De PINK PILLEN De Kassier der Angsten I BMTQSSSEL V Sti BE em itata »et. tot JUL hel |ke*i purg. EN eelt'. ondfe delft voof, loreii SC.H, Rot- bu-UL vail limit L lENt ItDfe. HSR id. ceS TO 01? 172, :rd&5\ Se«, u-'AJ b- «geac p. IOD*è VAJN Weemag li Fefir. 1920, no. 35, VAKVEREENIGING EN SOCIALISATIE. r,,Bij socialiseeriag dieiit aah de viakbe Weging een zopdanige plaats ia de leiding van het bedrijf te worden gegeven «lat de vakvereenigingen zich kunnen ontwik kelen tot organen welker taak ook ligt in liet medeliehecren en opvbë- ren der ppoduktie." Aldus de eerste stelling van he t N. iV. V. iover de plaats en taak der Vak- vereejoiging in het gesocialiseerde be drijf. Dat echter ojok 'bet oude karakter Van strijdvereeniging .behouden mjoet blij ven, blijkt uit de erkenning in de tweede stelling: „dat het Lofonstlelsel vooralsnog onontbeerlijk is." Op die loon regeling wordt aan de dppr de vakver- eeniginglen ingestelde organen een p.ver- wegtenden invloed toegekend, en het is opmerkelijk dat |opk hier zich de nei ging weer wtendt naar de; eens zop Verfoei de, maar in de stellingen weer genoemde stuklo|onen, premiestelsel en methoden vpn wetenschappelijk bedrijfsbeheer (Tay- iorstelscl) die „niet behjoeven te wor den afgewezen" Maar dat is toch bijzaak. Hoofdzaak 'ten opzichte der spcialisjatie is vopr het N. V. .V, dat medebelieeren van de productie. Het is ook vrij duidelijk dat, veel mfeer dan het gemeensdhapsbezit der be drijven, dat we in ons viorig nummer bespraken de positie van de arbeiders in het bedrijf de actueele factor is, die de socialisatie-kwtestie z|ojo sterk op den voorgrond heeft gedrongen. De arbeider voelt zich meer zelfbewust, in de oor logslanden djoor het aandeel cljat van hen gevraagd werd in den strijdj, mjaar daar èn in de overig© landen ook door dje stijgende kracht Van zijtn Organisaties, door, het vaak zeer moeilijke werk 'dat arbei ders in het vereeniginjgsleven kranig verrichten, en dolor de vakkennis waar van zij zich bewust zijn. Er komt m|ojg bij' dat er een n,auwfe band tusschen de arbeiders en de bedrijfslei ding ontstond door sommige collectieve verdragen. 'W|anneer bijl de eindejlojoze besprekingen over bet loon steeds pan de arbeiders wordt voorgehoudenhet lojon kan niet hooger, anders levert het bedrijf geen winst meer op, dan moet dat wel leiden tot dje vraag vpn de arbeiders: goed, laat djat dan eens zien, en Ipat mij' dapr ofok over ojoydeelen, wjant mijn loon liangt ook of vpn den gjanjgr vian de handelszaken in liet bedrijf Men wéét dat in de Typografenvakken in de jongste wijziging van het collectief contract |ook een medezeg^ïngschap van de arbeidersjorglanisalies in de prijspo litiek is opgeholpen Daar is veel over te doen geweest, maar verwonderlijk is het niet dat het sterke verband, dajt gelegd Werd tusschen lolonsverh opging en prijspolitiek, uitliep pp .een eisch der arbeiders om jover die prijken opk een woloni te mogen 'meespreken. Of echter die inedezegging tot een bevredigenden toestand zal leidien is een andere Vraag. Van patrpjonsz ijlde: is er op gewezen 'dat -die medezeg gin^s'chap er in de praktijk op neer komt, dat de arbeidejrjs (jof althans hun leiders) bepalen hoeveel winst een pa troon mag mjakén. Want als er een jaar goed verdiend is, zullen zij! zeg gen, dat daar wel wat taf kan vplor hen, de arbeiders. En toöh en dat is een nog neteliger kwestie zal niemand durven toezeggen, dat d(e ar beiders vrijwillig zullen bijpassen, als er eens verlies geleden wprdt. Dit punt van het nieuwe collectief contract is trouwens nog' niet definitief ingevoerd, en zal juist dezer dajgien Opnieuw Onderzocht worden in een conferentie der beide partijen Maar in de mlate van medezegfging- schap zit juist de moeilijkheid. Als men yopr de arbeiders vraagt