,;0. 193 Maandag 18 Augustus 1919
«■mmraijsi^a -/gv-eyw,?-
162" Jaargang
Abonn. pRqs per kwartaal fe Mict-
jcsbnrg bij de agenten in Vlissingën
MX Goes f 1.80, pec post S 2.—.
Advectentiëa 20 cent per regjbï.
Bij abonnement veel la&ett.
Familieberichten en dankbetuigrigen
ij SB. 1—7 gejgels t 1.50.
Bovenstaande advei-tenUeprijtótt war
jan met 20 <§j toasiag verhoogd.
Een onduldbare toestand.
(Slot)
DOL de in ons eerste artikel geschetste
fatale gevolgen van de concurrentie in
Iden lolodsdienst op de Schelde een mis
moedige stemming wekt onder de leden
van het .rNederlandseh loodswezen, ligt
voor de hand.
Ze werken hard, en dan heel vaak
voor niets. De inkomsten der Belgische
loodsen waren vO|Or den oorlog ongeveer!
tweemaal die der Nederlandsche loodsen;
jije van het lager personeel, roeiers,
waren bij de Belgen driemaal zooveel. En
wc weten het uit den mand van loodsen
boe sterk hun bet brutale geconcurreer
telgen de borst stuit. Wanneer ze al
pens zich genoopt zagen zelf ook mee
te doen aan bet opdringerig gedoe, dan
voelden zo d(at als een vernedering voor
het ambt van loods.
Maar bovendien voelen zij als Hollan
ders er een vernedering in, dal de Belg
dopr zijn overmacht zoo de baas speelt
op een Nederlandsche rivier.
D,at het zoo gesteld is met do vaart
naar en van Antwerpen, nebben we :n
ons vox-ig artikel geschetst. We moeten
fer echter nog een enkel woord bij voegen
over de vaart op Neuzen—Gent.
Ook daar werkt natuurlijk de invloed
aan den wal in Gent er reeds toe mee,
dat de Hollander op de rivier, in Vlissin-
gen, en op zee, wordt acliLer gezet,
wjat nolg erger wordt door bestaande;
regelingen (dl a. tengevolge der door de
(Hellandsche Loodsen wel, door de Bel
gische loodsen niet gevorderde certifica
ten bij het binnenkomen van. Neuzen).
Eu als België in dat opzicht aanvoert
dat dit kanaal dan loch geheel en al voor
Belgische belangen dient, dan mag (lit
v,oor vroeger jaren waar geweest zijn,
jm'aar dient het thans zeer stellig ontkend
te worden met een verwijzing naar "de
groole industrieën op Nederlandsch
gebied langs dat kanaal verrezen bij
Sluiskil en vooral in Sas van Gent. Wan-
fneer er weer eens een verbetering van
dal kanaal ter sprake komt, zal onze
regeering goed doen niet, zooals de vo
rige maal, alles door België te doen be-
JJalen. Wij ook hebben daar belangen, Zoo-
als we die ook hebben in Ter Neuzen,
welks haven echter slechts na eindeloos,
aandringen, en dan nolg in beperkten
omvang, werd verbeterd.
In ieder geval is to|ojk langs dien walér-
■wejg de overmacht van het Belgisch
loodswezen zeer duidelijk.
En nu de voornaamste vraag: hoe
komen we aan dien concurrentie toestand1,
welke zoo duidelijk tot een overwicht
der Belgen leidt, ook op ons -gebied? Is
bel een internationale noodzakelijkheid,
dat wij de Belgische loodsen op ons wa
tergebied moeten toelaten?
iWie van die. vraag de oplossing zoekt
in het verdrag van 1839, zal bedrogen
uitkomen. Dat verdrag bepaalt niets
over een voor beide partijen gelijken
lo-odsdienst over de geheele rivier. In
hrt. IX van dat verdrag wordt ten Opzichte
Van de vaart op do Schelde wel be
paald dat behalve de betonning en het
onderhoud van het vaarwater, ook het;
loodswezen onderworpen zal zijn aan
een ..gemeenschappelijk t o e z i c h t",
thaar nergens is in dat traclaat tussclien
de groote mogendheden en België en Ne
derland iets te vinden over 'l loodswezen
zelf, en dus heelemaal niets over een
volk-omen gelijkheid van rechten der lood
sen van beide landen over ?le geheele
rivier.
