MiMelBiplig M
iUILLÊ roa,
BIJVOEGSEL
7rpag 28 Baart 1919, es. 74
Binneniaad.
VERKLARINGEN VAN MINISTER RUTS
DE BEERENBROUCK.
De Londensche correspondent van de
Nieuwe CL heeft voor de Manchester
Guardian een onderhoud gehad met mi
nister Ruys de Beerenbrouck.
Onze premier sprak met den journa
list over het vraagstuk van den
wezen Duitschen keizer. Hij legde er
den nadmk op, dat noch de Konin
gin, noch de regeering iets wist van 's
keizers voornemen naar Nederland te
vluchten.
Tot heden to© hebben wij van de
geallieerden nog geen officieel© mede-
deeling ontvangen over het toekomstig
Lot van den ex-keizer. Als zij ons vra
gen om zijn uillevering, dan zal onze
houding worden bepaald door de> Ne-
derlandsche wet en de bestaande ver
dragen. Wij beschouwen deze kweslie
van het standpunt van het recht.
Eeuwenlang is Nederland een asyl ge
weest vioor menschen, die om verschil
lende redenen liun land moesten ver
laten. Wij hebben die nooit afgewe
zen en wij passen ditzelfde beginsel
toe op den ex-keizer.
Denkt u niet, vroeg de journalist,
dat dit een uitzonderlijk geval is, dat
bijzondere maatregelen vraagt?
Ik gevoel vrijheid te zeggen, dat in
tater jaren zal wiorden erkend, dat Ne
derland de heele wereld een uitnemen-
den dienst heeft gedaan door den kei
zer asyl te verleenen en daardoor ge-
tegenheia te geven, dat de geschillen,
gerezen door zijn troonsafstand, lang
zamerhand zich verzachtten."
En als de geallieerden zijn uitleve
ring niet vragen, zal men hem dan
veroorloven in Nederland te blijven?
„Het is moeilijk die vraag te beant
woorden. Als de ex-keizer er de voor
keur agn had gegeven naar elders te
gaan, zou hij ons heel wat moeite
hebben bespaard, en als hij later, door
omstandigheden daartoe geleid, zou be
sluiten ons te verlaten, dan Zouden
wij alleen verheugd kunnen zijn over
een zoodanige oplossing. Wij hebben
hem aooil gevraagd naar ons land te
komen, maar nu hij* hier is, is het onze
taak er voor te zorgen, dat hij zoo
rustig en onschadelijk (harmiess) als mo
gelijk blijft in zijn afzondering.
Natuurlijk zou de Zaak een ander
aspect kr ijgen, als zijn tegenwoordigheid
een gevaar zou Worden voor den Staaf."
De "journalist vroeg preciseering. In
dien dc geallieerden nu eens besloten
tot repressailles" legen Nederland, om
dat hel den gewezen keizer niet wilde
uitleveren?
Het antwoord was:
„Ik lean mij moeilijk voorstellen, dat
de geallieerden dezen koers zouden
slaan. Stellig, ik begrijp volkomen, hoe
verbitterd de gevoelens zijn van het
vtolk in Frankrijk, in België, in Enge
land tegen dezen man, die van alle millj-j
oenen d© incarnatie is van alle kwaad.
Tk ben niet in het minst verbaasd,
dat zij hem gestraft wenschen te zien.
Maar aan den anderen kant staat, dat
o rei- 't geheel zyn vijanden niet wisten
wat met hem aan te> vangen, als hij
in hun handen zou vallen. Zij verlangen
niet, dat hij in de historie een marte
laar wordt. Er zal verandering komen
.oorlogsmentaliteit van het volk.
Dit zal langzamerhand terugkeeren tot
voornamer gevoelens en dan zal het
kcizervraagsluk in gezonder geest wor
den behandeld."
