62
Vrijdag 14 Maart 1919
A bon a pry* Per kwartaft! to Mid-
aetfttftg «n bij do agenten in Vlissjfcgec
9fi f 1.80. p*r post f 2.—.
AdverttaHêi 20 wait per segel.
Bij dboBa'ecKSüt veel lager.
Fanunebsrtchfcta ea dfttó-tölutftngeö
ran 1—7 regels f 1.60.
BfrranSSMade aér«K$*aii*pri$ien woe
des iS»l 20 o/o' toeslag Verhoogd.
Een waardige betoaging
tegen de annexatie.
We hebben op vergaderingen en con
certen enz. genoeg ervaring opgedaan van
applaus, om de verschillende soorten te
Jnutoen onderkennen. Maar het was een
nioow geluid in onze ooren toen we
gisterenavond in de Nieuwe Kerk, voorat
tegen het slot der betooging, een gedon
der van voetgetrap cn handgeklap hoor
den dat al maar weer voon.tduiurdd,
om, als liet even scheen te verzwakken,
onmiddellijk weer aan te zwellen, en le
worden voortgezet. Daar sprak zoo'n bij*-
zorrdere stemming' uit, dat in een an
dere omgeving dan een kerk, het daar
bij zeker niet gebleven zou zijn. Maar
z osais hei nu ging Was liet goed. De kerk),
gekpzen omdat men geen andere «okflïen
van die ruimte had1, gaf een waardigheid
en ernst aan de beloogSngi die er aan
ten {goede kwamen.
In <!e Noorderkerk was hel ook zoo.
Daar kwam men spoediger los dan in de
Nieuwe Kerk. Daar werd meer geapplatt-
diseerd, ook onder de redevoeringen
maar ook daar droeg dè betoogiug hoven-
al een waardig' indrukwekkend karaljier.
Beide lokalen waren geheel vol; in de
Nieuwe Kerk naar schatting een 1300, in
de Noorderkerk een 1100 personen. En
dank zij den voorzorgsmaatregel, dat nie
mand zonder programma binnen mocht,
ging alles zonder het minste gedrang.
Maar cr had nog wel een kerk gevuld
tunnen worden, gelet op de velen die
spijt hadden gteen programma te hebben
kunnen krijgen.
f
Allereerst zij hier verslag gegeven van
de bijeenkomst
in de Nieuwüe
Kerk.
'fegen acht uur was hel gebouw geheel
vorgeloopen. fn dc hoogc banken tegen
over den preekstoel hadden verschillende
autoriteiten hun plaats ingenomen de
Oommissai'is der Koningin; leden van Ge
deputeerde Staten, de burgemeester en
de raadsleden van Middelburg. De com
mandant van Zeeland was door uitstcdia-
heid verhinderd aanwezig te zijn, inaar
}iad eenigje stafofficieren als verlegen
woordigbrs gezonden.
En wat het publiek betreft, dit was u;t
alle rangten en slanden gerecruleerd,
mannen en vrouwen, bijna allen met hef
rood-wit-hlauw gtetooid, zoodat een venter
dio zijn nationale strikjes in tie kerk
te koop aanbood een zc.er ongewoon
gezicht in die omgevjng -- slechts wejnig
zaken maakte
Openingsrede
mr. P. D ic'l emfcin
Nadat de heer van Os met orgelspel
Variaties ojp het oude Wilhelmus de
bijeenkomst had ingteleid, beklom mr. P.
Dieleman, te«ls voorzitter van het anti-
dnnexatie-comité den kansel. Hij heette
de aanwezigen welkom, in het bijzonder
de bovengenoemde autoriteiten, en stelde
m het licht, dat deze betooging' de be-
teckenis heeft, dat de aloude Abdij'stad,
de hoofdstad van Zeeland, hel centrum
der provincie, de stad, waar dc banden
Samenkomen die de Zeeuwsch Vlamingen
aan de overigte Zeeuwen binden, uiting
wil geven aan hot gevoel dat allo- Zeeuwen
één zijn.
Of het dan nog noodig is, on of liet
gevaar van het losscheuren van een stuk
vetd Zeeland, nu nog niet geweken is?
