,;0. 193 Maandag 18 Augustus 1919 «■mmraijsi^a -/gv-eyw,?- 162" Jaargang Abonn. pRqs per kwartaal fe Mict- jcsbnrg bij de agenten in Vlissingën MX Goes f 1.80, pec post S 2.—. Advectentiëa 20 cent per regjbï. Bij abonnement veel la&ett. Familieberichten en dankbetuigrigen ij SB. 1—7 gejgels t 1.50. Bovenstaande advei-tenUeprijtótt war jan met 20 <§j toasiag verhoogd. Een onduldbare toestand. (Slot) DOL de in ons eerste artikel geschetste fatale gevolgen van de concurrentie in Iden lolodsdienst op de Schelde een mis moedige stemming wekt onder de leden van het .rNederlandseh loodswezen, ligt voor de hand. Ze werken hard, en dan heel vaak voor niets. De inkomsten der Belgische loodsen waren vO|Or den oorlog ongeveer! tweemaal die der Nederlandsche loodsen; jije van het lager personeel, roeiers, waren bij de Belgen driemaal zooveel. En wc weten het uit den mand van loodsen boe sterk hun bet brutale geconcurreer telgen de borst stuit. Wanneer ze al pens zich genoopt zagen zelf ook mee te doen aan bet opdringerig gedoe, dan voelden zo d(at als een vernedering voor het ambt van loods. Maar bovendien voelen zij als Hollan ders er een vernedering in, dal de Belg dopr zijn overmacht zoo de baas speelt op een Nederlandsche rivier. D,at het zoo gesteld is met do vaart naar en van Antwerpen, nebben we :n ons vox-ig artikel geschetst. We moeten fer echter nog een enkel woord bij voegen over de vaart op Neuzen—Gent. Ook daar werkt natuurlijk de invloed aan den wal in Gent er reeds toe mee, dat de Hollander op de rivier, in Vlissin- gen, en op zee, wordt acliLer gezet, wjat nolg erger wordt door bestaande; regelingen (dl a. tengevolge der door de (Hellandsche Loodsen wel, door de Bel gische loodsen niet gevorderde certifica ten bij het binnenkomen van. Neuzen). Eu als België in dat opzicht aanvoert dat dit kanaal dan loch geheel en al voor Belgische belangen dient, dan mag (lit v,oor vroeger jaren waar geweest zijn, jm'aar dient het thans zeer stellig ontkend te worden met een verwijzing naar "de groole industrieën op Nederlandsch gebied langs dat kanaal verrezen bij Sluiskil en vooral in Sas van Gent. Wan- fneer er weer eens een verbetering van dal kanaal ter sprake komt, zal onze regeering goed doen niet, zooals de vo rige maal, alles door België te doen be- JJalen. Wij ook hebben daar belangen, Zoo- als we die ook hebben in Ter Neuzen, welks haven echter slechts na eindeloos, aandringen, en dan nolg in beperkten omvang, werd verbeterd. In ieder geval is to|ojk langs dien walér- ■wejg de overmacht van het Belgisch loodswezen zeer duidelijk. En nu de voornaamste vraag: hoe komen we aan dien concurrentie toestand1, welke zoo duidelijk tot een overwicht der Belgen leidt, ook op ons -gebied? Is bel een internationale noodzakelijkheid, dat wij de Belgische loodsen op ons wa tergebied moeten toelaten? iWie van die. vraag de oplossing zoekt in het verdrag van 1839, zal bedrogen uitkomen. Dat verdrag bepaalt niets over een voor beide partijen gelijken lo-odsdienst over de geheele rivier. In hrt. IX van dat verdrag wordt ten Opzichte Van de vaart op do Schelde wel be paald dat behalve de betonning en het onderhoud van het vaarwater, ook het; loodswezen onderworpen zal zijn aan een ..gemeenschappelijk t o e z i c h t", thaar nergens is in dat traclaat tussclien de groote mogendheden en België en Ne derland iets te vinden over 'l loodswezen zelf, en dus heelemaal niets over een volk-omen gelijkheid van rechten der lood sen van beide landen over ?le geheele rivier. Die bepalingen zijn voor