Ittnssfee tond TWEED E DL AS 8IMIMLISB. F LETOÜ Be Plak pillen en Meel feel goed. Zster^ig 24 April 1928= bj 97 van BE VAJN (HEX EINDE VAN DEN STAAT VAN BELEG. Toen ihier eerst de staat van oorlog en daarna de staat van beleg zijd wojllen druk liet voelen; toen menige, civiele iambtenaar in botsing kwam met de mi litaire overheid; toen velen uit de maalt- Ischappij' zich ergerden aan een wille keur en een ma cli tsaajima liging die ze luit den vredestijd niet kenden; toen wij ïzelf op onzen lessenaar- alst' dagelijksch receptenboek de wet |op den staat van bfleg hadden staan, en töich herhaaldelijk in moeilijkheden 'genaakten en zelfs op 't bankje van beklaagden terecht kwa- knen, toen hebben we vaak hporen voor spellen'wacht maar eens tot die toe stand voorbij is! D,an zul je een^ wat hopren. We hebben daar nooit aan geloofd, en we hebben gelijk gekregen. Als 1 Mei a.s. de laatste rest van den staat van ijrelcg wordt opgeheven, zal er weinig imeer over igezegd worden. Het is al zoo lang geleden. De militaire hewindlheb-< bers van toen zijn verdwenen. Er is in- lusschen 'zoloveel anders, gebeurd. Maar heelemaal onbesproken willen we hettoch niet laten, vooral niet omdat de herziening van de wet pp den staat van oprLog en beleg nog altijd aanhangig is. (I Want uit het vele dat Wij' zelf onder vonden en uit het vele dat wij1 lom ohs heen zagen, hebben we deze les ge leerd: het doet er niets toe hoe de wet luidt; het machtsmisbruik hangt (ge heel van den persoon af, die biet labnormaal gnoote macht is bekleed. Onder dezelfde wet viel bij den eenen' bewindhebber zoo goed als niets voor dat ergernis wekte; en waren er bij den (anderen commandant bijna dagelijks din gen te zien die een burger tureluursdh maakten. Of er nog een dieper oorzaak te vinden is vopr het zeer opvallend ver schijnsel. dat de marine-commandanten veel meer ppg toonden te hebben voor de belangen van de burgerij, dan ver scheidene gezaghebbers uit het leger, durven we niet uit te maken. Een feit is het, en de marinjpHOiflficieren mot gen dat (gerust als een verdiende hulde aan hun korps aanvaarden. We willen ook niet alle legerofficieren,' lover één kam scheren, want ook onder hen waren er verscheidene, die gaarne (zooveel mogelijk de burgierij ter -wille waren. Maar we hebben geheel de illusie verlog-en. dat er een waarborg tegien te militairistisch optreden in zou gelegen zijn, wanneer de officieren kprt te vo ren gerecruteerd waren uit de maat schappij zelf, waarvan zij dus de belan gen konden leeren kennen. Want het waren werkelijk niet steeds de resprve- Officieren, die als beschermer^ der bur germaatschappij optraden. Er waren be roepsofficieren, die dat heel wat beter deden, die heel wat meer tact hadden dan sommigen van hun plotseling! met macht bekleede.confraters uit de reserve. Wat er flu met de wet op den staat van beleg gebeurt, laat ons dan ook ta- ïnelijk koud. Ze zal -altijd abnormale macht brengen, en die kan toch zioo toe gepast worden, dat het ongerief zoo ge ring mogelijk is. Dat hangt gjeheel van de persoonlijkheid af. Maar twee dingen (zijp hjofogst ge- wens|cht: Ten eerste: dat de officieren rheds bij hun opleiding gllondiger worden voor bereid Op de buitengewoon gewichtige taak van gezaghebber in civiele zaken, en Vooral ten dege vooruit leeren, wat zij mogen