Er is bij alle eenheid §en verschil te bo
merken met de Zceuwsch Vlamingen, die
reeds feest vierden naar aanleiding' van
het ber;cht uit Parijs dat de commissie uil
don Raad van Tien te Parijs dc anntexatio-
Wcnschen zou hebben afgewezen Wij
denken daar niet zoo vast over. Maar die
vreugde kwam voort uit de vurige begeer
te om te blijven behooren bij ons eilan
denrijk. Menh ceft in die begeerte daar
in het gloren van den dageraad reeds hel
Stralen van de middagzon raeencn te zien.
Iir is echter nog volop reden voor een
belonging. De berichten uit Parijs Ver
melden slechts dat bet verdrag van 1839
zal worden herzien. Wie zegt ons dat do
aangenomen conclus-.es in den Raad van
Tien niet ook het welzijn raken van
.Zeeuwsch-Vlaanderen? De berichten uit
België loonen bovendien dat daar nog
steeds dc publieke opinie bewerkt wordt
door pers en overheidspersonen, die
Steeds weer aandringen op afstand door
om, van liet beheerschreclit over de
Schelde. Wij weten wat een publeke
opinie kan beleckonen. Voorbeeld?» uit
dc geschiedenis bewijzen dit. Wij moeien
voorzichtig zijn tegenover bet naar impe
rialisme strevende deel der Belgen, en
wij, als zonen der Schelde, zeggön hot
koninklijke woord ïia Ik zal handhaven!
Ook die eischen van het beheersch,recht
over de Schelde beteekjenien annexatie
van wal Ncderlandsch is en altijd Neder-
landscli is geweest. Steeds in de geschie
denis, hoe de lotgevallen ook waren,
hoeft de Schelde bij Zeeland behoord.
Wij geven die niet over.
Wij moeten echter niet alleieti kracht
zoeken in een negatief protest. De
Zeeuwsch Vlamingen hebben er behoede
aan om te weten, dat het volk hier met
hen medevoelt, dat het bun onrust be
grijpt. Dc Zeeuwsch Vlamingen en de
Zeeuwen kennen beiden hel Luctor et
Emergozij hebben dezelfde gteschiedonis.
De gondloon is cén; het is het
zelfde volk, al is er bij de Z. Vlamingen
wal meer warmte te vinden in hun vast
beradenheid.
Daarom zullen wij liier getuigenis afleg
gen van hel verlangen naar één,
Zeeuwsch-Vlaanderen en Zetelandéén,
Zeeland en Nederland, één, Nederland
en Oranje.
Met een warm woord tot de Zeeuwsch
Wamingen om pal te staan eindigde de
spreker'zijn rede die door een lang aan
gehouden applaus beantwoord werd'.
Daarna was het gehoor voor het Mid
delburgss Mannenkoor dat onder leiding
van den heer J. Cleuver, eten verdienste
lijke voordracht ghf van het nu alom be
kende Zecuwsch-Vlaanische Volkslied,
woorden van Pattist en Vree ken, muziek
van A. Lijsen.
Dit was levens een gbede inleiding voor
de Rede
J. N. .Pattist
Geachte aanwezigen,'inwoners van
Middelburg, ingezetenen onzer
provinciale hoofdstad.
Hel is mij een eer en een vreugde, hier,
dezen avond in uw raiddcu een woord
te mogen spreken over de zaak. dié ons,
Zeeuwsch-Vlamingen, het eerst treft,
maar dan toch ook van nabij, zeer van
nabij u aan het hart moet rakenEert
eer. omdat het altijd een oer is, geroe
pen te worden voor zijn laud, voor zijn
streek op te komen; een vreugde, om
dat ik mij hier weet, gevoel tusschen
mannén en vrouwen, eens van zin met
ons, Zeeuwsclx-Vlamingen. Ei* be
hoeft- hier geen debat verleend te wor
den, daar behooren hier, in het hart
onzer provincie, geen vragen gesteld te
worden, wanneer ik als eenigc stelling
van dezen .avond poneer Zcenwseh-
VI«anderen was Nederlandsch, is Neder-
andscli en moet NedcrLondsch blijven.