eerst te vinden in de tusschen Nederland en Bel gië gesloten overeenkomsten van 1842 (St.bl. 1843). Misschien is de verklaring te vinden, in de toestanden van dien tijd., toen dc vaart op Antwerpen veel kleiner w<as dan nu, en het loodswezen der Belgen veel minder -ontwikkeld dan het Nederlandsche. Maar is het redelijk dat zoo'n rege ling bestaat? Waarom moeten wij op het rivierg|edeeUe /in onls gebied, en zelfs aan onze zeegaten aan de Belgen gelijke rechten geven als aan onze loodsen? Stel, wat tegenwoordig zeker njet buitensporig is, dat er zeeschepen; zijn die van zee uit den Rijn opvaren naar Keulen, en dat dan Duitschland aan ons den eisch stelde, dat Duitscho Lo,od- isen niet alleen die schepen van zee, dwars door ons land heen, naar Duitsch land zouden mogen voeren, maar look die schepen buitengaats zouden mogen opwachten met gelijke rechten al» onze loodsen. Dan zou toch ieder het heel be grijpelijk vinden indien onze regeerin^ antwoordde: pardon, vioor liet vaarwater binnen de Nederlandsche grenzen zullen wij zelf wel loodsen geven; de taak van uw loodsen begint pas aan de Duitsche reus! Maar waarom dan aan dc W.-Schelde zulk een geheel anderen toestand, die niet eens door het verdrag van 1839 is voorgeschreven? We hebben er andere; verdragen over internationale rivieren op nageslagen, maar niets van dien aara elders aangetroffen. En nu de Belgen zoo luidruchtig den geheelen loodsdienst op de Schelde voor zich opeischen, nu is het o-, i. zeer wen- schelijk dat van onzen kant er op ge wezen wordt, hoe abnormaal het is dèt thans de loodsen op el kaar's nationaal gebied komen. De Belgen vinden het ver schrikkelijk dat Nederlandsche loodsen "Je schepen in Antwerpen en in Gent bin nen brengen. Ja, maar even abnormaal is hel dat de Belgische loodsen voor en in onze zeegaten, de schepen onder hum1 leiding nemen I Zou ook hier niet met een herinne ring aan het voorbeeld van de Duitschers op den Rijn. de meest rationeele oplos sing zijn: ieder op zijn gebiea? Geen (Hollandsche loodsen in Antwerpen en Gent, maar ook geen Belgische loodsen op en vóór de Wester-Schelde. - In die richting is ook de onlossing ge zocht door de Nederlandsche loodsen zelf. In een. memorandum door de afdeeling Vlissingen van de loodsenvereeniging „Ne derland opgesteld over de droevige fjoe- sLanden op de Schelde (aan welk zeer1 belangrijk stuk wij verschillende der door ons gebruikte gegevens ontleenden), is. ook als een der rechtvaardigste en meesti doeltreffende oplossingen aangegeven; van grens lot grens loodsen. Ze hebben daaraan echter nog iets toe gevoegd „Het overgeven van schepen juist op de grensscheiding bij Bath brengt, zoo schreven zij, groote practische bezwaren :mel zich'. Opéénhooping van schepen, aanbieden van groote, diepe schepen op ongelegen tijdstippen (laagwaler b.v.), rood werken van zulke schepen kunnen daar niet plaats hebben. De rivier biedt daar ter plaatse daarvoor geen, genocgnam© ruimte en diepte. „Doch het gaat ook niet' om elkaar juist op het lijntje, dat op de kaart de grens scheiding aangeeft, een halt toe le roepen. Het gaat om het beginsel. ..De cischen welke de scheepvaart aan een goeden veiligen Loodsdienst kan stel len, moeten ten sllen tijde voorop staan, en de lo nemen maatregelen allereerst in hun belang zijn. Daarom zon d e roede van Hans weert als verwis- selstati-on tusschen het Nederlandsch- en het Belgisch loodswezen kunnen aange wezen worden, En om dezelfde reden zou voor de schepen naar hef Belgisch gedeelte van; liet kanaal Terncuzen—Gent dc