doen, en wat- niet. Want een niet gering percentage der «ontlie ten zijn ontstaan vfooral in het begin, dolordat de militaire overheid de wets bepalingen niet kenden en dingen de-j den waartoe zé geen recht hadden. En ten tweededat de burgerlijke oevrheids'pers|onen tniet al te spoedig zwichten vjojor een konmiando-toón. In den loop van de jaren hebben velen hunner anders geleerd, en waren zijolok niet op hun mondje gevallen, lals een •militair zijn macht te buiten ging. Maar in den aanvang is er veel kwaad ge daan, doordat er van het burgerlijk gezag geen verzet kwam, omdat het een .of ander van militiare zijde bevolen werd. We hopen inpns leven nooit meer met ziop iets abnormaals als een „staat' van bgleg" te maken te hebben. Als de nood dringtmoet bet zoo zijn. Maar een (militair bewind is uit zijn aard in strijd met liet maatschappelijk belang. De best- Willende officieren hebben al hun tact raopdig om conflicten te vermijden. En de anderen wier karakter niet bestand is tegen het besef va,n macht te hebben, zullen veel kwaad kunnen doen. EEN WETTELIJK VOORSCHRIFT OOK AAN DE KERKEN? Onder „Uit de Pers" in -dit nummer gé ven we weer wat Pastoor Schel lar.t te 's Heexenhcek aanvoert ter verdediging van het besluit der Z-Bevelandsche pas- tcprs ,om de Mokken niet te verzetten!. Aan het slot van dat schrijven licht hij t^e waarom hij zich verzet heeft lagen de besluiten van de weittige over heid. We zullen nn maar niet letten cp de bijgevoegde schimpscheuten op het liberalisme, want we ^willen opmer" ken, dat pastoor Schellart sterker staat dan ihij1 zelf vermoedt. llij' Letopgt dat hij' niet verplicht is een wet to volgen, welker uitvpering verw/arring brengt, waf hem' echter wel eens in moeilijkheden kon brengen als hij- dat toepas,t op andere wetten, waarover hij hetzelfde jongunsjtige oor deel heeft. -ill Maar hij had kunnen betojogen ba(t hij in 't geheel niét dopri de wet ver plicht wordt lopzijtn klok den zomertijd te volgen. Want. die invoering van -den zomer tijd berust op, is een wijziging van de wet van 23 Juli 1908, waarbij om een eind te maken aian de toen heerslchenide verwarring van Greenwichtijd en gewonen tijd, in art. 1 als „wettelijke tijd in Ne derland" werd aangegeven de" middelba re zonnetijd van Amsterdam. En in dé volgende artikelen werd Ook aangegeven wie verplicht waren dien „wettelijken" tijd te volgen. Immers art. 2 zegt: „Alle uurwerken dopr of vanwege het openbaar gezag be heerd, worden naar den in art. 1 ge noemden tijd geregeld" Het openbaar gezag 1 Daar vallen dus niet onder de klokken beheerd door een kerk: En art. 3 zegt dat „waar in wetten, alg. maatregelen van bestuur, Kpn. be sluiten, pf in verlordepingen van 'pro vinciale, gemeente- öf waterschapsbestu ren een bepaald uur wordt genjoemd, dit geacht wordt vjolgens de iln art. 1 genoemde tijd te zijn aangeduid". Daar vallen de kerkelijke regelingen bok buiten. De pastoors van Zuid-Beveland zijn dus volkomen gerechtigd de door hen be heerde Mokken den zonnetijd te doen Volgen. Een moeilijkheid blijft er echter: de scholen, wier aanvangsuren geregeld zijn bij gemeentelijke verordening. Die zijn Volgens art. 3 verplicht den wettelij ken tijd te Volgen. Maar we hopen van harte dat er gro'ote toegevendheid zal worden betracht, wanneer alles in een dorp den zonnetijd