FEUILLETON.
ui itu mi mum
BIJVOEGSEL
Binnenland.
tV: *W»«d* verwtgd).
Woensdag 3 Haart 1920, m. 53.
VA* BE
TAH
KOOPPRIJZEN VAN TARWE EN
TARWEMEEL
Op de vragen van liet Tweede Ka
merlid den heer Van Ravesteijn betref-,
feilde de inkoopprijzen, van tarwe en
tarwemeel, enz. heeft de minister, van
Landbouw, Nijverheid en Handel d d'.
28 Februari lp(. m. geantwoord, dat de
Regeeringi einde December j.l. tarwe en
tarwemeel (bloem) gekocht heeft tot
een prijs belangrijk beneden dien, waar-*
roer de regeering] bloem aan de ge
meenten verstrekt. Aangezien echter «ook
aanvoer van steenkolen van overzee
noodzakelijk is, en dus slechts» over een
gedeelte der gerequirefirde scheepsruim-!
te voior den aanVoer van broodgrond-
stoffen kan wiordeni beschikt, is het
niet mogelijk de regeeringsbloem uit*
sluitend uit deze aangevoerde grond-1
stoffen samen te stellen; door bijmen
ging' van duurdere inlandsche grond-/
stoffen stijgt de k'ostprijis van de re-'
geeringsbloem tot boven den. prijs van
f 36, tegen welken de regeeriugsbloeim
.wordt afgeleverd. Deze laatste prijs is
niet hjoioigfer dan de prijs, op welken
buitenlandsche tarwebloem indien zij met
vrije scheepsruimte werd aangevoerd"
zon komen te staan.
De minister, ontkent, dat de inkoopsprijs
zen van granen hier Fe lande geheim wor
den gehouden. Tot geregelde publicatie
der inkoopsprijzen vindt hij' nochtans geen
aanleiding.
Dat een ghojot aantal der wittebrood
kaarten niet gebruikt wordt, doordien de
beter betalenden zich vtojor een gpoot deel
van vrije bloem Voorzien, is den minister
niet bekend.
Het is niet juist, dat de regiering
den aanvoer vara tarwe en tarwebloem
voorloopig nog uitsluitend ira eigen hand
houdt, om daardoor andere verliezen "te
dekken.
Uit het vorenstaande v jölgt, dajl van
broodaccijns geen sprake is era dat door
de regceringslbemoeienis met de brood
voorziening de prijs van het wittebrood
niet wordt verhoogd, terwijl door de toe-,
slagen, die van regeeringswege gjegeven
worden, de prij's van het bruin- en rtoiggfe'-
brojod belangrijk beneden den kostprijs
blijft.
MOEILIJKHEID MET PLEEG
KINDEREN.
Fr. van Raalte, die in het Hand. pae-i
dagogische opstellen schrijft, maakt in het
Zaterdagnummer o.a. de volgende opmgr-i
kingen
In onzen tijd halen vele mensehen,
vfooral zij die zelve geen kinderen hebben,
zich een groeten last op den hals, door
een Duitsch of Oostenrijksch pleegkind
tot zich te nemen. In plaats van er genoe
gen van te beleven, wat in de meest© ge
vallen moet kunnen, hebben ze displezier
soms zoo erg, dat ze er na een paar we
ken meer dan gempeg van hebben en het
kind ergens in pension geven of het
naar een kindertehuis „;Kinderheim"
sturen.
En daar gaat bijna zonder uitzondering1
na korten tijd, alles gloed,* waaruit dus
blijkt, dat het verkeerd gaan bij1 de pleeg'-
dojor CHARLES «RAYICB
Vrg naar h®t Engeland
38).
„Hallo Crayson!" riep sir Ralph, ,,hoe
gaat het? Het treft goed dal ik n tegen
kom. Ik wou juist naar u toe gaan voor
zaken. Ik heb nog wat geld noodig".
Lycett's gezicht betrok en hij liep nu
rechts dan links van sir Ralph met de
uitdrukking van een opgejaagden haas.,
ȕk ik ben bang dat dit niet gaat
sir Ralph", zei hij.
