De PINK PILLEN
De Kassier der Angsten
I
BMTQSSSEL
V Sti BE
em
itata
»et.
tot
JUL
hel
|ke*i
purg.
EN
eelt'.
ondfe
delft
voof,
loreii
SC.H,
Rot-
bu-UL
vail
limit
L
lENt
ItDfe.
HSR
id.
ceS
TO 01?
172,
:rd&5\
Se«,
u-'AJ
b-
«geac
p.
IOD*è
VAJN
Weemag li Fefir. 1920, no. 35,
VAKVEREENIGING EN
SOCIALISATIE.
r,,Bij socialiseeriag dieiit aah de viakbe
Weging een zopdanige plaats ia de leiding
van het bedrijf te worden gegeven «lat
de vakvereenigingen zich kunnen ontwik
kelen tot organen welker taak ook ligt
in liet medeliehecren en opvbë-
ren der ppoduktie."
Aldus de eerste stelling van he t N.
iV. V. iover de plaats en taak der Vak-
vereejoiging in het gesocialiseerde be
drijf. Dat echter ojok 'bet oude karakter
Van strijdvereeniging .behouden mjoet blij
ven, blijkt uit de erkenning in de
tweede stelling: „dat het Lofonstlelsel
vooralsnog onontbeerlijk is." Op die loon
regeling wordt aan de dppr de vakver-
eeniginglen ingestelde organen een p.ver-
wegtenden invloed toegekend, en het is
opmerkelijk dat |opk hier zich de nei
ging weer wtendt naar de; eens zop Verfoei
de, maar in de stellingen weer genoemde
stuklo|onen, premiestelsel en methoden
vpn wetenschappelijk bedrijfsbeheer (Tay-
iorstelscl) die „niet behjoeven te wor
den afgewezen"
Maar dat is toch bijzaak. Hoofdzaak 'ten
opzichte der spcialisjatie is vopr het
N. V. .V, dat medebelieeren van de
productie.
Het is ook vrij duidelijk dat, veel
mfeer dan het gemeensdhapsbezit der be
drijven, dat we in ons viorig nummer
bespraken de positie van de arbeiders
in het bedrijf de actueele factor is, die
de socialisatie-kwtestie z|ojo sterk op den
voorgrond heeft gedrongen. De arbeider
voelt zich meer zelfbewust, in de oor
logslanden djoor het aandeel cljat van hen
gevraagd werd in den strijdj, mjaar daar
èn in de overig© landen ook door dje
stijgende kracht Van zijtn Organisaties, door,
het vaak zeer moeilijke werk 'dat arbei
ders in het vereeniginjgsleven kranig
verrichten, en dolor de vakkennis waar
van zij zich bewust zijn.
Er komt m|ojg bij' dat er een n,auwfe band
tusschen de arbeiders en de bedrijfslei
ding ontstond door sommige collectieve
verdragen. 'W|anneer bijl de eindejlojoze
besprekingen over bet loon steeds pan
de arbeiders wordt voorgehoudenhet
lojon kan niet hooger, anders levert
het bedrijf geen winst meer op,
dan moet dat wel leiden tot dje vraag
vpn de arbeiders: goed, laat djat dan
eens zien, en Ipat mij' dapr ofok over
ojoydeelen, wjant mijn loon liangt ook
of vpn den gjanjgr vian de handelszaken
in liet bedrijf
Men wéét dat in de Typografenvakken
in de jongste wijziging van het collectief
contract |ook een medezeg^ïngschap van
de arbeidersjorglanisalies in de prijspo
litiek is opgeholpen Daar is veel over
te doen geweest, maar verwonderlijk is
het niet dat het sterke verband, dajt
gelegd Werd tusschen lolonsverh opging en
prijspolitiek, uitliep pp .een eisch der
arbeiders om jover die prijken opk een
woloni te mogen 'meespreken.
