APOTHEKEN.
Morgen zullen do volgend#» apotheken
die ook de volgende week den avond- en
nachtdienst hebben, geopend zijn-,
iMiddelburg: J. Wi. yan de Gard|e.
VJissingen: .Wed. v. Ockenburg, had:-
huisstraat.
Goes: Lr Pprte. 1 1
ONDERWIJS*.
Fransch W]|o|p,rdenb-o,ek
dioijo,r C. R. C. H erkenraih
Ui tg;. J. B. Walters' U. M.
De eerste druk ih 1906, de 'tweede
in 1911, de derde in 1915,. en nu de
vierde in 1920. Als zpjb?n levensloop! iets
beteekent voor de waarde van eein boek,
Wan geldt dat toch. zeker voioV een woor
denboek, dat zijn nut vopral dioe£ blijken
in het gebruik. Wanneer we dezen vierden
dr.uk voior ions hadden g|ekregen zioinder
de vojrigén te keppen, zouden we ons»
niet bevoegd achten een lobrdeel uit 1©
spreken pver die twee deelen met hup
Verbijsterende hpeveelheid woorden en
termen. Maar we weten bij' ervaring! d.ojor
het gebruik van den "derden druk, dat de
dictionaire van Herckeinrath bij' het raad
plegen zelden in den steek laat. Vooral
in de aanduiding] van bijzondere termen
Is het lnjjk.
Groote veranderingen "zijn er, sedert
den vorigten druk 'niet in gebracht. De
vo|o(rberichten gewagen er althans niet
van. Maar op den gis zoekend naar wo-oir-
dejn die in den Oidrllogstijd zijln gemaakt,
joï die er in de laatste jaren een beteke
nis bij hebben gekregen heeft ons noch 't
Fransche noch het Nederlaindsche deel
van dezen vierden druk teleurgesteld.
Dank zij de duidelijke typografische
verzorging is het p*pz|oëken van woorden
in deze dictionaire gemakkelijk. Maar aianl-
Jbeveling' verdient 'het toch ~io|ok de nuttige
Iwenken te lezen door den samensteller
in zijn inleidjngl gegeven.
bembnieuwbl
Een debatiavond!
In de geheel met belangstellenden ge-
Vulde groote Schuttersliiofzaal alhier had
Donderdagavond de aangekondigde debat-
avond plaats tusschen den heer J. A. de
jtlondt, 2de voorzitter der afdeeling, Vlisf.
Singcn van „De Dageraad" en dr. J. P.
Canegieter, over: „Heeft de Vrijdenker^
vereenigilng „De Dageraad" het zedelijk
recht menschen te bewegen zich las; tej
[maken uit het kerkelijk verband?"
De voorzitter, de heer I. J. C ;a 1 j o u w
opendie de vergadfering met welk'om laan;
de aanwezigen en de sprekers en herin
nerde aan de wordingsgeschiedenis Vag
dezen debatavond.
De heer De H on dt, die het eerst het
woord voerde, bracht een cjomplimentje
aan de aanwezige vrouwen, omdat het
zoo nop dig ïs, dat ook zij deelnemen
B-an het publiek geestelijk leven.
Spr. zeide dat hij een moeilijke laak
op zich heeft genomen, waartegen hij
echter geestelijk niet opziet. Maar spr.
Iheeft altijd getracht een goed mensch
te zijn en daarom wil hij niet gaarne
onaangenaam tegen dr. Carinegieter zijn;,
al zal hij dit toch niet kunnen onitgaan.
Da,arom verzoekt hij' de personen van dë
Zaak te scheiden. Te!n tweede kan hef die
bat niet wetenschappelijk zijn, omdat het
populair moet wezen. De derde moeilijk
heid is, 'd;at spr. geen redenaar is. omdat
hij tegen beïnvloeden van liet gehoor
is.
Het streven van spr. is het zoeken
naar waarheid.
Spr. stelde de vraag: wat is vrijdenken?