Sir Ralph zette groote oogen o,p van
verbazing.
„Waarom niet? Wat voor bezwaar is
er? Lieve hemel! waarom zou ik niet
wat geld kunnen krijgen? Er moet toch
genoeg voorhanden zijn. Ik heb idee, als
ik naar de Bank ging, dat ze mijn wissel
mei een aardige som honoreeren zou
den. Als je dat liever hebt kan ik dat wel'
doen".
Lycett had wel lust hem naar de
Bank te laten gaan; maar bij nader in
zien zei hij:
„Ik zal mijn best doen het te schik
ken, sir Ralph. Hoeveel wou u hebben
„O, geef mij maar weer een paar dui
zend pond!" zei sir Ralph.
Lycett trachtte zijn kaak m evenwicht
te houden, maar hij liet hem hangen.
ouders niet aan het kind, maar aaö! de be
handeling] geweten moet wprdera. Het is
wel hard, yopr menschen, die met de
meest humane bedoelingera bezield zich
afsloven, sloms ook financieel, om een
ondervoed stumpertje er bovenop te hel
pen, als ze na korten Sjd zien,) dat hun
liefde averechts werkt en dat ze, de wan
hoop nabij, na zieih halfdood geërgerd te
hebben, het moeten opgeven; er zijd kin-f
deren, die gewoonweg zich gedragen als
jeugdige Cyrus of Alexander de Groote,
vrij als des kpnings zoon door des konings
hof, egjoistisch en egocentrisch zich hiet
middelpunt van heel het gezin wanend,
loopen ze rond. Er zijn er, die niet verkie-;
zen voior twaalf uur uit hun bed te komen
die hun kleedingstukken laten rondslinge-!
ren en weigeren, die op te ruimen,, die
geen hand willen uitsteken, om djo|or hen
veroorzaakte wanorde te herstellen en "die
zeggen„Jk ben wel hier gëkorneft om te
eten, maar niet óm te ,j,werken".
In politiek zijn vele kleine wijsneusjes
onder de gastjes doforkneed, Ira revratuti-
onnaire vooral: er zijtn vijftienjarige meis-i
jes, die alle politieke vergaderingen aflop-.
pen, en bij aanmerking hierop brutaal
zeggen, dat ze $n jeder Hinsicht völlig
iaufgekl&rt" zijn en zich overigens ge
dragen zpoals de egel, die de wintergast
van den mol was: als je je steekt aan
mijn prikkels, als het je hier niet bevalt,
welnu, ga dan heen.
Dat er niet weinig kinderen zijn, die
zooi slecht weten waar ze m(oeFên staan,
komt dojordat de pleegouders het is
begrijpelijk en vergeeflijk, want het komt
voort uit het warme, meedopgfende mera-
schenhart in de eerste dagera de klei
ne gasten totaal!, in gefnrceerden inarsch
alsof er haast bij! is, verwennen.
Het slechts zijn pleegouders, die zelf
nooit kinderen hadden, er aan toe. Zij
missen de meest elementaire routine!, we-i
ten niet, wat een kind'wel moet wordea.
toegestaan, wat hiet. Ze hebben het nog»
moeilijker dan ouders, die na een tienjarig
huwelijk 'hun eerste en eenigte kind krij
gen oïschóOra die opik al niét te/benijden
zijn want ze hebben het kind niet
zien opgloeien, hebben geen ervaring van
wat verschillende maatregelen voor uit
werking kunnen hebben, ze staan er voor,
zoo als iemand er. aan toe moet zijn, die
geen verstand heeft vkn vlogels en opeens
een vreemden vogel, waarvan hij de le
venswijze hiet kent, ter verzorging krijgt.
