MiMelBiplig M iUILLÊ roa, BIJVOEGSEL 7rpag 28 Baart 1919, es. 74 Binneniaad. VERKLARINGEN VAN MINISTER RUTS DE BEERENBROUCK. De Londensche correspondent van de Nieuwe CL heeft voor de Manchester Guardian een onderhoud gehad met mi nister Ruys de Beerenbrouck. Onze premier sprak met den journa list over het vraagstuk van den wezen Duitschen keizer. Hij legde er den nadmk op, dat noch de Konin gin, noch de regeering iets wist van 's keizers voornemen naar Nederland te vluchten. Tot heden to© hebben wij van de geallieerden nog geen officieel© mede- deeling ontvangen over het toekomstig Lot van den ex-keizer. Als zij ons vra gen om zijn uillevering, dan zal onze houding worden bepaald door de> Ne- derlandsche wet en de bestaande ver dragen. Wij beschouwen deze kweslie van het standpunt van het recht. Eeuwenlang is Nederland een asyl ge weest vioor menschen, die om verschil lende redenen liun land moesten ver laten. Wij hebben die nooit afgewe zen en wij passen ditzelfde beginsel toe op den ex-keizer. Denkt u niet, vroeg de journalist, dat dit een uitzonderlijk geval is, dat bijzondere maatregelen vraagt? Ik gevoel vrijheid te zeggen, dat in tater jaren zal wiorden erkend, dat Ne derland de heele wereld een uitnemen- den dienst heeft gedaan door den kei zer asyl te verleenen en daardoor ge- tegenheia te geven, dat de geschillen, gerezen door zijn troonsafstand, lang zamerhand zich verzachtten." En als de geallieerden zijn uitleve ring niet vragen, zal men hem dan veroorloven in Nederland te blijven? „Het is moeilijk die vraag te beant woorden. Als de ex-keizer er de voor keur agn had gegeven naar elders te gaan, zou hij ons heel wat moeite hebben bespaard, en als hij later, door omstandigheden daartoe geleid, zou be sluiten ons te verlaten, dan Zouden wij alleen verheugd kunnen zijn over een zoodanige oplossing. Wij hebben hem aooil gevraagd naar ons land te komen, maar nu hij* hier is, is het onze taak er voor te zorgen, dat hij zoo rustig en onschadelijk (harmiess) als mo gelijk blijft in zijn afzondering. Natuurlijk zou de Zaak een ander aspect kr ijgen, als zijn tegenwoordigheid een gevaar zou Worden voor den Staaf." De "journalist vroeg preciseering. In dien dc geallieerden nu eens besloten tot repressailles" legen Nederland, om dat hel den gewezen keizer niet wilde uitleveren? Het antwoord was: „Ik lean mij moeilijk voorstellen, dat de geallieerden dezen koers zouden slaan. Stellig, ik begrijp volkomen, hoe verbitterd de gevoelens zijn van het vtolk in Frankrijk, in België, in Enge land tegen dezen man, die van alle millj-j oenen d© incarnatie is van alle kwaad. Tk ben niet in het minst verbaasd, dat zij hem gestraft wenschen te zien. Maar aan den anderen kant staat, dat o rei- 't geheel zyn vijanden niet wisten wat met hem aan te> vangen, als hij in hun handen zou vallen. Zij verlangen niet, dat hij in de historie een marte laar wordt. Er zal verandering komen .oorlogsmentaliteit van het volk. Dit zal langzamerhand terugkeeren tot voornamer gevoelens en dan zal het kcizervraagsluk in gezonder geest wor den behandeld." Over de Belgische kwestie ook sprak de heer Ruys de Beerenbrouck: „Wat België's aanspraken betreft, Ne derland zal nooit een vierkanten meter van zijn gebied afstaan, om de eenvou dige reden, dat op eiken vierkanten meter menschen leven, die weigeren van Nederland te worden afgescheiden. Do bezoeken van de Koningin aan Zeeuw sch-Vlaanderen en Limburg heb ben voldoende aangetoond, dat de be volking er niet over denkt een andere nationaliteit te aanvaarden. Ik keu de "gevoelens van het volk. Het is Nederlandsch en wenscht Nederlandsch te blijven en niets anders. Wal de Scheldekwestie betreft als de zeehandel van België materieel ver beteringen