MIBREIBURGSCHE COURANT.
No. 146
Dinsdag 24 Juni 1819*
I** JteKSng
'Abonn. prijs per kwartaal te Mid.
lielburg en bij de agenten in Vlissiztgen
♦a Goes f 1.80, per post f 2.—.
Advectentiën 20 cent per regel.
Bij abonnement veel lager.
Familieberichten en dankbetuigingen
ran 7 regels f 1.50.
Bovenstaande advertentieprijzen wor
den met 20 toeslag verhoogd-
BINNENLANB.
deze kan vinden om met zijn onwaardig
drijven succes te-'behalenf.*'
NEDERLAND EN BELGIË.
lïet Hand. schrijft in een artikel'
ywumvfch de aanhef luidt: „als 'Jiet zoo
doorgaat, gaat het verkeordvoor
de Belgen," eu waarin voorts leen overj-
eieht gegeven wordt der Belgische tan
«exatie campagne en de /gevoerde be
sprekingen, o.a.
„De beide Ministers (v. Karnebeek ten
Hymans) gaan naar huis, (na afloop
de* bespi-ekingten te Parijs). De Ned©r,-
Ijandsche verklaart, dat hij, ondanks
de door België aangenomen houding!,
en ondanks dal niemand hem rechtens
<laa*toe kan dwingen, op den aangege
ven voel wil doorgaan pm 'te onderzoen
ken', wal in hel belang van België kan
wojiden gedaan. WaarpmOmdat hij
prijs stelt op goede verhoudingen tusL
tschen de beide kleine nabuurstaten, fclie
Eopveel met elkander gfemeen hebben.
De Belgische Minister, die de be.slfsl-
.sing' der mogendheden heeft ingerool-
pen en daardoor aan hare uitspraak
gebonden is, doet, alsof die uitspraak
er alet is, verklaart te volharden bij
snjne vroegere eischen, spreekt smadcr
lijk pver de Ncderlandsche welwillend!-
heid, daarin door spotlachen ,uit (dfe
.Kamer gesteund. Eu de annexiojiislisclie
«ampag'ne in hel land gaat haast nog
krachtiger voort dan voorheen en benul
leaene gelegenheid, waaronder dp kprnst
•van Wilson, om zich te doen gelden.
4ao 'staat de rekening' lu&schen Nej
derland en België.
Aan alles Icomt een einde, ook pan
het geduld en de welwillendheid van
het Nedcrlandsche volk. Wanneer dan
de BelgCn meenen door intriges, bij da
Igroo.te Mogendheden het eens. verloren
spel te kunnen winnen, dat 'zij dan
hun göng gaan, wij' zullen onzerzijds
doen wat wij kunnen om óns daarlcgtóiï
te beschermen en wij verzekeren 'hun,
dat Kij hun doel niet zullen berei
ken. Maar dat het dan took uit zij met
de welwillendheid onzerzijds, met ons
beroep op gemeenschappelijk, overleg,
voorwaarde van goede verstandhouding
tusschen de beide volken Zoo iets kan
niet bij voortduring van óón kant ko
men', dan wordt het, ondanks Ie beste
bedoelingen, onwaar en onoprecht. Wanj*
neer dc Belgische reg'eOring en het Beh-
jgïsehe volk, want een deel van bet Bel
gische volk draagt mede schuld, (niet
spoedig geheel van takliek veranderen
en de hand grijpen, die bun van Nej
derlandsche zijde bij herhaling] is loej-
jgjestoken, dan zien wij aankomen, dat
het Nedcrlandsche volk, dat tpt nu toe
tie welwillende houding van Minister v.
Karnebeek heeft toegejuicht, zal eischen,
«lat men zich niet aan (nieuwe ver
nederingen zal blootstellen en ieder 'verj-
der overleg zal afbreken. Dan gaan wij,
niet weer naar Parijs, onderhandelen
niet verder, laten België, zooals liet
blijkbaar wenscht, met zijn intriges, op
de verkrachting' van onze souvereimteit
gelicht, alleen. België zie dan maar,
fc! het eeno betere gelegenheid dan
DE ARBEIDSWET.
In zijn Memorie van Antwoord consta
teert dc Minister van Arbeid met voldoe
ning', dat principieel Verzet tegen
wettelijke beperking van den arbeidsduur
van volwassen mannelijke arbeiders niet
is genezen.