Men moet het er dan eerst over eensi
z'ijh wat de|nken is. Het is een taak, die
beoefend moet wonden. Denken is het
door onze zintuigen opnemen van de in
drukken vian de wereld buiten ons enj die
door samenvoegen brengen tot gedachten;.
We moeten trachten overeenstemming
te brengen tusschen ons denken en ons
doen.
Wiij kunnen wel doen,' loif de idinglen
buiten ions opis niet raken, maar zij,», die
dat doen, zijn niet de menschen,waaraan
de wereld behoefte heeft, wij moeten dus
denken, maar het hangt cr van af hoe
hien denkt.
Vrijdenker zijn wij eigenlijk geen van
allen, maar vrijdenker is hij/ die tracht
Vrij te denken.
De eenige voorwaarde van vrij' denken
is, dat men niet moet aannemen top gezag',
dat men de indrukken van de wereld buk
ten ions, zelf verwerken moet.
Vooral moet men niet aannemen, w,at
iemland zegt, die een naam heeft ajs
vooraanstaande op het gebied van den
ken. Mie en al s' men een gezegde van
zop, iemand op allerlei wïjze getoest
heeft ia|an ieig]en ervaring^ k'an het wagpde
vio|or ons hebben.
De vrijdenker gelooft dus! niet op ge
zag, en mjoet sfceeds twijfelen aan cle
juistheid van zijn eigen zinti^g|epjke
w|aarneming!e&. i
Men moet twijfelen, jomdiat men zijn
eigen |gje>yoel niet altijd kap yértrppwén.
De dingten beïnvloeden pms 'direct, zop,-
Hl's! b.v. een beklaagde top een rechter
reeds een B-angeuapieu pf lonaangjejmamen
indruk ipaak't vpjop deze laatste zijln rede
gebruiken kan.
De vrijdenker mjoet zijn verbeelding
aan handen leggen. Deverbeelding is
een heerlijk bezit, maar het blijft een
beeld zonder schijn Van werkelijkheid.
Is de materie de openbaring van een.
zichzelf bewuste almacht,, is het waar,
jdat een God is de schepper der aarde
Deze vraag hleeft de memlschenl lallie
eeuwen dp(or bezig| gehouden. Spr. wij
ham* niet be rnitwiojorden!. Het is veel
meer een zBiafc v|an aanvoeling, dan van
redelijk nadenken. Spr. kan niet wis
kundig bewijzen dat er g|ee|n( vGjodi is,
maar vo|or hem al'si vrijdenker staat het
vast dat er geen God, geen zich zelf
bewuste altmacht kan zïjh. i
Er zijln in de wereld' te veel nppra-
ters en die mijoeten wij1 niet hebben.
Als spreker een lopiiedhit gjellopvigj'e ont-
mioét, heeft hiji vppr diens overtuiging)
den meest iiilogelijken eerbied, maar bijl
eischt dien omgekeerd pok vjopr, de
vrijdenkers1.
Gelppf en kerk en godsdienst zijln
twee, daar spr. kerk en godsdienst als
één beschouwt.
Kerk en gjodsdienst kunnen niet anders
zijp dan behoudend; zijl moteten. zich
angstvallig! vasthouden aap regel en wet.
De kerk is tegen den vooruitgang en
daarom vechten de Dagleraad'smjanpen er1
tegen. -f
Spr. protesteert tegen hét idee, d(at
bijna iedere kerk leert, namelijk dat wïjr
menschen in zonde geboren zijln. Hïjl
n,oemt dat een krankzinnig idee.
Spr. wijst pip Genesis, waarin gezegd
wordt, dat G'od de wereld schiep en hij
zajgj pf zijn werk g|oed was. Dit laatslte
ziom hij* als1christen een beleediging ach
ten, want wat Hij' djoet ml Pet goed zijn.