Die bepalingen zijn voor eerst te
vinden in de tusschen Nederland en Bel
gië gesloten overeenkomsten van 1842
(St.bl. 1843). Misschien is de verklaring
te vinden, in de toestanden van dien tijd.,
toen dc vaart op Antwerpen veel kleiner
w<as dan nu, en het loodswezen der
Belgen veel minder -ontwikkeld dan het
Nederlandsche.
Maar is het redelijk dat zoo'n rege
ling bestaat? Waarom moeten wij op het
rivierg|edeeUe /in onls gebied, en zelfs
aan onze zeegaten aan de Belgen gelijke
rechten geven als aan onze loodsen?
Stel, wat tegenwoordig zeker njet
buitensporig is, dat er zeeschepen;
zijn die van zee uit den Rijn opvaren
naar Keulen, en dat dan Duitschland aan
ons den eisch stelde, dat Duitscho Lo,od-
isen niet alleen die schepen van zee,
dwars door ons land heen, naar Duitsch
land zouden mogen voeren, maar look
die schepen buitengaats zouden mogen
opwachten met gelijke rechten al» onze
loodsen. Dan zou toch ieder het heel be
grijpelijk vinden indien onze regeerin^
antwoordde: pardon, vioor liet vaarwater
binnen de Nederlandsche grenzen zullen
wij zelf wel loodsen geven; de taak van
uw loodsen begint pas aan de Duitsche
reus!
Maar waarom dan aan dc W.-Schelde
zulk een geheel anderen toestand, die
niet eens door het verdrag van 1839 is
voorgeschreven? We hebben er andere;
verdragen over internationale rivieren
op nageslagen, maar niets van dien aara
elders aangetroffen.
En nu de Belgen zoo luidruchtig den
geheelen loodsdienst op de Schelde voor
zich opeischen, nu is het o-, i. zeer wen-
schelijk dat van onzen kant er op ge
wezen wordt, hoe abnormaal het is dèt
thans de loodsen op el kaar's nationaal
gebied komen. De Belgen vinden het ver
schrikkelijk dat Nederlandsche loodsen
"Je schepen in Antwerpen en in Gent bin
nen brengen. Ja, maar even abnormaal is
hel dat de Belgische loodsen voor en in
onze zeegaten, de schepen onder hum1
leiding nemen I
Zou ook hier niet met een herinne
ring aan het voorbeeld van de Duitschers
op den Rijn. de meest rationeele oplos
sing zijn: ieder op zijn gebiea? Geen
(Hollandsche loodsen in Antwerpen en
Gent, maar ook geen Belgische loodsen
op en vóór de Wester-Schelde.
- In die richting is ook de onlossing ge
zocht door de Nederlandsche loodsen zelf.
In een. memorandum door de afdeeling
Vlissingen van de loodsenvereeniging „Ne
derland opgesteld over de droevige fjoe-
sLanden op de Schelde (aan welk zeer1
belangrijk stuk wij verschillende der door
ons gebruikte gegevens ontleenden), is.
ook als een der rechtvaardigste en meesti
doeltreffende oplossingen aangegeven; van
grens lot grens loodsen.
Ze hebben daaraan echter nog iets toe
gevoegd
„Het overgeven van schepen juist op
de grensscheiding bij Bath brengt, zoo
schreven zij, groote practische bezwaren
:mel zich'. Opéénhooping van schepen,
aanbieden van groote, diepe schepen op
ongelegen tijdstippen (laagwaler b.v.), rood
werken van zulke schepen kunnen daar
niet plaats hebben. De rivier biedt daar
ter plaatse daarvoor geen, genocgnam©
ruimte en diepte.
„Doch het gaat ook niet' om elkaar juist
op het lijntje, dat op de kaart de grens
scheiding aangeeft, een halt toe le roepen.
Het gaat om het beginsel.
..De cischen welke de scheepvaart aan
een goeden veiligen Loodsdienst kan stel
len, moeten ten sllen tijde voorop staan,
en de lo nemen maatregelen allereerst
in hun belang zijn. Daarom zon d e
roede van Hans weert als verwis-
selstati-on tusschen het Nederlandsch- en
het Belgisch loodswezen kunnen aange
wezen worden,
En om dezelfde reden zou voor de
schepen naar hef Belgisch gedeelte van;
liet kanaal Terncuzen—Gent dc sluis
in Neuzen aangewezen dienen te wor
den v-oor verwisseling der loodsen.