De Minister merkt naar aanleiding van
de geuite vrees, dat de invoering van <lton
8-urendag' zal leiden tot Vermijnde-
ring va'n de productie op, dal reeds
tlians in verschillende bedrijven de 8-
urendag zonder welsdwang is ingevoerd;
Aangenomen mag' wel worden, dat daar
de productie tengeVólg'e van de wet nie|
zal achteruilghan.
Het wereld tekort mag naar het
oordeel van den minister evenmin als
de lijd van overgang, waarin de indjus'rie
zich thans bevindt, weerhouden vau dc
invoering van den aeht-urehdag. Hier is
niet te bewijzen, dat de verkorte arbeids
duur geen beletsel zal zijn om het we
reldtekort aan te vullen, maar ook niet
liet tegendeel. Vast staat echter \ve][,
dal de arbeiders hun eisch'tot beperking
van den werktijd in verschillende landpii
kracht hebben bijgezet dooi' uitgebreide
stakingen. Het behoeft wel geen betoog
dat die conflicten een krachtig beletsel
(zijn tegen aanvulling va(n liet weroldlekp.iT
en dat een wet, welke stakingen tol li<H
verkrijgen van. den achturendag onnioo-
dig maakt, voorkomt, dat die hindlerpaal
in den wreg wordt gfelegid aan pogingen
om in het tekort aan productiemiddelen
en producten it'e voorzien
In een opmerking in hel Voorloopig
Verslag werd in verband met Üe bui-
tenlahdsche concurrentie erop
gewezen, dat het ontwerp den arbeids
duur per week tot 45 uur beperkt, terwijl
nog niet vaststaat of de wetgeving' in het
buitenland niet verder zal gaan dan de
arbeidsweek lol 48 uur terug te brengen.
De leden, die deze opmerking in het
midden brachten, waren van oordeel, dfiit
aan de hierop gegronde bedenkingen der
industrie kan worden tegtemoeL gekomen
zonder aan de lalgeraeene strekking van
liet ontwerp tekort te doen.
Hiertegenover wijst de minister erop,
uat, "wordt de arbeidsweek v-jan 45 op 48
uur gesteld, hetzij een langere arbeidsdag
dan 8 uur moet worden toegelaten, het
zij de Vrije Za lerdaginidd/ag' niet ican wor
den gehandliaafd. Voldoende reden om
op een dezer belangrijn© punten hei wetsr
ontwerp ie wijzigen heeft de minister met
kunnen vinden. Voor bedrijven, welke
niet mei het buitenland concurreereni,
bestaat daartoe zeker geen aanleiding.
Overigens acht de Minister het niet
waarschijnlijk, dat al zon de wetgeving in
hel buitenland niet verder gaan dan de
48-urige arbeidsweek voor te schrijven,
onder den drang der arbeidsbeweging
daar feitelijk niet korter zal worden ge
werkt. Ten slotte zal men vermoedelijk
ook daar noch aan den 8-uren dag' noch
aan den vrijen Zaterdagmiddag kunnen
ontkomen. Maar ook indien de loop van
zaken .anders is, dan sehjjnt de voor
sprong, dien de buitenlandsche op de
Nederlandsche industrie zou krijgen door
liet verschil in arbeidsduur, niet zoo
groot, dat deze niet in tal van gevallen
weer zal te niet gedaan worden door
ongunstigere omstandigheden, waaronder
in ander opzicht de nijverheid in het
buitenland thans werkt en in de toe
komst zal werken. Blijkt inderdaad dat
de mogelijkheid om 'de concurrentie met
het buitenland vol te houden ernstig ge
vaar loopt door de 45-urige arbeidsweek
dan zal van art. 27, waardoor overgangs
maatregelen worden mogelijk gemaakt
gebruikt gemaakt, kunnen worden om na-
deelige gevolgen te voorkomen
Tegenover de leden, die meenden, dat
het wetsontwerp de kleine bedrij
ven boven de groote bevoordeelt, daar
voor werkgevers geen arbeidsduur wordt
FtDIUETII,
0 E K 0 C H T.
Naar het Engelsch van
CHARLES GARVICE.