Over de Belgische kwestie ook sprak
de heer Ruys de Beerenbrouck:
„Wat België's aanspraken betreft, Ne
derland zal nooit een vierkanten meter
van zijn gebied afstaan, om de eenvou
dige reden, dat op eiken vierkanten
meter menschen leven, die weigeren
van Nederland te worden afgescheiden.
Do bezoeken van de Koningin aan
Zeeuw sch-Vlaanderen en Limburg heb
ben voldoende aangetoond, dat de be
volking er niet over denkt een andere
nationaliteit te aanvaarden. Ik keu
de "gevoelens van het volk. Het is
Nederlandsch en wenscht Nederlandsch
te blijven en niets anders.
Wal de Scheldekwestie betreft als
de zeehandel van België materieel ver
beteringen eischt van de rivier, zal de
Nederlandsche. regeering verheugd zijn,
die aan te brengen. Maar ik weet niet,
of de toestand van de rivier in de toet
komst een wijziging zal ondergaan."
Ten slotte vestigde de minister-presi
dent er de aandacht op, dat "hoewel de
economische positie .van ons land ver
beterd was er nog vele duizenden werk
loos waren, omdat de fabrieken wegens
gebrek aan grondstoffen niet konden
worden aangezet. De premier wees er
in dit verband op, dat men zich in
hei buitenland geen goede voorstelling
msakte van de ontberingen, waaronder
ons volk had geleden en dat de uit
voer naar D.uitschland geboden was
dooi' de noodzakelijkheid van daar steen
kolen en ijzer en andere grondstoffen
te krijgen, die wij elders niet konden
krijgen
„Het is onwaar en onrechtvaardig te
zeggen, dat heel Nederland pro-Duitsch
was gedurende den oorlog. Wij hebben
stellig pro-Diuitschers in ons midden,
maar wij hebben ook ontelbare pro-Bel
gen, pro-Franschen, pro-Engelschen of
eenvoudig pro-ententemenschen Wij heb
ben felle critiek en heftige klachten'
moeten hooren van beide partijen,
dit heeft ons doen inzjen, dat de eeni-4
go houding, die wjj konden aannemen,
was, in de eerste plaats pro-Neder-
landsch te zijn."
GEKOCHT.
Naar het Ëngetaeh ven
CHARLES GAWXCB,
36)
„Wij houden een kleine oefening, freu
le Andrey", zei Jordan luchthartig..
Zij keek rond.
„Hier hebben wij den laalsten keer
geluncht, toen ik hier met Neville ge
weest ben", zei ze zuchtend. „Het schijnt
ai zoo lang geleden."
Jordan's glimlach maakte plaats voor
een uitdrukking die bedoeld was de hare
te weerspiegelen. Lord Lorrimore span
de zijn ooren in en bleef ernstig zwij
gend slaan. Zij nam tiaar rijkleed lang
zaam op om hun lijd te" geven met haar
mee te gaan of hun gesprek voort te.
zetten, maar daar zij zich niet verroerden,
moest zij zich wel verwijderen.-
„Weinu", zei ze, „izult ge nu uw best
tloen Neville te overtreffen' Hij doodde
er dien dag dertien ïnaar dat heb
ik u al verteld."
„U heeft een goed geheugen, freule",
zei Lorrimore.
Andrey zag hem aan.
„Voor alles wat in verband staat met
mijn ouden speelkameraad", zei ze be
daard en slenterde voort.
De fwee mannen wachtten een «ogen
blik, toen zei Lörrimoro l^arscb
„Nu, wilt u het eerst schieten, Sir Jor-'
NEDEIILAND EN BELGIC.
Een verklaring
senator Goppieiers.
Het reeds met een kort woord door
ons vermelde onderhoud van den socia-
listischen senator Cpppieters van Geut mei
Le Peuple bevat in hoofdzaak de vol
gende beweringen.
