MIBREIBURGSCHE COURANT. No. 146 Dinsdag 24 Juni 1819* I** JteKSng 'Abonn. prijs per kwartaal te Mid. lielburg en bij de agenten in Vlissiztgen ♦a Goes f 1.80, per post f 2.—. Advectentiën 20 cent per regel. Bij abonnement veel lager. Familieberichten en dankbetuigingen ran 7 regels f 1.50. Bovenstaande advertentieprijzen wor den met 20 toeslag verhoogd- BINNENLANB. deze kan vinden om met zijn onwaardig drijven succes te-'behalenf.*' NEDERLAND EN BELGIË. lïet Hand. schrijft in een artikel' ywumvfch de aanhef luidt: „als 'Jiet zoo doorgaat, gaat het verkeordvoor de Belgen," eu waarin voorts leen overj- eieht gegeven wordt der Belgische tan «exatie campagne en de /gevoerde be sprekingen, o.a. „De beide Ministers (v. Karnebeek ten Hymans) gaan naar huis, (na afloop de* bespi-ekingten te Parijs). De Ned©r,- Ijandsche verklaart, dat hij, ondanks de door België aangenomen houding!, en ondanks dal niemand hem rechtens <laa*toe kan dwingen, op den aangege ven voel wil doorgaan pm 'te onderzoen ken', wal in hel belang van België kan wojiden gedaan. WaarpmOmdat hij prijs stelt op goede verhoudingen tusL tschen de beide kleine nabuurstaten, fclie Eopveel met elkander gfemeen hebben. De Belgische Minister, die de be.slfsl- .sing' der mogendheden heeft ingerool- pen en daardoor aan hare uitspraak gebonden is, doet, alsof die uitspraak er alet is, verklaart te volharden bij snjne vroegere eischen, spreekt smadcr lijk pver de Ncderlandsche welwillend!- heid, daarin door spotlachen ,uit (dfe .Kamer gesteund. Eu de annexiojiislisclie «ampag'ne in hel land gaat haast nog krachtiger voort dan voorheen en benul leaene gelegenheid, waaronder dp kprnst •van Wilson, om zich te doen gelden. 4ao 'staat de rekening' lu&schen Nej derland en België. Aan alles Icomt een einde, ook pan het geduld en de welwillendheid van het Nedcrlandsche volk. Wanneer dan de BelgCn meenen door intriges, bij da Igroo.te Mogendheden het eens. verloren spel te kunnen winnen, dat 'zij dan hun göng gaan, wij' zullen onzerzijds doen wat wij kunnen om óns daarlcgtóiï te beschermen en wij verzekeren 'hun, dat Kij hun doel niet zullen berei ken. Maar dat het dan took uit zij met de welwillendheid onzerzijds, met ons beroep op gemeenschappelijk, overleg, voorwaarde van goede verstandhouding tusschen de beide volken Zoo iets kan niet bij voortduring van óón kant ko men', dan wordt het, ondanks Ie beste bedoelingen, onwaar en onoprecht. Wanj* neer dc Belgische reg'eOring en het Beh- jgïsehe volk, want een deel van bet Bel gische volk draagt mede schuld, (niet spoedig geheel van takliek veranderen en de hand grijpen, die bun van Nej derlandsche zijde bij herhaling] is loej- jgjestoken, dan zien wij aankomen, dat het Nedcrlandsche volk, dat tpt nu toe tie welwillende houding van Minister v. Karnebeek heeft toegejuicht, zal eischen, «lat men zich niet aan (nieuwe ver nederingen zal blootstellen en ieder 'verj- der overleg zal afbreken. Dan gaan wij, niet weer naar Parijs, onderhandelen niet verder, laten België, zooals liet blijkbaar wenscht, met zijn intriges, op de verkrachting' van onze souvereimteit gelicht, alleen. België zie dan maar, fc! het eeno betere gelegenheid dan DE ARBEIDSWET. In zijn Memorie van Antwoord consta teert dc Minister van Arbeid met voldoe ning', dat principieel Verzet tegen wettelijke beperking van den arbeidsduur van volwassen mannelijke arbeiders niet is genezen. De Minister merkt naar aanleiding van de geuite vrees, dat de invoering van <lton 