Laat mij de zaak, waarom liet bier
gaal, in het negatieve steilten, om u goed
te doen gevoelen, waal" het om gaat
Kunt ge u onze provincie voorstellen zon
der den overkant. Kunt gij u uw markt
verbeelden zonder Axelsche, zonder Cad-
zandsche boerinnen. Kunt t?ij u uw Bur
gerschool, uw Gymnasium, uw Kweek
school denk en zonder Zeeuwsch-Vla.am-
sche jongens, uw scholen zonder
Zeenwsch-Vlaamsche onderwijzers, uw
straten van Middelburg zonder Zeenwsch-
Vlaamsche naambordjes. Laat mij het
nog sterker zeggen kunt gij u uw Vlis-
singen, uw oude Geuzenstad van 1572
voorstellen zonder Nederlandscbe Schel
de, zonder Nederlandsch gebied aan de
overzijde?
Gij behoeft mij daarop niet le ant
woorden, wij allen, Zeeuwsch-Vlamingen,
welen, dat hier loeft in uw aller hart, in
do ziel van den stedeling zoowel ais in
den plattelander onzer provincie Hot
eene, ondeelbare Zeeland, in-Jiet een©,
ondeelbare Nederland. Nederland laat Z -
Vlaanderen niet Los, maar Zeeland kan
Zeeuwsch-Vlaanderen niet loslaten. Zon
der Zeemvsch-Vlasnderen is Zeeland ais
een man, die beide becnen mist; als
iemand, wien een stuk van zijn bestaan
ontnomen wordt. De Zeeuwsche water
leeuw heoft. steeds gezwommen in beide
Scheldemonden en zijn blik heeft steeds
-alle Seheldezoomen beiieerscht. l)e
Zceuwsclic waterleeuw mag niet worden
een onttroonde koning, een gekrompen
•eus.
Gij kunt niet buiten ons, maar wij
kunnen niet buiten u. Als wij Kcmcn in
de Cadzandsclic duinen, als wij slaan
op den tweeden zeedijk, die de Schelde
binnen haar perken houdt, dan klopt'
ons hart warnier, dan gevoelen wij allen,
dal daar hier bij u, gewestgenooten, fanda
gen ooten wonen, mede-Vaderlanders. Als
wij aan dc Zuidgrens van ons oude vierde
en vijfde district staan, dan staan wij
voor het vreemde land. Hier in Middel
burg zijn wij thuis; tusschen li allen cn
ons heerselit dal geheimzinnige, trek
kende gevoel, dat wij in den diepslen
groiul één zijn, cén van land en één van
nationaliteit. Zoo dat verlrouwde, warme
weten van thüis tc zijn aan, den echt
Nederlandschcn haard. O. ja, wo hebben
ons eigen karakter, onze eigen zeden en
gewoonten, en die willen we handhaven
wc willten niet opgaan in het doodelijke
eenvormige; wo willen :>nzo Zeeuwsch-
Vlaamsche individualiteit handhaven; we
willen blijven „het landjo aan den over
kant". maar vóór alles zijn we en willen
we zijn echte, oprechte vaderlanders,
echte, oprechte Zeouwen.
Zou het ook anders kunnen, waar
meer dan drie eeuwen historie ons aan
Nederland binden, waar cfrie en een halve
eeuw het Axclsclie en Biervlietsche land
reeds aan Zeeland bindt. Zou het ook
anders kunnen, waar Zeeuwsche water
bouwkundigen ons halve Zeeuwseh-Vldan
deren veroverd hebben op de zee ou pol
der aan polder toegevoegd hebben aan
het oude Vlaamsche land? Zou het ook
anders kunnen, waar dc oudè-*Zceuwsch<
families, Middelburgsche geslachten, hof
stede aan hofstede bezaten in de vette
dcteipoldersvaar Cats, de Middelburg
sche pensionaris, zijn lusthoeve had;
waar dc Schorers, de Snouck Hurgron-
jes, de De Jonge's, de Van Reijgersberg
Versluijzcn, de Paspoorten, de Lampsens
hun pachters hadden cn de dorpskerken
begiftigden met hun kleurige glasranrm?