Het is te hopen, dat velen zich zullen
ontfermen iover de uitgehongerde kinde-i
ren, en dat ze het pleegkind liefkrijigtert
en wederliefde ontvangen. Met een klein
beetje tact is dat in de meeste gevallen
mogelijk, men behandele het kind de eer-i
1st© dagen als een vreemde, men h©iu|d© hiet
kort, heel kort als dat raoodig blijkt, geen
liefde, geen vriendschap, behoorlijk eten,
Zlojnder versnaperingen, men leere het
orde en regel, top tijd (opstaan,1 op lijd naar
bed. Geen gesprekken met het kind, voor
al niet over onkinderlijke zaken! als poli
tiek, pprlfog, vrede, nationaliteit, enz. Blijkt
na éen aantal dagen ,bf weken, dat het
zich voldoende heeft aangepast aan de
immers voor hem zeer iwngewoitie, Hol-
landsche omstandigheden, kent het zijn
rechten en zijn plichten, zijn plichten
vooral, dan eerst; maar ook niet eerder
wag© men een beetje meer dan gewone
hartelijkheid, een beetje liefde bij1 de be-1
'handeling. i
ONDERWIJS,
Slaan op school.
Voor liet Haagsche Hof stond Zater
dag terecht een hoofdonderwijzer te Ba-
rendrecht, beklaagd van mishandeling v,an
een schooljongen. Door de rechtbank te
Dordrecht was h'ijl vrijgesproken. Het O.
M. had evenwel hiervan appèl aauge tee
kend.
Beklaagde verklaart dat de bewuste
jongen zeer onhandelbaar was, op den
15en October jl. was hij, na brutaal te zijn
„Duizend zou ik u wel kunnen be
zorgen", zei hij. Hij dacht aan de som.
die hij reeds had voorgeschoten, aan
<le schenkingsakte die hij had' opgemaakt
ten voordeele van Constance en de zweet
droppels parelden op zijn voorhoofd. „A
propos sir Ralph, hoe staat het met die
scb enkingsakte
„O, freule Constance wou, net niet
aannemen"," zei sir Ralph. „Zij heeft
het document verscheurd. Maar dat doet
er niet toe. Het blijft natuurlijk tusschen
cns, maar lord Dollington heeft haar
ten huwelijk gevraagd, en het spreekt
van zelf, dat ik haar dezelfde som' mee
geef".
De zweetdroppels droogden op Lycett's
voorhoofd, hij werd' doodsbleek. Hij
keerde zich af om het niet te laten be
merken.
„Is het al een beklonken zaak?" vroeg
hij met heesche stem.
„Neen, nog niet geheel", antwoordde
sir Ralph, de wenkbrauwen fronsend,
„maar ik twijfel niet of het zal in orde
komen. Gaat u naar het kasteel? Mooi
zoogoeden morgen".
Toen sir Ralph was voortgeloppen, viel
Lycett op een tuinbank neder aniwischte
zijn voorhoofd af. Het scheen hem' een
onmogelijkheid, dat Constance met hem
trouwde. Ja, den titel niet meegerekend»
was hij een veel betere man voor Con
stance dan Clarence, lord Dollington. O
neen, het was onmogelijk, Constance zou
zich niet vernederen en ©en man nemen
als Clarence.
geweest, zlondec meer de klas öitgeloppfti.
Late® kwam bij- er terug1, toen wilde bekl
hem tot Voorbeeld stellen voor de klas en
meteen een pijnlijke herinnering dean be
houden aan zijn ongehoorzaamheid; daar
om legde hij1 den jongen over de knie
en gaf hem een vijftal slagen met een
stokje.
„Is het niojodigf top dergelijke wijze het
gezag' te handhaven op een school
vroeg' de president, mr. Vnllgraff,
Bekt. antwoordt dat dit z.i. ten aanzien
van sommige jóngens wèl het geval is.
■.Vroeger was beklaagde onderwijzer pp
Markenvplgtens den1 oud-burgemeester
van dat eiland heeft hij zich toen look
wel eens schuldig! gemaakt aan mishand©-!
ling van leerlingten. Bekl. ontkent dat.