De oorsprong van alle moeilijkheden
is te zoeken in het verdrag van 1839,
bepalend dat de bevaarbare geul der
Schelde in stand moet worden gehouden
(conservëe) door de twee landen, ieder
op zijn grondgebied, hetgeen met zich
brengt de zorg voor betonjning, veriich-)
ting en loodswezen. Nu heeft Nederland
zich altijd aan de letterlijke beteekenis
van het woord „conservéo" yehouden,
zoodat de toestand sedert 1839 op dat
deel rivier vrijwel ongewijzigd is. Van
dien tijd af is er echter veel veranderd',
m. n. de lon^ienmaat der schepen en
België heeft dan ook herhaaldelijk, doch
steeds tevergeefs, op rectificatie van de
vaargeul aangedrongen. Bij door België
voorgestelde verbetering van loodswezen,
verlichting en betonning was het heL-;
zelfde; alles stuitte af op de langzame
werking der diplomatieke onderhandeliu-
dan?"
„Zooals u wilt". Jordan nam zijn ge
weer op, mikte zorgvuldig en schoot.
De kogel raakte slechts de punt van
het kaartje.
Zijn lippen trokken zenuwachtig en
zijn gezicht betrok een pogenblik, maar
al heel spoedig wendde iiij zich met een
glimlach lot lord Lorrimore.
„Het is uw beurl", zei hij. „Ik heb
gemist, maar ik bezit de bloem nog.'
De hoon was bewonderenswaardig be
rekend om zijn mededinger op te wouden
en zijn hand onvast te makpn.- maar du
mislukte. Lorrimore hier zijn geweer op
scheen nauwelijks te mikken en schoot
zijn kogel precies in het gat van het
kaartje. Hij keerde zich om en keek Jon
dan aan met opeengeklemde lippen 'en
een snelle flikkering in zijn donkere
oogen.
Met zorgvuldig neergeslagen oogleden
nam Jordan de roos langzaam uit zijn
knoopsgat en reikt haar zijn mededinger
toe. Lorrimore ijam haar aan, nam zijn
hoed even af en zonder verder een woord
le spreken liep hij weg in de richting
die Andrey had ingeslagen. Jordan keek
he'rn na met do liand vastgeklemd om het
geweer en mót een uitdrukking op het
glezicht, die, zoo er een kogel in had
kunnen zitten, zijn mededinger door het
hart zou hebben geschoten. Lord Lorri-
moro hoefde niet ver te loópen. Hij vond
Andrey weldra; het was of zij op hem
wachtte.
Zij sloeg tip oogen op en zag hem met
een beleedlgd air aan; hij deed of hij
dit niet opmerkte toen hij zijp hand
gen, waarbij niet uit het oog moet worden
verloren dat Nederland verdacht wordt
dit alles met opzet zoo te laten om Rotter
dam tegenover Antwerpen te kunnen b«-
voordeelen.
De oplossing van dit alles zou op vrij
eenvoudige wijze kunneu geschieden, an
nexatie van grondgebied is, daartoe niet
noodig. De oplossing i9 deze: vrije be
schikking over de rivier, zoowel in tijd
van vrede als van oorlog, de heerschappij
over alles wat de scheepvaart betreft en
het recht om alle veranderingen en ver
beteringen «an te brengen, welke bet
belang van Antwerpen zou eischen.
Verder wijst Coppieters er nog op dat
Wester- en Oosterschelde door Neder
land van elkaar zijn gescheiden door twee
dammen; zeer ten nadeele van België,
dat daardoor een snelle, rechtstreelcsche
verbinding1 met de Maasmonden mist.
Overgaande tot het kanaal GentTer-
neuzen merkt Coppieters dit op. Terwijl
in België de breedte op den bodem 50
en aan den waterspiegel 97 meter be
draagt, zijn dezê cijfers in Nederland
resp. slechts 24 en G7. Wel zijn er twee
wisselplaatsen van 50 M. breedte te Ter-
neuzen en Sluiskil', maar dat is onvol
doende en oorzaak van veel' tijdverlies,
vooral met het oog op eb en vloed. Ver
der hebben de bruggen in België een
vrije breedte van 26 M., in Nederland van
15 M.de sluizen van Terneuzen, de wer
kelijke toegangspoort voor de haven van
Gent, zijn bovendien maar 140 M. lang
en 18 M. breed.