sluis in Neuzen aangewezen dienen te wor den v-oor verwisseling der loodsen. Laten we nog een zin aanhalen int dal memorandum van de Viissingschc loodsen. De woorden zijn kenschetsend voor den geest onder hep_; „Ook de financiêele zijde der kwestie, hoewel zeel" gewichtig, want o,ok hier spelen de geldzaken een groote rol, is bij wederzijdschen goeden; wil zeer wei 'te regelen. Nederland bezit eergevoel ge-1 n;oeg, dat het zich niet ten koste van België wil bevoprdeelen. Integendeel. In hel besef, dat het niet zou mogen plaats hebben dat België de Loodsgelden van schepen, bestemd voo-r, of van Belgische havens althans voor een groot deel zou (moeten derven, zou op dit punt zoer wel leen alleszins voldoende regeling zijn le vinden"; Zie, als er nu gesproken mOcht worden over herziening der Scheldereglemenlen, laat men dan van Nederlandsche zjjde zéér ernstig overwegen of dit denk beeld van de menschen ter plaatse, de iticskundigen, niet door ons land op den voorgrond dient te worden gebracht. Wanneer Nederland een regeling in; (dien geest eischt, is hot zeker heel wat minder aanmatigend dan België, dat alge- llieele souvereinileit of een algeheel Bel gisch loodswezen vraagt op het gebied van een ander, waarop het nu reeds do,or 'niets ontziende concurrentie do baas speelt. Wij zijn vol vertrouwen dat onze re geering en onze afgevaardigden nooit ook •miaar iets zullen aanvaarden dat den schijn heeft van een tegemoetkoming apu die Belgische eischen. Maar wij meenen, dat zij nog verclor kunnen gaan, en zelf ook kunnen vor deren dat er een eind wordt gemaakt aan een wantoestand die kwetsend is voor ioto[s n]atiionaal gevoel, en die tot nog treuriger gebeurtenissen? aanleiding zal geven indien hij wordt bestendigd. BINNENLAND. GEKOCHT. Naar het Engels ch van CHARLES GARVICE. 74). Mercy ontstelde, bedankte hem' en fluisterde Sylvia toe: „Haar naam' is Audrey Hope." Sylvia had maar juist lijd even le Jdnikkenj, toen betrad zij het looncel. Toenzij dit deed sloeg) zij dadelijk dp oegen op naar het lieve gezichtje, da1| haar zoo had aangetrokken, en ze was zekér, dat Audrey Hope's oogou de hare cnlmöellfen met een zekere beleekeuisj anet iets meer dan nieuwsgierigheid en misschien bewondering, waarmee een uit hel talrijke publiek een der actrices aanziet. HOOFDSTUK XXVII. Zoodra hij de aankondiging gezien had van de kom'st van Signora' Stella, had Jordan een logo gehuurd. Het bericht, dal hij Andrey had voorgelezen, mocht waar wezen iof niet, Lord Lorrimore tslond in ieder geval in connectie mot) de nieuwe en beroemde opera-zangeres, die de wereld stormenderhand had ver overd en Jordan begreep, dat LordLorri Imore niet ver verwijderd kon wezeni, Er w-as geen Lijd te verliezen. Hij wou Andrey meenemen om naar medemin nares fe zien en de zaak in orde maken voordat Lord Lorrimore -op het toon eel kon verschijnen. Op den morgen van Sylvia's aangekon tligd optreden, bracht liij een bgzoek op Piet Grosoenor Square. Hij had Andrey niet meer gezien sedert den avond van hel bal en hij zorgde wel haar te be groeten alsof er niets gezegd was wat ■eenige verlegenheid kon veroorzaken. Hij praatte opgewekt, zo.o aardig als hij dal kon en sprak niet over het doel van zijn komst, voordat Lady Marlow dé kamer binnenkwam'. En lo-en alsof hij het zich plotseliug herinnerde zei hij: ,,A pr-opos, Lady Marlow, u gaat van avond natuurlijk naar de opera -om het nieuwe wonder Signora Stella fe aan schouwenWat hoogdravende namen ne men ze aan, vindt u niet?" ,Ja, ik was wel van plan te gaan," zei Lady