Zou Zeéuwsch-Vlaanderen anders dan
Nederlandsch kunnen zijn, waar een
Oranje, Prins Maurits, hek wederom aan
de Unie hechtte en de eerste gouverneur
van ons gewest wederom een Oranje was,
s prinsen broeder Freda rik Henflrik. Zou
de overkant anders dan Ncderlaud;sch
kunnen zijn na een driehonderdjarige
NederLandsche opvoeding door Neder-
laudschc onderwijzers cn geestelijken),
door Nederlandsche ambtenaren en over
heden, door Nederlandsche vaders en
Nederlandscbe moeders''
Wie Zecuwsch-Vlaanderen kent, wie.
Zeeuwsch-Vlaandei'en lief heeft, weet dal
het met al dc vezelten der ziel aan Neder
land, aan Zeeland in de eersfe plaats,
verbonden is, dat elk Ze uwseh-
Vlnamsch hart, dat zich niet gemakkelijk
uitklopt voor Zeeland, klopt voor ons
oude Holland. En nu niet alleen ond^r
tie opwinding van"'den' anti-annexatiezin,
maar steeds js hot zoo geweest. Hoevcle
mïilen heeft mijn vader mij niet verteld,
dal zijn moeder, nog levende onder den
naruk van den Belgischen opstand, hem
ais jongmensch, toen hij het ouderlijke
huis verliet, medegaf onder haar raad
gevingen Bedenk steeds, dal gij Hol
lander zijt en word nooit Belg. Zoo dacht
:1g Zeeuwsch-Vlaamsche boerenvrouw er
over vijftig jaar geleden; zoo heeft Z.
Vlaanderen allijd gedacht; zoo denkt liet
nog. We zijn geen „FLandria irredenta";
we zijn geep unlmoederde kin tieren van
het sclioone Vlaanderen; we zijn geen af
gesneden zonen van het dappere Yzer-
leger Wc zijn in merg cn hoen Neder
landers; we zullen ook niet anders zijn,
omdat we niet anders kunnen. Wij allen,
wie we ook zijn, deftige Cadzandtenaavs,
durvende Axelaars, brcedgcschonkte Bres-
siaanders, zelfs de klompenmakers \an
den Hulslerkaut, we dragen allen zonder
onderscheid, in do ziel, in het bloed het
bewustzijn, dut we één zijn met u,
Zeeuwen van Walcheren, van 'IGoesche
land. van Schouwen, één met Nederland.
Gij allen weet dat, maar als ooit de
proef op de som geleverd is, dan was
het een paar maanden geleden, toen dc
anncxaliegeruchten sterker dan ooit op
kwamen. Zonder cenige waarschuwing
Van boven af, zonder eonige inmenging
van regeeringszijde, van welk ambtenaar
■ook, stond Zeeuwsch-Vlaauderen op om
kalm en waardig le protesleeren. In een
korte spanne tijds waren op een bevol
king van 73.000 zielen niet mindor dan
33 500 handteekeningen verzxmeld van
enkel meerderjarigen, vrijwillig gegeven,
zonder eenigen drang, van welke zijde
ook Dpt wil dus zeggen, dat allen, allen
zonder ouderscheid, Nederlander wensch-
ten te blijven. En nu doen wij niets an
ders dan ons zelfbeschikkingsrecht vra
gen: we willen niet als koeien, met de
weide, waarin zij grazen, tegelijk ver
kocht worden. Wij willen Zeeuwen, Ne
derlanders, blijven, zooals we zijn. Meer
vragen wij niet, maar dat eischen wij
dan ook.
Wij willen handhaven onze nationali
teit, ons vaderland; wij willen bij -i blij
ven behooren. Wij kunnen en willen geen
afstand doen van onzen landaard, vari
onze taal, van onze vaderlandsliefde, van
onze vlag. Wdj willen geen ander-: vlag
Van onze huizen en torens zien dan liet
rood, wit- en blauw. Wij willen behou
den ons Nederlandsch bestuur, onze
Nederlandscbe vrijheid, ons Nederlandsch
onderwijs, onze Nederlandsche kerken.
