.
Dit alles wordt in Hoofdzaak 'de taak
van de vrouwelijke ambtenaren, want
behalve een hoofdinspecteur, een inspec
teur en eenige aigen,ten zijn bij den'
dienst der kinderpolitie aangesteld een
scheu. met wie hij in aanraking kwam.
Zijn noodzakelijke tochten naar de Hall
waren een beproeving voor hem; want
bet buis was nog altijd vol menschen
van de uitgaande club en sir Ralph ver
teerde nog altijd het geld van Constance
dat wil zeggen het zijne, het geld van
Lycett Crayson, maar Lycett verdroeg
hel zol geduldig mogelijk. Later, als het
testament „ontdekt" werd en Constance
en hij hun eigendommen zouden aan
vaarden, kreeg hij misschien wat terug
van het geld, dat hij sir Ralph had voor
geschoten.
Nu en dan ontmoette hij sir Ralph en
merkte op, dat de heer van Desbrook
er nog woester uitzag, dat zijn humeur
nog barscher en ruwer was geworden
en dat hij zich niettegenstaande het vroo-
lijke leventje op de Hall blijkbaar heel
ellendig gevoelde. Lycett Crayson ver-
terug; zoo niet in den zevenden hemel, "heugde er zich over; hoe durfde sir Ralph
dan toch zeker niet ver daar vandaan of iemand anders zich plaatsen tusschen
Hij had een zwaren tijd gehad, terwijl hij hem en Constance?
den huichelaar speelde in Londen; maar Lycett was een van dte weinige mannen,
zijn plannetje had zooveel succes gehaddie wachten kunnen. Hij was b.v. te ver
dat zijn martelaarschap in de Verste verte slnndig om naar Londen te gaan en Con-
niet in verhouding geweest was met het stance op te zoeken; hij wist dat het hem
resultaat. Hij had zich zelf vaak wijs ge- slechts gelukt was toestemming van haar
maakt, dat hij door vuur en water zou te krijgen, half met tegenzin gegeven, en
dat het beter voor hem zou wezen haar
aan zichzelf over te laten, haar te laten
gewennen aan hun halve verbintenis
Maar hij schreef nu en dan korte
briefjes, zeer zorgvuldig opgesteld, door
drongen van de liefde, die hij niet open
lijk durfde uitspreken en waarjn hij haar
enkele nieuwtjes van het dorp vertelde.
Natuurlijk maakte hij heel duidelijk toe
spelingen op het woeste leven van sir
Ralph en op al wat er op de Hall voor
viel. Hij moest haar immers aantoonen,
dat sir Ralph harer totaal onwaardig en
niet te vergelijken was bij den man, die
zijn vacantie kon doorbrengen met wel
doen en verzórgen van de armen in Lon
den. Met al zijn gebreken moet men toe
geven, dat Lycett Crayson een bijzonder
verstandig jongmensch was.
En nu geschiedde een van die schijn
baar onbeduidende dingen, die groote
gevolgen kunnen hebben. Eens ^p een
nacht ontwaakte Lycett Crayson plotse
ling door een vreemd geluid. Fen geluid
of er iets kraakte en scheurde, gevolgd
door een zwaren slag, men zon zeggen,
dal een groot voorwerp naar beneden
kwam vallen. Hij sprong uit bed, deed
de deur open en zag Jekyll staan met
een uitdrukking van doodelijken schrik
op het gelaat.
„Wat gebeurt er?" vnoeg Lycett.
„Ik weet het bepaald niet,, mijnheer",
zei de oude man. „Ik werd wakker door
het geweld. Het klonk of er ietsfviel.
Het was aan den Oostkant van het
huis, mijnheer."
Lycett deed gauw wat Meeren pan
en ging "Paar beneden. Eerst zag Hij'
niets verkeerds, maar weldra merkte
hij een scheur op Hi den muur van de
eetkamer; vergezeld door Jekyll met
een lantaarn ging hij het huis uit en zag
dadelijk wat er gebeurd was. De OosJ
telijke muur van het huis was gezakt,
een gedeelte van het dak was toaaS
beneden gestort en had een schoorsteen
meegevoerd, die als eeü puinhoop in!
den tuin lag. Het 'was een heel oud
huis. Lycett herinnerde zich, dat de
architect reeds jaren geleden gewaar
schuwd had, dat er iets dergelijks ge
beuren bon.
Hij raadpleegde den architect Strong
den volgenden dag; deze deelde hem
mede, dat het niet veilig meer was
in het huis te blijven wonen.
„Naar mijn opinie", zei StroPg, „kan
het geheele oude gedeelte van het huis'
best instorten. Het betrekkelijk nieuwe!
gedeelte is natuurlijk volkomen veilig.
Ik heb uw vader al lang geleden ge
waarschuwd. Het was verstandig vato
u als u het geheele oude ding liet'om-J
verha(en en een net nieuw huis bouwen.
Wil ik een paar ontwerpen voor u ma
ken
Lycett dacht een oogenblik Pa. WaaP
Zou het vfoor dienen een nieuw liuis
Voor zich te laten houwen, terwijl hijl
toch weldra naar een woning moest ver
huizen, meer geschikt als woonplaats
voor den echtgenoot van Constance Des
brook, de rijke erfgename?
„Ik zal er eens over 'denken", zei hij,
er is geen haast bij".