volgt, en de school dat pok doet om niet alle huishoudens in de war te sturen. Vjojor de stedelingen is die zionnétijd een genot, en 'daar wordt het doel bok bereikt. Maar laat men er niet te streng mee zijin in de dorpen. (Door plaatsgebrek moesten deze be schouwing en het bijbehoorende „Uit de Pers" verscheidene 'dagen blijven liggen.) UIT DE PERS. Zpmer- off zjpnlnetij'd? Pastoor Schellart te 's-H e e r e n- hoek heeft de Vorige ,week in die N. Z. Crt. naar aanleiding van .een opmerking in het Hand. bij het be richtje over 't besluit der Z. Beveland sche pastoors om hun Mokken (niet te verzetten een ingezonden stuk |g|e- plaatst, ter toelichting van zijn hjouding. De zakelijke argumenten In dit schrij ven niopen ons dit grootendeels hier (te vermeldejnl Pastoor Schellart heeft in vroeger ja ren den zomertijd loegtepast, tegen dén; zin van de boeren en hun arbeiders, die in hun huis en pp (het land den ziopnetijd bleven volgen. Thans is hij bezweken, heeft toegegeven en weer den zonnetijd aangenomen, omdat hij' overtuigd is, dat het recht is aan de zijde zijner parochianen. Hij zet 'dit als violgt uiteen „Viooreerst stel ik en beantwoord ik de vraag: was het van mij verstandig geweest niog langer diopr te gaan met mijn strijd? De boeren gaven den uitrijd niet lop; pp dat punt Leb ik /gedurende die jaren geen enkel zieltje .gewonnen. De feitelijke toestand was dus zbó 'dat er in mijn parochie een dubbele rtijd bestond, wat aanleiding gaf tpt gnoote verwarring in de huisgezinnen. Allen, die lop het Land werkten, kwamen eten om half twaalf zionnétijd; de schoolkin deren kwamen thuis lom half twaalf Zomertijd. Dus twee maaltijden, watvbor de vrouw des huizes belecken.de: dubbel werk. Dit is een duidelijk Voorbeeld van de verwarring, door dien dubbelen tijd gesticht; 't is1 er één pit vele. Daar op gelet: deed ik nu (hiet verstandig met aan die .verwarring eeh einde te maken ?De boeren gaven het niet op: deed ik nn niet verstandig bet op te geven? „Vervolgens de vraag: was bet van de bevolking verstandig om maar steeds aan den zonnetijd vast te hpuden? Ik heb onlangs toog met iemand ,uit Den Haag er orver gesproken, en 'deze per soon noemde het gedrag der bevolking „koppig vasthouden aan Tiet oude". Is dat zoo En ik antwoord kort ten bon dig neen. „Maar nu mtoet ik mijhe meening verklaren aan den berichtgever van „Het Handelsblad", en die heer zal wel een bewoner zijn van de gnoote stad. En nu is 't vopr mij moeilijk om het gedrag op- zer bevolking te verdedigen tegenover een stedeling, die, z'opals alle stedelin gen, wel slecht op de hoogte :zal zijn van het leven vah Onze plattelandsbe-l Woners, „Onze bevolking volgt ip: haar leVen de natuur. Zij staat Op, als het licht aan den hemel komt, en velen onder hen nog éen uurtje vroéger. Zij'(gaat daarom ook vroeg ter ruste, want bij hun meestal zwareu arbeid hebben zij een flinke nachtrust hard noodig. Weet ge wel goed, stedeling, die gewoon zijt omtrent 7 of 8 ,uur 's morgens op te staan dat de buitenlui dan meestal een heel schoft werk achter den rug hebben, en op dien tijd dat gij! vlolgens uw mee ning nog vrioeg uit de veeren komt, reeds hun tweede boterham vkn "dien dag met flinken honger gebruiken? Een aiAjojss ©ïumcE Vrf naai? kei E a g e I s e k. 55). Constance liep weer naar boven en in de