We willen geen andere volksliederen hoo-
ren dan het Wilhelmus cn het Wien Neer-
landsch bloed.
Vraag hoe de stemming is aan hen,
die het laatste bezoek van Hare Majesteit
aan Zceuwsch-Vlaanderen zag-vi. Van
Walsoorden tot Breskens" was het één
golf van enthousiasme, was het één zege
tocht. Geen huisje in den polder was et
zonder driekleur; geen kind laius den
weg zonder nationaal lint, geen dorp zon
der bloemen; geen hart zonder ontroe
ring Wees er van verzekerd, dat, moch
ten ooit de landpalen wat God ver
hoede - verzet worden tot aan de Schel
de, dat de Ilollandsehe driekleur in Z.
Vlaanderen bewaard zal blijven om bij de
eerste de beste gelegenheid uitgestoken le
worden, cn dat Nederland toch ons va
derland blijven zal, in weerwil van alles.
Ons volk is een kalm volk, dat zich niet
gemakkelijk en dan nog zeer omzichtig
uit, maar wij kunnen het niet hebben,
dal men raakt, dat men maar wijst naar
onze nationaliteit. Zeeuwen zijn wij en
Zeeuwen willen wij blijven. Dat eischen wy.
Wij hebben geen baat legen naburen;
wij zijn een kalm volk. Op één onltele
kwajongensstreek na, is do Belgische
vluchteling in onze streken niet lastig
gevallen; onze beweging gaat niet legen
een naburig volk, zij gaat enkel vóór oris
eigen vaderland. En de Belgen, die bij
ons vertoefd hebben, toen zij onrecht
leden, weten dat ook te waankeren. Zij
staan aan onze zijde; zij schamen zich
over de uitingen van enkelen of velen
hunner landgenooten. Wij hadden gezegd,
bij het teekencn van liet petitionnement
Val die menschen er niet lastig mede.
zelfs ook hen niet, die reeds vóór den
oorlog hier in Z.-Vlaanderen wopnden.
Maar ziet, er waren er onder hen, die
zelf vragen kwamen om maar te mogen
teekenen uit sympathie met ons stre
ven Wij weten ook zeer goed, dat maar
een klein gedeelte van het ^Beïgisjcha
volk tot de annexionistische drijvers be
hoort; dat wij in dal tand warme en
trouwe vrienden hebben ondar allo par
tijen. bovenal onder de Vlamingen. En
hen willen wij hier danken voor hun
eerlijke trouw, mannen als Van Gauwe-
laerl, prof. Fredericq, Hoste, senator La-
lontainc, Huysmaus, De Maegt en vele
anderen blijven wij de hand reiken. En
met hen willen wij samen, als deze
'droeve, spannende duigen voorbij zijn,
bouwen aan de goede verstandhouding
tusschen Zeeuwscli-Vla.anderen, dus Ne-
der land en België. Wij willen dan eerlijk
trachten te vergeven en te vergeten. Van
deze plaats uit de hoofdstad onzc-r pro
vincie. wier grenzen bedreigd worden,,
'reik ik hen nog steeds gaarne de vrien
denhand, de broederhand.
Zeeuwen van Middelburg, wij uw broe
deren, uw medegewestgenooten. worden
bedreigd, bedreigd in hun heiligste goe
deren, hun heiligste rechten. Ons aller
Wapenspreuk is „Luctor et Emergo",
ik worstel en onlzwem. Wij, Zeeuwseh-
VInmingen, worstelen, wij willen ont-
zwemhien. Help cn steun ons daarin,
elfen voor ons, waar het kan. de baren;
geef ons uw moroelen steun, die onze
krachten zal slaande honden. Zeg lot
ons, zooals wij tot u zeggen wij loten
u mei los, nu niet en nooit. Wij blijven
bij u en gij blijft bij ons. Het Hulst&r,
Axelsche en Cadzandsche land moeten'
parels blijven aan de Zeeuwsche kroon.
Hier op deze plaats, waar de Zeeuw
sche vroomheid al eeuwen her haar ge
beden ten hemel gezonden heeft, wil ik
indigen met een Bijbelwoord. Het volk
Israël streed tegen Amaltek; Mozes. Aaron
en Hui* stonden op een h,oogen heuvel.