Of echter die inedezegging tot een
bevredigenden toestand zal leidien is
een andere Vraag. Van patrpjonsz ijlde:
is er op gewezen 'dat -die medezeg
gin^s'chap er in de praktijk op neer
komt, dat de arbeidejrjs (jof althans hun
leiders) bepalen hoeveel winst een pa
troon mag mjakén. Want als er een
jaar goed verdiend is, zullen zij! zeg
gen, dat daar wel wat taf kan vplor
hen, de arbeiders. En toöh en dat
is een nog neteliger kwestie zal
niemand durven toezeggen, dat d(e ar
beiders vrijwillig zullen bijpassen, als
er eens verlies geleden wprdt.
Dit punt van het nieuwe collectief
contract is trouwens nog' niet definitief
ingevoerd, en zal juist dezer dajgien
Opnieuw Onderzocht worden in een
conferentie der beide partijen
Maar in de mlate van medezegfging-
schap zit juist de moeilijkheid.
Als men yopr de arbeiders vraagt
hen in de werkplaats niet mfeer als
onmjondigen te beschouwen, en hen toe
te -slaan in de regeling der werkzaam©
heden mlee te spreken dolor een ge
organiseerd overleg, d|an gelopven we
dat in verscheidene bedrijven dje toe
stand daarvoor rijp is of wordt, omdijt
'daar de patroons erkennendat dje ar
beiders (deskundig zijln in dy praktijk
Tan het werk. In lal Van bedrijven
heeft dat pyerteg fever de arbeidsrret
geiin^ (met inbegrip der lofonen) reeds
plaats.
Moeilijker Wordt het "echter als men
Isomt |aan de technische inrichting van
het bedrijf Daarbij kan het in ver
schillende opzichten juist zijn, dat de
gestelipplde arbeider, dopr en daor be
kend met zijn machine, uitmuntenden
raad kan geven over de Vraag boe het
beter kan. Maar als die technische in
richting leidt tot pansdhjaffin^j van ma
chines, hangt dit |al weer zeer nauw
samen rnfet de éojnmercieelc positie van
het bedrijf, waarover de övergroote
pieerderheicl der rabeidjers zeer zeker
niet bevofegd ziout zjjjn te lOprdeelfehi
Ten eerste omidat het b!un vfak' niet is
En fen tweede pmdat de prjaklijk' van
het sociale leven mjaar al te duideljjk
heeft aangetoond, dat de vakvereeni-
gingen zoppls zij mui zijh, en 'daar
mee hfeeft imen toch te mjakten een!-
zijdig de arbeidersbelangen behartigen
en gfeen aandacht en evenmin kennis
genoeg hebben vlopr de cjonüntercieele bfeb
langen. Dat is trouwens mienscbelijk.
In de twee landen Waai* mten het verst
gaat in een wettelijke re'gleling van die
inedezeg^ingschapnl. Duitsohland en
Engeland, is die dan ook beperkt.
De taak van de Deutsche Betriebsrate
(bedrijfsnaden) Wordt aldus omschreven:
„de economische "belangen der werk
nemers tegenover den werkgever te be
hartigen en den werkgever bij' de uit
oefening van zijh bedrijf bij te staan
tot bereiking van het doel der onder
neming."
En voior de zgn. Witley-Councils in
Engeland (zoio genoemd naar den voor
zitter Witley der Staatscommissie) wjoddjt
de taak dier raden als volgt aangedpid
„de geregelde behandeling vlan zaken be
treffende den vooruitgang; en het wel
zijn van het bedrijf uit een oogpunt
yan hen, die daarin werkzaam zijn,
vo|or zoover dit vereemigbaar "is met het
algemeen belang;."
Een grppt verschil tusschen beide
is dat in Duits'chland aan de bed|rijfs-
raden verschillende regelingen wjorden
opgedragende "bepaling van larbeids'-
tijd, leerlingwezen, arbeidsmethoden
enz terwijl de iWittey-rpjcIen geendwiu-
jgfende bevoegdheid hebben, en him ge
zag alleen ontleenen aan de kracht
der vakvereeniginjgjen Maai' daarentegen
kan in Duits'chland de bedrijf spaad' in
commercieiele zakten den Onderinemler
slechts bestaan met pajad. D© heer H.