8-urendag' zal leiden tot Vermijnde- ring va'n de productie op, dal reeds tlians in verschillende bedrijven de 8- urendag zonder welsdwang is ingevoerd; Aangenomen mag' wel worden, dat daar de productie tengeVólg'e van de wet nie| zal achteruilghan. Het wereld tekort mag naar het oordeel van den minister evenmin als de lijd van overgang, waarin de indjus'rie zich thans bevindt, weerhouden vau dc invoering van den aeht-urehdag. Hier is niet te bewijzen, dat de verkorte arbeids duur geen beletsel zal zijn om het we reldtekort aan te vullen, maar ook niet liet tegendeel. Vast staat echter \ve][, dal de arbeiders hun eisch'tot beperking van den werktijd in verschillende landpii kracht hebben bijgezet dooi' uitgebreide stakingen. Het behoeft wel geen betoog dat die conflicten een krachtig beletsel (zijn tegen aanvulling va(n liet weroldlekp.iT en dat een wet, welke stakingen tol li<H verkrijgen van. den achturendag onnioo- dig maakt, voorkomt, dat die hindlerpaal in den wreg wordt gfelegid aan pogingen om in het tekort aan productiemiddelen en producten it'e voorzien In een opmerking in hel Voorloopig Verslag werd in verband met Üe bui- tenlahdsche concurrentie erop gewezen, dat het ontwerp den arbeids duur per week tot 45 uur beperkt, terwijl nog niet vaststaat of de wetgeving' in het buitenland niet verder zal gaan dan de arbeidsweek lol 48 uur terug te brengen. De leden, die deze opmerking in het midden brachten, waren van oordeel, dfiit aan de hierop gegronde bedenkingen der industrie kan worden tegtemoeL gekomen zonder aan de lalgeraeene strekking van liet ontwerp tekort te doen. Hiertegenover wijst de minister erop, uat, "wordt de arbeidsweek v-jan 45 op 48 uur gesteld, hetzij een langere arbeidsdag dan 8 uur moet worden toegelaten, het zij de Vrije Za lerdaginidd/ag' niet ican wor den gehandliaafd. Voldoende reden om op een dezer belangrijn© punten hei wetsr ontwerp ie wijzigen heeft de minister met kunnen vinden. Voor bedrijven, welke niet mei het buitenland concurreereni, bestaat daartoe zeker geen aanleiding. Overigens acht de Minister het niet waarschijnlijk, dat al zon de wetgeving in hel buitenland niet verder gaan dan de 48-urige arbeidsweek voor te schrijven, onder den drang der arbeidsbeweging daar feitelijk niet korter zal worden ge werkt. Ten slotte zal men vermoedelijk ook daar noch aan den 8-uren dag' noch aan den vrijen Zaterdagmiddag kunnen ontkomen. Maar ook indien de loop van zaken .anders is, dan sehjjnt de voor sprong, dien de buitenlandsche op de Nederlandsche industrie zou krijgen door liet verschil in arbeidsduur, niet zoo groot, dat deze niet in tal van gevallen weer zal te niet gedaan worden door ongunstigere omstandigheden, waaronder in ander opzicht de nijverheid in het buitenland thans werkt en in de toe komst zal werken. Blijkt inderdaad dat de mogelijkheid om 'de concurrentie met het buitenland vol te houden ernstig ge vaar loopt door de 45-urige arbeidsweek dan zal van art. 27, waardoor overgangs maatregelen worden mogelijk gemaakt gebruikt gemaakt, kunnen worden om na- deelige gevolgen te voorkomen Tegenover de leden, die meenden, dat het wetsontwerp de kleine bedrij ven boven de groote bevoordeelt, daar voor werkgevers geen arbeidsduur wordt FtDIUETII, 0 E K 0 C H T. Naar het Engelsch van CHARLES GARVICE. 57). liet overige gedeelte van den dag dacht Lerrimore over de zaak na. De meeste msfcnnen zouden tevreden geweest zijn mei balgeen hij gedaan had, maar Lorrimore •was niet de man om zich aan een aubvoordelijkheid te onttrekken en in ze ker opzicht gevoelde hij, dat de Voorzienig heid Sylvia aan zijn hoede liad toever trouwd, iu ieder geval op dit oogenblik. 