Marlow, „maar wij hebben igeen loge dit jaar en toen ik plaatsen wou la ten nemen kreeg 'ik tot antwoord, dat de zaal was uitverkocht, er was niets meer te krijgen." „Hoe gelukkig!" zei Jordan. „Ik hel) verleden week een Loge genomen, omdat ik van plan was te gaan, maar ik ben hang, dat ik niet kan. Neemt u die nis 'L u blieft, Lady Marlow." NEDERLAND EN BELGIË. Bedenkelijke! Belgische regeeringscir c,ul aire. De volgende vertrouwelijke omzend brief van liet Belgisch ministerie van builenlandsche zaken, inhoudende onder richtingen aan de Belgische agenten in Limburg', wordt door, het Vlaamsch Pers bureau medegedeeld: Ministerie 'vjan Buiftenl. zaken Directie P. Nr. 4246. Vertrouwelijke nota voor het Groot Al gemeen Hoofdkwartier. Op dit oogenblik moeten alle Belgische agenten in Hollandsch Limburg in dé ma te hunner krachten medehelpen aan de voorbereiding van den terugkeer dezer provincie aan het moederland; geen en kele gelegenheid verwaarlo.ozen om aan de Limburgers te toonen, dat hun belapg aan de zijde -van België ligt; zzonder -onbescheidenheid die Limburgers aan moedigen die zich .onze partijgangers too nen, zoowel zij, die in het geheim zijn als zij, die het zouden kunnen worden De meest bereidwillige hulp die zij aan al deze zullen verleenen, moeten zij het verschil doen uitschijnen dat /ij tusschen. Limburgers en Hollanders maken. Zij moeten ellcen dag en bij elke gunstige gelegenheid hunne erkentelijkheid betoo- nen aan de Limburgers v.oor hunne wel daden tegenover de Belgische vluchtelin gen. Het is noodig dat op dit oogenbljk de Belgen in Limburg den indruk wekken, dat zij' vertrouwen stellen in den gunsti- gen uitslag der onderhandelingen die met Holland gevoerd worden betreffende de herziening van de traktaten van 1839 en de regeling van de vraagstukken van de Schelde en de Maas; dat zij ijich zeer ze ker loonen van den steun dien ons door de Entente 7 al verleend worden en \an de doelmatigheid van dien steun. Men moet niet le veel rechtsilreekscho propaganda voeren' deze aan de Lim burgers overlaten; men geve te ver slaan dat, wanneer Limburg opnieuw Belgisch wordt, het Lïmburgsch zal blij ven iof herworden, dat Limburg niet zal gehecht worden by een andere provincie, dat men er de Frnasche taalt niet zal opdringen, dat het Catholicism© er even zeer zal beschermd worden als onder hei Hollandsch regiem; het antiklerikalisme is niet op zijn plaats in deze streek, inte gendeel 3 Juli '19. (w. g.) P. Hijmans. Er is dus een, directe band lusschen dc Belgische regeerimg en de Belgische agitatie in Limburg, zooals trouwens ve len vermoedden, d e lellen -op het gebrek» aan pogingen der Belgische regeering om het gestook tegen ons land te doen beëin digen. lil den R. K. Ki ezersbon'd van. Limburg. Op een Vergadering van de R. K. Kiezersbomd van Limburg is besloten aan het hoofdbestuur over te laLen wat ten opzichte van liet Kamerlid Grocnenrlael moet gebeuren- schrijven oï een commis sie van onderzoek aan 't werk 'te zetten. Het resultaat zal zoé spoedig' mogelijk in een te houden vergadering' worden meegedeeld. In de middagvergadering heeft dr. Nolens het woord gevoerd over hen die deelen van ons grondgebied willen ont trekken oï ten minste inbreuk willen maken op souvereine rechten van ons land. Oolc deze spr. zei dat voor den heer Groeuendael geen plaats meer is in de op de Grondwet faeêédigde volksver tegenwoordiging. Telegrammen namens 6S.OOQ k.ezers werden gezonden aan Koning' Albert, aan de commissie te Parijs en aan de Koningin. Man. 