eischt van de rivier, zal de Nederlandsche. regeering verheugd zijn, die aan te brengen. Maar ik weet niet, of de toestand van de rivier in de toet komst een wijziging zal ondergaan." Ten slotte vestigde de minister-presi dent er de aandacht op, dat "hoewel de economische positie .van ons land ver beterd was er nog vele duizenden werk loos waren, omdat de fabrieken wegens gebrek aan grondstoffen niet konden worden aangezet. De premier wees er in dit verband op, dat men zich in hei buitenland geen goede voorstelling msakte van de ontberingen, waaronder ons volk had geleden en dat de uit voer naar D.uitschland geboden was dooi' de noodzakelijkheid van daar steen kolen en ijzer en andere grondstoffen te krijgen, die wij elders niet konden krijgen „Het is onwaar en onrechtvaardig te zeggen, dat heel Nederland pro-Duitsch was gedurende den oorlog. Wij hebben stellig pro-Diuitschers in ons midden, maar wij hebben ook ontelbare pro-Bel gen, pro-Franschen, pro-Engelschen of eenvoudig pro-ententemenschen Wij heb ben felle critiek en heftige klachten' moeten hooren van beide partijen, dit heeft ons doen inzjen, dat de eeni-4 go houding, die wjj konden aannemen, was, in de eerste plaats pro-Neder- landsch te zijn." GEKOCHT. Naar het Ëngetaeh ven CHARLES GAWXCB, 36) „Wij houden een kleine oefening, freu le Andrey", zei Jordan luchthartig.. Zij keek rond. „Hier hebben wij den laalsten keer geluncht, toen ik hier met Neville ge weest ben", zei ze zuchtend. „Het schijnt ai zoo lang geleden." Jordan's glimlach maakte plaats voor een uitdrukking die bedoeld was de hare te weerspiegelen. Lord Lorrimore span de zijn ooren in en bleef ernstig zwij gend slaan. Zij nam tiaar rijkleed lang zaam op om hun lijd te" geven met haar mee te gaan of hun gesprek voort te. zetten, maar daar zij zich niet verroerden, moest zij zich wel verwijderen.- „Weinu", zei ze, „izult ge nu uw best tloen Neville te overtreffen' Hij doodde er dien dag dertien ïnaar dat heb ik u al verteld." „U heeft een goed geheugen, freule", zei Lorrimore. Andrey zag hem aan. „Voor alles wat in verband staat met mijn ouden speelkameraad", zei ze be daard en slenterde voort. De fwee mannen wachtten een «ogen blik, toen zei Lörrimoro l^arscb „Nu, wilt u het eerst schieten, Sir Jor-' NEDEIILAND EN BELGIC. Een verklaring senator Goppieiers. Het reeds met een kort woord door ons vermelde onderhoud van den socia- listischen senator Cpppieters van Geut mei Le Peuple bevat in hoofdzaak de vol gende beweringen. De oorsprong van alle moeilijkheden is te zoeken in het verdrag van 1839, bepalend dat de bevaarbare geul der Schelde in stand moet worden gehouden (conservëe) door de twee landen, ieder op zijn grondgebied, hetgeen met zich brengt de zorg voor betonjning, veriich-) ting en loodswezen. Nu heeft Nederland zich altijd aan de letterlijke beteekenis van het woord „conservéo" yehouden, zoodat de toestand sedert 1839 op dat deel rivier vrijwel ongewijzigd is. Van dien tijd af is er echter veel veranderd', m. n. de lon^ienmaat der schepen en België heeft dan ook herhaaldelijk, doch steeds tevergeefs, op rectificatie van de vaargeul aangedrongen. Bij door België voorgestelde verbetering van loodswezen, verlichting en betonning was het heL-; zelfde; alles stuitte af op de langzame werking der diplomatieke onderhandeliu- dan?" „Zooals u wilt". Jordan nam zijn ge weer op, mikte zorgvuldig en schoot. De kogel raakte slechts de punt van het kaartje. Zijn lippen trokken zenuwachtig en zijn gezicht betrok een pogenblik, maar al heel spoedig wendde iiij zich met een glimlach lot lord Lorrimore. „Het is uw beurl", zei hij. „Ik heb gemist, maar ik bezit de bloem nog.' De hoon was bewonderenswaardig be rekend om zijn mededinger op te wouden en zijn hand onvast te makpn.