1?! zouden bezwaren verbonden zijn aiui bat reizen met een jong meisje, maar hij ton een dame nemen tot gezelschap en> geleide en zonder twijfel zou lij} iet,s van" haai' familie te weten komen en haar eindelijk aan haar bloedverwanten te rugbrengen. Dienzelfden avond /ontwaakte Sylvia met een zucht uit een onrustigen slaap |eit zag een vreemd gezicht over zich Jbeenigebogen. Zij schrikte hel eerstio Wogenblik, want bot nu toe was haar eonige verpleegster de goedhartige dok tersvrouw geweest. En toch was er niets in dit nieuwe gezicht om haar te ver-- schrikken, want ofschoon het heel droe j»JW keek, het was vriendelijk en in zeker b^jjaald, wijst de Minister er op, dat de kleine bedrijven in hel algemeen en in velerlei opzicht achterstaan bij de gnootere. Alleen waar het de bakkerijen geldt, moet de regeling zicli ook over den pa- troonsarbeid uitstrekken om dat anders liel verbod van nacht- en Zondagsarbeid ontwrichting van het geheel© bedrijf dreigt mee te brengenmaar ook hier gaat het ontwerp niet verder dan bepaald nood zakelijk is. Zonder op den te ontwerpen algemce- nen maatregel van bestuur vooruit te léppen, is de minister voorshands van gevoelen, dat nachtarbeid behoort te worden toegestaan voor een aantal met name genoemde bedrijven. Wat het verschijnen van ochtend bladen betreft, sluit de Minister zich geheel aan bij de leden, die oordeel en, dal dit zoowel met het oog op handelsbe richten ais ter wille van regeerin^sber moeiingen, scheepstijdin^bn enz., van groot nut is. "Wel zal gewaakt dienen te worden tegen onnoodige uitbreiding, De minister, is vont meeninjg', dat' een af- onderlijke regeling voor den landarbeid spocdeischend is. Aan het departement van den minister wordt thans een ontwerp Landbonw-ar- beidswet voorbereid, dat zal strekken ter vervanging van het bij kon. boodschap van 7 Aug, 1917 bij de Tweede Kamer oauhanigig gemaakte ontwerp van wet. Volgens de djaarin opgenomen regeling van den arbeidsduur zal voor mannelijke! volwassen lanjdarbeidfsrs gedurende iiel' winterhalfjaar dc 8-urendjag gelden; in de 1 drukke maandfen zal de werkdag 10 uren zijn, gedurende-enkele weken 12 uren. Een ontwerp van wet, strekkende om \ocr de havenarbeiders don, 8-urigenl werkdag in te voerenl, is blij het' dleparte- ment vivu' don süinislter in voorbereiding. De minister erkent' gaarne, dat b o-, nia;de elimg van d,e patroons in het midd/m- en; 'kleinbedrijf door liun ;ir beiders als gevolg van dfe werking deij ontworpen wfel' mogelijk is. De vraag,' waar lijj bij de hnfienüng van het wetsont werp vo'or stond', was djan'. ook deze* of het thans reeds noodig was straf te be dreigen tegen dfen arbeider, dfe in zijn, vrijen tijd in, eigen bedrijf den patroon,' coneurrenjtie aandoet. De noodzakelijk heid van dien maatregel meende hij voor alsnog te miofeten. ontkennen) omdat z'. i.' de economische positie, die de werkgevpr tegenover den werknemer inneemt, sterk Igjenoeig is1, /om dezenl te beleden epn voor den werkgever hadeelig gebruik van zijn vrijen tijd tfe maken. De minister acht' hel bij nadere over weging npodig eenige uitzonderings bepalingen te stellen betreffend© rüjiralen, di£ njet als kantoren zullen' worden beschouwd. In de eerste pliaatis zijn buiten het be grip kantoren, (gebracht) de post-, tele-' gianf- en telefoonkantoren. Ook