hen in de werkplaats niet mfeer als onmjondigen te beschouwen, en hen toe te -slaan in de regeling der werkzaam© heden mlee te spreken dolor een ge organiseerd overleg, d|an gelopven we dat in verscheidene bedrijven dje toe stand daarvoor rijp is of wordt, omdijt 'daar de patroons erkennendat dje ar beiders (deskundig zijln in dy praktijk Tan het werk. In lal Van bedrijven heeft dat pyerteg fever de arbeidsrret geiin^ (met inbegrip der lofonen) reeds plaats. Moeilijker Wordt het "echter als men Isomt |aan de technische inrichting van het bedrijf Daarbij kan het in ver schillende opzichten juist zijn, dat de gestelipplde arbeider, dopr en daor be kend met zijn machine, uitmuntenden raad kan geven over de Vraag boe het beter kan. Maar als die technische in richting leidt tot pansdhjaffin^j van ma chines, hangt dit |al weer zeer nauw samen rnfet de éojnmercieelc positie van het bedrijf, waarover de övergroote pieerderheicl der rabeidjers zeer zeker niet bevofegd ziout zjjjn te lOprdeelfehi Ten eerste omidat het b!un vfak' niet is En fen tweede pmdat de prjaklijk' van het sociale leven mjaar al te duideljjk heeft aangetoond, dat de vakvereeni- gingen zoppls zij mui zijh, en 'daar mee hfeeft imen toch te mjakten een!- zijdig de arbeidersbelangen behartigen en gfeen aandacht en evenmin kennis genoeg hebben vlopr de cjonüntercieele bfeb langen. Dat is trouwens mienscbelijk. In de twee landen Waai* mten het verst gaat in een wettelijke re'gleling van die inedezeg^ingschapnl. Duitsohland en Engeland, is die dan ook beperkt. De taak van de Deutsche Betriebsrate (bedrijfsnaden) Wordt aldus omschreven: „de economische "belangen der werk nemers tegenover den werkgever te be hartigen en den werkgever bij' de uit oefening van zijh bedrijf bij te staan tot bereiking van het doel der onder neming." En voior de zgn. Witley-Councils in Engeland (zoio genoemd naar den voor zitter Witley der Staatscommissie) wjoddjt de taak dier raden als volgt aangedpid „de geregelde behandeling vlan zaken be treffende den vooruitgang; en het wel zijn van het bedrijf uit een oogpunt yan hen, die daarin werkzaam zijn, vo|or zoover dit vereemigbaar "is met het algemeen belang;." Een grppt verschil tusschen beide is dat in Duits'chland aan de bed|rijfs- raden verschillende regelingen wjorden opgedragende "bepaling van larbeids'- tijd, leerlingwezen, arbeidsmethoden enz terwijl de iWittey-rpjcIen geendwiu- jgfende bevoegdheid hebben, en him ge zag alleen ontleenen aan de kracht der vakvereeniginjgjen Maai' daarentegen kan in Duits'chland de bedrijf spaad' in commercieiele zakten den Onderinemler slechts bestaan met pajad. D© heer H. Huberts die over dit Onderwerp diezer dagen een interessant© volordpacht hield iii een bijeenkomst van de vioorzitters en secretarissen van de Kamers van Arbeid, noemde de Engelsche regeling dan opk soepel, bet Duitsche stelsel imperatief. Met die vo|orbeelden vopr oogcn mag, zeker in ons land pok ernstig overwo gen Worden wat er in dat opzicht practisch uitvoerbaar en nuttig is. Hieüj kleine plantje dat wij op dat gebied hadden, de Hamers vjan Arbeid, zijn kcirt na hun geboorte tot stilstand ge- hemen in hun grloei. Gaan we nu na wat Vioor taak liet N. V. V. in zijn socialisalie-sLellingtem aan de vakvereenigingten toekent, dan kpimen we (natuurlijk eerst 'bij de bedrijven waarvan (het IVerbond de aanstaande in-bezi (ne ming1 tlooP de gemeenschap vpropderslelt, en waarin, zopals we in Ojns vprig! num mer at bespraken, de directe controle over de bedrijfsleiding berust bij den Raad van Beheer waarin ook vertegen woordigers der vakverepjnigiingen zitting hebben. En bovendien spreken die stel lingen van Perspneelraden, welke de preslatienorme 11 Vaststellen, en mei de di rectie de technische aangelegenheden Cd