Het paradij sverhaal U, au halende wees
spreker er pp, dat wat Eva deed iondanks
het verbpd, toch bpk do.or den Almach
tige moet zijin goedgevonden, en dat hij
er verantwoordelijk voior is. Als spreker
een kind in de wiegl ziet liggen, kan hij
niet toegeven, dat dat kind in zonden
geboren en [ontvangen is. Er is geen
zonde, maar een zéér groote domheid
De kerk mföet Van de mens'chen de|ni-
kende wezens maken. Dat Zij' dit niet d .et
is de oorzaak dat spreker zegt: „jweg uit
de kerk mensföhen, komt Wijl ions."
Tn de geboden dolor God gegeven staat
„Gij1 zult niet dopden". En spreker vraagt
hoe staat de kerk tegenover het 'mllir
tairisme? Spr. stelt de heele kerk in staat
van beschuldiging, omdat zij! iniet is op
gekomen tegen den oiorlog, maar dat zij
deed, wat zijl dolor alle eeuwen heeft
gedaanzich aanpassen. De priesters! zijln
veldpredikers geworden, zij' hebben de
wapens gezegend, opdat de kinderen van
denlzelfden vader elkaar g|oed konden
depden.
En p|ok nu vraagt eeihi chrisJtelijfc mi
nisterie meer geld voor leger en vloot.
Pro Rege wil de, soldaten christenen
maken, zeker opdat zij' elkaar op christe.
scheid van u nemen, mylady. Ik zal
maar geen excuses maken voor mujn
bezoek, want ik kan niet anders denken
dan dat ik van eenig nut ben geweest.
Goeden avond lady Castlebridge".
Zij bleef staan met opgericht hoofd
totdat de gangdeur achter hem was ge
sloten^- toen viel zij op haar stloel neer,
wierp haar arm en voor zich op tafel
en liet er het hoofd op zinken. Haar
lippen vormden de woorden: „Ralph!
RalphM,aar er kwam geen geluid over
die lippen. Toen veranderde haar stem)-,
ming van groote smart in die van waarfc-
zinnige jalouzie. Zij sprong overeind ep
liep 'de kamer pp en inejer met saamgekne!)
pen handen langs haar zijde.
.,0 hoe laag, hoe laag!" riep zij. „Zop
spoedig, zoo spoedig. Hij is pas van (mij!
vandaan! Fn nu |al die jaren,! Schoon'
Ze is schoon. en jong! Jiang! Ja, ja
Het is jeugd 'die overwint! Maar zij weet
het niet! Zij weet (niet, dat hij de mijne is,
de mijne! Als zij dat wist. Fn ik moet
hem verliezen! Ik kan niet, ik kan niet'
Bet is erger dan de dood, oneindig veel!
erger. Zonder hem zou mijn leven zijn'
een levend sterven. Ik kan niet leven
O die vreeselijke jaren, die vreeslijke»
jaren die mij nog overblijven te leven!»
En zonder.Ralph! Ach neen, heen, ik kan
het niet verdragen! De man nad gelijk; ik
moet handelen, handelen. Ik moet Ralph
voor zich zelf redden! Hij kan haar met
werkelijk liefhebben hoe kan hij dat
terwijl hij mij liefheeft? Hij is gevangen;
zij heeft een val voor hem' gezet. Zij
is arm; het zou een goed huwelijk voior
haar zijn. Neen, neen, laat mij recht
vaardig wezen. Die map zei, 'idjat zij' rein
wps, en edel. Zij' weet het niet. Zij 'moet
het weten; ja, zij moet het weten! Hét
is voor haar eigen bestwil, zoowel alls'
voor het zijne. Hij' zou; niet gelukkig met
haar zijin hoe zou hij dlat kunnen, ter
wijl hij inij liefheeft? En hij heeft mij lief.
Hij heeft mij lief, ja, ja!"
En zij sloeg haar met ringen versierde
handen aan haar hoofd in een) sport van
waanzin.
HOOFDSTUK XV.