Huberts die over dit Onderwerp diezer
dagen een interessant© volordpacht hield
iii een bijeenkomst van de vioorzitters
en secretarissen van de Kamers van
Arbeid, noemde de Engelsche regeling
dan opk soepel, bet Duitsche stelsel
imperatief.
Met die vo|orbeelden vopr oogcn mag,
zeker in ons land pok ernstig overwo
gen Worden wat er in dat opzicht
practisch uitvoerbaar en nuttig is. Hieüj
kleine plantje dat wij op dat gebied
hadden, de Hamers vjan Arbeid, zijn
kcirt na hun geboorte tot stilstand ge-
hemen in hun grloei.
Gaan we nu na wat Vioor taak liet N.
V. V. in zijn socialisalie-sLellingtem aan de
vakvereenigingten toekent, dan kpimen we
(natuurlijk eerst 'bij de bedrijven waarvan
(het IVerbond de aanstaande in-bezi (ne
ming1 tlooP de gemeenschap vpropderslelt,
en waarin, zopals we in Ojns vprig! num
mer at bespraken, de directe controle
over de bedrijfsleiding berust bij den
Raad van Beheer waarin ook vertegen
woordigers der vakverepjnigiingen zitting
hebben. En bovendien spreken die stel
lingen van Perspneelraden, welke de
preslatienorme 11 Vaststellen, en mei de di
rectie de technische aangelegenheden Cd
maatregelen ter verbetering van de pro
ductie bespreken.
Maar omdat wij aan diè socialisatie,
in den vorm van gemeensehapsbezit van
van bedrijven, bij ons yoorloopig' nog' niet
gelopven, keken we van zelf uit maar het
geen het N. V. V. zich denkt bij ,,de .or
ganisatie der nog niet te socialiseeren
bedrijven".
En nu is het typeerend, dat vopr die
bedrijven het N. iV. V., a l h|a.ar stellingen
richt föip heL igfeleidelijk onder gemfecn-
schapszorgi brengen der bedrijfsleiding,
door instelling1 van eeai Centralten be-
drijfsraad, waarin naast de ondernemers
vertegenwoordigd zijn 'de organen der
gemeenschap, de vakvereenig'ingea en de
verbruiks coöperaties. De macht van den
bedrijfsraad voor deze nplg1 niet gesocia
liseerde bedrijven, zo,u weinig minder
groot zijn dan in de bedrijven die wel
het eigfendpm der gemeenschap zouden
zijn geworden, want hij' stelt niet alleen
icjok daar reserves, afschrijvingen en
winstverdeeling' vast, maar (opk de prijzen
En bovendien moeten die bedrijfsraden
„den kracht verspillen den concurrentie
strijd zoowel bij aankqop van grondstof
fen, als bij den verkoop van de produkten
ioavnopdig maken." Een drpmmels moei
lijk werk, vopral wanneer die grondstof
fen gehaald moeten worden uit lanlden
en die produkten moeten verkocht Wor
den naar landen, wam- de bedrjjfsraad
geen zeggingskracht heeft.
Wat een onzaakkundige faptasie' Wat
zou van zoo'n regeling 'terecht nine ten
komen b v. in den scheepsbouw, in de
margarihef-industrie, in de gloeilampeo-
fabricag'e, om slechts enkele van onze
exporlindustrieën te noemen, die hun
grondstoffen voor een dee! van overzee
haten. Maar pp dat alles past al hetgleen
we in ions vorig nu'mmer schreven.
Ten 'opzichte van 't onderwerp van
dit artikel kan opgemerkt worden dat
de stellingen daar vriji wel io,ver z w ij gen
behalve dan die vertegenwoordiging van
de vakvereenigingen in de oppermachtige
bedrij fsraden.