57).
liet overige gedeelte van den dag dacht
Lerrimore over de zaak na. De meeste
msfcnnen zouden tevreden geweest zijn mei
balgeen hij gedaan had, maar Lorrimore
•was niet de man om zich aan een
aubvoordelijkheid te onttrekken en in ze
ker opzicht gevoelde hij, dat de Voorzienig
heid Sylvia aan zijn hoede liad toever
trouwd, iu ieder geval op dit oogenblik.
1?! zouden bezwaren verbonden zijn aiui
bat reizen met een jong meisje, maar hij
ton een dame nemen tot gezelschap en>
geleide en zonder twijfel zou lij} iet,s van"
haai' familie te weten komen en haar
eindelijk aan haar bloedverwanten te
rugbrengen.
Dienzelfden avond /ontwaakte Sylvia
met een zucht uit een onrustigen slaap
|eit zag een vreemd gezicht over zich
Jbeenigebogen. Zij schrikte hel eerstio
Wogenblik, want bot nu toe was haar
eonige verpleegster de goedhartige dok
tersvrouw geweest. En toch was er niets
in dit nieuwe gezicht om haar te ver--
schrikken, want ofschoon het heel droe
j»JW keek, het was vriendelijk en in zeker
b^jjaald, wijst de Minister er op, dat
de kleine bedrijven in hel algemeen en
in velerlei opzicht achterstaan bij de
gnootere.
Alleen waar het de bakkerijen geldt,
moet de regeling zicli ook over den pa-
troonsarbeid uitstrekken om dat anders
liel verbod van nacht- en Zondagsarbeid
ontwrichting van het geheel© bedrijf dreigt
mee te brengenmaar ook hier gaat het
ontwerp niet verder dan bepaald nood
zakelijk is.
Zonder op den te ontwerpen algemce-
nen maatregel van bestuur vooruit te
léppen, is de minister voorshands van
gevoelen, dat nachtarbeid behoort
te worden toegestaan voor een aantal met
name genoemde bedrijven.
Wat het verschijnen van ochtend
bladen betreft, sluit de Minister zich
geheel aan bij de leden, die oordeel en,
dal dit zoowel met het oog op handelsbe
richten ais ter wille van regeerin^sber
moeiingen, scheepstijdin^bn enz., van
groot nut is. "Wel zal gewaakt dienen te
worden tegen onnoodige uitbreiding,
De minister, is vont meeninjg', dat' een af-
onderlijke regeling voor den
landarbeid spocdeischend is.
Aan het departement van den minister
wordt thans een ontwerp Landbonw-ar-
beidswet voorbereid, dat zal strekken ter
vervanging van het bij kon. boodschap
van 7 Aug, 1917 bij de Tweede Kamer
oauhanigig gemaakte ontwerp van wet.
Volgens de djaarin opgenomen regeling
van den arbeidsduur zal voor mannelijke!
volwassen lanjdarbeidfsrs gedurende iiel'
winterhalfjaar dc 8-urendjag gelden; in de 1
drukke maandfen zal de werkdag 10 uren
zijn, gedurende-enkele weken 12 uren.
Een ontwerp van wet, strekkende om
\ocr de havenarbeiders don, 8-urigenl
werkdag in te voerenl, is blij het' dleparte-
ment vivu' don süinislter in voorbereiding.
De minister erkent' gaarne, dat b o-,
nia;de elimg van d,e patroons in
het midd/m- en; 'kleinbedrijf door liun ;ir
beiders als gevolg van dfe werking deij
ontworpen wfel' mogelijk is. De vraag,'
waar lijj bij de hnfienüng van het wetsont
werp vo'or stond', was djan'. ook deze*
of het thans reeds noodig was straf te be
dreigen tegen dfen arbeider, dfe in zijn,
vrijen tijd in, eigen bedrijf den patroon,'
coneurrenjtie aandoet. De noodzakelijk
heid van dien maatregel meende hij voor
alsnog te miofeten. ontkennen) omdat z'. i.'
de economische positie, die de werkgevpr
tegenover den werknemer inneemt, sterk
Igjenoeig is1, /om dezenl te beleden epn
voor den werkgever hadeelig gebruik van
zijn vrijen tijd tfe maken.
De minister acht' hel bij nadere over
weging npodig eenige uitzonderings
bepalingen te stellen betreffend©
rüjiralen, di£ njet als kantoren zullen'
worden beschouwd.
In de eerste pliaatis zijn buiten het be
grip kantoren, (gebracht) de post-, tele-'
gianf- en telefoonkantoren.