Constance was gelukkig, ook geduren
de Ralph's afwezigheid. Had) zij niet de
herinnering aan zijn liefde, aan zijn hart
stochtelijke woorden, zijin nog, hart
stochtelijker kussen om' de vreugde le-j
vendig te houdefa in haar hart? Zingen
de liep zij door h'et huis, vlug als een
schoolmeisje, haar stem trillende van
geluk, zoodat 'de bedfiend'eji vriendelijk
glimlachten wanneer zij tot hen sprak.
En haar zip'gen hield biet op, paar voet
stap werd niet zwaarder, haar stem'niet
■minder vroolïjk toen zij' een briefje van
sir Ralph ontving, meldende, dat hij werd
opgehouden in de stad. Want haar ver
trouwen ifn hem' en in zijn liefde was vols
komen; zij wist, d,at hij haar liefhad met
lijke wijze aan de bajonet kunnen rijgen.
Spr. deed vojorlezing van een. brief van
een Israëliet, die in dienst zijnde,; zijn
afschuw uitspreekt piver de wijze waarop
de soldaten tot vechtersbazen wórden o-pr
gekweekt, en vraagt naai* aanleiding daar
van pf de kerk mag voortgaan moorder
naars te kweeken.
Daarbij komt dat de kerk zich vei/
bindt met de machtigen der aarde in
plaats van te beschermen de armen.
Spr. eindigde 'met te zeggen, dat de
menschen het recht hebben uit dp kerk
te gaan. (Applaus,).
Vervplgems w)as hiet wjoofd aan dr.
C|annegiet|er, die zeide, niet «direct
te zullen beginnen met het eigenlijke»
debat, maar eerst zijln eigen kijk op
het B|an de prd-e zijnde vraagstuk te
willen médedeelen. f
Spr. heeft plok' een stelling gemaakt,
en wel „Die zitehl noemende; vr^de!n[kerls-
vereeniging „De Dageraad" mist 'het recht
de menschen te bewegien zich; los te
mjaken tut het kerkelijk verband, in c|a-
su het verhand der Nedi Herv. kerk!
Dpt recht mist zijl allereerst omdat
z'iji zich stelt op een dogmatisch stand
punt, wpt 'de Ned. Herv Kerk niet doet.
Ook spreker nOemt zich' een v r iji-den-
ker, waarbij! de nadruk ligt pp hjet eerste
deel vpn het wpprd.
Denker wil men zelf zijln,, men wil
niet een ander voior zlchi laten denken.
Het vrij' denkjen bedoelt, daj liet den-
kén vrij! zal' geschieden, zppals een
boom vrij' moet kunnen uitgroeien.
Vrijheid is niet iets Mjjllekeurigs, mjapr ge
bonden zijp iaah. zichlzelf, aan zijln eigpn
levensbeginsel; een Wers imioet een kers
zijln, een toenseh moet een mensch zijln.
Als ik hem (dat gebied',, do© ik niets
tekort (aan Zijn vrijheid.
En zp|0( isi het ïniet het dénken opk;
men mioel kunnen (opgeven ?ij!n gedach
ten", als een ander pnsi overtuigen kan,
idat het tot nu toe gedachte ver
keerd is.
Het talent !m|ag niet in de aarde- ber
gpaven worden ien' later weer 'in den-
zelfden' vorm uitgegraven. Men mjoet
zich steeds ontwikkelen, mén rnen zich
steeds wteer herzien; men mloet steeds
vragen lof de- gedachten n|oj^ wel Over
eenstemmen met het innerlijke leven.
Dat is vrijdenken.
Zich bepalende tot den gods-dienst, zegt
(spr. dat de wagg van den gpidsdijeust Ook
voior den vrijd-enker een vraag blijft en
blij! mag zich nopit op een standpunt
plaatsen. Het zich pl-aatsen op atheis-
ti-sch standpunt maakt, dat de zgn. vrijl-
demkcrs-ve reeniging oplh|ondt te z'ijln "een
vere-enig'ing van vrijdenkers, ja Zélfs van
denkers. - -
Aan de hand van cle statuten zétte
Kprekér uiteen, dat mén het standpunt
Van vrijdenkérs' verlaten heeft, wat ook
de vpiorm-alige secretaris vtan de vereeni-
ging erként. Het is nu| weder de pof,
«lie den ketel verwijlt, dat 'hij1 zwart ziet;
de dogmaticus, [die den dogmaticus ver
wijlt, dpt Wijl dogmatisch is.