maatregelen ter verbetering van de pro ductie bespreken. Maar omdat wij aan diè socialisatie, in den vorm van gemeensehapsbezit van van bedrijven, bij ons yoorloopig' nog' niet gelopven, keken we van zelf uit maar het geen het N. V. V. zich denkt bij ,,de .or ganisatie der nog niet te socialiseeren bedrijven". En nu is het typeerend, dat vopr die bedrijven het N. iV. V., a l h|a.ar stellingen richt föip heL igfeleidelijk onder gemfecn- schapszorgi brengen der bedrijfsleiding, door instelling1 van eeai Centralten be- drijfsraad, waarin naast de ondernemers vertegenwoordigd zijn 'de organen der gemeenschap, de vakvereenig'ingea en de verbruiks coöperaties. De macht van den bedrijfsraad voor deze nplg1 niet gesocia liseerde bedrijven, zo,u weinig minder groot zijn dan in de bedrijven die wel het eigfendpm der gemeenschap zouden zijn geworden, want hij' stelt niet alleen icjok daar reserves, afschrijvingen en winstverdeeling' vast, maar (opk de prijzen En bovendien moeten die bedrijfsraden „den kracht verspillen den concurrentie strijd zoowel bij aankqop van grondstof fen, als bij den verkoop van de produkten ioavnopdig maken." Een drpmmels moei lijk werk, vopral wanneer die grondstof fen gehaald moeten worden uit lanlden en die produkten moeten verkocht Wor den naar landen, wam- de bedrjjfsraad geen zeggingskracht heeft. Wat een onzaakkundige faptasie' Wat zou van zoo'n regeling 'terecht nine ten komen b v. in den scheepsbouw, in de margarihef-industrie, in de gloeilampeo- fabricag'e, om slechts enkele van onze exporlindustrieën te noemen, die hun grondstoffen voor een dee! van overzee haten. Maar pp dat alles past al hetgleen we in ions vorig nu'mmer schreven. Ten 'opzichte van 't onderwerp van dit artikel kan opgemerkt worden dat de stellingen daar vriji wel io,ver z w ij gen behalve dan die vertegenwoordiging van de vakvereenigingen in de oppermachtige bedrij fsraden. Wc noemten dat 'zwijgen typeerend want er blijkt uit dat het N. V. V. ne geert wat het meest actueel is1 in de s©cijalisatie-kwtestie,en in eens pver alles), waarin Duitschland en Engeland ons ten opzichte der personeelraden vóór zijnheenspringt, om' over niets anders te spreken dan over het onder ige- meens|chapsleiding stellen van alle be drijven. Ho, wacht 'n beetje! Zo,over zijn wij hier nog lèng niet. ÏVe begrij'peh na tuurlijk wel dat het N. Vi V. dat aan zijn laars lapt Het is hem! niet te doen om ©ogenblikkelijk mpgelijkte hervormingen. Het stelt een program' pp vo|or de. toe komst. 1 1 Maar voior anderen, die zeker niet willen meegaan met litet vjoiorspiegtelen van toekomstfantasiën, welke de plaats moeten innemen van den in verre ne velen verdwijnenden spcialistischen toe komststaat, die allen zullen goed doen zeer voorzichtig te zijn in het d,o;quet- teeren met de. socialisatie-idee, zonder stevig1 vast te leg'gen, dat ze er niet onder verstaan wat een gropt lichaam als het N. V. V. in „stellingten" vast- vastlegde. Dat manifest is vplkomeneen bevestiging1 van de bewering van prpf. v. Em'bden in Zijn doorwrochte rede in de Eerste Hamer: dat de manier waarop de leuze van de socialisatie nu in Üe hoofden der, arbeiders Wordt gé'aamerd, uitermate geschikt is oni in een opigten- blik van politieke revolutie noodlottige beroering te weeg te brengen, en de meest vernielende schade aan onze vpjort- brenlgiing&lwïjze toe te voegen. KUNST EN WETENSCHAPPEN M u z i e k-a u t e u ri s|r e c h t. Bij de Tweede Kamer is ingekomen' een wetsontwerp tot nadere herziening van het muziek-auteursrecht. De Memiorie van Toelichting wijst er op, dat ide bureau's voor auteursrecht als vërtegtenwioordigers van vfele auteurs en daardoor in een ïnachtigte positie, van hun 'macht 'misbruik kunnen maken bij de onderhandelingen over een contract. Zij