Ook scheen het denj ministjer in het
belang van' dien gjoedfeu. gang van' het be
drijfsleven mindfer gewenschl voor per
sonen, die administratiieve werkzaamhe
den verrichten in fabriekskant|orenkan,-
l oren van winkels, a po gieken, koffiehui
zen .hotels er< verplegingsinri clilüngen
«hidcrc bepalinjgen te doen gelden vlan
wor de eigenlijke fabrieksarbeiders, de!
winkelbedienden, enz.
opzicht schoon. Het behoorde aau een
vrouw, die ofschoon ze nog jong was,
er uit zag of een groot© smart haar,
voor haar tijd verouderd had. Het ge
zicht was bleek en doorgroefd van de
lijnen en rimpels, die &e smart zeker
en dieper teekent dan de tijd; dit zelfs
vermag, maar de oogen waren vriendelijk
en vol medegevoel en de lippen glim
lachten met een teeder medelijden Al-,
les bij elkander was het. een lief gezicht
Sylvia liet er haar grooto oogen
peinzend op rusten.
,.U had niet verwacht een vreemd
gezicht te zien", zei de vrouw met zachte
stem. „Ik hoop, dat het u niet hindert
mij te zien? Mevrouw Longeley is weg
om eien man op te passen, die rijn been
gebroken heeft en toen heb ik permis
sie gevraagd bij u te "komen zitten."
„Het is heel vriendelijk van u," zei
Sylvia met de apathische berusting in
lailfes, die eigen is aan een geest gfedo/id
door smart.
De nieuwe verpleegster Stlreök de kus
sens glad en verwijderde Sylvia's mas-
s-a's haar van haar bleek 'gezichtje, toen
ging zij naast haar zitten met die onbe
wegelijke kalmte, die de best© hoedanig
heid* is van een verpleegster. Sylvia lag
haar droomerig "en onverschillig eeuigen
lijd aan te kijken en geen van beiden:
sprak Het bleeke gezicht met de treurige,
gesloten uitdrukking, interesseerde haar
op een onbestemde, haast onbewuste
wijze. Eindelijk zei ze. „Ho© hefit u?"
FXONO.IUSCHE VOORUITZICHTEN
VAN LAND- EN TUINBOUW
Gistermiddag is door den Minister van
Landbouw, Nijverheid eu Handei dó com
missie tot bestudeering van de economir
mische vooruitzichten van land- en tuin.-
3>ouw geinstalleerd,
In een rede, welke de Minister daarbij
uitsprak, wees hij er op, dal het doel ter
commissie is te onderzoeken welken in
vloed de belangrijke wijziging in het eco
nomisch leven, veroorzaakt door de bui
tengewone "omstandigheden gedurende de
laatste jaren, uitoefenen op het land- en
het tuinbouwbedrijf en op de ricliting,
waarin deze bedrijven zich in liet vervolg
zullen moeten ontwikkelen.
Zij zal verder hebben na te gaan, welke
maatregelen .van {overheidswege moéten
worden getroffen (om aan de ontwikkeling
van den land- en tuinbouw in de toekomst
steun eu leiding te geven.
Na te hebben uiteengezet hoe vóór den
oorlog het land- en tuinbouwbedrijf 'in
pus land zich moderniseerde onder in
vloed der zich .uitbreidend© toepassing
der landbouwwetenschap, en stoom tn
eleclricileit een ommekeer brachten in
den aanvoer van productiemiddelen en
in den afzet der voortbrengselen, terwijl
de verplaatsing ran de verwerking der
landbouwproducten van de boerderij naai
de fabriek en de wijziging in de iecli-
nische verwerking zelf groot© verande
ring in vele bedrijven bracht, waarmede
de ontwikkeling 'van de coöperatie en
van het credietwezen gepaard ging, ging
Ide Minister na hoe in a] deze dingen,
maar' vooral pok in hel 'buitenlandsche
afzetgebied groote veranderingen kwamen
door den oorlog.
Waar nu dc algemeene welvaart ten
nauwste is betrokken bij/ de richting.
waarin de ontwikkeling yan hel land- en
tuinbouwbedrijf gaan, dient de regeering
zich daaromtrent te doen voorlichten,
lojvrint 7.ij kunne overwegen, op welke
wijze z ij' aan die ontwikkeling, waar noo
dig, steun en leiding zal kunnen geve&i,
en hare medewerking zich kan paren
aan de energie door de belanghebbenden
zelve ontwikkeld.