Laten we nog een zin aanhalen int dal
memorandum van de Viissingschc loodsen.
De woorden zijn kenschetsend voor den
geest onder hep_;
„Ook de financiêele zijde der kwestie,
hoewel zeel" gewichtig, want o,ok hier
spelen de geldzaken een groote rol, is
bij wederzijdschen goeden; wil zeer wei
'te regelen. Nederland bezit eergevoel ge-1
n;oeg, dat het zich niet ten koste van
België wil bevoprdeelen. Integendeel. In
hel besef, dat het niet zou mogen plaats
hebben dat België de Loodsgelden van
schepen, bestemd voo-r, of van Belgische
havens althans voor een groot deel zou
(moeten derven, zou op dit punt zoer wel
leen alleszins voldoende regeling zijn le
vinden";
Zie, als er nu gesproken mOcht worden
over herziening der Scheldereglemenlen,
laat men dan van Nederlandsche zjjde
zéér ernstig overwegen of dit denk
beeld van de menschen ter plaatse, de
iticskundigen, niet door ons land op den
voorgrond dient te worden gebracht.
Wanneer Nederland een regeling in;
(dien geest eischt, is hot zeker heel wat
minder aanmatigend dan België, dat alge-
llieele souvereinileit of een algeheel Bel
gisch loodswezen vraagt op het gebied van
een ander, waarop het nu reeds do,or
'niets ontziende concurrentie do baas
speelt.
Wij zijn vol vertrouwen dat onze re
geering en onze afgevaardigden nooit ook
•miaar iets zullen aanvaarden dat den
schijn heeft van een tegemoetkoming apu
die Belgische eischen.
Maar wij meenen, dat zij nog verclor
kunnen gaan, en zelf ook kunnen vor
deren dat er een eind wordt gemaakt aan
een wantoestand die kwetsend is voor
ioto[s n]atiionaal gevoel, en die tot nog
treuriger gebeurtenissen? aanleiding zal
geven indien hij wordt bestendigd.
BINNENLAND.
GEKOCHT.
Naar het Engels ch van
CHARLES GARVICE.
74).
Mercy ontstelde, bedankte hem' en
fluisterde Sylvia toe:
„Haar naam' is Audrey Hope."
Sylvia had maar juist lijd even le
Jdnikkenj, toen betrad zij het looncel.
Toenzij dit deed sloeg) zij dadelijk dp
oegen op naar het lieve gezichtje, da1|
haar zoo had aangetrokken, en ze was
zekér, dat Audrey Hope's oogou de hare
cnlmöellfen met een zekere beleekeuisj
anet iets meer dan nieuwsgierigheid en
misschien bewondering, waarmee een uit
hel talrijke publiek een der actrices
aanziet.
HOOFDSTUK XXVII.
Zoodra hij de aankondiging gezien had
van de kom'st van Signora' Stella, had
Jordan een logo gehuurd. Het bericht,
dal hij Andrey had voorgelezen, mocht
waar wezen iof niet, Lord Lorrimore
tslond in ieder geval in connectie mot)
de nieuwe en beroemde opera-zangeres,
die de wereld stormenderhand had ver
overd en Jordan begreep, dat LordLorri
Imore niet ver verwijderd kon wezeni,
Er w-as geen Lijd te verliezen. Hij wou
Andrey meenemen om naar medemin
nares fe zien en de zaak in orde maken
voordat Lord Lorrimore -op het toon eel
kon verschijnen.
Op den morgen van Sylvia's aangekon
tligd optreden, bracht liij een bgzoek op
Piet Grosoenor Square. Hij had Andrey
niet meer gezien sedert den avond van
hel bal en hij zorgde wel haar te be
groeten alsof er niets gezegd was wat
■eenige verlegenheid kon veroorzaken. Hij
praatte opgewekt, zo.o aardig als hij dal
kon en sprak niet over het doel van zijn
komst, voordat Lady Marlow dé kamer
binnenkwam'. En lo-en alsof hij het zich
plotseliug herinnerde zei hij:
,,A pr-opos, Lady Marlow, u gaat van
avond natuurlijk naar de opera -om het
nieuwe wonder Signora Stella fe aan
schouwenWat hoogdravende namen ne
men ze aan, vindt u niet?"