A déchaTgte werden een drietal getuigen
gtehoord, uit wier verklaringen p. m. moet
blijken dat de mishandeling zoo- weinig
ernstig was, dat de joragten èr niet eens
met zijn ouders over sprak. Andere kinde
ren brachten het over. Een der onderwij
zers van bekl.'s school vertelt dat na dit feit
de tuchteloosheid onder de schooljeugd
is toegenfoimen. Bekl. heeft na het feit tot
zijn klas leerlingen gezegd„jullie zou wel
willen dat er §teslagen werd, maar we
doen het niet, ajnders ga je naar den
burgemeester 1"
De procureur-generaal acht de door de
Dordtsche rechtbank gewezen vrijspraak
juist. Z. i. is bij de gebleken feiten geens
zins het ppzet van mishandeling vast ko
men te staan. Gerequireerd werd bevesti
ging' van het vonnis der rechtbank.
Mr. "Vjorakeraherg, bekl.'s raadsman, wijst
op de eigenlijke aanleiding tot djeze
strafzaak, die daarop neerkomt dat de
burgemeester beklaagde „(zoekt".
Het onderhavige feit is aangedikt bij
den Officier van justitie te Dordrecht
gebracht, alleen met de bedoeling óm
bekl. eens te krijgen. Van de vroegere
mishandeling op Marken is bij onderzoek
gebleken dat zij! niets te beduiden had.
Door ïh et optreden van den Barenldrecht-
schen burgemeester is bekl.'s gezag op
zijd schtopl ernstig opdermijnd.
PI. verzocht het Hof bij' dit vlonnis!
principieel uit te maken of .ons recht het
kastijdingsrecht vloor den onderwijzer er
kent. De veiligheid der kinderen in de
schopt kan absloluut gehandhaafd blijven,
zelfs wanneer men het tuchtrecht erkent
Voorts betoogt spr. dat in zekere omstan-i
'digiheden het tuchtrecht rationeel kan zijn.
In het Zwitsersche kantonrecht is het
tuchtrecht dan ook geregeld en kan zeer
vloprzichtig wtorden toegepast in hijzijn
van twee onderwijzers. Vooral ijni dezen
tijd van tuchteloosheid ten minachting violor
het gezag] acht spr. het zeer gewenschtj
het 'tuchtrecht oiok jn het belang van ons
onderwijs te erkennen'.
LANDBOUW!
K a r w ij z a a d h 01 u d e r s'.
Dinsdag had te Goes in d|p Prins
van Oranje een bijteenkonist plaats van
houders van ceetoewijzen van karwij-
zaad, berustende onder de oommissie
uit de vereenigingen vojor den handój
in fijne zaden. Die heer J. Liradenbergjhl
van Wjolphaartsdijk' leiddp de vergade
ring.
De heer Lindenberghj wees' er op,
dat, waar de regeerinpfemaatre gelen tot
gevojgf hadden, dót de karwijzaadverbiou-
wers indertijd niet tegen f 78 per 100
K.G. konden verknopen, doch thans, nu
het karwijzaad is vrijigelalen, slechts een
prijs van minder dan f 40 kunnen bedingen,
men het ier alom in den lande over eens is,
dat een schadeloosstelling billijk is.
Besloten Werd dat een rekest z,al wor
den gezonden aan dpn Minister van
Landbouw, dat zal w]ord(en opgemaakt
in overleg met de Z. L'. M., waarvan
adhaesiebetuiging zal worden aange
vraagd. Voiorloopig! zaL men de karwijl
vopr eigen rekening laten liggen. Wan
neer geen schadevergoeding wterdjt ver
Nog eens twee duizend pond! Waar
moest dat heen? Eenigen tijd daarna
richtte, hij zich op en ging naar het
huis. Alsof het toeval het zoo wilde zag
hij Constance op het terras staan. Zij was
in haar rijcostuum1 en wachtte op haar
paard. Zij groette hem! met een glim
lach en „een vriendelijk woordje" dat
I.ycett Crayson's hart onstuimig deed
(kloppen.
Hij hield zich zoo lang hij durfde in
haar nabijheid op; toen ging hij naar de
bibliotheek om een paar rekeningen nja
te zien; maar zijn hoofd gloeide, zijn
hersens waren als een kluwen wol, en
weldra verliet hij het huis en liep snel
naar het park.