Het geven van die voorlichting zal de
taaie der commissie zijn. Het spreekt van
zelf, dat zij daarbij rekening zal moeten
houden met het bestaan van andere <;om-
missiön, aan wie een meer bijzonder ar
beidsveld is aangewezen.
De Minister zou er prjjs op stellen,
dat de commissie zich op de hoogte stelt
van de toes tanden in de onderdeplen vafn
het land- en t uinbouwbedrijf en in laud
en tuinbouwgebieden, aan welke geen spe-
cialen vertegenwoordiger in de commissie
kon worden gegeven, zoude zjj niet al te
omvangrijk worden.
Mocht het echter voor den goeden ar
beid ntoodig blijken, dat de commissie
met enkele leden wordt aangevuld, dan
zal de Minister gaarne d ienaangj^indei
van haar een voorstel ontvangen.
Bovendien is het zijn voornemen tiaar
aan te vullen door vertegenwoordigers
van enkele gewesten, die t hans niet gere
presenteerd zijn.
De rede van den Minister werd iloor
BEKNOPTE MEDEDEEL!NGEN
den vioorzilter der commissie, dr. P, vpn
Hoek, 'directeur-generaal vuil den «u-beid,
beantwoord. rij
De vrouw schrikte even op alsof ze
verdiept was geweest in haar eigen ge
dachten, maar antwoordde dadelijk:
„Mtrcy Fairfan".
Sylvia herhaalde dien naam werktuige
lijk.
,IIc;t is een lieve naam," zei ze.
„Woont u in het Wildfall-kamp? Is u hier
al lang geweest?"
„Tegenwoordig wel. Neen, niet heel'
long ik ben hier gekomen met
doktor en zijn vrouw."
„Is u familie van hen?" vroeg Sylvia
eigenlijk zonder doel.
„Neen," antwoordde Mercy. „ïkben
met lien uit Engeland gekomen. Ik was
hec-l alleen en had geen menden op do
wereld en zij waren heel lief voor mij
Haar stem beefde een weinig.
Syhia kreeg een kleur.
„Ik ik vraag u vergiffenis," zei ze
cp haar beslisten toon, „ik had geen plan',
u pijnlijke vragen te doen. Ja, het moe-
ton wel heel goedhartige menschen zijn.
•Denk eens aan hoe goed ze voor mij
geweest zijn."
,.De wereld is vol goede menschen'
zei Mercy zacht.
Sylvia keerde haar hoofd af.
En slechte", fluisterde zij, denkende
aan Lavarick.
„Sommigen zijn slecht ja," stemde
Mercy toe. „Maar God regeert over al
len."
Sylvia draaide liet hoofd weer om
o zag de spreekster aan. Dp t.oon van
INSTALLATIE ONDERWIJSRAAD.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft gisteren in ©eu dei-
zalen van gijn departement den Ondpr!-
wijsraad geïnstalleerd.
De Miuister hield daarbij een red*
waarin hij er op wees, dat het opt rede»
van dezen raad m'el groot vertrouwen
d r den lande zal wonlen begroet ea
men van zijn arbeid veel verwacht voor
de ontwikkeling -van ons onderwijs.
Spreker zeide, dat hij in den Onder
wijsraad ials hel ware de verpersoonlijking
zag van de eischen, die .op dit oogenblik
het onderwijs in Nederland aan dén be
windsman stelt; de dragers van onder
wijsidealen, die aan de werkelijkheid- d©«-
volksbehoeften zijn ontleend. Als zodr
danig verwacht de Minister, dat de On--
derwijsraad groote lijnen zal trokken',
waarlangs de onder wij swe tge ving zich
moet bewegen en cLe inhoud daarvan zal
voorbereiden.
Ten slotte wees de Minister er op, dal
noch de Hooger Onderwijswet van 1870
noch de Middelbaar Onderwijswet van
1863, noch de Lager Onderwijswet van
1878 meer op dezen tijd klopt en dat dp
Raad in de eerste plaats bestemd is lei
ding aan de nieuwe aexa te geven.
De Voorzitter van de Onderwijsraad!,
prof. Bavinck, beantwoordde de redevoe
ring van den Minister.