,Ja, ik was wel van plan te gaan,"
zei Lady Marlow, „maar wij hebben igeen
loge dit jaar en toen ik plaatsen wou la
ten nemen kreeg 'ik tot antwoord, dat
de zaal was uitverkocht, er was niets
meer te krijgen."
„Hoe gelukkig!" zei Jordan. „Ik hel)
verleden week een Loge genomen, omdat
ik van plan was te gaan, maar ik ben
hang, dat ik niet kan. Neemt u die nis
'L u blieft, Lady Marlow."
NEDERLAND EN BELGIË.
Bedenkelijke! Belgische
regeeringscir c,ul aire.
De volgende vertrouwelijke omzend
brief van liet Belgisch ministerie van
builenlandsche zaken, inhoudende onder
richtingen aan de Belgische agenten in
Limburg', wordt door, het Vlaamsch Pers
bureau medegedeeld:
Ministerie 'vjan Buiftenl. zaken
Directie P.
Nr. 4246.
Vertrouwelijke nota voor het Groot Al
gemeen Hoofdkwartier.
Op dit oogenblik moeten alle Belgische
agenten in Hollandsch Limburg in dé ma
te hunner krachten medehelpen aan de
voorbereiding van den terugkeer dezer
provincie aan het moederland; geen en
kele gelegenheid verwaarlo.ozen om aan
de Limburgers te toonen, dat hun belapg
aan de zijde -van België ligt; zzonder
-onbescheidenheid die Limburgers aan
moedigen die zich .onze partijgangers too
nen, zoowel zij, die in het geheim zijn
als zij, die het zouden kunnen worden
De meest bereidwillige hulp die zij aan
al deze zullen verleenen, moeten zij het
verschil doen uitschijnen dat /ij tusschen.
Limburgers en Hollanders maken. Zij
moeten ellcen dag en bij elke gunstige
gelegenheid hunne erkentelijkheid betoo-
nen aan de Limburgers v.oor hunne wel
daden tegenover de Belgische vluchtelin
gen.
Het is noodig dat op dit oogenbljk de
Belgen in Limburg den indruk wekken,
dat zij' vertrouwen stellen in den gunsti-
gen uitslag der onderhandelingen die met
Holland gevoerd worden betreffende de
herziening van de traktaten van 1839 en
de regeling van de vraagstukken van de
Schelde en de Maas; dat zij ijich zeer ze
ker loonen van den steun dien ons door
de Entente 7 al verleend worden en \an
de doelmatigheid van dien steun.
Men moet niet le veel rechtsilreekscho
propaganda voeren' deze aan de Lim
burgers overlaten; men geve te ver
slaan dat, wanneer Limburg opnieuw
Belgisch wordt, het Lïmburgsch zal blij
ven iof herworden, dat Limburg niet zal
gehecht worden by een andere provincie,
dat men er de Frnasche taalt niet zal
opdringen, dat het Catholicism© er even
zeer zal beschermd worden als onder hei
Hollandsch regiem; het antiklerikalisme
is niet op zijn plaats in deze streek, inte
gendeel
3 Juli '19.
(w. g.) P. Hijmans.
Er is dus een, directe band lusschen
dc Belgische regeerimg en de Belgische
agitatie in Limburg, zooals trouwens ve
len vermoedden, d e lellen -op het gebrek»
aan pogingen der Belgische regeering om
het gestook tegen ons land te doen beëin
digen.
lil den R. K. Ki ezersbon'd
van. Limburg.
Op een Vergadering van de R. K.
Kiezersbomd van Limburg is besloten aan
het hoofdbestuur over te laLen wat ten
opzichte van liet Kamerlid Grocnenrlael
moet gebeuren- schrijven oï een commis
sie van onderzoek aan 't werk 'te zetten.
Het resultaat zal zoé spoedig' mogelijk
in een te houden vergadering' worden
meegedeeld.
In de middagvergadering heeft dr.
Nolens het woord gevoerd over hen die
deelen van ons grondgebied willen ont
trekken oï ten minste inbreuk willen
maken op souvereine rechten van ons
land. Oolc deze spr. zei dat voor den
heer Groeuendael geen plaats meer is in
de op de Grondwet faeêédigde volksver
tegenwoordiging.
Telegrammen namens 6S.OOQ k.ezers
werden gezonden aan Koning' Albert,
aan de commissie te Parijs en aan de
Koningin.