- maar du mislukte. Lorrimore hier zijn geweer op scheen nauwelijks te mikken en schoot zijn kogel precies in het gat van het kaartje. Hij keerde zich om en keek Jon dan aan met opeengeklemde lippen 'en een snelle flikkering in zijn donkere oogen. Met zorgvuldig neergeslagen oogleden nam Jordan de roos langzaam uit zijn knoopsgat en reikt haar zijn mededinger toe. Lorrimore ijam haar aan, nam zijn hoed even af en zonder verder een woord le spreken liep hij weg in de richting die Andrey had ingeslagen. Jordan keek he'rn na met do liand vastgeklemd om het geweer en mót een uitdrukking op het glezicht, die, zoo er een kogel in had kunnen zitten, zijn mededinger door het hart zou hebben geschoten. Lord Lorri- moro hoefde niet ver te loópen. Hij vond Andrey weldra; het was of zij op hem wachtte. Zij sloeg tip oogen op en zag hem met een beleedlgd air aan; hij deed of hij dit niet opmerkte toen hij zijp hand gen, waarbij niet uit het oog moet worden verloren dat Nederland verdacht wordt dit alles met opzet zoo te laten om Rotter dam tegenover Antwerpen te kunnen b«- voordeelen. De oplossing van dit alles zou op vrij eenvoudige wijze kunneu geschieden, an nexatie van grondgebied is, daartoe niet noodig. De oplossing i9 deze: vrije be schikking over de rivier, zoowel in tijd van vrede als van oorlog, de heerschappij over alles wat de scheepvaart betreft en het recht om alle veranderingen en ver beteringen «an te brengen, welke bet belang van Antwerpen zou eischen. Verder wijst Coppieters er nog op dat Wester- en Oosterschelde door Neder land van elkaar zijn gescheiden door twee dammen; zeer ten nadeele van België, dat daardoor een snelle, rechtstreelcsche verbinding1 met de Maasmonden mist. Overgaande tot het kanaal GentTer- neuzen merkt Coppieters dit op. Terwijl in België de breedte op den bodem 50 en aan den waterspiegel 97 meter be draagt, zijn dezê cijfers in Nederland resp. slechts 24 en G7. Wel zijn er twee wisselplaatsen van 50 M. breedte te Ter- neuzen en Sluiskil', maar dat is onvol doende en oorzaak van veel' tijdverlies, vooral met het oog op eb en vloed. Ver der hebben de bruggen in België een vrije breedte van 26 M., in Nederland van 15 M.de sluizen van Terneuzen, de wer kelijke toegangspoort voor de haven van Gent, zijn bovendien maar 140 M. lang en 18 M. breed. De verlichting van het kanaal, op Bel gisch gebied aaneengesloten, is in Ne derland zoo gebrekkig, dat liet nachtelijk varen er onmogelijk wordt; alleen Ter- neuzen, Sluiskil en Sas van Gent zijn: er nl. verlicht. Andere bezwaren zijn dat de Neder-I landsche loods weigert aan het loodswe zen te Gent te seinen, welke tonneïnaat de schepen hebben, die van Terneuzen afvaren. Men heeft dus geen gelegenheid om tijdig het niveau van het kanaal1, wanneer noodig, te verhoogen. Dit alles spruit voort uit de omstandige heid dat België geen enkele wijziging op het kanaal mag aanbrengen zopder goedkeuring' van Nederland en elke vraag in dien geest, langs diplomatieken weg ge daan, is steeds afgestuit op den onwil der Nederlanders. Wilt ge nog meer voorbeelden, vraagt senator Coppieters. In 1906 is er aan den Nederlandschen minister van finan ciën gevraagd de douane-formali feiten te Sas van Gent vopr schepen, die in transito van Gent naar Antwerpen yaren, af te schaffen. Dit werd geweigerd De afwatering van Vlaanderen op het kanaal is slechts toegestaan, wanneer de waterspiegel daardoor niet meer dan eeo decimeter stijgt; is deze grens bereikt, dan sluiten de Nederlanders de sluizen .te Sas van Gent en de scheepvaart staat stop. Het is dus hoog tijd, besluit Coppie-' ters, dat er onderhandelingen geopend worden om aan deze verouderde toe standen een einde te maken. Een verklaring vnn