BELASTING
WAARDEVERMEERDERING.
Volgfens de „Tel." zou de Raad vjut
State ongunstig hebben geadviseerd pver
een heffing van 30 pCt. belasting op d©
waardevermeerdering.
DUURTETOESLAG PREDIKANTEN
ENZ.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingekomen pm op het VI Ie Hoofd
stuk B der Staatsbegnopting voor 1919 een
post te brengen van f 315.000 als bijslag
voor dat jaar op de tractementen rm
predikanten, R -K geestelijken en ppper-
rabijnen.
De duurlebijslag zal weglens de sterk
uitecnloopendo Rijkstraclementen niet iu
den vorm van een percentage van het
tractement bestaan, maai- in een voor
allen gfelijke som. Er zijn 3-126 uit 's rijk»
kas gesalarieerde predikanten, R -KL geésr
telijken en opperrabijnen. Het totaal bitto
ner tractementen bedraagt f 1 803 334.59,
Voorgesteld wordt ongeveer 20 pCl. van
dat totaal bedrag gelijkelijk over al de
berusting en lankmoedig geduld maakte
indruk op haar.
„Is u hier graag in het kamp?" vroeg
zij om toch iets te zeggen. „U ziet er
zoo kalm uit zoo. ongeschikt vjoor het
leven in de wildernis."
„Men moet zich schikken naar de
omstandigheden," zei Mercy. „Maar ik
getoof niet, dat ik u mag laten praten,
anders zal mevrouw Longley, als zij terug
komt zeggen, dat ik lang geen ziekenop-
ipasster gjeweest ben. Probeer wat te
gaan -Slapen; en zij schikte de Lakens
met zachte hand.
Sylvia zuchtte.
„Ik ben haast bang om te gaan sla
pen", zei ze droevig, „want ik droom
dadelijk ik droom van alles alles
wat ik verloren heb!"
Mercy boog zich over haar heen en
veegde haar Pogen af.
„Tracht te donken, dat alles voor pus
bestwil geschiedt," fluisterde zij. „Het is
moeilijk, dat weet ik wel ja ik weet
het! Want ik beu, ook zoo ongelukki,'
geweest ,dat ik bang was om te gaan, sla
pen en te droom en. Maai- tracht er laan te
denken lieve, dat wij allen in God's hand
zijn
Sylvia zuchltte en sloot de pogen. De
verstandige woorden brachten weinig
troost op dat ©ogenblik, maar de stem1
dc toon waarop zij werden uitgesproken,
kalmeerde haar. Zij sliep eenigen tjjd en
toen zij wakker werd, zat Mercy naast
haar, oplettend en onvermoeid.
„Is u daar nog?" vroeg Sylvia.
„Dacht u dat ik u alleen zou Laten-?
Ja, ik ben hier nog en ik zal aan me
vrouw Longley vragen of ik mag blijven
- dat wil zeggen als u hel goed vindt.*'
„O ja, blijf bij mij,' zei Sylvia met een
zucht. „Ik heb heel graag dat u blijft."
i Verscheidene malen dien avond ves
tigde Sylvia de oogen op het bleeke droe
vige gezicht en telkens met toenemende!
belangstelling. Wanneer men groot ver
driet en smart 'heeft, doet het zien. van
het geluk van anderen hel pijnlijke hart
pijn: maar dit was een gelaat, dat imét die
uitdrukking van berusting eu vrede, al»
een balsem werkte op het smartelijk ge
moed van het eenzaam achtergebleven'
meisje.
Toen Lorrimore den volgenden mor
gen aan de tent kwam, schrikte hij bijna
evenzeer als Sylvia gedaan had door
de tegenwoordigheid van de nieuwe
verpleegster, want in haar eenvoudige,
zwarte japon en met haar kalme manier
van doen scheen zij bijzonder misplaatst
iu zulk een woest oord als een goudgra-
\erskamp. Zij maakte een onderdanig bui
ginkje voor Lorrimore.
„U zult haar vanmorgen veel beter vin
den, hoop ik, my-Iord," zei ze, want
I ctrim-ore's titel was in dien tijd bekeud
geworden zij ging de teni uit, bleef
vlak bij den ingang staan, zoodat zo niet
verstond wat er gesproken werd.
('W*rdt Y»rvoljJ),