Man. 'het einde der vergadering zeide
dr. Nolens nog:
En voor het onverhoopte geval, dat
grondgebied zö,u worden opgeëischt, of
tegen den wil der regeermg (en Volks-1
vertegenwoordiging verplichtingen zou
den worden opgedrongen, zal ook de
meest vredelievende en meest over
tuigde anti-militairst moetfen antwoorden
Kom het h a 1 e n 1"
De strategische positie
van Limburg.
In de Militaire Spectator van Augustus
komt een artikel voor van kapitein Rond
uit over liet bovengenoemd onderwerp,
waarvan de hoofdstrekking is, dat het lot
van België en van de geallieerden heel
„Ja, maar
„Toe doet u het, -als ik een half mutje
weg kan dan kom ik nog éven."
Lady Marlow keek Andrey vragend
aan Andrey had een kleur gekregen en
wos ineengekrompen bij het ho-oron van
eden naam der signora, maar ze zei,
vrij kalm:
„Ik zou er heel graag naar toe gaan."
Jordan ging dadelijk weg, maar een
gelukkig glimlachje speelde om zijn dunne
Jippei^. Indien deze zangeres, wier naam'
gepaard ginjg met dien van Lord Lorri
more ,zoo mooi was als men beweerde
zou Audrey beleecligd en jaloersch, in
een stemming wezen zeier gunstig om blaar
dien avond naar hem te doen luisteren,
Andrey was de rest van dien namiddag
zeer stil en toen zij beneden kwam om
vroeger dan anders te dineeren verbaas
de zij Lady Marlow doior de pfacht van
haar toilet ,want. in den regel hield zij
niet voor zichzelf van diamanten en'Schit
terende kleederen.
„Waar-om zulk een, geducht gro-ot tenue,
jonge dame?" vroeg de viscount met oen
bewonderenden glimlach. „Moet or vqn
avond iemand gescalpeerd worden?"
Andrey bloosde even.
„Zie ik er te schitterend uit?" zei ze
met voorgewende onverschilligheid. „Ik
■ga met Mama naar de opera dat is de
reden."
„O, zekér om het nieuwe wonder te
ROOKT
iiddJES UTRECHT".
(Ingezonden Mededeelingen.)
anders zou zijn geweest, wanïicer niet
t land van Nederlandsch Limburg als eeu
beveiligende slagboom voor Noord-Bel-
jië had gelegen, de Duitschers fot uitwij
ken had genoopt, hun tydverlies had
berokkend, de beschikbare operatie-ruim*
te had besnoeid. Van stonde aan heeft
het Duitsch© operaUe-plan-West, hetwelk
op een strategische omtrekking der Fran-
sche legers was gebaseerd, de nadceligë
gevolgen moeleu ondervinden van den
„liaal" die om liet ver naar hel Zuiden
reikende Nederlandsch grondgebied moest
worden gemaakt. De omtrekkende Duit-
sche legervleugel was te laat aan de
Gelte, te Iaat aan de Sarabrc, kwam Uit
geput aim de Oi.se, zonder voldoende ge
vechtskracht aan de Manie.
Vervolgens wordt uiteengezet welke na-
deelige gev-olgien Duitschland zou hebben
-ondervonden, indien het niet het Neder
landsch grondgebied zou hebben ontzien,
nl. door een offensief van uit Nederland.
En ten slotte wordt -op grond van hél!
bovenstaande ontkend dat de toesjl-aud
v-oor België beter zou zijn geweest wan
neer Limburg op 1 Aug. '14, b.v. tot Venloi
inbegrepen, Belgisch gebied 'was geweest.
Bovendien, al waren om Maastricht, Roer
mond en Venlo met groole kosten ves-
tingsyslemen naar den trant van Luik
ingericht, waar moesten dan de bezet
tingstroepen vandaan komen?
Trok niet de Se Belgische divisie reeds
G Augustus van de Maas af om voor het
veldleger behouden te blijven! De weer
stand aan het zooveel langere Maasfront
zou dan nog veel geringer zijn geweest
dan in 1914. Bovendien zou de door-
marsch van Duitscho troepen van de
Maas en beneden Maastricht dan eenvou
dig een zaak van België zijn geweest bui
ten Nederlandyom. Nederland zou zich
in d^t geval niet in den strijd geworpen
hebben.
Onbegrijpelijk is het bij bezonken over
weging dus. op welke sLa'-^esclve gronden
België vermeent, thans de hand naar Ne-
deriandsch grondgebied le moeten uit
steken. Niet anders dan onbezonnen di
lettantisme voprt hiertoe.