De verlichting van het kanaal, op Bel
gisch gebied aaneengesloten, is in Ne
derland zoo gebrekkig, dat liet nachtelijk
varen er onmogelijk wordt; alleen Ter-
neuzen, Sluiskil en Sas van Gent zijn: er
nl. verlicht.
Andere bezwaren zijn dat de Neder-I
landsche loods weigert aan het loodswe
zen te Gent te seinen, welke tonneïnaat
de schepen hebben, die van Terneuzen
afvaren. Men heeft dus geen gelegenheid
om tijdig het niveau van het kanaal1,
wanneer noodig, te verhoogen.
Dit alles spruit voort uit de omstandige
heid dat België geen enkele wijziging
op het kanaal mag aanbrengen zopder
goedkeuring' van Nederland en elke vraag
in dien geest, langs diplomatieken weg ge
daan, is steeds afgestuit op den onwil
der Nederlanders.
Wilt ge nog meer voorbeelden, vraagt
senator Coppieters. In 1906 is er aan
den Nederlandschen minister van finan
ciën gevraagd de douane-formali feiten te
Sas van Gent vopr schepen, die in transito
van Gent naar Antwerpen yaren, af te
schaffen. Dit werd geweigerd
De afwatering van Vlaanderen op het
kanaal is slechts toegestaan, wanneer de
waterspiegel daardoor niet meer dan eeo
decimeter stijgt; is deze grens bereikt,
dan sluiten de Nederlanders de sluizen
.te Sas van Gent en de scheepvaart staat
stop.
Het is dus hoog tijd, besluit Coppie-'
ters, dat er onderhandelingen geopend
worden om aan deze verouderde toe
standen een einde te maken.
Een verklaring vnn
burgemeester Briu»
De -joorrespondent der „N. R, Crt
schrijft uit Brussel dd. 24 dezer:
De heer Braun, burgemeester van Gent,
heeft zich door de „Indépendance" la
ten interviewen en dit blad bracht Dins
dag een verslag daarover, waaraan wij
het volgende ontleenen
Hel verdrag van 1839 moet herzien
worden, zegt Braun, opdat de Schelde
volkomen vrij worde en uitsluitend België
er werken op moge uitvoeren, welke
het noodig zal achten voor het onder
houd en de verbetering der rivier. Al
leen België, want het zijn de Belgische
belangen, die op de Schelde van de
grootste zijn. Zoo is b.v. de toekoms. van
het kanaal van Terneuzen nauw verhon
den met het vraagstuk van de bevrijding
der rivier, daar dit kanaal de haven van
Gent met de Neder-Schelde in verbin
ding stelt. Het kanaal' maakt, dat schepen
van 135 M. lengte, 17 breedte en 8.25
diepgang Gent kunnen bereiken en in
1913 kwamen er in de Gentsche haven
1.200.000 ton zeeschepen en 1.000.000
ton binnenschepen door het kanaal bin
nen. Echter beletten beperkende maat
regelen en administratieve belemmerin
gen van Nederlandsche zijde dit reeds
belangrijk verkeer zich uit te breiden,
ziooals dil mogelijk behoorde te zyn
Ik ben geen voorstander van annexa
ties, maar ben van meening, dat men
het kanaal zou moeten neutraliseeren,
evenials een strook terrein aan oeide zij
den van het kanaal, op Nederlandsen
grondgebied. België en Gent zijn er voor
alles op gesteld, meester te zijn van hei
kanaal en niet belemmerd te worden in
de reglementeering der scheepvaart en
het uitvoeren van noodig geoordeelde
werken tot onderhoud en verbetering
van dezen waterweg.
We verwijzen naar het Hoofdblad voor
een bespreking dezer verklaring.
uitstak, die de roos vasthield.