'het einde der vergadering zeide dr. Nolens nog: En voor het onverhoopte geval, dat grondgebied zö,u worden opgeëischt, of tegen den wil der regeermg (en Volks-1 vertegenwoordiging verplichtingen zou den worden opgedrongen, zal ook de meest vredelievende en meest over tuigde anti-militairst moetfen antwoorden Kom het h a 1 e n 1" De strategische positie van Limburg. In de Militaire Spectator van Augustus komt een artikel voor van kapitein Rond uit over liet bovengenoemd onderwerp, waarvan de hoofdstrekking is, dat het lot van België en van de geallieerden heel „Ja, maar „Toe doet u het, -als ik een half mutje weg kan dan kom ik nog éven." Lady Marlow keek Andrey vragend aan Andrey had een kleur gekregen en wos ineengekrompen bij het ho-oron van eden naam der signora, maar ze zei, vrij kalm: „Ik zou er heel graag naar toe gaan." Jordan ging dadelijk weg, maar een gelukkig glimlachje speelde om zijn dunne Jippei^. Indien deze zangeres, wier naam' gepaard ginjg met dien van Lord Lorri more ,zoo mooi was als men beweerde zou Audrey beleecligd en jaloersch, in een stemming wezen zeier gunstig om blaar dien avond naar hem te doen luisteren, Andrey was de rest van dien namiddag zeer stil en toen zij beneden kwam om vroeger dan anders te dineeren verbaas de zij Lady Marlow doior de pfacht van haar toilet ,want. in den regel hield zij niet voor zichzelf van diamanten en'Schit terende kleederen. „Waar-om zulk een, geducht gro-ot tenue, jonge dame?" vroeg de viscount met oen bewonderenden glimlach. „Moet or vqn avond iemand gescalpeerd worden?" Andrey bloosde even. „Zie ik er te schitterend uit?" zei ze met voorgewende onverschilligheid. „Ik ■ga met Mama naar de opera dat is de reden." „O, zekér om het nieuwe wonder te ROOKT iiddJES UTRECHT". (Ingezonden Mededeelingen.) anders zou zijn geweest, wanïicer niet t land van Nederlandsch Limburg als eeu beveiligende slagboom voor Noord-Bel- jië had gelegen, de Duitschers fot uitwij ken had genoopt, hun tydverlies had berokkend, de beschikbare operatie-ruim* te had besnoeid. Van stonde aan heeft het Duitsch© operaUe-plan-West, hetwelk op een strategische omtrekking der Fran- sche legers was gebaseerd, de nadceligë gevolgen moeleu ondervinden van den „liaal" die om liet ver naar hel Zuiden reikende Nederlandsch grondgebied moest worden gemaakt. De omtrekkende Duit- sche legervleugel was te laat aan de Gelte, te Iaat aan de Sarabrc, kwam Uit geput aim de Oi.se, zonder voldoende ge vechtskracht aan de Manie. Vervolgens wordt uiteengezet welke na- deelige gev-olgien Duitschland zou hebben -ondervonden, indien het niet het Neder landsch grondgebied zou hebben ontzien, nl. door een offensief van uit Nederland. En ten slotte wordt -op grond van hél! bovenstaande ontkend dat de toesjl-aud v-oor België beter zou zijn geweest wan neer Limburg op 1 Aug. '14, b.v. tot Venloi inbegrepen, Belgisch gebied 'was geweest. Bovendien, al waren om Maastricht, Roer mond en Venlo met groole kosten ves- tingsyslemen naar den trant van Luik ingericht, waar moesten dan de bezet tingstroepen vandaan komen? Trok niet de Se Belgische divisie reeds G Augustus van de Maas af om voor het veldleger behouden te blijven! De weer stand aan het zooveel langere Maasfront zou dan nog veel geringer zijn geweest dan in 1914. Bovendien zou de door- marsch van Duitscho troepen van de Maas en beneden Maastricht dan eenvou dig een zaak van België zijn geweest bui ten Nederlandyom. Nederland zou zich in d^t geval niet in den strijd geworpen hebben. Onbegrijpelijk is het bij bezonken over weging