kunnen, dreigende inet onthouding', van bet geheele repertoire aan de gegadig den, een exhorbitante vergoeding vragen; zij' kunnen ook de wederpartij' een lang durig contract (abonnementscontract) af dwingen, terwijl de laatste èen contract van slechts één avond of één stuk wenscht. Tegten deze aan machtsmisbruik ver bonden gevaren Nvii de wels voor dracht waken. Het ligt geenszins in de bedoeling den auteur een billijke vergoeding te ont houden: beoogd wordt slechts bureau's welke als comimercieele ondernemingten neiging' tot al te intensieve exploitatie zouden kunnen koesteren, van mogelijke overvrag'ingten te weerhouden. .Vpjorgte- steld wordt te bepalen, dat opk de open bare uitvoering: van een muziekstuk zal zijn geoiorldofd, mits tegten een billijke vergoeding1 voor den auteur. Kimmen partijen het niet eens worden, dan zal de rechter een vergoeding! vaststellen. Partijen koinen daardoor in gelijke posi tie: beiden zullen ei© tus'schenkoimst vam den rechter wenschen te voprkoimen en mitsdien zullen beiden s toe ven naar de vaststelling van het bedrag in ouderling pverleg; aan de bureaux zal het zoo ge vaarlijke wapen „als ge mijn voorwaarden niet aanneemt, kunt g© mijn repertoire niet uitvoeren", ontnomen zijn: pok zon der de toestemming van het bureau zal kunnen worden uitgevoerd, slechts is men verplicht tot eene, in het uiterste geval door deu rechter te. bepalen, ver goeding. Moet échter niet —zop kan men vra gen de auteur het in de hand hebben te voorkomen de uitvoering door iemand die hij tot een juiste uitvoering niet in staat acht? Bij de beantwoording' de zer vraag stelle men zich, zegt de me morie van toelichting, op een werkelijk heidsstandpunt. Men bedenke, dat een auteur in zijn eigen belang' de uitoefe ning zijner rechten aan een bureau impet overlaten. Reeds daardoor verliest hij zijn zegigtenschap over de al of niet-uitvoering van zijn werk. Bovendien zal de regeling niet 'gelden voor alle muziekwerken, docli siechts voor die, welke in druk zijn ver schenen en dus vjoptr het publiek verkrijg, baar zijn gesteld. Juist dopr het 'ditgte- ven dezer werken, richt mten als het ware tot het publiek de uitnplödiging om ze te spelen. Wat de vraag betreft, of het volorgtestei- de in pvererms'iieiiTming is met de her ziene Berner Conventie, wordt opge merkt, dat het verdrag ten opzichte van op- en uitvoering slechts het beginsel van igfelijke bescherming voor niet-aaliof- nalen en mationalen stelt, doch de ver dere afwerking van dit beginsel aan eiken verdragstaat ioverlaat. De regeling geldt behalve voor mu ziekwerken met of zonder wpprden, mede vopr jdramatisch-muzikale werken. Het nauwe verband, dat tusschen beide gi-oe- pen van werken bestaat, rechtvaardigt een gelijke 'behandeling. LAND80UWL De „Onderlinge" en de Invaliditeitswe t Aan een beschouwing over de Invalidi teitswet en de Landbouw- en Tuin- bouw-Onderluige, verschenen in „De Tuinbouw", ontleenen we het volgende: Zij, die destijds de besprekingen over de Invaliditeitswet in de Tweede Kamer (in het jaar 1913) gevolgd hebben, zullen zich herinneren, dat het toenmalige Ka merlid dr. De Visser het voorstel inge diend heeft om' in de wet de mogelijk heid op te nemten voor een werkgever, om zijn, uit die wet voortvloeiend© risiqoi over te dragen op een onderlinge organi satie van werkgevers, waardoor aan de 'arbeiders tenminste dezelfde uitkeerin- jf. Mil Dat is uw toiletkamer. Mevrouw. Gy hebt er behagen in gehad er de meubelen en de versieringen in aan te brengen die by u pasten als de iyst om een schildery. Daarby behoorde een overvloed van spiegels waardoor het u iief was uw eigen schoon gelaat te zien weerkaatst. Gy zyt ziek geweestgy zyt misschien nog ziek, en angst grypt u aan by het zien van de verwoestingen daardoor op uw gelaat aangebracht. Nu hindert u de weerkaatsing der spiegeis en doet zy u byna weenen. Maar ween niet! Breek ook niet de spiegels Neem liever Zy zullen u ryk en zuiver bloed geven met iedere pil. En bloed te heb- ben dat is in het bezit te zyn van eetlust, van goede spysvertering, van regel maat der levensfuncties, van een glanzende kleur, van roode wangen en lippen, van schitterende oogen. De Vink "Pillen -worden verkocht d f. t.yS de doos en f» <>.