Daar liep hij', in het bezit van het tes
tament, met Constance's toekomst in het
holletje van zijn hand en toch was hij
machteloos. Zij zou misschien trouwen
met lord Dollington. Of zij dat deed ja of
neen, hij, Lycett Crayson, wis èen nul,
iemand waar niemand rekening mede
hield.
Hij kwam in het bosch en bezwaard
door den last van zijn gedachten viel
hij neer op het gras op een afgelegen
plekje. Een oogenblik daarna hoorde hij
het geluid van voetstappen tusschen de
struiken; hij keek op en zag rir Ralph
door het bosch loopen. Hij rookte een
zware sigaar en liep met gebogen hoofd
en de handen gevouwen op den rug. Wel
was het vreemd, dat hij staan bleef dicht
bij de plek waar Lycett zat, verborgen
door het kreupelhout, en ging zitten op
kregen, kjan men' gezamenlijk tot den
verkoop overgaan.
Een commissie werd benoemd d(Q ver
dere maatregelen zal nemen.. Deze be
staat uit de heerera O. van Luijk, J,
Lindenbergh, Woiphjaartsdijk, J. G. V.
d. Linde, Rortgerae, J, Blok en J, V
Liere, Bprssele.
Ook uit Rillandi zal rnen trachten
nog een lid in de qoimmlssie te benoe-i
men.
Binnenkort zal een nieuw© vergade
ring uitgeschreven worden.
Dinsdag had in d© Prins van Oranje
te G e s een vergadering plaats van het
district Zuid-Beveland' van d© Zeeuw-
sche Coöperatieve Kunstmestfabriek) ón
der leiding van d|en heer R, Linden
bergh te Wemeldiny©.
Besprekingen werden gehouden óver
de vraag wat het meest Verkieslijk zou
zijn, het bijstorten van f 25 per aan
deel of het sluiten van een obligatie-
leening tot een bedrag van f 60 per
aandeel. De meerderheid; der aanwezi
gen was van oordeel dat dit laatste
aanbeveling verdiende.
SRORT.
LI etschaak wonderkind
Rzeschewki.
Zondag heeft bet bestuur van de
Diamantbeurs den jeugdigen Rzeschew
ki, het 8-jarige schaakwonderkind, in de
gelegenheid gesteld, zijn gaven als snel-
speler te verfcoionen. Men had in bin
nen- en buitenlandsche rubrieken reeds
herhaaldelijk wonderbaarlijke verhalen
over het jiongske gelezen, maar er veel
van geloótven deden wij, nuchtere. Hol
landers niet. E©rst zien!
Welnu, we hebben het heden gezien,
en l]aat ons er direct op volgen: de
jeugdig© knaap, weinig hooger dan d'e
tafel, waarom hijl even trippelde, heeft
allen verstomd do©n staan door zijd
uitnemend speL
Onze meening is) dat Rzeschewki wei
nig minder sterk speelt dan onze aller
beste Hollandsche spelers. Er werd in
de g]ro|oite zaal van de Diamantbeurs ge
speeld, van welke vele bezoekers een
goede partijl spielen. Bovendien djpden
eenigje sterke spelers uit de stedelijk©
clubs- mee, die door leden voor deze
gelegenheid geintrpduceerd^ waren.
Eenige honderden bezoekers van dje
Beurs vormden, staande op stoelen en
tafels, de corona.
Het kleine mannetje tpprad© zich niet
in het minst uit het veld geslagen dnor
die groote menigte critici, dj© welis
waar beter een partijtje diamant dan
een partijtje schaak wisten te tjaxeeren,
maar die zich niet onbetuigd lieten
in op- en aanmerkingen.