burgemeester Briu» De -joorrespondent der „N. R, Crt schrijft uit Brussel dd. 24 dezer: De heer Braun, burgemeester van Gent, heeft zich door de „Indépendance" la ten interviewen en dit blad bracht Dins dag een verslag daarover, waaraan wij het volgende ontleenen Hel verdrag van 1839 moet herzien worden, zegt Braun, opdat de Schelde volkomen vrij worde en uitsluitend België er werken op moge uitvoeren, welke het noodig zal achten voor het onder houd en de verbetering der rivier. Al leen België, want het zijn de Belgische belangen, die op de Schelde van de grootste zijn. Zoo is b.v. de toekoms. van het kanaal van Terneuzen nauw verhon den met het vraagstuk van de bevrijding der rivier, daar dit kanaal de haven van Gent met de Neder-Schelde in verbin ding stelt. Het kanaal' maakt, dat schepen van 135 M. lengte, 17 breedte en 8.25 diepgang Gent kunnen bereiken en in 1913 kwamen er in de Gentsche haven 1.200.000 ton zeeschepen en 1.000.000 ton binnenschepen door het kanaal bin nen. Echter beletten beperkende maat regelen en administratieve belemmerin gen van Nederlandsche zijde dit reeds belangrijk verkeer zich uit te breiden, ziooals dil mogelijk behoorde te zyn Ik ben geen voorstander van annexa ties, maar ben van meening, dat men het kanaal zou moeten neutraliseeren, evenials een strook terrein aan oeide zij den van het kanaal, op Nederlandsen grondgebied. België en Gent zijn er voor alles op gesteld, meester te zijn van hei kanaal en niet belemmerd te worden in de reglementeering der scheepvaart en het uitvoeren van noodig geoordeelde werken tot onderhoud en verbetering van dezen waterweg. We verwijzen naar het Hoofdblad voor een bespreking dezer verklaring. uitstak, die de roos vasthield. „Laat mij u uw ejgeudom teruggeven, freule," zei hij met zijn ernstige slem Andrey nam de roos aan, liet haar op den grond vallen en zette er den voet op toen vestigde zij haar flikkerende oogen op hem. „Hoe kon u u schuldig maken aan zulk een. dwaasheid, om te kibbelen over een bloem zonder eenigje Waarde?" „U vergeet dat u haar gedragen hebt,' zei hij met zachte stem. „Wij hebben niet gë twist." „Jawel," zei ze met bevende; lippen, tiaar oogen wal zachter door zijn ernstig antwoord. „Ik heb uw beider gericht ge zien. O, wat zijn mannen toch dwazen, jom standjes te krijgen om een kleinigheid.' „De vrouw, die ik liefheb, is meer dan een kleinigheid voor mij," sprak hij weder met zijn ernstige stem. Zij zette groote ooogen op en maakte een buiging voor hem. „O, dan was ik het waar u voor aan het schieten Was als twee boerenjongens op de permis." „Als fwee mannen in doodelijkeai ernst Tenmi'.nsle de eene." „Inderdaad! En dacht u dat ik ge noegen zou uenien met zulk een dwaas- beid en het mij aangenaam zou zijn? Wal moet u mij voor een ijdele idioot aanzien Lord Lorrimore, mijn ijdellieid is van een zeldzamer aard dan dat ze op zulk ecu manier bevredigd zou kunnen worden." „Wijs mij dan een andere, een hoó^ glere manier aan," zei hij haastig. „U weet er is niets wat ik niet zou willen doen .om mijn liefde te toon en en de VEREEN1G1NG TOT BEVORDERING VAN HET VREEMDELINGENVERKEER. In het gebouw der vereeniging alhier werd Woensdagmiddag de jaarvergade ring gehouden van do Vereeniging tot be vordering' van het vreemdelingenverkeer in Walcheren, onder voorzitterschap van den heer H. J. G. Hartman. Door den secretaris, jien heer F. A, Hiller, werd het jaarverslag over 1918 uitgebracht, waarin hij, na herinnering aan het nog steeds niet sluiten van den den vrede, het tot standkomen van den wapenstilstand en de ondankbaarheid van een deel der Belgen, mededeelt dat het vreemdelingenbezoek dit jaar ook weer zeer gunstig was, al werkte de kille zomer niet bepaald mede, en woedde de oorlog