Alleen een werkelijikie vrijdenkersver-
eenjging mag bogen dogmatiek alls b.v.
in de zaak dis. Netelenbos! is gje ble
ken, pp treden. 1
-Wel nergfens' is er echter in' Néderlland
zulk een vrijheid als' in de Ned. HerV.
Kerk, die, na de Fransiche revolutie,
niet diog|miatisclh! meier is, en waarin men
de meieslt orthodoxe naast de meest
radicale predikanten ziet en- als' een
man [als ds. Netelenbos in de Ne-d. Herv.
Kerk komt, w|or-dt Wij met ru'st gjeliafen.
De vragen, té s'tellén aan predikanten!
en aan nieuwle- lidmlaten z'ijln in de
Ned. Herv_ Kerk ziop ruiml mogelijk ge
nomen. 'i
Men m|ag pan m-enschen den eisch
stellen i-em'iand te z'ijln en dit m|ag dus
opk de kerk ei-s'chen, en z'ijl doet -dit ook
als zij- goede zieden eischt, 'die samen
hangen met het 'geweten. Zijl dopt dit
mét ev-enVeel recht als Multatuli.
Religie staat volgens Gerhard in ver
band met iallés' w|at rond ions- is; mét het
onbekende, en Wijl zegt, dat bet vrijldetf-1
ken niet t-e-gen de religie kan gaan. Het
is1 de kerk niet kW;alïjk| te nemen, dat
de liefde v,an eep sterk, man. Hij w,as(
'bij'voorbeeld niet zojoals Clarence. Hij
verlangde zonder twijfel vurig tot haar
terug te kuju/ncri keepen; hij zou diapj
ook .spoedig terugkomen en haar vertellen
wat hem in de stad had' opgehouden.
0|, hoe heerlijk was' het leven toch.
En hoe veel heerlijker was- dé liefde!
Zij (bracht het leven tot harmonie, de har
monie der sferen. Het bloed stroomdfj
warm en oproerig door de aderen. Zij-
dacht altijd aan he'm1, overdag en 's nachts.
Wat een groot man was hij hoe sterk
hoe betrouwbaar! Ja, nu begreep zij, dat
de vrouwen kr-acht waarde eren in een|
man. Hij was- als een rots, waarop men
kan steujnen. En toch was hij geheel
en al teerdérheid teedler als' ee'n '/rouw
Zijn stem was- zelfs zacht en muzikaal!
als hij tot haar -sprak. En zij' had hem
hervormd', zij had dézen leeuw onder de
mannen zacht gestemd.
Zij ging een ritje doen id'oor het park
naar de ple'k 'die door zijln liefdesverkl'a-i
ring voor haar geheiligd was. .Alles1 was
hem toebehoorde en met haar in verband1
stond was hem heilig. Zij ham zijn pijp
in de hand en bekeek ze met .aanbid
ding; -dé pijp was tusschen zijn lippen ge
weest. Zij bracht hem' zelfs1 even aan de
hare en trachtte eeta niet al te akelig)
gezicht te zetten. Zij praatte bijina zonder
voorbehoud piver hem met juffrouw W-aj
ring, zij zou wel met het geheel© dorp;
zijl leeft uit het religieus beginsel, even
min als men het spreker kwalijk zol ne
men. Men mag -echter niet vasthou
den "aan de religie zonder deze steeds
weer aan iallés te toetsen, en alleen als
mén vast overtuigd is niet anders te kna
pen. Men moiet zijln beginsel-en niet eer
der ppgev-en, alvorens de rede van zich
zelf tof van anderen daartpe voert.