scheen het denj ministjer in het belang van' dien gjoedfeu. gang van' het be drijfsleven mindfer gewenschl voor per sonen, die administratiieve werkzaamhe den verrichten in fabriekskant|orenkan,- l oren van winkels, a po gieken, koffiehui zen .hotels er< verplegingsinri clilüngen «hidcrc bepalinjgen te doen gelden vlan wor de eigenlijke fabrieksarbeiders, de! winkelbedienden, enz. opzicht schoon. Het behoorde aau een vrouw, die ofschoon ze nog jong was, er uit zag of een groot© smart haar, voor haar tijd verouderd had. Het ge zicht was bleek en doorgroefd van de lijnen en rimpels, die &e smart zeker en dieper teekent dan de tijd; dit zelfs vermag, maar de oogen waren vriendelijk en vol medegevoel en de lippen glim lachten met een teeder medelijden Al-, les bij elkander was het. een lief gezicht Sylvia liet er haar grooto oogen peinzend op rusten. ,.U had niet verwacht een vreemd gezicht te zien", zei de vrouw met zachte stem. „Ik hoop, dat het u niet hindert mij te zien? Mevrouw Longeley is weg om eien man op te passen, die rijn been gebroken heeft en toen heb ik permis sie gevraagd bij u te "komen zitten." „Het is heel vriendelijk van u," zei Sylvia met de apathische berusting in lailfes, die eigen is aan een geest gfedo/id door smart. De nieuwe verpleegster Stlreök de kus sens glad en verwijderde Sylvia's mas- s-a's haar van haar bleek 'gezichtje, toen ging zij naast haar zitten met die onbe wegelijke kalmte, die de best© hoedanig heid* is van een verpleegster. Sylvia lag haar droomerig "en onverschillig eeuigen lijd aan te kijken en geen van beiden: sprak Het bleeke gezicht met de treurige, gesloten uitdrukking, interesseerde haar op een onbestemde, haast onbewuste wijze. Eindelijk zei ze. „Ho© hefit u?" FXONO.IUSCHE VOORUITZICHTEN VAN LAND- EN TUINBOUW Gistermiddag is door den Minister van Landbouw, Nijverheid eu Handei dó com missie tot bestudeering van de economir mische vooruitzichten van land- en tuin.- 3>ouw geinstalleerd, In een rede, welke de Minister daarbij uitsprak, wees hij er op, dal het doel ter commissie is te onderzoeken welken in vloed de belangrijke wijziging in het eco nomisch leven, veroorzaakt door de bui tengewone "omstandigheden gedurende de laatste jaren, uitoefenen op het land- en het tuinbouwbedrijf en op de ricliting, waarin deze bedrijven zich in liet vervolg zullen moeten ontwikkelen. Zij zal verder hebben na te gaan, welke maatregelen .van {overheidswege moéten worden getroffen (om aan de ontwikkeling van den land- en tuinbouw in de toekomst steun eu leiding te geven. Na te hebben uiteengezet hoe vóór den oorlog het land- en tuinbouwbedrijf 'in pus land zich moderniseerde onder in vloed der zich .uitbreidend© toepassing der landbouwwetenschap, en stoom tn eleclricileit een ommekeer brachten in den aanvoer van productiemiddelen en in den afzet der voortbrengselen, terwijl de verplaatsing ran de verwerking der landbouwproducten van de boerderij naai de fabriek en de wijziging in de iecli- nische verwerking zelf groot© verande ring in vele bedrijven bracht, waarmede de ontwikkeling 'van de coöperatie en van het credietwezen gepaard ging, ging Ide Minister na hoe in a] deze dingen, maar' vooral pok in hel 'buitenlandsche afzetgebied groote veranderingen kwamen door den oorlog. Waar nu dc algemeene welvaart ten nauwste is betrokken bij/ de richting. waarin de ontwikkeling yan hel land- en tuinbouwbedrijf gaan, dient de regeering zich daaromtrent te doen voorlichten, lojvrint 7.ij kunne