nog steeds hevig om ons heen. Nu de vrede naar men hoopt eerstdaags getee- kend zal wórden dient nog meer reclame voor Middelburg en het eiland Walcheren te worden gemaakt, want het gevolg van den vrede zal zijn, dat de grenzen open gaan en vele landgenooten als voor den oorlog hunne vacantie in het buitenland zullen gaan doorbrengen, waarbij nog komt dat op het drukke vreemdelingen- bezoek des Woensdag en Donderdags uit Ostende, Blankenberg, Heijst enz. Voor-: loopig zéker niet moeten rekenen. De secretaris spreekt de hoop uit dat ook dezen zomer vele landgenooten ons eiland komen bezoeken en even voldaan Weder vertrekken als gedurende de afgetoopen oorlogsjaren, temeer waai' nu wederom twee van de schoonste plekjes, te welen Valkenisse en Oranje vroon voor het pu bliek toegankelijk zullen rijn. Er werden verkocht 422 Nederl. ei Fransche gidsen, tegen 721 en 37 in 1917, terwijl er 28 Nederl. en 2 Fransche gratis werden uitgereikt, tegen 95 Neder landsche in 1917. Verkocht werden 390 fietskaarten tegen 335 in 1917, nieuwe folders werden niet gedrukt, doch dit jaar zal er toe moeten worden overgegaan. Op het informateibureel werd hel re gister geteekend door 562 personen na mens 1492 bezoekers tegen 530 namens 1507 in 1917. Ook maakten vele officieren eu Bel gen gebruik van het bureau voornamelijk voor het informeeren naar woningen en kamers. Een 70-tal verzoeken om ^schriftelijke inlichtingen betreffende logies, tochtjes enz. werden door den concierge beant woord; er werden 510 wandelkaarien voor de bosschen te Domburg uitgereikt. Jammer dat voor Hoogduin nog steeds bij den beer Elout te Domburg moét wosy den aangevraagd. Door tusschenkornis® van het bureau werden 18 rijtuigen be* steld. Het bord aan het station zal wee* worden geplaatst, evenals de oriënteen- bordjes onder Domburg, terwijl over de schade aan den trap te Valkenisse nog onderhandelingen met de mijitaina over heid wordt gevoerd en zij daarna in otesy leg met het Polderbestuur naar ae and dere zijde van den kuil z&i worden ver-i legd. De vereeniging telde op 1 Januari 1919 308 leden, terwijl de contribuü* slechts 1600 per jaar bedraagt. Hef lo dental gaat langzaam maar zeker achter uit; wel is dit in de eerste plaats een ge volg van overlijden en vertrek, maar toch, vraagt de secretaris, waarom do veree niging in een plaats van bijna 20 000 in woners geen 8000 doch slechts 300 ledëa telt, temeer waar een groot dee! van do neringdoenden, aï is 't niet direct dan toch zeker indirect welvaart hebben MJ een druk bezoek van vreemdelingen aan de stad of het eiland; hij gelooft, dat onbekendheid met het vele en nuttig© werk door de vereeniging verricht, hien- van de oorzaak is. Begrijpen de Middel burgers wel, dat er geen vereeniging in die zoo in liet algemeen belang van do stad werkt, en niet; alleen voor de stad, maar ook voor ons geheele eiland, ole de vereeniging voor 'Vreemdelingenver keer Wanneer zij straks naar YalksniSs© trekken, zullen ze daar weder do trap geheel hersteld vinden; wanneer fietser# naar Domburg gaan en door de bosschen rijden, zullen ze de wegwijzers vinden, de automobilisten en stalhouders sullen geen last meer hebben van tollen, wanfi deze zijn met 1 Januari 1919 afgeschaft Dit zijn slechts enkele punten dia ik opnoem van het vele werk, door de vereeniging verricht, om nog niet lp spre ken van de reclame, door de vereeniging in binnen- en buitenland gemaakt. Daar om roept de secretaris de Middelburgers en ook andere bewoners van Walcheren toe wordt lid van de vereeniging, waar door ge het mogelijk maakt, dac het, bestuur nog meer voor de stad en hef eiland kan doen, tot heil van de bevol king; maar daarvoor heeft het geld, veel geld noodig en hiermede kunt gij hef bestuur