Wc noemten dat 'zwijgen typeerend
want er blijkt uit dat het N. V. V. ne
geert wat het meest actueel is1 in de
s©cijalisatie-kwtestie,en in eens pver alles),
waarin Duitschland en Engeland ons
ten opzichte der personeelraden vóór
zijnheenspringt, om' over niets anders
te spreken dan over het onder ige-
meens|chapsleiding stellen van alle be
drijven.
Ho, wacht 'n beetje! Zo,over zijn wij
hier nog lèng niet. ÏVe begrij'peh na
tuurlijk wel dat het N. Vi V. dat aan zijn
laars lapt Het is hem! niet te doen om
©ogenblikkelijk mpgelijkte hervormingen.
Het stelt een program' pp vo|or de. toe
komst. 1 1
Maar voior anderen, die zeker niet
willen meegaan met litet vjoiorspiegtelen
van toekomstfantasiën, welke de plaats
moeten innemen van den in verre ne
velen verdwijnenden spcialistischen toe
komststaat, die allen zullen goed doen
zeer voorzichtig te zijn in het d,o;quet-
teeren met de. socialisatie-idee, zonder
stevig1 vast te leg'gen, dat ze er niet
onder verstaan wat een gropt lichaam
als het N. V. V. in „stellingten" vast-
vastlegde. Dat manifest is vplkomeneen
bevestiging1 van de bewering van prpf. v.
Em'bden in Zijn doorwrochte rede in de
Eerste Hamer: dat de manier waarop
de leuze van de socialisatie nu in Üe
hoofden der, arbeiders Wordt gé'aamerd,
uitermate geschikt is oni in een opigten-
blik van politieke revolutie noodlottige
beroering te weeg te brengen, en de
meest vernielende schade aan onze vpjort-
brenlgiing&lwïjze toe te voegen.
KUNST EN WETENSCHAPPEN
M u z i e k-a u t e u ri s|r e c h t.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen'
een wetsontwerp tot nadere herziening
van het muziek-auteursrecht.
De Memiorie van Toelichting wijst er
op, dat ide bureau's voor auteursrecht
als vërtegtenwioordigers van vfele auteurs
en daardoor in een ïnachtigte positie, van
hun 'macht 'misbruik kunnen maken bij de
onderhandelingen over een contract. Zij
kunnen, dreigende inet onthouding', van
bet geheele repertoire aan de gegadig
den, een exhorbitante vergoeding vragen;
zij' kunnen ook de wederpartij' een lang
durig contract (abonnementscontract) af
dwingen, terwijl de laatste èen contract
van slechts één avond of één stuk
wenscht.
Tegten deze aan machtsmisbruik ver
bonden gevaren Nvii de wels voor dracht
waken.
Het ligt geenszins in de bedoeling den
auteur een billijke vergoeding te ont
houden: beoogd wordt slechts bureau's
welke als comimercieele ondernemingten
neiging' tot al te intensieve exploitatie
zouden kunnen koesteren, van mogelijke
overvrag'ingten te weerhouden. .Vpjorgte-
steld wordt te bepalen, dat opk de open
bare uitvoering: van een muziekstuk zal
zijn geoiorldofd, mits tegten een billijke
vergoeding1 voor den auteur. Kimmen
partijen het niet eens worden, dan zal
de rechter een vergoeding! vaststellen.
Partijen koinen daardoor in gelijke posi
tie: beiden zullen ei© tus'schenkoimst vam
den rechter wenschen te voprkoimen en
mitsdien zullen beiden s toe ven naar de
vaststelling van het bedrag in ouderling
pverleg; aan de bureaux zal het zoo ge
vaarlijke wapen „als ge mijn voorwaarden
niet aanneemt, kunt g© mijn repertoire
niet uitvoeren", ontnomen zijn: pok zon
der de toestemming van het bureau zal
kunnen worden uitgevoerd, slechts is
men verplicht tot eene, in het uiterste
geval door deu rechter te. bepalen, ver
goeding.