haast vergat zij te Moppen en deed de deur open. Becky zat op in bed. Zij had een papier in de hand en bij liet geluid van het opendoen van de deur "wierp zij het onder het Laken, kreeg een kleur en vroeg boos: „Wie is daar? Wat moet u hebben? Wie durft „Neem mij niet kwalijk", zei Con- TuT0' 'Werkelijk ik vraag vergiffenis. had moeten tikken. Ik kwam u maar ei en zeggen, dat de huur betaald is voor de volgende maand. Wilt u het mij me. kwalijk nemen?" e wangen van Becky Thorpe gloei en nog yan kwaadheid, maar haar oogen rulf'eV1(;h Parting met tranen. c dat had u niet moeten doen!" stamelde zij, maar - mam", de tranen ro en haar langs de wangen, „het is zoon verlichting. Ik - £et ge- noeg bedanken." ConsLance ging naar haar toe en trok de shawl om haar heen. „Dwaas meisje!" zei ze', „u over zulk „een kleinigheid akelig makem Kom, wees verstandig! Je zou mijn huur ook betaald hebben, is 't niet?" De zwarte oogen van Becky glinster den. „Ja zeker", zei ze bijna heftig. ,,Ik zou u mijn laatste cent willen geven, mijn laatste korst brood met u deelen". Een ondeugend lachje vertoonde zich om haar lippen. „Ik houd niet van brood- buitenmensch is1 öus! violstrekt niet bang lom vroeg op te staan, maar'.... T kan hem toch ook te bar. wordep! Laat ik u eens zeggen i Zondagmjorgen is in on ze parochiekerk de eerste H. Mis lom half zeven; toen 'ik dus zomertijd volg de in 'de kerk, was dat Volgens den zon netijd der bevfolking half zes. En dan moesten velen mijner parochianen, die zeer ver af Woonden, en die optijd in de kerk wilden zijp, reeds föm half drie in den pacht opstaan. Want kioeien melken en beeslen vióêrien zijn werken, die oop op Zondag 'doorgaan; de dieren kennen daarin geen rustdag. En be grijpt ge, dat 't op die wijze zelfs een buitenmensch te bar kan Worden? „Ook 'savfonds valt het den buiten mensch niet gemakkelijk. Omdat hij vroeg Opstaat, moet hij ook tijdig naar bed. Wordt zijn opstaan door den zomertijd een uur vervroegd, dan moet nij ook een uur vroeger naar bed'. En hu is 't Voor den stadsbewoner volkomen gelijk lof hij lom 11 of 112 /uur gaat rusten, maar 't is Vo|or den buitenbewoner niet gemakkelijk, inplaats van om 9'uur, na-ar bed te gaan pm 8 uur, als de zon Po.g hoog aan den hemel staat. De slaapver trekken zijn meestal klein, en 't'is in den warmen zomer den buitenman niet mogelijk te gaan slapen Voordat na zionsjopdergapg een weinig koelte de lioor ge temperatuur van zijp slaapkamer ver-; minderd heeft. „En het vroege ppstaan, én hetvroe- gaan maakt het den boer en den arbeider moeilijk den zomertijd te vol gen. Maar er is toog een punt, dat Vol gens hen het Volgen van den zomer tijd (onmogelijk maakt. Dat beweren iiier alle hoeren en alle arbeiders, daarin zijn zij geheel eenstemmig. Omdie re den te begrijpen, moet men 'deskundige zijn Op landbopwgebied, en ik kan cr dus niet over oordeelen; ik geef die reden, aoloals ik ze van allen boor. „W|ij kunnen", zegt de hoer en zegt de arbei der, „wel een tour vroeger opstaan, maar niet een tour vroeger pp het land gaan werken. Dan is het land veel te nat. Eerst mtoet het opdrogen. Volgen wij' den 'zomertijd, dan verliezen wij eett geheel werkuur." Samenvattetod wat ik tot hiertoe ge zegd heb, herhaal ik: de boeren en hun arbeiders Volgen bijpa allen den zionnétijd wijl liet Vopr