EEN GEVAARLIJKE 0\ ERWINNLNG.
De drukkersslak:n-g te Amsterdam is
Zaterdag ten deele geëindigd. Eenigc pa
troons hebben f 3.50 per week toeslag
op het loon gegeven, zoodat hel Nieuws
van den Dag en de Dag. Beurscouxiant
weer verschenen zijn.
Bij anderen is nog geen beslissing ge
nomen.
En bovendien zijn heden ook typogra
fen van andere drukkerijen, lot 'slaking
Overgegaan; men zie onder Laatste Be
lachten.
4
Maar zeer ernstige gevolgen voor de
drukkerswereld in hel geheele land, en
voor de kwestie van. bet collectief con
tract, dreigen uit deze gedeeltelijke over
winning voort te vloeien.
Gd Lui ge het volgende:
Zaterdagmiddag heeft eën conferentie
plaats gehad van het algemeen hoofdbe
stuur der drie patroonsbonden in de
Typografie met afgevaardigden van het
Hoofdbestuur van den Alg. Ned. Typ.-
Bond, den voorzitter, den secretaris en
den penningmeester.
Aan deze laatste 7ijn tie t-ofijjSaïfe cja.et-
aanschouwen. Ze zeggen, dat'hek ceQ rara
avis is. Je moet niet verbaasd zijn als ilc
ook even kom kijken. A propo;s ,w-at js dat
voor een nonsens, dat ik in de courant
Selezen heb over haar en Lorrimore.
Lady Marlow trapte hem even onder
tafel met baar voet, natuurlijk hakkelde
bij en zei: „Hè?" zoo-ais manhen ge
woonlijk doen, maar Andrey scheen
nauwelijks te schrikken.
„Meent u, dat ze met hem geëngageerd'
is?" zei ze kalm en een weinig uildageïid„
„Ik weet niet waarom dat nonsens zou
wezen. Ze is heel mooi zoggen ze, en
en, waarom zegt u dat het nonsens
is?''
..liet is nonsens" ,zei Lord Marlow,
zonder te letten op den waarschuwen
den blik van zijn vrouw. „Mannen van
Lorrirnore's rang en positie t nou wen niet
mét actrices -of bet moeten gekken zijn
natuurlijk niet de actrices, maar de
mannen, en niemand heeft Lorrimoro no,
ooit een igek gen'oemd. Waarom ter wereld
komt hij loch niet te Londen leru-g? Ik
heb geen geduld met mannen, die de we
reld afloopen als de Wandelende Jood,
en vooral als er thuis rijkelijk genoeg
voor hen te doen is."
- Andrey zei niets meer en er werd
niet veel gesproken aan tafel. Do twee
denies reden naar dc opera; Aanrcy/at
achterover geleund in het rijtuig en
scheen iu gedachten verdiept.
'„Wat een kolossaal volle zaait'' zet
Lady Marlow, terwijl zij de menigte door
haar tooneelkijker opnam en haar kennis-
sen groette, maar Audrey keek rond ter
wijl ze aan iels anders dacht en. wijdde
toen haar aandacht aan hel tooneel.
Toen ,le midden van de stille, vol ver
wachting, verscheen Signora Stella. An-
klrey leunde vo-orover, zij haalde vsnel
'adem, het was of zij met 'de oogen Sylvia's
gezicht verslond toen zij bescheiden sloud
ie wachten' tot het applaus ophield. Au
drey luisterde naar de lieve slem mee een!
ysoort van pijnlijke verrukking, toen zonk
zij achterover in haar stoel- en bedekLei
zich het gezicht met baar waaier.
„Een heel Icnjap meisje," zei Lady Mar-
low, „en heel jong daarbij Het is een:
prachtige stem".
„Kn|ap! Het is een schoonheid!" zei
Andrey, alsof ze zich niet bedwingen
kon.
„Ach, ze maken zicb legenwcordig zoói
op," zei Lady Marlow.
..Haar schoonheid is natuurlijk,"- ant
woordde Andrey, „cn wat is ze gracieus!"
Zi] onderdrukte een zucht. „Het is een
ivmiot haar over het fooncel te zien loo-
pen, al de anderen schijnen onhandig
en lomp bij baar te vergelijken.'-
(Wiprdt Vervolg(d).