Moet échter niet —zop kan men vra
gen de auteur het in de hand hebben
te voorkomen de uitvoering door iemand
die hij tot een juiste uitvoering niet
in staat acht? Bij de beantwoording' de
zer vraag stelle men zich, zegt de me
morie van toelichting, op een werkelijk
heidsstandpunt. Men bedenke, dat een
auteur in zijn eigen belang' de uitoefe
ning zijner rechten aan een bureau impet
overlaten. Reeds daardoor verliest hij zijn
zegigtenschap over de al of niet-uitvoering
van zijn werk. Bovendien zal de regeling
niet 'gelden voor alle muziekwerken, docli
siechts voor die, welke in druk zijn ver
schenen en dus vjoptr het publiek verkrijg,
baar zijn gesteld. Juist dopr het 'ditgte-
ven dezer werken, richt mten als het ware
tot het publiek de uitnplödiging om ze te
spelen.
Wat de vraag betreft, of het volorgtestei-
de in pvererms'iieiiTming is met de her
ziene Berner Conventie, wordt opge
merkt, dat het verdrag ten opzichte van
op- en uitvoering slechts het beginsel
van igfelijke bescherming voor niet-aaliof-
nalen en mationalen stelt, doch de ver
dere afwerking van dit beginsel aan eiken
verdragstaat ioverlaat.
De regeling geldt behalve voor mu
ziekwerken met of zonder wpprden, mede
vopr jdramatisch-muzikale werken. Het
nauwe verband, dat tusschen beide gi-oe-
pen van werken bestaat, rechtvaardigt een
gelijke 'behandeling.
LAND80UWL
De „Onderlinge" en de
Invaliditeitswe t
Aan een beschouwing over de Invalidi
teitswet en de Landbouw- en Tuin-
bouw-Onderluige, verschenen in „De
Tuinbouw", ontleenen we het volgende:
Zij, die destijds de besprekingen over
de Invaliditeitswet in de Tweede Kamer
(in het jaar 1913) gevolgd hebben, zullen
zich herinneren, dat het toenmalige Ka
merlid dr. De Visser het voorstel inge
diend heeft om' in de wet de mogelijk
heid op te nemten voor een werkgever,
om zijn, uit die wet voortvloeiend© risiqoi
over te dragen op een onderlinge organi
satie van werkgevers, waardoor aan de
'arbeiders tenminste dezelfde uitkeerin-
jf.
Mil
Dat is uw toiletkamer. Mevrouw. Gy hebt er behagen in gehad er de
meubelen en de versieringen in aan te brengen die by u pasten als de iyst
om een schildery. Daarby behoorde een overvloed van spiegels waardoor
het u iief was uw eigen schoon gelaat te zien weerkaatst.
Gy zyt ziek geweestgy zyt misschien nog ziek, en angst grypt u aan
by het zien van de verwoestingen daardoor op uw gelaat aangebracht. Nu
hindert u de weerkaatsing der spiegeis en doet zy u byna weenen.
Maar ween niet! Breek ook niet de spiegels Neem liever
Zy zullen u ryk en zuiver bloed geven met iedere pil. En bloed te heb-
ben dat is in het bezit te zyn van eetlust, van goede spysvertering, van regel
maat der levensfuncties, van een glanzende kleur, van roode wangen en
lippen, van schitterende oogen.
De Vink "Pillen -worden verkocht d f. t.yS de doos en f» <>.- de zes doozenfrancoby bet Hoofd-
depotJSassaukade 314 Amsterdam.