hen moeilijk en onmogelijk zelfs is den zpmertijd te vjolgep." Vier jaren heb ik de kerkklok verzet Volgens den zomertijd, maar nu dit jaar heb ik de Mok niet verzet. „En nu zegt de berichtgever Vap „He(t Handelsblad"„Dit is dus verzet tegen de besluiten vian de wettige overheid". Ik) antwoord: Als de vossie preekt, boer, pas op je MppenZon dit afkeurend woord van (het liberale Handelsblad nu Voortkomen uit zuiveren eerbied vpor heit wettig gezag? Het liberalisme heeft, ,dppr den gjocls(Ucn.,l uit het Openbare leven te verbannen, tevens den eenigen grond slag v,an het wettig (gezag wegjgepiopien, En nu spreekt het den eerbied voior dat gezag tejgenover bedienaren der Rpomsdh Katholieke Kerk, bijl wie het gezag als komend van God het meest geëerbiedigd wordt I „Ik zjal echter dieper pp die woorden ingaan. I L De wetgevter heeft den zotoertijd vojorgescbreven in het algemeen belang, namelijk pm zooveel mogelijk kolen te besparen in dezen tijd van schaarsch- heid. f- I 2. Dit doel Van den wetgever wprdt in 't geheel niet bereikt onder onze landbouwersbevolking. Feitelijk stoort de bevolking zich niet aan den zpmer^ijld: het resultaat is nihil. Maar oiok in het gevtal, dat de bevol king er zich we 1 aan stoorde en den zo mertijd volgde, zou daardoor geen mud kolen per jaar bespaard worden. Want hier is noch g|as-, noch elecfricite;js verlichting'. De menschen stoken hier willen gaan om Constance te winnen, zoo dat een maand in de achterbuurt door gebracht zelfs niet kon meetellen. Hij was geheel veranderd in zijn voor komen, toen hij te Desbrook terugkeerde, hij hield zich veel rechter, had een glim lach op 't bleeke gelaat en was bijna korsten. O ga heen, u hebt mij doen levendig en opgewekt tegenover de men schreien, en ik heb een hekel aan schreien! Wacht! Hoe heet u? Ik ik zou het zoo graag welen". „Constance", antwoordde zij. „Zuster Constance". „Hoe nog meer?" vroeg Becky. Een zekere tegenzin, even vreemd als onver- Maarbaar, dwong Constance te zwijgen. „Ik word nooit anders genoemd dan zuster Constance", zei ze. „Vaarwel, ik kom morgen terug". Zij boog zich tot haar over en kuste het vervallen maar mooi gezichtje. Becky bood slechts één oogenblik weerstand, toen onderwierp zij zich aan de liefkoo- zing; maar het volgend oogenblik ver borg zij haar gezicht in haar arm. Constance ging de kamer uit; zij ook had tranen in de oogen. HOOFDSTUK XX. Lycett Crayson keerde naar Des'brook Men moet Piet zeggen„Ik' ben ziek, ik heb alles geprobeerd, ik' zal niet ,geneJ zen"; wlant juist o«p hetzelfde loogénblik komt er iemand die u zejg|: „Ik geloofde ook dat ik niet genezen zou en de Pink Pillen hebben mij toch genezen". Van daag geven wij u, hieronder een brief te lezen die ons geschreven is dpor Mej. Miarie Kruyisen, die te Tilburg! woiont, in de Spnstmiat 5. 1 „Ik verMaar bijl dezle g|aarne, Schrijft zij, 'dat ik hevig iaan blo'ed;arm|oiedje leed, daarbij' h|ad ik lendepijnen en erge scheele hoofdpijnen. Daar ik dikwijls dje voorbeel den van genezing, depr dp Pink Pillen teweeg gebracht, gelezen had, heb ik die pillen opk willen nemen. Ik kan verklaren dat 'dit middel mijl het meeste goed heeft gedpan en dat ik' nu zop gezond ben als men maar zijn kan". De Pink Pillen zijn en blij1 ven w|at er het beste, het zekerste, het meest praktische is om het