- de zes doozenfrancoby bet Hoofd- depotJSassaukade 314 Amsterdam. (Ingezonden Mededeelingien.I gen werden gewaarborgd als de Wet voor schrijft. Bij dï© besprekingen is door dien voorsteller tatet name gewiag ge- mlaakt van de Land- en T;uinbouw- jOnderlinge en er op gewezen, dat deze organisaties, wanneer hun 'gtelegeuheid gegeven werd het risico oVer te nemen, aan de land- en tuinbouwers veel moeite en misschien ook kosten zouden kun nen besparen.*(Wij kad|dten eri dan ook vast op gerekend, dat de Wereeniging Pen sioen-Risico" door de "'Kroon zou wor den toegelaten om voor de ledten van d© Land- en Tuinbouw-Onderlinge het ri sico van Ide Invaliditeitswet over te ne men en wij hebben ons alle denkbare moeite gegeven om dat inderdaad te be reiken. Dit is ons echter niet mogen ge lukken. .Voornamelijk is dit een gevolg) van het feit, dat de voorwaarden, waar onder „Pensioen-Risico" het risico vian de Invaliditeitswet zou moeten overne men zóó bezwarend zijn, dat het voor liederen werkgever voordeeligter is' pre mie te betalen door, het opplakken van rentezegels dan zijn risico over te dra gen. Zoodoende wordt het recht, djat 'destijds naar de mteening van een groote meerderheid in de Tweede Kamer aan d© werkgevers toegekend moest worden om het risico van de Invaliditeitswet over te dragen aan een onderlinge orga nisatie met de bedoeling hen aldus in Ide gelegenheid te stellen moeit© en kei len te besparen, door de wijze, waarop de wet uitgevoerd wordt, te niet gedaan. De Minister meent in deze niet anders te kunnen bandelen, omdat de verschil lende bepalingen van de Invaliditeitswet destijds1, ha de aanneming van het amen dement van dr. De Visser, daarmede niet in overeenstemming zijn gebracht ine.' het gevolg', dat hét thans niet mogelijk is op de organisaties, die het risico van de Invaliditeitswet zouden willen over nemen minder bezwarende bepalingen toe te passen. D,aartegenover is aan1 te \oeren, dat de Invaliditeitswet niet is1 uit gevoerd zooals zij in '1913 is aangeno men, maar dat men 'hoogst belangrijke wijzigingeu vóór de invoering op 3 De cember 1919 heeft aangebracht en dat het daarom pas had gegeven om gelijk tijdig zoodanige wijzigingen aan te bren gen. dat een in 1913 bij meerderheid van stemmen aan de werkgevers gegeven recht ook practisch uitvoerbaar was. Te meer bestond hiertoe aanleiding, omdat de in 1913 aangenomen Invaliditeitswet de bepaling bevatte, 'dat werkgever en arbeider de verschuldigde premie te za- mten moeten betalen, terwijl door de liier- boven genoemde hoogst belangrijke wij zigingen o. m. is bepaald, dat de werk gever de premie thans geheel alleen zal! moeten betalen. De Minister heeft echter gemeend voorloopig' niet anders te kun nen handelen, maar heeft het voornemen de mogelijkheid van risico-overdracht binnenkort opnieuw onder de oogen te zien. De leden van de Land- en Tuin bouw-Onderlinge kunnen ervan overtuigd zijn, dat zoodra de mogelijkheid in de practijk geopend wordt om' hun risico 'van de Invaliditeitswet door middei van, de zustervcreeniging Pensioen-Risico over te nemen en hun aldus moeite en waar schijnlijk ook kosten bespaard zullen kun nen worden, wij daartoe de noodïge stap pen zullen doen. Thans is echter de vraag van belang, wal moeten de land- en tuinbouwers met het oog op de toek|om!st doen? In de eerste