De Ne-d. Herv. Kerk doet niet iefs
als kerk, -dat kan alleen een dogmati
sche kerk doen. De Ned Herv. Kerk
laat -de ntens-cben, opk hare leden, vrij'.
De Dageraad moet hiet beproeven (de
ménschen uit de kerk te halen, maar hen
«met rust laten en de kerk eerbiedigen^
(tenteer -daar een vrijdenker niet weet,-
w;aL hij morgen ais waar zal aannemen.
Hij moet steunen hen, die in dé 'kern
strijden tegen dé dogmatiek, m plaats- van
(de vfijzin'nige beweginjg strijders ie ont
trekken, -die kuinnen niedehelpe-p om d|ë»
tegenwoordige reglementen te doen be
houden, om het geleden verlies doior helt
verplicht stellén van -den doop,, weer te
niet te doen.
De Dageraadsmlannen staan veel' dichter
bij de vrijzintoigen in de kerk als' zij dén
ken. God's (almacht moet men nietzojo
verstaan, dat God telles kah wat hij' wil',
pilaar dat hij niet meer ka», dan hij' kan.
Spr. gelooft, dat men in de kerk op het
punt staat va» eene hervorming, waar die
van Luther maar klein bij is. En spr.
-roept allen op aan die hervorming mede
<!.e helpen én niet mét het badwater oolf
het kind weg te gooien. Ook uit cultureel
oogpunt mist men het recht dé mensch
van de kerk af te haled. De deukende
mensch zal allés; moetelu doen om' piok
op religieus- gebied onsi volk in goedé
hanen te leiden en te voorkomen', dat de
kerk in de macht komt vap hen, die alle
evolutie tegen houden.
Men heeft dé volkskerk nog en als het
volk wil, kan zij' daar de Vrijzinnigheid
doen zegevieren, waar nu de ortho
doxie alleen heerscht bij dé gratie djép
onverschilligen.
Spreker wekt alten op in 'de kerk te
blijven en ste-up "té verleeuepf aan h©ml
zelf, die «hen steuh bij' zijn werk noodig
heeft. (Applaus).
Na een korte pauze nam' dé heer De
Hondt ten tweede male het woord en
begon m'et te zéggen, dat de Ned.. Herv-.,
kerk maar een zéér ge ringen, invloed
heeft. Dit komt door het gpopit aantal
pausj es in die kerk, waarvan dr. Can-
negieter er -een is.
v Het atheïsme is voor spr. en de zijnen
de wijze, waapop z'ijl het vrij'delnken na
deren. i i j
Waar" dr. Canp Lor Kooft aalnge-
haald, het .(jEert Uwen vader en Uw
proeder", npemt spreker dit een zeer
Verkeerd gebodhet had mpeten zijn:
„Eert Uw kinderen".
De kerk als zoodanig kan njoioit 'het vrij
denken beuiaderep, al d|°en persionen uit
die kerk dit
Spreker schetste hoe zlol'owel' de bewe[-
ging der vrijdenkers alsi 'de kerk lijden
pnder het naar Voren komen van belang
rijker kwesties.
Spr. ontleent, dat het materialisme ver
dwijnen gaat, in tegendeel het schrijdt
Vo|oruit en bevordert het altruisme. Het
taiaterialisme is niet het aanbidden, het
vergpden van de stof, 'maar het op juisite
waarde schatten van de stof.
De materialisten willen eerst de men
schen het beter, doen hebben, en dan
eerst het igéesitelijk leven méde] helpen
bevorderen.
De kerk zal het te verwachten gho|ot
wereldgebeuren tegenw*erkén, ómdat de
meeste voormannen zich scharen achter
'hen, die hun macht misbruiken.
Het „|n het zweet uws aanzijn zult Igïj
,uw bropd verdienen", bewijst,' dat ook
de kerk steunt het afzwoegén Van hon
derdduizenden en millioenen van 's mor
géns' Vrpeg t|ot 's avjonds' laat.