Zoolang Mozes de hand ophief, was
Israël de sterkste, doch als zijn hand
zakte, dan was Auialek de sterkste. Maar
Mozes' handen werden zwaar en moede,
do beide anderen dieden hem op een steen
zitten en onderstutten daarop zijn han
den, zoodat zijn handen gewis waren, tot
dc zon onderging, en 'de r-vorvvinninjtl
bevochten was.
Zoo vragen wij u ook, Zeeuwen van
Middelburg, wees als Aaron tai Hur, als
onze handen zwaar en moede dreigen te
worden, als de strijd dreigt verloren te
gaan; als onze krachten afnemen, onder
steun ons dan, kom dan naast ons staan,
hef onze armen op, dan i? de overwin
ning zeker.
Laten wij alles doen wat wij kunnen
en verder Gode bidden voor land eir
vorstin, voor het een en ondeelbare Ne
derland.
Ook na deze rede daverde de kerk van
het lang aangehouden applaus, dal op in
drukwekkende wijze werd voortgtezet dor
drie coupletten van het Wien Neerlandsch
Bloed, door allen staande «ëzongen met
orgelbeleiding.
En toen stelde Middelburg s Mannen
koor zich weer op in den zgn. „tuin"
voor den preekstoel, om daar achtereen
volgens ten gehoore te brengen, het
troostrijke „Heer die de lente des He
mels daer spreijl", van Valerius, het
strijdlied „Houdt u tier, van Rich. IIol,
waarvan de woorden nog wel afkomstig
zijn van een Belg, n l. "Pol de Mont; en
het aan velen thans reeds ten volle be
kende „Limburg, mijn Vaderland waar
op zulk een lang applaus volgde, dat liet
herhaald moest worden.
Dit was weer een gelukkige voorberei
ding voor de daarop volgende
Rede van Fe'Iix
R u l l>e n.
Deze begon met te vertellen dat toen
hij indertijd begon belangstelling |e wek
ken voor bel anlitxipniSfische - gtevaar
ook voor Limburg', cr velen varen, die
dat te veel drukten Voor niets achtten, dies
de donkere wolk waar hij en .andteren zich
angstig voor maakten, beschouwden als
een wolk spreeuwen. Maar langzamer
hand werd de stemming' anders, vooral
nu hclge.cn cr gebeurd is, de verhouding
tusschen Nederland cn België meer co
meer gespannen heeft gemaakt, en m-?n
in de couranten iederen dag1 de bewijzen
vindt van dc lastercampagne, .waaraan
Nederland in België bloot staat. Zelfs
de Koningin wordt niet gespaard.
Met uitzondering' van de gjoedgpzihde
Y
Belgen die spr met dankbaarheid her
dacht, spreekt men daar beschuldigingen
legen ons uit zonder de Nederlandscbe
verdediging te liooren of te doen hooren.
Wij zijn alleen goed genoeg om geplukt-
te worden. En onder die beschuldigingen
zijn Leugens die gebrandmerkt dienen
te worden, o.a. de besvering dat Limburg
en Z. Vlaanderen door de Nederlandsche
regeering worden bewerkt voor een cam
pagne legen België.
Spreker verzekerde dat hij hier niet
stond^op een verzoek van onze rcgCer ng.
Hem "is niets gtevraagd, niets voorgespie
geld; hij is niet omgekocht, noch mei
marken, zooals vaiï hem beweerd is,
noch met guldens. Zijn plicht alleen
brengt hem er toe op te treden ten
einde in Nederland de overtuiging te
vestigten, dat de Limburgers niet willen
gescheiden worden van Nederland. Wat
hem persoonlijk is toegevoegd is IiBl-
zelfde wal alle Limburgers ondervinden
Hierbij herinnerde spreker aan de las
terlijke bewering dat de dames en hee-
rcii uit Limburg die in Luik het Bel
gische Koningspaar huldigden, daarbij
levens dc inlijving zouden hebben ge
vraagd dier provincial
Met verontwaardiging haalde de spr!
de woorden van den burgemeester Max
van Brussel waar deze sprak van L;ni-
burg als van een provincie die in 1830
van België is afgescheurd. Is dal nog
goede trouw, of voorbedachte misdadig
heid? De Limburgers zijn broeders der
Belgten, maar geen Belgen. Het is mogelijk
dat er in 1830 Lïmburgters waren die
liever bij België waren gekomen. Maar
de vraag is waf willen de Limburgers
nil? En de Limburgers willeu iiu mei
vastberadenheid getuigen dat zij niet van
Nederland gescheiden wvnschen te wor
den. Dat is het diepe bewustzijn van liet
volk in alle lagten.