dus. op welke sLa'-^esclve gronden België vermeent, thans de hand naar Ne- deriandsch grondgebied le moeten uit steken. Niet anders dan onbezonnen di lettantisme voprt hiertoe. EEN GEVAARLIJKE 0\ ERWINNLNG. De drukkersslak:n-g te Amsterdam is Zaterdag ten deele geëindigd. Eenigc pa troons hebben f 3.50 per week toeslag op het loon gegeven, zoodat hel Nieuws van den Dag en de Dag. Beurscouxiant weer verschenen zijn. Bij anderen is nog geen beslissing ge nomen. En bovendien zijn heden ook typogra fen van andere drukkerijen, lot 'slaking Overgegaan; men zie onder Laatste Be lachten. 4 Maar zeer ernstige gevolgen voor de drukkerswereld in hel geheele land, en voor de kwestie van. bet collectief con tract, dreigen uit deze gedeeltelijke over winning voort te vloeien. Gd Lui ge het volgende: Zaterdagmiddag heeft eën conferentie plaats gehad van het algemeen hoofdbe stuur der drie patroonsbonden in de Typografie met afgevaardigden van het Hoofdbestuur van den Alg. Ned. Typ.- Bond, den voorzitter, den secretaris en den penningmeester. Aan deze laatste 7ijn tie t-ofijjSaïfe cja.et- aanschouwen. Ze zeggen, dat'hek ceQ rara avis is. Je moet niet verbaasd zijn als ilc ook even kom kijken. A propo;s ,w-at js dat voor een nonsens, dat ik in de courant Selezen heb over haar en Lorrimore. Lady Marlow trapte hem even onder tafel met baar voet, natuurlijk hakkelde bij en zei: „Hè?" zoo-ais manhen ge woonlijk doen, maar Andrey scheen nauwelijks te schrikken. „Meent u, dat ze met hem geëngageerd' is?" zei ze kalm en een weinig uildageïid„ „Ik weet niet waarom dat nonsens zou wezen. Ze is heel mooi zoggen ze, en en, waarom zegt u dat het nonsens is?'' ..liet is nonsens" ,zei Lord Marlow, zonder te letten op den waarschuwen den blik van zijn vrouw. „Mannen van Lorrirnore's rang en positie t nou wen niet mét actrices -of bet moeten gekken zijn natuurlijk niet de actrices, maar de mannen, en niemand heeft Lorrimoro no, ooit een igek gen'oemd. Waarom ter wereld komt hij loch niet te Londen leru-g? Ik heb geen geduld met mannen, die de we reld afloopen als de Wandelende Jood, en vooral als er thuis rijkelijk genoeg voor hen te doen is." - Andrey zei niets meer en er werd niet veel gesproken aan tafel. Do twee denies reden naar dc opera; Aanrcy/at achterover geleund in het rijtuig en scheen iu gedachten verdiept. '„Wat een kolossaal volle zaait'' zet Lady Marlow, terwijl zij de menigte door haar tooneelkijker opnam en haar kennis- sen groette, maar Audrey keek rond ter wijl ze aan iels anders dacht en. wijdde toen haar aandacht aan hel tooneel. Toen ,le midden van de stille, vol ver wachting, verscheen Signora Stella. An- klrey leunde vo-orover, zij haalde vsnel 'adem, het was of zij met 'de oogen Sylvia's gezicht verslond toen zij bescheiden sloud ie wachten' tot het applaus ophield. Au drey luisterde naar de lieve slem mee een! ysoort van pijnlijke verrukking, toen zonk zij achterover in haar stoel- en bedekLei zich het gezicht met baar waaier. „Een heel Icnjap meisje," zei Lady Mar- low, „en heel jong daarbij Het is een: prachtige stem". „Kn|ap! Het is een schoonheid!" zei Andrey, alsof ze zich niet bedwingen kon. „Ach, ze maken zicb legenwcordig zoói op," zei Lady Marlow. ..Haar schoonheid is natuurlijk,"- ant woordde Andrey, „cn wat is ze gracieus!" Zi] onderdrukte een zucht. „Het is een ivmiot haar over het fooncel te zien loo- pen, al de anderen schijnen onhandig en lomp bij baar te vergelijken.'- (Wiprdt Vervolg(d).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1919 | | pagina 1