(Ingezonden Mededeelingien.I
gen werden gewaarborgd als de Wet voor
schrijft. Bij dï© besprekingen is door
dien voorsteller tatet name gewiag ge-
mlaakt van de Land- en T;uinbouw-
jOnderlinge en er op gewezen, dat deze
organisaties, wanneer hun 'gtelegeuheid
gegeven werd het risico oVer te nemen,
aan de land- en tuinbouwers veel moeite
en misschien ook kosten zouden kun
nen besparen.*(Wij kad|dten eri dan ook vast
op gerekend, dat de Wereeniging Pen
sioen-Risico" door de "'Kroon zou wor
den toegelaten om voor de ledten van d©
Land- en Tuinbouw-Onderlinge het ri
sico van Ide Invaliditeitswet over te ne
men en wij hebben ons alle denkbare
moeite gegeven om dat inderdaad te be
reiken. Dit is ons echter niet mogen ge
lukken. .Voornamelijk is dit een gevolg)
van het feit, dat de voorwaarden, waar
onder „Pensioen-Risico" het risico vian
de Invaliditeitswet zou moeten overne
men zóó bezwarend zijn, dat het voor
liederen werkgever voordeeligter is' pre
mie te betalen door, het opplakken van
rentezegels dan zijn risico over te dra
gen. Zoodoende wordt het recht, djat
'destijds naar de mteening van een groote
meerderheid in de Tweede Kamer aan
d© werkgevers toegekend moest worden
om het risico van de Invaliditeitswet
over te dragen aan een onderlinge orga
nisatie met de bedoeling hen aldus in
Ide gelegenheid te stellen moeit© en kei
len te besparen, door de wijze, waarop
de wet uitgevoerd wordt, te niet gedaan.
De Minister meent in deze niet anders
te kunnen bandelen, omdat de verschil
lende bepalingen van de Invaliditeitswet
destijds1, ha de aanneming van het amen
dement van dr. De Visser, daarmede niet
in overeenstemming zijn gebracht ine.'
het gevolg', dat hét thans niet mogelijk is
op de organisaties, die het risico van
de Invaliditeitswet zouden willen over
nemen minder bezwarende bepalingen
toe te passen. D,aartegenover is aan1 te
\oeren, dat de Invaliditeitswet niet is1 uit
gevoerd zooals zij in '1913 is aangeno
men, maar dat men 'hoogst belangrijke
wijzigingeu vóór de invoering op 3 De
cember 1919 heeft aangebracht en dat
het daarom pas had gegeven om gelijk
tijdig zoodanige wijzigingen aan te bren
gen. dat een in 1913 bij meerderheid
van stemmen aan de werkgevers gegeven
recht ook practisch uitvoerbaar was. Te
meer bestond hiertoe aanleiding, omdat
de in 1913 aangenomen Invaliditeitswet
de bepaling bevatte, 'dat werkgever en
arbeider de verschuldigde premie te za-
mten moeten betalen, terwijl door de liier-
boven genoemde hoogst belangrijke wij
zigingen o. m. is bepaald, dat de werk
gever de premie thans geheel alleen zal!
moeten betalen. De Minister heeft echter
gemeend voorloopig' niet anders te kun
nen handelen, maar heeft het voornemen
de mogelijkheid van risico-overdracht
binnenkort opnieuw onder de oogen te
zien. De leden van de Land- en Tuin
bouw-Onderlinge kunnen ervan overtuigd
zijn, dat zoodra de mogelijkheid in de
practijk geopend wordt om' hun risico
'van de Invaliditeitswet door middei van,
de zustervcreeniging Pensioen-Risico over
te nemen en hun aldus moeite en waar
schijnlijk ook kosten bespaard zullen kun
nen worden, wij daartoe de noodïge stap
pen zullen doen.
Thans is echter de vraag van belang,
wal moeten de land- en tuinbouwers met
het oog op de toek|om!st doen?