steunen. Nog wordt medegedeeld, dat met oea bekende filmfabriek onderhandelingen worden gevoerd over het vervaardigen van een film van Zuid-Beveland en Wal cheren. Het verslag werd goedgekeurd Ook werd goedgekeurd de rekening: van den penninjgmeester, den heer air. H Doorenbos, aanwijzend in ontvang een bedrag van f 3044,21 en in uitgaaf f 3021,39i£. al zoo een goed stof *sjh f 22.81 V2 Van de bestuursleden waren aan. de beurt van aftreding de heereo3. W ran Benthem Jutting, K. van Schouwen, na. G. J. Sprenger en C. Wl Dhuij, terwij! e» een vacature was ontstaan door het rer- irek van den heer P. ten Cate. De beer Jutting werd herkozen en ge kozen in de vacutre-Ten Cate de hoe* Van Schouwen; in de vacature-Va» Schouwen de heer S. Blauuw; in de va- cature-Sprenger de heer R. J. Brouwer., in de vecature-Dhujj de heer W! Fr© deriks. uwe te winnen.' Zij maakte een gebaar van ongeduld. „Denkt u dan dat ik rust had, terwijl die man de roos droe&' die ik u gegeven had? Als u ze in zee ge- Worpen had „Zou u in zee gedoken zijn-'" viel zij hem in de rede met een lach die sarcas-1 tisch moest heeten, maar een we n!g trilde. „Ja," zei hij ernstig, ,#k wil alles doen, overal naar toe gaan om u mijn liefde te bewijzen, ofschoon ik geloof, dat gc er niet aan kunt twijfelen, Andrey." Zij liet onopgemerkt voorbijgaan dat bij haar bij "haar naam noemde. ,,ïk heb gbooten lust u te zenden naar naar zei ze met een lachje van verveling. „Zend mij waarheen gc wilt.'' Toen hij dit zeide kwam er plotseli een denkbeeld bij Andrey op. Vergeel niet dat zij aan Neville had gedaent. „Zou u dat willen?" zei ze „Als ik u oens vroeg een verloren vriend te gaan opsporen een vriend wiens afwezigheid en stilzwijgen mij verdriet doen zou u dan gaan? Wacht! Het is niet alleen voor hem of voor mijzelf dat ik u dit vraag, maar voor u, Lord Lorrimore. U verbeu zelt uw tijd." Zij werd beurtelings rood en bleek. „Ach! wanneer zullen de mannen toch leeren begrijpen dat wij, dwaze, nutte-; looze jonge meisjes, niet waard zijn dat men zich zoozeer om haar "bekommert?" zei ze Vprder. „Denk maar niet aau mij," zei hij. ,Ga voort. Wie is die Vriend, dien u wenschte te vinden?" Hij keek hpgr oplettend aan. DE VERDWIJNENDE BOOMEN VtN ZUID-BEVEL AND Een onzer Z.-Bevelandsch© correspoo denlen schrijft: De predikant en rector Gargon, -chrij- ver van de Walchersche Askadia vertelt in dit merkwaardige boek, waar hij zijo reisgezelschap op den dijk bij Rammckió* laat turen naar Zuid-Beveland dat d$> eiland in hoog© hoornen als besloten, lag. Gargon, die zich lang had zitten verkniezen in het onveilige Geffen en „Neville Lynne, zei ze, zijn blik jpj©- tig ontmoetende. Hij schrikte niet, maar zag haar oop steeds aan. „Sir Jordan's halfbroeder? Weot bfj niet waar die is?" „N—een." „Of zegt het. En u zijn lyipea beefden en hij werd bleek - „waarom wou u hem hebben, 'dien Neville?" Zij slamptc met haar voet. „,Wat slaat u toch lan£" op hetzelfde aambeeld! Hij is een vriend van mij een oude speelkameraad. Wij waren sa men kinderen en nu zwerft hij ergens rond, misschien zonder tehuis, eo zou-, der geld. Denkt u dat de heele wereld verliefd op mij is, zoo wel Zij zweeg; en beet zich op do lippen. „Ik zal gaan," zei hij. Toen betrok zijn gezicht en werden zijn oogen somber „En als ik terug kom, en het -loet van mijn reis is gedaagd óf mislukt, Jan zal u ach!" Zij begreep hem het eerste oogenbiik niet, toen vloog het bloed haar naar hei gbzicht „Nog'steeds Andrey Hope wezen," zet ze met zachte stem. Zijn gezicht klaarde op. „Tk blijf misschien lang1 weg eeo jaar" twee jaar." ,Twee jaar," zei fe dadelijk. „Ik ihi zal wachten. Dit is een belofte." (Wrdt v»rvotfgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1919 | | pagina 5