De wereld lijdt onder schijn, leugen
en sleur. Men heeft ie kiezen tus'schen
de drie-éénheid altaar, vorst en beurs;
en de drie-éénheid gelijkheid, vrijheid
en broederschap.
kuilden praten, watxt zij was zoo trotsch,
zoo trotsch pp zijn -liefde.
De uren verliepen; zij telde ze omdat
ze haar scheid-dén va|h hem; hij zop
weldra terugkomen en hun liefdeleven»
zou voortstrioo-men.
Clarence w,as- haar een b'ezo-ek ko
nten 'bréngen; het was haar een verlich
ting geweest dat zijl niet thuis was; zijl
'bracht een bezoek aap de heilige plélï|
in het park. Het speet haar voor hem',
m'aar zij kon niet lang haar gedachten
aan hem' wijden; al haar gedachten kwa
nten Ralph toe.
Zoo gingen de uretu gelukkig genoeg
voor haar voprbij.
Op den tweeden -d|ag van sir Ralph's
afwezigheid w;as ze juist thuis gekomen
van een tochtje te paard) en op het punt
af te stijgen, toén Tlobson haar tegemoet
trad mét een brief iln de hand'. Die'
brief was- aan haar geadresseerd'; erf
stond „onmiddellijk afgeven" op geschre
ven Nog te paard gezeteh maakte zij
hét couvert open eu las den inhoud1 met
groote verbazing1:
„Wil freule Desbrook in het logement
komen om mét -dien persolon, die dit ge
schreven heeft, te spreken over een zaak
'die freule Desbrook zeer na fer harte
gaat
I Het briefje was niet onderteekend. Con-
stance keek er eehi-ge minuten lang1 met
de 'grootste verbazing naar. Hét was het
Zij die het eerste kiezen moiemt spr.
slaaf, zij' die het tweede kiezen noemt:
hij mensch.
(Applaus).
D r. C ann eg[ïete r had slechtsl en
kele minuien om nogmaals te antwoorden,
Hij zeide, dat/ als er sprake is van paus
zijn, nok de heer de Hbmdt een paus isg
ais hij zegt gij! moet vrijdenker worden
en gij zijt dan van zelf ook materialist.
Spr. meent, dat men natuurlijk bedoelt
dat |öïok de kinderen geëerd moeten wor
den. De economische vragéni van heden
(zijn niets anders dan geestelijke vragen.
De materieele nopden nijpen zeker én
de kerk moest zich schamen zoo- weinig
Ü2ar aan haar aandacht te schenken. Niet
Pipet gpschermd wjorden met den Hemel
en met het leven hiernamaals, maar nok
'moet bevtorderd W-opdien het leven op
'aarde.
Met een herhaalde opwekking de kerk
te blïjlvën steunen, eindigde 'dr. Canines
gieter pnder applaus, dat evenalsi dé eer
ste maai bewees,, dat het meerendeledl
der aanwezigen zijiu standpunt deelden.
De v ioi (oi r. zi t te r slóioit de vergadering
met dank aan sprekers en aanwezigen
en wekte op niet -onverschillig! te blijven
maar zich aan te sluiten bij' de een pf
andere richting'.
LANDBOUW.
Kpióilkraijgen.
In aansluiting: met bericht Ppi. 8 vap.
den phytopathológischen dienst, Januari
1920, waarin aangéradene werd tijdig
k-oio-lkragen te bestellen of te vervaardb
gén, pipdat men deze géread zpu hebben
als de tijd Voior het aanleg|g|en dezer krap
gén was aangebroken, kan Thans de aan
dacht er pp worden gevésftigd, dat bin
nenkort de kragen mjoeten wprden o-im
gelegd. Zeoals reèds is medegedeeld, dier
nen deze kragen om de koplvlieg te belet
ten, hare eieren aan den voet .der koplr
'planten te leggen. Zij moeten dus aange
legd zijn vpprdat de vlieg verschenen is..