In de eerste plaats moeten zij tid' blij
ven van de Land- en Tuinbouw-Onder
linge en wel omdat zij, 'die het als hun
plicht gevoelden voor hun arbeiders een
'afdoende verzekering te sluiten tegen
de gevolgten van een bedrijfsongeval, voor
dat plichtsgevoel nimmer een bevredi
ging kunnen vinden in de uitkeeringem;
van de Invaliditeitswet. In de tweede.
plaats moeten zij trachten een zoo groöt
mogelijk aantal mede land- en tuinbou
wers te overtuigen van de wen schel ij k-
heid lid van een dier beidé organisatie?
te worden. Door beide zaken zullen onze
Cnderlingen groot en sterk blijven en dat
is op het oogenblik om de volgende re
den een algemeen landbouwbelang van
groot gewicht. Toen destijds een Land-
bouwongevallenwet met hoogte prémies
en veel moeite veroorzakende bepalin
gen bij de Tweede Kamer aanhangig ge
maakt was, hebben de land- en tuinbou
wers de Land- en Tuinbouw-Onderlinge
opgericht, waardoor aan de in hun dienst
zijnde arbeiders in gevial van een bedrijfs
ongeval tenminste dezelfde uitkeering©n
gewaarborgd zijn als door de bepalingen
der niet aangenomen wet gegeven, zou
den zijn. En nu heeft een tienjarige,
ervaring geleerd, dat deze vrijwillige on
derlinge organisaties 'de belangen van de
'arbeiders niet alleen even goed gediend)
hebben als door de wet geschied zon
zijn, maai* dat de kosten belangrijk zijn
gebleven beneden de in liet wetsontwerp
genoemde premies. En daarom moet er,
nu we zóó dicht staan bij een wette
lijke landbouwongevallenvoorziening, zoo
krachtig mogelijk voor geijverd worden,
dat die toekomstige Landbouwongevallen-
jwet niet ;alleen de bepaling bevat, dat de
land- en tuinbouwers hun risico op een
onderlinge orglanisatie mogen overdragen,
m'aar ook, dat de mogelijkheid in het le
ven geroepen wordt, dat dit recht in
de practijk inderdaad tot uitvoering kan
komen. En het krachtigste middel om
id'at te hereiken is, dat allen er voor zor
gen, dat, op het oogenblik als de Land-
bouwongevallenwet opnieuw in de Ka
mers in behandeling komt, de Land- en
Tuinbouw-Onderlingen zooveel mogelijk
leden tellen en zooveel mogelijk loon v©r-i
zekerd hebben.
HANDEL, NIJVERHEID EN
VISSCHERIJ,
De mioei 1 ij1 khid met Duitsche
le vering'scpintracten.
In de laatste twee Vergtaderinjglen van
den Nijiverheids'raad is lOiidpr meer uit
voerig van gedachten gewisseld lover
de niet naleving 'dopr de Duitsche in
dustrie van leveringscontracten. Naar is
gebleken, trachten Duitsche leveran
ciers zich dikwijls Van hun leverings
verplichting af te mlaiken, do(or voor le
geven, dat zijl gleen uitvoervergunning
kunnen krijgenwanneer niet de be
dongen prijs aanmerkelijk wordt ver-
hiopgd. Over deze handelWijZe werd
zeer ernstig' jgteklaagd, en in het licht
werd gesteld, dat contracten partjijen
tot wet behiooren te strekken, en dat
men zich niet eenzijdig van een Ver
plichting kan ontdoen Dergelijke prac-
ftijken zullen htet vei* toon wen in de: Duit
sche leveranciers ernstig schokken en
het handelsverkeer op den duur zeer
schaden. Er werd op gewezen, dat look
ial waren contracten e enigen tijd gtele-
den in marken afgeslotende daling)
van de w|aarde van do mlark' geen
motief imlag zijn jom een hopgeren prijs
in marken te vorderen, aangezien de
kdopers zich gewoonlijk bij de afslui
ting van het contract v)opr liuin inar-
kenverplichting in guldens dekken en
das een verhojo'gde prijs voor ben een
voudig verlies zpju beteekenen Het ver
trouwen werd uitgesproken, idpt de Duik
s'che regie e ring aan bedoelde practijken
van Duitsche leveranciers geen steun
zou verieenen en integendeel de na
leving van eens gesloten le\reringsc)o|n-
tracten zou bevorderen. In verband met'
een in den Ra,ad ged ane mede deelingj-
dat dit punt bij de onderhandelingen;
ij