„Laat mij u uw ejgeudom teruggeven,
freule," zei hij met zijn ernstige slem
Andrey nam de roos aan, liet haar op
den grond vallen en zette er den voet op
toen vestigde zij haar flikkerende oogen
op hem.
„Hoe kon u u schuldig maken aan zulk
een. dwaasheid, om te kibbelen over
een bloem zonder eenigje Waarde?"
„U vergeet dat u haar gedragen hebt,'
zei hij met zachte stem. „Wij hebben niet
gë twist."
„Jawel," zei ze met bevende; lippen,
tiaar oogen wal zachter door zijn ernstig
antwoord. „Ik heb uw beider gericht ge
zien. O, wat zijn mannen toch dwazen, jom
standjes te krijgen om een kleinigheid.'
„De vrouw, die ik liefheb, is meer dan
een kleinigheid voor mij," sprak hij weder
met zijn ernstige stem.
Zij zette groote ooogen op en maakte
een buiging voor hem.
„O, dan was ik het waar u voor aan
het schieten Was als twee boerenjongens
op de permis."
„Als fwee mannen in doodelijkeai
ernst Tenmi'.nsle de eene."
„Inderdaad! En dacht u dat ik ge
noegen zou uenien met zulk een dwaas-
beid en het mij aangenaam zou zijn? Wal
moet u mij voor een ijdele idioot aanzien
Lord Lorrimore, mijn ijdellieid is van een
zeldzamer aard dan dat ze op zulk ecu
manier bevredigd zou kunnen worden."
„Wijs mij dan een andere, een hoó^
glere manier aan," zei hij haastig. „U
weet er is niets wat ik niet zou willen
doen .om mijn liefde te toon en en de
VEREEN1G1NG TOT BEVORDERING
VAN HET VREEMDELINGENVERKEER.
In het gebouw der vereeniging alhier
werd Woensdagmiddag de jaarvergade
ring gehouden van do Vereeniging tot be
vordering' van het vreemdelingenverkeer
in Walcheren, onder voorzitterschap van
den heer H. J. G. Hartman.
Door den secretaris, jien heer F. A,
Hiller, werd het jaarverslag over 1918
uitgebracht, waarin hij, na herinnering
aan het nog steeds niet sluiten van den
den vrede, het tot standkomen van den
wapenstilstand en de ondankbaarheid van
een deel der Belgen, mededeelt dat het
vreemdelingenbezoek dit jaar ook weer
zeer gunstig was, al werkte de kille zomer
niet bepaald mede, en woedde de oorlog
nog steeds hevig om ons heen. Nu de
vrede naar men hoopt eerstdaags getee-
kend zal wórden dient nog meer reclame
voor Middelburg en het eiland Walcheren
te worden gemaakt, want het gevolg van
den vrede zal zijn, dat de grenzen open
gaan en vele landgenooten als voor den
oorlog hunne vacantie in het buitenland
zullen gaan doorbrengen, waarbij nog
komt dat op het drukke vreemdelingen-
bezoek des Woensdag en Donderdags uit
Ostende, Blankenberg, Heijst enz. Voor-:
loopig zéker niet moeten rekenen. De
secretaris spreekt de hoop uit dat ook
dezen zomer vele landgenooten ons eiland
komen bezoeken en even voldaan Weder
vertrekken als gedurende de afgetoopen
oorlogsjaren, temeer waai' nu wederom
twee van de schoonste plekjes, te welen
Valkenisse en Oranje vroon voor het pu
bliek toegankelijk zullen rijn.
Er werden verkocht 422 Nederl. ei
Fransche gidsen, tegen 721 en 37 in
1917, terwijl er 28 Nederl. en 2 Fransche
gratis werden uitgereikt, tegen 95 Neder
landsche in 1917.
Verkocht werden 390 fietskaarten tegen
335 in 1917, nieuwe folders werden niet
gedrukt, doch dit jaar zal er toe moeten
worden overgegaan.
Op het informateibureel werd hel re
gister geteekend door 562 personen na
mens 1492 bezoekers tegen 530 namens
1507 in 1917.