Rzeschewki trippelde snel langs de
20 borden, speelde veel Honingsgiam-
bieten, Spanjaarden en Schotten, deed
overal de juiste theoretisch© zetfera én
waai* iemand afweek) nam hijl even den
tijd om de stelling nauwkeurig op te
nemen en de weerlegging volgde d(an pok
bijna zeker, zoo de zet niet deugd©-
Neuriënd, af en toe kluivend op zijd
kettinkje, stond hij' nu era dan stil,
zoo, er iets te combineeren viel. Era
spoedig stopd hij! aan d© meeste bor
den in het voordeel. De séance was
geen half uur aan den' gang of reeds
viel het eerste slachtoffer.
Aan één bord', waar een Onzer sterk
ste spelers onder het team schuilden)
en het ventje, dat naar den naam!' Sa
muel luistert, spelenderwijze won juist
zooals een kind dat alleen zoo zondjer
inspanning kan, maar dan met knikke
ren of hoepelen, zoo moet men voor
deze prestatie alle respect hebben.
Wiat zal uit deze preqositeit groeien?
Zal de jeugdige Samuel later o]ok Mul-
tatuli's vraag: „Waar blijven toch de
wonderkinderen onbeantwoord laten.
Wij hepen voor het sympathieke kerel
een omgevallen boomstam. Lycett was
hoegenaamd niet verlangend het gesprek
van zooeven met den lord van Desbrook
voort te zetten; zoo bleef hij stil zitten
en wachtte tot sir Ralph zon heengaan.
Maar daar hoorde hij het geluid van
paardenhoeven op het mospad en Con
stance kwam aanrijden.
Sir Ralph zat zoo rustig en stil', dat zij
vlak bij hem was voordat zij zijn tegen
woordigheid' bemerkt had; het onstui
mige paard schrikte en richtte zich op
en als Constance niet stevig in het zadel
gezeten had, zou zij er afgeworpen zijn.
Ralph stond op en greep den teugel.
„Het spijt mij", zei hij. „Ga je rijden?
Waarom heb je me niet gewaarschuwd?"
„Ik wou alleen zijn", zei Constance.
„Dat begrijp ik. Om over de zaak ha
le denken. Bien je tot een beslissing ge
komen?"
Zij zag op hem neer, fier en koel. Zij
was niet tot een beslissing gekomen;
maar zijn vraag dwong haar.
„Ja", zei ze, „ik zal Clarence aan-»
nemen".
De roode streep gloeide in sir Ralph's
oogen, maar de neergeslagen oogleden
verborgen het.
„Mooi zoo!" zei hij streng. „Ik geloof,
dat je gelijk hebt. Het is een goed huwe
lijk. Hij zal zeker een goed echtgenoot:
voor je zijn, daar twijfel ik niet aan".
Constance beet op haar lip en raakte
onwillekeurig het paard aan met ham-
spoor. Zij had in dagen niet gereden erf
het dier was nog frisch; het steigerde
tje, dat hjj nog grijze haren beleef* enf
een tweede Capablanca wórdt. 1
Maar tevens dat zijn opvoeders hel
spel met den lichamelijk en geestelijk
nog uit te groeien Samuel hiel over
drijven.
Ook Capablanca speelde zeen vtloeg
schaak en zeer sterk zelfs. Maar langOj
jaren 10 tot 17 jaar deed hjj er
niets aan, deed hij aan lichaamssport,
En zoó is het ©ok recht.
(De Courant).
LEGER EN VLOOT.
Ontslag aan de Hembr ug.
Men meldt uit Zaandam aan. d©Msb.:
Naar wjj ve roemen, hebben thans al li
losse werklieden aan de Hembrug aan
zegging vjan ontslag lontvangen, zoodat
over. een mjaand de artillerie-inrichting
zal werken al s vojor den oorlog. Verklie-»
den, die e ld©rs werk' konden vindjen)1
hebben reeds Zaterdag ontslag[ genomen)
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
Het Utr. Dbl. deelt mede, djat de
militaire politie té Utrecht! d© hand
heeft gelegd op 12 personen, van wie
zes militairen en zes burgers, ini ver
band met het stelen van vrij, groote
hoeveelheden vleesch, boter en gesmolr
ten vet, henevens kleinere hoeveelhe
den kloffie, thee en suiker, uit d© sOit-
datenmenage in de kfeuken van dj©
Kromhnutkazerne te Utrecht.