bloed te verrijken en de zenu wen te versterken. Ziji brengen, zioloials' men zegt, de organen ttojt stilte en de stilte der orglanen dat is die gezondheid. De Pink Pillen zijp onovertroffen teg|en: bloedarmoede, bleekzucht dier jonge meis jes, maagpijhen, sohieele hoofdpijnen, ze- nuwpijtoen, verschietende pijnen, zenuw- uitputttingl, neurasthenie. De Pink Pillen worden verkocht a f 1.75 de dolos en f 9. die zes dioiozen, fran co. in het Hoofddep-otN.assaukade 314 te Amsterdam, en bijl alle goede apothe kers en drogisten. (Ingezonden mededeeliPg.) nog steeds petroleum'; en zelfs ook pe troleum zton niet bespaard worden, in dien ze den zomertijd vplgden, want wpt ze 's lavonds zouden uitsparen, zouden Ze des morgens bijl het werk in den stal' weer op gebruiken. 1 3f. Zooials ik' boven heb uiteengezet, geeft het volgen van den zloimertijld door kerk en school en daartegenover door het volgen van den zonnetijd in de huils^ gezinnen gropte verwarring!'en ontstem ming. 1 4, - Daarom ben ik1 tot het besluit |ge^ klomen: een wet, welker uifvloering 'hier niet bijdraagt volor het algemeen belang, ja, welker uitvoering 'hier verwarring brengt, ben ik' niet verplicht te volgen. Met andere woorden: ik verzet de Mok niet, en volg pok den zonnetijd, evenals mijn parochie." j i KINDERPOLITIE. Te 'Amsterdam zal begin Mei een nieuw politie-bureau in gebruik genomen worden, waar, naar wij in het Hand. le zen. de kinderafdeelinjgi zal g|ev©stig)dl worden. De taak Van dit nieuwe bureau ligt volgens de jofficieele instructie op het 'gebied van het maatschappelijk hulpbe toon, in het bijzonder wat kinder zorg betreft en bestaat in het algemeen in het besehermen van minderjarigen, in nauwe Samenwerking met vereenigingen, welke op dat gebied werkzaam zijn." Ouders die klagen over het wangedrag hunner kinderen, ongehuwde moeder®, die in nood verkeeren, jongens en meisL jes, die thuis verwaartoo'sd of slecht he-' handeld worden, hoopt het bureau met raad en daad bij te staan. Het zal zijn medewerking verleenen vopr het opne men van kinderen in het stadsbesjedelin-< gienhuis, zoowel als bijl het opsporen van minderjarigen. Dit alles wordt in Hoofdzaak 'de taak van de vrouwelijke ambtenaren, want behalve een hoofdinspecteur, een inspec teur en eenige aigen,ten zijn bij den' dienst der kinderpolitie aangesteld een scheu. met wie hij in aanraking kwam. Zijn noodzakelijke tochten naar de Hall waren een beproeving voor hem; want bet buis was nog altijd vol menschen van de uitgaande club en sir Ralph ver teerde nog altijd het geld van Constance dat wil zeggen het zijne, het geld van Lycett Crayson, maar Lycett verdroeg hel zol geduldig mogelijk. Later, als het testament „ontdekt" werd en Constance en hij hun eigendommen zouden aan vaarden, kreeg hij misschien wat terug van het geld, dat hij sir Ralph had voor geschoten. Nu en dan ontmoette hij sir Ralph en merkte op, dat de heer van Desbrook er nog woester uitzag, dat zijn humeur nog barscher en ruwer was geworden en dat hij zich niettegenstaande het vroo- lijke leventje op de Hall blijkbaar heel ellendig gevoelde. Lycett Crayson ver- terug; zoo niet in den zevenden hemel, "heugde er zich over; hoe durfde sir Ralph dan toch zeker niet ver daar vandaan of iemand anders zich plaatsen tusschen Hij had een zwaren tijd gehad, terwijl