Ook maakten vele officieren eu Bel
gen gebruik van het bureau voornamelijk
voor het informeeren naar woningen en
kamers.
Een 70-tal verzoeken om ^schriftelijke
inlichtingen betreffende logies, tochtjes
enz. werden door den concierge beant
woord; er werden 510 wandelkaarien
voor de bosschen te Domburg uitgereikt.
Jammer dat voor Hoogduin nog steeds
bij den beer Elout te Domburg moét wosy
den aangevraagd. Door tusschenkornis®
van het bureau werden 18 rijtuigen be*
steld. Het bord aan het station zal wee*
worden geplaatst, evenals de oriënteen-
bordjes onder Domburg, terwijl over de
schade aan den trap te Valkenisse nog
onderhandelingen met de mijitaina over
heid wordt gevoerd en zij daarna in otesy
leg met het Polderbestuur naar ae and
dere zijde van den kuil z&i worden ver-i
legd.
De vereeniging telde op 1 Januari
1919 308 leden, terwijl de contribuü*
slechts 1600 per jaar bedraagt. Hef lo
dental gaat langzaam maar zeker achter
uit; wel is dit in de eerste plaats een ge
volg van overlijden en vertrek, maar toch,
vraagt de secretaris, waarom do veree
niging in een plaats van bijna 20 000 in
woners geen 8000 doch slechts 300 ledëa
telt, temeer waar een groot dee! van do
neringdoenden, aï is 't niet direct dan
toch zeker indirect welvaart hebben MJ
een druk bezoek van vreemdelingen aan
de stad of het eiland; hij gelooft, dat
onbekendheid met het vele en nuttig©
werk door de vereeniging verricht, hien-
van de oorzaak is. Begrijpen de Middel
burgers wel, dat er geen vereeniging in
die zoo in liet algemeen belang van do
stad werkt, en niet; alleen voor de stad,
maar ook voor ons geheele eiland, ole
de vereeniging voor 'Vreemdelingenver
keer Wanneer zij straks naar YalksniSs©
trekken, zullen ze daar weder do trap
geheel hersteld vinden; wanneer fietser#
naar Domburg gaan en door de bosschen
rijden, zullen ze de wegwijzers vinden,
de automobilisten en stalhouders sullen
geen last meer hebben van tollen, wanfi
deze zijn met 1 Januari 1919 afgeschaft
Dit zijn slechts enkele punten dia ik
opnoem van het vele werk, door de
vereeniging verricht, om nog niet lp spre
ken van de reclame, door de vereeniging
in binnen- en buitenland gemaakt. Daar
om roept de secretaris de Middelburgers
en ook andere bewoners van Walcheren
toe wordt lid van de vereeniging, waar
door ge het mogelijk maakt, dac het,
bestuur nog meer voor de stad en hef
eiland kan doen, tot heil van de bevol
king; maar daarvoor heeft het geld, veel
geld noodig en hiermede kunt gij hef
bestuur steunen.
Nog wordt medegedeeld, dat met oea
bekende filmfabriek onderhandelingen
worden gevoerd over het vervaardigen
van een film van Zuid-Beveland en Wal
cheren. Het verslag werd goedgekeurd
Ook werd goedgekeurd de rekening:
van den penninjgmeester, den heer air. H
Doorenbos, aanwijzend in ontvang een
bedrag van f 3044,21 en in uitgaaf
f 3021,39i£. al zoo een goed stof *sjh
f 22.81 V2
Van de bestuursleden waren aan. de
beurt van aftreding de heereo3. W ran
Benthem Jutting, K. van Schouwen, na.
G. J. Sprenger en C. Wl Dhuij, terwij! e»
een vacature was ontstaan door het rer-
irek van den heer P. ten Cate.