plaats moeten zij tid' blij ven van de Land- en Tuinbouw-Onder linge en wel omdat zij, 'die het als hun plicht gevoelden voor hun arbeiders een 'afdoende verzekering te sluiten tegen de gevolgten van een bedrijfsongeval, voor dat plichtsgevoel nimmer een bevredi ging kunnen vinden in de uitkeeringem; van de Invaliditeitswet. In de tweede. plaats moeten zij trachten een zoo groöt mogelijk aantal mede land- en tuinbou wers te overtuigen van de wen schel ij k- heid lid van een dier beidé organisatie? te worden. Door beide zaken zullen onze Cnderlingen groot en sterk blijven en dat is op het oogenblik om de volgende re den een algemeen landbouwbelang van groot gewicht. Toen destijds een Land- bouwongevallenwet met hoogte prémies en veel moeite veroorzakende bepalin gen bij de Tweede Kamer aanhangig ge maakt was, hebben de land- en tuinbou wers de Land- en Tuinbouw-Onderlinge opgericht, waardoor aan de in hun dienst zijnde arbeiders in gevial van een bedrijfs ongeval tenminste dezelfde uitkeering©n gewaarborgd zijn als door de bepalingen der niet aangenomen wet gegeven, zou den zijn. En nu heeft een tienjarige, ervaring geleerd, dat deze vrijwillige on derlinge organisaties 'de belangen van de 'arbeiders niet alleen even goed gediend) hebben als door de wet geschied zon zijn, maai* dat de kosten belangrijk zijn gebleven beneden de in liet wetsontwerp genoemde premies. En daarom moet er, nu we zóó dicht staan bij een wette lijke landbouwongevallenvoorziening, zoo krachtig mogelijk voor geijverd worden, dat die toekomstige Landbouwongevallen- jwet niet ;alleen de bepaling bevat, dat de land- en tuinbouwers hun risico op een onderlinge orglanisatie mogen overdragen, m'aar ook, dat de mogelijkheid in het le ven geroepen wordt, dat dit recht in de practijk inderdaad tot uitvoering kan komen. En het krachtigste middel om id'at te hereiken is, dat allen er voor zor gen, dat, op het oogenblik als de Land- bouwongevallenwet opnieuw in de Ka mers in behandeling komt, de Land- en Tuinbouw-Onderlingen zooveel mogelijk leden tellen en zooveel mogelijk loon v©r-i zekerd hebben. HANDEL, NIJVERHEID EN VISSCHERIJ, De mioei 1 ij1 khid met Duitsche le vering'scpintracten. In de laatste twee Vergtaderinjglen van den Nijiverheids'raad is lOiidpr meer uit voerig van gedachten gewisseld lover de niet naleving 'dopr de Duitsche in dustrie van leveringscontracten. Naar is gebleken, trachten Duitsche leveran ciers zich dikwijls Van hun leverings verplichting af te mlaiken, do(or voor le geven, dat zijl gleen uitvoervergunning kunnen krijgenwanneer niet de be dongen prijs aanmerkelijk wordt ver- hiopgd. Over deze handelWijZe werd zeer ernstig' jgteklaagd, en in het licht werd gesteld, dat contracten partjijen tot wet behiooren te strekken, en dat men zich niet eenzijdig van een Ver plichting kan ontdoen Dergelijke prac- ftijken zullen htet vei* toon wen in de: Duit sche leveranciers ernstig schokken en het handelsverkeer op den duur zeer schaden. Er werd op gewezen, dat look ial waren contracten e enigen tijd gtele- den in marken afgeslotende daling) van de w|aarde van do mlark' geen motief imlag zijn jom een hopgeren prijs in marken te vorderen, aangezien de kdopers zich gewoonlijk bij de afslui ting van het contract v)opr liuin inar- kenverplichting in guldens dekken en das een verhojo'gde prijs voor ben een voudig verlies zpju beteekenen Het ver trouwen werd uitgesproken, idpt de Duik s'che regie e ring aan bedoelde practijken van Duitsche leveranciers geen steun zou verieenen en integendeel de na leving van eens gesloten le\reringsc)o|n- tracten zou bevorderen. In verband met' een in den Ra,ad ged ane mede deelingj- dat dit punt bij de onderhandelingen; ij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1920 | | pagina 5