Spr wensciife dat zijn stem de kracht
had van de bazuinen voor Jericho, op
dat zijn geluid kon doen in eensborten
den muur die do "Campagne in het buiten
land heeft -opgetrokken om Limburg en
die aan dat buitenland belet de ware
stemming in Limburg te kennen.
De bevolking wenscht «een afscheu
ring. Zij kan zich geen anderen toestand
voorstellen, dan zooals die nu is. Roof
van Limburg zou tegelijkertijd oen moord
zijn op politiek en godsdienstig gebied
Hel heeft zijn wortelen zoo diep gesta
gen in den Nederlandscben hesciiavings-
bodem, dal het zou wegsterven als het
daarvan werd losgerukt. Dan zouden im
mers de Limburgers in België gelijk ge
steld worden mei de Wamingen, dan zou
den zij -ook Heloten worden als die Vla
mingen, terwijl zij nu in Nederland waar-
dcercr. de vrijheid die zij hebben, en
waarin zij zich kunnen ontwikkelen.
Maar hel is niet alleen.©cn gtevoels-
zaak. Het is ook een kwestie van
plichtsbesef. Hel is waar dat Limburg in
Den Haag "wel eens vergelen is,- dat lief
paard pas naar do Limburgsche ruif keek.
toen die gtevuld was. Maar dat belet de
Limburgers niet trouw le zijn aan Neder
land. Limburg'weet ook dat het bezit dier
provincie een levensvoorwaarde is gé
worden voor Nederland. Met liet verl.es
van Zuid Limburg zou een slagader in ge
vaar komen. De vreemde bclaagters heb
ben hun oog niet laten vallen op een
rotte vrucht.
Het g'aat echter niet alleen om de
schatten In den bodem. Shvlock vroeg'
•voor 't gerecht een pond mensdhenvleesch'
zuiver gewogen in c©n weegschaal. Hier
is gteen sprake van een gerecht en van
een weegschaal. Het gaat hier om
bet vermoorden van het bloeiend lichaam
van ons mooie gewest.
Voor de Limburgers, komt er ook m>g
bij een kwestie van eer. De legtende dal
de I.imburgtei-s in het donkere Zuiden
gteen betrouwbare Nederlanders zijn motel
nu uit zijn. De plicht en dc eer brengen
de Limburgers tot de leus. In naam van
Oranje, gesloten de poort.'
Limburg' is een bloem die zich n;et
laat verplaatsen, die slechts gedijen wil
in de stralen van do Oranje zon. Het is
een honingraat voor wie het weten Ite
waardeeren* maar het zal ©en wespennest
worden voor wie het kwaad wü. Hol
land kan Limburg, den glimlach van Ne
derland, en hel land met den rijken bo
dem niet ontberen; maar Limburg kan
Holland ook niet missen. O, Nederland,
pas op uw zaak' Laat Limburg' u niet
ontnemen' Laat België hel blazoen van
Koning Albert niet bezoedelen.
Ook op deze rede volgde een langdurig
applaus, waarna allen staande, onder be
geleiding van het orgel, drie coupletten
var, bet Vil hel mus zongen.
Toen kwam hel
Sl'otjwoord van
mr. Dief!ernan
Deze bracht dank aan het kerkbestuur
voor het afstaan van het gebouw; darik
aan het Mannenkoor, dank en hulde aan
de sprekers. In het bijzonder richtte hij-
zich tot den beer Rutten, en verzocht
dezen aan Maastricht, de lieflijke stad in
de schilderachtige Maasvallei de groet»
over te brengen van de grijze abdij stad'.