Bij normale weersgesteldheid is het vol
doende, indien, de koplplahten vóór de
laatste week van April van koiolkragien zijn
Voprzien. Dit jaar is de ontwikkeling van:
de natuur, dopr het zachte weer in Fe
bruari zopzeer vervroegddat het moge
lijk is, dat oiok de kooi vlieg belangrijk
vroeger te voorschijn zal komen, dan- in!
andere jaren, zplodat men gjöed doet te
zorgén, dat de koiolkragen reeds begin'
April ojm' de planten zijn gelegd.
Alle planten van vroege bloemkool,
roede en andere koelspprten, die men
wil beschermen tegén vreter ij' van kool-
vtieg'maden aan de w-ortels, moeten dusl
in liel -bcgiu van April van koiolkragen
worden voorzien. Het is niet géwensCht
koplkragen reeds veel vrjoeger te hebben
lom'gelegd, aangezien er z-orgvuldig- tegen
géwaakt moet worden, dat zij' met grónd
worden bedekt. Zioóldra er nl. door reigéPl,
-grondbewerking -of apdere oorzaak grond
op den kraag terecht kpmt, is de be
schermende Werking! er van zeer vermin
derd; als er nl. gpornd iop dep kraag ligt,
Iaat de kqolvlieg) zich niet meer er djoor
weerhpiuden bare eieren aan den koiolb
sten-géi te leggen. Als Uien de kragen zéér
vroeg aanlegt is er meer kans dat zij!
met gpond bedekt worden, dan wanneer
men met het aanleglgfep wacht tot het
olo'g'enblik, waapop zïj' 'hun dienst moeten]
doen.
Het is dus1 raadzaam', alle vroegé kopj-
planten, in 't bijzonder bloemkool,begin
April van koiolkragen te Voprzien: de later
'uit te zetten p-lantein worden dadelijk na
het planten igekraagd. Grondbewerking
tus'schen de planten mpiet met zorg| ge-<
schieden, ten einde de kragén niet met
gpond te bedekken. Is dit toch gés'chied
wat io|ok na zware re-génb-uien het geval!
kan zijn, da» mo-eteP de kragén met eert
borstel van grond wlorden bevrijd.
Aan 'hen, die ppg! inlichtingen wenschen
joiver de klololkra'gén en de wijze waarop
zij moeten worden aanglelégd, Worden'
deze 'door den Phylfopathologis'chen dienst
te Wia-géninigéln en 'doior de plaatselijke
controleurs gaarne verstrekt.
het geheimzinnigste geval, d|ai ze nog
ooit onderVa|nden had in haar léven, zop
arm aan gebeurtenissen. Haar eerste gfe-i1
dachte was een knecht met een bood
schap naar het loge'meint te sturen -en te
vragen of de p-ersopn, die het briefje ge*
schreven had, maar op het kasteel wou]
komen. Maar zij' zat -nog tepaard, het
logement was vlak bij en haar vrou
welijke nieuwsgierigheid was opgewekt.
„Wacht hier maar even", zei ze tot
den stalknecht, die haar paard naai* den
stal kwam' brengén. „Het zal niet Hang
(duren. Neep, idiapk' je,, 'je behoeft niet
mee te gaan."
Zij reed naar het 'dorpslogement, -dié
herbergier kwam buiten en raakte eerbie
dig zijn voorhoofd aan.
"„De dame wacht u, freule Constance.
Zij is* hoven op de imolo-iste kamer".
Nog half gehypnotiseerd doioa* het
vreemde van het geval, steeg Constancé
laf en trad' het logement binnen. De
dóchter van den herbiérgier die gfediend
had op het kasteel, ontving haar met
glimlachjes en buigingen.
„De damé is noven freule Constan
ce", zei ze.
Onwillekeurig mompelénd: „De-dame?"
volgde Constance het méisje en wcr-dl
in d,e mooiste kamer van het logement
gelaten.
i lil (Wordt vervlolg|d.)