overwegen, op welke wijze z ij' aan die ontwikkeling, waar noo dig, steun en leiding zal kunnen geve&i, en hare medewerking zich kan paren aan de energie door de belanghebbenden zelve ontwikkeld. Het geven van die voorlichting zal de taaie der commissie zijn. Het spreekt van zelf, dat zij daarbij rekening zal moeten houden met het bestaan van andere <;om- missiön, aan wie een meer bijzonder ar beidsveld is aangewezen. De Minister zou er prjjs op stellen, dat de commissie zich op de hoogte stelt van de toes tanden in de onderdeplen vafn het land- en t uinbouwbedrijf en in laud en tuinbouwgebieden, aan welke geen spe- cialen vertegenwoordiger in de commissie kon worden gegeven, zoude zjj niet al te omvangrijk worden. Mocht het echter voor den goeden ar beid ntoodig blijken, dat de commissie met enkele leden wordt aangevuld, dan zal de Minister gaarne d ienaangj^indei van haar een voorstel ontvangen. Bovendien is het zijn voornemen tiaar aan te vullen door vertegenwoordigers van enkele gewesten, die t hans niet gere presenteerd zijn. De rede van den Minister werd iloor BEKNOPTE MEDEDEEL!NGEN den vioorzilter der commissie, dr. P, vpn Hoek, 'directeur-generaal vuil den «u-beid, beantwoord. rij De vrouw schrikte even op alsof ze verdiept was geweest in haar eigen ge dachten, maar antwoordde dadelijk: „Mtrcy Fairfan". Sylvia herhaalde dien naam werktuige lijk. ,IIc;t is een lieve naam," zei ze. „Woont u in het Wildfall-kamp? Is u hier al lang geweest?" „Tegenwoordig wel. Neen, niet heel' long ik ben hier gekomen met doktor en zijn vrouw." „Is u familie van hen?" vroeg Sylvia eigenlijk zonder doel. „Neen," antwoordde Mercy. „ïkben met lien uit Engeland gekomen. Ik was hec-l alleen en had geen menden op do wereld en zij waren heel lief voor mij Haar stem beefde een weinig. Syhia kreeg een kleur. „Ik ik vraag u vergiffenis," zei ze cp haar beslisten toon, „ik had geen plan', u pijnlijke vragen te doen. Ja, het moe- ton wel heel goedhartige menschen zijn. •Denk eens aan hoe goed ze voor mij geweest zijn." ,.De wereld is vol goede menschen' zei Mercy zacht. Sylvia keerde haar hoofd af. En slechte", fluisterde zij, denkende aan Lavarick. „Sommigen zijn slecht ja," stemde Mercy toe. „Maar God regeert over al len." Sylvia draaide liet hoofd weer om o zag de spreekster aan. Dp t.oon van INSTALLATIE ONDERWIJSRAAD. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft gisteren in ©eu dei- zalen van gijn departement den Ondpr!- wijsraad geïnstalleerd. De Miuister hield daarbij een red* waarin hij er op wees, dat het opt rede» van dezen raad m'el groot vertrouwen d r den lande zal wonlen begroet ea men van zijn arbeid veel verwacht voor de ontwikkeling -van ons onderwijs. Spreker zeide, dat hij in den Onder wijsraad ials hel ware de verpersoonlijking zag van de eischen, die .op dit oogenblik het onderwijs in Nederland aan dén be windsman stelt; de dragers van onder wijsidealen, die aan de werkelijkheid- d©«- volksbehoeften zijn ontleend. Als zodr danig verwacht de Minister, dat de On-- derwijsraad groote lijnen zal trokken', waarlangs de onder wij swe tge ving zich moet bewegen en cLe inhoud daarvan zal voorbereiden. Ten slotte wees de Minister er op, dal noch de Hooger Onderwijswet van 1870 noch de Middelbaar Onderwijswet van 1863, noch de Lager Onderwijswet van 1878 meer op dezen tijd klopt en dat dp Raad in de eerste plaats bestemd is lei ding aan de nieuwe aexa te geven. De Voorzitter van de Onderwijsraad!, prof. Bavinck, beantwoordde de redevoe ring van den Minister. BELASTING WAARDEVERMEERDERING. Volgfens de „Tel." zou de Raad vjut State ongunstig hebben geadviseerd pver een heffing van 30 pCt. belasting op d© waardevermeerdering. DUURTETOESLAG PREDIKANTEN ENZ. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingekomen pm op het VI Ie Hoofd stuk B der Staatsbegnopting voor 1919 een post te brengen van f 315.000 als bijslag voor dat jaar op de tractementen rm predikanten, R -K geestelijken en ppper- rabijnen. De duurlebijslag zal weglens de sterk uitecnloopendo Rijkstraclementen niet iu den vorm van een percentage van het tractement bestaan, maai- in een voor allen gfelijke som. Er zijn 3-126 uit 's rijk» kas gesalarieerde predikanten, R -KL geésr telijken en opperrabijnen. Het totaal bitto ner tractementen bedraagt f 1 803 334.59, Voorgesteld wordt ongeveer 20 pCl. van dat totaal bedrag gelijkelijk over al de berusting en lankmoedig geduld maakte indruk op haar. „Is u hier graag in het kamp?" vroeg zij om toch iets te zeggen. „U ziet er zoo kalm uit zoo. ongeschikt vjoor het leven in de wildernis." „Men moet zich schikken naar de omstandigheden," zei Mercy. „Maar ik getoof niet, dat ik u mag laten praten, anders zal mevrouw Longley, als zij terug komt zeggen, dat ik lang geen ziekenop- ipasster gjeweest ben. Probeer wat te gaan -Slapen; en zij schikte de Lakens met zachte hand. Sylvia zuchtte. „Ik ben haast bang om te gaan sla pen", zei ze droevig, „want ik droom dadelijk ik droom van alles alles wat ik verloren heb!" Mercy boog zich over haar heen en veegde haar Pogen af. „Tracht te donken, dat alles voor pus bestwil geschiedt," fluisterde zij. „Het is moeilijk, dat weet ik wel ja ik weet het! Want ik beu, ook zoo ongelukki,' geweest ,dat ik bang was om te gaan, sla pen en te droom en. Maai- tracht er laan te denken lieve, dat wij allen in God's hand zijn Sylvia zuchltte en sloot de pogen. De verstandige woorden brachten weinig troost op dat ©ogenblik, maar de stem1 dc toon waarop zij werden uitgesproken, kalmeerde haar. Zij sliep eenigen tjjd en toen zij wakker werd, zat Mercy naast haar, oplettend en onvermoeid. „Is u daar nog?" vroeg Sylvia. „Dacht u dat ik u alleen zou Laten-? Ja, ik ben hier nog en ik zal aan me vrouw Longley vragen of ik mag blijven - dat wil zeggen als u hel goed vindt.*' „O ja, blijf bij mij,' zei Sylvia met een zucht. „Ik heb heel graag dat u blijft." i Verscheidene malen dien avond ves tigde Sylvia de oogen op het bleeke droe vige gezicht en telkens met toenemende! belangstelling. Wanneer men groot ver driet en smart 'heeft, doet het zien. van het geluk van anderen hel pijnlijke hart pijn: maar dit was een gelaat, dat imét die uitdrukking van berusting eu vrede, al» een balsem werkte op het smartelijk ge moed van het eenzaam achtergebleven' meisje. Toen Lorrimore den volgenden mor gen aan de tent kwam, schrikte hij bijna evenzeer als Sylvia gedaan had door de tegenwoordigheid van de nieuwe verpleegster, want in haar eenvoudige, zwarte japon en met haar kalme manier van doen scheen zij bijzonder misplaatst iu zulk een woest oord als een goudgra- \erskamp. Zij maakte een onderdanig bui ginkje voor Lorrimore. „U zult haar vanmorgen veel beter vin den, hoop ik, my-Iord," zei ze, want I ctrim-ore's titel was in dien tijd bekeud geworden zij ging de teni uit, bleef vlak bij den ingang staan, zoodat zo niet verstond wat er gesproken werd. ('W*rdt Y»rvoljJ),

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1919 | | pagina 1