De beer Jutting werd herkozen en ge
kozen in de vacutre-Ten Cate de hoe*
Van Schouwen; in de vacature-Va»
Schouwen de heer S. Blauuw; in de va-
cature-Sprenger de heer R. J. Brouwer.,
in de vecature-Dhujj de heer W! Fr©
deriks.
uwe te winnen.' Zij maakte een gebaar
van ongeduld. „Denkt u dan dat ik rust
had, terwijl die man de roos droe&' die
ik u gegeven had? Als u ze in zee ge-
Worpen had
„Zou u in zee gedoken zijn-'" viel zij
hem in de rede met een lach die sarcas-1
tisch moest heeten, maar een we n!g trilde.
„Ja," zei hij ernstig, ,#k wil alles doen,
overal naar toe gaan om u mijn liefde te
bewijzen, ofschoon ik geloof, dat gc er
niet aan kunt twijfelen, Andrey."
Zij liet onopgemerkt voorbijgaan dat
bij haar bij "haar naam noemde.
,,ïk heb gbooten lust u te zenden naar
naar zei ze met een lachje van
verveling.
„Zend mij waarheen gc wilt.''
Toen hij dit zeide kwam er plotseli
een denkbeeld bij Andrey op. Vergeel
niet dat zij aan Neville had gedaent.
„Zou u dat willen?" zei ze „Als ik
u oens vroeg een verloren vriend te gaan
opsporen een vriend wiens afwezigheid
en stilzwijgen mij verdriet doen zou u
dan gaan? Wacht! Het is niet alleen voor
hem of voor mijzelf dat ik u dit vraag,
maar voor u, Lord Lorrimore. U verbeu
zelt uw tijd."
Zij werd beurtelings rood en bleek.
„Ach! wanneer zullen de mannen toch
leeren begrijpen dat wij, dwaze, nutte-;
looze jonge meisjes, niet waard zijn dat
men zich zoozeer om haar "bekommert?"
zei ze Vprder.
„Denk maar niet aau mij," zei hij.
,Ga voort. Wie is die Vriend, dien u
wenschte te vinden?"
Hij keek hpgr oplettend aan.
DE VERDWIJNENDE BOOMEN VtN
ZUID-BEVEL AND
Een onzer Z.-Bevelandsch© correspoo
denlen schrijft:
De predikant en rector Gargon, -chrij-
ver van de Walchersche Askadia vertelt
in dit merkwaardige boek, waar hij zijo
reisgezelschap op den dijk bij Rammckió*
laat turen naar Zuid-Beveland dat d$>
eiland in hoog© hoornen als besloten,
lag. Gargon, die zich lang had zitten
verkniezen in het onveilige Geffen en
„Neville Lynne, zei ze, zijn blik jpj©-
tig ontmoetende.
Hij schrikte niet, maar zag haar oop
steeds aan.
„Sir Jordan's halfbroeder? Weot bfj
niet waar die is?"
„N—een."
„Of zegt het. En u zijn lyipea
beefden en hij werd bleek - „waarom
wou u hem hebben, 'dien Neville?"
Zij slamptc met haar voet.
„,Wat slaat u toch lan£" op hetzelfde
aambeeld! Hij is een vriend van mij
een oude speelkameraad. Wij waren sa
men kinderen en nu zwerft hij ergens
rond, misschien zonder tehuis, eo zou-,
der geld. Denkt u dat de heele wereld
verliefd op mij is, zoo wel Zij zweeg;
en beet zich op do lippen.
„Ik zal gaan," zei hij. Toen betrok zijn
gezicht en werden zijn oogen somber
„En als ik terug kom, en het -loet van
mijn reis is gedaagd óf mislukt, Jan zal
u ach!"
Zij begreep hem het eerste oogenbiik
niet, toen vloog het bloed haar naar hei
gbzicht
„Nog'steeds Andrey Hope wezen," zet
ze met zachte stem.
Zijn gezicht klaarde op.
„Tk blijf misschien lang1 weg eeo jaar"
twee jaar."
,Twee jaar," zei fe dadelijk. „Ik ihi
zal wachten. Dit is een belofte."
(Wrdt v»rvotfgd