IN HET DROGE AMERIKA'.
De (olham
Aan „)De Hotelhouder" ontleenen we
de volgende glrappen, die misschien iets
meer beteekenen 'dan een grap:
Ergens buiten New-Y;ork ontmoetten
twee vponwen elkander, die kennissen van/
vroeger waren. Na een kort gesprek
merkte de eene een vreemdsoortig pakje
op, dat de ander in den arm droeg. ,,Wat
hebt gte daar lieve", was de vraag. „Rol-
ham voor James; mijn man eet alleen de
ham van O'Briens Warehouse ziet gij', en
daarvoor ga ik dan extra met de „Eleva
ted rail" naar hier".
De vriendin neemt afscheid en wil haar
eigten man eveneens verrassen met de
blijkbaar superbe ham van O'Brien. Zij
komt aan de zaak en zegt tegen den af-
deelingsdhef dopr haar vriendin Mr*
Liars gerecommandeerd te zijn, en ver
langt een rolkam.
De cihef kijkt geheimzinnige rond en
fluistert All right, waar is uw
flesich
Onthoudersi.
Een Engtelschmara, die kort geleden een
reis vopr zaken naar Amerika deed',
bracht, aldus lezen we in een Engelsch
dagblad, opk een bez'oek aan zijn in de
nabijheid van Lancaster In Pennsylvania
wonenden oom', een landbouwer.
Op de vojor een overvloedig maal ge
dekte tafel stond in de plaats van de
wijnflesch een waterkaraf. Onze Bu
gels chman maakte daarover eenige op
merkingen, die men echter coupeerde met
de verklaring: „Wij zijn geheelonthouders)
bij ons mag geen druppel sterke drank in
huis komen."
Na den maaltijd trok de bóer zich terug
om zijn middagdutje te doen, de dochters
(begaven zich naar de Zondagsschool en de
zoons naar de schuur.
Plotseling riep tante haar Engelschen
neef 'naar de keukenj haalde eenflesch
met kersenMbrandewijn uit een kast te
voorschijn en sprak tfot raee'f„Hoon drink
piaar eens, oom is ztoo'n strenge orathou-)
der, dat ik hem' niets durf laten bemer
ken, maar als ik pijn in mijd lijf heb,
neem ik ook een drupje".
Een kwartier later roept de bóer zijn
neef bij zich in zijn kamer, ontsluit
en sloeg met het b.een, zoodat het dier
sir Ralph ,aan zijn schouder raakte. Hoe
sterk sir Ralph ook was, hij viel. Con
stance dacht, dat hij aan het hoofd ge
raakt was. Het bloed stroomde haar naar,
het hoofd, haar hart bonsde alsof het
uit haar lichaam sprong. Zij gleed uit
het zadel en stond oogenblikkelijk naast
hem.
„Ralph!" klonk het van haar lippen,
aie plotseling spierwit geworden waren.
„Bcö je bezeerd1? Zeg! Spreek!"
Haar geheele lichaam beefa©, haar
mooie oogen waren welsprekend genoeg.
Hij Stond op en greep haar bij den arm:
„Ik heb mij niet bezeerd Con
stance!"
Zij keken elkander aan; hij haalde
haastig adem en pijnlijk; het was of haar,
hart plotseling stil stond'.
„Constance", zei hij nog eens. „Koni
het je schelen, kon het je schelen of ik
gekwetst was? Waarom? Wij zijn toch
geen geen vriendfen. Maar net koni je
wel schelen! Constance, waarom keer
je Ij© om? Kijk mij aan! Lieveling ik
-- ik heb je lief!"
Constance deinsde terug. Hij had er
de woorden heftig uitgeworpen, harts
tochtelijk. Zjj vervulden haar met eea
waanzinnige vreugde, maar met een ze
ker geVoel van vrees. Zijn oogen gloei
den rood, zijn lippen beefden.