hij hem en Constance? den huichelaar speelde in Londen; maar Lycett was een van dte weinige mannen, zijn plannetje had zooveel succes gehaddie wachten kunnen. Hij was b.v. te ver dat zijn martelaarschap in de Verste verte slnndig om naar Londen te gaan en Con- niet in verhouding geweest was met het stance op te zoeken; hij wist dat het hem resultaat. Hij had zich zelf vaak wijs ge- slechts gelukt was toestemming van haar maakt, dat hij door vuur en water zou te krijgen, half met tegenzin gegeven, en dat het beter voor hem zou wezen haar aan zichzelf over te laten, haar te laten gewennen aan hun halve verbintenis Maar hij schreef nu en dan korte briefjes, zeer zorgvuldig opgesteld, door drongen van de liefde, die hij niet open lijk durfde uitspreken en waarjn hij haar enkele nieuwtjes van het dorp vertelde. Natuurlijk maakte hij heel duidelijk toe spelingen op het woeste leven van sir Ralph en op al wat er op de Hall voor viel. Hij moest haar immers aantoonen, dat sir Ralph harer totaal onwaardig en niet te vergelijken was bij den man, die zijn vacantie kon doorbrengen met wel doen en verzórgen van de armen in Lon den. Met al zijn gebreken moet men toe geven, dat Lycett Crayson een bijzonder verstandig jongmensch was. En nu geschiedde een van die schijn baar onbeduidende dingen, die groote gevolgen kunnen hebben. Eens ^p een nacht ontwaakte Lycett Crayson plotse ling door een vreemd geluid. Fen geluid of er iets kraakte en scheurde, gevolgd door een zwaren slag, men zon zeggen, dal een groot voorwerp naar beneden kwam vallen. Hij sprong uit bed, deed de deur open en zag Jekyll staan met een uitdrukking van doodelijken schrik op het gelaat. „Wat gebeurt er?" vnoeg Lycett. „Ik weet het bepaald niet,, mijnheer", zei de oude man. „Ik werd wakker door het geweld. Het klonk of er ietsfviel. Het was aan den Oostkant van het huis, mijnheer." Lycett deed gauw wat Meeren pan en ging "Paar beneden. Eerst zag Hij' niets verkeerds, maar weldra merkte hij een scheur op Hi den muur van de eetkamer; vergezeld door Jekyll met een lantaarn ging hij het huis uit en zag dadelijk wat er gebeurd was. De OosJ telijke muur van het huis was gezakt, een gedeelte van het dak was toaaS beneden gestort en had een schoorsteen meegevoerd, die als eeü puinhoop in! den tuin lag. Het 'was een heel oud huis. Lycett herinnerde zich, dat de architect reeds jaren geleden gewaar schuwd had, dat er iets dergelijks ge beuren bon. Hij raadpleegde den architect Strong den volgenden dag; deze deelde hem mede, dat het niet veilig meer was in het huis te blijven wonen. „Naar mijn opinie", zei StroPg, „kan het geheele oude gedeelte van het huis' best instorten. Het betrekkelijk nieuwe! gedeelte is natuurlijk volkomen veilig. Ik heb uw vader al lang geleden ge waarschuwd. Het was verstandig vato u als u het geheele oude ding liet'om-J verha(en en een net nieuw huis bouwen. Wil ik een paar ontwerpen voor u ma ken Lycett dacht een oogenblik Pa. WaaP Zou het vfoor dienen een nieuw liuis Voor zich te laten houwen, terwijl hijl toch weldra naar een woning moest ver huizen, meer geschikt als woonplaats voor den echtgenoot van Constance Des brook, de rijke erfgename? „Ik zal er eens over 'denken", zei hij, er is geen haast bij".

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1920 | | pagina 5